Transcript Goede reis!
Vergeet niet: ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ ✔ extra voorraad insuline en/of medicatie reserve pen en patronen extra infuussetje voor pomp (insuline)spuiten en naalden reserve glucosemeter voldoende teststrips en lancetten ketonen teststrips ontsmettingsmiddel batterijen voor glucosemeter/insulinepomp glucagonkit druivensuiker koolhydraatrijke snacks isoleertas en koelelementen voorschriften douaneattesten reisapotheek Goede reis! Met diabetes op reis Diabetes hoeft geen obstakel te zijn om te reizen! U kan echter best wel een aantal voorzorgsmaat-regelen nemen. In deze brochure vindt u heel wat praktische tips voor de voorbereiding, de reis zelf en het verblijf ter plaatse. Praat erover met uw huisarts! Informatie inwinnen over de bestemming • Zorg dat u op voorhand de contactgegevens hebt van een apotheker, arts, ziekenhuis of medisch centrum in de omgeving van uw vakantieadres. • Informeer naar de plaatselijke keuken, vaak gebruikte ingrediënten en de voedingsgewoonten (het uur van de maaltijden kan b.v. verschillen). • Insuline is niet in alle landen verkrijgbaar aan de gebruikelijke 100 eenheden/ml, ook preparaten van 80 en 40 eenheden/ml kunnen in omloop zijn in uw gastland. Lager gedoseerde patronen kunnen soms niet in uw insulinepen passen, waardoor u soms met flacons en spuiten te werk moet gaan. Informeer dus op voorhand bij de leverancier van uw product.* • U kan uzelf veel omrekeningswerk besparen door zelf voldoende voorraad insuline te voorzien! • Indien u een insulineflacon koopt met een andere concentratie (b.v. 40 E/ml), kan u ook injectie-naalden kopen die aan deze concentratie aangepast zijn (dit staat gedrukt op de zijkant): de dosis die u inspuit blijft dan hetzelfde aantal eenheden. • In sommige landen (b.v. de Verenigde Staten of het Verenigd Koninkrijk) wordt het bloedsuikergehalte uitgedrukt in mmol/l i.p.v. mg/dl, waarbij geldt: ◦ 1 mmol/l = 18 mg/dl ◦ 10 mg/dl = 0.56 mmol/l *http://www.lilly.be ; http://www.novonordisk.be ; http://www.sanofi-aventis.be Verzekeringen • De meeste reisongevallenverzekeringen aangeboden door uw reisorganisator dekken de onkosten van een medische tussenkomst voor diabetesontregeling niet. Raadpleeg zo nodig uw ziekenfonds. • Exclusief voor leden van de Vlaamse Diabetes Vereniging vzw biedt Inter Partner Assistance de ‘Excellence formule’ aan waarbij alle medische kosten voor diabetesbehandeling gedekt zijn, wat er ook gebeurt, waar ook ter wereld. Deze reisbijstandspolis kan u afsluiten bij ASSUDIS.* Inpakken en wegwezen • Het is aangewezen dubbel zoveel medicatie (pillen, korten/of langwerkende insuline volgens uw behandelingsschema) en testmateriaal mee te nemen omdat regelmatige zelfcontrole en bijsturing nodig is bij een veranderd eetgedrag en activiteitenpatroon. • Insulinepennen of een insulinepomp kunnen het door technische defecten laten afweten; neem flacons en materiaal voor onderhuidse inspuitingen mee. • Een reisapotheek is onmisbaar om banale kwaaltjes zo snel en adequaat mogelijk op te vangen. Door ziekte kan uw bloedsuikergehalte immers ontregeld raken. • Hou altijd en overal uw medicatie en testmateriaal op zak, b.v. in uw handbagage. • Bundel uw persoonlijke en medische gegevens, b.v. in uw diabetespas. • Het is aanbevolen enkele voorschriften mee te nemen moest uw medicatievoorraad uitgeput of verloren geraken. Noteer de actieve stofnamen of neem de bijsluiter mee, omdat niet elk geneesmiddel op merknaam beschikbaar is over gans de wereld. * http://www.assudis.be Bewaring van insuline en glucagon • • • • • Insuline en glucagon worden best bewaard tussen 2 en 8°C; bij te hoge en te lage temperaturen en bij lichtblootstelling verliezen ze hun werking. Ook de werking van testmateriaal kan door temperaturen beïnvloed worden. Tijdens de reis kan u insuline en glucagon best bewaren in een isoleertas met koelelementen (maar niet vlak tegen de koelelementen leggen), in een isolerend doosje van piepschuim, tussen handdoeken, in een thermosfles, en 's nachts indien mogelijk in de koelkast. Bij een vliegtuigreis mag u uw reservevoorraad niet in uw koffers wegstoppen omwille van vriestemperaturen in de laadruimte van het vliegtuig. Indien u rondtrekt in vriestemperaturen draagt u de insuline best op het lichaam. U kan insulinepatronen 4 weken en insulineflacons 6 weken bewaren op kamertemperatuur; bij thuiskomst kan u ze dan wel best niet meer gebruiken. Douanecontrole en attesten • • Om problemen aan de douane te vermijden kan u best al het materiaal in plastieken zakjes verpakken (i.p.v. de originele kartonnen verpakking) en na passage van de controlepost alles over de handbagage van medereizigers verdelen (om gelijktijdig verlies van al uw materiaal te vermijden). Vraag aan uw huisarts een douaneattest waarin hij de medische noodzaak verklaart voor vloeibare producten (insuline en glucagon), medicatie en scherpe voorwerpen (glucosemeters, naalden, pennen) in uw handbagage. U vraagt best een volledige lijst van al uw materiaal om discussies te vermijden. Uw huisarts kan een bijkomende ziekteverklaring met ingevoegd medicatieschema opstellen. Laat deze documenten opstellen in de lokale taal of in een wereldtaal zoals het Engels of Frans. Op reis met de auto • • • U kan best niet zelf rijden als er een beperking is van het zicht (niet gecorrigeerd door het dragen van een bril), een verminderde gevoeligheid van de benen of het niet goed voelen aankomen van een te laag bloedsuikergehalte. Het belangrijkste is het vermijden van hypoglycemie! Voorzie regelmatig korte pauzes en eet desnoods een kleine snack. Zorg altijd voor voldoende snelle en trage koolhydraten in de auto. Bij de eerste tekens van hypoglycemie moet u snel een veilige parkeerplaats vinden en het contact uitschakelen. Uiteraard moet u onmiddellijk zowel snelle als trage koolhydraten innemen. Op reis met het vliegtuig • • • • • • Zoals reeds eerder gezegd is het belangrijk dat u zowel uw medicatie en testmateriaal als een attest van uw huisarts in uw handbagage meeneemt. Onderschat de wandelafstanden naar de terminal niet, dit kan onverwacht een flinke inspanning zijn. Bereid u voor op mogelijke vluchtvertragingen. Indien u alleen reist, verwittigt u best iemand van het cabinepersoneel dat u diabetespatiënt bent. U legt hen best ook uit wat de tekens zijn van een lage bloedsuikerspiegel (b.v. abnormaal gedraag of bewustzijnsverlies) en hoe ze hierop moeten reageren. U bestelt best geen speciale diabetesmaaltijd want deze bevatten vaak te weinig calorieën. U kan beter uw insulinedosis aanpassen aan de calorieinhoud. Door de drukverschillen in de cabine kunnen er zich soms luchtbellen vormen in de insulinepatronen; verwijder deze na de landing. Regeling van het bloedsuikergehalte • Als algemene regel geldt dat men de dag van de reis best niet te scherp geregeld staat! Een dag rondlopen met een iets te hoge glycemie kan geen kwaad. Het is vooral belangrijk om tijdens de reis hypoglycemie te vermijden. Zorg dat u dus steeds voldoende snelle en trage koolhydraten in de buurt heeft. • Meten = weten! Controleer frequent uw glycemie. • Om hypoglycemie tijdens de reis te vermijden, is het aan te raden medicatie in tabletvorm de dag van de reis niet in te nemen. Enkel metformine (Glucophage®, ® Metformax en generieken) mag u wel innemen, aangezien dit geen hypoglycemie veroorzaakt. • Gebruikt u een insulinepomp, dan kan u uw basale insulinetoediening aanpassen door bij vertrek de tijd op uw toestel te verzetten naar de lokale tijd van uw bestemming. Bij elke maaltijd dient u een bolus toe. • Reizen met bus of trein geeft meestal weinig problemen. Voorzie extra proviand als u niet zeker bent of er maaltijden voorzien zijn. Aanpassing insulineschema bij verre reizen • Pas vanaf meer dan enkele uren tijdsverschil treden er problemen op en moet het insulineschema aangepast worden. Reizen naar het westen verlengt de dag zodat er extra maaltijden zullen bijkomen. Per 6 uur verlenging voorziet men ongeveer 1 extra maaltijd. Omgekeerd zal reizen in oostelijke richting de dag inkorten zodat er eventueel een maaltijd wegvalt. • De schema's hieronder geven de principes weer waarmee u uw insulineschema kan aanpassen. Dit kan u best ook met uw huisarts bespreken. Basaal-bolusschema Nieuwe insulineanalogen Oudere insulines Langwerkende insuline Ultrasnelwerkende insuline Bv. Lantus® Bv. Novorapid® Intermediair werkende Snelwerkende Bv. Insulatard® Bv. Actrapid ALTIJD om de 24u! Bij elke (extra) maaltijd. Dosis afhankelijk van koolhydraatinhoud. Behouden voor het slapengaan Bij elke (extra) maaltijd. Dosis afhankelijk van koolhydraatinhoud. West oost Tijdstip thuis + uurverschil = tijdstip bestemming Oost west Tijdstip thuis – uurverschil = tijdstip bestemming West oost: evenveel of maaltijd minder Oost west: extra maaltijd(en) West oost: 1/2 tot 2/3 dosis, afhankelijk van tijd sinds vorige maaltijd Oost west: normale dosis West oost: evenveel of maaltijd minder Oost west: extra maaltijd(en) Eventueel opschuiven met 1u per dag bij lang verblijf. PAS OP! Tijd tussen maaltijden moet ± gelijk blijven! Conventioneel schema Bv. 2 injecties Mixtard® 30-70 Reizen van oost west ▪ Injecties vaste com bin atie be h oude n bij eerste en laatste maaltijd van de dag. ▪ Extra inje ctie sne lwe rke n de insulin e bij (meest koolhydraatrijke) extra maaltijd. Dosis afhankelijk van koolhydraatinhoud. ▪ Indien praktisch niet haalbaar: eventueel licht verhogen dosis vaste combinatie voor vertrek of tijdens vlucht. Reizen van west oost ▪ Tweede combinatie-injectie van de dag opsplitsen (voor het avondmaal). ▪ Dosis snelwerkende insuline onveranderd. ▪ Dosis inte rm e diair we rk e nde in su line 1/2 tot 2/3 van de normale dosis. Indien praktisch niet haalbaar: 1/2 tot 2/3 van de gebruikelijke dosis combinatie bij tweede injectie. * Bij een behandeling met 1 injectie intermediair werkende insuline 's avonds blijft de injectie voor het slapengaan behouden. Bij reizen waarbij de dag aanzienlijk verkort moet u slechts 1/2 tot 2/3 van de gebruikelijke dosis inspuiten. In alle andere gevallen blijft de dosis identiek. Ziekte en hygiëne • • • • • Beter voorkomen dan genezen! Ziekte kan de suikerspiegels ontregelen. De aanbevelingen voor vaccinaties verschillen niet in geval van diabetes. Indien u weet dat u last kan krijgen van reisziekte, neemt u hier best preventieve medicatie voor in. Indien u ziek wordt is het belangrijk voldoende koolhydraten binnen te krijgen en goed te drinken. Wie geen vast voedsel kan binnenhouden, kan gebruik maken van druivensuiker, gesuikerde frisdrank of suikerbevattende gels die via het mondslijmvlies worden opgenomen. Ook hier is het belangrijk hypoglycemie te vermijden en dus de dosis insuline te verlagen zo nodig. Met insuline behandelde patiënten moeten wel blijven spuiten om ketoacidose te vermijden. Loop niet op blote voeten, draag gemakkelijke schoenen en controleer dagelijks op wondjes en blaren. Inspanningen en sportactiviteiten • Meet • • het bloedsuikergehalte voor, tijdens en na inspanningen; inspanningen kunnen zowel hypoglycemie uitlokken als een beginnende ketoacidose verergeren. Wanneer het bloedsuikergehalte hoger is dan 250 mg/dl dient men de inspanning uit te stellen. Wanneer u verwacht een inspanning te doen, verminder dan de insuline die tijdens deze periode actief zal zijn (b.v. de langwerkende component bij een mengsel van kort- en langwerkende insulines) met 30%. Neem vóór en tijdens de inspanning voldoende snelwerkende suikers en na de inspanning voldoende traagwerkende suikers (ter preventie van laattijdige hypoglycemie wanneer het lichaam zijn suikervoorraden terug aanvult). Invloed van grote hoogte • • • Verblijf op matige hoogte wordt meestal goed verdragen. Bij diabeten zonder complicaties is bergbeklimmen mogelijk. Preventie van acute hoogteziekte is essentieel. De klachten hiervan (hoofdpijn, misselijkheid, ...) kunnen hypoglycemie nabootsen. Acetazolamide (Diamox®), een middel tegen hoogteziekte, kan ketoacidose verergeren. Hoogte, temperatuur en vochtigheid kunnen de nauwkeurigheid van bloedglucosemeters beïnvloeden (te hoge waarden bij warmte en te lage waarden bij koude). Informeren van medereizigers • Zorg dat uw reisgezelschap goed geïnformeerd is over uw gezondheidstoestand. Vooral het herkennen van de symptomen van een te laag bloedsuikergehalte en de behandeling ervan (inclusief het toedienen van glucagon) is belangrijk.