Verlangens van God - Zout en Licht Hilversum

Download Report

Transcript Verlangens van God - Zout en Licht Hilversum

Tussen Twijfel en Toekomst
“Volg Mij”

Het begin

Laat na de sabbat, toen het licht begon te worden op de eerste
dag van de week, kwamen Maria Magdalena en de andere Maria
om naar het graf te kijken.
En zie, er vond een grote aardbeving plaats, want een engel van
de Heere, die uit de hemel neerdaalde, ging erheen, rolde de
steen van de opening weg en ging erop zitten.
Zijn gedaante was als een bliksem en zijn kleding wit als sneeuw.
De bewakers beefden van angst voor hem en werden als doden.
Mattheüs 28:1-4
Zoals gezegd

Maar de engel antwoordde en zei tegen de vrouwen: U hoeft niet
bevreesd te zijn, want ik weet dat u Jezus zoekt, Die gekruisigd
was.
Hij is hier niet, want Hij is opgewekt, zoals Hij gezegd heeft. Kom,
zie de plaats waar de Heere gelegen heeft.
En ga haastig heen en zeg tegen Zijn discipelen dat Hij opgewekt
is uit de doden; en zie, Hij gaat u voor naar Galilea; daar zult u
Hem zien. Zie, ik heb het u gezegd.
Mattheüs 28:5-7
Vrees en blijdschap

En zij gingen haastig van het graf weg, met vrees en grote
blijdschap, en zij snelden weg om het Zijn discipelen te berichten.
Toen zij weggingen om het aan Zijn discipelen bekend te maken,
zie, Jezus kwam hun tegemoet en zei: Wees gegroet!
Zij gingen naar Hem toe, grepen Zijn voeten en aanbaden Hem.
Toen zei Jezus tegen hen: Wees niet bevreesd; ga heen, bericht
Mijn broeders dat zij naar Galilea moeten gaan, en daar zullen zij
Mij zien.
Mattheüs 28:8-10
Zij geloofden niet

En toen zij teruggekeerd waren van het graf, berichtten ze
dit alles aan de elf discipelen en aan alle anderen. En hun
woorden leken hun kletspraat en zij geloofden hen niet.
(samenvatting) Lukas 24:9-11
Een meeloper

En zie, twee van hen gingen op diezelfde dag naar
Emmaüs. En het gebeurde, dat Jezus Zelf bij hen kwam
en met hen meeliep.
En Hij begon bij Mozes en al de profeten en legde hun uit
wat in al de Schriften over Hem geschreven was.
(samenvatting) Lukas 24:13-27
Brandend!

En zij zeiden tegen elkaar: Was ons hart niet brandend in
ons, toen Hij onderweg tot ons sprak en voor ons de
Schriften opende.
Lukas 24:32
Werkelijk!

En op datzelfde moment stonden zij op en keerden
terug naar Jeruzalem, en vonden de elf discipelen en
hen die bij hen waren, bijeen.
Die zeiden: De Heere is werkelijk opgewekt en is aan
Simon verschenen.
En zij vertelden wat er onderweg gebeurd was, en hoe
Hij door hen herkend was bij het breken van het brood.
Lukas 24:33-35
In hun midden

En toen zij over deze dingen spraken, stond Jezus Zelf in
hun midden…
En terwijl Hij dit zei, liet Hij hun de handen en de voeten
zien. En toen zij het van blijdschap nog niet geloofden,
en zich verwonderden, zei Hij tegen hen: Hebt u hier iets
te eten…
En Hij nam het aan en at het voor hun ogen op
Lukas 24:36

De Schriften begrijpen
En Hij zei tegen hen: Dit zijn de woorden die Ik tot u
sprak toen Ik nog bij u was, dat alles vervuld moest
worden wat over Mij geschreven staat in de Wet van
Mozes en in de Profeten en in de Psalmen.
Toen opende Hij hun verstand zodat zij de Schriften
begrepen.
Lukas 24:43-45
Toekomst: Prediking

En Hij zei tegen hen: Zo staat er geschreven en zo moest de
Christus lijden en uit de doden opstaan op de derde dag.
En in Zijn Naam moet onder alle volken bekering en vergeving
van zonden gepredikt worden, te beginnen bij Jeruzalem.
En u bent van deze dingen getuigen.
En zie, Ik zend de belofte van Mijn Vader op u; maar blijft u in de
stad Jeruzalem, totdat u met kracht uit de hoogte bekleed zult
worden.
Lukas 24:46-47
Zelf willen zien

En Thomas, een van de twaalf, Didymus genoemd, was
niet bij hen toen Jezus daar kwam.
De andere discipelen dan zeiden tegen hem: Wij hebben
de Heere gezien. Maar hij zei tegen hen: Als ik in Zijn
handen niet het litteken van de spijkers zie, en mijn
vinger niet steek in het litteken van de spijkers, en mijn
hand niet steek in Zijn zij, zal ik beslist niet geloven.
Johannes 20:24-25
Maar sommigen twijfelden

En de elf discipelen zijn naar Galilea gegaan, naar de
berg waar Jezus hen ontboden had.
En toen zij Hem zagen, aanbaden zij Hem, maar
sommigen twijfelden.
Mattheüs 28:16-17
inTussen

Hierna openbaarde Jezus Zich opnieuw aan de discipelen, aan de
zee van Tiberias. En Hij openbaarde Zich als volgt.
Er waren bijeen Simon Petrus en Thomas, ook Didymus genoemd,
en Nathanaël, die uit Kana in Galilea afkomstig was, en de zonen
van Zebedeüs, en twee anderen van Zijn discipelen.
Simon Petrus zei tegen hen: Ik ga vissen. Zij zeiden tegen hem: Wij
gaan met u mee. Zij gingen naar buiten, en gingen meteen aan
boord van het schip; en in die nacht vingen zij niets.
Johannes 21:2-3
Een andere twijfel ?

“Heeft Hij echt gezegd… ?”

Vissers
'Kom, volg mij, ik zal van jullie vissers van mensen
maken’
Mattheüs 4:19
De beste Visser staat aan wal

En toen het al ochtend geworden was, stond Jezus aan
de oever, maar de discipelen wisten niet dat het Jezus
was. Jezus dan zei tegen hen: Lieve kinderen, hebt u niet
iets voor bij het eten? Zij antwoordden Hem: Nee.
En Hij zei tegen hen: Werp het net uit aan de
rechterkant van het schip en u zult vinden. Dus wierpen
zij het uit en zij konden het niet meer trekken vanwege
de grote hoeveelheid vissen.
Johannes 21:4-6
De derde keer

Dit nu was de derde keer dat Jezus Zich aan Zijn
discipelen openbaarde, nadat Hij uit de doden opgewekt
was.
Johannes 21:14
3 vragen

Toen zij dan de middagmaaltijd gebruikt hadden, zei
Jezus tegen Simon Petrus:
‘Weet jij nog het meest van wat ik onderwezen heb?’
En Petrus zei: ‘Ja Heere, U weet dat.’ Jezus vervolgde en
vroeg: ‘Heb je de Schriften nauwkeurig bestudeerd?’
Petrus antwoordde opnieuw: ‘Ja Heere, U weet dat.’
En nog éénmaal vroeg Jezus: ‘Heb je goed uitgezocht
welke Schriften in vervulling zijn gegaan?’ Petrus
antwoordde: ‘Ja Heere, U weet alle dingen, dat weet u’.
Kennis ?! Nee…

Nog veel heb Ik tegen u te zeggen, maar u kunt het nu niet
dragen. Maar wanneer Die komt, de Geest van de waarheid, zal
Hij u de weg wijzen in heel de waarheid, want Hij zal niet vanuit
Zichzelf spreken, maar wat Hij gehoord zal hebben, zal Hij
spreken, en de toekomstige dingen zal Hij u verkondigen.
Johannes 16:12-13
Agape of Phileo !?

Toen zij dan de middagmaaltijd gebruikt hadden, zei
Jezus tegen Simon Petrus: Simon, zoon van Jona, hebt u
Mij meer lief dan dezen? Hij zei tegen Hem: Ja, Heere, U
weet dat ik van U houd. Hij zei tegen hem: Weid Mijn
lammeren.
Johannes 21:15
Opnieuw

Hij zei opnieuw tegen hem, voor de tweede keer: Simon,
zoon van Jona, hebt u Mij lief? Hij zei tegen Hem: Ja,
Heere, U weet dat ik van U houd. Hij zei tegen hem:
Hoed Mijn schapen.
Johannes 21:16
3e maal

Hij zei voor de derde keer tegen hem: Simon, zoon van
Jona, houdt u van Mij? Petrus werd bedroefd, omdat Hij
voor de derde keer tegen hem zei: Houdt u van Mij? En
hij zei tegen Hem: Heere, U weet alle dingen, U weet dat
ik van U houd. Jezus zei tegen hem: Weid Mijn schapen
Johannes 21:15-17
Volg Mij

Voorwaar, voorwaar, zeg Ik u: Toen u jonger was,
omgordde u uzelf en liep u waar u wilde; maar als u oud
geworden bent, zult u uw handen uitstrekken, en een
ander zal u omgorden en u brengen waar u niet heen
wilt.
En dit zei Hij om aan te duiden met wat voor dood hij
God verheerlijken zou. En nadat Hij dit gezegd had, zei
Hij tegen hem: Volg Mij
Johannes 21:18-19
Herder

Hoeden = Voorbeeld zijn

Hoed de kudde van God die bij u is en houd daar
toezicht op, niet gedwongen, maar vrijwillig; niet uit
winstbejag, maar bereidwillig;
ook niet als mensen die heerschappij voeren over het
erfdeel van de Heere, maar als mensen die voorbeelden
voor de kudde geworden zijn.
En als de Opperherder verschijnt, dan zult u de
onverwelkbare krans van de heerlijkheid verkrijgen
1 Petrus 5:2-4
Heerlijkheid in Christus Jezus

De God nu van alle genade, Die ons geroepen heeft tot
Zijn eeuwige heerlijkheid in Christus Jezus, Hij Zelf
moge u – na een korte tijd van lijden – toerusten,
bevestigen, versterken en funderen.
Hem zij de heerlijkheid en de kracht in alle eeuwigheid.
Amen
1 Petrus 5:10-11