Een idealistische onderneming door Joost Belinfante Aangezien

Download Report

Transcript Een idealistische onderneming door Joost Belinfante Aangezien

Een idealistische onderneming door Joost Belinfante Aangezien Ernst ook mijn buurman was, had ik de wording van zijn bandje, Doe Maar, van dichtbij kunnen volgen. En het moet gezegd: het was een idealistische onderneming. Een voertuig om ideeën te realiseren. En zo de wereld te verbeteren. Dat was de tijd. De toekomstige betere wereld was nog niet helemaal weggevreten. Misschien kon alles nog wel rechtgezet worden. Idealen. Nu min of meer een vies woord, toen vanzelfsprekend. Meegekregen van thuis, ingeademd met de lucht. Je was het je nauwelijks bewust. Het zat in de opzet. Autonoom. Doe Maar deed alles zelf. Ze traden op met een piepkleine geluidsinstallatie. Die zetten ze zelf op en braken ze zelf af. Een mengpaneel op het podium. Ernst deed zelf het geluid. Geen geluidsman. Geen tourmanager. 1 roadmanager ging er mee. Die was ook bandlid. Ze maakten zelf promotiemateriaal. Wekenlang hoorde ik ze tot diep in de nacht repeteren, opnemen, repeteren, en weer opnemen aan de andere kant van onze binnenplaats. En ze stuurden het zelf rond. Cassettebandjes die ze eindeloos realtime kopieerden. Het zat natuurlijk in de muziek. Reggae. Muziek met idealen. De muziek waarmee de derde wereld voor het eerst het hart van de onze beroerd had. Bob Marley natuurlijk, een echte musipoliticus, Peter ‐ legalize it ‐ Tosh, Desmond Dekker, de gelovige Frederick Toots Hibbert. Muzikanten die wilden dat hun muziek een werking had in de wereld. En het zat in de teksten. Tegendraads. Teksten die tieners goed vonden en hun ouders niet. In het Nederlands. Zingen in het Nederlands was ook een ideaal. Zo dicht mogelijk bij het publiek komen. Dadelijke overdracht van gevoel. Ze aanraken. Eénworden. Als het lukte was het feest. Ik stond ervan te kijken toen ik voor het eerst meespeelde op m’n geleende druppelbasje. De muziek maakte de mensen vrolijk. De teksten maakten de mensen open. Dat was liefde. Alles werkte eraan mee. De liedjes, de band, de mensen in de zaal. Daar kreeg je energie van. Liefde. Dan had je heel speciale ontmoetingen. Dan durfde iedereen hart en ziel te laten zien. Dan zou je dagen en nachten door kunnen gaan. Het lukte vaak genoeg. Bron: Doe Maar Lijf aan Lijf, ISBN 978-906265-634-9, 2008