NOA 3 Voedingspomp

Download Report

Transcript NOA 3 Voedingspomp

Gebruiksaanwijzing
NOA 3
Voedingspomp
De NOA 3 Voedingspomp
Algemene informatie
Gebruiksdoel en correcte toepassing
De NOA 3 Voedingspomp
kan worden gebruikt voor de pompgestuurde enterale voeding van kleine
kinderen en patiënten die intensief worden behandeld: zowel mobiel, met de
ingebouwde oplaadbare accu, als op een vaste plaats (stationair) met
aansluiting van het laadstation op het elektriciteitsnet.
In het Rate programma (doseersnelheidprogramma), het Rate / Volume
programma (doseersnelheid en volumeprogramma) en het 25-steps
programma (25-stappenprogramma) werkt de pomp continu met een
doseersnelheid (rate) van 1 ml - 600 ml per uur.
In het bolusprogramma is de toediening discontinu (zoals beschreven op
pagina 13 en 14).
De gebruiker (-ster) kan er zeker van zijn dat de programmabesturing alleen
de juiste acties toestaat.
Let erop dat de doseersnelheid (rate in millimeter per uur) overeenstemt met
de door de arts voorgeschreven uurdosering en dat de liggende patiënt(e) de
voeding ontvangt in een positie waarbij het bovenlichaam opgericht ligt in een
hoek van tenminste 30°.
2
INHOUDSOPGAVE
INHOUDSOPGAVE
De NOA 3 Voedingspomp ............................................................pagina 2
Verklaring van de pictogrammen op de pomp..............................pagina 4
Veiligheidsaanwijzingen ...............................................................pagina 5
Alarmsignalen ..............................................................................pagina 6
Ingebruikstelling ...........................................................................pagina 8
Rate - programma ........................................................................pagina 10
Rate / Volume - programma .........................................................pagina 12
Bolus - programma.......................................................................pagina 13
25 Steps - programma .................................................................pagina 15
Speciale informatie.......................................................................pagina 17
Reiniging en opslag......................................................................pagina 21
Technische gegevens...................................................................pagina 22
Garantie .......................................................................................pagina 26
3
Verklaring van de pictogrammen op de pomp
Verklaring van de pictogrammen op de pomp
Geeft tijd en datum weer.*
Geeft de tot dan toe gegeven hoeveelheid weer.*
Hiermee kunt u de rate sneller zetten of de waarde
vergroten of van programma veranderen (afhankelijk van
het gekozen programma).
Hiermee kunt u de rate langzamer zetten of de waarde
verminderen of van programma veranderen (afhankelijk
van het gekozen programma).
Starten van voedingspomp of bevestigen van een keuze.
Geeft bolus weer.**
Stopzetten van voedingspomp.
Aan- en uitzetten van voedingspomp.
Looprichting van de voedingslijn van
links naar rechts.
*
**
4
Voor meer functies van deze buttons, zie pagina 17.
Voor meer functies van deze button, zie pagina 19.
Veiligheidsaanwijzingen
Veiligheidsaanwijzingen
De functie van de pomp en daarmee ook de veiligheid van de patiënt is alleen
gewaarborgd als de gebruiker op verantwoorde wijze de volgende punten in
acht neemt:
• pomp alleen gebruiken voor enterale voeding en niet voor infuusvoeding;
• de gebruiksaanwijzing dient te zijn gelezen en te worden nageleefd;
• in de NOA-pomp uitsluitend voedingslijnsystemen van NOA gebruiken en
deze na 24 uur vervangen;
• de doseersnelheid (ml/h = ml/u) moet overeenstemmen met de door de
arts voorgeschreven dosering;
• medicijnen mogen niet samen met de voeding via de pomp worden
toegediend;
• pomp niet gebruiken in vuur- en explosiegevaarlijke omgeving;
• pomp niet gebruiken als de patiënt in bad ligt of onder de douche staat;
• pomp niet in vloeistof dompelen of steriliseren;
• alleen bevoegde servicepartners mogen de pomp repareren;
• na blootstelling aan sterke schokken (vallen, stoten etc.) moet het
apparaat door de servicepartner worden gecontroleerd;
• na een langere periode van niet-gebruik moet de pomp aan het
elektriciteitsnet worden aangesloten;
• accu volgens milieuvoorschriften afvoeren (servicepartner);
• pomp door de servicepartner laten nakijken als dit op de display wordt
gemeld;
• ook bij uitgeschakelde pomp wordt de ingebouwde accu opgeladen via
het aan het elektriciteitsnet aangesloten laadstation;
w Accu mag alleen met het meegeleverde C.M.E. laadstation worden
opgeladen.
• het meegeleverde elektriciteitssnoer mag slechts uitsluitend samen met
het laadstation van de pomp worden gebruikt;
• voor het openen van de frontklep eerst de rolklem op de voedingslijn
sluiten om te voorkomen dat de voeding vrij gaat stromen.
5
Alarmsignalen
Alarmsignalen
•
STARTEN
Druk op OK – START
•
STOP
Druk op OK – START
•
Na het inschakelen of tijdens het
programmeren werd gedurende 2 minuten niet
op een toets gedrukt.
Herinnering voor stopstatus.
De pomp bevindt zich langer dan 5 minuten in
de stopstand.
Deur open
Tijdens het gebruik werd de frontklep geopend.
Deur sluiten
•
OCCL - SET DICHT
Druk op STOP
•
Overdruk door verstopping in het
voedingslijnsysteem of in de sonde.
LUCHT in SET
Reservoir van de voedingsvloeistof is leeg.
Druk op STOP
•
EINDE 100 ml
Einde programma.
Druk op STOP
•
Accu zwak
Pomp op het elektriciteitsnet aansluiten.
Opladen
6
Alarmsignalen
•
ACCU LEEG
Op het elektriciteitsnet aansluiten.
Opladen
•
ERROR XX
Schakel de pomp uit met
.
Leg van links naar rechts een nieuwe voedingslijn in de pomp en zet deze
daarna weer aan.
Als de melding ERROR XX opnieuw verschijnt, moet u contact opnemen met
de servicepartner!
7
Ingebruikstelling
Ingebruikstelling
• Bevestig de pomp op de tafel- of infuusstandaard.
• Steek de stekker in het stopcontact.
• Open de frontklep, trek de kleine metalen openingsklep aan de rechter
zijde van de pomp met één vinger naar buiten en open de deur vervolgens
helemaal met de hand.
• Voedingslijnsysteem voorbereiden:
a) (sluit de rolklem);
b) sluit het voedingslijnsysteem aan op het voedingsreservoir;
c) hang het voedingsreservoir op;
d) vul de druppelkamer tot de helft door deze stevig samen te knijpen.
• Leg de slang van links naar rechts in de pomp.
• Sluit de frontklep (maak de rolklem weer open).
• Zet de pomp aan:
Toets
gedurende 1 seconde ingedrukt houden.
Self Test
R
A
T
E
RATE
PROGRAM
Rate 200 ml
Druk op OK
• Slang ontluchten (met vloeistof vullen) als u het systeem voor het inleggen
in de pomp niet hebt gevuld.
Ontluchten
Druk op OK - START
Set ontluchten
Druk op STOP
onderbreken met
, of stopt automatisch na 17 ml.
Rate 200 ml/h
Druk op OK
8
17
Ingebruikstelling
• Voedingslijnsysteem op de sonde aansluiten.
•
Programma starten.
Uitzetten van de pomp
Eerst op
drukken, daarna
gedurende ca. 2 seconden
ingedrukt houden.
9
Rate - programma
Rate - programma
In dit programma kan de doseersnelheid (rate) in ml/h (= ml/u) worden
ingesteld.
Self Test
R
A
T
E
RATE
PROGRAM
Rate 170 ml/h
Druk op OK - START
Nu kunt u de doseersnelheid (rate) wijzigen
sneller of
langzamer.
Als er zich geen lucht in de set bevindt, drukt u op
werkt.
Als zich lucht in de set bevindt (nog niet ontlucht):
Ontluchten
Druk op OK - START
Set ontluchten
Druk op STOP
10
17
en de pomp
Rate - programma
Onderbreken met
, of de pomp stopt automatisch na 17 ml.
Sluit de voedingslijn nu aan op de sonde van de patiënt.
Rate 170 ml
Druk op OK - START
pomp loopt.
11
Rate / Volume - programma
Rate / Volume - programma
In dit programma kunt u de doseersnelheid (rate) in ml/h ( = ml/u) én het
totale volume instellen.
Self Test
V
O
L
U
RATE/VOLUME
PROGRAM
De waarde die op de
display verschijnt,
Rate 50 ml/h
Druk op OK - Vol.
kan met
Volume 500 ml
Druk op OK - START
worden verhoogd of
met
worden verlaagd.
Rate
50 ml/h
De pomp werkt tot
Einde 500 ml
Druk op - STOP
De pomp geeft gedurende 10 minuten een alarmsignaal. Daarna stopt
het alarm en de pomp loopt met een snelheid van 5 ml/h om de sonde
open te houden.
KTO 5 ml/h
Druk op - STOP
* KTO 5 ml/h:
12
*
lage doorstroomsnelheid om de sonde open te houden.
Bolus - programma
Bolus - programma
In dit programma kunt u de dosis per uur (dosis/h) en het totale volume
instellen.
Het aantal bolustoedieningen per uur wordt afzonderlijk ingesteld en is
zodoende vooraf bepaald.
Bij dosis/h 200 ml en 5 x bolus per uur resulteert dat in --- volume 1000 ml:
Dosis/h 5 x 40 ml
interval 12 min.
Totdat het volume van 1000 ml is bereikt, geeft de pomp gedurende 5 uur
5 x 40 ml per uur, wat overeenkomt met 200 ml/u.
Self Test
B
O
L
U
BOLUS
PROGRAM
Dosis/h 200 ml
Druk op OK - Volume
De waarde die op de
display verschijnt,
kan met
Volume 1000 ml
Druk op OK - START
worden verhoogd of
met
Dosis/h 5 x 40 ml
interval 12 min.
worden verlaagd.
13
Bolus - programma
Na 2 seconden start de pomp automatisch en op de display verschijnt:
Dosis/h 200 ml
en in de pauzetijd:
Pauzetijd 0:08
KTO 5 ml/h
Als er een hogere waarde wordt ingevoerd dan de maximale
bolushoeveelheid van 120 ml per keer en er voor de dosis ook meer dan
300 ml per uur wordt ingesteld, verschijnt de melding:
Onjuiste bolusgegevens
Check gegevens
Controleer en wijzig in dat geval de ingestelde gegevens.
De maximale dosis per uur bedraagt 300 ml.
De maximale bolushoeveelheid per keer bedraagt 120 ml.
Het aantal boli (1/2) 1, 2, 3, 4, 5, 6, 10, 12, 15, 20 en 30 keer per uur .
Het aantal boli kan in "Adjust Setting" worden ingesteld.
Neem eventueel telefonisch contact op met de servicepartner.
Aan het einde van het programma ziet u:
Einde 1000 ml
Druk op - STOP
En na 10 minuten volgt het alarm:
KTO 5 ml/h
Druk op - STOP
14
25 Steps - programma
25 Steps - programma
Met dit programma kunt u vooraf een individueel dag- of nachtprofiel voor de
patiënt instellen met bijvoorbeeld 2 x 1000 ml voeding LEN -low energy
nutrition.
Bijvoorbeeld:
250 ml/h
Volume 1000 ml
8.00 uur
hier nieuw reservoir
5 ml/h
12.00 uur
Pauze
200 ml/h
Volume 1000 ml
15.00 uur
20.00 uur
Aan het einde van de voedingstoediening moet u de sonde grondig
doorspoelen met water.
Self Test
S
T
E
P
25 Steps
PROGRAM
Step 1 Rate
250 ml/h
Druk op OK - VOLUME
Step 1 Volume
1000 ml
Druk op OK
15
25 Steps - programma
Step 2 Rate
5 ml/h
Druk op OK - VOLUME
Step 2 Volume
15 ml
Druk op OK
Step 3 Rate
200 ml/h
Druk op OK - VOLUME
Step 3 Volume
1000 ml
Druk op OK
Step 4 Rate
0 ml/h
Druk op OK - VOLUME
Step 3
Totaalvolume 2015 ml
Druk op OK - START
Step 1 of 3 Rate
250 ml/h
Aan het einde van het programma verschijnt de volgende melding op de display:
Einde 2015 ml
Druk op STOP
16
Speciale informatie
Speciale informatie
1. Het ingestelde volume wordt bij het uitschakelen van de pomp op 0 gezet.
2. Het ingestelde volume kan ook worden gewist als het op de display wordt
weergegeven.
Druk daarvoor 3 seconden op
.
3. Tijdens het instellen van de programmawaarden kan de op de display
weergegeven waarde op nul worden gezet.
Druk daarvoor 3 seconden op
.
Informatie gedurende het programmaverloop
1 x drukken op
= tijd tot het einde van het programma
(niet in het rate-programma).
2 x drukken op
= tijd en datum.
Informatie gedurende het programmaverloop
1 x drukken op
geeft informatie over de reeds toegediende
hoeveelheid.
2 x drukken op
geeft informatie over de laadtoestand van de
accu.
3 x drukken op
geeft informatie over temperatuur in het
voedingslijnsysteem.
17
Speciale informatie
Informatie tijdens stilstand of programmeerstatus
1 x drukken op
geeft informatie over de reeds toegediende
hoeveelheid.
2 x drukken op
brengt u naar de "show-setting" en met de
juiste code naar het "adjust-setting"-programma.
Vraag uw servicepartner om meer informatie.
Eenvoudige manier om van programma te wisselen
toets drukken
Self Test
R
A
T
E
nu
RATE
PROGRAM
gedurende 10 seconden ingedrukt houden. Pas als dit
programmadisplay (RATE-PROGRAM) wordt getoond, drukt u 10 seconden
zonder onderbreking op
Vervolgens kunt u met
.
en
programma komen. Bevestig uw keuze met
18
in het door u gewenste
.
Speciale informatie
Set opnieuw vullen na luchtalarm in het "rate"-programma
LUCHT in SET
Druk op STOP
STOP
Druk op SPUIT
Ontluchten
Druk op OK - START
Set ontluchten
Druk op STOP
Onderbreek met
17
, of de pomp stopt automatisch na 17 ml.
U start het normale programma met
.
Blokkering van het toetsenpaneel
Als de pomp loopt, moet u
gedurende 10 seconden ingedrukt
houden, totdat de melding LOCK MODE op de display verschijnt.
Blokkering van het toetsenpaneel opheffen:
Houd
gedurende 10 seconden ingedrukt,
totdat de balk volledig is gewist.
19
Speciale informatie
Lock out: blokkering van de ingestelde waarden
In de "Lock out"-modus kunnen de ingestelde waarden niet door de gebruiker
worden gewijzigd. De pomp kan worden aan- en uitgezet, de start- en
stopfunctie blijven behouden.
Vraag uw servicepartner om informatie.
Onjuiste gegevens in het bolusprogramma
Als u in het bolusprogramma gegevens hebt ingesteld die niet zijn
toegestaan, verschijnt de volgende melding op de display:
Onjuiste BOLUSgegevens
Check gegevens
U kunt de gegevens corrigeren.
Wijzigen van de doseersnelheid (rate)
U kunt de doseersnelheid (rate) wijzigen terwijl het rate-programma en het
rate/volume-programma actief zijn.
Druk hiervoor 1x op
met
, resp. verlaag de snelheid met
nieuwe waarde met
20
en verhoog de doseersnelheid
.
. Bevestig de
Reiniging en opslag
Reiniging en opslag
Voordat u de pomp reinigt, moet u eerst de stekker uit het stopcontact
trekken.
De pomp moet met warm water en afwasmiddel worden gereinigd
Het desinfecteren moet gebeuren met middelen op alcoholbasis en door
middel van afvegen of sproeien.
Na de reiniging en het desinfecteren moet 20 minuten worden gewacht
voordat het apparaat opnieuw in gebruik wordt genomen.
Als de omgeving van de slangdoorgang (pompmechanisme) nat of vuil is,
moet deze eerst met een doek of een wattenstaafje worden drooggemaakt.
De pomp mag niet in vloeistof worden gedompeld of gesteriliseerd.
Bij een opslag die langer duurt dan één week moet de pomp aan het
elektriciteitsnet worden aangesloten om diepontlading van de accu te
voorkomen.
21
Technische gegevens
Technische gegevens
Type: NOA 3
Enterale pomp met accu voor mobiel gebruik of in laadstation voor gebruik op
vaste plaats.
-geschikt voor continubedrijf Fabrikant:
CME Caesarea Medical Electronics Ltd.
Shacham St. 16
P.O. Box 42 94
38900 Caesarea, Israël
Gevolmachtigde servicepartner in EU:
Fa. Linitec
Peter Clement
72805 Lichtenstein
Afmetingen/gewicht:
pomp H x B x D:
laadstation H x B x D:
Apparatengroep:
Elektrische veiligheid:
Risicoklasse:
22
11,0 x 8,7 x 4,0 cm / gewicht 395 g
17,5 x 9,0 x 7,5 cm / gewicht 310 g
Conformité Européenne (Europese Conformiteit)
Dit symbool betekent dat het apparaat volledig
voldoet aan de Europese Richtlijn 93 / 42 EEG
betreffende medische hulpmiddelen, Annex II
(ISO 9001 en EN 46001).
Klasse IIa volgens de richtlijn betreffende
medische hulpmiddelen.
Apparaat voldoet aan IEC 601-1, IEC 601-2-24,
IEC 601-1-4.
Pomp en laadstation: risicoklasse II.
Technische gegevens
Beschermingsgraad:
pomp:
laadstation:
Bescherming tegen
vocht:
Materiaal:
Afvalverwijdering:
Gebruiksmateriaal:
type CF.
y type BF-apparatuur.
IPX 1 druipwaterdicht tijdens gebruik.
Behuizing van ABS - brandvertragend;
onderdelen van aluminium, V2A (chroomstaal),
verenstaal, nylon, ABS, glasvezel en hars.
Zowel de accu als het apparaat door de
servicepartner.
Alleen wegwerpartikelen gebruiken die voor de
NOA-pomp zijn toegestaan en deze iedere 24 uur
vervangen:
zaksystemen;
systemen met kroonkurkaansluiting;
systemen met "spike"-aansluiting;
lege zak / wijdhalsadapter.
Stroomvoorziening:
via laadstation:
110 - 240 Volt AC (wisselstroom)
50 - 60 Hz
stroomopname:
0,12 A
interne stroomvoorziening: Li-ion accu
7,2 Volt
1,4 Ah
Accuvoeding:
Minimaal: 10 uur bij doseersnelheid 100 ml/h.
Normaal: 1700 ml toevoerhoeveelheid.
Oplaadduur accu:
In 4 uur als de pomp in het laadstation is gezet;
onafhankelijk van de gebruikstoestand van de
pomp.
Weergave oplaadstatus: Op het laadstation en op de display van de pomp.
23
Technische gegevens
Gebruiksomgeving:
+ 10° C tot + 35° C
Relatieve luchtvochtigheid max. 85 %, geen
bedauwing.
Als het apparaat is afgekoeld tot een temperatuur
lager dan 5° Celsius, mag het pas weer in gebruik
worden genomen nadat het 30 minuten in een
warme ruimte heeft gestaan.
Doorloopprofielen:
Continudruppelend: continu 1 ml/h tot 600 ml/h.
Stapgrootte: 1 ml/h.
Maximale doorloop (rate) begrensbaar tot
10 - 20 - 50 - 100 - 200 - 500 - 600 ml/h,
normaal: 500 ml/h.
Bolusprogramma: dosis per uur: max. 300 ml.
Dosis per afzonderlijke bolus: max. 120 ml.
Normale doseersnelheid: 600 ml/h,
echter begrensbaar tot max. 100 - 200 - 300 400 - 500 -600 ml/h.
Voorprogrammering van volume:
van 1 ml - 10.000 ml
(niet in "rate"-programma).
KTO-doorloop:
10 minuten na het einde van het programma
stopt het alarm en begint de KTO-doorloop (zie
pag. 12) met een doorstroomsnelheid van 5 ml/h
om de sonde open te houden.
Afwijking:
Maximaal ±10 % van de ingestelde
doorloopwaarde.
Occlusiedruk:
Overdrukafschakeling instelbaar tussen 0,5 en
1,5 bar.
Controles:
Elektrische controle volgens BGV A2 (Duitse
richtlijn ter voorkoming van ongevallen).
Testverloop volgens IEC 601-1.
1 x per jaar.
24
Technische veiligheidscontrole
Na 7000 gebruiksuren verschijnt er na het aanzetten van de pomp gedurende
5 seconden steeds de volgende melding op de display:
POMP VOOR SERVICEBEURT
AANMELDEN
SN
PD
RH
Code
Wij verzoeken u om deze melding ook in praktijk te brengen; het apparaat zal
echter nog 1000 uur werken.
Na 8000 gebruiksuren verschijnt er na het aanzetten van de pomp gedurende
5 seconden steeds de volgende melding op de display:
POMP ZONDER
GECONTROLEERDE FUNCTIE
SN
PD
RH
Code
De fabrikant en de leverancier van de pomp maken de gebruiker attent op de
verzuimde servicecontrole!
U dient de bevoegde servicepartner resp. de leverancier hiervan op de
hoogte te stellen.
Garantie
Garantie
Voor eventuele defecten aan de pomp geeft de fabrikant een garantie van
24 maanden vanaf de verkoopdatum, voorzover zij een gevolg zijn van
materiaal- of productiefouten. Deze zullen kosteloos worden verholpen.
Uitgesloten van deze garantie zijn schades die zijn ontstaan door onjuist en
ondeskundig gebruik en schades die een gevolg zijn van de normale slijtage.
De garantie vervalt wanneer de bezitter of niet-bevoegde derden
veranderingen of reparaties aan het apparaat uitvoeren.
In geval van schade is de leverancier de aanspreekpartner met wie de
gebruiker telefonisch contact dient op te nemen.
Noch de fabrikant, noch de gevolmachtigde distributeur binnen de EU zijn
verantwoordelijk voor verdere gevolgschaden die door de toepassing en het
gebruik van het apparaat ontstaan, en zijn dientengevolge daarvoor ook niet
aansprakelijk.
26