Downloaden liturgieboekje Vespers - PKN Zeist-West
Download
Report
Transcript Downloaden liturgieboekje Vespers - PKN Zeist-West
Het gelaat van Jezus
Le Voile de Véronique, études pour la sixième station,
1949, Vence, chapelle du Rosaire.
Veertigdagentijd 2016
Kerkelijk Centrum
Zeist-West
TCS feb 2016
- 14 -
- 3-
De kaarsen worden aangestoken
VOORBEDEN, INTENTIES, STIL GEBED
we gaan staan voor het
LIED
OPENINGSLIED
Onze Vader in het verborgene (1)
t: H. Oosterhuis
m: T. Löwental
On - ze Va - der in het ver - bor - ge - ne
uw naam moet wor - den ge - kend en vol - bracht
uw rijk van vre - de zal wor - den ge - ves- tigd
uw wil ge- schie- de: he - mel op aar - de.
Geef ons van-daag ons brood, en mor- gen,
scheld kwijt --- on - ze schul - den
Veertig dagen de woestijn
tekst : K. Pannekoek
muz.: C. Fictoor
1-3.
Veer-tig da -gen de woes-tijn:
1.
2.
3.
vas- ten, vech- ten, bid - den, nach- ten die als da - gen zijn,
kwa -de droom-ge-zich - ten. Zal hun dui- vel - se ve - nijn
af-zien en be - zin - nen, wa- ken voor ge-rech-tig-heid,
1.
2.
3.
zwij- gen van de zin - nen, om on-verbloemd en naakt,
de - ze mens ont- wrich - ten? Hij zal dat kwaad weerstaan
vre- de die we win - nen, ons voedsel meer dan brood,
1.
2.
3.
diep in het vlees ge- raakt, zijn ziel te vin - den.
en vrij van aard- se waan op God zich rich - ten.
de op-stand uit de dood, het le - ven vin - den.
zo - als --- wij kwijt-schel-den een an - der zijn schuld.
WELKOM, INLEIDING OP DE VIERING
En be - proef ons niet bo - ven on - ze kracht.
En be - vrijd ons uit de macht van on - recht.
GEBED
LEZING
24 feb : ga verder op blz 06
02 mrt : ga verder op blz 08
09 mrt : ga verder op blz 10
16 mrt : ga verder op blz 12
- 12 -
16 maart:
LIED PS 139 NLB
- 5-
1.
2
3.
4
5.
er - barm u
en in het
Tot aan het
wij bid - den,
maar bij U
1.
2.
3.
4.
5.
het wordt
het kruis
Chris - tus
in
al
waar - mee
o - ver
on - barmeind der
laat ons
zijn in
ons
har we niet
al
be - staan,
tig licht
reld lijdt
al - leen
de pijn
ver - ra - den
des He - ren
in hun ver het duis - ter
de men - sen
en ver op - ge la - ten om ons
men- sen
daan.
richt.
heid.
heen,
zijn.
2. Gij zijt zo diep vertrouwd met mij:
wie weet mijn wegen zoals Gij?
Gij kent mijn leven woord voor woord,
Gij hebt mij voor ik spreek gehoord.
Ja overal, op al mijn wegen
en altijd weer komt Gij mij tegen.
MEDITATIE
STILTE
ga verder op blz 14
- 10 -
9 maart:
LIED : PS 23 NLB
- 7-
MEDITATIE
STILTE
LIED
Gij die ons hebt geschapen
t: Andries Govaart
m: Rob Goorhuis
Gij die ons hebt ge - scha - pen uit aar - de,
a - dem, woord,
die
ons hebt uit - ge - roe - pen,
be - gin - ak - koord,
Refrein:
Maak heel wat is
2. Zelfs door een dal van diepe duisternissen
waar ik het licht der levenden moet missen,
vrees ik geen kwaad, want Gij zijt aan mijn zijde
met stok en staf, tot troost en tot geleide.
Onder het oog van hen die mij verraden
richt Gij mij toe het nachtmaal der genade.
3. Gij zalft mijn hoofd met d'olie van uw vrede,
Gij vult mijn kelk met gelukzaligheden.
Ja, zaligheid en liefde en welbehagen
zullen mij volgen al mijn levensdagen.
Ik zal het welkom horen van mijn Koning
en jaar aan jaar verblijven in zijn woning.
t. Martinus Nijhoff m. Straatsburg 1545 / Lyon 1547
ge - bro - ken, her - stel in ons uw le - ven,
uw le -
vens - kracht.
Maak heel wat is
her - stel
in ons
le
ge - bro - ken,
uw
-
vens - kracht.
2. De schaduw, de verblinding, de koorts, de open wond:
verzoen me, en verbind mij, spreek mij gezond.
Refrein
3. Geef wie is uitgestoten, geborgenheid ontbeert
een huis, een naam en warmte en alle eer.
Refrein
4. Het huis dat wij bewonen, ons lichaam in de tijd:
geef vrede alle dagen, ook in de strijd.
Refrein
MEDITATIE
STILTE
ga verder op blz 14
- 8-
2 maart:
- 9-
Psalm 16 '
t. K. Kok
m. B. Huijbers
Moderato
Antifoon: Koor:
God be - waar mij als ik mijn toe-vlucht bij
U zoek.
Refrein: Allen: " Die ik mijn Heer noem staat mij voor
o - gen,
Ik wan - kel
niet,
zijn hand houdt mij
vast." __
1. Ik zeg tot de Heer: Gij zijt mijn Heer.
Gij gaat mij te boven, ik kan er niet bij.
Maar kies voor degenen die hier op aarde zijn zoals Gij.
Refrein
o - gen,
niet,
zijn hand houdt mij
vast." __
4. U zal ik loven, Gij die mij raad schaft,
stem in mijn binnenste, licht in mijn nacht.
Refrein: Allen: " Die ik mijn Heer noem staat mij voor
o - gen,
Ik wan - kel
niet,
zijn hand houdt mij
U zoek.
o - gen,
niet,
zijn hand houdt mij
vast."
MEDITATIE
Stem als een zee van mensen
t: H. Oosterhuis
m: R. Veelenturf
Stem als een zee van men - sen om mij, door mij heen.
2. Stem die mij roept: wie ben je, mens, waar is je broer?
3. Stem die geen naam heeft, nog niet, men- sen zon - der stem.
1.
1.
2.
5. Ik kom tot mijzelf en zonder angst leg ik mij neer:
Gij laat niet toe dat ik val in het niets.
Refrein: Allen: " Die ik mijn Heer noem staat mij voor
God be - waar mij als ik mijn toe-vlucht bij
LIED: NLB 828
God bewaar mij als ik mijn toevlucht bij U zoek
Ik wan - kel
Antifoon: Koor:
STILTE
3. U zal ik erven, U mag ik drinken,
Gij zijt mijn lot, vruchtbare grond.
Refrein: Allen: " Die ik mijn Heer noem staat mij voor
Ik wan - kel
2. Niets wil ik weten van hen die betalen
met bloed en offer aan hun idool.
Koor: Antifoon:
6. Gij zult mij leren te overleven.
Onder uw ogen leef ik op.
Koesteren zult Gij mij in uw hand.
3.
Stem van die dren- ke- ling, van dat stuk wrak- hout,
Stem die mijn vlie-zen breekt en mij be - vrijdt, die
Stem als een specht die klopt aan mijn ge - hoor - been.
1. dat een mens blijkt als hij mij aan - kijkt.
2. vuur uit steen slaat, jij die mij ik ----- maakt.
3. Woord dat aan- houdt. God die mij vast - houdt.
vast." __
ga verder op blz 14
- 6-
24 februari
- 11 -
LIED 944 NLB
Psalm 121''
Antifoon:
Ik sla mijn ogen op naar de bergen:
Zou iemand mij komen helpen?
A
Refrein
Ja, mijn God komt mij hel - pen,
B
Refrein
de schep - per van he - mel en aar - de.
1a. Hij zal niet toelaten dat je struikelt,
Hij zal niet slapen, Hij waakt over jou.
-Refrein B
1b. Nee, slapen en sluimeren zal Hij niet,
Hij waakt over heel zijn volk.
-Refrein A+B
2a. Onze God houdt de wacht
als een schaduw over je heen.
2b. Overdag zal de zon je niet steken
en 's nachts zal de maan je geen kwaad doen.
3a. Hij houdt alle kwaad van je af,
Hij neemt je onder zijn hoede.
3b. En waar je ook gaat of staat,
God zal je behoeden voor eeuwig.
-Refrein B
-Refrein A+B
-Refrein B
-Refrein A+B
Allen:
Ik sla mijn o - gen op naar de ber - gen:
2. En wees niet toornig over mij,
wanneer ik U geen liefde bied.
Ik noem U, maar ik ken U niet,
ik buig mij, maar ik ben het niet
en mijn gebed is tegen mij.
3. Spreek zelf in mij het rechte woord.
Zo vaak ik woorden voor U vond,
heb ik mij in mijn woord vermomd.
Nu wacht ik tot Gij zelve komt
en spreekt, zodat uw knecht het hoort.
4. Heer, roep mij als uw dwalend schaap,
dat U niet zoekt en U niet vindt.
Geef mij, als een die Gij bemint,
geef, dat ik als uw eigen kind
uw stem mag horen in mijn slaap.
t. Muus Jacobse m. Genève 1951 - Psalm 132
Zou ie - mand mij ko - men hel - pen?
-Refrein A+B
ga verder op blz 14
- 4-
Psalm 126
LIED
- 13 I
Refrein
Als God ons thuis - brengt
uit on - ze
dat zal een droom zijn.
dat zal een droom
LIED
bal - ling-schap,
1.
2.
1. Wij zullen zingen, lachen, gelukkig zijn.
Dan zegt de wereld: "hun God doet wonderen."
Ja, Gij doet wonderen, God in ons midden,
Gij onze vreugde.
zijn.
- Refr.
2. Breng ons dan thuis, keer ons tot leven,
zoals rivieren in de woestijn
die, als de regen valt, opnieuw gaan stromen.
3. Wie zaait in droefheid zal oogsten in vreugde.
Een mens gaat zijn weg en zaait onder tranen.
Zingende keert hij terug met zijn schoven.
- Refr
MEDITATIE
STILTE
LIED
O liefde die verborgen zijt
t.Jan Willem Schulte Nordholt / m. Willem Retze Talsma
1. O
2. Hoe
3. De
4. O
5. op -
lief - de
acht- loos
min - sten
lief - de
dat ook
die ver - bor - gen
in ons mid - den
van de men - sen
uit de eeuw- ig wij o Heer U
zijt
wordt
zijn
heid
niet
in die - pe
het kost- baar
daar uit - ge die met ons
ver - la - ten
stil - ten eeu - wig men- sen- bloed ge strekt in angst en
mens ge - wor - den
in uw diep ver -
heid,
stort
pijn.
zijt,
driet
1.
2.
3.
4.
5.
2. Zijn woord wil deze wereld omgekeerd:
dat lachen zullen wij die wenen,
dat wonen zal wie hier geen woonplaats heeft,
dat dorst en honger zijn verdwenen.
De onvruchtbare zal vruchtbaar zijn;
die geen vader was, zal vader zijn;
mensen zullen and’re mensen zijn,
de bierkaai wordt een stad van vrede.
3. Wie denken durft, dat deze droom het houdt,
een vlam die kwijnt maar niet zal doven,
wie zich aan deze dwaasheid toevertrouwt,
al komt de onderste steen boven;
die zal kreunen onder zorgen,
die zal vechten in ’t verborgen,
die zal waken tot de morgen dauwt.
Hij zal zijn ogen niet geloven.
t. Huub Oosterhuis m. Bernard Huijbers
- 2-
- 15 -
We gaan staan voor de zegen
Thema:
We spreken samen de zegenbede uit:
'Het gelaat van Jezus'
Dat je de weg mag gaan die je goed doet
'Wie vinden we in de ontmoeting met Jezus?'
Wij zien Hem in verschillende visies/gedaanten/gezichten/beelden:
17 februari:
Jezus als de vreemdeling
Aartsbisschop Vercammen, Oud-Katholieke Kerk Nederland
Jeannette van Andel
24 februari:
Jezus als de geneesheer
dat je opstaat wanneer je valt
dat je mens mag worden in Gods ogen
en die van anderen
Weet dat de aarde je draagt
dat je gaat in het licht
en de wind je omgeeft
dat je de vruchten van je leven proeft en
gaat in vrede.
(Andries Govaart)
Marieke Orriëns
Marthijn Laterveer
2 maart:
9 maart:
Jezus als de naaste
We gaan nog even zitten om te luisteren naar
Yko van der Goot
Annelies Soomers
MUZIEK
Jezus als de herder
Wiel Hoekstra
Ellen de Boom
16 maart:
Jezus als de minste
Gertjaap Kardol
Judith Cooiman-Bouma
23 maart:
Jezus als de gekruisigde
Nelleke Spiljard
Jan-Peter Prenger
(voor deze viering komt een apart boekje)
DE KAARSEN WORDEN GEDOOFD