Jaarrapportage 2014/2015

Download Report

Transcript Jaarrapportage 2014/2015

Jaarrapportage 2014/2015 Stichting Servicepunt Kinderopvang Inzet Coaches Voor- en Vroegschoolse Educatie, data analist en teamleider

Voorwoord

In Enschede streven gemeente, primair onderwijs en voorschoolse voorzieningen ernaar om de kwaliteit van de Voor- en Vroegschoolse Educatie te verhogen. De afspraken hierover zijn vastgelegd in het stedelijk convenant “

Effectief benutten van VVE: weer een stap vooruit”.

De partijen willen gezamenlijk een inspirerende leeromgeving voor 0 – 13 jarigen realiseren, waar opvang, ontwikkelingsstimulering en samen spelen centraal staan. De voorzieningen zijn geclusterd in IKC’s, waarin nauw samengewerkt gaat worden om zo een doorgaande ontwikkelings- en zorglijn te realiseren. Door onderwijs-, kinderopvang-organisaties en gemeente is gezamenlijk besloten om op alle IKC’s coaches VVE (hbo coaches) in te zetten. De inzet van de coaches VVE is bedoeld als kwaliteitsimpuls voor de VVE en ondersteunt de partners in de IKC’s niet alleen bij de uitvoering van de VVE, maar ook in de nieuwe manier van samenwerken in de doorgaande lijn. Enschede streeft naar hoogwaardige educatie in alle IKC’s, ook voor- en vroegschools. Hierdoor komt het doel: Alle kinderen goed voorbereid naar groep 3 weer een stap dichterbij. De coaches VVE hebben de afgelopen 2, 5 jaar op verschillende manieren medewerkers in de VVE kunnen adviseren, ondersteunen en begeleiden bij het effectief en opbrengstgericht werken, teneinde een optimale doorgaande lijn richting het (vroeg)onderwijs te waarborgen voor kinderen met en zonder een VVE-indicatie. Hier is samen met data analist Martin Niemeijer en teamleiders Hanka Jansma ( † , 11 juli 2014), Jan van Esseveld en Leanne Jansen hard aan gewerkt. Aan de hand van verschillende werkplannen zijn de werkzaamheden op een planmatige en opbrengstgerichte manier vormgegeven. Ook voor dit laatste kalenderjaar is een werkplan geschreven waarmee wordt beoogd op eenduidige wijze de positie, opdracht, werkwijze en te bereiken resultaten van de coaches vast te leggen. Deze jaarrapportage 2014/2015 toetst hetgeen beschreven staat in het werkplan. Het geeft o.a. inzicht in de door de VVE-coaches bereikte resultaten en de behaalde resultaten Enschede breed (26 IKC’s). Deze rapportage is de laatste van de Stichting Servicepunt Kinderopvang. Per 1 januari houdt de Stichting op te bestaan en gaan we met elkaar een nieuwe uitdaging aan. We hebben met elkaar veel geleerd, ervaring opgedaan en met veel inzet en plezier de afgelopen 2,5 jaar gewerkt! Namens de SSK, Leanne Jansen (Teamleider) Stichting Servicepunt Kinderopvang 2

Inhoudsopgave

Inleiding ................................................................................................................................................... 4 1. Algemene informatie over de SSK ................................................................................................... 4

2. De opdracht van de SSK................................................................................................................... 6

3. Resultaten ....................................................................................................................................... 8

3.1 De Cito resultaten voorscholen Enschede breed

........................................................................... 8 3.1.1 Ontwikkeling taal, vaardigheidsscores (met en zonder VVE-indicering) ............................... 8

3.1.2 Ontwikkeling taal, vaardigheidsniveau (met en zonder VVE-indicering) ............................... 9

3.1.3 Ontwikkeling rekenen, vaardigheidsscores (met en zonder VVE-indicering) ..................... 10

3.1.4 Ontwikkeling rekenen, vaardigheidsniveau (met en zonder VVE-indicering) ...................... 11

3.1.5 Voorlopige conclusies en aanbevelingen ............................................................................. 12

3.2 Ontwikkeling van IKC’s op de verschillende resultaatgebieden

.................................................. 13

Terugkoppeling per IKC

..................................................................................................................... 13

Terugkoppeling Enschede (stads)breed

............................................................................................. 14 3.2.1 Resultaatgebied 1: Coördinatie en afstemming .................................................................. 14

3.2.2 Resultaatgebied 2: Advisering, coaching en ondersteuning ............................................... 16

3.2.3 Resultaatgebied 3: Monitoring ............................................................................................ 17

3.2.4 Resultaatgebied 4: Deskundigheidsbevordering ................................................................. 18

3.2.5 Ontwikkelingen resultaat- en prestatieafspraken gerelateerd aan werk van SSK .............. 19

4. Conclusies en aanbevelingen ........................................................................................................ 20

Bijlage 1: SSK informatie........................................................................................................................ 21

Bijlage 2: Verschillende rollen van VVE coach ....................................................................................... 22

3

Inleiding

De Stichting Servicepunt Kinderopvang (SSK) verzorgt het werkgeverschap en de werkorganisatie voor de coaches VVE. De inhoud van het werk en het werkprogramma worden bepaald door de Stuurgroep IKC / VVE. De uitvoering ligt in handen van de SSK. De gemeente Enschede is de opdrachtgever. Door middel van deze jaarrapportage verantwoordt de SSK zich zowel aan de Stuurgroep als aan de Gemeente Enschede. Gerapporteerd wordt over het tweede jaar zijnde de periode 1 augustus 2014 tot 1 augustus 2015. Daarnaast kunnen we kort rapporteren over de periode van 1 augustus 2015 tot 31 december 2015.

1.

Algemene informatie over de SSK

Faciliteiten De SSK kan een beroep doen op alle faciliteiten van de SKE. De coaches beschikken aan de Wethouder Nijhuisstraat over een werkplek en kunnen gebruik maken van de overige faciliteiten als vergaderruimtes, kopieerapparaten en dergelijke. Voor de backoffice activiteiten maakt de SSK gebruik van de backoffice van de SKE. De financiële rapportage wordt gedaan door de adjunct-directeur bedrijfsvoering van de SKE. Personele kengetallen De SSK heeft in 2014 een nieuwe VVE-coach aangenomen (vervanging ivm ziekte) en daarnaast afscheid genomen van 1 VVE-coach (pensioen) en de ad interim Teamleider Jan van Esseveld. Per 1 januari 2015 had de SSK 12 VVE-coaches, een administratief ondersteuner/data analist en een nieuwe teamleider in dienst. Per 1 maart zijn er 11 VVE-coaches (9,6 FTE) in dienst, één coach is HBO’er op de werkvloer (bovenformatief) geworden. In Bijlage 1 treft u de personele gegevens aan. Het team heeft met elkaar een moeilijke tijd doorgemaakt na het overlijden van teamleider Hanka Jansma. In de tweede helft van 2014 bleek een medewerker langdurig ziek en is een andere medewerker enkele maanden uit de running geweest. Ad interim Teamleider Jan van Esseveld heeft hier op goede manier op geanticipeerd. Met elkaar hebben we als team in 2015 de schouders eronder gezet. Opleiding/ begeleiding Taaltoets F3 Alle 11 coaches hebben voldaan aan de Taaltoetsen 3F. Werkbegeleiding: In de begeleiding is maatwerk per individu toegepast. Door de teamleider zijn met alle coaches tenminste 6 werkbesprekingen gevoerd. In de gesprekken werd de voortgang bewaakt, maar kwam ook het functioneren aan de orde. Van de gesprekken zijn verslagen gemaakt. Opleiding Beeldcoaching: De IJsselgroep verzorgt voor de VVE-coaches een opleiding Beeldcoaching op maat. Beeldcoaching is een krachtige vorm van coaching en biedt de coaches de mogelijkheid om de eigen coachingsvaardigheden verder te ontwikkelen. 4

Het is een methode van werkbegeleiding waarbij korte video-opnamen in de groep worden gemaakt met als doel pedagogisch medewerkers te begeleiden bij hun taak. Eind december wordt de opleiding afgerond. Inzet van de uren VVE-coach De coaches krijgen voor het begeleiden, ondersteunen en adviseren van een IKC een aantal uren. De uren waarmee de SSK rekent zijn 24 uur per PM’er, 24 uur per locatie en 144 uur voor CvL. Hierin zitten uren voor het voorbereiden en uitvoeren van activiteiten. De verdeling van de uren over de werkzaamheden kan per IKC verschillen. Iedere coach moet haar uren verantwoorden in het urenregistratie systeem dat de SSK heeft ontwikkeld. De verschillende werkzaamheden zijn verwerkt in dit systeem en dat geeft een goed beeld van het werk van een VVE-coach. Gemiddeld zien we het volgende beeld qua besteding van de uren: 5

2.

De opdracht van de SSK

De SSK heeft zoals beschreven in het Werkplan 2015 de opdracht om:  Resultaatgebied 1:

de coördinatie en afstemming tussen medewerkers en instellingen te bevorderen en te stroomlijnen.

 Resultaatgebied 2:

PM-ers op de VVE/locaties te ondersteunen bij de realisering van het opbrengstgericht werken door middel van advisering en coaching.

 Resultaatgebied 3:

de uitvoering van de gemaakte afspraken en de leerresultaten in kaart te brengen en deze te benutten in het kader van het OGW.

 Resultaatgebied 4:

een bijdrage te leveren aan de bevordering van de deskundigheid door middel van kennisoverdracht en scholing. Hoe werken we aan die opdracht?

Het team Coaches VVE adviseert en ondersteunt de IKC’s bij de scholing in en implementatie van het opbrengstgericht werken, bij het monitoren van de opbrengst van de VVE en bij het coördineren van de doorgaande lijn naar het onderwijs. Zoals beschreven in het werkplan 2015 werken de coaches met een “Werkwijzer” waarin protocollen en formats zijn ondergebracht. De VVE-coaches werken vraaggericht en opbrengstgericht aan de hand van een format Werkplan dat door het team is ontwikkeld. Elk werkplan kan gekoppeld worden aan een prestatieafspraak en omvat de onderdelen van de PDCA cyclus. Naast het adviseren, coachen en begeleiden worden er naar aanleiding van vragen vanuit een CvL door de SSK materialen en instrumenten ontwikkeld. Deze materialen en instrumenten kunnen ook worden gebruikt door andere IKC’s. Voorbeelden hiervan zijn:    IKC-Handboek; map waarin de belangrijkste punten van een IKC worden beschreven. Voortgangsformulier SKE(P); Werkplan + instrument Collegiale consultatie (Kijkwijzer); Daarnaast heeft de SSK verschillende motto’s ontworpen en verspreid onder de kinderopvang organisaties. Met behulp van de posters van een motto willen wij op een beeldende manier de aandacht vestigen op een belangrijke tip of aandachtspunt in het kader van het coachen op het opbrengstgericht werken. Door de poster zichtbaar op te hangen worden de PM’ers gedurende een periode dagelijks herinnerd aan het motto en kan de coach het gesprek hierover gemakkelijk aangaan. PM’ers kunnen hierover met de ouders in gesprek gaan, zo spelen de motto’s een belangrijke rol in het kader van ouderbetrokkenheid. De volgende motto’s zijn verschenen: 6

Wat doet de coach in een IKC?

De coach is in eerste instantie actief op de werkvloer om het opbrengstgericht werken te begeleiden en PM’ers individueel of in teamverband te coachen op onderdelen van het opbrengstgericht werken. Maar dat is niet de enige rol die de coach aanneemt. De VVE-coach heeft meerdere rollen die zij inzet als de situatie er om vraagt. Rollen die we onderscheiden zijn:  De coach als coach  De coach als trainer  De coach als begeleider  De coach als adviseur  De coach als ontwikkelaar Casusbeschrijvingen van de verschillende rollen zijn beschreven in de Bijlage 2.

De monitorende opdracht van de SSK

Naast het coachen en begeleiden heeft de SSK een belangrijke monitorende rol in Enschede. De data analist van de SSK verzorgt, in samenwerking met team VVE-coaches en teamleider, een terugkoppeling van de volgende gegevens: 1.

2.

Periodieke informatie voorziening Enschede breed aan kinderopvangorganisaties en gemeente.

Onze data analist Martin Niemeijer houdt bij en koppelt terug: a.

b.

c.

d.

hoeveel kinderen er op de wachtlijsten staan bij de kinderopvangorganisaties; hoeveel HBO’ers op de werkvloer werkzaam zijn bij de kinderopvangorganisaties; hoeveel VVE gecertificeerde leidsters werkzaam zijn bij de kinderopvangorganisaties bezetting peuter- en VVE-arrangementen.

Toetsgegevens (CITO-peuters Taal en Rekenen) Enschede breed.

Alle kinderopvangorganisaties sturen de Cito-gegevens naar Martin Niemeijer. Hij zorgt ervoor dat alle data worden verzameld en geïnterpreteerd. Hij zorgt samen met de teamleider voor een terugkoppeling Enschede breed, maar ook voor een terugkoppeling naar iedere kinderopvangorganisatie. Iedere kinderopvangorganisatie kan vervolgens samen met de VVE coaches de data verder interpreteren en inzoomen op de verschillende locaties. Samen met de PM’ers kunnen de VVE-coaches vervolgens de toets gegevens van de kinderen analyseren (bij voorkeur per categorie), interpreteren en vervolgens nadenken over mogelijke interventies. 3.

Ontwikkeling van IKC’s op de verschillende resultaatgebieden.

Als onderdeel van de monitoringsopdracht is door de coaches de inhoudelijke voortgang in kaart gebracht. Dit is gebeurd aan de hand van een Excel-vragenlijst (gebaseerd op vorig jaar) die door alle coaches ingevuld is. De vragenlijst is gebaseerd op hoofdstuk 3 van het werkplan 2015. Hierin worden de resultaatgebieden, die in 2013 door de Stuurgroep voor de VVE-coaches zijn vastgelegd, beschreven. Voor elk resultaatgebied zijn doelstellingen geformuleerd die we met de verschillende IKC’s proberen te bereiken. Iedere coach heeft voor het IKC waar zij werkzaam is bekeken, in hoeverre de geformuleerde doelstellingen zijn gerealiseerd en zo niet, wat dan de mogelijke reden is waardoor de doelstelling nog niet of slechts deels is gerealiseerd. Dit is vervolgens verwerkt in een rapportage per IKC en een Enschede brede rapportage. De gegevens dateren van september 2015.

Nieuwe monitor opdracht uitgevoerd door SSK

Martin Niemeijer heeft een registratiesysteem ontwikkeld in het kader van de monitor IB 0-4. Hierin houden de IB’ers hun handelingen bij en kunnen uiteindelijk uitspraken worden gedaan over de meerwaarde van de IB 0-4. 7

3.

Resultaten

In dit hoofdstuk worden de resultaten van de monitoring van de Cito toetsresultaten van de voorscholen Enschede breed en de ontwikkeling van IKC´s beschreven.

3.1 De Cito resultaten voorscholen Enschede breed

Bij deze terugkoppeling is gebruik gemaakt van de door verschillende kinderopvangorganisaties aangeleverde Cito LOVS resultaten. Deze resultaten zijn gebruikt om zicht te krijgen op de ontwikkeling die VVE-kinderen in Enschede doormaken en of dit conform de resultaat- en prestatieafspraken is. De data van het eerste half jaar van 2015 zijn, door allerlei oorzaken, nog niet van alle organisaties binnen. Dit is een duidelijk aandachtspunt voor de werkgroep Cito/LOVS. Om te rapporteren over de resultaten is er voor gekozen om de tot nu toe verzamelde data te gebruiken om uitspraken te doen.

3.1.1 Ontwikkeling taal, vaardigheidsscores (met en zonder VVE-indicering)

Om de taalontwikkeling van de kinderen in beeld te brengen zijn de vaardigheidsscores van 2 toetsmomenten (36 maanden en 47 maanden) in een grafiek gezet. Deze grafiek laat de ontwikkeling van kinderen met en zonder VVE-indicering zien. In de resultaatafspraken staat dat de leerwinst-toegevoegde waarde zo groot moet zijn dat het kind het volgende vaardigheidsniveau heeft bereikt bij een volgende toets.

Vaardigheidsniveau Vaardigheidsscores Percentiel vaardigheidsscores

I 51-69 81 - 100 II 44-50 61 – 80

Betekenis

Ver boven gemiddelde Boven gemiddelde III IV V 40-43 32-39 0 – 31 41-60 21-40 0-20 Gemiddeld Onder gemiddelde Ver onder gemiddelde Op basis van deze gegevens m.b.t. CITO taal kan worden geconcludeerd dat kinderen met en zonder een VVE indicatie een volgend vaardigheidsniveau hebben bereikt. De kinderen met een VVE indicatie gaan van vaardigheidsniveau V naar vaardigheidsniveau II en de kinderen zonder VVE indicatie gaan van III naar I. Wat opvalt is dat de vaardigheidsgroei van de kinderen met VVE indicatie iets hoger is ten opzichte van de groei van niet geïndiceerde kinderen (2,7 punten). Op basis van deze ontwikkeling kan voorzichtig worden geconcludeerd dat de VVE-interventies effectief zijn. 8

3.1.2 Ontwikkeling taal, vaardigheidsniveau (met en zonder VVE-indicering)

Alle toetsen in het Cito Volgsysteem zijn genormeerd. Deze normen zijn bedoeld om de vaardigheid van kinderen te vergelijken met die van andere kinderen in eenzelfde leeftijdsgroep. De niveaugroepen geven aan hoe een kind het doet ten opzichte van een landelijke steekproef. In onderstaande tabellen staan de CITO taal resultaten van kinderen Enschede breed.

VVE en Niet VVE: 47 maanden Enschede breed VVE geïndiceerd: 47 maanden Enschede breed ‘Niveau score’ = resultaat Enschede breed ‘Niveau score’ = resultaat Enschede breed

In de resultaatafspraken staat benoemd wat de te behalen streefdoelen zijn voor Enschede. In onderstaande tabel staan de gegevens voor CITO-taal op een rij.

Niveau Niveau I-II-III Niveau IV Niveau V Streefdoelen

60% Max. 20% Max. 20%

VVE en niet VVE Enschede breed

76% 13% 11%

VVE Enschede breed

62% 19% 19% Op basis van deze gegevens m.b.t. CITO taal van zowel VVE- als niet VVE-geïndiceerde kinderen kan worden geconcludeerd dat de streefdoelen zeker worden behaald. Ook wanneer we specifiek inzoomen op de VVE kinderen worden de streefdoelen behaald. 9

3.1.3 Ontwikkeling rekenen, vaardigheidsscores (met en zonder VVE-indicering)

Om de rekenontwikkeling van de kinderen in beeld te brengen zijn de vaardigheidsscores van 2 toetsmomenten (36 maanden en 47 maanden) in een grafiek gezet. Deze grafiek laat de ontwikkeling van kinderen met en zonder VVE-indicering zien. I II 60-98 52-59 In de resultaatafspraken staat dat de leerwinst/toegevoegde waarde zo groot moet zijn dat het kind het volgende vaardigheidsniveau heeft bereikt bij een volgende toets.

Vaardigheidsniveau Vaardigheidsscore Percentiel vaardigheidsscores

81 – 100 61 – 80

Betekenis

Ver boven gemiddelde Boven gemiddelde III IV 47-51 41-46 41-60 21-40 Gemiddeld Onder gemiddelde V 0-40 0-20 Ver onder gemiddelde Op basis van deze gegevens m.b.t. CITO rekenen kan worden geconcludeerd dat zowel de VVE en niet VVE geïndiceerde kinderen een volgend vaardigheidsniveau hebben bereikt. De kinderen met VVE indicatie gaan van vaardigheidsniveau V naar vaardigheidsniveau III en de kinderen zonder VVE indicatie gaan van vaardigheidsniveau IV naar vaardigheidsniveau I. De vaardigheidsgroei van kinderen met een VVE indicatie is net iets minder in vergelijking met de groei van niet geïndiceerde kinderen (1,3 punten). 10

3.1.4 Ontwikkeling rekenen, vaardigheidsniveau (met en zonder VVE-indicering)

Alle toetsen in het Cito Volgsysteem zijn genormeerd. Deze normen zijn bedoeld om de vaardigheid van kinderen te vergelijken met die van andere kinderen in eenzelfde leeftijdsgroep. De niveaugroepengeven aan hoe een kind het doet ten opzichte van een landelijke steekproef. In onderstaande tabellen staan de CITO rekenen resultaten van alle kinderen Enschede breed.

VVE en Niet VVE: 47 maanden Enschede breed VVE geïndiceerd: 47 maanden Enschede breed ‘Niveau score’ = resultaat Enschede breed ‘Niveau score’ = resultaat Enschede breed

In de resultaatafspraken staat benoemd wat de te behalen streefdoelen zijn voor Enschede. In onderstaande tabel staan de gegevens voor CITO-rekenen (zowel VVE- als niet VVE-geïndiceerde kinderen) op een rij.

Niveau Niveau I-II-III Niveau IV Niveau V Streefdoelen

60% Max. 20% Max. 20%

VVE en niet VVE Enschede breed

69% 14% 17%

VVE Enschede breed

57% 18% 25% Op basis van deze gegevens m.b.t. CITO rekenen van zowel VVE- als niet VVE-geïndiceerde kinderen kan worden geconcludeerd dat de streefdoelen zijn behaald. Echter wanneer we inzoomen op de VVE kinderen zien we dat de streefdoelen nog niet worden gehaald. 11

3.1.5 Voorlopige conclusies en aanbevelingen

Op basis van de tot nu toe verzamelde gegevens kunnen voorzichtig conclusies worden getrokken over de ontwikkeling van kinderen in de voor- en vroegschoolse educatie in Enschede. De resultaatafspraken zoals geformuleerd en afgesproken worden deels nagekomen. Er is een positieve ontwikkeling ten aanzien van de vaardigheidsgroei van de VVE-kinderen voor zowel taal als rekenen. De geformuleerde streefdoelen voor kinderen met een VVE-indicering worden voor het onderdeel rekenen nog niet geheel gehaald. De verwachting is dat deze streefdoelen bij een volgende meting wel worden gehaald aangezien veel organisaties met name in 2015 extra aandacht hebben geschonken aan het onderdeel rekenen. Iedere kinderopvangorganisatie heeft in juli van dit jaar een rapportage ontvangen waarin de toetsgegevens van taal en rekenen algemeen, maar ook per locatie zijn teruggekoppeld. De kinderopvangorganisaties kunnen dit gebruiken om te bekijken waar nog extra winst te behalen is. De wens is om in de toekomst gebruik te maken van toetsresultaten die ook gespecificeerd zijn per categorie. Dit geeft de mogelijkheid om het onderdeel taal en rekenen verder te analyseren en wellicht uitspraken te doen over het aanbod. Om meer inzicht te krijgen in het effect van het totale VVE-aanbod is het aan te bevelen ook de CITO gegevens van de kinderen in de groepen 1 en 2 te bekijken. Het is interessant om te zien wat de ontwikkelingen daarin zijn en of er in de afgelopen projectperiode een sterkere groei is te zien ten aanzien van de voorgaande jaren. 12

3.2 Ontwikkeling van IKC’s op de verschillende resultaatgebieden Terugkoppeling per IKC

Iedere coach heeft in oktober 2015 voor het IKC waar zij werkzaam is, bekeken in hoeverre de geformuleerde doelstellingen zijn gerealiseerd en zo niet, wat dan de mogelijke reden is waardoor de doelstelling nog niet of slechts deels is gerealiseerd. Dit is vervolgens verwerkt in een rapportage per IKC. Tijdens een College van Leidinggevende (CvL) vergadering heeft iedere coach een samenvatting van de rapportage persoonlijk toegelicht en zo bestond de mogelijkheid om met elkaar in gesprek te gaan. Daarnaast is besproken wat mogelijke aanbevelingen zijn voor de komende periode. Dit gesprek kan voor ieder CvL een aanleiding zijn om al dan niet samen met de huidige VVE-coach afspraken maken voor 2016. Met 2 van de 26 IKC’s waar de VVE-coaches werkzaam zijn, heeft door verschillende oorzaken nog geen gesprek plaatsgevonden met het CvL. Hier wordt een alternatief voor gezocht. Onderdeel van het gesprek met het CvL was ook de samenwerking met de VVE-coach in schooljaar 2014/2015 en de vraag wat de coach kan betekenen in het nieuwe schooljaar. Enkele reactie ten aanzien van de samenwerking:  ”Ik ben zeer tevreden. Stap voor stap gaan we de goede kant. Een goed IKC kun je niet afdwingen, maar heeft tijd nodig.”  “Gelukkig dat de coach er is, om te zorgen dat we overzicht houden in de dingen die we moeten doen”.  “Fijn dat de coaches het inhoudelijk deel van het werk begeleiden, er is niemand anders die op dit moment deze rol op zich kan nemen/ neemt.”  “De verwachtingen en afstemming tussen coach en CvL zijn helder geworden.” Voor wat betreft de inzet van de VVE-coach in het nieuwe schooljaar worden de volgende onderwerpen veelvuldig genoemd: verder borgen van opbrengstgericht werken, spin in het IKC-web en de collegiale consultatie. Enkele reacties:  “Verder blijft de Coach van waarde in het creëren van voorwaarden om de onderwerpen met elkaar te bespreken. Collegiale consultatie begeleiden en de doorgaande lijn verstevigen tussen de voor en de vroegschool.”  “De collegiale consultatie is een brug voor de verdere samenwerking tussen voor- en vroegschool. Hierbij is de coach de spin in het web om de ontwikkelingen vast te leggen en te borgen.”  “De VVE Coach is niet alleen nodig als begeleider op de werkvloer, maar ook als ondersteuner van het Cvl.” 13

Terugkoppeling Enschede (stads)breed

De SSK heeft een systematiek ontwikkeld om de ontwikkelingen per resultaatgebied in kaart te brengen. Met de VVE- coaches is de systematiek uitgebreid besproken en doorgenomen. Een kanttekening is dat het lastig is om een proces te vangen in een score. Een maximale score betekent namelijk niet dat een proces is afgerond. In deze rapportage beperkt de SSK zich tot een aantal opvallende zaken, die zich “stadsbreed” bij een resultaatgebied voordoen. Elk resultaatgebied start met een overzicht van de gemiddelde score per item zoals beschreven in het jaarplan van de SSK. De volgende scores worden onderscheiden;  Score 0 = niet bekend (je bent er niet van op de hoogte, gaat buiten je om),  Score 1 = niet gerealiseerd (gestart maar nog niet van de grond gekomen),  Score 2 = gestart (nog wel stappen te ondernemen),  Score 3 = bijna gerealiseerd (voldoet aan minimale eisen),  Score 4 = gerealiseerd (voorbeeld voor anderen).

3.2.1 Resultaatgebied 1: Coördinatie en afstemming

In een IKC is het vormgeven van een doorgaande lijn voor kinderen van 0-13 jaar van groot belang. Dit kan alleen door goed met elkaar af te stemmen op verschillende onderdelen. We zien dat het in een IKC met veel verschillende partners (meerdere scholenkoepels, KDV en PSZ) lastiger is om IKC brede afspraken te maken. Er ontstaat een natuurlijke beweging, waarbij men op zoek gaat naar een fysiek kortere lijn. Zo ontstaan er binnen een groot IKC meerdere samenwerkingseenheden van bijv. een school en PSZ. Dit hoeft echter geen probleem te zijn, er ontstaan prachtige samenwerkingsrelaties waarin de doorgaande lijn wordt vormgegeven. De procedure met betrekking tot de warme overdracht is bij alle 26 IKC’s vastgelegd en afspraken zijn gemaakt. Deze afspraken moeten op basis van praktijkervaringen verder worden afgestemd en 14

bijgesteld, zodat de warme overdracht optimaal functioneert. Een aandachtspunt is bijvoorbeeld de afspraak dat de basisschool na 3 maanden terugkoppelt naar de voorschool en dat dit wordt vastgelegd. Een ander aandachtspunt is dat voorscholen soms te maken hebben met verschillende protocollen warme overdracht. Dit kan ons inziens effectiever en efficiënter door afspraken te maken op stedelijk niveau. De inhoudelijke afstemming, bijv. op didactisch of pedagogisch gebied, afstemmen van activiteiten, spreken gezamenlijke taal, enz. kan nog beter. Het afgelopen jaren is door de kinderopvang organisaties een grote inhoudelijke slag geslagen en dat maakt dat de inhoudelijke afstemming nog beter plaats kan vinden. Een krachtig middel, een hefboom, om verschillende processen t.a.v. de doorgaande lijn vanaf de werkvloer (met de mensen die het moeten doen) op gang te brengen is de collegiale consultatie! Er worden gezamenlijke afspraken gemaakt en dat kan uiteindelijk leiden tot IKC-beleid. In schooljaar 2015-2016 gaan alle IKC’s waar de VVE-coaches werkzaam zijn (26 IKC’s) gebruik maken van de collegiale consultatie. Wij denken dat dit de verdere inhoudelijk afstemming binnen een IKC zeker ten goede zal komen. Een onderdeel dat opvalt in deze rapportage is “zorgdragen voor afstemming tussen IB voor- en vroegschool”. In april van schooljaar 2014-2015 zijn de eerste IB’ers 0-4 aan het werk gegaan bij een aantal IKC’s. De meeste IB’ers zijn echter in schooljaar 2015-2016 van start gegaan. Een nieuwe deskundige in het veld en dat vraagt afstemming met alle partijen die actief zijn op de werkvloer. Met elkaar dienen we eenzelfde doel! Inmiddels zien we dan ook dat het overleg met de IB’ers op gang komt en het overleg m.b.t. zorgkinderen structureel plaats gaat vinden. Men weet elkaar steeds meer te vinden. 15

3.2.2 Resultaatgebied 2: Advisering, coaching en ondersteuning

Bij dit resultaatsgebied is alleen de ontwikkeling van de voorscholen (PSZ en KDV) in kaart gebracht. De VVE-coaches zijn daar met name actief geweest. Verheugd stelt de SSK vast dat het onderdeel advisering en coaching op de werkvloer wat betreft het voorschoolse deel zich voorspoedig ontwikkelt. Er zijn grote vorderingen op het gebied van het OGW gemaakt. Veel PM-ers stemmen hun activiteiten af op de SLO-doelen en de leervraag van kinderen. Dit ondanks de vele wisselingen door grote en kleine reorganisaties op de werkvloer van de voorscholen. Discontinuïteit op de werkvloer vermindert regelmatig de coachbaarheid. Ten aanzien van het opbrengst gericht werken is er nog winst te behalen bij het differentiëren en werken in niveaugroepjes, tutoren. Daarnaast is de ouderbetrokkenheid een belangrijk aandachtspunt. Dit onderdeel is echter door alle IKC’s in schooljaar 2015/2016 veelal in samenwerking met de VVE-coaches voortvarend opgepakt. De kinderopvangorganisaties hebben een grote inhoudelijke ontwikkeling doorgemaakt. Het is goed om nu de inhoudelijke lijn met de groepen 1 en 2 verder vorm te geven en met elkaar kennis en ervaring uit te wisselen. De collegiale consultatie kan hiervoor worden ingezet. De eerste ervaringen met deze vorm van uitwisselen en afstemmen zijn positief. Enkele VVE-coaches worden inmiddels ook gevraagd om te adviseren in de groepen 1 en 2. 16

3.2.3 Resultaatgebied 3: Monitoring

De VVE-coaches hebben voor elk IKC waar zij werkzaam zijn bekeken in hoeverre de in het werkplan geformuleerde doelstellingen zijn gerealiseerd en zo niet, wat dan de mogelijke reden is waardoor een doelstelling niet of slechts deels is gerealiseerd. Dit is tijdens een CvL besproken en er zijn aanbevelingen gedaan voor de komende periode. Met 24 van de 26 CvL is de rapportage volgens afspraak doorgesproken en zijn in overleg nog wijzigingen aangebracht. SSK verzamelt zoals eerder besproken de Cito gegevens van alle kinderopvangorganisaties. Eind schooljaar 2014-2015 zijn er voor alle kinderopvangorganisaties tussentijdse Cito-rapportages gemaakt door Martin Niemeijer. Deze rapportage is met iedere organisatie besproken en biedt inzicht in de taal- en rekenontwikkeling op organisatieniveau, maar ook op locatieniveau. Alle organisaties hebben gegevens aangeleverd, maar geen van de organisaties slaagt erin een dekkingsgraad van 100 % te halen. Daarnaast worden de gegevens niet altijd op de goede manier aangeleverd, waardoor er gegevens ontbreken. Deze aandachtspunten worden door de werkgroep CITO-LOVS, waar Martin Niemeijer ook deel van uitmaakt, in november 2015 opgepakt. Op locatie niveau wordt sinds januari 2015 door alle kinderopvangorganisaties bij zowel PSZ als KDV gebruik gemaakt van Cito. De VVE-coaches ondersteunen bij het analyseren van de toetsgegevens en vertalen naar passend aanbod. Het nader analyseren van de toetsgegevens is nog iets wat verder ontwikkeld kan worden. SSK heeft een Cito-instrument ontwikkeld dat kan helpen van de analyse van de gegevens. Een belangrijke en waardevolle stap is om ook te kijken naar een analyse van de categorieën. Dit kan meer informatie opleveren over het aanbod. Dit zal ook door de werkgroep in 2015 verder worden opgepakt. 17

3.2.4 Resultaatgebied 4: Deskundigheidsbevordering

De SSK werkt op dit punt vraaggericht en gaat maatwerkgericht in op de vragen zoals die zich uit de groeps- en individuele coaching voordoen. Dit kunnen trainingsmomenten, een presentatie of eenvoudig weg “voordoen wat er bedoeld wordt” zijn. De coaches zijn met name in de voorschool op dit gebied actief geweest. Op verzoek van de Regiegroep heeft de SSK bijvoorbeeld een training implementatie Cito-toetsen ontwikkeld. Deze training is bij drie kinderopvangorganisaties uitgevoerd. In schooljaar 2014-2015 heeft Expertis verschillende trainingen gegeven met betrekking tot opbrengstgericht werken. De coaches hebben vervolgens een rol gespeeld bij de vertaling van het geleerde in de praktijk. Bij eventuele vervolgtraining in 2016 zijn de VVE-coaches graag bereid om op basis van praktijkervaringen de inhoud van de training, samen met de trainers, meer op maat te maken. 18

99

3.2.5 Ontwikkelingen resultaat- en prestatieafspraken gerelateerd aan werk van SSK

De VVE-coaches hebben ook een door de SSK ontwikkelde checklist gebruikt om iets te zeggen over de voortgang t.a.v. de prestatieafspraken en de VVE-inspectie indicatoren. De onderdelen C en D zijn ingevuld voor de voorschool en de onderdelen F en G voor het IKC. Hoewel er accent verschillen zijn, kan over het algemeen worden gezegd dat het overeenkomt met het beeld dat de SSK monitor opleverde. Wat opvalt is onderdeel C1.4 en met name onderdeel F. Doorgaande lijn en G. Opbrengsten van VVE. 19

4.

Conclusies en aanbevelingen

Goede kwaliteit van de uitvoering van de Voor- en Vroegschoolse Educatie, het verhogen van de opbrengsten voor kinderen, goede samenwerking en een doorgaande lijn, dat is waar we ons sterk voor maken als SSK. Er is en er wordt ontzettend hard gewerkt om die ambities te halen. De coaches zijn dit jaar steeds meer betrokken bij verschillende processen en overlegvormen. Zij hebben een belangrijke bijdrage geleverd aan het effectief en opbrengstgericht werken in de VVE. Kortom er is veel gedaan en er gaat al veel goed. We weten elkaar te vinden! Op stedelijk niveau komen ook een aantal aandachtspunten naar voren, die worden in veel gevallen in schooljaar 2015/2016 opgepakt.  De PM’ers/leidsters bij zowel PSZ als KDV moeten nog wel ondersteund worden in OGW om de continuïteit hierin te borgen. Er wordt nog maar relatief kort op deze manier gewerkt, het gevaar bestaat dat in ‘drukke tijden’ wordt teruggevallen op het oude patroon. Het is van belang op OGW-onderdelen de puntjes op de “i” te zetten. Een belangrijk onderwerp blijkt het differentiëren en tutoren, dit moet verder worden opgepakt.  Het verzamelen, analyseren en interpreteren van de Cito gegevens in de voorschool is een duidelijk aandachtspunt voor 2016. De werkgroep Cito/LOVS heeft hier al concrete afspraken over gemaakt.  Implementeren en verder ontwikkelen doorgaande lijn voor- en vroegschool (pedagogisch, didactisch en sociaal emotioneel), collegiale consultatie wordt gebruikt als hefboom om dit vanaf  de werkvloer samen vorm te geven en te vertalen in beleid. Er is veel geïnvesteerd in de voorschool, in het kader van de doorgaande lijn is het goed om te inventariseren wat leerkrachten van de groepen 1 & 2 doen met betrekking tot VVE-kinderen. VVE coaches kunnen eventueel adviseren, coachen in groep 1 & 2.  Ouderbetrokkenheid is zowel in de voor- als vroegschool een aandachtspunt. Dit is in 2015 voortvarend opgepakt en wordt in 2016 in de vorm van het uitvoeren en implementeren van ouderactiviteiten verder opgepakt.

Ontwikkeling per IKC

De afgelopen projectperiode hadden alle IKC’s dezelfde opdracht. Anno 2016 is de beginsituaties bij de verschillende IKC’s/locaties anders. Elk IKC heeft met de VVE-coach doorgesproken wat de aandachtspunten zijn en waar in 2016 nog extra aandacht aan kan worden gegeven. Aanvullend kan de VVE-coach in gesprek met de kinderopvangorganisaties/basisschool/IKC’s achterhalen wat er, op basis van het Sardes-rapport en op basis van de wederzijdse ervaringen nog nodig is. Dit kan mogelijk worden verwerkt in een nieuwe samenwerkingsovereenkomst. Op basis van de vraag/inhoud kan worden gesproken over een optimale inzet van het aantal beschikbare uren.

De VVE-coaches in 2016

Voor de SSK medewerkers ontstaat een geheel nieuwe situatie. Per 1 januari bestaat de SSK niet meer, de functie VVE-coach wordt dan ondergebracht bij de kinderopvangorganisaties. Er zijn inmiddels verschillende vacatures opengesteld, maar op dit moment is nog niet duidelijk hoe het team VVE-coaches er in 2016 uit zal zien. Coaches moeten afscheid nemen van een IKC en gaan aan het werk bij een nieuwe. Het kost tijd om aan elkaar te wennen. Begin 2016 zal dan ook geïnvesteerd worden in een goede overdracht en het opbouwen van een relatie zowel op de werkvloer als in het CvL. Want: zonder relatie, geen prestatie. In 2016 hebben we als nieuw team VVE-coaches de gelegenheid om samen met de GGD, de verschillende onderwijskoepels, de kinderopvangorganisaties en de gemeente afspraken in de praktijk echt goed te borgen en te consolideren. De komende periode kunnen op onderdelen de puntjes op de ‘i’ worden gezet en is de tijd rijp om volop te investeren in het verder vormgeven van een inhoudelijk doorgaande lijn van voor- naar vroegschool. Kinderen de beste kansen bieden om zich goed te ontwikkelen. Dat is waar we ons in Enschede sterk voor maken! 20

Bijlage 1: SSK informatie

Aantal FTE Aantal FTE

Aantal personen werkzaam als coach: (per 01-07-2014) (per 01-09-2014) (per 01-02-2015) (per 01-03-2015) Aantal personen werkzaam administratief medewerker (In dienst op 01-12-2013) Aantal personen werkzaam als teamleider (in dienst op 01-01-2015)

Totaal aantal per juni 2015 Totaal aantal per december 2015 Ziekteverzuim SSK Schooljaar 2014 – 2015

Periode 01-07-2014 tot 31-06-2015

Verzuimpercentage 10,07% (incl. langdurig verzuim) Verzuimpercentage 5,76% (excl. langdurig verzuim)

Personen FTE

12 13 12 11 1 10,2 11,1 10,4 9,7 0,89

13 11,5

21

Bijlage 2: Verschillende rollen van VVE coach

In deze Bijlage worden een aantal praktijkvoorbeelden van de verschillende rollen beschreven.

Rol: De coach als coach

Situatie

“De coach voor mij is een duizendpoot, iemand die sensitief is en makkelijk aan kan sluiten bij elke situatie en/of persoon. Coachen kan alleen als er een relatie is tussen de coach en coachee. Dat betekent veel investeren in tijd. Niet iedereen staat open voor verandering en dan is het een uitdaging om aan te sluiten. Belangrijk is vertrouwen te hebben in het feit dat een ieder op den duur wil ontwikkelen. De manier waarop dit gebeurt is het proces van de coachee en dat stimuleer ik als coach.” “Als coach ben ik als coach een soort spiegel. Een team dat al jarenlang in dezelfde locatie samenwerkt en geen doel kan bedenken om aan te werken. Ik zie dat er wordt gewerkt op de “automatische piloot”, zoals men het altijd al deed, want dat was toch wel goed?”

Aanpak

“Investeren in de relatie betekent vooral mensen ontmoeten, veel aanwezig te zijn op de werkvloer en een vast gezicht te worden. Niet opdringen als een coach, die het wel even komt vertellen, maar een luisterend oor, oprechte aandacht en bijvoorbeeld aanbieden om samen naar oplossingen te zoeken. Kortom op zoek naar aansluiting om open te gaan staan voor veranderingen.

“Weer het bewustwordingsproces van de PM’ers stimuleren. Bewust kijken waar men mee bezig is. Het proces om vanuit de toets resultaten doelen te stellen voor het individuele kind. Deze te bespreken met je collega’s.”

Resultaat

“Door goed te luisteren en oprechte aandacht te hebben, zijn de leidsters open gaan staan voor coaching om daadwerkelijk aan verbetering te willen werken. In de praktijk zie ik mensen mij weten te vinden. Ik word om advies gevraagd, word gevraagd om mee te denken en ik word gevraagd om te coachen. Een mooi resultaat van een soms lastige rol als coach.” “PM’ers zijn weer bewust aan het werk en zien de verschillen in de kinderen en passen de activiteiten aan. Ze plannen bewust en zien resultaat en genieten van de opbrengsten die dit oplevert.”

Rol: De coach als trainer

Situatie

“Bij de organisatie waar ik werk was nog nooit met CITO-toetsen gewerkt bij de kinderopvang. Ik was dat vanuit het peuterwerk al jaren gewend en heb aangeboden de PM’ers te trainen. Omdat het er erg veel waren hebben we besloten er twee groepen van te maken.”

Aanpak

“Een collega-coach van dezelfde kinderopvang wilde graag mee voorbereiden en uitvoeren zodat ze dit zelf ook eventueel kon gaan uitvoeren op de werkvloer. We hebben samen een training gemaakt bestaande uit 2 interactieve bijeenkomsten met ruimte voor terugkoppeling en oefening in de praktijk. We maakten een power-point en een hand-out.

22

Daarnaast vroegen we een leidster van de peuteropvang of we haar bij drie verschillende momenten mochten filmen bij het toetsen zodat we een praktijkvoorbeeld hadden. Zo konden we gebruik maken van voorbeelden van het toetsen van kinderen van verschillend niveau. Ouders gaven toestemming om deze beelden te gebruiken voor dit doel.”

Resultaat

“Het resultaat was dat binnen een paar weken bijna 20 PM’ers konden beginnen met toetsen. Ook de leidinggevenden van deze organisatie deden mee, dat werkt altijd prima voor het moreel en ook voor het begrip van wat er op de werkvloer gebeurt. Nadien zijn er steeds nieuwe instromers getraind door ons beiden zodat de vaardigheid van de PM’ers om te kunnen toetsen op dit gebied snel ingezet kan worden. Na de training kom ik bij de nieuwe PM’ers een toets bijwonen zodat ik kan beoordelen of ze de toets vooral objectief en in een observatorrol af kunnen nemen.”

Rol: De coach als begeleider

Situatie

“Als coach heb ik contact met het college van leidinggevende. Zij hebben mij gevraagd of ik een ‘Werkgroep doorgaande leerlijn’ wilde op zetten. In deze werkgroep zitten Ib-ers, leerkrachten van groep 1-2 en schakelklas, pedagogische medewerkers van het kinderdagverblijf en peuterspeelzaal. Tijdens de vergaderingen staat de samenwerking centraal. Hoe krijgen wij een zo goed mogelijke doorgaan de lijn? Wij praten over ouders, zorg (bv. warme overdracht) en het pedagogisch en educatief handelen.”

Aanpak

“Tijdens deze vergaderingen ben ik voorzitter geweest, totdat ze elkaar allemaal kenden en er een vertrouwelijke sfeer hing. Nu ben ik vooral de procesbegeleider. Ik begeleid ze tijdens de vergaderingen, zodat er werkelijk over de inhoud wordt gesproken en dat het wordt geborgd. Ik ben de verbindende factor in het IKC.”

Resultaat

“Omdat ik op de inhoud let kunnen we snel afspraken maken. Zo hebben we een gezamenlijke themaplanning, een protocol voor de warme overdracht, is er collegiale consultatie, een gezamenlijke activiteitenkalender etc.”

Rol: De coach als adviseur

Situatie

“Ik vind het lastig om 1 situatie als adviseur te benoemen. Ik kan denken aan het helpen met het ontwikkelen van verschillende formulieren en werkwijzen. Maar ook aan het werken met kinderen waarbij leidsters handelingsverlegen zijn, hoe je de ruimtes het beste in kan richten, hoe je zo effectief mogelijk kan werken, het werken in niveaugroepjes, enz. Op alle momenten van de dag heb je als coach een adviserende rol. Een voorbeeld van advisering in relatie met niveaugroepjes: het is binnen een kinderopvang niet mogelijk om vanuit de toetsresultaten groepjes te maken (basis, pienter, tutor) omdat er te weinig kinderen voor zijn. Binnen deze kinderopvang hebben we wel een a/b/c/ met kindgegevens.”

23

Aanpak

“Wanneer ik aan welke situatie dan ook denk, moet ik toch eerst denken aan het woord proces! De coach is niet gelijk een adviseur wanneer er geen relatie is tussen de coach en coachee. Dit is dan ook een investering geweest. En de eerste stap in mijn aanpak. “Levellen” met de coachee. Wanneer er vertrouwen is ontstaan werd het mogelijk om te adviseren zodat er ook met de adviezen gewerkt kon worden en werd je benaderd om te sparren. Dit gebeurt op momenten dat je daadwerkelijk op de groepen bent, maar ook via mail of telefoon. Belangrijk hierin vind ik als coach dat je ook aandacht blijft houden voor het werk van de leidsters en dit ook complimenteert. Terug komen op het eerder besprokene en ervaringen bespreken hoort hier dan ook bij. Als coach heb ik de drempel altijd laag willen houden zodat de leidsters er makkelijk overheen konden stappen. Door gewoon aanwezig te zijn en een vast gezicht te worden, is het mogelijk geworden om te sparren met leidsters en spiegeltjes voor te houden. Het is een eerste stap om binnen de planning de SLO doelen te gebruiken en ook te observeren hoe kinderen deze activiteiten uitvoeren. Deze gegevens worden dan bijgeschreven in de logboeken. Daarna gebruiken de PM-ers de logboekgegevens weer voor de planning. Het verdelen van een proces in stapjes hoort bij de adviserende rol van de coach.”

Resultaat

“Deze processen, soms kort soms lang, afhankelijk van de coachee heeft elk op tijd en plaats wel zijn vruchten afgeworpen. Leidsters zijn zich gaan ontwikkelen, zoeken de coach bewust op met gerichte vragen. Kijken veel beter naar het individuele kind. Maar wat ik zelf het mooiste resultaat vond, is dat ze zichzelf als professional zijn gaan zien. En hoe belangrijk het werk is wat zij doen. Dat wat zij doen directe invloed heeft op de ontwikkeling van het kind. Dat ze zelf zijn gaan nadenken en ontwikkelen. En tot slot dat ze elkaar hiervoor opzoeken om te sparren. Het gesprek staat open en de doelen zijn helder. De ontwikkeling van het kind staat voorop! Door het verdelen van het proces in stapjes, blijven mensen gemotiveerd om door te gaan.”

Rol: De coach als ontwikkelaar

Situatie

“De Colleges van Leidinggevenden waren ook zoekende naar hoe en waarin ze moesten samenwerken. Er was nog weinig structuur in de vergaderingen en vanuit alle ideeën en voorstellen moesten gezamenlijke doelen worden gesteld. De wil was er wel, maar een plan van aanpak ontbrak.”

Aanpak

“Als VVE coach heb ik structuur gebracht en vanuit de resultaatafspraken die hierin leidend waren een IKC handboek samengesteld. Hierin zijn alle doelen uitgewerkt. Per doel geregistreerd vanaf de start tot de borging.”

Resultaat

“Voor de Colleges van Leidinggevende werd inzichtelijk waar ze samen naar toe moesten werken en daardoor konden er doelgerichte afspraken worden gemaakt, in een tijdpad worden gezet en geborgd. Hierdoor konden ze prioriteiten stellen en behaalde resultaten formaliseren.”

24