Transcript Protocol sociale veiligheid Marnixschool
Protocol sociale veiligheid Marnixschool
Inleiding
Als team van de Marnixschool willen wij een zorgzame en sociaal veilige school zijn. Dat betekent dat iedereen zich veilig moeten voelen. Om deze reden dragen wij zorg voor onderling respect en voor een goede sfeer. Wij zien dit als onze Bijbelse opdracht: God liefhebben boven alles en de naaste als onszelf. Deze opdracht hebben onze leerlingen ook. Leerkrachten helpen hen om dit in praktijk te brengen. Dit doen we door zelf het goede voorbeeld te geven, door duidelijke omgangs-en werkregels te stellen en deze te handhaven. Dan weten de kinderen wat wel en niet kan. Op deze manier wordt sociale veiligheid gewaarborgd. Sociale onveiligheid treft iedereen. Samen met ouders willen wij er alles aan doen om dat te voorkomen. Mocht sociale onveiligheid zich desondanks toch voordoen, dan nemen wij duidelijk stelling. Met een directe aanpak moet ongewenst gedrag zo snel mogelijk stoppen. In dit protocol maken we onderscheid tussen wangedrag, plagen en pesten om aan te geven hoe sociale onveiligheid zich manifesteert: Onder wangedrag verstaan we: elk gedrag waar een ander zich niet prettig en/of veilig bij voelt. Onder pesten verstaan we: Iemand wordt gepest wanneer het
herhaaldelijk en langdurig
blootstaat aan
negatieve acties van een ander of anderen
(fysiek, verbaal, psychologisch, direct of indirect) die
bewust
op hem of haar zijn gericht. Bij pesten is er sprake van
machtsongelijkheid
en
steeds dezelfde persoon is slachtoffer.
Pesten gebeurt voornamelijk
buiten het gezichtsveld van volwassenen
. Pesten is
zeer schadelijk
voor de alle betrokkenen. Plagen gebeurt spontaan, openlijk en duurt niet lang. Plagen is onregelmatig; het is gericht op wisselende personen en er is geen sprake van machtsongelijkheid tussen de personen. Plagen gebeurt zonder iemand bewust schade toe te brengen. Dit protocol geeft inzicht in hoe wij sociale veiligheid waarborgen; het geeft regels voor samenwerking tussen school en ouders wanneer ongewenst gedrag zich voordoet. We vragen bestuur, directie en personeel, ouders (via de MR) daarom aan het begin van elk schooljaar dit protocol te ondertekenen. Directie agendeert het protocol aan het einde van het schooljaar op de laatste OKV, zodat dit kan worden bijgesteld waar nodig.
Uitgangspunten
o o We willen een veilige school zijn voor iedereen. Samen willen we ons optimaal inzetten om dit te realiseren. De school heeft een inspanningswil om ongewenst gedrag te voorkomen en aan te pakken. Zij doet dit door het scheppen van een veilig pedagogisch klimaat. Hierbinnen wordt wangedrag als onacceptabel ervaren en niet geaccepteerd. 1
o Leerkrachten moeten alert zijn op ongewenst gedrag en dit tijdig onderkennen. Wanneer dit toch optreedt, dienen zij hier direct en duidelijk actie in te ondernemen. Zij volgen daarbij de procedure van dit protocol. o Basis van dit protocol is de zogenaamde “Vijfsporenaanpak”. Dat betekent dat we alle betrokkenen willen betrekken. o De procedure, vervat in dit protocol, wordt onderschreven door bestuur (bevoegd gezag), directie, team en medezeggenschapsraad (ouders). Tevens wordt dit protocol opgenomen in het schoolplan, in de schoolgids en gepubliceerd op de website en in de 1 e nieuwsbrief van het schooljaar.
Werkwijze
Preventieve maatregelen:
o o o o De leerkracht bespreekt met de leerlingen aan het begin van het schooljaar de vier omgangsregels in de klas met de bijbehorende picto’s: Respecteer elkaar./Voor groot en klein zullen we aardig zijn.
In school ben je rustig/De school is binnen een wandelgebied en buiten geldt dat lekker niet!
Wees zuinig op materiaal/We zullen goed voor de spullen zorgen dan zijn ze weer te gebruiken morgen!
Op school eet je gezond/Eet je buikje lekker rond, doe dat wel gezond. Naast omgangsregels hanteren we werkregels. Het betreft de volgende regels: Tijdens de instructie kijk en luister je aandachtig. Tijdens het werken help je elkaar. Je zorgt dat het werk binnen de gestelde tijd af is, duidelijk leesbaar is voor de leerkracht en dat 80% goed is. Gewenst gedrag wordt benoemd en besproken in alle groepen van de school bij het aanbieden van de omgangsregel: ”Respecteer elkaar” /“Voor groot en klein zullen we aardig zijn” . De smileyposter van de Kanjertraining maakt zichtbaar wat respectvol gedrag betekent. Daaruit spreekt: Gedraag je zo dat anderen zich prettig en veilig voelen bij jouw gedrag. Deze poster wordt besproken en opgehangen in alle klassen. Daarnaast gebruiken we de poster met Kanjerafspraken uit de Kanjertraining die het begrip “respect” concreet maakt. Voor de bovenbouw: We vertrouwen elkaar. We helpen elkaar. We werken samen. We hebben plezier. We doen mee. Voor de onderbouw: We vertrouwen elkaar. We helpen elkaar. Niemand is de baas. Niemand lacht uit. Niemand blijft zielig. Wij pesten dus niet. Wij accepteren ook niet dat er gepest wordt. Deze poster met Kanjerafspraken wordt opgehangen in de groepen 1 tot en met 4. De intentieverklaring van de Kanjertraining (ook een poster) wordt in de groepen 5 tot en met 8 besproken en ondertekend door alle leerlingen aan het begin van elk schooljaar. Deze poster wordt ook opgehangen in de klas op een duidelijk zichtbare plek, naast de smileyposter. In de bovenbouw komt deze poster dus in de plaats van de poster met Kanjerafspraken.
De Kanjertraining wordt ingezet om sociale vaardigheden van leerlingen te stimuleren. De poster “omgaan met pesten” vormt daarbij de kern. Voor elke bouw is een aparte poster. Deze poster wordt eveneens opgehangen in de klassen. In totaal hangen er dus in elke groep 3 posters van de Kanjertraining waarop gewenst gedrag duidelijk wordt gemaakt. De posters hangen bovendien in de hal en in de overblijfruimte. 2
o o Er wordt actief pleinwacht gelopen volgens een rooster. De zorgstructuur m.b.t. sociaal-emotionele ontwikkeling is planmatig op individueel- en groepsniveau. Dat wil zeggen dat we onze preventieve aanpak verwoorden in groepsplannen sociaal emotionele ontwikkeling , dat we een signaleringsinstrument hanteren om deze ontwikkeling bij leerlingen in hun groep te volgen en dat extra ondersteuning geboden wordt als dat nodig is en dat de interventies worden geëvalueerd.
Curatieve maatregelen:
o Als er – ondanks preventieve maatregelen - toch wangedrag wordt gesignaleerd, volgen we onderstaande stappen. Bij wangedrag, zoals: verbaal: vernederen, schelden, bedreigen, belachelijk maken, bijnamen geven, roddelen, buitensluiten, briefjes rondsturen, fysiek: schoppen, knijpen, slaan, spugen, krabben, bijten, trekken, laten struikelen, ongewenst aanraken, klemzetten, duwen, opwachten , materieel: stelen, onderkladden, verstoppen van spullen, kapot maken van eigendommen, online pesten via computer of telefoon , o o wordt dit met de betrokken kinderen besproken onder leiding van de leerkracht die het ongewenste gedrag signaleert. We gaan ervanuit dat iedereen op onze school anderen een veilig en prettig gevoel wil geven. We maken onderscheid tussen onvermogen en onwil. Het gesprek wordt benut als leermoment. “Ik heb gezien/gehoord dat …Klopt dat? Wat deed jij precies? Wat was de aanleiding daarvoor? Hoe is dat voor…? Is dat je bedoeling? Hoe ga je het de volgende keer doen? Hoe herstel je emotionele- en/of materiële schade? Kunnen we op deze manier verder met elkaar?” Als leerlingen inderdaad mee werken en bijdragen aan dit proces en verantwoordelijkheid nemen, wordt er gepolst of en welke ondersteuning er nodig is. Centrale vraag is: Wat is er nodig om dit op te lossen? Er worden afspraken gemaakt en indien nodig geborgd in het groepsplan sociaal-emotionele ontwikkeling. Het aangepaste plan wordt gemaild naar de IB-er. In alle gevallen van wangedrag wordt er een registratieblad ingevuld. Registratiebladen worden ingehangen in Parnassys door de groepsleerkracht in de map van de betreffende leerling. De leerkracht blijft de leerlingen volgen en voorkomt herhaling van wangedrag door met enige regelmaat individuele- en groepsgesprekken te voeren, met als doel de vinger aan de pols te houden, te bekrachtigen en/of sociale ondersteuning te bieden, conform de Kanjertraining. Wordt er door een niet-eigen leerkracht ongewenst gedrag gesignaleerd, dan spreekt deze de leerling aan zoals hierboven is beschreven en rapporteert dit aan de groepsleerkracht van de betreffende leerling middels het registratieblad. De eigen leerkracht beoordeelt welk vervolg nodig is, zoals hierboven is beschreven. Als een leerling niet mee werkt (“Ik zit er niet mee. Het is niet mijn probleem.”) wordt direct contact opgenomen met de ouders. Zolang de ouders niet zijn te bereiken en/of op school zijn verschenen, wordt deze leerling uit de groep geplaatst onder toezicht van directie of IB-er. De groep wordt beschermd tegen deze leerling. Het gesprek met de ouders wordt oplossingsgericht gevoerd. Ook nu staat de vraag centraal: Wat is er nodig van de leerkracht, de groepsgenoten, individuele leerlingen om dit op te lossen? Als de ouders van mening zijn dat hun kind zich mag misdragen (“Bij deze invaller mag dat, want die kan niet lesgeven”, “Bij dit kind mag het, het daagt hem altijd uit” ) wordt de leerling intern geschorst tot vijf dagen en werkt het onder toezicht van directie of IB-er aan schoolse taken. In die dagen wordt overwogen of een leerling kan worden terug geplaatst. Terugplaatsing is afhankelijk van overtuiging van ouders en leerling. Als het kind zich wil conformeren, wordt een begeleidingsplan opgesteld ter ondersteuning van deze leerling, waaraan -naast de leerkracht en medeleerlingen- de ouders meewerken. 3
o o o 1.
2.
3.
4.
5.
Als de leerling zijn gedrag niet verbetert en/of de ouders niet meewerken, kan het kind niet worden teruggeplaatst in de groep en wordt de leerling voor een periode van maximaal 2 weken twee groepen hoger geplaatst binnen de school. In die andere groep heeft de leerling alleen contact met de leerkracht als de leerling zich positief gedraagt. Negatief gedrag wordt genegeerd door leerkracht en de nieuwe groepsgenoten. Als de leerling zich hieraan heeft aangepast dan mogen de nieuwe groepsgenoten contact met de leerling onderhouden, zolang het zich positief opstelt. Begrijpt de leerling dat hij zich moet houden aan de gedragsregels in de school en wil hij zich hiervoor inzetten, dan kan hij worden teruggeplaatst in de eigen groep. Leerlingen uit groep 7 en 8 komen bij directie of IB-er (of in uitzonderlijke gevallen in een andere groep). Tegelijkertijd wordt er advies gevraagd bij een van de Kanjertrainingspraktijken of Jeugdzorg. Het afwijzen van adviezen en het niet mee willen denken van ouders aan een positieve oplossing interpreteert de school als een vorm van pedagogische verwaarlozing en zal daar melding van doen bij “Veilig thuis”. Bij herhaling van ongewenst gedrag van de betreffende leerling in de hierboven vermelde situatie, gaat de school over tot definitieve schorsing; zie protocol schorsing en verwijdering. Wat betreft het hanteren van de werkregels geldt het volgende: De leerkracht handhaaft de werkregels als volgt: zij/hij negeert ongewenst gedrag als de groep er geen last van heeft in geval van onvermogen bij het kind of t.b.v. de lesvoortgang en bespreekt dit gedrag op een later moment met het kind, bij storend ongewenst gedrag: Benoemen gewenst gedrag met een informatieve, gedrag regulerende en affectieve component, bij herhaling van hetzelfde ongewenste gedrag: naam op het bord, bij herhaling kruisje achter naam en bij 3 kruisjes 10 minuten nablijven, bij 6 kruisjes 20 minuten, enzovoort. Ouders op de hoogte brengen, als de schooltaak niet af is of niet de gewenste kwaliteit heeft wordt dit over/afgemaakt. in alle gevallen wordt het schoolwerk op school afgemaakt; ouders worden op de hoogte gebracht door de leerkracht . 4
Bijlage
onderwijsprotocol
ouderprotocol
registratieblad
5
Onderwijsprotocol sociale veiligheid
Hiermee verklaren wij als direct verantwoordelijken voor de Marnixschool: 1.
2.
Gewenst gedrag willen we stimuleren; wan- en pestgedrag gedrag willen we aanpakken. Leerkrachten geven het goede voorbeeld en gaan respectvol om met leerlingen, ouders en elkaar; zij corrigeren leerlingen in voorkomende gevallen respectvol bij wangedrag met een gedragsregulerende-, een informatieve – en affectieve component. 3.
Om het probleem effectief aan te pakken werkt de school volgens de “vijfsporenaanpak” samen met alle betrokkenen: leerkrachten, ouders en leerlingen. 4.
Wij onderschrijven a.
het werken met de Kanjertraining, b.
het structureel bewustmaken van wan- en pestgedrag en de gevolgen hiervan, c.
d.
het beschikbaar stellen van geld voor scholing van personeelsleden, lesmaterialen, literatuur, een planmatige aanpak van de sociaal-emotionele ontwikkeling, zodat probleemgedrag bij leerlingen zo vroeg mogelijk wordt onderkend en aangepakt. 5.
Wij zijn bereid tot een periodieke zelfevaluatie binnen een door de MR vastgestelde termijn. 6.
Dit ondertekende protocol wordt op een zichtbare plaats opgehangen in de school. De tekst van dit protocol wordt bekend gemaakt via de nieuwsbrief en op de website van de school geplaatst.
Getekend namens d.d. 1.
Het bestuur : 2.
Directie/personeel :
6
Ouderprotocol sociale veiligheid
Hiermee verklaren wij als ouders: 1.
Gewenst gedrag willen we stimuleren; wan- en pestgedrag gedrag willen we aanpakken.. 2.
Om het probleem effectief aan te pakken, gaat de school uit van een zo goed mogelijke samenwerking tussen leerkrachten, ouders en leerlingen, de zogenaamde “vijfsporenaanpak”. Als ouders geven we het goede voorbeeld door respectvol over anderen te spreken. Daarnaast zeggen wij iedere medewerking toe om wangedrag aan te pakken. Als we signalen van onveiligheid ervaren nemen we contact op met school.
Getekend namens de oudergeleding van de MR d.d.
7
Registratieblad
Naam leerling: Groep: Ingevuld door: Datum:
Verbaal Incident
o o Schelden Vernederen o o o o o o o Bedreigen Belachelijk maken Bijnamen geven Roddelen Buitensluiten Briefjes rondsturen Anders:
Fysiek Incident
o o Schoppen Knijpen o o o o o o o Slaan Spugen Krabben Bijten Trekken Laten struikelen Anders: o o o o o o o o
Plaats Eventuele notitie:
Gang Toiletten Plein Kleedkamer Gymzaal Fietsenstalling Anders:
Materieel Incident
o o Stelen Onderkladden o o o Verstoppen van spullen Kapot maken van eigendom Anders: 8