Self-study onderzoek - School of Education

Download Report

Transcript Self-study onderzoek - School of Education

www.khk.be
Stageopdrachten als middel om de
kloof tussen theorie en praktijk te
dichten?!
Een LOEP-onderzoek/Self-study project
Elien Peeters
K.H.Kempen, departement Lerarenopleiding Vorselaar
2009-2011
1
www.khk.be
Wat is LOEP of self-study
onderzoek?
1.
2.
3.
Professionele ontwikkeling ingebed in de
opleidingscontext
Professionele leergemeenschap als richtsnoer en
‘kritische vrienden’ als contactpunten
LOEP-onderzoek als “een vorm van systematisch en
intentioneel handelen om vertrekkende van een
gearticuleerde vraagstelling en d.m.v. passende
methoden gegevens te verzamelen over de eigen praktijk
als lerarenopleider en de professionele opvattingen die
eraan ten grondslag liggen met als doel het expliciteren
en toetsen van de eigen professionele expertise en het
bijdragen aan de kennisbasis voor het opleiden van
leraren (didactiek van de lerarenopleiding)” (Kelchtermans
& Vanassche, 2010, p. 299)
2
Probleemstelling
www.khk.be
• Een eeuwenoude frustratie:
de kloof tussen theorie en praktijk
 Ik doe zo goed mijn best om studenten te zeggen ‘hoe het
moet’ en in de praktijk doen ze het niet
• Gevolg: studenten verplichten om dingen te doen in
hun praktijk
– Opdrachten nauwgezet specificeren
– Controleren of opdrachten worden uitgevoerd
– …
• Desondanks: geen goed ‘gevoel’
 Uitdaging: ‘gevoel’ eens onderwerpen aan een
onderzoek…
3
Wat zijn stageopdrachten?
www.khk.be
•
•
•
•
Door docenten geformuleerde opdrachten
Per stageperiode samengebundeld
Verplicht uit te voeren
Begeleiding en evaluatie:
– Opleidingsinstituut:
• mogelijkheid tot vragen stellen aan docenten
• Opleiding checkt of opdracht ‘uitgevoerd’ werd
– Mentor (klasleerkracht)
• Feedback van de mentor
• Geeft een score 0-3 voor hoe de opdracht werd
uitgevoerd
• Voorbeeld: Tijdens de stage van de oudste
kleuters werk je met een dagelijkse nieuwsflits in de
kleuterklas.
4
Onderzoeksvragen
www.khk.be
1. Onderzoeksvraag 1: Realiseren we het
doel dat stageopdrachten hebben?
2. Onderzoeksvraag 2: Wat is de perceptie
van studenten, mentoren en docenten?
3. Onderzoeksvraag 3: Welke factoren zijn
van invloed op de impact van
stageopdrachten?
5
Theoretische situering
www.khk.be
• Transfer tussen theorie en praktijk. Hoe kan je deze kloof
dichten?
• Het deductieve versus het realistische paradigma
(Korthagen, 1998)
• Professionaliteit versus uitvoerderschap in het onderwijs
en de lerarenopleiding (Kelchtermans, 2001).
• Soorten opdrachten. Over de zin en onzin van sturing via
opdrachten
• Een rijke leeromgeving zonder opdrachten?! (Geldens,
2007)
• Resultaatsgerichte zelfsturing: minder creativiteit, meer
uitvoerderschap? (Ten Dam, 2004)
• Begeleiding gericht op bevragen persoonlijk
interpretatiekader (Deketelaere, Kelchtermans, Robben, &
Sondervorst, 2004).
• Samenwerken in een klimaat van een professionele
leergemeenschap (Achtinstein, 2002)
6
www.khk.be
Methodologische
operationalisering
Componenten van de onderzoeksvraag
1. Zijn we als docenten goed op de
hoogte van dat doel van de
stageopdrachten?
2. Welke stageopdrachten formuleren
we? Hoe zit het met de kwaliteit van
de opdrachten?
3. Hoe gaan we als docenten om met
om met de stageopdrachten?
Dataverzamelingsmethode
-
-
4. Hoe
percipiëren
stageopdrachten?
studenten
de
-
5. Hoe
percipiëren
stageopdrachten?
mentoren
de
-
Zelfreflectie
Observaties
(2x)
van
stageoverleg
Interview met docenten
Analyse opdrachten
Zelfreflectie
over
eigen
perceptie
tov
stageopdrachten
Observatie
eigen
les
‘toelichting stageopdrachten’
Interview
met
enkele
docenten
Interview met studenten
Bekijken
gemaakte
stageopdrachten studenten
Interview met mentoren
7
Resultaten
www.khk.be
• Opdrachten formuleren vanuit het
deductief paradigma
“Omdat we niet geloven dat studenten uit zichzelf
theorie en praktijk verbinden, formuleren we
stageopdrachten. Stageopdrachten die studenten
dwingen om bepaalde theoretische inhouden, kaders
uit te proberen in de praktijk. (…)”
8
Resultaten
www.khk.be
• Stageopdrachten omdat het moet…
– Studenten
“De motivatie van ons is: ‘uitvoeren, afvinken en
zorgen dat dat gedaan is’”. (Student, Ruben).
– Mentoren
“Studenten zien de opdrachten nu als iets wat moet en
isoleren dat in hun aanbod, ze zien er de relevantie
niet altijd van in.” (Leo).
“Studenten zien vaak vooral de opdrachten, maar niet
het waarom van de opdrachten.” (Linde).
9
Resultaten
www.khk.be
“Welke factoren hebben invloed?”
• Op niveau van de stageopdrachten zelf
– Aantal opdrachten
“Die grote hoeveelheid opdrachten in elke periode duwen, dat vind ik niet
haalbaar.” (mentor, Lian)
“Die hoeveelheid opdrachten verlamt soms wel.” (Student, Ruben).
– Inhoud van de opdrachten
“Je kan er nu geen eigen touch aan geven, je mag je eigen creativiteit niet
gebruiken.” (Student, Rosa).
10
Resultaten
www.khk.be
“Welke factoren hebben invloed?”
• Op niveau van de leeromgeving
– Geen begeleiding
“De opdrachten worden echt niet genoeg begeleid. Studenten begrijpen de
opdrachten vaak zelf niet en weten niet hoe ze ermee aan de slag moeten gaan.
Wanneer wij als mentoren aan hen daarover vragen stellen, kunnen ze zelf de
concrete opdrachten niet goed omschrijven.” (Mentor, Leo).
– Beperkte tijd
“Daarnaast denk ik dat een andere belangrijke reden is te vinden in het feit dat ik
niet terugblik op de stageopdrachten in de les.” (Docent, Karen)
– Organisatie lessenrooster/Opleidingsonderdelen
“Vaak gaan studenten ook op het einde van een semester op stage en heb ik
daarna gewoon geen les meer, waardoor ik ze gewoon niet meer zie om terug te
blikken.” (Docent, Karen)
– Communicatie via papier
“De studenten hebben ook zoveel bundels. Er is er eentje algemeen voor alle
studenten, dan nog een bundeltje en dan nog een bundeltje met de
stageopdrachten. Die weten zelf niet wat waar staat en wat de bedoeling is.”
11
(Mentor, Leo).
Resultaten
www.khk.be
“Welke factoren hebben invloed?”
• Op niveau van de omgeving: Werkdruk bij docenten
– Weinig tijd én weinig reflectieve dialoog
“We doen de dingen omdat we ze zo gewoon zijn te doen. Het loopt hier al jaren
zo, je mag gerust je opdracht herbekijken, maar echt een grondige reflectie over
‘waarom doen we het nu zo’, laten we aan ons voorbij gaan.” (eigen reflectie)
“Maar we moeten altijd zoveel tijd steken in vernieuwen, veranderen waardoor we
geen tijd hebben om te kijken hoe de dingen lopen. We zijn voortdurend het warm
water aan het uitvinden, en we evalueren te weinig wat we feitelijk doen.”
(Docent, Karen).
“Ik denk dat dat te maken heeft met een systeemdenken. Ik heb als docent een
aantal jaar geleden de cursus en die opdrachten gekregen van Jacqueline. Ik heb
dat dan aan Joris gegeven en Joris heeft dat weer aan mij gegeven. Iedereen hier
van de docenten maakt het ook zo concreet in de bundel waardoor je altijd weer
diezelfde bundels krijgt.” (Docent, Karen)
12
Resultaten
www.khk.be
“Welke factoren hebben invloed?”
• Een professionele leergemeenschap?
“We doen veel dingen omdat we denken dat het zo moet:
competentiegericht, allemaal aparte opleidingsonderdelen die
theorie, praktijk en reflectie van elkaar scheiden. (…) We
verstoppen ons hierbij onder het mom ‘het is nu eenmaal zo, het
moet van bovenaf’.” (Ik, docent)
13
Conclusie
www.khk.be
Visie op leren: persoonlijk
interpretatiekader van de
lerarenopleider
Determinanten die te maken
hebben met de omgeving
(werkdruk, overheid:
flexibilisering, ... )
Determinanten die te maken
hebben met de leeromgeving
(gebrek aan begeleiding, focus op
product ipv op proces, werkdruk, geen
professionele leergemeenschap, ...)
Determinanten die te maken
hebben met de opdrachten zelf
(inhoud van de opdrachten, gesloten
opdrachten, hoeveelheid opdrachten,
...)
Leren van studenten
14
www.khk.be
Ik sta voor de spiegel
Zie mezelf, zie me als lerarenopleider,
Ik zie het verleden en de dagen
Die misschien zullen komen
Ik sta elke dag, en vergeet soms te kijken
Tot nu.. ik open mijn ogen… en kijk…
Verwonderd
15
Welke nieuwe vragen/problemen
zijn er opgedoken?
www.khk.be
• Determinanten die te maken hebben met de student
zelf: de motivatie, intelligentie, visie op leren, …
• Veel druk (werkdruk) in het onderwijs die er ons toe
brengt dat we studenten veelal begeleiden vanuit
het deductieve paradigma.
• Wie is dan de professional? Wat versta ik dan onder
een goede student/leraar?
16
www.khk.be
Wat zou ik een volgende
keer anders doen?
• Meer tijd voorzien, agenda blokkeren
• Mezelf van in het begin meer bevragen,
mijn eigen visie meer expliciteren
• Meer stilstaan bij het evenwicht mezelfopleiding
• Begeleiding van COBV meer gebruiken in
mijn worsteling tussen objectiviteitsubjectiviteit.
17
www.khk.be
Van belang in LOEPonderzoek?!
• Degelijke onderzoeksvragen bedenken
• Theoretisch kader onderzoeken als ‘bril’ om naar de
realiteit te kijken door te kijken
• Methodologie gebruiken als sturingsinstrument om
systematisch te werken en het ‘gefundeerd’ te weten
• Steeds verwonderd blijven kijken en luisteren
• Jezelf dwingen te antwoorden op de vraag ‘Waarom doe ik
dat nu zo?’
• Meer informatie: Vanassche, E., Kelchtermans, G. (2010).
Leraren(opleiders) onderzoeken de eigen praktijk. Een
internationale literatuurstudie over 'Self-study of Teaching
and Teacher Education Practices'. Onderwijs Research
Dagen 2010. Enschede, The Netherlands, 23-25 June
2010.
18