Financiële termen in NL, DL & EN

Download Report

Transcript Financiële termen in NL, DL & EN

Accounting grondslagen (Accounting
Principles Grundlagen der Rechnungslegung)
Relevantie en Materialiteit (Relevance and
Materiality Relevanz und Materialität)
Beschikbare en interessante informatie
Tijdigheid (Timeliness Pünktlichkeit)
Informatie moet op tijd opgenomen worden
Operationele Winst (=Operating profit, Earnings
Before Interest and Tax EBIT Operationeller
Gewinn / Ergebnis vor Finanzergebnis)
Omzet – Kosten of
Contributie marge – Indirecte kosten.
Activity Based Costing (ABC)
Methodiek van kostentoewijzing waarbij de
onderliggende activiteit als basis voor de
toewijzing dient. Meest gebruikt, M2 voor
huisvesting, FTE voor afdeling personeelszaken.
Rente (Interest Zinsen)
Betaling op vreemd vermogen.
Full Time Equivalent (FTE) (Voll Zeit
Mitarbeiter)
Aantal uren bij 100% dienstverband. Aantallen
voltijdige personeelsleden.
Winst voor belasting (Profit before tax PBT
Ergebnis vor Steuern)
Operationele Winst – Rente
Belastingen (Taks Steuern)
Voorzichtigheid (Prudence Vorsorglichkeit)
Bij inschattingen conservatief blijven
Netto Winst (Net Profit Jahres Überschuss / –
Fehlbetrag)
Operationele Winst – Rente - Belastingen
Beschikbaar voor de eigenaren van de
onderneming.
Vergelijkbaarheid (Comparability
Vergleichbarkeit)
Tussen perioden en bedrijven
Dividend (Dividende)
Uitbetaling van gerealiseerde winsten aan de
houders van aandelen
Consistent (Consistent Einheitlich)
In de manier van werken
Break even point (Gewinnschwelle)
Aantal producten waarbij de kosten gelijk zijn
aan de omzet.
Betrouwbaarheid (Reliability Zuverlässigkeit)
Onbevooroordeeld, neutraal en verifieerbaar
Continuïteit (Continuity Kontinuität)
Uitgaande dat de onderneming niet failliet gaat
Volledigheid van de omzet (Completeness of
the revenue Vollständighkeit des Umsatz)
Alle activiteiten worden verantwoord
Juistheid van de kosten (Accuracy of cost
Qualität der Kosten)
Alle kosten zijn correct
Rechtmatigheid van de uitgaven (Regularity of
expenditures Ordnungsmäßigkeit der Ausgaben)
Wil ik daar geld aan uitgeven
Jaarverslag (Annual Report Geschäftsbericht)
Het jaarverslag bestaat uit de jaarrekening het
commentaar van de Raad van Bestuur en Raad
van Commissarissen, de Accountantsverklaring
en overige informatie.
Jaarrekening (Financial Statements
Konzernabschluss)
De jaarrekening is het financiële deel uit het
jaarverslag en bestaat uit drie overzichten.
Toelichting op de jaarrekening (Notes to the
accounts Konzernanhang)
Beschrijving van de keuzes die door de
onderneming zijn gemaakt bij het opstellen van
de jaarrekening. Vooral belangrijk bij het
vergelijken van ondernemingen.
Verlies en Winstrekening =Resultatenrekening,
= Kosten / Baten overzicht (Profit & Loss, Cost
benefit overview Gewinn und Verlust Rechnung)
Periode overzicht waarin de geldwaarde van de
activiteiten en de daardoor veroorzaakte kosten
worden weergegeven.
Omzet (Revenue, Sales, Turnover Erlöse,
Umsatz)
Geldwaarde van de verrichte activiteiten uit de
beschreven periode.
Kosten (Cost Kosten)
Geldwaarde van de benodigdheden / verbruiken
om de omzetten te realiseren.
Directe kosten (Direct Cost Direkte kosten
Umsatzkosten)
Ook vaak productiekosten genoemd. Kosten die
direct toegewezen kunnen worden aan de
activiteiten / omzetten.
Vaste kosten (Fixed cost Fixkosten)
Kosten die niet (of slechts bij heel grote stappen)
variëren met de geproduceerde hoeveelheid.
Variabele kosten (Variable cost Variable
Kosten)
Kosten die meebewegen met de geproduceerde
hoeveelheid.
Kapitaliseren van kosten (Capitalising of
Expences CAPEX Kapitalisieren von kosten)
Indien kosten gemaakt door de onderneming niet
in één jaar worden “verbruikt” kunnen deze
kosten op de balans worden geparkeerd en de
komende jaren, “naar gebruik” in de Verlies- en
Winstrekening worden opgenomen.
Onderhoud aan gebouwen, IT-systeem
ontwikkeling, R&D. Door te kapitaliseren wordt
de winst NU hoger maar de winst toekomstig
lager.
Afschrijven van activa (Depreciation
Wertberichtigungen von Anlagebestanden)
Omgekeerde van Kapitaliseren. Het van de
balans nemen van waarde en het “verbruiken” in
de Verlies en Winstrekening.
Kostendrager (Cost carrier Kosten Träger)
Groepen of activiteiten waaraan kosten worden
toegewezen, veelal de afdelingen.
Kostenplaats (Cost center Kostenstelle)
Afdeling (kostenplaats) waar geen omzet aan
wordt toegewezen en dus ook geen winst of
verlies kan maken
“Winstplaats” (Profit center Gewinnstelle)
Afdeling (Winstplaats) waar omzet aan wordt
toegewezen en dus ook marge en winst of
verlies maakt
Functionele V&W (Functional P&L Funktionale
G&V)
V&W waarbij de functie, producten of activiteiten
de basis vormen voor de toewijzing. Wat
genereert de omzet en welke kosten horen er bij
(Productie afdeling, IT afdeling,
Verkoopafdeling)?
Kostensoort (Cost categories Kostenart)
Het type kosten zoals personeelskosten,
Reiskosten, IT-kosten etc.
Contributie Marge In Engelstalige literatuur ook
wel Gross Profit (Contribution Margin
Deckungsbeitrag / Bruttoergebnis)
Omzet – Directe kosten
Categoriale V&W (Categorial P&L Kategoriale
G&V)
V&W waarbij het type kosten de basis vormen
voor de toewijzing (personeelskosten,
materiaalkosten).
Indirecte kosten (operating expences (OPEX)
selling, general & Administrative (SG&A)
Indirekte kosten) Kosten die niet direct
toegewezen kunnen worden aan de hoeveelheid
activiteiten. Met name Directie, Financiële
afdeling, R&D, Verkoop, IT etc.
Absorption Costing (Vollkostenrechnung)
Methodiek waarbij een deel van de indirecte
kosten worden toegewezen aan de directe
kosten en dus onderdeel worden van de kostprijs
van een product.
Periode toerekening (Accrual accounting
Periode Zuordnung / Anfall)
Indien de kosten verbruikt zijn maar de rekening
nog niet ontvangen moeten de kosten toch
verantwoord worden in de Verlies- en
Winstrekening. Hiertoe wordt een accrual
boeking gemaakt.
Budget
Bij budgetteren worden V&W, Balans en soms
Kasstroom overzicht gemaakt voor een
toekomstige periode.
Target (Zielsetzung)
Taakstelling in de vorm van V&W, Balans en
soms Kasstroom overzicht met
verbeteringsdoelstelling.
Variantie (Variance Varianz)
Verschil tussen budget en of target en
daadwerkelijk gerealiseerd.
Consolideren (Consolidation Konsolidieren)
Optellen van verschillende bedrijven tot één
geheel waarbij de onderlinge verbanden worden
weggestreept. Omzetten aan elkaar worden
weggestreept; Nog niet naar extern
doorverkochte voorraden worden gewaardeerd
tegen productie prijs; Nog niet naar derden
gerealiseerde winsten worden weggestreept.
Balans (Balance Sheet Bilanz)
Moment opname van de bezittingen en de
schulden van de onderneming.
Activa (Assets Aktiva)
Op de linkerkant van de balans staan alle items
waarmee de onderneming actief werkt.
Vaste Activa Ook wel Materiële activa (Fixed
assets Sachanlagen Vermögenswerte)
Tastbare activa die je gebruikt om de activiteit te
verrichten zoals gebouwen, machines.
Immateriële Activa (Intangible Assets
Immaterielle Vermögenswerte)
Niet tastbare activa die je gebruikt om de
activiteiten te verrichten zoals patenten, rechten
of goodwill.
Goodwill (Wohlwollen)
Het verschil tussen de marktwaarde van een
gekochte onderneming en de boekwaarde van
de activa.
Vlottende Activa (Current Assets
Umlaufvermögen)
Activa die je verbruikt om de activiteiten te
verrichten zoals voorraden, geld, debiteuren.
Debiteuren (Debtors Schuldner)
Openstaande vorderingen op je klanten.
Passiva (Liabilities & Equity Verbindlichkeiten)
Op de rechter kant van de balans staat vermeld
hoe de onderneming de activa heeft verkregen
uit eigen- en vreemd vermogen.
Eigen vermogen (Equity, share capital &
reserves Eigen Kapital)
Bestaat uit ingebracht aandelen kapitaal van de
eigenaren, gerealiseerde winst en reserves.
Nominaal aandelen kapitaal (Nominal share
capital Aktienkapital)
Totale boekhoudkundige waarde van de
uitgegeven aandelen (zoals vermeld op aandeel)
en weergegeven op de balans
Reëel aandelen kapitaal (Market share capital
Echt Eigenkapital)
Marktwaarde van de aandelen. Dit staat niet in
de balans vermeld.
Hierbij wordt geen rekening gehouden met het
verlies van waarde in de tijd. Belangrijke
maatstaf omdat deze het volgende
beslissingsmoment weer geeft.
Preferente aandelen (Preferred stock
Vorzugsaktien)
Preferente aandeelhouders krijgen een vast
rendement (na rente betaling) en hebben in
sommige gevallen uitzonderlijk stemrecht /
invloed.
Contante waarde CW (Discounted Cash Flow
method Barwert)
+ kasstroom jaar 1 / WACC + kasstroom jaar 2 /
WACC2 + …….
Huidige waarde van de toekomstige kasstromen.
Gewone aandelen (Common shares
Stammaktien)
Eigendom van de onderneming is verdeeld
volgens de aandelen. Gewone aandelen dragen
het meeste risico (in verhouding tot vreemd
vermogen en preferente aandelen) en verlangen
derhalve het hoogste rendement.
Reserves (Provisions Rucklagen)
Uit het verleden niet uitgekeerde winsten. De
Cash daarvan staat meestal niet op de bank
maar is gebruikt om te groeien.
Vreemd vermogen (Liabilities Fremdkapital)
Vermogen aangetrokken van niet eigenaren door
middel van obligaties, leningen en crediteuren.
Kort vreemd vermogen (Current liabilities
Kurzfristige Verbindlichkeiten / Schulden)
Vreemd vermogen dat binnen 1 jaar afgelost /
betaald moet worden.
Crediteuren (Creditors Gläubiger)
Openstaande vorderingen van je leveranciers.
Werkkapitaal (Working capital Arbeitskapital)
Vlottende activa – kort vreemd vermogen.
Wordt in de praktijk ook wel vereenvoudigd tot
voorraden + WIP + debiteuren – crediteuren.
Kasstroom schema (Cashflow schedule
Kapitalflussrechnung)
Periode overzicht waarin de inkomende en
uitgaande geldstroom worden weergegeven.
Operationele kasstroom (Operational Cashflow
KFR aus Betrieblichen Tätigkeit)
Kasstroom uit de normale / dagelijkse activiteiten
van de onderneming.
Investeringskasstroom (Investment Cashflow
KFR aus Investition Tätigkeit)
Kasstroom uit (des-)investeringen van balans
items zoals productie middelen, grond,
gebouwen.
Financieringskasstroom (Finance Cashflow
KFR aus Finanzierung Tätigkeit)
Kasstroom uit aantrekken of aflossen van
leningen, uitgeven of inkopen van aandelen.
Directe methode (Direct method Direkte
Methode)
Alle kasstromen worden weergegeven op basis
van de in- en uitstroom.
Indirecte methode (Indirect method Indirekte
Methode)
Gestart wordt met de winst uit de V&W en
vervolgens worden correcties gemaakt voor
posten die geen kasstroom tot gevolg hebben,
bijvoorbeeld afschrijvingen.
Investeringsmaatstaven (Investment decisions
Investitionsparameter)
Gemiddelde Vermogenskostenvoet (Weighted
average cost of capital WACC Durchschnittliche
kapitalkostensatz)
rendement op eigen vermogen * % eigen
vermogen + rendement op vreemd vermogen *
(1-belasting %) * % vreemd vermogen
Hoeveel rendement moet ik opbrengen gezien
mijn risico profiel op het in mijn bedrijf
geïnvesteerde geld?
Terug verdien tijd (Pay Back Period
Amortisationszeit)
Aantal jaren en maanden dat het duurt totdat de
oorspronkelijke investering terug verdiend is.
Netto Contante waarde NCW (Net Present
Value NPV Nettobarwert)
- investering + kasstroom jaar 1 / WACC +
kasstroom jaar 2 / WACC2 + …….
Wat is de huidige waarde van alle kasstromen
van de investering? Geeft een absolute waarde
aan een investering. Veronderstelling is wel dat
het risico profiel (basis van WACC) bekend is.
Interne rente voet (Internal rate of return IRR
Interner Zinssatz)
Investering = kasstroom jaar 1 / IRR + kasstroom
jaar 2 / IRR2 + …….
Bij welke rente is investering gelijk aan de
huidige waarde van de inkomsten van de
investering?
Gevoeligheidsanalyse (Sensitivity analyses
Sensitivitätsanalyse)
Investeringsanalyse (NCW, IRR, etc) waarbij de
uitgangspunten conservatief (Worst case) of
progressief (Best case) worden uitgewerkt.
Winstgevendheid ratio’s (Profitability ratio’s
Rentabilitätskennzahlen)
Hoe profitabel is mijn onderneming?
Marge % (Margin Deckungsbeitrag)
Marge / Omzet.
Price Earnings ratio
Marktprijs per aandeel / EPS.
Hoe vaak de winst voor het aandeel wordt
betaald. Deze maatstaf geeft een indicatie van
het groeipotentieel van de betreffende
onderneming.
Liquiditeit ratio’s (Liquidity ratio’s
Liquiditätskennzahlen)
Hoe goed ben ik in staat mijn kortlopende
schulden te betalen?
Current Ratio (Deckung der kurzfristigen
Verbindlichkeiten)
Vlottende activa / kort lopende schulden.
Quick Ratio (Acid test Liquidität zweiten
Grades)
Vlottende activa – voorraden / kort lopende
schulden.
Activiteiten ratio’s (Activity ratio’s
Aktivitätskennzahlen)
Hoe goed bestuur ik mijn bedrijf?
Omloopsnelheid voorraad (Inventory turnover,
Day’s Inventory Outstanding Lager umschlag)
Voorraad / Omzet * 365.
Omloopsnelheid kapitaal (Asset turnover,
Day’s Assets Outstanding Kapital umschlag)
Totaal activa / Omzet * 365.
Omloopsnelheid Debiteuren (Debtors turnover,
Day’s Debtors Outstanding Schuldner umschlag)
Debiteuren / Omzet * 365.
Omloopsnelheid Crediteuren (Creditors
turnover, Day’s Creditors outstanding Gläubiger
umschlag) Crediteuren / COGS * 365 of ook wel
Crediteuren / inkoopvolume * 365.
Winst % (Return on Sales ROS Gewinn%)
Operationele Winst / Omzet.
Return on Equity ROE
Operationele winst / Eigen vermogen.
Return on Assets ROA
De taart / Aantal mensen
Operationele winst / Totale active.
Return on Net Assets RONA
De taart / Taart eters
Operationele winst / Totale activa – niet rente
dragende leningen.
Return on Capital Employed ROCE
De taart – grote broer / Taart eters
Operationele winst – belastingen / Totale activa
– niet rente dragende leningen.
Return on Invested Capital ROIC
De taart – grote broer / Taart eters + Bakker
=NOPLAT / Invested capital.
Operationele winst - belastingen / Totale activa –
niet rente dragende leningen + Capitalized R&D
+ Historc goodwill.
Solvabiliteit ratio’s (Solvability ratio’s
Solvabilitätskennzahlen)
Hoe goed ben ik in staat mijn lange termijn
leningen en investeringen te betalen?
Debt to Equity ratio (Verschuldungsgrad)
Vreemd vermogen / Eigen vermogen.
Er is geen perfecte VV/EV verhouding.
Debt ratio (Gearing Leverage Schuldenquote)
Vreemd vermogen / Totaal vermogen.
Hoe zwaar is de onderneming beladen met
leningen?
Times Interest Earned
EBIT / Rente kosten
Hoe zeker is het voor vreemd vermogen
verschaffers dat ze het geld krijgen?
Winst per aandeel (Earnings per share EPS
Ergebnis pro Aktie)
Netto winst / aantal normale aandelen.
EPS in verhouding tot het dividend geeft aan of
de onderneming aan het sparen of interen is.
Finance for non financials verzorgt coaching en
trainingen zodat u als professional in staat bent
de financiële overzichten toe te passen in uw
besluitvorming. De opgedane kennis stelt u
bovendien in staat op de gevolgen van uw
beslissingen te anticiperen en gesprekken met
financials meer inhoud te geven.
Drs. S.W.H.(Susan) Marcussen - Geelen RC
06-53653015
Molendijk 43
5941 EE VELDEN
[email protected]
www.f4nf.com
www.finance-for-non-financials.nl