Informatieblad Wet banenafspraak en quotum arbeidsbeperkten

Download Report

Transcript Informatieblad Wet banenafspraak en quotum arbeidsbeperkten

Informatieblad Wet banenafspraak en quotum arbeidsbeperkten (september 2014)

In de nieuwe Wet banenafspraak en quotum arbeidsbeperkten (eerder aangekondigd als de Quotumwet) is de banenafspraak vastgelegd die het kabinet en sociale partners hebben gemaakt in het sociaal akkoord van 11 april 2013. In de Wet staat de mogelijkheid om een quotum te activeren als de werkgevers de banenafspraak niet realiseren.

Banenafspraak

In het sociaal akkoord hebben werkgevers afgesproken dat ze extra banen gaan creëren voor mensen met een arbeidsbeperking. Het gaat uiteindelijk om 100.000 extra banen (oplopend tot 2026) in de marktsector. De overheid zorgt tot 2024 nog eens voor 25.000 extra banen. Het gaat om extra banen ten opzichte van het aantal banen van mensen uit de doelgroep op 1 januari 2013. Deze banenafspraak staat los van de 30.000 beschutte werkplaatsen die in de komende jaren worden gecreëerd en los van de arbeidsplaatsen waarop mensen uit de doelgroep nu al werken. Bij de extra banen gaat het gaat om reguliere banen bij bedrijven en bij overheden. Een andere afspraak in het sociaal akkoord is de vorming van 35 regionale Werkbedrijven. Deze Werkbedrijven zorgen ervoor om de mensen en de werkplekken die beschikbaar komen bij elkaar te brengen. De regionale Werkbedrijven vormen de schakel tussen de werkgever en de mensen met een arbeidsbeperking die aan de slag worden geholpen.

Doelgroep banenafspraak

Doelgroep voor de extra banen zijn Wajongers, mensen met een Wsw-indicatie en mensen uit doelgroep van de Participatiewet die niet in staat zijn het wettelijk minimumloon te verdienen. Het UWV beoordeelt op verzoek van gemeenten of iemand tot de doelgroep behoort. Sociale partners en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) hebben afgesproken dat de eerste jaren Wajongers en Wsw'ers die op de wachtlijst staan als eersten voor deze extra banen in aanmerking komen. Hieronder staat wat dit betekent voor de toename van de afgesproken extra banen voor de marktsector en de sector overheid. Overheid aantal 2014 2.5

2015 2.5

2016 2.5

2017 2.5

2018 2.5

2019 2.5

2020 2.5

2021 2.5

2022 2.5

2023 2.5

2024 0.0

2025 0.0

2026 0.0

struc 0.0

overheid per jaar Cumulatief markt Cumulatief totaal 2.5

5.0

5.0

7.5

5.0

5.0

10.0

15.0

7.5

6.0

16.0

23.5

10.0

7.0

23.0

33.0

12.5

8.0

31.0

43.5

15.0

9.0

40.0

55.0

17.5

10.0

50.0

67.5

20.0

10.0

60.0

80.0

22.5

10.0

70.0

25.0

10.0

80.0

Tabel 1: afspraken na begrotingsafspraken 2014 over banenafspraak (x 1.000)

25.0

10.0

25.0

10.0

25.0

0.0

25.0

0.0

90.0

100.0

100.0

100.0

92.5

105.0

115.0

125.0

125.0

125.0

Als één baan wordt geteld het aantal verloonde uren dat personen uit de doelgroep gemiddeld werkt. Dit betekent op basis van de gegevens die er nu zijn dat een baan van 25 uur per week als één baan meetelt. Kleinere banen tellen naar evenredigheid van het aantal verloonde uren mee.

Het kan dus gaan om meer arbeidscontracten dan (getelde) banen. Als uit de nulmeting blijkt dat het gemiddelde aantal gewerkte uren (van iemand uit de doelgroep) substantieel afwijkt van de gehanteerde 25 uur, dan kan de omvang van 25 uur nog wijzigen.

Nulmeting

In het sociaal akkoord is vastgelegd dat er tussen nu en het jaar 2026 in de marktsector 100.000 extra banen komen voor mensen met een arbeidsbeperking. In de overheidssector moeten er de komende 10 jaar 25.000 banen voor dezelfde doelgroep bijkomen. Om de groei van het aantal banen te kunnen volgen voert UWV dit jaar een nulmeting uit. 1 januari 2013 is als ijkpunt gekozen. Werkgevers zijn inmiddels aan de slag met het creëren van extra arbeidsplaatsen. Dit moet ten opzichte van de nulmeting (peildatum 1 januari 2013), eind 2015 resulteren in minimaal 6.000 extra banen in de markt en 3.000 extra banen bij de overheid. Ook voor de jaren daarna zijn afspraken gemaakt over extra banen.

Quotumregeling

In 2016 controleert het kabinet voor het eerst of de afgesproken aantallen extra banen (over het jaar 2015) zijn gehaald. Als dat niet zo is, treedt het quotum na overleg met de sociale partners en de VNG in werking. In dat geval worden alle individuele werkgevers, uitgezonderd kleinere werkgevers met minder dan 25 werknemers, verantwoordelijk om een bepaald percentage van hun arbeidsplaatsen (in verloonde uren) door mensen uit de doelgroep te laten invullen. Indien zij niet aan dit quotum voldoen, bedraagt de heffing € 5.000,- per niet ingevulde arbeidsplaats. Het quotum wordt op zijn vroegst per 1 januari 2017 geactiveerd. Net als bij de banenafspraak moet het quotum tot 125.000 extra banen leiden en gaat het om werknemers die niet het wettelijk minimumloon kunnen verdienen en tot de doelgroep van de Participatiewet horen. Ook Wajongers en mensen met een Wsw-indicatie die een dienstverband krijgen bij een reguliere werkgever tellen mee voor het quotum. De administratieve lasten voor werkgevers en werknemers blijven beperkt omdat een eventuele quotumheffing wordt berekend aan de hand van gegevens die al bij de overheid bekend zijn. De berekening van een eventuele heffing wordt uitgevoerd door het UWV en de uitkomst hiervan wordt via een beschikking van de Belastingdienst aan de werkgever bekend gemaakt.

Inlenen

Sociale partners, de uitzendbranche, de Wsw-sector en de politiek willen graag dat werknemers met een beperking die werken via een zogeheten 'inleenconstructie' meetellen voor de extra banen. Met deze partijen is afgesproken om dit mogelijk te maken. Dit is in de wet vastgelegd en wordt nog verder uitgewerkt.