Transcript brief - Iso

Aan de leden van de vaste Kamercommissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van de
Tweede Kamer der Staten-Generaal
Utrecht, 27 mei 2016
Geachte leden van de vaste Kamercommissie voor Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
Het Interstedelijk Studenten Overleg (ISO) en het Landelijk Studenten Rechtsbureau (LSR) schrijven u
naar aanleiding van de berichtgeving omtrent het Bindend Studie Advies (hierna: bsa). Bij zowel het
ISO als het LSR komen veel signalen binnen van studenten die te maken hebben met een bsa, uit
deze meldingen komt een onwenselijk beeld naar voren waarvoor wij uw aandacht vragen.
Gister verscheen een afscheidsinterview met mr. Olivier, tot voor kort lid van het College van Beroep
voor het Hoger Onderwijs (hierna: CHBO).1 In zijn afscheidsinterview komt een duidelijk beeld naar
voren dat in de 25 jaar dat hij lid is geweest van het CBHO de rechtspositie van de student helaas
enorm is verzwakt en dat onderwijsinstellingen te veel zaken op het bordje van de student
neerleggen. Dit is naar zijn mening een onwenselijke ontwikkeling en die mening delen wij ten
zeerste.
Een van de meest in het oog springende en dringende zaken is de ontwikkeling omtrent het bsa.
Dinsdag 24 mei spraken een aantal leden van uw commissie met de minister over het experiment
omtrent het bsa in het tweede studiejaar. Een proef die gelukkig niet voortgezet zal worden, zo is
duidelijk geworden. Echter, uit de vele berichten die ons bereiken blijkt dat ook zonder deze proef
veel instellingen het bsa niet juist toepassen. Feitelijk komt het er op neer dat aan studenten in het
tweede studiejaar nog steeds een negatief bsa wordt opgelegd. Mr. Olivier spreekt in zijn
afscheidsinterview van een situatie die evident in strijd is met de wet, maar dat deze realiteit niet tot
de besturen van instellingen in het hoger onderwijs doordringt.
Een citaat uit een interview door het Hoger Onderwijs Persbureau (HOP) spreekt boekdelen2:
“De onderwijsinstellingen en de minister zijn ermee aan de haal gegaan. De positie van studenten is
aanzienlijk verzwakt. Het was de bedoeling van een bsa om studenten zo snel mogelijk te vertellen of
ze ongeschikt zijn. Dan zeg je: hou maar op, ga iets anders doen. Het is dus nadrukkelijk niet de vraag
of ze geschikt zijn. Dat is iets heel anders!"
Uit bovenstaand citaat komt duidelijk het beeld naar voren dat het bsa misbruikt wordt voor
rendementsdoeleinden in plaats van als middel voor de opleiding én de student om te zien of ze bij
elkaar passen. Signalen die wij binnen krijgen rondom de bsa problemen, richten zich met name op
een te hoge norm, soms is de norm zelfs het behalen van de gehele propedeuse. Dit is niet
realistisch: er kan niet gesteld worden dat een student die een vak niet haalt meteen ongeschikt is
voor de opleiding die hij volgt.3 Ook komen er veel klachten binnen over de zogenaamde
voorwaardelijke-, voorlopige, en/of aangehouden adviezen. Wij zullen kort toelichten hoe dit
systeem werkt.
Het aangehouden advies: in strijd met de wet
Het Hoger Onderwijs Persbureau (HOP) verwoordt het duidelijk in de titel van de gepubliceerde
artikelen 24 mei 2016: ‘Hoger onderwijs overtreedt wet met bsa’4. Duidelijker kunnen ook wij deze
1
http://delta.tudelft.nl/artikel/onderwijsrechter-zwaait-af-de-positie-van-studenten-is-aanzienlijkverzwakt/31644
2
http://profielen.hr.nl/2016/onderwijsrechter-de-positie-van-studenten-is-aanzienlijk-verzwakt/
3
CBHO 2015/217.1
4
http://m.delta.tudelft.nl/news/detail/hoger-onderwijs-overtreedt-wet-met-bsa/31647
gang van zaken niet formuleren. Bij een voorwaardelijk-, voorlopig-, en/of aangehouden advies gaat
het er om dat de student aan een bepaalde norm moet voldoen om door te mogen gaan met de
opleiding. Bijvoorbeeld: 52 van de 60 studiepunten moeten behaald zijn aan het einde van het eerste
jaar. Indien deze eerste norm behaald is, dan moeten studenten in het tweede inschrijvingsjaar de
resterende 8 punten van de propedeuse behalen en soms wordt er zelfs de voorwaarde gesteld om
dan minimaal 30 punten van het tweede jaar te behalen, anders volgt alsnog een negatief bsa.
Het CBHO is in verschillende uitspraken5 tot oordelen gekomen dat dergelijke praktijken in strijd zijn
met de wet.6 Het is in de basis heel simpel. Aan het einde van het eerste studiejaar moet beoordeeld
worden of een student geschikt is voor de opleiding aan de hand van de behaalde resultaten en de
norm die de student moet halen, met in achtneming van de persoonlijke omstandigheden. Er is geen
ruimte voor een tweede advies op een latere termijn want een onderwijsinstelling mag een student
maar één keer een advies geven.7 Echter, in de praktijk blijkt dat onderwijsinstellingen deze regels uit
de wet massaal aan hun laars lappen. Hoger onderwijsinstellingen worden hier niet op gecorrigeerd
omdat veel studenten niet weten wat hun rechten zijn. Studenten zien een beslissing van de
onderwijsinstelling waarin staat dat hij of zij niet aan de gestelde norm voldoet, helaas te snel als een
onherroepelijk feit. Dit terwijl in veel gevallen de gestelde norm niet door de beugel kan.
Naar onze mening is het een taak van uw Kamer en de Minister om hierin duidelijkheid te
verschaffen zodat de onwetende student niet de dupe kan worden van het misbruik dat
onderwijsinstellingen maken van het bsa. Tijdens het Vragenuurtje op dinsdag 24 mei jongstleden
hebben enkele Kamerleden de minister dan ook met bovenstaande ontwikkelingen geconfronteerd.
Bal ligt niet bij de medezeggenschap
In haar antwoord op de mondelinge vragen legde de minister de bal naar onze mening te veel bij de
medezeggenschap en het goede gesprek. Wij zijn van mening dat dit niet de correcte gang van zaken
is. Allereerst wensen wij op te merken dat onder het huidige medezeggenschapsstelsel geen van de
medezeggenschapsorganen of de opleidingscommissie bij wet een verankerd instemmingsrecht
heeft omtrent het bsa. Immers is in artikel 7.8b zesde lid van de WHW geregeld dat het
instellingsbestuur een nadere regeling vaststelt waar onder andere de hoogte van het bsa in moet
staan. In artikel 7.13 tweede lid onder f is geregeld dat deze regeling in de OER moet staan, juist dit
artikel is uitgezonderd in artikel 9.38 onder b WHW. Al met al is er dus geen invloed van de
medezeggenschap op dit punt. Dit baart het ISO en het LSR zorgen omdat alsnog niet de mogelijkheid
wordt geboden om tegen de misleidende bsa praktijken in actie te komen.
Bij de behandeling van de Wet versterking bestuurskracht (wvb) zijn vele amendementen door uw
Kamer aangenomen, onder andere ook over de rol van de opleidingscommissie. De
opleidingscommissies hebben op veel vlakken instemmingsrecht gekregen en op de vlakken waarop
ze geen instemming hebben, een adviesrecht. Mede op advies van de minister hebben de
opleidingscommissies geen instemmingsrecht gekregen op het bsa. Ons inziens is het dan ook onjuist
om op dit vlak de bal bij de medezeggenschapsorganen en de instellingen te leggen, nu de
medezeggenschapsorganen op dit punt weinig tot geen invloed hebben. Het goede gesprek vindt
wellicht wel plaats, maar heeft voor een College van Bestuur geen consequenties.
Verantwoordelijkheid voor de wetgever
Het is een taak van de wetgever om er voor te zorgen dat de bsa-regeling door instellingen wordt
uitgevoerd in overeenstemming met de bedoeling van de wetgever. Nu dit klaarblijkelijk niet het
5
CBHO 2015/003/CBE
http://delta.tudelft.nl/artikel/hoger-onderwijs-overtreedt-wet-met-bsa/31647
7
CBHO 2015/269, CBHO 2014/022, CBHO 2015/298, CBHO 2015/288.
6
geval is, is dit het moment om de verantwoordelijkheid te nemen en de bal niet bij de instellingen te
leggen, nu gebleken is dat zij met deze vrijheid op dit punt niet om kunnen gaan. De instellingen gaan
zelfs na uitspraken van het CBHO gewoon op dezelfde voet verder. Als de bal al bij de
medezeggenschap neergelegd moet worden, dan wel met een instemmingsrecht op de nadere regels
van het bsa. Anders kan de medezeggenschap haar rol niet uitoefenen. Helaas zien wij dit in de
nabije toekomst niet gebeuren.
Wij spreken daarom onze hoop uit dat aan deze praktijk een einde komt. Wij zullen als
studentenorganisaties onze verantwoordelijkheid hierin nemen en de studenten actief gaan
informeren over het feit dat de regeling van hun onderwijsinstelling mogelijk in strijd is met de wet.
Wij voorzien dat, indien er geen halt wordt toegeroepen aan het in strijd met de wet handelen van
de onderwijsinstellingen, er veel beroepen bij het CBHO zullen volgen de komende tijd.
Hopende u voldoende te hebben geïnformeerd met deze brief en in afwachting van uw reactie,
Met vriendelijke groet,
Tycho Wassenaar
Bestuurslid ISO
Mark van den Hove
Bestuurslid LSR
Bijlage 1: Inventarisatie bij 11 instellingen
Universiteit van
Amsterdam
Universiteit Utrecht
Rijksuniversiteit Groningen
Universiteit van Leiden
Erasmus Universiteit
TU Delft
Hogeschool van
Amsterdam
Fontys Hogescholen
Hogeschool Utrecht
Hogeschool van Rotterdam
Hogeschool van ArnhemNijmegen
Voorlopig
positief/voorwaardelijk
of aangehouden advies8
X
Nominaal is
normaal9
Onbekend/of geen
onregelmatigheden
X
X
Past haar regeling nu
aan
X
X
X
X
X
X
X
Bovenstaande tabel geeft de resultaten van een steekproef weer, die naar de mening van het LSR en
het ISO schokkend te noemen zijn en wat ons betreft voldoende aanleiding moeten zijn voor de
minister – al dan niet gezamenlijk met de inspectie – een nader onderzoek te starten.
8
Studenten moeten aan het eind van het eerste jaar aan een basisnorm voldoen vaak tussen de 42 en 50
studiepunten. De student moet dan in zijn tweede jaar als nog alle studiepunten van zijn propedeuse behalen.
Dit is in strijd met de wet en jurisprudentie.
9
Dit lijkt naar zijn aard ook in strijd te zijn met de wet.
Bijlage 2: Bronnenlijst

http://student.uva.nl/az/content2/bsa/positief-bsa/positief-bsa.html

http://www.rug.nl/education/find-out-more/studying-at-university/the-binding-study-advice

https://www.universiteitleiden.nl/nieuws/2016/05/universiteit-leiden-past-bsa-regelingeerste-studiejaar-aan-en-stopt-met-experiment-tweede-studiejaar

http://studenten.tudelft.nl/fileadmin/Files/studentenportal/os/OS_algemeen/Rechtspositie/
Studentenstatuut2015-2016_new.pdf

http://www.hva.nl/onderwijs/praktisch/content/algemeen/centraal/studentendecaance/bindend-studieadvies-bsa/bindend-afwijzend-studieadvies.html#anker-wat-is-een-bsa-

http://fontys.nl/Over-Fontys/Wie-wij-zijn/Regelingen-statuten-en-reglementen/Onderwijsen-examenregelingen-OER/Fontys-Hogeschool-ICT.htm

http://www.studiekeuze.hu.nl/studeren-aan-de-hu/rechten-en-plichten/oerhu?_ga=1.31002495.1581451495.1464171488

https://www.hogeschoolrotterdam.nl/opleidingen/bachelor/social-work/voltijd/bindendstudie-advies/