Regisseur Waut Koeken over La Bohème

Download Report

Transcript Regisseur Waut Koeken over La Bohème

Regisseur Waut Koeken over La Bohème
Waut Koeken, die ook de regie deed bij Barbe-blue van Opera Zuid, brengt La Bohème
als een universeel verhaal over de poëtische levensfase van de jeugd en de passie
voor de kunsten.
‘La bohème gaat over de poëtische fase van
het leven, het ontdekken van het leven buiten
het conventionele, afscheid nemen van je
jeugd en je hoofd stoten tegen de muur die
realiteit heet.’ Aldus regisseur Waut Koeken.
Regisseur Waut Koeken kijkt verder dan wat
'traditioneel' onder Bohème wordt verstaan,
dat wil zeggen een bij uitstek Parijs fenomeen
dat we ruwweg kunnen situeren tussen 1830
en de eeuwwisseling. Bohème was een
geuzennaam
voor
artiesten,
schrijvers,
acteurs en musici die in arme wijken in de
Europese steden woonden. Voor Koeken is
Bohème een universeel gegeven:
‘Net zoals er een 'Bohème' bestond in het Milaan van Puccini’s studentenjaren zo zal
er ongetwijfeld ook vandaag nog een Amsterdamse of ook Maastrichtse Bohème
bestaan.’
Het leven van een bohemien ging/gaat niet over rozen. Zo blijkt al uit de ironische
opmerking van Henri Murger in diens roman 'Scènes de la Vie de Bohème’, waarop
de opera gebaseerd is: ‘Bohème heeft verschillende 'uitgangen', waaronder ofwel het
sterfhuis, ofwel de Académie (synoniem voor doorbraak en roem).’ Slechts weinigen
van de Bohèmiens hebben het tot grote roem of 'officiële' carrières geschopt. Koeken
noemt Picasso als voorbeeld:
‘In zijn jeugdjaren definitely een bohémien, maar toen de wereldfaam kwam, kon je
hem nog bezwaarlijk een inwoner van Bohème noemen…’
‘De personages waarop Puccini in de opera inzoomt, zijn jonge, onstuimige 'would-be'
kunstenaars - van geen van deze artiesten is het zeker of ze het ooit gaan 'maken' als
beroemdheid (of zelfs, of ze talent hebben…). Puccini heeft dus ook veel aandacht
voor de talloze anonieme aspiranten tot de Olympus der kunsten, mensen die werden
aangetrokken door het ideaal van de levensstijl van Bohème, het onconventionele, de
bevrijding van het burgerlijke bestaan (waarnaar velen uiteindelijk terugkeerden)…’
De kostuums en het decor
Waar inhoudelijk het tijdloze en universele het uitgangspunt zijn, worden Koeken en
decorontwerper Luis Carvallo voor het esthetische aspect met name geïnspireerd door
de eerste decennia van de twintigste eeuw. Het decor van decorontwerper Luis
Carvallo bestaat uit een atelier vol schilderdoeken en aantekeningen, die symbool
staan voor de manier waarop de Parijse artistiekelingen uit La Bohème hun leven
vormgeven. Montmartre en Bateau Lavoir in Parijs, de hoogdagen van het 'esthetisch
avontuur' in de kunsten, de explosie van het modernisme in literatuur, muziek en
schilderkunst, en de voorheen ongeziene uitwisseling, samenwerking en cross-over
tussen de verschillende kunsten die zo uniek was voor deze decennia vormden de
inspiratie voor de kostuums en scenische elementen. Een andere (subtiele)
inspiratiebron vond Koeken bij de opkomende dadaïsten. Dit jaar ('16) viert dada
bovendien zijn honderdste jubileum.