Onderzoeksvisie BO akkerbouw - Brancheorganisatie Akkerbouw

Download Report

Transcript Onderzoeksvisie BO akkerbouw - Brancheorganisatie Akkerbouw

ONDERZOEKSVISIE
BRANCHEORGANISATIE AKKERBOUW
Kennis en Innovatie voor de akkerbouw van morgen!
Namens de dragende organisaties van de brancheorganisatie Akkerbouw:
LTO Nederland
Nederlandse Akkerbouw Vakbond (NAV)
Nederlandse Aardappel Organisatie (NAO)
Nederlands Agrarisch Jongeren Kontakt (NAJK)
Vereniging voor de Aardappelverwerkende Industrie (VAVI)
Cosun
AVEBE
Coöperatieve Zuidelijke Aan- en Verkoopvereniging (CZAV)
Agrifirm Plant
Comité van Graanhandelaren
Plantum
Samenvatting
De BO Akkerbouw heeft als één van de beoogde taken het op collectieve wijze invulling
geven aan kennis en innovatie. De BO Akkerbouw werkt hiermee aan kennisontwikkeling en
grensverleggende innovaties op keten- en gewasoverschrijdende thema’s, zodat de
Nederlandse akkerbouwsector als leverancier (in termen van veilig en betrouwbaar voedsel,
uitgangsmateriaal, biochemie en energie) het toonbeeld blijft van effectieve, duurzame en
rendabele akkerbouw: maatschappelijk gewaardeerd, emissieneutraal, met maximale
productie, geen milieubelasting en maximale toegevoegde waarde.
Met het oog op de financiering van deze taak vraagt de BO Akkerbouw een verbindend
verklaring aan bij het ministerie van Economische Zaken. Zo kan worden bewerkstelligd dat
iedere akkerbouwer in Nederland meebetaalt en toegang krijgt tot de onderzoeksresultaten,
zodat de kennisinfrastructuur op peil blijft en de Nederlandse akkerbouwsector blijft
excelleren als leverancier van veilig en betrouwbaar voedsel, uitgansmateriaal, be- en
verwerking, handel, export, energie en biochemie.
Op vier thema’s wordt op (wetenschappelijk) toegepast niveau kennisontwikkeling en
kennisverspreiding voorzien, namelijk: (1) vitale bodem, (2) vitaal gewas, (3) energie en
kringlopen en (4) management, economie en data. Hiermee borgt en bevordert de BO
Akkerbouw de ontwikkeling en doorstroming van kennis richting maatschappij en
ondernemer.
Met het programma kennis en innovatie wenst de BO Akkerbouw eveneens een significante
bijdrage te leveren aan het topsectorenbeleid van het ministerie van Economische Zaken,
zodat bedrijfsleven, wetenschap en overheid samen werken aan verdere versterking van het
economische klimaat in Nederland.
…voor de akkerbouw van morgen!
Voorwoord
De Nederlandse akkerbouw levert een substantiële bijdrage aan de Nederlandse economie
en vervult belangrijke maatschappelijke functies. De akkerbouwketens in Nederland laten
zich kenmerken als effectief en efficiënt ingerichte ketens. Op dit moment ontbreekt het
echter aan een duidelijke structuur voor keten- en gewasoverschrijdend onderzoek, specifiek
voor producenten (de akkerbouwer als leverancier van grondstoffen). Er is in de huidige
kennisinfrastructuur geen georganiseerd platform dat antwoorden zoekt op keten- en
gewasoverschrijdende vraagstukken die spelen op het bedrijf van de akkerbouwer. De
bestaande structuren hebben veelal een gewasspecifiek karakter. Om de
kennisinfrastructuur van Nederland op peil te houden en om als sector te blijven excelleren,
achten de dragende organisaties van de BO Akkerbouw het noodzakelijk om als collectief te
investeren in kennis en innovatie.
Derhalve vervult de BO Akkerbouw, op verzoek van de dragende organisaties, de taak voor
kennis en innovatie. Met het oog op de financiering hiervan vraagt de BO Akkerbouw een
verbindend verklaring aan bij het ministerie van Economische Zaken. Zo kan worden
bewerkstelligd dat iedere akkerbouwer in Nederland meebetaalt en toegang krijgt tot de
onderzoeksresultaten, zodat de Nederlandse akkerbouwsector het toonbeeld blijft als
leverancier van veilig en betrouwbaar voedsel, uitgangsmateriaal, be- en verwerking, handel,
export, energie en biochemie.
Deze onderzoeksvisie geeft invulling aan de ambities en randvoorwaarden die de BO
Akkerbouw stelt aan de taak ‘kennis en innovatie’.
Het is ons een genoegen u deze onderzoeksvisie aan te bieden. Een visie van en voor de
akkerbouw, voor de akkerbouw van morgen!
dhr. A.W. Bierens
dhr. drs. M. Elema
(voorzitter BO Akkerbouw)
(directeur BO Akkerbouw)
1
Inhoudsopgave
Missie...................................................................................................................................................... 3
Akkerbouw in Nederland ..................................................................................................................... 3
Visie en ambitie ..................................................................................................................................... 3
Doelstellingen ........................................................................................................................................ 4
Focus ...................................................................................................................................................... 5
Keten- en gewasoverschrijdende thema’s ........................................................................................ 5
Publiek-private Samenwerking ........................................................................................................... 6
Domeinen ............................................................................................................................................... 6
Werkwijze ............................................................................................................................................... 7
Werkplan, stakeholders en inventarisatie onderzoekswensen ...................................................... 8
Timetable en structuur ......................................................................................................................... 9
Looptijd ................................................................................................................................................... 9
Bijlage 1: Uitwerking van keten- en gewasoverschrijdende thema’s.......................................... 10
Bijlage 2: Timetable cyclus onderzoek ............................................................................................ 12
Bijlage 3: Beslisboom invulling werkplan kennis en innovatie ..................................................... 13
Bijlage 4: Leden werkgroep consultatie onderzoeksvisie ............................................................. 14
2
Missie
De BO Akkerbouw werkt aan kennisontwikkeling en grensverleggende innovaties op ketenen gewasoverschrijdende thema’s, zodat de Nederlandse akkerbouwsector als leverancier
(in termen van veil betrouwbaar voedsel, uitgangsmateriaal, biochemie en energie) het
toonbeeld blijft van effectieve, duurzame en rendabele akkerbouw: maatschappelijk
gewaardeerd, emissieneutraal, met maximale productie, minimale milieubelasting en
maximale toegevoegde waarde.
…voor de akkerbouw van morgen!
Akkerbouw in Nederland
De Nederlandse akkerbouw levert een substantiële bijdrage aan de Nederlandse economie
en vervult belangrijke maatschappelijke functies. Er zijn in Nederland circa 20.000
ondernemingen die zich bezig houden met de veredeling, teelt, handel en verwerking van
akkerbouwproducten. Dit zijn bedrijven die bijvoorbeeld granen, aardappelen en suikerbieten
telen, verhandelen in verse vorm en verwerken tot levensmiddelen zoals brood,
aardappelproducten, bier en suiker en producten waarin suiker verwerkt is. De sector zorgt
voor uitgangsmateriaal in de vorm van pootgoed en zaaizaden, die hun weg vinden over de
gehele wereld. Ook leveren deze bedrijven grondstoffen voor de voedingsmiddelenindustrie,
de diervoederindustrie en tal van andere industrieën, die er medicijnen, papier of textiel van
maken.
De sociaaleconomische betekenis van het akkerbouwcluster is omvangrijk. Tienduizenden
gezinnen in Nederland zijn voor werk en inkomen afhankelijk van de akkerbouwkolom. De
productiewaarde van de akkerbouwketens in Nederland bedraagt circa 16 miljard euro en
biedt werk aan circa 75.000 personen exclusief de werkgelegenheid in de primaire
akkerbouw die ongeveer 15.000 bedrijven omvat. De totale exportwaarde bedraagt rond 6
miljard euro.
Deze vooraanstaande positie van de Nederlandse agrosector berust vooral op zijn
voorsprong op het gebied van agrokennis. Kennisontwikkeling en innovatie is cruciaal voor
de noodzakelijke versnelling van de ontwikkeling naar duurzame agrobusiness. Het op peil
houden van investeringen in onderwijs, kennis en innovatie vereist een intensieve
samenwerking tussen bedrijfsleven onderling en tussen het bedrijfsleven en de overheid.
Door de in Nederland gebruikelijke gewasrotaties kunnen deze uitdagingen niet afzonderlijk
per gewas worden gerealiseerd. Daarom is een collectieve sectoroverschrijdende aanpak
nodig.
Dit programma kennis en innovatie geeft invulling aan het collectief organiseren van ketenen gewasoverschrijdend onderzoek, zodat de Nederlandse akkerbouwsector als leverancier
het toonbeeld blijft van effectieve, duurzame en rendabele akkerbouw.
Visie en ambitie
De wereld zal de komende decennia naar een nieuw evenwicht toe bewegen. Als gevolg van
veranderingen in onder andere de groei van de wereldpopulatie, verstedelijking, klimaat,
energie, maatschappelijke bewustwording en betrokkenheid van consumenten zal de vraag
naar hoogwaardig duurzaam geproduceerde biomassa (voedsel en grondstoffen voor de
3
biobased economy) toenemen. Om in deze toenemende vraag te voorzien wordt de
akkerbouw uitgedaagd om de productie te verhogen, zonder daarbij in te boeten op kwaliteit
of daarmee het milieu extra te belasten. Daarnaast dient het agrocomplex in te spelen op
veranderingen als gevolg van globalisatie, afbouw van Europese steun, prijsvolatiliteit van
grondstoffen, de potentie om gewassen genetisch te beïnvloeden, verduurzaming van de
maatschappij en veranderende consumentenbehoeften. Invloeden die effect hebben op de
positie van de binnen het agrocomplex acterende partijen.
Evident hieraan is dat bedrijven (teelt, handel en verwerking) in dit turbulente cluster continu
op zoek zijn naar methoden om te kunnen excelleren. Ambities als ‘meer met minder’,
‘emissieneutrale akkerbouw in 2030’ en ‘tweemaal de toegevoegde waarde met de helft
minder input’ zetten voor de Nederlandse akkerbouw een duidelijke stip op de horizon.
Anno 2014 levert de Nederlandse akkerbouwsector kwalitatief hoogwaardige producten, het
gemiddelde kennisniveau van de Nederlandse akkerbouwer is hoog, de input van
gewasbeschermingsmiddelen per kilogram eindproduct is minimaal en de productie per
hectare is -in vergelijking met andere landen- aanzienlijk en efficiënt. De kennis en kunde die
in de afzonderlijke akkerbouwkolommen is opgebouwd is eveneens groot.
De teelt, handel en verwerking opereren vanuit efficiënt ingerichte ketens. Nederland is op
deze terreinen onderscheidend. Deze, op het oog onafhankelijk van elkaar opererende
ketens, kennen echter een gezamenlijke basis: de akkerbouwer en de bodem waarop
grondstoffen worden geproduceerd.
De akkerbouw teelt biomassa en levert daarmee grondstoffen als bron van veilig en
betrouwbaar voedsel, be- en verwerking, handel, export en biochemie. Vanuit een bouwplan
werkt de akkerbouwer aan continuïteit en verbetering van biomassa in termen van
opbrengst, kwaliteit, gezondheid, duurzaamheid en rendabiliteit.
Doelstellingen
Voor verdere verduurzaming (vanuit economisch en maatschappelijk perspectief) is het zaak
om inspanningen te blijven leveren. Het akkerbouwbedrijfsleven, vertegenwoordigd in de BO
Akkerbouw, ziet het als haar gezamenlijke verantwoordelijkheid om als collectief te
investeren in keten- en gewasoverschrijdend onderzoek, zodat succesvol wordt ingespeeld
op de steeds hogere eisen die gesteld worden aan opbrengst, kwaliteit, gezondheid en
duurzaamheid.
De BO Akkerbouw wil met het programma kennis en innovatie werken aan:
- afstemming van in elkaars verlengde liggende belangen binnen en tussen ketens;
- verbeterde methoden en technieken voor een nog effectievere akkerbouw in termen
van economisch resultaat, kwaliteit, gezondheid, duurzaamheid en opbrengst;
- bedrijfsstrategieën die bijdragen aan duurzamere ketens (incl. ketenverantwoording);
- intensieve communicatie naar de maatschappij;
- ontsluiten en vergaren van (buitenlandse) kennis;
- grensverleggende innovaties.
Vanuit het keten- en gewasoverschrijdende onderzoek wordt een significante bijdrage
geleverd aan ontwikkelingen die ten goede komen aan de sector, zodanig dat de akkerbouw
een maatschappelijk gewaardeerde en economisch duurzame speler blijft.
4
Focus
Kenmerkend aan de Nederlandse akkerbouw is dat op de meeste bedrijven een veelheid
van gewassen wordt geteeld. Vruchtwisseling is onlosmakelijk verbonden met de akkerbouw
en noodzakelijk voor de continuïteit. Het programma kennis en innovatie legt primair focus
op thema’s die niet direct kunnen worden toegerekend aan de separate
akkerbouwkolommen: thema’s met een gedeeld belang en een gedeelde
verantwoordelijkheid, bijvoorbeeld op het gebied van bodemkwaliteit, gewasbescherming,
bodemweerbaarheid en bodemgezondheid. Bij dergelijke onderwerpen ontbreekt op dit
moment het perspectief op continuïteit voor langjarige kennisontwikkeling. Binnen het
programma staat kennisontwikkeling op bedrijf- en bouwplanniveau centraal. Daarnaast kan
de BO Akkerbouw, als de dragende organisaties daarom vragen, per keten en/of
gewasspecifiek onderzoekstrajecten starten. Om hier collectief invulling aan te geven is een
programma kennis en innovatie, zonder ‘free-riders’, gewenst.
De BO Akkerbouw bundelt krachten en werkt in nauwe samenwerking met het
akkerbouwbedrijfsleven aan de akkerbouw van morgen. Door samen te organiseren wat
individueel onmogelijk is wordt een significante bijdrage geleverd aan de verdere
verduurzaming van de Nederlandse akkerbouw.
Keten- en gewasoverschrijdende thema’s
De akkerbouw staat als leverancier aan het begin van vele ketens. Vooruitgang in termen
van opbrengst, kwaliteit, veiligheid, gezondheid, economisch rendement en duurzaamheid
werkt, onder andere via de verschillende ketens, direct door richting de maatschappij. De BO
Akkerbouw wenst in harmonie met haar omgeving en de maatschappij te werken aan een
duurzamere
voedselen
grondstoffenproductie.
De
volgende
ketenen
gewasoverschrijdende thema’s1 spelen binnen dit programma kennis en innovatie een rol:
-
Vitale bodem




-
Vitaal gewas




-
Energie
Kringlopen (circulaire akkerbouw, inclusief Biobased)
Management, Economie en Data



1
Veredeling en uitgangsmateriaal
gewasbescherming
ziekten en plagen
onkruidbestrijding en -beheersing
Energie en Kringlopen


-
bodemchemie
bodembiologie
specifieke bodempathogenen
bodemfysisch
Economie en management
Harmonisatie en uitwisseling van data
Oogst, bewaring en verwerking
Voor een omschrijving van de thema’s wordt verwezen naar bijlage 1.
5
Binnen het programma kennis en innovatie draait het om de ontwikkeling en verspreiding
van kennis die van belang is om de Nederlandse akkerbouw verder te verduurzamen.
Het doel is om de bodemvruchtbaarheid en kwaliteit van de bodem in stand te houden of te
verbeteren, de belasting naar het milieu te minimaliseren en de kwaliteit en het rendement
van de akkerbouw te verhogen.
In deze lijn worden bovendien fundamentele kennisvragen meegenomen. Hiermee draagt de
BO Akkerbouw bij aan de Nederlandse kennisinfrastructuur alsmede de ontwikkeling en
doorstroming van kennis richting maatschappij en ondernemer.
Publiek-private Samenwerking
Het kabinet wil topsectoren waarin Nederland wereldwijd uitblinkt nog sterker maken. De
ambities geformuleerd in innovatiecontracten Agri&Food en Tuinbouw&Uitgangsmaterialen
worden door de BO Akkerbouw onderkend en onderschreven. Met dit collectief, maar privaat
gefinancierde programma kennis en innovatie wenst de BO Akkerbouw een significante
bijdrage te leveren aan het topsectorenbeleid van het Ministerie van Economische Zaken,
zodat bedrijfsleven, wetenschap en overheid samen werken aan versterking van het
economische klimaat in Nederland.
Domeinen
De BO Akkerbouw streeft naar een programma kennis en innovatie dat bijdraagt op
(wetenschappelijk) toegepast niveau. Om alle resultaten te verwaarden zet de BO
Akkerbouw tevens in op kennisverspreiding.
Om snel op calamiteiten te kunnen reageren wenst de BO Akkerbouw een deel van het
budget te reserveren voor crisismanagement. Daar waar ‘brand’ ontstaat wil de BO
Akkerbouw snel en adequaat kunnen handelen. Tenslotte, ten aanzien van innovatie, wil de
BO Akkerbouw een budget reserveren voor de ontwikkeling van grensverleggende
innovaties. De BO Akkerbouw onderscheidt binnen het programma kennis en innovatie dus
vijf domeinen, te weten:
1. Toegepaste kennisontwikkeling
(richtlijn budget: 70%)
Het zwaartepunt van het programma kennis en innovatie ligt op toegepaste kennisontwikkeling,
dat als contrafinanciering mee kan lopen in publiek-private samenwerkingen.
2. Kennisdeling en -verspreiding
(richtlijn budget: 15%)
Vanuit het programma kennis en innovatie komen resultaten beschikbaar die bijdragen aan
verbetering van het handelingsperspectief van de ondernemer. Om de ontwikkelde kennis over
het voetlicht te brengen wordt vanuit de BO Akkerbouw gewerkt aan kennisverspreiding, o.a. via
landelijke en/of regionale werkgroepen, lezingen, vakbladartikelen, website(s), nieuwsberichten,
praktijknetwerken, brochures, pilots, open dagen, projectrapportages, wetenschappelijke artikelen
en overige relevante collectieve sectoraangelegenheden. Hiermee borgt en bevordert de BO
Akkerbouw de ontwikkeling en doorstroming van kennis richting ondernemer en maatschappij.
3. Fundamentele kennisontwikkeling
(richtlijn budget: 5%)
Als fundamenteel onderzoek ondersteunend is aan (toekomstig) toegepast onderzoek wil de BO
Akkerbouw aansluiting zoeken bij NWO en/of STW. De Nederlandse akkerbouw onderscheidt
zich met haar kennisniveau van andere landen. Om deze positie te handhaven dienen complexe
fundamentele effecten te worden onderzocht.
4. Crisismanagement
(richtlijn budget: 5%)
Een verstoring bij één of meer bedrijven kan gevolgen hebben voor de hele sector en/of keten
(bijvoorbeeld in exportbeperkingen). De BO Akkerbouw is als platform in staat om adequaat
6
invulling te geven aan crisiscommunicatie, alsmede het organiseren en coördineren
gerelateerd onderzoek, zodat slagvaardig en eenduidig wordt gehandeld.
5. Grensverleggende innovaties
(richtlijn budget: 5%)
De BO Akkerbouw wenst ruimte te bieden aan de onafhankelijke ontwikkeling
grensverleggende concepten2. Het gaat om innovaties gericht op duurzame ontwikkeling en
een focus op de langere termijn. Deze baanbrekende concepten dienen bij te dragen
ingrijpende veranderingen.
van
van
met
aan
Werkwijze
De vijf domeinen binnen dit programma kennis en innovatie dienen gevoed te worden. De
voorgestelde aansturing kent twee benaderingen: (1) bottom-up en (2) top-down. In essentie
zijn alle acties bottom-up, aangezien het bestuur van de BO Akkerbouw bestaat uit
afgevaardigden van de sector. Het is echter de vraag of alle besluitvorming bottom-up
geïnitieerd moet worden. Derhalve wordt, om acties snel en effectief in gang te kunnen
zetten, voorgesteld om in deze gevallen volgens een top-down benadering te handelen.
De BO Akkerbouw draagt ‘zorg voor:
- inventarisatie onderzoekswensen;
- adequate aansturing van diverse organisatiestructuren;
- een breed gedragen programma kennis en innovatie;
- overleg met het betrokken bedrijfsleven;
De BO Akkerbouw draagt ‘top-down’ zorg voor:
- vertaling van ‘gevoel’ naar beleid;
- inbreng in overleggen met het ministerie van Economische Zaken;
- voorstellen tot maatregelen die gericht bijdragen aan een oplossing;
- goede kennisverspreiding, al dan niet via landelijke of regionale werkgroepen,
afgestemd op de specifieke doelgroep(en);
- keuzes in programma’s relevant voor de sector;
- objectieve en onafhankelijke besluitvorming;
- financiering van het programma kennis en innovatie;
Op basis van deze onderzoeksvisie wordt jaarlijks een werkplan opgesteld. Dit werkplan
dient concreet invulling te geven aan de beoogde activiteiten van het daaropvolgende jaar.
Het werkplan geeft jaarlijks invulling aan drie domeinen: (1) toegepaste kennisontwikkeling,
(2) kennisdeling en -verspreiding en (3) fundamenteel onderzoek. De domeinen
‘crisismanagement’ en ‘grensverleggende innovaties’ vallen buiten de scope van het
werkplan, aangezien deze domeinen of ad hoc of onafhankelijk (via een gemandateerd
bestuur) worden uitgevoerd.
2
Een eerste aanzet is gegeven in de innovatieagenda ‘(Akker)bouw de toekomst!’.
7
Werkplan, stakeholders en inventarisatie onderzoekswensen
De BO Akkerbouw fungeert als platform voor de akkerbouwsector. Alle stakeholders in de
sector worden in de gelegenheid gesteld om onderzoekswensen bij de BO Akkerbouw in te
brengen. Zodoende tracht de BO Akkerbouw een programma kennis en innovatie op te
stellen dat breed draagvlak geniet. Dit brede draagvlak dient zich te vertalen naar een
collectieve financiering, zonder ‘free-riders’. De volgende stakeholders worden
onderscheiden:
- bij de BO Akkerbouw aangesloten bedrijfsleven en hun leden;
- georganiseerde akkerbouwers;
- niet-georganiseerde akkerbouwers;
- niet-georganiseerde bedrijfsleven;
- erfbetreders (bedrijfsadviseurs);
- onderzoeksinstellingen;
- beleidsmakers en -medewerkers.
Bovengenoemde stakeholders krijgen een belangrijke rol in de totstandkoming van het
werkplan. Om effectief gebruik te maken van bestaande structuren (bestaande
onderzoeksprogramma’s, werkgroepen, etc.) worden de diverse stakeholders gevraagd
onderzoekswensen in te dienen bij de BO Akkerbouw.
De BO Akkerbouw faciliteert dit proces. In overleg met de dragende organisaties wordt een
format opgesteld. Via dit format kunnen onderzoekswensen kenbaar worden gemaakt. De
onderzoekswensen worden vervolgens thematisch geclusterd en opgenomen in een groslijst.
Per thema wordt een budget toegewezen, waarna op basis van beoordeling prioritering
plaats heeft.
Het eindproduct is het werkplan kennis en innovatie dat wordt aangeboden aan de drie
brancheorganisaties3: (1) granen, (2) suikerbieten en (3) aardappelen en overige
akkerbouwgewassen. De afzonderlijke brancheorganisaties besluiten vervolgens, via de BO
Akkerbouw, over de financiering.
3
Mochten er in de toekomst meer (of nieuwe) brancheorganisaties onder de werkingssfeer van de BO
Akkerbouw vallen, dan wordt het werkplan ook bij die brancheorganisaties aangeboden.
8
Timetable en structuur
Jaarlijks werkt de BO Akkerbouw vanuit een cyclus4. Onderzoekswensen kunnen het gehele
jaar bij de BO Akkerbouw worden ingediend.
Op 1 juni sluit de termijn voor indiening van nieuwe onderzoekswensen. De ontvangen
onderzoekswensen worden in de periode juli - augustus besproken en beoordeeld in
thematische werkgroepen. In september wordt vervolgens bepaald welk budget de diverse
thema’s toegewezen krijgen. Op basis van deze toewijzing wordt door de themacommissies
een voorstel gedaan voor het werkplan kennis en innovatie. De begeleidingscommissie
Kennis en Innovatie biedt vervolgens het uitgewerkte werkplan uiterlijk eind november aan bij
de drie brancheorganisaties: (1) granen, (2) suikerbieten en (3) aardappelen en overige
akkerbouwgewassen.
De afzonderlijke brancheorganisaties besluiten vervolgens, via de BO Akkerbouw, over de
financiering. Na goedkeuring door de BO Akkerbouw wordt de periode december - februari
benut voor het alloceren van onderzoekswensen bij de uitvoerende (onderzoeks)instellingen.
Dragende organisaties BO Akkerbouw
BO Akkerbouw
BO Granen
BO Aardappelen en overige
akkerbouwgewassen
BO Suikerbieten
Begeleidingscommissie Kennis en Innovatie
Leden: vertegenwoordigers van de dragende organisaties
Themacommissie
Themacommissie
Themacommissie
Themacommissie
Vitale bodem
Vitaal gewas
Energie en Kringlopen
Management, Economie
en Data
Leden: n.o.t.k.
Leden: n.o.t.k.
Leden: n.o.t.k.
Leden: n.o.t.k.
Figuur 1: Structuur kennis en innovatie
Looptijd
De BO Akkerbouw wenst op korte termijn te starten met de uitvoering van een breed
gedragen programma kennis en innovatie, zonder ‘free-riders’. De beoogde looptijd voor het
programma bedraagt vijf jaar (1 januari 2015 t/m 31 december 2019). Jaarlijks zal, zoals dit
programma beschrijft, een werkplan worden opgesteld.
4
Voor een overzicht van de activiteiten in de tijd wordt verwezen naar bijlage 2.
9
Bijlage 1: Uitwerking van keten- en gewasoverschrijdende thema’s
Vitale Bodem

Bodemchemie
Kennisontwikkeling en -verspreiding naar verbeterde methoden van nutriëntenefficiëntie binnen
het bouwplan. Een efficiëntere toediening van mineralen, energie en organische stof draagt
direct bij aan de gewasontwikkeling en de verlaging van ongewenste emissies naar het milieu.

Bodembiologie
Bodemleven zorgt voor omzettingen van organisch materiaal en gewasresten naar door de
plant opneembare nutriënten (kringlopen), porositeit en aggregatie van bodemdeeltjes, en
stimulering van plantengroei. Kennisontwikkeling op dit gebied draagt direct bij aan een meer
weerbare bodem welke optimaal produceert.

Specifieke bodempathogenen
In de bodem leven miljarden ‘nuttige’ organismen (zie ook de beschrijving bij ‘bodembiologie’).
Bij specifieke bodem/gewascombinaties kan het bodemleven echter tot schade in het gewas
leiden. Het geteelde gewas is in die gevallen een belangrijke voedingsbron, waarop de
bodemorganismen zich sterk vermeerderen met als gevolg dat het gewas wordt aangetast. De
ontstane schade is divers aard en kan in verschillende categorieën worden onderverdeeld: (1)
afkeuring, (2) opbrengstschade, (3) kwaliteitsschade, (4) exportbeperkingen en (5) overige
economische schade. Kennisontwikkeling en -verspreiding naar de mogelijkheden om zonder
de inzet van gewasbeschermingsmiddelen onder de schadedrempel te blijven is essentieel in
een duurzame productieve akkerbouw.

Bodemfysisch
De akkerbouw kan duurzamer en efficiënter worden door een goede bodemstructuur in stand te
houden. Dit kan door meer gebruik te maken van het bodemleven, plantenwortels en de
natuurlijke processen in de bodem. Bodemstructuur wordt sterk beïnvloed door
grondbewerking, berijding, gewas, vruchtwisseling, bekalking (klei) en organische stof. Een
goede bodemstructuur is essentieel in termen van nutriëntenefficiëntie, biodiversiteit,
bodemweerbaarheid, waterberging, waterinfiltratie en waterkwaliteit.
Vitaal Gewas

Veredeling en uitgansmateriaal
Door middel van veredeling worden cultuurgewassen verbeterd en aangepast op gewenste
eigenschappen, zoals kwaliteit, smaak, opbrengst, resistentie tegen ziektes, aanpassing aan
klimaatomstandigheden en levensduur in het schap. Een vitaal gewas draagt direct bij aan
efficiënte productie.

Gewasbescherming
Om ongewenste emissies van gewasbeschermingsmiddelen naar het milieu te minimaliseren
dient continu gewerkt te worden aan een effectief gewasbeschermingsmiddelenpakket voor de
akkerbouw, zodat een duurzame, rendabele teelt mogelijk blijft. De coördinator effectief
middelenpakket
(CEMP)
zoekt
in
samenwerking
met
telers,
gewasbeschermingsmiddelenindustrie, overheid, onderzoek en voorlichting naar adequate
oplossingen. Er is met name aandacht voor de ‘kleine toepassingen’, omdat de
gewasbeschermingsmiddelenindustrie daarvoor minder aandacht heeft.
De input van gewasbescherming is de resultante van het niveau van de bodemkwaliteit,
gezondheid en -weerbaarheid.

Ziekten en plagen
In open ecosystemen wordt het geteelde gewas ook vanuit de lucht als voedingsbron herkend.
Virussen en schimmels (denk bijvoorbeeld aan phytophthora) vestigen zich bij de ‘juiste’
omstandigheden op een voedingsbron, met schade aan het gewas als gevolg. Binnen dit thema
10
wordt gewerkt aan kennisontwikkeling en -verspreiding naar de mogelijkheden om met
minimaal (of beter: geen) gebruik van gewasbeschermingsmiddelen ziekten en plagen van het
gewas te weren. Adequate beheersing van ziekten en plagen is essentieel in termen van
kwaliteit en duurzaamheid.

Onkruidbestrijding en -beheersing
Naast de zoektocht naar adequate gewasbeschermingsmiddelen binnen het thema
‘gewasbescherming’ werkt het programma aan oplossingen voor de (mechanische en
biologische) beheersing en bestrijding van onkruiden. Een productieve en efficiënte bodem
levert enkel energie (mineralen, etc.) aan het beoogde akkerbouwgewas.
Energie en Kringlopen

Energie
Naast mechanisatie zijn de belangrijkste kosten bij de teelt van gewassen die van kunstmest
(bodemchemie) en energie. Afhankelijk van het gewas liggen deze tussen de 35-50% van de
totale kosten. Voor een duurzame bedrijfsstrategie is kennisontwikkeling op het gebied van
energievoorziening (zowel aangaande gebruik als behoefte) nodig.

Kringlopen (circulaire akkerbouw, incl. Biobased)
Voldoende aanvoer van nutriënten, water en organische stof is onmisbaar voor de duurzame
productie van biomassa. Een overschot aan toevoegingen resulteert in uit- en afspoeling van
nutriënten richting het milieu. Een tekort aan input resulteert in suboptimale productie of
bodemverschraling. Kringlopen dienen dus zodanig ontworpen te worden dat de juiste
voedingsstoffen op de juiste plaats, in de juiste hoeveelheid, in de juiste vorm en op het juiste
moment voor het gewas beschikbaar zijn. Welke invloed strategieën (bijvoorbeeld biobased
economie) op kringlopen hebben, dient in ogenschouw te worden genomen.
Management, Economie en Data

Economie en management
Keuzes op bouwplanniveau kunnen negatieve gevolgen hebben ten aanzien van
nutriëntenefficiëntie, een hogere druk op ziekten en plagen en een verslechterde
bodemkwaliteit. Binnen dit thema worden de effecten van een bedrijfsvoering doorvertaald
naar toekomstige handelingsperspectieven van de ondernemer.

Harmonisatie en uitwisseling van data
Met de toenemende complexiteit binnen het domein Agri&Food, de wildgroei aan applicaties
en adviessystemen, stijgt de behoefte om binnen en tussen de ketens data en informatie uit te
standaardiseren en/of uit te wisselen. Uitwisseling van data bevordert de bruikbaarheid er van.
Dit komt onder andere ten goede aan de advisering: de akkerbouwer zal beter kunnen sturen
op optimale gewasproductie en bodemkwaliteit.

Oogst, bewaring en verwerking
In een goed geteeld product kan alsnog schade ontstaan. Oogstmethoden, bewaarstrategieën
en voor- en nabehandelingen spelen hierin een belangrijke rol. De akkerbouw wenst
verkoopbare producten van hoge kwaliteit te leveren: duurzaam en efficiënt. Onderzoek
binnen dit thema is derhalve minstens zo belangrijk als kennisontwikkeling naar een optimale
productie.
11
Bijlage 2: Timetable cyclus onderzoek
jan feb mrt apr mei juni juli aug sept okt nov dec
Onderzoekswensen 2015 (start BO Akkerbouw)
Alloceren onderzoek bij (onderzoek)instellingen
Door:
Stakeholders
Coördinatie:
BO Akkerbouw
BO Akkerbouw
Deadline indienen onderzoekswensen 2016
Beoordelen van onderzoekswensen
Budget aan thema's toewijzen
Onderzoekswensen thematisch prioriteren
Werkplan aanbieden en besluit over werkplan
Alloceren onderzoek bij (onderzoek)instellingen
Start uitvoering werkplan 2016
Stakeholders
Themacommissies
BO Akkerbouw
Bestuur BO Akkerbouw
Themacommissies
BO Akkerbouw
Bestuur BO Akkerbouw BO Akkerbouw
BO Akkerbouw
Deadline indienen onderzoekswensen 2017
Beoordelen van onderzoekswensen
Budget aan thema's toewijzen
Onderzoekswensen thematisch prioriteren
Werkplan aanbieden en besluit over werkplan
Alloceren onderzoek bij (onderzoek)instellingen
Start uitvoering werkplan 2017
Stakeholders
Themacommissies
BO Akkerbouw
Bestuur BO Akkerbouw
Themacommissies
BO Akkerbouw
Bestuur BO Akkerbouw BO Akkerbouw
BO Akkerbouw
12
Bijlage 3: Beslisboom invulling werkplan kennis en innovatie
Het doel van deze bijlage is om inzicht te geven in de totstandkoming van het werkplan kennis en innovatie. Onderzoekswensen doorlopen het
volgende traject:
Past de onderzoekswens
binnen de scope van de
BO Akkerbouw?
Ja
Nee
Past de onderzoekswens bij
één of meer thema’s van de
onderzoeksvisie?
Ja
Is de onderzoekswens
binnen het beschikbare
budget geprioriteerd?
Ja
Onderzoekswens
opnemen in werkplan
Nee
Nee
Ja
Wordt financieel
samenwerking met andere
belanghebbenden
gevonden?
Nee
Ja
Is de onderzoekswens
relevant voor de akkerbouw?
Ja
Is er steun vanuit de
dragende organisaties van de
BO Akkerbouw?
Ja
Is de BO Akkerbouw
voornemens een belang te
nemen (in euro’s)?
Nee
Nee
Nee
De BO Akkerbouw kan de
onderzoekswens met een
brief ondersteunen.
Onderzoekswens niet
opnemen in werkplan
Figuur 2: beslisboom onderzoekswensen
13
Bijlage 4: Leden werkgroep consultatie onderzoeksvisie
Deze onderzoeksvisie is opgesteld in nauw overleg met het in tabel 1 genoemde
bedrijfsleven.
dhr. Kloos
dhr. van Dijk
dhr. Gottschall
dhr. Leerssen
dhr. Zelhorst
dhr. Brooijmans
dhr. Klok
dhr. Francke
dhr. Venhuizen
mevr. van de Graaff
dhr. Simons
dhr. Louwaars
dhr. Bouwkamp
dhr. Kasse
LTO Nederland
Nederlandse Akkerbouw Vakbond (NAV)
Nederlandse Aardappel Organisatie (NAO)
Vereniging voor de Aardappelverwerkende Industrie (VAVI)
Vereniging voor de Aardappelverwerkende Industrie (VAVI)
Cosun
AVEBE
Coöperatieve Zuidelijke Aan- en Verkoopvereniging (CZAV)
Agrifirm Plant
Comité van Graanhandelaren
Plantum
Plantum
Brancheorganisatie Akkerbouw
Brancheorganisatie Akkerbouw
Tabel 1: leden werkgroep consultatie onderzoeksvisie
14