hier deze MO*paper.

Download Report

Transcript hier deze MO*paper.

paper
80
99
80
© Gie Goris
paper
De stille revolutie
van sociaal ondernemers
Sociaal ondernemerschap als nieuwe benadering
voor internationale solidariteit?
door Fons van der Velden en Pol De Greve
❯
1
paper
99
80
MO*papers is een serie analyses die uitgegeven wordt door Wereldmediahuis vzw. Elke paper brengt fundamentele informatie over een tendens die de globaliserende wereld bepaalt. MO*papers worden toegankelijk
en diepgaand uitgewerkt.
MO*papers worden niet in gedrukte vorm verspreid. Ze zijn gratis downloadbaar op www.mo.be.
Bij het verschijnen van een nieuwe paper wordt een korte aankondiging gestuurd naar iedereen die zijn
of haar e-mailadres bezorgt aan [email protected] (onderwerp: alert)
Fons van der Velden en Pol De Greve werken als zakenpartners samen in Context, international cooperation in
Utrecht en verlenen ondersteuning aan ontwikkelingsorganisaties en sociaal ondernemers in binnen- en buitenland.
Vóór de oprichting van Context in 1998 was Fons van der Velden jarenlang werkzaam aan het Centre for International Development Issues van de Radboud Universiteit Nijmegen en de ontwikkelingsorganisatie ICCO en de Vereniging PSO. Zijn thematische specialisaties zijn capaciteitsversterking van organisaties, leiderschapsontwikkeling
en sociaal ondernemerschap.
Pol De Greve is ontwikkelingseconoom met een lange ervaring in de ontwikkelingssector. Voor hij in 2011 aansloot
bij Context werkte hij bij de FAO, het Internationaal Agrarisch Centrum (nu CDI – Universiteit Wageningen), Plan
Nederland, Plan Indonesië en Broederlijk Delen. Zijn belangrijkste werkterreinen zijn landbouwwaardeketens,
sociaal ondernemen, sociale-impactanalyse en plattelandsontwikkeling.
De tekst van deze paper is het resultaat van een langlopend actieonderzoek van Context, international cooperation
naar sociaal ondernemerschap in vooral lage- en middeninkomenslanden. Deze paper bouwt voort op eerdere
publicaties van de auteurs.
De auteurs danken Karine Godthelp, Carmen Kurvers en Titus van der Spek voor hun ondersteuning bij de totstandkoming van deze tekst. Feedback is welkom: [email protected]
Redactieraad MO*papers: Saartje Boutsen (Vredeseilanden), Lieve De Meyer (eindredactie),
Rudy De Meyer (11.11.11), Gie Goris (MO*), Brigitte Herremans (Broederlijk Delen),
Nadia Molenaers (IOB Antwerpen), Marieke Poissonnier, (Oxfam-Wereldwinkels),
Arne Schollaert (Oxfam-Wereldwinkels), Liesbet Vangeel (FOS-Socsol), Emiel Vervliet.
Informatie: [email protected] of MO*paper, Vlasfabriekstraat 11, 1060 Brussel
Suggesties: [email protected]
Wereldmediahuis is ook uitgever van het printmagazine MO*, de mondiale nieuwssite www.MO.be, en van de
nieuwsbrief eMO* (tweemaal per week). Verder organiseert de vzw MO* lezingen en mondiale cafés.
Overname van de teksten is toegestaan mits toestemming van auteur en uitgever.
❯
2
paper
99
80
Over mensen met een moeilijk lichaam, afvalverzamelaars en hangjongeren
❱ Medewerkers van Trashy Bags in Accra (Ghana) verzamelen
In Nederland steunde Nicolette Mak haar broer ‘met een moei-
plastic zwerfaval en toveren het om tot tassen en zelfs kleding
lijk lichaam’ door het opzetten van een pakjesdienst (Valid
die op de markt worden verkocht. Bij Alive & Kicking in Nairo-
Express) een plaats vinden de samenleving.
bi (Kenia) en Accra (Ghana) produceren jongeren met een gro-
De Vlaspit (Scherpenheuvel) noemt zichzelf een pleitbezorger
te afstand tot de arbeidsmarkt lederen voetballen, die zelfs
voor een meer sociale economie met de kernopdracht acties te
door de UEFA worden gekocht.
ondernemen die het welzijn en de maatschappelijke participa-
In de verschillende werkateliers van Friends International her-
tie van kansengroepen bevorderen.
vinden jongens en meisjes, mannen en vrouwen die voorheen
Wat hebben deze voorbeelden gemeen? Het gaat telkens om
werkzaam waren in de seksindustrie hun menselijke waardig-
sociale bedrijven, die actief zijn op de markt maar de doelstel-
heid en krijgen toegang tot de arbeidsmarkt.
ling hebben om op een financieel duurzame manier bij te dra-
Tech-Innov in Niamey (Niger) verleent boeren technologische
gen aan maatschappelijke veranderingsprocessen.
ondersteuning met een verantwoord waterbeheer.
valid express: ‘koerier met een hart’
Uit frustratie dat haar broer, die een lichamelijke handicap heeft, geen betaalde baan kon vinden, besloot Nicolette Mak
zelf werkgelegenheid te creëren. In 2001 zette ze Valid Express op: een Nederlandse koeriersdienst die betaald werk biedt
aan mensen met een lichamelijke handicap of chronische ziekte. Op vijftien jaar tijd is Valid Express uitgegroeid tot een
gevestigde naam – een succesvol sociaal bedrijf. De koeriersdienst heeft intussen zestig mensen in dienst. Valid Express
wil gelijkheid op de arbeidsmarkt bevorderen voor mensen met een lichamelijke beperking. Door deze mensen als koeriers in te zetten, biedt Valid Express hun een waardige baan. Bovendien stimuleert het sociaal bedrijf deelname van zijn
werknemers aan de samenleving en houdt hen op die manier ver van de uitkeringssfeer. Valid Express is intussen overgenomen door PostNL en uitgegroeid tot het grootste koeriersbedrijf van Nederland waar uitsluitend mensen met een chronische ziekte of fysieke handicap werken.
Valid Express is maar een van de vele voorbeelden van sociale
ondernemerschap toegenomen, zowel in hoge- als in midden-
bedrijven die een maatschappelijk probleem aanpakken op
en lage-inkomenslanden. Bovendien zijn veel sociale onderne-
een ondernemende manier. Die ondernemingen streven er in
mingen erin geslaagd een plek te veroveren op het raakvlak
de eerste plaats naar om van de wereld een betere plek te
van de traditionele ontwikkelingssector, de markt en de staat.
maken en zijn daarmee, zoals Lynch en Wall het noemen,
Om de woorden van Gert van Dijk, hoogleraar aan de Nyenro-
‘bedrijven voor het algemeen belang’.
de Business Universiteit, te gebruiken: de ‘stille revolutie van
De afgelopen drie decennia is de populariteit van sociaal
de sociaal ondernemers’ is volop bezig.
❯
3
paper
99
80
Het einde van de klassieke naoorlogse ontwikkelingssamenwerking?
❱ In 1997 schreef de Nederlandse niet-westerse socioloog Jan
lingstheorie zit in een impasse, ontwikkelingsorganisaties zijn
Breman: “Zelf beschouw ik de ontwikkelingshulp van de rijke
in toenemende mate op zoek naar hun raison d’être, machtsre-
aan de arme landen gedurende de afgelopen decennia als een
laties hebben de afgelopen decennia te weinig aandacht gekre-
overbrugging van twee tijdperken gemarkeerd door de laat-
gen binnen ontwikkelingssamenwerking, de
koloniale politiek uit de eerste helft van de twintigste eeuw aan
partnerrelaties met organisaties in lage- en middeninkomens-
de ene kant en de totstandbrenging van een geïntegreerde
landen staan onder druk, er zijn uitdagingen op het terrein van
wereldeconomie op kapitalistische leest geschoeid in dit fin-
resultaatmeting en communicatie en de budgetten voor inter-
de-siècletijdperk aan de andere kant.”
nationale samenwerking worden alsmaar kleiner.
Deze stelling van Breman past in een ondertussen lange tradi-
Bovendien ondernemen steeds meer maatschappelijke organi-
tie van kritische publicaties over het naoorlogse fenomeen van
saties activiteiten op het terrein van de internationale samen-
de moderne ontwikkelingssamenwerking, waarvan het begin-
werking (de zogenaamde Vierde Pijler): internationale solidari-
punt gemarkeerd kan worden met ‘point 4’ uit de inaugurale
teit is daarom niet langer het exclusieve voorrecht en domein
rede van de Amerikaanse president Truman in 1949: “We must
van professionele ontwikkelingsorganisaties, overheid en mul-
embark on a bold new program for making the benefits of our scien-
tilaterale instellingen.
tific advances and industrial progress available for the improvement
and growth of underdeveloped areas.”
Het einde van de naoorlogse ‘traditionele’ ontwikkelingssa-
In België zijn in de loop van de jaren verschillende kritische
menwerking is in zicht, terwijl de kracht om van binnenuit te
publicaties verschenen over ontwikkelingshulp. Zo trok Dirk
vernieuwen klein lijkt. Jean Bossuyt, voorzitter van de Belgi-
Barrez al in 1993, samen met vooraanstaande ontwikkelings-
sche ngo-federatie, stelt in het zomernummer 2015 van MO*
deskundigen als Hans Achterhuis, Alan Fowler en Yash Tan-
Magazine: “Het klassieke ontwikkelingsdenken zit vast aan
don, fel van leer tegen de vermeende ineffectiviteit van de ont-
een overdracht van middelen, aan de Noord-Zuidkloof, aan
wikkelingssamenwerking: “Dertig jaar ontwikkelingssamen-
verouderde instrumenten en actoren. De ontwikkelings-
werking is uitgelopen op een fiasco.” Achterhuis betoogt dat de
branche verzet zich tegen veranderingen.”
ontwikkelingsindustrie eerder een onderdeel van het probleem dan van de oplossing is. Jean Bossuyt spreekt in 1993
In de internationale arena is de laatste jaren – mede onder
van een midlifecrisis van de ngo-sector. Een paar jaar later
invloed van de recessie – steeds meer het besef doorgedrongen
(1996) kwam Douglas de Coninck met Witte olifanten; de mil-
dat veranderingen in het neoliberale economische bestel naar
jardenschandalen van de Belgische ontwikkelingssamenwerking
een meer sociale economie van essentieel belang zijn, dat soci-
waarin hij een groot aantal mislukkingen de revue laat passe-
ale bedrijven een bijdrage kunnen leveren aan een vernieu-
ren. In 2007 berichtte Thierry Debels in Hoe goed is het goede
wing van de praktijk van internationale solidariteit en dat soci-
doel over onmacht, cynisme en vooral onkunde.
aal ondernemen in potentie beschouwd kan worden als een
alternatief voor traditionele ontwikkelingsbenaderingen.
Of al deze publicaties het al dan niet bij het rechte eind hebben, is eigenlijk niet van belang. In elk geval is de sector van de
Wat zijn sociale bedrijven? Waarin onderscheiden ze zich van
ontwikkelingssamenwerking het laatste decennium van een
het reguliere bedrijfsleven? Wat zijn in de praktijk de belang-
midlifecrisis in een permanente crisis gerold: de legitimiteit
rijkste uitdagingen? En wat zijn de verschillen ten opzichte
en de morele autoriteit staan op een laag peil. De ontwikke-
van ‘traditionele’ ontwikkelingsactoren?
❯
4
paper
99
80
Het ondernemerschapscontinuüm
❱ Binnen de Belgische en Nederlandse ontwikkelingsgemeen-
waarin hij de stelling verdedigde dat winstmaximalisatie de eni-
schap bestaat er nogal eens verwarring over de terminologie in
ge maatschappelijke verantwoordelijkheid van bedrijven is: “The
verband met bedrijven die een min of meer sociale oriëntatie heb-
social responsibility of business is to increase its profits”. Die stelling
ben en begrippen worden te pas en te onpas door elkaar gebruikt.
is vandaag niet langer houdbaar: ondernemingen kunnen
onderverdeeld worden in verschillende archetypes. De onder-
In 1970 schreef de vooraanstaand econoom Milton Friedman in
staande figuur geeft een schematisch overzicht.
het magazine van The New York Times een legendarisch artikel
De verschillende types ondernemingen kunnen als volgt wor-
riënteerde onderneming die – binnen de logica van een op
den beschreven:
aandeelhouderswaarde georiënteerde bedrijfsvoering – zo
• Traditionele op winst gerichte ondernemingen: voor deze
veel mogelijk rekening probeert te houden met negatieve
ondernemingen is de aandeelhouderswaarde het belangrijk-
effecten voor mens en natuur, zolang dit de winstgevendheid
ste principe, in de praktijk betekent dit vaak winstmaximali-
niet in gevaar brengt.
satie.
• Gedeelde waardecreatie: er wordt economische waarde gec-
• Ondernemingen die een traditioneel winstoogmerk combi-
reëerd door sociale problemen aan te pakken op een manier
neren met een liefdadigheidsfonds: een deel van de winst van
dat ook de samenleving daar voordeel bij heeft. Het creëren
de onderneming wordt gedoneerd aan een goed doel.
van aandeelhouderswaarde en een maatschappelijke impact
• ‘Zacht’ maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO):
wordt gedefinieerd als een win-winsituatie. Als het spannend
een traditionele winstgeoriënteerde onderneming die han-
wordt, gaat de aandeelhouderswaarde echter voor.
delt volgens het principe dat negatieve impact op mensen en
• Sociale bedrijven (social businesses): het realiseren van maat-
natuur zo veel mogelijk vermeden moet worden.
schappelijke en politieke verandering is de belangrijkste
• ‘Sterk’ verantwoord ondernemen: een traditionele winstgeo-
doelstelling van sociale bedrijven. Zij spitsen zich toe op
❯
5
paper
99
80
meervoudige maatschappelijke waardecreatie op een
Dit concept draait rond meervoudige waardecreatie op een
bedrijfsmatige en financieel duurzame wijze.
financieel duurzame manier, die ook – maar niet alleen – tot
• Sociale ondernemingen (social enterprises): deze ondernemin-
financieel rendement leidt. Het gaat dus niet enkel om een
gen werken meestal op basis van een mix van financierings-
combinatie van het creëren van financiële en sociale waarde
bronnen (subsidies, donaties, sociaal kapitaal) en richten
(wat veelal het geval is bij sociale ondernemingen). Bij een
hun activiteiten op − en besteden hun winst aan − het berei-
sociaal bedrijf wordt de dichotomie tussen beide opgeheven:
ken van een sociale doelstelling. Dit gebeurt echter op een
het gaat om maatschappelijke waardecreatie op een geïnte-
financieel niet-duurzame wijze. De belangrijkste onderschei-
greerde manier die niet exclusief financieel of sociaal georiën-
dende eigenschap is de combinatie van de sociale en maat-
teerd is. Dergelijke bedrijven streven naar een sociale (solidari-
schappelijke doelstelling met een ondernemende instelling
teits)economie in een poging om het kapitalisme te hervor-
(die kenmerkend is voor de privésector).
men, onder het motto ‘It does not have to be like this’. (Legum
• Traditionele non-profitorganisaties: deze categorie kent ver-
2003)
schillende vormen, zoals verenigingen, stichtingen, enzovoort. Het gaat om organisaties die zich richten op maat-
Sociale ondernemingen zijn organisaties die ‘bedrijfje spelen’,
schappelijke waardecreatie op een manier die vanuit financi-
zoals dat enigszins denigrerend wordt aangeduid n een inter-
ële optiek niet-duurzaam is (bijvoorbeeld via institutionele
view met het Nederlandse Tweedekamerlid Ingrid de Caluwé
fondsenwerving en privégiften).
van de VVD. In Nederland gebeurt dat door enkele ontwikkelingsorganisaties die overheidsgeld (subsidies) gebruiken voor
Elke bedrijfsvorm heeft zijn eigen eigenschappen, legitimiteit
het opstarten, subsidiëren of beheren van bedrijven. Zodra de
en logica, maar is redelijk verschillend in de mate waarin bijge-
subsidie wegvalt, staat de duurzaamheid van dergelijke entitei-
dragen wordt aan maatschappelijke veranderingen. In de inter-
ten onder druk.
nationale literatuur en fora over dit onderwerp wordt categorie
6 – het sociale bedrijf – gezien als de meest zuivere vorm van
Binnen de privésector is de laatste jaren het begrip ‘gedeelde
het op een bedrijfsmatige wijze bevorderen van maatschappe-
waardecreatie’ populair gewonden, onder invloed van de hoog-
lijke impact.
leraren Porter & Kramer van de Harvard-universiteit (Harvard
De kern van een sociaal bedrijf bestaat erin daadwerkelijk
Business Review, januari 2011). Maar hoewel deze aanpak zijn
maatschappelijke veranderingen tot stand te brengen, machts-
eigen waarde heeft, zijn er maar weinig overeenkomsten tus-
verhoudingen te veranderen, armoede te verminderen, uitslui-
sen gedeelde waardecreatie en een sociaal bedrijf. De concur-
ting tegen te gaan en mensenrechtenschendingen te bestrij-
rentiepositie en de aandeelhouderstevredenheid blijven
den. Sociaal-politieke verandering is de kernactiviteit van een
immers het voornaamste doel van de onderneming.
sociaal bedrijf.
alive & kicking
In 2004 startte Jim Cogan de eerste werkplaats van ‘Alive & Kicking’ in Nairobi, omdat hij de passie van het Afrikaanse
continent voor voetbal had gezien. Op dit moment produceert Alive & Kicking voetballen in Kenia, Zambia en Ghana.
Alive & Kicking verschaft niet alleen kinderen het juiste materiaal om te kunnen spelen, er worden ook jobs gecreëerd voor
jongeren met een grote afstand tot de arbeidsmarkt en sport wordt ingezet bij het bestrijden en voorkomen van de verspreiding van hiv. Jaarlijks bereikt Alive & Kicking duizenden jongeren door middel van sportcampagnes. Elf jaar na de
start telt dit sociaal bedrijf drie Afrikaanse productiewerkplaatsen en 140 werknemers en is dus volop alive and kicking.
❯
6
paper
99
80
Tien kenmerken van sociaal ondernemerschap
3. een sociaal bedrijf is financieel duurzaam
❱ We kunnen het ideale type van sociaal bedrijf, dat actief is in
lage- en middeninkomenlanden, definiëren met behulp van
Financiële duurzaamheid en onafhankelijkheid zijn kernka-
tien kenmerken.
rakteristieken van een sociaal bedrijf. Onder sociaal
onderne(e)m(st)ers en in literatuur over sociaal ondernemer-
1. de primaire doelstelling is meervoudige
waardecreatie
schap loopt een debat over het percentage van het inkomen dat
moet worden gegenereerd via de markt om als sociaal bedrijf
Het voornaamste doel van een sociaal bedrijf is het creëren van
te worden beschouwd. Volgens the Social Enterprise Mark uit
meervoudige maatschappelijke waarde, zoals bijdragen aan de
Groot-Brittannië moet minstens 50% van het inkomen van
positieverbetering van armen, machtsrelaties beïnvloeden,
een sociaal bedrijf via de markt verdiend worden. Het is echter
armoedebestrijding, uitsluiting tegengaan of strijd voeren
de vraag of dit percentage niet te laag is.
tegen schendingen van mensenrechten. Afhankelijk van de
Voor veel organisaties is het een hele krachttoer om zich om te
context streeft een sociaal ondernemer ernaar om sociale, eco-
vormen van gesubsidieerde organisatie naar een op de markt
logische, politieke en/of culturele impact te creëren. Anders
gericht sociaal bedrijf. Die omslag vergt meestal een funda-
dan bij een reguliere onderneming ligt het hoofdaccent niet op
mentele omschakeling in de organisatiecultuur: mindset, stra-
het maximaliseren van de winst en de aandeelhouderswaarde.
tegie, systemen, procedures, stafcompetenties, leiderschap,
enzovoort, moeten op één lijn worden gebracht met het nieu-
2. sociaal onderne(e)m(st)ers opereren via de
markt
we karakter van een sociaal bedrijf. Daarom kan het wenselijk
zijn om vast te houden aan een hoger percentage van inkomen
Sociale bedrijven werken met een marktgericht bedrijfsmodel:
dat via de markt gegenereerd moet worden, om zo een zeker
ze produceren goederen en/of diensten voor de markt. Vol-
niveau van ondernemersgeest in de organisatie te blazen.
gens Black en Nicholls (2004) werken sociale bedrijven op dat
gebied hetzelfde als op winst gerichte bedrijven, met echte
De afgelopen twintig jaar zijn verschillende types investeer-
handel en echte betalende klanten. Tegelijk met het genereren
ders actief geworden in deze wereld, gaande van zogenaamde
van inkomsten pakken zij echter maatschappelijke vraagstuk-
‘angel investors’ en sociaal investeerders tot reguliere banken,
ken aan. “Het zijn florerende bedrijven, onderdeel van de
durfkapitalisten en stichtingen. De aflossingsvrije periodes
ondernemende economie, die diensten en producten op de
zijn in veel gevallen langer (vandaar de benaming ‘slow capi-
markt brengen waarmee ongelijkheid wordt bestreden en kan-
tal’) dan bij reguliere investeringen en het financieel rende-
sen worden gecreëerd voor mensen die normaal gesproken
ment op een investering is over het algemeen lager dan de
buiten de reguliere economie vallen.”
marktconforme standaard. Met andere woorden: een sociaal
In tegenstelling tot niet-gouvernementele ontwikkelingsorga-
bedrijf vraagt om geduldige investeerders.
nisaties, die hun voortbestaan danken aan subsidies, zijn sociale bedrijven grotendeels financieel onafhankelijk. Zoals
Sociale bedrijven bieden vaak diensten en producten aan in
Black en Nicholls benadrukken, willen deze ondernemingen
segmenten van de markt waar de privé- of overheidssector er
“bevrijd zijn van de tirannie van subsidiestromen”. Bovendien
niet in geslaagd zijn adequaat te handelen en waar de capacitei-
opereren sociale bedrijven niet in een kunstmatige parallelle
ten en organisatorische competenties beperkt zijn. Zo’n specia-
economie, maar zijn ze onderdeel van de normale concurre-
lisatie brengt in de regel extra transactiekosten met zich mee,
rende markt met “echte producten, echte concurrentie en reële
die kunnen opgevangen worden met subsidies. In dit kader
marktprijzen”.
stellen Black en Nicholls voor om het begrip ‘subsidie’ te ver-
❯
7
paper
99
80
vangen door ‘compensatie’. Sociaal onderne(e)m(st)ers – in het
externe factoren die van invloed zijn op de waardeketen.
bijzonder in lage- en middeninkomenslanden – moeten vaak
Belanghebbenden in een waardeketen zijn onder andere de
een manier vinden om extra managementlasten en transactie-
producenten, handelaren, zij die betrokken zijn bij de verwer-
kosten op te vangen, vooral in de opstartfase van hun bedrijf.
king van producten, dienstverleners, groothandelaars en
Deze lasten en kosten moeten worden gecompenseerd.
detailverkopers. De invloed en het belang van deze belanghebbenden verschillen van actor tot actor.
4. sociaal onderne(e)m(st)ers werken in
waardeketens
Voor een sociaal bedrijf is het van groot belang om een strate-
Sociale bedrijven opereren in verschillende situaties, die in het
gisch slimme keuze te maken in de positionering van het
algemeen gekarakteriseerd worden door een veelvoud aan
bedrijf in de waardeketen en om de relaties met belanghebben-
klanten en belanghebbenden. De voornaamste reden hiervoor
den proactief te onderhouden. Muhammad Yunus: “Het ver-
is het feit dat sociale bedrijven onderdeel zijn van een waarde-
mogen om positieve, creatieve relaties te initiëren en te onder-
keten. In een waardeketen vinden onderling verbonden en
houden met partnerorganisaties, is een van de kenmerken van
waarde toevoegende activiteiten plaats die ‘inputs’ omzetten in
een sociaal bedrijf.” Ervaring toont aan dat de organisatorische
‘outputs’ (producten en diensten). De kenmerken van een
gezondheid van een sociaal bedrijf mee wordt bepaald door de
waardeketen verschillen per geval en zijn in grote mate afhan-
mate waarin een sociaal onderne(e)m(st)er in staat is om zijn
kelijk van wat er geproduceerd wordt, de context waarin
of haar bedrijf op gepaste en effectieve wijze te verankeren in
gewerkt wordt, de actoren die betrokken zijn en de interne en
de institutionele context.
appels in de himalaya
In India worden vooral appels gekweekt in hooggelegen en heuvelachtige gebieden, waar de dorpen zeer verspreid liggen
en de appelboomgaarden moeilijk bereikbaar zijn. Hoewel de productie van appels in principe goede inkomsten oplevert,
wordt meestal weinig aandacht besteed aan een goede timing van de oogst, de opslag en het transport van de appels en de
verkoop op de markt aan een correcte prijs. De oorzaken hiervan hebben te maken met de kleinschalige en marginale landbouw, de harde en onvoorspelbare weersomstandigheden, het gebrek aan communicatie, de slechte infrastructuur en het
gebrek aan kennis over kwaliteit en markt. Bovendien zitten veel kleine appelboeren in de tang bij geldwoekeraars die geld
lenen op voorwaarde dat de kwekers de oogst aan hen verkopen tegen een lage prijs.
De organisatie Shri Jagdamba Samiti (SJS) werd in 1991 opgericht door een groep vrijwilligers bestaande uit economen,
managementdeskundigen, sociaal wetenschappers, ontwikkelingsspecialisten en dorpsbewoners van Bhilangana in India.
Er ontstond een partnerschap tussen deze organisatie en andere sociale bedrijven zoals Fresh Food Technology (FFT), een
bedrijf dat managementondersteuning verleent, en Agriculture & Organic Farming Group (AOFG), een strategische partner, met het doel de kleine en marginale appelboeren van de Indiase staten Uttarakhand en Himachal Pradesh te ondersteunen met duurzame sociaaleconomische ontwikkeling.
Zo ontstond het ‘appelproject’, dat met succes een winstgevend zakelijk partnerschap tussen investeerders en groepen
boeren heeft gecreëerd door een joint venture op te zetten die op commercieel verantwoorde wijze wordt gerund. De organisatie is in handen van de boeren zelf en dit garandeert een duurzamer beleid. Op dit moment nemen er 3.500 boeren
❯
8
❯
paper
99
80
deel aan het appelproject, dat onder andere zorgt voor technische ondersteuning bij de appelteelt, informatie aan de boeren over markttarieven en aankoop van producten op basis van de marktprijs.
Dit sociaal bedrijf brengt verandering in de levenskwaliteit in deze afgelegen dorpen in India. Zo is de kwaliteit van de
appels verbeterd en zijn de inkomsten van de boeren aanzienlijk toegenomen. Veel vrouwen hebben ook werk gevonden in
een verwerkingsbedrijf dat fruitsap produceert en minder tieners migreren nog naar de grote steden, omdat de werkgelegenheid en welvaart in de dorpen een boost heeft gekregen.
5. een sociaal bedrijf wordt geleid door een
sociaal onderne(e)m(st)er
schappelijke vraagstukken aan te pakken. Volgens Muham-
Een sociaal bedrijf wordt geleid door een sociaal
mad Yunus helpt een sociaal investeerder anderen, zonder
actie te komen en op duurzame en ondernemende wijze maat-
onderne(e)m(st)er en niet door een sociaal werker. Dees
daarbij zelf enige vorm van financieel rendement na te stre-
omschrijft de ideale sociaal ondernemer als een “dappere en
ven. Hij noemt een sociaal bedrijf ook wel een niet-dividend-
opportunistische ondernemer die ernaar streeft sociale waarde
uitkerend bedrijf.
te creëren en te behouden, en een vermogen tot innovatie en
aanpassingsvermogen aanwendt om de schaarste van midde-
Alle respect voor de Nobelprijswinnaar, maar deze visie wordt
len het hoofd te bieden.” Een sociaal onderne(e)m(st)er heeft
internationaal nogal betwist. Sociaal investeerders kunnen wel
een heldere visie, passie en vastberadenheid en combineert die
degelijk financieel rendement uitgekeerd krijgen op basis van
met risicobereidheid, een commerciële benadering en een
hun investering, maar in veel gevallen aanvaarden zij een lager
drang naar innovatie. Een dergelijke commerciële benadering
rendement en/of een langere aflossingsvrije periode. Sociaal
vraagt een flinke dosis sociaal kapitaal om zeker te stellen dat
onderne(e)m(st)ers compenseren dit door aan te tonen dat zij
mensen, regio’s, groepen en individuen bereid zijn hun bijdra-
in de tussentijd niet-financiële winst of waarde creëren (in de
ge te leveren aan een sociaal bedrijf.
regel aangeduid als Social Return on Investment).
Er is echter een groot verschil met het gangbare leiderschaps-
Er zijn verschillende vormen van kapitaal: traag kapitaal,
type in de traditionele ontwikkelingssector. Volgens Peattie en
gemengd kapitaal, subsidies en een combinatie daarvan. De
Morley zijn dergelijke persoonlijkheidstypes veeleer geneigd
bijdrage van sociaal investeerders blijft vaak niet beperkt tot
tot “welwillende autocratie dan tot participatie of democrati-
financieel kapitaal, want vaak dragen zij ook creativiteit, net-
sche benaderingen”.
werk, technische competenties, levenservaring en andere middelen bij.
6. sociaal investeerders nemen de financiering
op zich
7. er wordt maatschappelijke verantwoording
afgelegd
Toegang tot stabiel en zeker kapitaal is een van de belangrijk-
Black en Nicholls hebben absoluut gelijk wanneer zij aanvoe-
ste succesfactoren voor sociale bedrijven. Veel sociaal investeerders, die voor dit kapitaal willen zorgen, worden gedreven
ren dat het woord ‘sociaal’ in sociaal ondernemerschap beteke-
door een heldere visie op het aanpakken van sociale proble-
nisloos is als de socialewaardecreatie niet wordt geverifieerd en
men en zijn toegewijd aan het verbeteren van de wereld om
aangetoond. Het is de morele plicht van sociaal
hen heen. Ze investeren producten, diensten en geld in de
onderne(e)m(st)ers om verantwoording af te leggen aan
samenleving met de bedoeling mensen te stimuleren om in
belanghebbenden en klanten. “Verantwoording en de bereid-
❯
9
paper
99
80
heid om door een onafhankelijke derde te worden gecontro-
Dit betekent voor bedrijven ook dat zij pas succesvol kunnen
leerd, zijn de lakmoesproef van een sociale onderneming,” zo
zijn als ze burgers actief betrekken bij de verschillende lagen
stellen zij. Het belang van rapportering over de sociale doel-
en fasen van een bedrijf. Het adagium is dan ook om mensen
stellingen, resultaten en impact is inherent verbonden met de
te betrekken: ‘Do not give them; give them respect’.
voortdurende zoektocht naar een evenwicht tussen de financi-
Sociaal ondernemerschap biedt iedereen de kans om van de
ële en sociale doelen van een sociale onderneming.
wereld een betere plaats te maken: het oplossen van problemen ligt niet alleen in de handen van de overheid. Sociaal
Door het prioritaire karakter van de sociale doelstellingen is er
ondernemerschap combineert het beste van de twee werelden
een diversiteit aan actoren betrokken bij een sociaal bedrijf.
van de privésector en de ontwikkelingssector.
Prestatiemeting, benchmarking en rapportering zijn om drie
9. innovatie is een essentieel onderdeel
redenen van cruciaal belang: (1) sociale rapportering versterkt
Sociaal ondernemerschap ontstaat in lage- en middeninko-
een sociaal bedrijf en verbetert de kwaliteit van resultaten; (2)
het maakt het mogelijk om de toegevoegde waarde van een
menslanden vooral als reactie op het falen van de markt of pro-
onderneming aan te tonen aan de mensen die belangrijk zijn
blemen met de financiering en het beheren van (wat traditio-
voor een sociaal bedrijf; en (3) het is een morele zowel als zake-
neel wordt beschouwd als) openbare dienstverlening. Veel
lijke verantwoordelijkheid ten opzichte van de sociaal inves-
bedrijven werken dan ook op markten waar de privé- en de
teerders. Een onderneming is pas een sociaal bedrijf wanneer
overheidssector er niet in geslaagd zijn onrecht aan te pakken.
je kunt aantonen dat een combinatie van sociale en financiële
Business as usual heeft niet gewerkt en er is vraag naar alterna-
waarde wordt gecreëerd.
tieve modellen, of, zoals Black en Nicholls beknopt samenvatten: “Het draait om het vinden van antwoorden waar anderen
Financiële waarde is gemakkelijk aan te tonen. Door de jaren
er niet in geslaagd zijn innovatie in gang te zetten. Geen inno-
heen zijn er echter ook verschillende benaderingen en hulp-
vatie, geen sociaal bedrijf.”
middelen ontwikkeld om de mix van financieel, sociaal, politiek en milieutechnisch rendement op investeringen in kaart
Innovatie wordt hier gedefinieerd als de passie en het vermo-
te brengen.
gen om inzichten en ideeën om te zetten in betekenisvol han-
8. burgers worden actief betrokken bij de
veranderingsprocessen
van sociaal ondernemerschap moet dan ook niet worden
delen in de dagelijkse realiteit. Innovatie binnen het domein
gezien als een toevoeging (als iets extra’s), maar als een essen-
De opmerking van Peattie en Morley over het ‘welwillende
tieel en integraal onderdeel van een sociaal bedrijf.
autocratische’ karakter van sociaal ondernemers lijkt inder-
10. Innovatie is een essentieel onderdeel
daad van toepassing te zijn in het licht van de functies die een
Volgens Nobelprijswinnaar Muhammad Yunus is armoede
onderne(e)m(st)er moet vervullen. Tegelijk zijn sociaal onderne(e)m(st)ers ‘zoekers’, die geloven dat alleen insiders over vol-
niet in het leven geroepen door arme mensen. Zij is gecreëerd
doende kennis en inzicht beschikken om levensvatbare oplos-
door het systeem dat is opgetuigd, de instellingen die zijn ont-
singen voor sociale problemen te vinden en dat die oplossin-
worpen en de concepten die zijn geformuleerd. De focus van
gen moeten worden ontwikkeld op dezelfde plaats als waar het
een sociaal bedrijf kan de aandacht afleiden van de politieke en
probleem zich voordoet, aldus William Easterly. Literatuur
economische context van armoede, uitsluiting en schending
bevestigt dit: er zijn artikelen en boeken vol geschreven over
van mensenrechten.
het belang van de actieve betrokkenheid van lokale actoren of
burgers bij veranderingsprocessen als voorwaarde voor het
Om de vele problemen op te lossen die ten grondslag liggen
welslagen daarvan.
aan armoede en marginalisering, zijn verregaande systemi-
❯
10
paper
99
80
sche veranderingen nodig in de manier waarop economieën
sociaal ondernemerschap, onder andere in termen van finan-
en staten functioneren. Black en Nicholls maken het volgende
ciën, middelen, advies, opleiding, juridische vorm en draag-
punt: “Een miljoen sociale bedrijven kunnen laten zien hoe
vlak;
dingen op radicaal andere wijze gedaan kunnen worden, maar
• Het is belangrijk dat de concepten van sociale economie en
ze zijn niet in staat om rijkdom te herverdelen of grote bedrij-
sociale bedrijven op de politieke agenda komen om zo syste-
ven zover te krijgen dat ze verantwoordelijkheid nemen voor
mische verandering te bevorderen.
de puinhoop die ze ervan maken. Systemische verandering
vereist overheidsinterventies.”
Het laatste punt is terecht aangekaart door onderzoekers en
mensen uit de praktijk die kritisch zijn over sociaal onderne-
Een rechtgeaard sociaal onderne(e)m(st)er beschouwt daarom
merschap. Volgens Michael Edwards (2008) is het van cruciaal
een bijdrage aan lobbywerk en gerelateerde activiteiten als een
belang dat sociaal investeerders hun middelen aanwenden
integraal onderdeel van zijn of haar werkzaamheden en wel
voor ‘filantropie-investeringen in sociale rechtvaardigheid’ die
om de volgende redenen:
de onderliggende oorzaken aanpakken en niet alleen aan
• Actief zijn op het vlak van lobbywerk helpt om de aandacht te
symptoombestrijding doen. Dergelijke investeringen vergro-
vestigen op sociaal ondernemerschap als alternatieve benade-
ten de kracht en de stem van actoren die niet meedraaien in de
ring voor ontwikkelingssamenwerking en veranderingspro-
mainstream; zij beschermen het openbare domein en ook de
cessen waar arme mensen baat bij hebben;
sociale bewegingen en dragen bij aan het veranderen van sys-
• Succesvol lobbyen kan helpen om een voedingsbodem en
temen en structuren die armoede in stand houden. “Sociale
een klimaat te scheppen dat sociaal ondernemerschap bevor-
verandering moet niet worden overgelaten aan marktkrachten
dert. Er is behoefte aan een institutionele architectuur voor
of de grillen van miljardairs.”
Valkuilen en uitdagingen voor sociaal onderne(e)m(st)ers
❱ De complexiteit van sociaal ondernemerschap lijkt onderschat
noden en verlangens van mensen optimaal te begrijpen, dienen
te worden binnen de ontwikkelingsgemeenschap, zo lijkt uit het
sociaal onderne(e)m(st)ers gebruik te maken van een benadering
gemak waarmee sommige organisaties deze benadering omar-
die ernaar streeft de gemeenschap actief te betrekken bij het
men en de klaarblijkelijk beperkte doorvertaling ervan in interne
besluitvormingsproces en het functioneren van het bedrijf. De
bedrijfsprocessen. We kunnen de vijf belangrijke uitdagingen
uitdaging bestaat erin een goed niveau van participatie te vinden,
voor sociale bedrijven uit zowel hoge- als midden- en lage-inko-
waardoor het bedrijf zowel sociaal als commercieel rendeert
menslanden in de praktijk als volgt samenvatten.
(aangezien bedrijven vaak nogal top-down, kapitaalintensief en
taak- in plaats van procesgericht zijn).
Opletten voor ‘mission drift’ - De aandacht voor de sociale doelstellingen moet behouden blijven in combinatie met financieel
Sociale of financiële prestaties meten, of allebei? - Gezien de
duurzaam ondernemen. Het is moeilijk om een bedrijf continu
opdracht om maatschappelijke waarde te creëren, moet een soci-
in de richting van een bepaalde sociale visie te sturen, vooral
aal bedrijf verantwoording afleggen aan zichzelf en ook aan zijn
wanneer strategische keuzes er tegelijk voor moeten zorgen dat
belanghebbenden. Daarom kan en mag een sociaal bedrijf trans-
het bedrijfsmodel financieel haalbaar en duurzaam blijft.
parantie, controleerbaarheid en een sterke monitoring van de
Burgers betrekken - De centrale functie van een sociaal bedrijf is
hoofd zien. Het bepalen van de manier waarop de impact daad-
het bijdragen aan of realiseren van sociale verandering. Om de
werkelijk gemeten kan worden, blijft maatwerk en is doorgaans
prestaties, zowel in sociale als in financiële zin, niet over het
❯
11
paper
99
80
eerder complex. Bovendien is het niet alleen de vraag hoe dat kan
cruciaal om aandacht te besteden aan sociaal onderne(e)m(st)ers
gebeuren, maar ook wanneer het meten moet beginnen. In veel
die ondersteuning nodig hebben bij de groei van een ruw idee
gevallen gebeurt dit pas laat in de levenscyclus van een bedrijf of
naar een start-up.
op basis van een externe vraag. Sociaal onderne(e)m(s)ers moeten dus niet alleen de juiste methodieken vinden om de metin-
Organisatorische vorm - De (bedrijfs)vorm van een sociaal bedrijf
gen uit te voeren, maar ook besluiten wanneer zij die metingen
wordt bepaald door de doelen die het bedrijf zich stelt: ‘form fol-
moeten (en kunnen) uitvoeren.
lows function’. Dit is echter een gecompliceerd idee voor sociaal
Toegang tot ‘pre-start-up’ sociaal kapitaal - Een snelle zoektocht
sende juridisch erkende vorm kunnen vinden voor hun onderne-
naar financiële investeringsmogelijkheden voor sociaal onderne-
ming. Alhoewel sommige landen juridische structuren hebben
onderne(e)m(st)ers, die in vele gevallen geen geschikte en pas-
men levert een lange lijst op aan impactinvesteerders, fondsen
ontwikkeld waarbinnen sociaal onderne(e)m(st)ers meer bewe-
en donoren. Hoewel er dus diverse mogelijkheden bestaan, zijn
gingsruimte hebben en bepaalde privileges genieten, zijn de
weinig investeerders geïnteresseerd in pre-start-upfinanciering
institutionele architectuur en juridische vormen in de meeste
van sociale bedrijven. Dit komt onder andere doordat sociale
landen niet meteen bevorderlijk voor sociale bedrijven.
bedrijven, in tegenstelling tot non-profitorganisaties, niet alleen
worden beoordeeld op hun capaciteit om sociale verandering te
In de vroege stadia van een start-up kan een sociaal bedrijf bij-
realiseren, maar ook op hun potentiële financiële rendement. In
voorbeeld nog gedeeltelijk worden gefinancierd door een gift.
veel gevallen brengt het investeren in een sociaal bedrijf in de
Het kan dan gunstiger zijn de onderneming te registreren als
pre-start-upfase grote risico’s met zich mee.
een goed doel (in de vorm van bijvoorbeeld een stichting of vereniging) in plaats van als bedrijf. Als de onderneming doorgroeit
De afgelopen jaren heeft onderzoek naar sociale bedrijven zich
tot een financieel onafhankelijke organisatie, kan het nodig zijn
onder andere gericht op het begrijpen van duurzaamheid en
de juridische vorm te veranderen en een bvba te worden. In der-
opschaalbaarheid van sociale bedrijven. Hierbij is meer nadruk
gelijke gevallen is het verstandig om de sociale missie op te
gelegd op succesvolle cases dan op sociale bedrijven die er nog
nemen in de statuten en/of het huishoudelijk reglement, om te
niet in geslaagd zijn zich uit te breiden. Risico nemen en innova-
garanderen dat de primaire doelstelling meervoudige waarde-
tie zijn echter kenmerkend voor deze sector en daarom is het
creatie is en blijft.
de vlaspit
In 1997 ontstond in België het sociale tewerkstellingsinitiatief De Vlaspit, op initiatief van geëngageerde vrijwilligers. Zij
begonnen samen met mensen die geen werk vonden op de arbeidsmarkt handmatig kaarsen te maken. Vandaag maakt die
activiteit nog altijd deel uit van het sociaal bedrijf, maar het is hier niet bij gebleven. Herman Kennes, pionier en ondernemer van De Vlaspit, gaf het bedrijf verder vorm door onder andere een kurkenatelier, een eetcafé, een poetsdienst en een
groendienst te ontwikkelen.
De Vlaspit noemt zichzelf een pleitbezorger voor een meer sociale economie en de kernopdracht is het ondernemen van
acties die het welzijn en de maatschappelijke participatie van kansengroepen bevorderen. De onderneming richt zich vooral op mensen die om uiteenlopende redenen moeilijk geïntegreerd raken in de reguliere arbeidsmarkt. De primaire doelstelling is het ondersteunen van deze mensen bij hun opleiding en het opdoen van werkervaring. Daarbij is doorstroming
naar de gewone arbeidsmarkt de prioritaire doelstelling. Binnen dat kader wil De Vlaspit een goede werkgever zijn en
degelijke, kwaliteitsvolle en eerlijke producten en diensten aanbieden op de markt. De Vlaspit streeft naar een gezond
evenwicht tussen de sociale en de bedrijfseconomische context.
❯
12
paper
99
80
Het einde van de driedeling staat, maatschappelijk middenveld
en bedrijfsleven
❱ Er lijkt in onze hedendaagse samenleving een beweging te
zing van de bipolaire wereld van het neoliberale ontwikkelings-
zijn ontstaan die inspeelt op de trend van terugschakelen, een
model aan de ene kant en het ‘goede doel’ (traditionele ontwikke-
levensstijl waarin wat druk van de ketel wordt gehaald, het mate-
lingssamenwerking) aan de andere. Het is een verschuiving van
rialisme teruggeschroefd wordt en er meer aandacht is voor het
de of-ofwereld, waar het kapitalisme aan het ene uiterste staat en
verbeteren van de levenskwaliteit. Zo lijkt een behoefte te ont-
het goede doel aan het andere, om te komen tot een systeem
staan aan een meer sociale economie. Sociaal onderne(e)m(st)ers
waarin beide geïntegreerd zijn, waarbij het mogelijk is om meer-
kunnen gebruik maken van deze trend en de trend op zich kan
voudige maatschappelijke waarde (op financieel, sociaal en
het sociaal ondernemerschap verder in de hand werken.
milieuvlak) te creëren binnen één enkel systeem.
Sociaal ondernemen is een fenomeen waar markt, overheid en
maatschappelijk middenveld samenkomen. Kievit et al. (2008)
Tegelijk moeten we erkennen dat sociaal ondernemen niet het
stellen dat praktische voorbeelden van sociaal ondernemerschap
wondermiddel is dat alle problemen op het gebied van rechtvaar-
“het bewijs zijn dat een stille revolutie plaatsvindt, die oplossin-
digheid en barmhartigheid oplost en dat veel met subsidie gefi-
gen voor problemen biedt op terreinen waar zowel de overheid
nancierde organisaties en programma’s van groot belang zullen
als de markten falen”. Deze aanpak heeft een enorm potentieel
blijven in de toekomst. Sociaal ondernemen is niet voor iedereen
om bij te dragen aan de mondiale sociale rechtvaardigheid. Con-
en hoeft dit ook niet te worden.
ceptueel kan sociaal ondernemen worden gezien als een afwij-
De potentie van sociaal ondernemerschap
❱ De vraag rest of sociale bedrijven de wereld gaan veranderen.
Een essentieel verschil tussen traditionele ontwikkelingssamen-
De benaderingen van ontwikkeling zijn de afgelopen vier à vijf
werking en sociaal ondernemerschap is ook dat een sociaal
decennia sterk veranderd; systemen en procedures zijn belang-
bedrijf het doel heeft om armoede rechtstreeks te bestrijden en
rijker geworden en planning, monitoring, evaluatie zijn gestan-
uitsluiting en schending van de mensenrechten tegen te gaan
daardiseerd – zoniet geïnstrumentaliseerd.
door middel van een bedrijfsmatige aanpak. Zoals eerder ver-
De tien eerder genoemde kenmerken van het ideale sociale
meld functioneert een sociaal bedrijf bovendien via de markt.
bedrijf mogen niet worden beschouwd als een nieuwe logisch
Het heeft een ander financieringsmodel dan ngo’s, het is financi-
kader of ten onder gaan aan eenzelfde instrumentalisering. Soci-
eel duurzaam en gebouwd op principes van bedrijfsmatige disci-
aal ondernemerschap is meer een filosofie, een gedachte en
pline en gestrengheid. De belangrijkste verschillen tussen een
benadering dan een strak keurslijf om sociaal-politieke verande-
meer traditionele ontwikkelingsbenadering en een sociale zake-
ring te initiëren. Het is bovendien nog altijd ‘werk in uitvoering’.
lijke benadering staan samengevat in de onderstaande tabel.
De tien kenmerken moeten dan ook niet als dwangbuis worden
gehanteerd, maar liever als gedachtegoed, een mindset, en geen
technische benadering.
❯
13
paper
99
80
Vergelijking traditionele ontwikkelingsbenaderingen en sociaal
ondernemerschap
1.
Doel
Traditionele ontwikkelingsbenaderingen
Sociaal ondernemerschap
Sociaal-politieke verandering
Sociaal-politieke verandering
Parallel systeem
Markt
3.
Financiën
Afhankelijk van subsidies
Financieel zelfredzaam door sociaal kapitaal
4.
Financier
Donororganisatie
Sociaal investeerder
5.
Actoren
Multi-actorbetrokkenheid
Multi-actorbetrokkenheid
6.
Leiderschap
Sociaal werker
Sociaal onderne(e)m(st)er
7.
Planning, Monitoring
Inputs – outputs
Methodieken om sociale impact te meten,
8.
Planning
Bottom-up (sterk)
Top-down (zwak)
9.
Innovatie
Zwak op innovatie
Sterk op innovatie
10.
Lobby
Sterk in lobby- en advocacywerk
Zwak in lobby- en advocacywerk
2.
en Evaluatie
zoals Social Return on Investment
❯
14
paper
99
80
Literatuur
Barrez, D., 1993, De val der engelen. Waarom ontwikkelingsorganisaties falen. In: H. Achterhuis et al. Het orkest van de Titanic.
Werken aan andere Noord-Zuidverhoudingen (p. 37-117). Brussel/Leuven, VUBpress & Student Aid.
Black, L. & Nicholls, J., 2004, There is no business like social business. How to be socially enterprising. United Kingdom,
the Cat’s Pyjamas.
Bossuyt, J., 1993, De midlife crisis van de NGO-sector. In: H. Achterhuis et al. Het orkest van de Titanic. Werken aan andere
Noord-Zuidverhoudingen (p. 201 - 216). Brussel/Leuven, VUBpress & Student Aid.
Breman, J., 1997, Armoedebestrijding in het kader van de globalisering. In: K. Lieten & F. van der Velden. Grenzen aan de Hulp;
beleid en effecten van ontwikkelingssamenwerking (p. 17 - 37). Amsterdam, Spinhuis.
Coninck, D. de, 1996, Witte olifanten; de miljardenschandalen van de Belgische ontwikkelingssamenwerking. Leuven, Van Halewyck.
De Greve, P.; Lont, H. & van der Velden, F., 2013, Narrative Numeracy: Social impact Assessment – A brief guide to Social Return On
Investment. Contextual 10. Utrecht, Context, international cooperation.
De Greve, P., 2014, Waar voor uw geld? In: S. Verwer et al. Hoe nu verder? 65 jaar Nederlandse ontwikkelingssamenwerking
(p. 200 – 209). Arnhem, LM Publishers, 2014.
Debels, T., 2007, Hoe goed is het goede doel. 100 euro in de collectebus van 11.11.11 levert slechts 1 euro in het Zuiden op.
Gent, Borgerhoff en Lamberigts.
Dees, J. G., 2001, The meaning of social enterprise. Palo Alto, California, Stanford University.
Easterly, W., 2006, The white man’s burden. Why the west’s efforts to aid the rest have done so much ill and so little good.
New York, Penguin Books.
Edwards, M., 2008, Just another emperor? The myths and realities of philanthrocapitalism. Londen, Young Foundation/Demos.
Edwards, M., 2010, Small change. Why business won’t save the world. San Francisco, Berrett-Koehler Publishers.
Friedman, M., 1970, The social responsibility of business is to increase its profits. In: New York Times Magazine, september 1970.
Lynch, K. & Walls, J., 2009, Mission, Inc. The practitioners guide to social enterprise. San Francisco, Berret Koehler Publishers.
Kievit, H., Van Dijk, G. & Spruyt, B.J., 2008, De stille revolutie van social venturing entrepreneurs. In: Holland Management
review, nummer 120, 2008.
❯
15
paper
99
80
Legum, M., 2003, ‘It doesn’t have to be like this’: global economics – a new way forward. Glasgow, Wild Goose Publications.
Peattie, K. & Morley A., n.d., Social Enterprises: Diversity and dynamics, contexts and contributions. Cardiff, Economic & Social
Research Council.
Porter, M.E. & Kramer, M.R., 2011, Creating shared value. How to reinvent capitalism – and unleash a wave of innovation and
growth. In: Harvard Business Review januari – februari 2011.
Dijk, G. van & Velden, F. van der, 2012, Sociaal ondernemerschap helpt armste snelst vooruit. In: Trouw, 16 oktober 2012.
Van der Spek, T., Schreven, A.M., van der Velden, F., 2013, Leadership in Social Business. Contextual 11. Utrecht, Context,
international cooperation.
Van der Velden, F., 2002, The rise and fall of Northern NGDOs? In: F. van der Velden & L. Schulpen. Private development aid in
transition (p. 3-23). New Delhi: Concept Publishing Company.
Van der Velden, F. & Schulpen, L., 2002, Private development aid in transition. New Delhi, Concept Publishing Company.
Van der Velden, F. (ed)., 2011, New approaches to international development cooperation. Utrecht, Context, international
cooperation.
Van der Velden, F., 2011, Social business: a novel approach to socio-political change? In: F. van der Velden (ed.).
New approaches to international development cooperation (p. 69 – 87). Utrecht: Context, international cooperation.
Van der Velden, F., 2014, Sociaal ondernemerschap als nieuwe benadering voor internationale solidariteit? In: S. Verwer et al.
Hoe nu verder? 65 jaar Nederlandse ontwikkelingssamenwerking (p. 312 – 325). Arnhem, LM Publishers, 2014.
Yunus, M., 2007, Creating a world without poverty. Social Business and the future of capitalism. New York, Public Affairs.
Yunus, M., 2010, Building Social Business. The new Kind of Capitalism that Serves Humanity’s Most Pressing Needs.
New York, Public Affairs.
❯
16
paper
99
80
reeds verschenen mo*papers
• apr 2013: Bestaan de Zapatisten nog? (François Hautart)
• feb 2013: Kan rijst West-Afrika voeden?
(Saartje Boutsen en Jan Aertsen)
• feb 2013: Hoe komt het dat Afrika de Millenniumdoelstellingen niet
haalt? (Dimitri Van den Meerssche)
❱ 2016
• jan 2016: De stille revolutie van sociaal ondernemers, Sociaal
ondernemerschap als nieuwe benadering voor internationale
solidariteit? (Fons van der Velden en Pol De Greve)
❱ 2012
❱ 2015
• okt 2012: Genetisch gewijzigd voedsel als oplossing voor het hongerprobleem? (Hielke Van Doorslaer)
• sep 2012: Kan zwart-Afrika voedselzekerheid bereiken? (UNDP)
• sep 2012: What is the Rise of South-South relations about ?
(Sanoussi Bilal)
• apr 2012: Hoe inclusief is onze ontwikkelingssamenwerking? (PHOS)
• mar 2012: Brengen verkiezingen meer democratie in Congo?
(Mieke Berghmans en Nadia Nsayi)
• mar 2012: Wat na Busan? (Bert Jacobs)
• mar 2012: Kan de politiek de ontwikkelingssamenwerking redden?
(Alex Duncan en Gareth Williams)
• feb 2012: Wordt het precariaat een nieuwe sociale klasse?
(Guy Standing)
• feb 2012: Waarheen met de revoluties in Egypte en Syrië?
(Brigitte Herremans, Pieter Stockmans en Majd Khalifeh)
• nov 2015: Het ei van Columbus voor ontwikkelingssamenwerking?
(Dirk Brems en Tina Tindemans)
• okt 2015: Textielarbeidsters hebben sociale bescherming nodig (Sarah
Vandoorne)
• okt 2015: De twijfelachtige kleuren van groen geld (Gert Van Hecken
en Kahlil Baker)
• sep 2015: Zijn de opkomende landen nu gevestigde machten?
(Dries Lesage, Stijn Sintubin, Ng Sauw Tjhoi, Laurent Delcourt,
Jef Van Hecken, Karin Debroey , Lien Verpoest)
• apr 2015: Moeten kernwapens gewoon verboden worden?
(Tom Sauer)
• apr 2015: Een TTIP van sluier: meer vrijhandel dient de winst, niet de
mensen (Emiel Vervliet)
• jan 2015: De ontwikkelingssamenwerking voorbij? (Marcus Leroy)
❱ 2014
❱ 2011
• december 2014: Wet breekt nood, Toekomst voor rondtrekkende
veehouders in Afrika? (Koen Van Troos)
• november 2014: #LuxLeaks (Kristof Clerix / ICIJ)
• oktober 2014: Nog steeds gelukkig getrouwd? Een gouden bruiloft in
de ontwikkelingssamenwerking (Gijs Justaert)
• juli 2014: Wordt de geopolitieke kaart van het Midden-Oosten
hertekend? (David Criekemans)
• juni 2014: We zijn allemaal verschillend. U ook? (Rachida Lamrabet)
• mei 2014: Gouden tijden voor de rijken? (Paul Krugman)
• apr 2014: Kunnen voorbehoedmiddelen de wereld redden?
(Simon Calcoen)
• mrt 2014: Gaan de groeilanden een diepe duik tegemoet?
(Pierre Salama)
• feb 2014: Buitenlandse berichtgeving is dood, leve de mondiale journalistiek? (Gie Goris)
• feb 2014: Is Afghanistan klaar voor 2014? (Thomas Ruttig)
• jan 2014: Ligt Pakistan op het Arabisch schiereiland?
(Bruno De Cordier)
• nov 2011: Kan armoede overwonnen worden?
(Abhijit Vinayak Banerjee en Esther Duflo)
• nov 2011: Is India goed bezig? (Jean Drèze en Amartya Sen)
• nov 2011: Een keerpunt voor sociale bescherming wereldwijd?
(Gijs Justaert en Bart Verstraeten)
• okt 2011: Heeft ontwikkelingshulp zijn tijd gehad? (Marcus Leroy)
• okt 2011: 7 billion: development disaster or opportunity?
(Hania Zlotnik and Fred Pearce)
• sep 2011: Erkenning van de Palestijnse staat: een game changer?
(Brigitte Herremans)
• jun 2011: Een uitweg uit de nieuwe voedselcrisis? (Saartje Boutsen)
• mei 2011: Is het einde van de bevolkingsgroei werkelijk in zicht?
(Ronald C. Schoenmaeckers)
• apr 2011: Waarom gelijkheid beter is voor iedereen
(Richard Wilkinson en Kate Pickett)
• mar 2011: Welke toekomst voor de ontwikkelingssamenwerking?
(Nemat Shafik)
• feb 2011: Realiteit of mythe? Minerale rijkdom als motor van het
geweld in het oosten van Congo (Rachel Perks en Koen Vlassenroot)
❱ 2013
• dec 2013: Schept microkrediet slechts een illusie van ontwikkeling?
(Milford Bateman en Ha-Joon Chang)
• sep 2013: Kan Afika zijn ontwikkeling zelf financieren uit hogere
belastingsopbrensten? (Mick Moore)
• jun 2013: Is uw gsm goud waard?
• apr 2013: Wat weten we (niet) over het geweld in Oost-Congo?
(Koen Vlassenroot, Steven Spittaels, Kris Berwouts en Nadia Nsayi)
❱ 2010
• dec 2010: Heeft Congo kans van slagen?
(Tom De Herdt, Kristof Titeca en Inge Wagemakers)
• nov 2010: Heeft de crisis het draagvlak van ontwikkelingssamenwerking ondermijnd? (Tom De Bruyn & Ignace Pollet)
• nov 2010: De laatste energiecrisis? Betekent piekolie het einde van de
homo Petroliensis? (Elias Verbanck)
❯
17
paper
• sep 2010: Wat doet China in Afrika en Latijns-Amerika?
(John Vandaele & Marc Vandepitte)
• sep 2010: De millenniumdoelstellingen: wachten op de grote
doorbraak? (Lonne Poissonnier & Rudy De Meyer)
• jun 2010: Hoe goed zijn Brazilië, China en India in
armoedebestrijding? (Emiel Vervliet)
• mei 2010: Why is poverty a human right crisis?
(Irene Khan and Steven Vanackere)
• mei 2010: Wat is nu eigenlijk goed bestuur? (Emiel Vervliet)
• apr 2010: Is er Apartheid in het Heilige land? (Korneel De Rynck)
• mar 2010: Water zonder grenzen? Het regionaal belang van het
Afghaanse water (Benjamin Sturtewagen)
• feb 2010: Wat met de Cubaanse revolutie na Fidel Castro?
(Marc Vandepitte)
• feb 2010: Leidt klimaatverandering tot oorlogen?
(Harald Welzer en Jamie Shea)
• jan 2010: Mogen we nog dieren eten in tijden van klimaat- en
voedselcrisis? (Jonathan Safran Foer en Louise Fresco)
99
80
❱ 2008
• dec 2008: Wat is waardig werk? (Emiel Vervliet)
• nov 2008: Betalen de armen de prijs van een slecht beleid?
(Saar Van Hauwermeiren)
• okt 2008: Hoeveel armen zijn er nu eigenlijk? (Emiel Vervliet)
• okt 2008: Blinkt alle goud? (Catapa)
• jul 2008: Door welke lens kijken wij naar China? (Kristof Decoster)
• jun 2008: Heeft Congo iets aan zijn mijnen? (Raf Custers)
• jun 2008: Wie zorgt er voor een échte groene revolutie?
(Jan Aertsen en Dirk Barrez)
• mei 2008: Kan onverschilligheid dodelijk zijn? (Forum for African
Investigative Reporters, vertaling en samenvatting: Emiel Vervliet)
• mar 2008: Levert de traditie de oplossing? (Bert Ingelaere)
• feb 2008: Kunnen boeren de wereld redden? (Saartje Boutsen)
• jan 2008: Neemt de inkomensongelijkheid in de wereld toe of af?
(Emiel Vervliet)
❱ 2007
• dec 2007: Waar de kassa altijd rinkelt? (Internationaal Vakverbond,
vertaling: Emiel Vervliet)
• dec 2007: Is er leven na Kyoto? (Simon Calcoen, Peter Tom Jones,
Edith Vanden Brande en Alma De Walsche)
• okt 2007: Zijn de EPA’s levensgevaarlijk? (Marc Maes)
• sep 2007: Ligt de Afrikaanse hemel in Barcelona?
(Roos Willems, vertaling: Emiel Vervliet)
• jun 2007: Hoe erg is het klimaat eraan toe?
(IPCC, vertaling: Emiel Vervliet)
• jun 2007: Redt de minister van Financiën het klimaat?
(Aviel Verbruggen, vertaling: Emiel Vervliet)
• jun 2007: Viva el populismo?
(Emiel Vervliet en Alma De Walsche)
• mar 2007: Veertig jaar bezetting - Hoe lang nog?
(Ludo De Brabander & Brigitte Herremans)
❱ 2009
• nov 2009: Spionage in het hart van Europa? (Kristof Clerix)
• nov 2009: Hebben de ngo’s hun ziel verkocht aan de minister van
Ontwikkelingssamenwerking? (Jean Reynaert en Patrick Develtere)
• okt 2009: Chaos in Afghanistan en Pakistan?
(Ahmed Rashid en Jef Lambrecht)
• sep 2009: De ‘Gele Reus’ in ademnood? (Samia Suys)
• sep 2009: Is ontwikkelingshulp verantwoordelijk voor de armoede in
Afrika? (Dambisa Moyo en Kumi Naidoo)
• jul 2009: Is dit de nieuwe kolonisering? (International Food Policy
Research Institute, The Economist, vertaling Emiel Vervliet)
• jun 2009: Kan de G20 de wereld redden? (Emiel Vervliet)
• apr 2009: Hoezo, vrije meningsuiting?
(Ruddy Doom en Sofie Van Bauwel)
• mar 2009: Hebben financiële speculanten 120 miljoen mensen
honger laten lijden? (Peter Wahl, vertaling en samenvatting door
Emiel Vervliet)
• mar 2009: What is the status of human rights in Iran?
(Shirin Ebadi)
• feb 2009: Hoe zien wij Gaza? (Ruddy Doom en Simone Korkus)
❱ 2006
• dec 2006: Hoe geglobaliseerd is de islam? (Olivier Roy)
• dec 2006: Zit de Congolese toekomst in de grond?
(Sara Frederix en John Vandaele)
• nov 2006: Helpt onze hulp tegen honger?
(Saartje Boutsen en Jan Vannoppen)
• nov 2006: Wil China de wereld overheersen? (Jonathan Holslag)
Al deze MO*papers kunnen gratis gedownload worden op www.MO.be/papers
■
18