ACP - Fronttandvervanging met implantaten

Download Report

Transcript ACP - Fronttandvervanging met implantaten

Vergaderstuk Adviescommissie Pakket
Zorginstituut Nederland
Pakket
Datum
Betreft
Eekholt 4
1112 XH Diemen
Postbus 320
1110 AH Diemen
www.zorginstituutnederland.nl
[email protected]
27 februari 2015
Fronttandvervanging met implantaten
Bijlage(n)
I
Memo - Fronttandvervanging met implantaten
Projectleider
Erwin Abbink
Soort onderwerp
Systeemadvies
Behandelwijze
Advies over scoping
Vraag/vragen aan de ACP
1
2
Ziet de ACP nog meer argumenten voor of tegen de
voorgestelde oplossingsrichtingen?
Welke maatschappelijke overwegingen zijn voor de
ACP doorslaggevend voor de keuze van een
oplossingsrichting voor een voorstel tot aanpassing
van de regelgeving?
Herkomst onderwerp
College Adviserend Tandartsen en
Zorgverzekeraars Nederland
Eerder besproken in ACP?
Nee
Toelichting, indien nodig
Verzekerden tot 18 jaar kunnen recht hebben op
fronttandvervanging met implantaten. Dit recht bestaat
wanneer blijvende snij- of hoektanden niet zijn
aangelegd of ontbreken als gevolg van een ongeval.
In de regelgeving is dit recht zo vormgegeven dat
verzekerden voor hun 18e levensjaar eigenlijk geen
gebruik van deze zorg kunnen maken.
De regelgeving is niet in overeenstemming met
tandheelkundige inzichten.
Het Zorginstituut acht het wenselijk om de minister van
VWS voor te stellen de regelgeving op dit punt aan te
passen en doet daar in bijgaande memo voorstellen
voor.
Contactpersoon
mw. drs. J. Zwaap
T +31 (0)20 797 88 08
Onze referentie
ACP 52-4
Adviescommissie Pakket
Zorginstituut Nederland
Pakket
Eekholt 4
1112 XH Diemen
Postbus 320
1110 AH Diemen
www.zorginstituutnederland.nl
[email protected]
T +31 (0)20 797 89 59
Fronttandvervanging met implantaten
Contactpersoon
drs. E.J.A.A. Abbink
T +31 (0)20 797 85 01
Datum
17 februari 2015
Probleemschets
Verzekerden tot 18 jaar kunnen recht hebben op fronttandvervanging met
implantaten. Dit recht bestaat wanneer blijvende snij- of hoektanden niet zijn
aangelegd of ontbreken als gevolg van een ongeval. Dit recht is omschreven in
artikel 2.7, vierde lid, sub l, van het Besluit zorgverzekering.
In de praktijk kunnen verzekerden eigenlijk geen gebruik maken van dit recht. De
kaak is voor het 18e levensjaar nog niet volgroeid waardoor het aanbrengen van
implantaten onverantwoord is. Vindt er toch een behandeling voor het 18e
levensjaar plaats, dan is de kans groot dat het implantaat uiteindelijk niet op de
juiste plaats staat doordat het implantaat met omringend kaakbot niet verder
groeit waar de buurelementen dat wel doen. In die situatie is veelal een
herbehandeling nodig. Wanneer de behandeling na het bereiken van het 18e
levensjaar wordt uitgevoerd heeft de verzekerde geen recht meer op
fronttandvervanging met implantaten ten laste van de basisverzekering en komt
een eventuele behandeling voor eigen rekening.
De regelgeving is niet in overeenstemming met tandheelkundige inzichten.
Onze referentie
2015014822
Het College Adviserend Tandartsen (CAT) heeft in samenspraak met
Zorgverzekeraars Nederland het onderwerp bij het Zorginstituut onder de
aandacht gebracht. Het CAT geeft aan dat verzekeraars, implantologen en koepels
de huidige regelgeving als een groot knelpunt ervaren. Het CAT heeft in haar brief
voorgesteld de regelgeving zo te wijzigingen dat wanneer een snij- of hoektand
voor het 18e levensjaar verloren is gegaan de verzekerde tot en met het 22e
levensjaar recht heeft op fronttandvervanging met implantaten.
Het lijkt ons ongewenst om de regelgeving ongewijzigd voort te laten bestaan.
Aan de ene kant omdat nu wordt aangegeven dat een verzekerde recht op zorg
heeft, terwijl het recht op die zorg in feite niet voor het 18e levensjaar kan worden
geëffectueerd. Wanneer aan de andere kant het recht op de zorg wel wordt
geëffectueerd er zeer waarschijnlijk sprake is van niet gepaste zorg.
Oplossingsrichtingen
Naar ons idee zijn er twee oplossingsrichtingen om het gesignaleerde probleem op
te lossen.
We leggen de problematiek aan de ACP voor omdat we graag vernemen welke
oplossingsrichting de ACP adviseert uit te werken.
Pagina 1 van 3
Oplossingsrichting 1
Het Zorginstituut zou de minister kunnen adviseren de regelgeving zo aan te
passen dat verzekerden recht hebben op fronttandvervanging met implantaten tot
en met hun 22e levensjaar indien een snij- of hoektand voor het 18e levensjaar
verloren is gegaan.
Zorginstituut Nederland
Pakket
Datum
3 februari 2015
Onze referentie
2015014822
Oplossingsrichting 2
Het Zorginstituut zou de minister kunnen adviseren de regelgeving zo aan te
passen dat verzekerden geen recht meer hebben op fronttandvervanging met
implantaten.
Voors- en tegens
Er zijn voor beide oplossingsrichtingen voors- en tegens te benoemen. Wat voor
de ene oplossing als een argument voor geldt, geldt gelijk als een argument tegen
voor de andere oplossing en omgekeerd.
Oplossingsrichting 1
 Bij de beperking van de aanspraak op mondzorg voor volwassenen in 1995
achtte de toenmalige regering een beperking van de aanspraak op mondzorg
verantwoord. Een belangrijk uitgangspunt was daarbij dat wanneer jongeren
op 18 jarige leeftijd de volwassenheid binnenstappen, de mondgezondheid
over het algemeen zo goed is dat de kosten van mondzorg te overzien zijn
en dat daarmee kosten van mondzorg op volwassen leeftijd voor eigen
rekening en verantwoording kunnen komen.
Op het moment dat een snij- of hoektand voor het 18e levensjaar verloren is
gegaan stappen deze jongeren niet met een goed gebit de volwassenheid
binnen en worden zij geconfronteerd met behandelingskosten die gemiddeld
€ 3.400 bedraagt.
Dat het tandheelkundige niet verantwoord is om de de behandeling voor het
18e levensjaar uit te voeren is geen reden om de behandeling op latere
leeftijd niet te vergoeden. De schade is opgelopen voor het 18e levensjaar en
het past in het hierboven genoemde uitgangspunt om ook deze jongeren te
vrijwaren van hoge behandelingskosten en zo een gelijkwaardige
uitgangspositie als anderen te beiden.
 De zorgvraag ontstond voor het 18e levensjaar, verzekerde heeft dan recht
op de zorg. Omdat het tandheelkundig gezien pas verantwoord is de zorg op
latere leeftijd te krijgen mag geen beletsel zijn.
 Implantaat ter vervanging van niet aangelegde of verloren gegane elementen
is de enige correcte behandeloptie volgens de professionele standaard.
Oplossingsrichting 2
 De wetgever heeft in de regelgeving aangeven dat jeugdigen tot hun 18e
levensjaar recht hebben op mondzorg. Men zou kunnen veronderstellen dat
wanneer ten tijde van het opstellen van de regelgeving duidelijk zou zijn
geweest dat de betreffende bepaling een dode letter zou zijn, de wetgever
deze bepaling niet zou hebben opgenomen.
Het aanpassen van de regelgeving tot na het 18 levensjaar zou een ongewenst
precedent (kunnen) scheppen.
Pagina 2 van 3
 Fronttandvervanging kan plaatsvinden met een partiële plaatprothese, een
frameprothese of met een etsbrug of een vaste brug.
 Wanneer de zorg voor het 18 levensjaar wordt toegepast is het
tandheelkundige niet verantwoord.
Zorginstituut Nederland
Pakket
Datum
3 februari 2015
Onze referentie
2015014822
 Er vanuit gaande dat fronttandvervanging met implantaten voor het 18e
levensjaar aan te merken is als niet gepaste zorg en feitelijk een dode letter
is, is het niet wenselijk dit in de regelgeving te laten staan.
Het CAT gaat er vanuit dat bij aanpassing van de regelgeving in de zin dat
verzekerden tot en met hun 22e levensjaar recht hebben op fronttandvervanging
met implantaten (indien een snij- of hoektand voor het 18e levensjaar verloren is
gegaan) hiermee en bedrag van € 1.360.000 is gemoeid.
Vragen
1
Ziet de ACP nog meer argumenten voor of tegen de voorgestelde
oplossingsrichtingen?
2
Welke maatschappelijke overwegingen zijn voor de ACP doorslaggevend voor
de keuze van een oplossingsrichting voor een voorstel tot aanpassing van de
regelgeving?
Pagina 3 van 3