Transcript Lees meer
Kerstochtend Dorpskerk Eelde 10.00 uur: m.m.v. de Cantorij VERWELKOMING en afkondigingen. Een kind steekt het kaarsje van de Kinderkerk en de kaars bij de Bijbel aan. “Tijd voor het licht” Het licht schijnt helder, De nacht is voorbij In Bethlehems velden Komt God heel dichtbij. BEMOEDIGING en DREMPELGEBED (gemeente gaat staan) ouderling: Onze hulp is in de naam van de Heer gemeente: Die hemel en aarde gemaakt heeft. ouderling: Laten wij bidden: (drempelgebed, eindigend met:) ….. door Jezus Christus, onze Heer. gemeente: Amen. Aanvangslied: 494 ‘Vanwaar zijt Gij gekomen’ 2 2 Gij zijt ons doorgegeven een naam, een oud verhaal uw woorden uitgeschreven in iedere mensentaal. Ons eigen levenslot met uw geluk verweven, zo zijt Gij onze God. 3 Gij zijt in ons verloren wij durven U niet aan, uw stem in onze oren, uw komst in ons bestaan. Een woord van vlees en bloed een kind voor ons geboren, een mens die sterven moet. GROET voorganger: Genade zij U en vrede van God – Ik zal er zijn – van Jezus zijn geliefde zoon ons geboren en van de Geest die ons doet wonen onder zijn Woord. gemeente: Amen 3 DREMPELTEKST door de predikant: Nog voor chaos, leegte, afgrond van donker, nog voor licht werd, hemel, zon over aarde, was het woord en sprak het woord en werden wij mensen. In het woord is zon en aarde voor allen, grond die draagt, licht, verte, rozen, rivieren, wijd onder wolken wegen en steden, huizen van mensen. Die ons voor de dood niet hebt geschapen die ons hult in taal opdat wij leven, spreek ons voort, dat niet verstommen wij, deze mensen. Zingen: Herschep ons hart (1x cantorij, 1x gemeente) Kyriegebed gloria NLB 506 Wij trekken in een lange stoet (coupletten: cantorij, refrein: allen) 4 2 Al zijt Gij nu nog maar een kind zo kwetsbaar, teer en klein, wij weten dat het rijk begint waarvan Gij Heer zult zijn, een rijk waarin de vrede wint van oorlog en van pijn. refrein: 5 3 Al gaat de vijand in het rond, de koning van het kwaad, al dreigt hij met zijn grote mond dat hij U eens verslaat, straks ligt hij dodelijk gewond wanneer zijn rijk vergaat! refrein: 4 Wij gaan op weg naar Betlehem, daar ligt Hij in een stal die koning in Jeruzalem voor eeuwig wezen zal! Laat klinken dan met luider stem en blij bazuingeschal: refrein: Gebed van de zondag 1e lezing psalm 112 vrij vertaald door Huub Oosterhuis Zingen: ‘Moge ons voor waar verschijnen’ (in wisselzang cant/allen zoals aangegeven) Cantorij: Moge ons voor waar verschijnen die genoemd wordt zoon der mensen die gezegd wordt dood maar levend die gehoopt wordt mens voor allen. 6 Allen: Cantorij: In dit mensenbrood gebroken, levenskansen, recht voor allen, in het drinken van de beker, in vergeving en ontferming. Moge ons verschijnen deze, ogenlicht en levensadem, knecht en koning, lam en herder, lieve meester, woord van God. Allen: 7 2e lezing: Johannes 1: 1-18 Zingen: Lied 318 ‘Het woord brengt de waarheid teweeg’ (allen) 2 Het woord dat de wereld schiep is het woord dat klonk door de eeuwen, is het woord dat Abraham riep en Daniël tussen de leeuwen. 3 Het woord dat God was bij God, tussen mensen een mens werd op aarde, dat in het armzaligste lot zijn heerlijkheid openbaarde. 4 Het onvergelijkelijk woord met een hemelse hand geschreven wordt in onze harten gehoord: onze weg, onze waarheid, ons leven. Overweging 8 Zingen Lied: 488 ‘In den beginne was het woord’ 2 Hij werd geboren in de nacht die al het licht heeft voortgebracht, aan zon en maan zijn teugel legt, Hij is de Heer, Hij werd een knecht. 3 Hij is de Heer, Hij werd een knecht, op Hem wordt alle last gelegd, Hij woont te midden van het kwaad, Hij troont in onze lage staat. 4 Hij troont in onze lage staat waar al wat leeft verloren gaat, Hij kwam toen niemand naar Hem riep, dit licht dat zoveel luister schiep. 5 Dit licht dat in het duister sliep is God die ons bij name riep, Hij roept totdat Hij wordt gehoord, in den beginne was het woord. Gebeden, stil gebed, gezamenlijk gebeden Onze Vader De cantorij zingt: Unto us is born a son (trad. / D. Willcocks) 9 Inzameling van de gaven. Slotlied: 482 ‘Er is uit 's werelds duistere wolken’ (allen) 10 2 De loden last die op ons drukte, de stang, het juk, ons ongeluk, de zweep, de stok die diep deed bukken, verbrijzeld zijn ze, stuk voor stuk, verbrand de laarzen der soldaten en elke mantel rood van bloed, geen wapentuig meer door de straten – de velden vol van overvloed. 3 Godlof, een kind is ons geboren, een held zal onze koning zijn, die raadsman, God-met-ons zal heten – die zoon zal ons tot vader zijn! Vorst die met vrede ons wil kronen van nu af tot in eeuwigheid, de Eeuwige zal hem doen tronen op recht en op gerechtigheid. Zegen, beantwoord met Gij levende eerste en laatste Orgelspel 11