038 vaste cie. vws, AO jeugdzorg

Download Report

Transcript 038 vaste cie. vws, AO jeugdzorg

POSTADRES
Postbus 2510
3500 GM Utrecht
BEZOEKADRES
Tiberdreef 4
3561 GG Utrecht
TELEFOON
Vaste commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport
d.t.v. de griffier, T. Teunissen
p/a [email protected]
030 - 751 1003
FAX
030 - 751 1719
INTERNET
www.cnvconnectief.nl
E-MAIL
[email protected]
i.a.a. de heer M. van Rijn,
Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
VAKGROEP
PLAATS
Bestuur
Utrecht
ONS KENMERK
038/SK/de
DOORKIESNUMMER
DATUM
UW KENMERK
030-7511729
14 april 2015
E-MAIL
[email protected]
BETREFT
Algemeen Overleg Decentralisatie Jeugdzorg (22 april 2015)
Geachte leden van de commissie VWS,
Op donderdag 22 april aanstaande heeft u overleg over de decentralisatie van de
jeugdzorg. CNV Zorg & Welzijn bereiken diverse alarmerende ervaringen van
jeugdzorgwerkers die te maken hebben met deze decentralisatie. In deze brief wil
CNV Zorg & Welzijn u een aantal van deze signalen meegeven die aandacht
behoeven in uw overleg op 22 april. Samenvattend betreft dit:
-
-
Ruimte voor de professional: zorg ervoor dat zorgverleners zich bezig kunnen
houden met de inhoud van de zorg.
Borgen van kwaliteitsnormen via een keurmerk voor jeugdzorginstellingen:
voorkom dat zorgaanbieders kwaliteitsnormen loslaten als gevolg van
gemeentelijke druk of budgetteringsproblematiek.
Zorgvuldige indicatiestelling: de zorgindicatie door de professional dient leidend
te zijn voor de te bieden zorg.
Afstemming jeugdzorg en onderwijs: er moet betere afstemming komen tussen
onderwijs en jeugdzorg om te voorkomen dat jeugdigen tussen wal en schip
vallen.
Ruimte voor de professional
Om goede kwaliteit van zorg te kunnen bieden en inhoudelijke vernieuwing te
realiseren, is het belangrijk dat de focus komt te liggen op professionele ruimte.
Professionals hebben de ruimte en vertrouwen nodig om vanuit hun expertise
goede zorg te kunnen bieden. Daarbij moeten niet financiële kaders leidend zijn,
Bij beantwoording ons
kenmerk vermelden
a.u.b.
DATUM
PAGINA
14 april 2015
2/3
ONS KENMERK
038/SK/de
maar de inschatting van benodigde zorg door de professional. Op termijn zal dit
leiden tot goedkopere én betere zorg. Een werkelijke transformatie in de zorg komt
niet door gewijzigde structuren alleen, maar juist ook door professionals. Het met
vertrouwen tegemoet treden van (pleeg)ouders en kinderen, en het geloof dat zij
zelf (met hun netwerk) tot goede oplossingen kunnen komen, ligt aan de basis van
de inhoudelijke vernieuwing. Professionals op hun beurt moeten erop kunnen
vertrouwen dat het aan hen is oplossingen te vinden voor (complexe)
opvoedingsproblematiek. In de praktijk blijkt dat professionals momenteel veel tijd
en energie kwijt zijn met het uitvinden hoe zaken concreet geregeld zijn binnen
gemeenten. Zoals zicht op het ingekochte zorgaanbod van een gemeente.
Inzichtelijkheid is nodig om te bepalen of de vraag van de cliënt overeenkomt met
het ingekochte aanbod. En hoe met dit aanbod aan de zorgbehoefte van de cliënt
tegemoet kan worden gekomen. Er moet meer duidelijkheid komen in de manier
waarop gemeenten het proces hebben vormgeven, zodat zorgverleners zich bezig
kunnen houden met de inhoud van de zorg in plaats van met regelgeving vanuit
gemeenten.
Borgen van kwaliteitsnormen via een keurmerk voor jeugdzorginstellingen
Er zijn signalen dat de organisatorische onduidelijkheden en de afhankelijkheid van
gemeentelijke financiën leiden tot ongewenste situaties. Door de afhankelijkheid
van gemeenten zijn er zorginstellingen die in het belang van hun voortbestaan
geneigd zijn tegemoet te komen aan wensen van deze gemeenten. Ook als het
belang van een gezin of jeugdige in een moeilijke of zelfs onveilige
opvoedingssituatie hierdoor onder druk komt te staan. Bovendien bestaat het risico
dat organisaties afwijken van hun kwaliteitsnormen om binnen de budgetten te
blijven. In 2015 zullen de effecten hiervan nog niet overal zichtbaar zijn, omdat
zorgverleners zich tot het uiterste inspannen om de kwaliteit zoveel mogelijk te
blijven bieden en omdat er nog regelingen bestaan voor het borgen van de
continuïteit van zorg dit jaar. In 2016 zullen deze organisaties concurrerend
moeten zijn met nieuwe organisaties die flexibel inspelen op specifieke vragen van
gemeenten. Dit maakt het risico om van kwaliteitsnormen af te wijken (nog) groter.
Het is zaak oog te hebben voor de professional die wil staan voor het belang van
een jeugdige en het gezin en haar de ruimte en het vertrouwen te geven die nodig
is om die goede zorg ook echt tot stand te laten komen. CNV Zorg & Welzijn pleit
voor een duidelijk keurmerk voor instellingen die jeugdhulp mogen verlenen,
gebaseerd op kwaliteitsnormen.
Zorgvuldige indicatiestelling
Het is belangrijk dat gemeenten duidelijk communiceren over processen, waarbij de
zorgindicatie door de professional leidend dient te zijn voor de te bieden zorg. In
principe is de afspraak dat gemeenten gaan over de toekenning van middelen en
het afgeven van een beschikking voor de inzet van een zorgaanbod (en daarmee
het beschikbaar stellen van financiële middelen). De professional gaat over dát wat
inhoudelijk nodig is aan begeleiding en hulp. Hiervoor is het echter wel nodig om de
bestaande kennis van jeugdzorgwerkers te betrekken bij de indicatiestelling. Alleen
op die manier kunnen ouders en verzorgers bij keukentafelgesprekken worden
beschermd tegen onderindicatie.
DATUM
PAGINA
14 april 2015
3/3
ONS KENMERK
038/SK/de
Afstemming jeugdzorg en onderwijs
Tot slot ziet CNV Zorg & Welzijn dat de afstemming tussen jeugdzorg en onderwijs
niet overal optimaal is. Terwijl deze twee sectoren in alle opzichten aan elkaar
verbonden zijn. Het gevolg is dat jeugdigen geen plaats kunnen vinden in het
onderwijs en thuis komen te zitten. Wat in een aantal gevallen weer leidt tot gebrek
aan jeugdzorg omdat het volgen van onderwijs hierbij een vereiste is. CNV Zorg &
Welzijn wil dan ook dat gemeenten verplicht worden gesteld een goede afstemming
tussen jeugdzorg en onderwijs te regelen en te faciliteren om zo te voorkomen dat
kinderen tussen wal en schip vallen. Daarnaast dienen voldoende (financiële)
buffers te worden gecreëerd om in te kunnen grijpen op schrijnende gevallen.
CNV Zorg & Welzijn vertrouwt erop u met deze brief inzicht te hebben gegeven in
de uitwerking van de transitie in de praktijk met bijbehorende oplossingsrichtingen.
Uiteraard zijn wij altijd bereid nadere toelichting te geven.
Met vriendelijke groet,
Suzanne Kruizinga
voorzitter CNV Zorg & Welzijn