Inleiding in ICT-beheer HX.1

Download Report

Transcript Inleiding in ICT-beheer HX.1

vrg:
trefwoord
HX.1
trefwrd onderverdeling
omschrijving
Inleiding in ICT-beheer
HX.1
Hoofdstuk:
1
Plaats van ICT-beheer
1310 Informatieverzorging, informatievoorziening en informatiesystemen blz 6
1.1.1
productiefactor en
eisen -
***
Er zijn vier productiefactoren >
- kapitaal
- arbeid
- grond
- informatie
Eisen die aan product informatie gesteld worden zijn, informatie moet >
- juist, volledig en actueel zijn;
- controleerbaar zijn;
- nauwkeurig zijn.
Let op flexibiliteit valt onder beheerseisen !!***
Informatiesystemen ondersteunen alle nieveaus >
- operationieel > ondersteunen uitvoerende taken;
- tactisch > bij het nemen van beslissingen;
- strategisch > streven naar verbetering vd concurentiepositie.
411
1311 Informatieverzorging, informatievoorziening en informatiesystemen blz 7
componenten v IS -
1.1.3
dinsdag 26 januari 2016
- hardware
- software
- gegevensverzamelingen
- mensen
- procedures
Pagina 1 van 37
vrg:
trefwoord
trefwrd onderverdeling
omschrijving
1312 Informatieverzorging, informatievoorziening en informatiesystemen blz 8
1.1.3
gestelde eisen vanuit - beschikbaarheid vh IS
het IS - betrouwbaarheid
- beveiliging v apparatuur, programmatuur en gegevensbanken
- compabiliteit tussen computersystemen
- continuïteit v gegevensverwerking en informatievoorziening
- controleerbaarheid v verwerking en wijziging
- flexibiliteit v IS mbt aanpassingen (beheer) > uitbreidingen en variaties
- onderhoudbaarheid v IS > als gevolg van te plegen onderhoud
- gebruiksvriendelijkheid vh IS
- integriteit v gegevens
- interoperabiliteit v gebruik v faliciteiten
- protabiliteit v toepassingspakketten
- prestaties v IS
- robuustheid v apparatuur en programmatuur
- veiligheid v mensen
- vertrouwelijkheid v gegevens
1313 Informatieverzorging, informatievoorziening en informatiesystemen blz 10
randvoorwaarden -
1.1.3
dinsdag 26 januari 2016
***
- apparatuur en programmatuurleverancierslijnen
- centralisatie en decentralisatie van ACTIVITEITEN ***
- concentratie en deconcentratie v apparatuur en programmatuur…MIDDELEN ***
- financiële middelen
- personeelsinzet
- standaardisatierichtlijnen
- veiligheids- en beveiligingsrichtlijnen
Randvoorwaarden komen altijd van buitenaf.
Pagina 2 van 37
vrg:
trefwoord
trefwrd onderverdeling
omschrijving
1314 Informatieverzorging, informatievoorziening en informatiesystemen blz 10
1.1.4
plaats van ICTbeheer -
***
RS = een reël systeem
IS = een informatiesysteem
Een proces bestaat uit invoer, transformatie en uitvoer. Om de bestruign zo effectieg mogelijk te
laten verlopen, ontvangt het IS signalen vh bedrijfsproces uit de omgeving en geeft ook weer
signalen af. Zie fig. 1.1.
Voordeel > een analist wordt zo gedwongen om de in de praktijk vaak moeilijk te onderscheiden
reële sustemen en in gebruik zijnde IS-en duidelijk tov elkaar te plaatsen.
RECURSIEBEGINSEL > geeft aan dat een deelsysteem ook weer kan worden ingedeeld naar een RS en
IS. ***
Is dienen te worden beheerd, invloeden vanuit de omgeving zijn >
- BESTUURLIJK van aard
- INFORMATISCH van aard > nieuwe wetten die leiden tot maatregelen, bv invoering euro
- BEDRIJFSECONOMISCH van aard > bv slechte economische tijden leiden tot bezuinigingen
- TECHNISCH van aard > nieuwe tehcnologische ontwikkelingen leiden tot nieuwe inversteringen
Ook het beheerparadigma heeft een recursiebeginsel.
413
412
dinsdag 26 januari 2016
Pagina 3 van 37
vrg:
trefwoord
trefwrd onderverdeling
omschrijving
1315 Informatieverzorging, informatievoorziening en informatiesystemen blz 13
begrippen -
1.1.5
DATA > zijn gegevens, symbolische representateis van nummers, kwantiteiten, feiten, metingen
e.d.
GEGEVENS > zijn de eerste intrepretatie van data, dus data die nog niet bewerkt is.
INFORMATIE > zijn bewerkte gegevens.
KENNIS > is een stap hoger dan data en informatie, er komen twee fases bij, dit zijn begrip en
en wijsheid.
INTERNE INFROMATIE > informatie die in de organisatie zelf ontstaat.
EXTERNE INFORMATIE > informatie die uit de omgeving vd organisatie ontstaat.
INFORMATIEVERZORGING > is het productieproces dat informatie produceerd uit de IS.
- WAAROM > er moet voldaan worden aan de informatie behoefte vd organisatie;
- WAT > de IS bremgt dit op gang;
- HOE > door toepassen v informatietechnologie is dit mogelijk.
Informatieverzorging bestaat it de volgende deelprocessen >
- verkrijgen v gegevens;
- vastleggen v gegevens;
- bewerken v gegevens;
- verwerken v gegevens tot informatie;
- verstrekken v informatie.
INFORMATIESYSTEEM (IS) > is het geheel van > informatie;
- apparatuur;
- programmatuur;
- gegevensverzamelingen;
- procedures;
- mensen.
INFORMATIETECHNOLOGIE (IT) > zijn de beschikbare hulpmiddelen zoals computers, magneetpasjes
en infrastructurele voorzieningen zoals netwerken e.d.
INFORMATIEVOORZIENING > is hetgeheel v activiteiten dat nodig is, om informatie te verstrekken op
de juiste plaats, in de juiste vorm en op het juiste moment.
1316 Informatiesystemen blz 16
1.2
informatie is nodig
om o.a. -
- productieprocessen te kunnen evalueren;
- beslissingen voor besturing vd organisatie te kunnen nemen;
- communicatie tussen mens en machine.
1317 Informatiesystemen blz 16
1.2.1
operationele
processen -
worden onderverdeeld in >
- PRIMAIRE processen > KERNTAKEN > CORE BUSINESS > dit zijn de samenhangende waardetoevoegende activiteiten om diensten of producten te realiserenvoor e afnemers.
Deze zijn de ruggegraat en kern vd werking vd organisatie.
- ONDERSTEUNENDE processen > zijn gericht op het leveren van mensen en middelen aan alle
processen. Ze leveren de resources aan alle primaire en besturende processen, maar
ook aan de ondersteunende processen zelf.
Geautomatiseerde informatieverzorging is hier van toepassing op >
- Administratieve automatisering > vastleggen en verwerken van cijfermatige gegevens;
- Kantoor automatisering > automatiseren vd kantoorwerkzaamheden;
- Fabrieks automatisering > automatiseren vh productontwerp, product berekeningen en
vervaardigingen v producten.
dinsdag 26 januari 2016
Pagina 4 van 37
vrg:
trefwoord
trefwrd onderverdeling
omschrijving
1318 Informatiesystemen - operationele processen blz 16
1.2.1
begrippen in de
fabrieks
automatisering -
Het principe vd dubbele integratie vd Computer Aided activiteiten heeft CIM (Computer Intergrates
Manufacturing). CIM activiteiten zijn (DEMPL):
1. CAD > Design (tekenen) > architect ontwerpt huis = operationeel;
2. CAE > Engineering (rekenen) > analyse en simulatiesoftware, wiskundige pakketten e.d.;
3. CAM > Manufacturing (fabriceren) > bv het door robots laten assembleren v auto's;
4. CAPP> Process Planning (plannen);
5. CAL > Logistics > voor distibutie vraagstukken.
CIM stelt integratie van verkoop, research en development, productie en verkoop centraal. Deze
integratie heeft betrekking op:
a. INTERNE integratie > computerondersteunende activiteiten binnen de organisatie zelf;
b. EXTERNE integratie > computerondersteunende activiteiten met die v andere organisaties.
door toepassingen CIM-concept worden doelstellingen gerealiseerd:
- flexibiliteit > voldoen aan individuele klantwensen/eisen tav productie en levering;
- verkorting vd aanlooptijd > vanuit ontwerptekening kan men al een bestellijst maken;
- verkorting vd doorlooptijd > er gaat geen tijd verloren bij uitwisseling gegevens.
1319 Informatiesystemen blz 18
1.2.2
besturende
processen -
worden verdeeld in >
- Transactieverwerkende systemen (TPS = Transaction Processing Systems);
- Documentaire systemen (DS = Documant System) > leggen hele documenten vast;
- Geprogrammeerde beslissingssystemen (SDS = Structured Decision System) > een computer
kan zonder hulp ve mens een heel proces afhandelen. Het systeem is volledig
gestrcutureerd;
- Beslissingsondersteunende systemen (DSS = Decision Support system) > hiermee worden
beslissingen ondersteund met zinvolle gegevens en what-if simulaties;
- Kennis- en expertsystemen (KS = Knowledge system) > dienen om specilistische kennis vast
te leggen, waarbij inzichten van experts zijn verwerkt.
414
dinsdag 26 januari 2016
Pagina 5 van 37
vrg:
trefwoord
trefwrd onderverdeling
omschrijving
1320 Informatiesystemen blz 19
1.2.2
3 besturingssituaties - Men onderkend in theorie 3 verschillen besturingsituaties die leiden tot een beslissingsmodel. De
volgende modellen worden onderkend >
- RALATIONEEL MODEL > operationeel > geschikt voor een volledig gestructureerd systeem.
Alle variabelen en hun samenhang zijn bekend.
- INTUÏTIEF MODEL > tactisch > Alle variabelen zijn bekend, maar de samenhang is intuïtief,
sturing gebeurt op grond van intuïtie en ervaring.
- PRIMITIEF MODEL > strategisch > geschikt voor ongestructureerde beslissingsproblemen,
variabelen en/of samenhang daartussen zijn niet of deels bekend. Sturing kan alleen
op grond van vuistregels.
1321 Informatiesystemen blz 19
1.2.3
producten/diensten - Is ook een hoofdfunctie van een IS en is opgedeeld in:
PRODUCTAUTOMATISERING > embedded software, extra functionaliteit toevoegen in
apparaten. BV extra knoppen op een wasmachine, die weer invoer zijn voor een chip
waarop wasprogramma's zijn vastgelegd.
DIENSTAUTOMATISERING > bv EDI (Electronic Data Interchange), is gegevensuitwisseling
zonder tussenkomst van een mens. Deze uitwisseling vindt tussen computers plaats en
de berichten moeten aan bepaalde voorwaarden voldoen op gebied van bv adressering
en de overdracht verloopt via vastgelegde procedures.
1322 Transactieverwerkende systemen (TPS) blz 20
transactiecyclus -
zie figuur 1.4
1.3
415
dinsdag 26 januari 2016
Pagina 6 van 37
vrg:
trefwoord
trefwrd onderverdeling
omschrijving
1323 Transactieverwerkende systemen (TPS) blz 21
1.3.1
data-entry =
gegevensinvoer -
bestaat uit de volgende activiteiten:
- verzamelen van gegevens;
- coderen van gegevens;
- bewerken (eventueel) van gegevens;
- conversie van gegevens (indien nodig).
kunnen op handmatige/traditionele of de geautomatiseerde manier ingevoerd worden.
SOURCE AUTOMATION > is het automatiseren van de broendgegevens, doel is het invoerproces
volledig te automatiseren.
1324 Transactieverwerkende systemen (TPS) blz 21
1.3.2
***
transactieverwerking 2 manieren >
- Batchverwerking;
- Real-time verwerking.
OLTP = OnLine Transaction Processing > is een transactieverwerkend systeem dat de ingevoerde
gegevens direct (realtime) verwerkt.
1325 Transactieverwerkende systemen (TPS) blz 22
overige stappen -
1.3.3
- BIJWERKEN DATABASE > bestandsgegevens moeten voortdurend up-to-date zijn en steeds een
afspiegeling vormen van de werkelijkheid.
- GENEREREN VAN RAPPORTEN EN DOCUMENTEN >
- genereren v documenten >
- actiedocumenten > ontvangt men als men iets moet ondernemen;
- informatiedocumenten > geven aan dat er transacties hebben plaatsgevonden;
- pendeldocumenten > deze zijn zo ingericht dat ze door scanners te lezen zijn.
- genereren van rapportages >
- controlelijsten > alle verwerkte transacties staan hier gedetaillieerd beschreven;
- foutrapportages > overzicht van alle fouten die tijdens de verwerkign zijn ontstaan;
- financiële overzichten > officiële rapporten met de stand van zaken op een
bepaald moment vd organisatie.
- OPVRAAGBEWERKING >
opvragen van informatie gebeurt met een zgn. vraagtaal (bv SQL). Dit kan ook weer in
realtime of met batchverwerking gebeuren. De antwoorden worden meestal in een
vooraf bepaald formaat aangeboden.
1326 Aandachtgebieden voor ICT-beheer blz 24
1.4
v belang voor ebusiness >
dinsdag 26 januari 2016
- een platte organisatie met korte lijnen voor de besluitvorming is een must;
- meer werken op gevoel dan op kosten/baten analyses;
- traditioneel denken moet doorbroeken worden, out of the box denken om nieuwe gaten in
markt te vinden;
- snel leren door veel te experimenteren;
- werken volgens een groeimodel met fases en korte bestuurcicly;
- dynamische planning en budgetering;
- een minimum aantal formele procedures;
- functionele scheidingslijnen tussen afdelingen bestaan niet meer;
- samenwerken met partners buiten de eigen ondernenming.
Pagina 7 van 37
vrg:
trefwoord
trefwrd onderverdeling
omschrijving
1327 Aandachtgebieden voor ICT-beheer blz 25
1.4
functie-overstijgende - ERP = Enterprise Resource Planning > is een set v toepassingen die de kritische processen vd
e-business-systemen
back-office onderstuenen. Voordelen >
zijn - back-office processen verbeteren;
- betere communicatie tussen leverancier en afnemer.
DOEL > de hele organisatie zit in één heel groot pakket (bv SAP, Baan e.d.)
- CRM = Custumer Realtion Management > hierbij gaat het vooral om het behoud van
bestaande klanten. Set toepassingen voor front-office. Voordelen zijn >
- localiseren v trouwste afnemers;
- producten en diensten aanbieden en afstemmen op wensen vd afnemer;
- afnemer kan altijd contact opnemen onafhankelijk waar of wanneer;
- optimalie service bieden aan verschillende afnemerskanalen.
- EAI = Enterprise Application Integration > software die ervoor zorgt dat verschillende
e-business toepassingen met elkaar gekoppeld kunnen worden. Bv de koppeling
tussen de software van back- en frontoffince. Lijkt op best of Breeds.
- SCM = Supply Chain Management > integreert managementervaringen en
informatietechnologie met het doel informatiestromen tussen processen en
zakenpartners binnen dezelfde keten te optimaliseren. Voordelen zijn >
- reduceert kosten;
- verhoogt efficiëncy;
- verbetert de omzetsnelheid.
- OLTP = Online Transaction Processing > zie 1.3 is een transactieverwerkend systeem dat de
ingevoerde gegevens direct (realtime) verwerkt.
- ECS = Enterprise Collaboration Systems > omvat het gebruik van groupware, internet, intranet
e.d. met als doel te communiceren en samen te werken, delen rescources tussen
teams en werkgroepen binnen een internetgerelateerde onderneming. ESC helpt dus
bij samenwerken en communiceren onageacht waar men zich bevindt. Men kan
tijdsonafhankelijk en plaatsonafhankelijk samenwerken.
HX.1
dinsdag 26 januari 2016
Hoofdstuk:
2
Componenten van ICT-beheer
Pagina 8 van 37
vrg:
trefwoord
trefwrd onderverdeling
omschrijving
1328 Computers blz 41
2.1
plaats en gebruik in
organisatie -
Computers worden vaak ingedeeld naar de plaats in de organisatie waar ze gebruikt worden.
SUPERCOMPUTERS: zeer krachtig en vaak ingezet bij wetenschappelijke werkzaamheden
MAINFRAMES: grote computers, maar kleiner als een supercomputer, grootschalige
bedrijfsapplicaties
MINICOMPUTERS: geschikt voor de eindgebruiker, oa desktop/laptop/notebook, tablet e.d.
VSLI = Very Large Scale Integration
571
84
dinsdag 26 januari 2016
Pagina 9 van 37
vrg:
trefwoord
trefwrd onderverdeling
omschrijving
1329 Computers blz 43
2.1.2
SPP = Stored
Program Principle
(Neuman) -
De werking ve computersysteem is sinds de "geboorte" vd computer niet veranderd en nog steeds
gebasserd op SPP = Stored Program Principle (Neuman).
Het werkt zo >
1. instructie en gegevens staan in extern geheugen;
2. instructie en gegevens worden in het intern geheugen geladen;
3. gegevens worden verwerkt in CVE (CPU);
4. verwerkte gegevens worden via uitvoerapparaat zichtbaar gemaakt;
5. resultaten worden eventueel ook weer opgeslagen in het externe geheugen.
23
1330 Computer blz 43
2.1.3
CISC en RISC
processoren -
CISC = Complex Instruction Set Computer > een CISC-processor herkent ongeveer zo'n 200 á
300 instructies en wordt gemaakt door AMD en INTEL.
RISC = Reduced Instruction Set Computer > een RISC-processor herkent minder instructies,
ongeveer 75, maar voert deze wel sneller uit. Wordt gemaakt door Apple.
1331 Computers blz 44
overig -
2.1.3
INTERN GEHEUGEN > bestaat uit >
- RAM > Random Acces Memory
- ROM > Read-Only Memory
- Cache-geheugen
Eigenschappen geheugens >
- capaciteit uitdrukken in MB, GB of TB
- snelheid uitdrukken in Mega Herz, Giga Herz, Quad processor e.d.
- verwerkingssneldheid uitdrukken in MIPS = Mega Instructions Per Seconde
Uitwisseling v gegevens tussen computeronderdelen gaat via >
- databus > transport v data
- adresbus > de adressering vd locaties
- controlebus > voor besturing vd compnenten
Manieren van gegevensverwerking >
- realtime > direct per stuk
- batch > eerst verzamelen dan verwerken
dinsdag 26 januari 2016
Pagina 10 van 37
vrg:
trefwoord
trefwrd onderverdeling
omschrijving
1332 Basisprogrammatuur blz 45
besturingssytemen -
2.2
1333 Basisprogrammatuur blz 45
2.2
basispoirgrammatuur onder basisprogrammatuur verstaat men besturingssystemen en database management.
Het besturingssysteem ook wel op een oratingsysteem genoemd, bestaat uit een aantal
programma's met de volgende functies >
- Procesmanagement > het verdelen van de CVE-tijd over de processen die iets in het systeem
plaatsvinden. Processortijd kan worden toegekend op basis van prioritering of op basis
van time-slicing.
- Memorymanagement > bedoelen we het verdelen van de werkgeheugen en
achtergrondgeheugens over de verschillende processen. Deze technieken bij
geheugenverdeling zijn >
- partitionering waarbij ieder proces een vast geheugentraject om het werkgeheugen
krijgt toegewezen.
- overlay, hierbij worden werkgeheugentrajecten vrijgemaakt voor andere processen
door kopieën van de trajecten te plaatsen in een achtergrondgeheugen.
- paginering waarbij zowel het werkgeheugen als het achtergrondgeheugen wordt
verdeeld in gelijke stukken met een vaste omgang de pagina's.
- segmentering waarbij de verdeling van de geheugens gebeurt op basis van een logisch
bij elkaar behorende stukken, de segmenten.
- I/O management > het regelen en coördineren van alle informatietransporten tussen
werkgeheugen en randapparatuur. Daarbij wordt gebruik gemaakt van kanalen >
- selector-kanaal > kan meerdere snelle apparaten bedienen niet tegelijk, maar
beurtelings.
- multiplex kanaal > kan meerdere (langzame) apparaten bedienen.
- Datamanagement > dit programma vormt de interface tussen logische wereld van bestanden,
records en attributen enerzijds en de fysieke wereld van randapparatuurblokken en
karakters anderzijds.
- Jobmanagement > een job bestaat uit de uitvoering van een aantal processen (jobs steps) na
elkaar. Jobmanagement heeft twee volgende heeft de te volgende taken
- accepteren jobs
- pers op zekere wens je een uitvoerend jobs hebt
- het beëindigen van jobs
- Library-management > dit programma verzorgt het beheer van de bibliotheek blijven jullie een
verzameling van programma's en subroutines en bestaat uit
- de standaard systeem bibliotheek
- de gebruikers tijdelijke bibliotheek
- Datacommunicatiemanagement > dit programma zorgt voor de verbinding tussen het
computersysteem en het netwerk erop waarop dit systeem is aangesloten.
573
dinsdag 26 januari 2016
Pagina 11 van 37
vrg:
trefwoord
trefwrd onderverdeling
omschrijving
1334 Basisprogrammatuur blz 47
2.2.2
database
management
programmatuur -
de taak van een databasemanagementsysteem het DBMS is het verzorgen van de besturing tussen
database en de toepassingen die van de betreffende database gebruik maken en kent hier de
volgende begrippen >
DDL > Definieren (---------> Dcm)
DCL > Controleren (---------> dCm)
DML > Manipuleren (---------> dcM)
DDL = DATA DEFENITION LANGUAGE > deze worden gebruikt bij het aanmaken van een DB, is op
beheerdersniveau. Het gaat hier om structureren. de taal om voor dus structuur van de
gegevensbank te kunnen definiëren en legt hiermee de structuur fysiek vast
DATADICTIONARY > dat is een verzameling gebruikers gerichte beschrijvingen van
karakteristieken van gegevens ter ondersteuning van het informatie management.
DATADIRECTORY> in verzameling van computer technische beschrijvingen van karakteristieken
van de door het DB MRS beheren gegevens.
DML = DATA MANIPULATION LANGUAGE > hiermee kun je gegevens uit de DB opvragen, toevoegen,
wijzigen en verwijderen, voor beheerder en gebruiker en gebeurt op record/tupel niveau. Het gaat
hier om de inhoud, de gegevens. Dit is de taal voor het vullen van de database met gegevens.
372
572
dinsdag 26 januari 2016
Pagina 12 van 37
vrg:
trefwoord
trefwrd onderverdeling
omschrijving
1335 Achtergrondgeheugens blz 49
2.3
achtergrondgeheugen zijn de verzamelplaats voor de gegevens die permanent moeten worden behouden. Het interne
geheugen is een tijdelijke opslagplaats.
de volgende opslagmethode worden gehanteerd
sequentieel dit is in volgorde te benaderen
direct dit is op basis van fysieke adressen
De karakteristieken voor achtergrondgeheugens zijn >
- opslagcapaciteit
- vaderconcept bij magneetschijven
- snelheid waarmee gegevens te bereiken zijn
- lees en schrijfverzen is de lees mogelijkheid alleen
- stroomverbruik
- warmteontwikkeling
- benodigde externe koeling
- de gewenste omgevingscondities voor temperatuurvochtigheid en luchtzuiverheid
- vloeroppervlakte inclusief de ruimte om deuren te kunnen openen in verband met een
controle en reparatie
- het gewicht en verband van de draagkracht van de vloer
- de duurzaamheid met betrekking tot de gegevens
Voorbeelden van achtergrondgeheugens zijn onder andere magneetschijven, optische schijven of
magneetbandeenheden.
de vijf belangrijkste databasestructuren zijn >
- hiërarchie >
De hiërarchische structuur hierbij vormen de relaties tussen records in hiërarchie of
boomstructuur de relaties tussen records worden wel wat derhalve aangeduid met een op
veel relatie
- netwerk > hiermee kunnen veel op veel relaties tussen records worden aangegeven.
- relationeel > in het relationele modelkaart men er vanuit dat de gegevenselementen in de
database een vorm van eenvoudige tabellen zijn opgeslagen.
- multidimensionaal > het multidimensionale databasemodel maakt gebruik van
multidimensionale structuren voor gegevensopslag en relaties tussen gegevens deze
databases ondersteunen Online analyticusal processing applicaties (OLAP) waarmee
snel oplossingen worden verkregen voor complexe vraagstukken.
- object georiënteerd > objectgeoriënteerde structuur > een object bestaat uit gegevenswaarde
die de attributen en relaties van een entiteit beschrijven en samen met methoden en
bewerkingen, die op deze gegevens uitgevoerd kunnen worden worden opgeslagen. Denk
aan inkapseling en overerving.
.
574
dinsdag 26 januari 2016
Pagina 13 van 37
vrg:
trefwoord
trefwrd onderverdeling
omschrijving
575
dinsdag 26 januari 2016
Pagina 14 van 37
vrg:
trefwoord
trefwrd onderverdeling
omschrijving
1336 Adrukeenheden blz 53
Adrukeenheden -
2.4
de karakteristieken van afdrukeenheden zijn >
- de technologie
- de snelheid waarmee kan worden afgedrukt en afdrukkwaliteit
- het papierformaat
- de benodigde klimaat regering
- de interface naar andere middelen
Printers die worden verdeeld in twee hoofdgroepen die eerste is
- impact printer > door middel van een mechanische aanslag tegen een inktlint;
- non impact printer > maken geen afdruk door middel van een mechanische aanslag,
hierdoor hebben ze minder geluidsoverlast en dit zijn bv: laserprinters, thermische
printers en wasprinters.
28
576
dinsdag 26 januari 2016
Pagina 15 van 37
vrg:
trefwoord
trefwrd onderverdeling
omschrijving
1337 Datacommunicatiemiddelen blz 57
2.5
datacommunicatiemi Onder data communicatiemiddelen wordt verstaan de apparatuur in de programmatuur die het
ddelen mogelijk maakt om te communiceren. De middelen zijn >
- modem (moduleren/demoduleren)
- DCC (DataCommunicationController)
- fax
- netwerkinterfaces
- datacommunicatieprogrammatuur
Om contact tussen twee van communicatoren mogelijk te maken moeten er verbindingen tot stand
gebracht worden, dit kan door >
- coaxkabel
- twisted pair
- glasvezel
- straalverbinding
- satellietverbindingen
Verder speelt bij datacommunicatie het netwerk een belangrijke rol. Netwerktopologieën zijn >
- ster
- hiërarchisch of boom
- maas
- beurs
- ring
Data-overdracht vindt binnen een netwerk plaats met behulp van koppeleenheden of zogenoemde
interfaces, deze kunnen zijn >
- repeater
- hub
- bridge
- router
- gateway (zorgt dat we kunnen communiceren tussen verschillende lagen)
Interfaces worden ook ingedeeld naar actief (eigen processor) en een passief (geen eigen
processen), voorbeelden van actieve koppeleenheden zijn >
- bridge
- router
- gateway
- hub
passieve of alleen eenheden zijn >
- modem
- repeater
1338 Datacommunicatiemiddelen blz 58
verbindingen -
2.5.1
transmissie media of verbindingen kunnen beoordeeld worden op een aantal kenmerken >
- de bandbreedte en daarmee samenhangende transmissiesnelheid
- te overbruggen afstand zonder versterkingdemping
- gevoeligheidverstoringen
- mogelijkheden afscherming tegen onbevoegd gebruik
- prijs van het medium
- prijs van de brandweerapparatuur
- installatiegemak
- toepasbaarheid (universeel of dedicated)
- Twisted pair > dit zijn en in elkaar gedraaide twee-adreige kabel (telefoon)
- Coaxkabel > een stugge afgeschermde kabel die onder andere wordt toegepast bij televisie,
radio en lokale netwerken
- Glasvezel > vaak toegepast bij kabel tv ook als backbone netwerken en digitaal transport
dinsdag 26 januari 2016
Pagina 16 van 37
vrg:
trefwoord
trefwrd onderverdeling
omschrijving
1339 Datacommunicatiemiddelen blz 59
2.5.2
indeling van
netwerken -
netwerk worden ingedeeld naar >
- geografisch bereik >
1. LAN = Local Area Network
ad LAN: alleen het bedrijfsterrein, zodra de kabel het bedrijf verlaat is het geen LAN
meer. Wel kan iemand via Remote Access toegang krijgen tot het LAN
2. MAN = Metropolitan Area Network
ad MAN: Twee regionale netwerken die aan elkaar zijn gekoppeld via een
communicatielijn die niet over het eigen bedrijfsterrein gaan. Bv Als Noord- en Zuid
Limburg gekoppeld worden is het MAN. Het beheer zal volledig in eigen handen zijn.
3. WAN = Wide Area Network
ad WAN: Twee netwerken die aan elkaar zijn gekoppeld via een communicatielijn die
niet over het eigen bedrijfsterrein gaan. BV netwerk van de kabeltelevisie.
4. DAN = Desktop Area Network (netwerk op het bureau, bv pc en gsm)
- openbare privé >
- een voorbeeld van een openbaar netwerk is het telefoonnetwerk
- een voorbeeld van een privénetwerk is het bedrijfsnetwerk
- architectuur >
- DNA = Digital Netwerk Architecture van Digital
- SNA = System Network Architecture van IBM
- TCP/IP = transport control protocol/internet protocol
- transporttechniek >
- circuit switching
- packetswitching
- message switchign
1340 Datacommunicatiemiddelen blz 59
netwerkstructuren -
2.5.3
- point-to-point
- ster
- maasvorm
- ring
- bus
- head-end
577
dinsdag 26 januari 2016
Pagina 17 van 37
vrg:
trefwoord
trefwrd onderverdeling
omschrijving
1341 Datacommunicatiemiddelen blz 61
dataoverdracht -
2.5.4
data wordt met behulp van verschillende methoden overgebracht. Op lijniveau is er sprake van >
- SIMPLEX > zijn plek één richting. Bij datacommunicatie in een richting bestaat de
datacommunicatie, bestaande date communicatieve verbindingen uit een zender en een
ontvanger met die met elkaar verbonden zijn door een transmissie weg en die in staat zijn
om de data en inrichting te zenden
- HALF-DUPLEX > om de beurt twee richtingen zenden. Afwisselend te ontvangen of zenden. Ze
kunnen niet tegelijkertijd zender en ontvanger zijn.
- FULL DUPLEX > twee richtingen tegelijkertijd zenden én ontvangen in alle richtingen.
Diverse methoden om data over te brengen zijn>
- PACKETSWITCHING > de gegevens opgesplitst worden in kleine parketten met een variabele
grootte. Dit is nodig zodat verschillende computers tegelijkertijd gebruiken maken van het
netwerk. De pakketten worden door elkaar en via verschillende wegen verstuurt de
ontvangende computer moet een voorziening hebben om de voor hem bestemde
gegevens weer samen te kunnne stellen.
- CIRCUIT-SWITCHING > krijgt een bepaalde verbinding over het netwerk een vast
communicatie kanaal toegewezen voor de gehele overdracht.
- MESSAGE SWITCHING > hier worden gegevens verstuurd in berichten of messages. Bericht
wordt als een geheel verzonden van knooppunt naar knooppunt, er wordt geen unieke
verbinding opgebouwd, hoog lijnrendement, degene die het nodig heeft pakt het op, bv
email.
579
578
dinsdag 26 januari 2016
Pagina 18 van 37
vrg:
trefwoord
trefwrd onderverdeling
omschrijving
1342 Datacommunicatiemiddelen blz 63
koppeleenheden -
2.5.5
dinsdag 26 januari 2016
dataoverdracht binnen het netwerk van plaats met behulp van koppeleenheden, oftewel interfaces.
Dit kunnen zijn >
- HUB/REPEATER > een hub stuurt de binnengekomen de datapakketjes simpelweg door naar
alle poorten op het netwerk.
- BRIDGE > is de koppeling op niveau van een datalinklaag.
- ROUTER > is een apparaat of software op een computer dat meer twee of meer verschillende
computernetwerken aan elkaar verbindt.
-GATEWAY > kan twee dingen betekenen >
- netwerkpunt > dat dienst doet als "toegang" tot een ander netwerk.
- apparaat > dat zorgt voor de vertaling en daarmee over de verbinding van twee
incompatibel netwerken.
Pagina 19 van 37
vrg:
trefwoord
trefwrd onderverdeling
omschrijving
1343 Datacommunicatiemiddelen blz 64
2.5.6
definitie van het OSI- het OSI-model is een raamwerk, opgebouwd uit zeven lagen, waarbinnen standaards ontwikkeld
model >
kunnen worden. De afkorting staat voor Open System Interconnection. "Open System" betekent dat
een systeem kan worden gekoppeld aan andere systemen volgens van tevoren vastgestelde
standaards.
Er zijn afspraken gemaakt over >
- hoe het bericht inhoudelijk moet worden opgebouwd
- goed bericht moet worden verzonden
De communicatieregels tussen computers noemt men het "linkprotocol".
De communicatieregels op de opbouw van het bericht (inhoud) noemt men het applicatieprotocol
en de communicatieregels tussen overeenkomstige lagen zijn vastgelegd in het zogenaamde "peer
to peer" protocollen.
7. APPLICATIELAAG: koppeling tussen communicatiefuncties en applicatiefunties.
Protocollen zijn bv: SMTP / BootP=bootstrap / Telnet
6. PRESENTATIELAAG: vertaallaag. Protocollen zijn bv: postscripts / X25 packet assembling
deassembling e.d.
5. SESSIELAAG: regelt opzetten vd dialoog tussen de gebruikers en het bewaken vd datauitwisseling tussen DTE's. 3 soorten verbinding: one way / two way alternative
(wegversmalling) /gewone weg (beide richtingen). Protocollen zijn bv: Netbios /
DNS = distributed name service / PAP = printer acces protocol
4. TRANSPORTLAAG: voor opzetten van een logische verbinding tussen twee DTE's (DATA
Terminal Equipment), is eindsysteem gericht, packets worden ook in juiste volgorde gezet.
Protocollen zijn bv: TCP = transmission control protocol / UDP = User datagram protocol
/ SNA / RAS / WINS
3. NETWERKLAAG: zorgt dat packets vd ene naar de andere node worden getransporteerd.
Protocollen zijn bv: IP = internet protocol / PPP = point to point protocol / LAP / IPX/SPX
2. DATALINKLAAG / Verbindingslaag: zorgt voor een foutloze communicatie tussen twee
rechtstreeks aan elkaar verbonden nodes/computers. Protocollen zijn bv: ISDN / ATM /
Ethernet Data link Controle / MAC=Media Access Control.
1. PHYSICAL / Fysieke laag: zorgt ervoor dat de bits over de lijn gaan. Transporteenheden zijn
bits. Protocollen zijn bv: ethernet 50 ohm COAX / ISDN / 100base-tx UPT/STP /
FDDI=glasvezel e.d.
Een service tussen lagen bestaat uit een aantal elementen, dat zijn de serviceprimitieven.
Er zijn 4 soorten serviceprimitieven:
1. Request (uitgaand verzoek)
2. Indication (binnenkomend verzoek)
3. Response (antwoord op verzoek)
4. Confirmation (binnenkomend antwoord)
90
dinsdag 26 januari 2016
Pagina 20 van 37
vrg:
trefwoord
trefwrd onderverdeling
omschrijving
583
1344 Datacommunicatiemiddelen blz 69
overige aspecten -
2.5.7
FOUTAFHANDELING > in geval van transmissiefouten in de fysieke laag service provider heeft de
ontvangende datalink laag de volgende opties >
- detecteer de fout
- laat het daarbij
- genereer een indicatie voor de service user
- corrigeer de fout
- vraag om een hertransmissie van het frame
FOUTDECTECTIE > is meestal gebaseerd op CRC= Cyclic Redundancy Check. Hierbij probeert het
datalink protocol transmissiefouten te detecteren.
FOUTCORRECTIE > de gedetecteerde fouten worden herstelt.
FEC = Forward Error Correction.
SYNCHRONISATIE > zender en ontvanger moeten bij synchroon en asynchroon
gegevenstransport op elkaar zijn afgestemd.
- asynchroom > elk teken wordt afzonderlijk verstuurd.
- synchroom > gegevens worden als één blok verstuurd.
dinsdag 26 januari 2016
Pagina 21 van 37
vrg:
trefwoord
trefwrd onderverdeling
omschrijving
1345 Programmeermiddelen blz 71
programmeertalen -
2.6
- eerste generatietaal > machinetaal
- tweede generatietaal > assembleertaal
- hogere programeertalen (bv Basic, Pascal)
- vierde generatietaal > tools om het de programmeur zo makkelijk mogelijk te maken.
- vijfde generatietaal > vierge generatie + kunstmatige intelligentie
585
584
dinsdag 26 januari 2016
Pagina 22 van 37
vrg:
trefwoord
trefwrd onderverdeling
omschrijving
1346 Programmeermiddelen blz 72
2.6
compilers en
interpreters -
COMPILER > accepteren als invoer een bepaalde programmacode (broncode) en als uitvoer
leveren ze instructies in machinetaal (objectcode).
Het doelprogramma wordt door een knoopprogramma behandeld, dat hier de benodigde
externe routines aan toevoegd. Hier door ontstaat ehet laadbare programma voor het
geheugen..
INTERPRETER (vertolker) > zijn computerprogramma's die de opdrachten in de hogere
programmeertaal interpreteren, dwz het programma dat de gewenste werking teweeg
moet brengen, komt in het geheugen te staan gelijktijdig met de vertolker
(interpretatieprogramma), vervolgens worden de opdrachten in de hogere
programmeertaal één voor één uitgevoerd.
Hier wordt de omzetting naar machine-instructie dus iedere keer gedaan wanneer een
toepassingsprogramma wordt gebruikt.
Karakteristieken v programmermiddlen zijn >
- generatie
- grootte van het benodigde hoofdgeheugen
- niveau v normalisatie en standaardisatie
- de werkingswijze
- de wijze waarop diagnose v fouten kan worden doorgevoerd.
586
379
dinsdag 26 januari 2016
Pagina 23 van 37
vrg:
trefwoord
trefwrd onderverdeling
omschrijving
1347 Beveiligingsmiddelen blz 74
2.7
beveiligingsmiddelen het beveiligingsraamwerk geeft een overzicht van de stadia die moeten worden doorlopen voor de
implementatie van concrete beveiligingsmaatregelen. Deze stadia zijn >
- basisbeveiligingsmaatregelen
- invloedsfactoren
- risicoanalyse en besluiten management
- extra beveiligingsmaatregelen
- periodieke bijstelling
BASISBEBEILIGINGSMAATREGELEN > Tien hoofdcategorieën die van belang zijn voor informatiebeveiliging zijn >
1. beveiligingsbeleid
2. organisatie van de beveiliging
3. classificatie en beheer
4. personeel
5. fysieke beveiliging
6. computer en netwerkbeheer
7. toegangsbeveiliging
8. systeemontwikkeling en onderhoud
9. continuïteitsplanning
10. toezicht
INVLOEDSFACTOREN > om het gewenste beveiligingsniveau te bereiken is het belangrijk inzicht te
hebben in de risico's van de onderneming in het algemeen en de risico's die het gebruik van de
informatietechniek loopt met zich meebrengt, belangrijke factoren zijn >
- nationale en internationale wetgeving
- bepalingen van toezichthoudende instanties
- contractuele bepalingen
- de aard van de onderneming
RISICOANALYSE EN RISICOMANGEMENT cq BESLUITENMANGEMENT >
risico is het product van de kans dat in object van de informatievoorziening wordt getroffen door de
bedreiging en de schade die dat tot gevolg heeft. Risico = Kans * schade.
Een risicoanalyse bestaat tenminste uit de volgende elementen >
- object
- bedreiging
- incident
- schade
- risico
Risicomanagement bestaat uit de risicoanalyse en de maatregelen.
EXTRA BEVEILIGINSMAATREGELEN > beveiligingsmaatregelen kunnen op verschillende manieren
gegroepeerd of ingedeeld worden >
- beveiligingsmaatregelen naar BETROUWBAARHEIDSASPECT (BIV) >
- de BESCHIKBAARHEID waarborgen of bevorderen
- de INTEGRITEIT waarborgen of bevorderen
- de VERTROUWELIJKHEID waarborgen of bevorderen
- beveiligingsmaatregelen naar EFFECT >
- preventieve beveiligingsmaatregelen
- detective beveiligingsmaatregelen
- repressieve beveiligingsmaatregelen
- correctieve beveiligingsmaatregelen
- beveiligingsmaatregelen naar WERKWIJZE >
- fysieke beveiligingsmaatregelen
- technische beveiligingsmaatregelen
- organisatorische beveiligingsmaatregelen
- procedurele maatregelen
PERIODIEKE BIJSTELLING > interne en externe IT-audit. De audit die wordt uitgevoerd heeft
betrekking op vooraf door de opdrachtgever gespecialiseerde bedrijfsprocessen,
informatiesystemen en de hierbij behorende objecten deze verschillende onderdelen zijn onder te
brengen bij één van de door NOREA (= de Nederlandse Orde van Register EDP-Auditors)
gedefinieerde domeinen. Deze domeinen zijn >
dinsdag 26 januari 2016
Pagina 24 van 37
vrg:
trefwoord
trefwrd onderverdeling
omschrijving
- noria onderkent de volgende zes domeinen
- informatiestrategie
- informatiemanagement en IT-management
- informatiesystemen
- technische systemen
- processystemen
- operationele automatiseringsondersteuning
587
441
1348 Toepassingspakketten blz 82
2.8
Toepassingspakkette toepassingspakketten worden als volgt ingedeeld >
n- standaardpakketten
- beheerpakketten
- maatwerk
- CASE-tools (Computer Aided Software Engineering)
- IPSE (Integrated Project Support Environment)
dinsdag 26 januari 2016
Pagina 25 van 37
vrg:
trefwoord
trefwrd onderverdeling
omschrijving
1349 Bouwkundige voorzieningen blz 83
2.9
omgevingsconditie
en
omgevingsfactoren -
OMGEVINGSCONDITIE > Veel apparatuur heeft een bepaalde warmteafgifte die door lucht-,
waterkoeling, freon of een combinatie hiervan moet worden afgevoerd.
Vochtigheid en luchtzuiverheid zijn belangrijke factoren.
OMGEVINGSFACTOREN zijn >
- stof
- temperaturen vochtigheid
- druk
- elektromagnetisme
- geluid
- lichtsterkte
- vloerweerstand
- trillingen
HX.1
Hoofdstuk:
3
Beheertaken
1350 Taakgebieden blz 105 toestandenmodel
van Looijen 3.1
Het vertrekpunt om tot een ordening van ICT-beheer taken te komen is een toestandenmodel van
Looijen. Zodra in een organisatie het informatiebeleid gestalte krijgt, start de levenscyclus van een
informatiesysteem. De levenscyclus van het informatiesysteem eindigt op een moment dat de
informatiesysteem niet meer nodig is en verdwijnt.
72
dinsdag 26 januari 2016
Pagina 26 van 37
vrg:
trefwoord
trefwrd onderverdeling
omschrijving
1351 Taakgebieden blz 106 drievoudig model
3.1.2 van beheer van
Looijen -
er zijn drie vormen van beheer >
- de toestand gebruik wordt beheerd door functioneel beheer
- de toestandwijziging wordt beheerd door applicatiebeheer
- de toestandexploitatie wordt beheerd door technisch beheer
FUNCTIONEEL BEHEER > richt zich op de functionele aspecten van de in gebruik zijnde
informatiesystemen
APPLICATIEBEHEER > moet ervoor zorgen dat in gebruik zijnde programmatuur en
gegevensverzameling blijven werken. De volgende vormen worden onderscheiden >
- CORRECTIEF onderhoud
- PREVENTIEF onderhoud > voorkomen
- PERFECTIEF onderhoud > 2 vormen >
- het verbeteren van prestaties
- uitbreiding van functionaliteit
- ADAPTIEF onderhoud > aanpassen
- ADDITITEF onderhoud > dit richt zich op de realisatie van wensen en eisen gesteld vanuit het
gebruik
TECHNISCH BEHEER > richt zich op technische aspecten van een in gebruik zijnd
informatiesysteem.
495
1352 Taakgebieden blz 107 taakgebieden 3.1.3_6
1. taakgebieden voorkomen bij ALLE beheer vormen >
- management
- personeelsmanagement
- algemene bedrijfsondersteuning
- technische ondersteuning
2. taakgebieden die uitsluitend behoren tot de beheervorm van functioneel beheer FB >
- gebruikersbeheer
- functioneel onderhoud
3. taakgebied dat uitsluitend behoort tot de beheervorm applicatiebeheer AB >
- applicatie-onderhoud
4. taakgebieden die uitsluitend horen tot de beheervorm technisch beheer TB >
- operationele besturing
- onderhoud technische infrastructuur en operationele ondersteuning
dinsdag 26 januari 2016
Pagina 27 van 37
vrg:
trefwoord
trefwrd onderverdeling
omschrijving
1353 Taakvelden blz 112 taakgebieden 3.2
taakgebied Management > bestaat uit drie taakvelden >
- SM > strategisch management dat richting geeft aan de organisatie
- TM > tactisch management dit houdt zich bezig met het inrichten van de organisatie
- OM > operationeel management deze geeft sturing aan bedrijfsprocessen
Taakgebied personeelsmanagement PM > dit omvat alle personele aangelegenheden van de
medewerkers die behoren tot de beheerorganisatie.
Taakgebied algemene bedrijfsondersteuning AB > dit heeft als taakvelden >
- administratief beheer verzorgt alle administraties
- kwaliteitsbewaking
- capaciteitsplanning
- operationele opdrachtbeheersing
- begroting
- doorbelasting
- het verwerken het verwerven van automatiseringsmiddelen
Taakgebied technische ondersteuning TO > taakvelden zijn >
- ondersteunen van apparatuur en besturingssystemen de basisprogrammatuur
- ondersteunen van communicatiemiddelen
- ondersteuning van databasemanagementsystemen
- beheerder van de toepassingsprogrammatuur en de daarvoor benodigde beheermiddelen
onderzoek
- het onderzoeken van eigenschappen van hartensoftware
- het onderzoeken van verbetermogelijkheden van de verwerking en beheerprocessen
- het beheer van technische en bouwkundige voorzieningen
Taakgebied gebruikersbeheer GB > de taakvelden zijn >
- gebruikersondersteuning
- functioneel systeembeheer
- inhoudelijk beheer van bedrijfsgegevens
Taakgebied functioneel onderhoud FO > taakvelden bestaan uit >
- onderhoud van matige procedures
- functioneel onderhoudinformatiesystemen
- gegevensdefinitiebeheer
Taakgebied applicatie-onderhoud AO > bestaat uit de volgende taakvelden >
- onderhoud applicatieprogrammatuur
- gegevensbankbeheer
Taakgebied technische dienstverlening TD > heeft als taakvelden >
- het beheer van dienstenscala en dienstenniveau
- gegevensverwerking
- advies en participatie
- informatiecentrum
Taakgebied onderhoudtechnische infrastructuur van en operationele ondersteuning ON >
heeft als taakvelden >
- de wijziging technische infrastructuur
- probleembehandeling
- bewaking van de beschikbaarheid
- uitwijken
- beveiliging
Taakgebied operationele besturing OB > heeft als taakvelden >
- acceptatie
- besturing
- apparatuurbeheer
- technisch programmatuurbeheer
- fysiek gegevensbeheer
- gebruik andere lezen
dinsdag 26 januari 2016
Pagina 28 van 37
vrg:
trefwoord
trefwrd onderverdeling
omschrijving
- presentatie management
- afstellen
1354 Input, Throughput, Output blz 115 Input, Throughput,
Output 3.3
INPUT = INVOER > hier wordt bedoeld de gegevens of signalen die een apparaatproces of
kanaal ter verdere verwerking aangeboden krijgt.
THROUGHPUT > wordt bedoeld de hoeveelheid productief werk per tijdseenheid geleverd door
een gegevensverwerkend systeem.
OUTPUT = UITVOER > wordt bedoeld de resultaten die worden gegenereerd door een
informatieverwerkend systeem.
1355 Beheervorm - taakgebied - taakveld - taken blz 115
3.3
590
dinsdag 26 januari 2016
Pagina 29 van 37
vrg:
trefwoord
trefwrd onderverdeling
omschrijving
1356 Beheervorm - taakgebied - taakveld - taken blz 116
3.3
dinsdag 26 januari 2016
Pagina 30 van 37
vrg:
trefwoord
trefwrd onderverdeling
omschrijving
1357 Beheervorm - taakgebied - taakveld - taken blz 117
3.3
dinsdag 26 januari 2016
Pagina 31 van 37
vrg:
trefwoord
trefwrd onderverdeling
omschrijving
1358 Beheervorm - taakgebied - taakveld - taken blz 118
3.3
dinsdag 26 januari 2016
Pagina 32 van 37
vrg:
trefwoord
trefwrd onderverdeling
omschrijving
1359 Beheervorm - taakgebied - taakveld - taken blz 119
3.3
dinsdag 26 januari 2016
Pagina 33 van 37
vrg:
trefwoord
trefwrd onderverdeling
omschrijving
1360 Beheervorm - taakgebied - taakveld - taken blz 120
3.3
dinsdag 26 januari 2016
Pagina 34 van 37
vrg:
trefwoord
trefwrd onderverdeling
omschrijving
1361 Beheervorm - taakgebied - taakveld - taken blz 121
3.3
596
1362 Uitgebreide drievoudige model van beheer blz 122 meervoudige
samenhang 3.4
In de praktijkpraktijk zijn er natuurlijk situaties denkbaar waarbij het drievoudige model van beheer
zich niet beperkt tot drie beheereenheden, zie figuur.
588
dinsdag 26 januari 2016
Pagina 35 van 37
vrg:
trefwoord
trefwrd onderverdeling
omschrijving
1363 Uitgebreide drievoudige model van beheer blz 123 processen 3.4.2
processen
samenhangende ICT-beheerwerkzaamheden taken kunnen uit verschillende taakgebieden en/of
taakvelden worden samengevoegd professorlooien spreekt dan van processen
Configuratiebeheer >
het proces configuratiebeheer houdt zich bezig met het beheer van alle hard en software en de
bijbehorende documentatie die behoren tot een technische infrastructuur.
Netwerkbeheer >
het proces netwerkbeheer beheert alle communicatieapparatuur aan de benodigde verbindingen.
Probleem en wijzigingsbeheer >
het procesprobleem en wijzigingsbeheer houdt zich bezig met de afhandeling van problemen en de
daaruit voorkomende wijzigingsvoorstellen.
Risicobeheer >
het procesrisico breed beheer houdt zich bezig met het voorkomen van problemen.
Beschikbaarheidsbeheer >
het proces een beschikbaarheidsbeheer beheert de beschikbaarheid van (mogelijke) decentrale
systemen. Tot het proces rekent men een groot aantal taakvelden, dit zijn >
- kwaliteitsbewaking
- bewaking beschikbaarheid
- beheer dienstenscala en dienstenniveau
- functioneel systeembeheer
- bewaken van het gebruik
Infrastructuurbeheer >
het proces infrastructuurbeheer beheerde bouwkundige en technische voorzieningen.
1364 Uitgebreide drievoudige model van beheer blz 124 functies 3.4.3
dinsdag 26 januari 2016
er is sprake van een functie zodra verantwoordelijkheden zijn toegewezen en bekend is welke kennis
noodzakelijk is om een cluster van taken te kunnen uitvoeren.
Pagina 36 van 37
vrg:
trefwoord
trefwrd onderverdeling
omschrijving
1365 ICT-beheerwerkzaamheden volgens NGI blz 125 ICTHet NGI = Nederlands Genootschap voor Informatica > maakt een indeling van taakclusters.
beheerwerkzaamhed
Een taakcluster is een verzameling logisch samenhangende werkzaamheden die leidden tot één
3.5
en volgens NGI -
bepaald resultaat.
NGI gebruikt het architectuurmodel van Zachman. Dit architectuurmodel kent twee gezichtspunten
>
1. de aspecten van de informatievoorziening zijnde gegevensfuncties hulpmiddelen en
organisatie.
2. actoren oftewel betrokkenen dit zijn opdrachtgever analist ontwerper gebruikerbouwer en
eindgebruiker.
589
dinsdag 26 januari 2016
Pagina 37 van 37