Welke deeltjes zijn oxidator?

Download Report

Transcript Welke deeltjes zijn oxidator?

REDOXREACTIES
Reacties waarbij elementen betrokken zijn
Pb(s) + S(s)  PbS(s)
Metaal Niet-metaal Zout
ONGELADEN
IONEN: Pb2+ en S2-
Pb
 Pb2+ + 2 eS + 2 e-  S2-
Pb = REDUCTOR (staat e- af)
S = OXIDATOR (neemt e- op)
Redoxreactie: reactie met elektronenoverdracht.
Halfreactie / halfvergelijking: reactie waarbij e- vermeld staat.
Totaalreactie: optelsom van beide halfreacties.
REDOXREACTIES
Welke deeltjes zijn reductor?
Metalen (Fe, Co, Ni, Zn etc)
Halogenideionen (Cl-, Br- etc.)
Waterstof (H2)
C, CO, CH4
PbO + CO  Pb + CO2
2 e-
Welke deeltjes zijn oxidator?
Metaalionen (Fe2+, Co2+ etc)
Halogenen (Cl2, Br2 etc)
Zuurstof (O2)
CH4 + 2 O2  CO2 + 2 H2O
REDOX en TABEL 48
Voorbeeld: waterstofperoxide en een aangezuurde oplossing van
kaliumjodide.
Procedure: 1. vind de betreffende ox en red in tabel 48 **
2. schrijf beide halfreacties juist over
3. maak de elektronen links en rechts kloppend
4. tel beide halfreacties bij elkaar op
5. vereenvoudig indien nodig
** moeilijkste onderdeel !!
Tip: inventariseer het mengsel op sterkste ox en red.
Inventarisatie van het mengsel
H2O2
H+
K+
I-
H2O
Sterkste oxidator (hoogste) en sterkste reductor (laagste)
Tip: 1. verwaarloos positieve metaalionen van groep 1 en 2
(deze zijn te zwakke oxidator)
2. H+ hoort altijd bij een oxidator (of staat op zichzelf)
3. In oplossingen vaak water verwaarlozen
OXIDATOR:
REDUCTOR:
H2O2 + H+; H2O2; ( K+; H2O )
H2O2; I-; ( H2O )
Sterkst!
Als er geen H+ is, neem je deze!
Sterkste reductor
Waterstofperoxide-opl met aangezuurde kaliumjodide-opl.
a
H2O2 (aq)
H+(aq)
K+(aq) + I- (aq)
Ox: H2O2 + 2H+ + 2 e-  2 H2O
RED: 2 I-
Totaal:
 I2 + 2 e-
H2O2+ 2H+ + 2I-  2 H2O+ I2
Joodoplossing met natriumsulfietoplossing.
b
I2 (aq)
Na+ + SO32Totaal:
Ox: I2 + 2 e-
 2 I-
RED: SO32- + H2O
 SO42- + 2H+ + 2 e-
SO32- +H2O +I2SO42-+2H++ 2I-
Er is geen OH- dus
Opstellen van halfreacties
Oxidatiegetal: (denkbeeldige) lading (met O = 2- en H = 1+)
Σ oxidatiegetallen =
0 bij elementen
lading ion bij ionen
Oxidatiegetal neemt af bij ox en neemt toe bij red.
Bij oxidator: zuur milieu met H+ voor de pijl en H2O na de pijl
neutraal milieu met H2O voor de pijl en OH- na de pijl
Vraag 1: Chroom(III)ionen in neutraal
milieu naar dichromaat
2 Cr3+ + 7H2O

Cr2O72- + 14 H+ + 6e-
Stap 1:
Noteer oxidator en reductor
Stap 2:
Stap 3:
Maak element kloppend
Maak O en H kloppend met H2O,
H+ of OH- afhankelijk van het milieu
ladingbalans
Stap 4:
Halfreactie opstellen:
Vraag 2: ethanol in neutraal
milieu naar azijnzuur
C2H5OH + H2O

CH3COOH + 4 H+ + 4e-
Stap 1:
Noteer oxidator en reductor
Stap 2:
Stap 3:
Maak element kloppend
Maak O en H kloppend met H2O,
H+ of OH- afhankelijk van het milieu
ladingbalans
Stap 4:
Halfreactie opstellen:
Vraag 3: buteen wordt omgezet in CO2
C4H8+ 8H2O
 4 CO2
+ 24 H+ + 24e-
Stap 1:
Noteer oxidator en reductor
Stap 2:
Stap 3:
Maak element kloppend
Maak O en H kloppend met H2O,
H+ of OH- afhankelijk van het milieu
ladingbalans
Stap 4:
Halfreactie opstellen:
Vraag 4: buteen wordt in basisch milieu
omgezet in CO2
C4H8+ 8H2O
 4 CO2 + 24 H+ + 24e+ 24 OH+ 24 OH(8H2O aan beide zijden wegstrepen)
C4H8+ 24 OH-
 4 CO2
+ 16 H2O + 24e-
Halfreactie opstellen:
Vraag 5: nitriet omzetten in stikstofgas
in zuur milieu
2 NO2- + 8 H++ 6e- 
N2 + 4H2O
Stap 1:
Noteer oxidator en reductor
Stap 2:
Stap 3:
Maak element kloppend
Maak O en H kloppend met H2O,
H+ of OH- afhankelijk van het milieu
ladingbalans
Stap 4:
Halfreactie opstellen:
Vraag 6: 2-butanol in butanon in zuur milieu
C4H9OH

C4H8O + 2 H++ 2e-
Stap 1:
Noteer oxidator en reductor
Stap 2:
Stap 3:
Maak element kloppend
Maak O en H kloppend met H2O,
H+ of OH- afhankelijk van het milieu
ladingbalans
Stap 4:
Halfreactie opstellen:
Vraag 7: permanganaat omzetten in
mangaan(IV)oxide in neutraal milieu
MnO4- + 4 H++ 3e- 
MnO2 + 2H2O
Stap 1:
Noteer oxidator en reductor
Stap 2:
Stap 3:
Maak element kloppend
Maak O en H kloppend met H2O,
H+ of OH- afhankelijk van het milieu
ladingbalans
Stap 4: