de lessuggestie

Download Report

Transcript de lessuggestie

jeugdboekenweek 2016 – lestips
PAG 1
Over een muis met een missie
Kader
Jeugdboekenweek 2016 – lestip 2
Titel
Lindbergh – het grote avontuur van
een vliegende muis
Auteur
Torben Kuhlmann
Uitgeverij
De Vier Windstreken
Jaar van uitgave
2014
Aantal pagina’s
96
Leeftijd
7-9
Korte samenvatting van het boek
Er was eens een grote stad. In die grote stad woonde een kleine nieuwsgierige muis. Op een dag
merkte hij op dat al zijn vrienden verdwenen waren, gevlucht voor het gevaar. Met boten waren ze
naar Amerika vertrokken. In de haven lagen nu hongerige katten op de loer. De muis had dus
een plan nodig. En in de dreigende duisternis kreeg hij een idee: hij had vleugels nodig!
Dit boek sluit aan bij jeugdboekenweek
Dit prachtig geïllustreerd boek sluit mooi aan bij Jeugdboekenweek. De muis woont in Hamburg,
een grote stad in Duitsland. Wanneer de stad onveilig wordt, besluit hij te emigreren naar New York.
We volgen de muis door kleine gangetjes en plekjes om dan plots weer in grote ruimtes in de stad
terecht te komen. Dit boek biedt een blik op de luchtvaartgeschiedenis door de ogen van een muis.
Ook is dit boek een mooi aanknopingspunt om het te hebben over de vluchtelingenproblematiek.
Voor het lezen
Activiteit 1
Je ziet ze al vliegen!
Tijdsindicatie
Domein
Niveau NL (1 – 5)
In aanloop naar Jeugdboekenweek hang je enkele prenten op in de klas. Zorg dat ze de aandacht
van de kinderen trekken: liefst in kleur en op ooghoogte. Gebruik de illustraties die je terugvindt op
de binnenkant van de boekencover en zoek een paar schetsen van Leonardo Da Vinci die te maken
hebben met de luchtvaart. Als kinderen vragen stellen over deze prenten, hou je het vaag. ‘Jullie
zullen nog wel zien.’ De volgende dag verschijnen er ook portretten met bijhorende namen van:
Leonardo Da Vinci, Otto Lilienthal, de gebroeders Wright, Charles Lindbergh, Torben Kuhlmann.
Voorzie ook een afbeelding van de dappere muis uit het boek dat je zal voorlezen.
Voorzie voor elk kind een collage waarin je de illustraties verwerkt. Geef mee dat deze collage iets
te maken heeft met een boek. Laat ze zelf het verband zoeken en een mogelijke titel voor het boek
bedenken. Het is niet nodig om naar het bestaande boek op zoek te gaan. Ze mogen gewoon hun
fantasie gebruiken. Bij de titel bedenken ze een paar zinnen die vertellen waarover het boek zal gaan.
De titel en toelichting schikken ze op een blad en dat hangen ze op het prikbord bij de prenten. Eens
alle voorstellen op het prikbord hangen, overloop je samen het resultaat. Nodig de kinderen uit om
jeugdboekenweek 2016 – lestips
PAG 2
toe te lichten hoe ze tewerk zijn gegaan bij het leggen van verbanden. Stel vervolgens het boek voor.
Bekijk samen de titel, de bijhorende illustratie en de toelichting op de achterkant. Vergelijk met
de voorstellen van de kinderen. Prijs wie dicht bij het oorspronkelijke boek kwam en bewonder
wie een andere originele link heeft gelegd.
Eindtermen
Muzische Vorming – 1 Beeld – 1.2 – 1.4
Nodig
——
een collage waarop illustraties van de binnenkant van de boekencover zijn verwerkt naast
portretten van Leonardo Da Vinci, Otto Lilienthal, de gebroeders Wright, Charles Lindbergh,
Torben Kuhlmann. Onder deze portretten is ook de naam terug te vinden.
——
een prikbord dat kan uitgroeien tot verzamelplaats van beeldende verwerkingen bij het boek
Tijdens het lezen
Activiteit 1
Lindbergh – het grote avontuur van een vliegende muis
Tijdsindicatie
Domein
Niveau NL (1 – 5)
Je leest het verhaal voor. Blijf dicht bij het verhaal en wijd op dit moment nog niet te ver uit.
Moeilijke woorden verklaar je snel zelf door te verduidelijken een synoniem te zoeken of door
eventueel te vertalen. Zorg er vooral voor dat de kinderen de illustraties goed kunnen bekijken
en laat tijdens deze eerste verkenningsronde de beelden hun werk doen.
Tijdens een tweede lezing kan je nu geregeld korte aandachtspunten inlassen.
Lang geleden… (pagina 1)
Op de illustratie die bij deze tekst staat, zie je het portret van Leonardo Da Vinci. Wijs ook op
de mooie manier waarop de muis door de mensenbril kijkt, terwijl ze boeken voor mensen leest.
Welke boeken zou de muis dan extra interessant vinden? Fictie of non-fictie? Is dit een verhaal
dat echt kan gebeuren? Hoe weet je dat?
De weken gingen voorbij. (pagina 8)
Besteed tijdens dit stukje aandacht aan het vrijheidsbeeld. Kennen de kinderen dit beeld? Weten ze
waar het staat. Benoem het kort en vertel dat dit beeld in New York op het Liberty Island staat.
Dat eiland ligt net naast Ellis Island waar de aankomsthallen voor immigranten te bezichtigen zijn.
Het beeld staat symbool voor de vrijheid, een van de kernwaarden van de Verenigde Staten,
en geldt bovendien als een teken van verwelkoming van iedereen: terugkerende Amerikanen, gasten
en immigranten. Dat is in dit verhaal een zeer belangrijk gegeven. Hang daarom een afbeelding van
het Vrijheidsbeeld op het prikbord, zodat je er later op kan terugkomen.
‘Hij wist alleen niet dat hongerige katten de schepen inmiddels bewaakten met hun leven’ (pagina 11)
Wat wil dat zeggen?
Hij zou naar Amerika vliegen! (pagina 31)
Bekijk samen de volgende prent die 2 pagina’s in beslag neemt. Herkennen de kinderen nog iets
dat werkt op stoomkracht? Een beetje terug in het boek stonden ook stoomtreinen afgebeeld.
Hebben ze die opgemerkt? Verwijs hierop aansluitend naar de datum die vermeld staat boven de tekst
jeugdboekenweek 2016 – lestips
PAG 3
op pagina 4: 1912. Verwijs ook naar de tijdslijn. Hoe lang is dit geleden? Toen maakte men gebruik
van stoomkracht.
Op pagina 31 is er een wereldkaart te zien. Hang ook een wereldkaart op het prikbord en visualiseer
de tocht die de muis wil maken. Verwijs naar het Vrijheidsbeeld en duid New York als aankomstplaats
van de muis aan.
Ogen van mensen én dieren… (pagina 38)
Bekijk de prent van de uilen. Waarom zouden ze geïnteresseerd zijn in een vliegende muis?
Welke rol hebben de uilen in dit verhaal? Zie je op pagina 44 de vergelijking met de katten?
Eindelijk had hij zijn vrienden teruggevonden! (pagina 72)
Op de voorlaatste dubbele pagina wordt de muis verwelkomd door zijn vrienden. Blader even terug
naar de gelijkaardige pagina aan het begin van het verhaal waar de muis omgeven is door muizen­
vallen. Laat de kinderen het verschil verwoorden.
Eindtermen
Nederlands – 2 Spreken – 2. 5
Nederlands – 5 Strategieën – 5.1
Muzische vorming – 1 Beeld – 1.2 – 1.4
Muzische Vorming – 3 Drama – 3.1
Nodig
——
het boek Lindbergh
——
een afbeelding van het Vrijheidsbeeld voor op het prikbord
——
een wereldkaart voor op het prikbord
Extra
Via Timerime.com kan je een heel visuele, virtuele tijdslijn op de computer installeren. Wanneer je
een smartboard in je klas hebt, is dit een fijne manier om met de kinderen het verhaal, de bijzondere
personages, plaatsen en gebeurtenissen in de tijd te situeren. Je kan makkelijk foto’s downloaden,
en op de tijdslijn plaatsen, er info bij plaatsen die toepasselijk is voor hun leeftijd en interesse,
en op die manier het fantasieverhaal toch aan de realiteit/geschiedenis linken.
Na het lezen
Activiteit 1
Van muis tot vliegmuis
Tijdsindicatie: namiddag Domein
Niveau NL (1 – 5)
Lees volgend fragment nogmaals voor.
De kleine muis was geboeid door de vliegkunsten van zijn fladderende familieleden. Opgewonden
kroop hij terug naar het licht. Hij had een waanzinnig plan: hij wilde leren vliegen! Dan kon hij
naar Amerika gaan en zijn vrienden vinden. Terug in zijn schuilplaats begon hij meteen plannetjes
te smeden. Hij verzamelde houtsplinters, krantensnippers, touw en lijm. Daarmee knutselde hij
twee grote vleugels in elkaar. (pagina 20)
Bouw deze les op a.d.h.v. het technisch proces: het probleem stellen, oplossingen ontwikkelen,
maken, in gebruik nemen, evalueren.
jeugdboekenweek 2016 – lestips
PAG 4
Het probleem: de muis geraakt niet in Amerika met de boot.
Oplossing ontwikkelen: de muis wil kunnen vliegen. Waarom wil muis kunnen vliegen? Hoe is hij
op dat idee gekomen? De mens haalt wel vaker zijn ideeën uit de natuur. De muis heeft vleugels nodig.
Hang de tekeningen en schetsen uit het boek zichtbaar op.
Bespreek met de kinderen de bouw van de vleugel van een vleermuis. Breng een gedetailleerde
tekening mee waarop die ‘constructie’ te zien is, dus hoe de vleugels van een vleermuis opgebouwd
zijn. Bekijk en bespreek deze ‘technische’ tekening: het nut van de lange beenderen, de grootte van
de oppervlakken tussen de beentjes, de spanwijdte van de vleugels…
Zorg ook voor dezelfde materialen als die uit het boek. Waarom wordt er gewerkt met hout, krant,
touw en lijm? Wat zijn de voor- en nadelen? Doel op antwoorden als: gewicht, oppervlakte vleugels,
stevigheid, … Leg uit dat het de bedoeling is dat de muis met de vleugels kan zweven.
Maken: geef de kinderen nu de tijd om zelf aan de slag te gaan. Bied materialen aan en zorg ook voor
‘een muis’ waaraan de vleugels bevestigd kunnen worden (liefst zo licht mogelijk). . … Het is niet
de bedoeling om een stappenplan uit te werken. Laat hen zelf experimenteren en redeneren. Bied wel
hulp bij kinderen die gefrustreerd geraken. Laat hen rondwandelen in de klas en bij elkaar kijken.
In gebruik nemen: als iedereen klaar is (en de lijm goed gedroogd is), vullen ze tegelijkertijd de vliegkaart in. Vervolgens gaan ze de vleugels testen. De traphal is daarvoor een geschikte locatie. Zorg
voor een stopwatch en een namenlijst van de klas. Lees volgend fragment voor ter inleiding van
het testmoment.
De muis besloot zijn uitvinding eerst te testen in een grote hal midden in de stad. Stomende monsters
reden af en aan. Overal krioelden mensen. Maar het belangrijkste was: hier waaide geen verraderlijke
wind. De kleine muis klom, sprong… en vloog! Heel even zweefde hij door de lucht. (pagina 20)
Meet de zweeftijden, noteer ze op jouw namenlijst en op de vliegkaart van het kind.
Evalueren: eenmaal terug in de klas bekijk je de zweeftijden. Welke vleugels deden het het best?
Hoe komt dat? Welke problemen hebben jullie opgemerkt tijdens de testen? Hoe kunnen er nu in
de toekomst aanpassingen gebeuren?
Eindtermen
Wereldoriëntatie – 2 Techniek – 2.5 – 2.6 – 2.7 – 2.9 – 2.12 – 2.16
Differentiatiemogelijkheid
Hou het simpel door papieren vliegers te plooien. Je gebruikt weer de verschillende stappen van
het technisch proces. Deze keer bied je de kinderen stappenplannen aan van verschillende soorten
vliegers die ze kunnen plooien. Je voorziet minder tijd tijdens de stap ‘maken’ waardoor je de stappen ‘maken’, ‘in gebruik nemen’ en ‘evalueren’ meerdere keren kan doorlopen. Voer de zweeftesten
uit, bespreek en laat hen een nieuwe vlieger plooien. Vanaf de tweede vlieger laat je het de vliegkaart
niet meer invullen maar je kan wel de nieuwe tijden noteren op je namenlijst.
Een leuke afsluiter is om met de hele klas een gigantische vlieger te plooien. Plak meerdere grote
vellen papier aan elkaar (hoe groter, hoe leuker). Plooi met meerdere kinderen tegelijkertijd de vlieger
en ga hem samen uittesten op de speelplaats. Een aanloop, gezamenlijk aftellen, lossen en dan kijken
hoe ver hij zweeft. (Het zal niet ver zijn maar dat zal niemand erg vinden.)
Nodig
——
het boek
——
stappenplan van het technisch proces om zichtbaar op te hangen in de klas
——
lijm en schaar per kind, houtjes, krantenpapier en touw. Opteer voor verschillende soorten
lijm en houtjes zodat de kinderen hiermee kunnen experimenteren.
jeugdboekenweek 2016 – lestips
——
een muis per kind. Liefst zo licht mogelijk, een prentje van een muis volstaat hier.
——
voor de differentiatiemogelijkheid: papier van verschillende diktes en stappenplannen
PAG 5
van verschillende modellen papieren vliegtuigjes.
——
chronometer en een klaslijst.
——
de vliegkaart door elk kind in te vullen voor het testmoment (als bijlage)
Extra
Wist je trouwens dat er een wereldkampioenschap papieren vliegtuigjes bestaat? Voer de zoekterm
‘paper airplane world championship’ maar eens in op youtube.com.
Activiteit 2
Hier hoog in de wolken
Tijdsindicatie
Domein
Niveau NL (1 – 5)
Breng luchtfoto’s mee. Deze zijn gemakkelijk te vinden op het net. Kies er uit die het meest abstract
zijn. Start de activiteit door volgend fragment nog eens voor te lezen. Zorg dat de kinderen de illustraties goed kunnen zien.
Het vliegtuig klom steeds hoger de lucht in. Al snel was de enorme kerktoren niet meer dan een
streepje tussen de wolken. En de uilen? Die hadden het allang opgegeven. Hoger en hoger steeg
het kleine vliegtuig. Al gauw vloog het hoog boven de wolken in de warme stralen van de avondzon.
De kleine muis suisde over velden en weiden, over steden en vuurtorens tot alleen de grote oceaan
nog voor hem lag. Moedig vloog de kleine muis zijn bestemming tegemoet. Af en toe zag hij een
stoomschip in de blauwe zee, dikke rookwolken uitstotend. Het waren dezelfde schepen die eerder
in de haven van de stad voor anker hadden gelegen. Nu voeren ze richting de verre stad met
het standbeeld en wezen het vliegtuig tussen de wolken door de weg. (pagina 62 t.e.m. 67)
Zorg nu dat de dubbele illustratie van de muis die kaartleest boven de wolken en uitkijkt op het schip
zichtbaar is voor de klas. De kinderen gaan muzisch werken a.d.h.v. deze illustratie.
Leg nu de luchtfoto’s op tafel en bespreek: hebben jullie ooit de wereld vanuit dit standpunt gezien?
Waaraan doen de landschappen jullie denken? Herkennen ze nog dingen?
Eventueel kan je het prentenboek ‘Vliegen met Felix’ erbij halen. Dit prentenboek is heel erg nuttig
door de informatie in de zijflappen: de elementen die weergegeven zijn in gewoon perspectief. Als je
daarna nog een keer met de kinderen de foto’s bekijkt, zullen ze misschien meer dingen herkennen.
Bovendien is het een mooie oefening in kijken, interpreteren en abstraheren, én helpt het om de
opdracht te begrijpen.
Geef hen nu per twee een groot blad (minstens A3) en een A4-tekenpapier. Ze spreken samen af wie
het landschap maakt, en wie de details. Ze spreken ook af welke elementen ze erin willen verwerken:
eerder stedelijke elementen, eerder landelijke, of elementen uit het Lindbergh-verhaal? Werk voor het
abstracte landschap met wasco of waterverf omdat dit lekker snel resultaat geeft. Bekijk ter inspiratie
ook het filmpje waarin Torben Kuhlmann de cover van het boek illustreert.
De kinderen kunnen ervoor kiezen om wolken toe te voegen, zodat een deel van hun landschap
verborgen wordt (net zoals op de illustratie in het boek).
De details worden met potlood getekend en ingekleurd op het A4-papier, en daarna uitgeknipt.
Geef geen aanwijzingen qua grootte van deze elementen, maar vraag wel dat iedereen zeker de muis
jeugdboekenweek 2016 – lestips
PAG 6
een plaats geeft op het werk. Net het feit dat het qua verhouding vaak niet zal ‘kloppen’ maakt
de tekeningen zo boeiend. Wanneer de ondergrond klaar is, kunnen de details erin gekleefd worden.
Hang alles dicht bij elkaar en geniet samen van het bonte lappendeken dat jullie samen gemaakt
hebben. Uiteraard vertelt elk duo bij zijn werk: waar vliegen we over, wat zien we?
Eindtermen
Muzische Vorming – 1 Beeld – 1.4 – 1.5 – 1.6
Muzische Vorming – 6 Attitudes – 6.3 – 6.4
Differentiatiemogelijkheid
Kan je deze activiteit spreiden over verschillende dagen, dan kan je de landschappen ook marmeren
op papier. Je maakt best klassikaal een aantal marmerbakken. Voor elk kind een aparte marmerbak
voorzien is nogal omslachtig. Kinderen kunnen dit zeker nog niet alleen. Laat hen in kleinere groepjes tot bij jou komen. Geef uitleg over de techniek, laat hen de verf druppelen en patronen toevoegen
en marmer samen hun papier. Dit moet dan minstens 24u kunnen drogen. Voorzie dus een handige
droogplaats waar alle papieren naast elkaar kunnen liggen. Uitleg over het marmerproces vind je op
wikipedia.be onder de zoekterm ‘marmeren’.
Nodig
——
het boek
——
luchtfoto’s
——
Vliegen met Felix, Maayken Koolen, Amerentske Koopman (Clavis, 2008)
——
inspirerend filmpje van Torben Kuhlmann
——
per duo een groot tekenblad (minstens A3) en een A4
——
wasco’s of waterverf
——
eventueel watjes en lijmstiften
——
tekenpotloden
——
een schaar per duo
Activiteit 3
Woord en beeld
Tijdsindicatie
Domein
Niveau NL (1 – 5)
Om aan te tonen dat illustraties en woorden elkaar ondersteunen, maak je een selectie van een aantal
tekstfragmenten. Kopieer ook de bijhorende illustratie. Hang de illustraties op en bezorg de kinderen
de teksten. Nadat ze een tekst gelezen hebben, hangen ze deze bij de bijhorende illustratie. Als je
de kinderen per twee laat werken dan bevordert de onderlinge communicatie het begrip.
In een nabespreking vestig je de aandacht op het onderlinge verband tussen beeld en woord.
Nodig/info/extra
——
kopieën van elk tekstfragment per duo
——
kopie van bijhorende illustratie om op te hangen
jeugdboekenweek 2016 – lestips
PAG 7
Activiteit 4
Met mijn oren kan ik prenten horen
Tijdsindicatie: namiddag Domein
Niveau NL (1 – 5)
Toon de illustratie van de vleermuizen die door de lucht fladderen (pagina 18). Lees de bijhorende
tekst voor. Vraag de kinderen om een geluid te bedenken dat bij dit deel van het verhaal past. Laat ze
dat doen in kleine groepjes en geef de tijd om te experimenteren, niet alleen met voorwerpen en
instrumenten maar ook met hun lichaam. Organiseer een toonmoment waarop de verschillende
resultaten bekeken en vooral beluisterd worden.
Toon op welke manier je nu tekst en achtergrondgeluid kan opnemen en verwerken met het geluidsprogramma Audacity. Werk met 2 geluidssporen: de stem en de achtergrondgeluiden. Jij leest
de tekst voor, de kinderen zorgen voor de achtergrondgeluiden.
Nodig de kinderen vervolgens uit om bij een zelfgekozen fragment een geluidsopname voor te bereiden. Verdeel de klas vervolgens in groepjes. En geef ze de tijd om te experimenteren. Voorzie hulp
of toezicht in je lokaal zodat jij telkens met één groepje in een stille ruimte de opnames kan maken.
Op Audacity kan je op de geluidslijn volgen hoe lang elk ingesproken fragment duurt. Je kan daarop
dus de lengte van je achtergrondgeluiden afstemmen. Als je het geheel systematisch opneemt op
2 geluidssporen (stem en achtergrondgeluiden), kan je op het einde van de rit redelijk snel het eindresultaat laten horen zonder al te veel knip- en plakwerk. Brand jullie verhaal op cd en deel het uit
aan de verschillende klassen. Zo kan iedereen met z’n ogen toe genieten van jullie geluidsverhaal.
Eindtermen
Muzische Vorming – 2 Muziek – 2.1 – 2.2
Muzische Vorming – 5 Media – 5.2
Muzische Vorming – 6 Attitudes – 6.4
Leeroverschrijdende eindtermen – ICT – 5
Nodig
——
een laptop, een microfoon van degelijke kwaliteit en het geluidsprogramma Audacity.
——
verschillende soorten materialen die geluid produceren: muziekinstrumentjes maar ook
keukenmaterialen, materialen die je kan verkreukelen, … Laat hen zelf dingen meebrengen
of zoeken op school.
——
kopieën van het verhaal
——
een stille opnameruimte
——
cd’s om de opeenvolgende fragmenten op te branden
Activiteit 5
Naar het Koninklijk Museum in Brussel
Tijdsindicatie: daguitstap Domein
Niveau NL (1 – 5)
Het Koninklijk Museum van het Leger en de Krijgsgeschiedenis te Brussel heeft een grote hangaar
waar luchtvaartgeschiedenis tot leven komt. Vraag naar een van hun gidsen, enthousiaste gepensioneerden die vol passie jouw klas doorheen de luchtvaartgeschiedenis loodsen. Echt de moeite waard!
jeugdboekenweek 2016 – lestips
PAG 8
Extra
Meer informatie op www.klm-mra.be
De website is niet echt aantrekkelijk maar het museum is echt de moeite waard.
Er is een treinstation, een tram, een metro en een bus op wandelafstand.
Activiteit 6
Dit boek is een leuke insteek om te werken rond…
Tijdsindicatie
——
Domein
Niveau NL (1 – 5)
Panamarenko: helaas loopt er momenteel geen tentoonstelling maar dat betekent niet dat je
deze kunstenaar links moet laten liggen. Met zijn vreemde ‘uitvindingen’ spreekt hij bijna
automatisch tot de verbeelding van de kinderen. Bekijk zijn schetsen, probeer eens iets na
te bouwen, bedenk samen waarvoor zijn machines kunnen dienen, … Elk kind heeft wel
een beetje Panamarenko in zich! Haal volgend boek in de klas: De kleine Panamarenko,
Brigitte Minne (De Eenhoorn, 2012).
——
Of surf naar www.speelidee.be. Onder de knop ‘bouwen’ vind je ‘uitvindingen à la Panamarenko’.
——
de vluchtelingenproblematiek uit de zomer van 2015: niet zo’n gemakkelijk onderwerp maar
sowieso iets dat de kinderen geraakt heeft en hen heeft bezig gehouden. Waarom vluchten
mensen uit hun land? Waar gaan ze dan naartoe? Hoe gaan ze om met verlies? Waar vinden ze
de kracht en moed om opnieuw te starten? Wat kunnen wij voor hen betekenen?
Op www.klasse.be/8967/vluchtelingen-op-school-ondernemen/ kan je snuisteren naar
initiatieven en materialen voor jouw klas.
info
——
De kleine Panamarenko, Brigitte Minne (De Eenhoorn, 2012).
——
www.speelidee.be
——
www.klasse.be/8967/vluchtelingen-op-school-ondernemen/
jeugdboekenweek 2016 – lestips
Naam
.........................................................................................................................................................
Naam van het vliegtuig
.........................................................................................................................................................
Welke materialen heb je gebruikt?
.........................................................................................................................................................
Waardoor denk je dat jouw vliegtuig lang in de lucht blijft?
.........................................................................................................................................................
.........................................................................................................................................................
Hoeveel seconden zal jouw vliegtuig in de lucht blijven?
............................................................
seconden
De behaalde tijd: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . seconden
Behaalde plaats: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Naam
.........................................................................................................................................................
Naam van het vliegtuig
.........................................................................................................................................................
Welke materialen heb je gebruikt?
.........................................................................................................................................................
Waardoor denk je dat jouw vliegtuig lang in de lucht blijft?
.........................................................................................................................................................
.........................................................................................................................................................
Hoeveel seconden zal jouw vliegtuig in de lucht blijven?
............................................................
seconden
De behaalde tijd: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . seconden
Behaalde plaats: . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
pAg 9