Kadernota Jeugd 2015-2019, Verordening Jeugdhulp Schiedam

Download Report

Transcript Kadernota Jeugd 2015-2019, Verordening Jeugdhulp Schiedam

Verzameling raadsstukken nr. 47
Schiedam, 2 oktober 2014
Team
Domein
Jeugd en Onderwijs
Maatschappelijke
Samenwerking
Auteur
Tel.nr.
E-mail
Onderwerp
M.H.C. van der Ven
Datum b&w-besluit
010-2191528
[email protected]
Verordening Jeugdhulp Schiedam 2015, Kadernota Jeugd 2015 - 2019, Verordening
Maatschappelijke ondersteuning MVS 2015, Kadernota Wmo en Wpg 2015 – 2019.
Briefnr.
Portefeuillehouder
14INT00384
Wethouder Stam
Wethouder Gouweleeuw
Wethouder Van Aaken
23-9-2014
Bestuurssamenvatting en voorgesteld besluit:
Op 9 juli 2014 is de Conceptverordening Maatschappelijke ondersteuning MVS 2015 door het college
vrijgegeven voor inspraak en op 19 augustus 2014 zijn de Conceptverordening Jeugdhulp Schiedam 2015
en de Concept Kadernota ’s Jeugd 2015 – 2019 en Wmo en Wpg 2015 – 2019 door het college vrijgegeven
voor inspraak. Alle belanghebbenden hadden respectievelijk tot 20 augustus en 11 september 2014 de
mogelijkheid een reactie op de stukken te geven. Op 9 september jl. is een bijeenkomst gehouden voor
burgers en organisaties waarbij de gelegenheid is geboden hierover vragen te stellen en een reactie te geven.
Op 15 juli 2014 is de Subcommissie Transities geconsulteerd over de kaders Jeugd en Wmo/Wpg.
De opmerkingen uit deze bijeenkomst zijn meegenomen bij het opstellen van de beleidskaders voor Jeugd
en Wmo en Gezondheid.
Hiernaast is in het OOGO (het op overeenstemming gericht overleg tussen de gemeente en de
samenwerkingsverbanden onderwijs in de regio MVS) instemming bereikt met betrekking tot die
onderdelen uit het jeugdplan die het onderwijs aangaan.
De Verordening Jeugdhulp Schiedam 2015, de Kadernota Jeugd 2015 – 2019, de Verordening
Maatschappelijke ondersteuning MVS 2015 en de Kadernota Wmo en Wpg 2015 – 2019 liggen nu voor ter
vaststelling.
De Inspraak
In totaal zijn 15 schriftelijke inspraakreacties ontvangen, een advies van de Wmo Adviesraad en ruim 130
belangstellenden waren aanwezig op de bijeenkomst op 9 september. Op deze avond gingen de aanwezigen
rond vijf thema’s in gesprek met elkaar en met ambtenaren. Er volgden interessante discussies over hoe
eigen kracht kan worden ingezet en welke ondersteuning hierbij nodig is. Ook werden veel vragen gesteld
op persoonlijk niveau en over de werking van het wijkondersteuningsteam. Naast vragen werden ook veel
suggesties gedaan en werden zelfs onderling afspraken gemaakt.
De avond werd door de aanwezigen gewaardeerd en gaf tegelijkertijd aan dat we met elkaar in gesprek
moeten blijven. Een aantal aanwezigen heeft voorgesteld over specifieke onderwerpen te willen doorpraten.
Hiervoor worden op korte termijn afspraken gemaakt.
De meest opmerkelijke hoofdpunten uit de inspraakprocedure zijn:
1.
Een vaak terugkerend thema betreft de communicatie. Inwoners gaven aan dat op de website van
de gemeente Schiedam (en andere media) in het algemeen weinig terug te vinden is over de
verschillende, aankomende transities. De communicatie hierover moet beter. In de nota is
aangegeven dat voor het totale communicatieproces rond de decentralisaties per 1 januari 2015 een
communicatieplan in de maak is. In dit plan zullen in eerste instantie alle acties worden beschreven
welke tussen nu en 1 januari 2015 worden uitgevoerd om de start van de transities en de
gemeentelijke verantwoordelijkheid bij de concrete uitvoering daarvan extern te communiceren;
Een van de eerste acties ( per 1 oktober a.s.) betreft het aanmaken van een pagina op de website
van Schiedam waarin duidelijk wordt aangegeven waar een ieder terecht kan voor specifieke
informatie omtrent de gehele transitie. Dit is gewijzigd in de nota’s;
2.
daarnaast bleek ook de privacy een punt van zorg te zijn voor de Schiedammers. Hoe wordt er
straks omgegaan met gegevensuitwisseling tussen verschillende zorginstellingen en houdt de
gemeente in de toekomst wel (voldoende) rekening met de privacy? De urgentie van deze vraag ligt
voor de hand. Als overheid moet de gemeente Schiedam regie houden op uitwisseling van gegevens
om zo de privacy van bewoners te kunnen waarborgen. Dit speelt op alle fronten, zowel bij de
transities Jeugdzorg, de transitie Wmo en de invulling van het wijkteam.
2
3.
4.
5.
Dit thema is opgenomen in de nota’s en is onderwerp van een werkgroep voor verder uitwerking;
Tevens blijkt onzekerheid rond het wijkteam een belangrijk onderwerp. Uit veel vragen bleek de
beeldvorming rond het onderwerp nog onvoldoende concreet en zijn er nog kennishiaten. Vragen
richten zich met name op de operationele uitwerking en de potentiële invulling door de wijkteams
in specifieke gevallen. Dit vraagt om heldere antwoorden, waar mogelijk inzichtelijk gemaakt aan
de hand van praktische en herkenbare praktijkvoorbeelden. Dit maakt onderdeel uit van het
communicatietraject;
meer algemeen betreft het tevens vragen met betrekking tot uitvoering van het beleid. Ook hier
betreft het veelal praktische vragen inzake de mogelijke doorwerking van de uitgebrachte
beleidsnota’s en verordening. Deze vragen komen straks vooral aan de orde bij
uitvoeringprogramma en zullen in dat kader als aandachtspunt of nadere overweging worden
meegenomen;
vanuit de inspraak is door de Wmo Adviesraad aangegeven dat de verordening Jeugdhulp en de
Verordening Wmo op een aantal onderdelen mogelijk niet correct zijn. Het betreft vooral die
onderdelen die betrekking hebben op het wel of niet afgeven van een beschikking, mandatering,
criteria voor maatwerkvoorzieningen en de afdwingbaarheid van rechten op basis van
gespreksverslagen.
N.a.v. dit advies hebben wij contact gezocht met de VNG over de modelverordening. Dit wordt op
korte termijn verder onderzocht en kan mogelijk leiden tot een wijziging van de verordening begin
2015. De voorliggende verordening zal uitvoering van het huidige beleid niet in de weg staan en
geen belemmering vormen voor de Schiedammer.
Verder zijn de volgende wijzigingen doorgevoerd in de nota’s:
1.
Datum is gewijzigd m.b.t. de inrichting van het centraal meldpunt; dit moet zijn eind 2014 (Jeugd
en Wmo);
2.
verduidelijking en aanvulling over de pedagogisch civil society (Jeugd);
3.
actualisering onderdeel communicatie (beide nota’s);
4.
toegevoegd stukje over privacy (in beide nota’s);
5.
verwijzing naar een ander wetsartikel van 4.4 naar 6.2 (Jeugd);
6.
cijfers ten aanzien van schooluitval zijn toegevoegd.(Jeugd);
7.
verduidelijking schooladviesteam (Jeugd);
8.
op pagina 20 is de term "roze-ambassadeur" gewijzigd in "homo-ambassadeur" (Wmo);
9.
verspreid in de nota wordt ‘meldpunt’ benoemd. Hiermee worden op verschillende momenten
echter verschillende meldpunten bedoeld. Dit is verduidelijkt (Wmo);
10.
wijziging inkomenspercentage voor de regeling chronisch zieken en gehandicapten van 110 naar
130 % van de bijstandsnorm (Wmo).
Op hoofdlijnen worden de nota’s in de verschillende reacties onderschreven als uitgangspunten en kaders
voor de ontwikkeling die de transitie en daarbij behorende transformatie nu is ingegaan. Het betreft nieuwe
opgaven die omvangrijk en complex zijn en risico’s met zich meebrengen. De komende jaren worden
gezien als een overgangssituatie tot een fundamentele vernieuwing van het stelsel waarbij de eigen kracht
van de Schiedammer centraal staat zonder de noodzakelijke hulpverlening en ondersteuning uit het oog te
verliezen. Dit betekent een continu proces van evalueren en bijsturen indien noodzakelijk.
Voor het totale scala aan vragen en de detailbeantwoording wordt verwezen naar de verschillende bijlagen.
De enorme respons, op de avond en de jeugdtafels in juni en de positief ingestelde betrokkenheid van de
aanwezigen voor deze enorme opgave waar we voor staan, benadrukt het belang van het samen aan de slag
gaan. Wij gaan er vanuit dat met deze inzichten een sterke basis wordt gevormd om nadere stappen te
nemen.
1.
Aanleiding
Algemeen:
De kadernota’s geven de uitgangspunten aan over hoe de gemeente Schiedam de nieuwe transformatie
wil gaan vormgeven. De daadwerkelijke inrichting van het nieuwe stelsel is in volle gang en zal de
komende maanden verder worden vormgegeven en verder worden uitgewerkt in
uitvoeringsprogramma’s.
3
Voor 2015 ligt de focus op het tot stand brengen van een goede transitie. Van belang is dat de
overdracht van de zorg voor bestaande cliënten zo geruisloos mogelijk verloopt. Veel taken en
bekostigingseenheden blijven bestaan en indicaties die doorlopen in 2015 blijven van kracht. Nieuw
zijn de intensivering van de inzet van vindplaatsen en de wijkondersteuningsteams. Zij signaleren
problemen, bieden lichte ondersteuning en vormen de toegang tot individuele hulp.
Voor wat de inbreng vanuit de inspraakprocedure betreft kan worden gesteld dat dit een startpunt is
geweest om met elkaar de komende maanden in gesprek te gaan over de verdere invulling en indien
nodig aanpassingen. Het is een ontwikkelproces dat we met elkaar ingaan en derhalve moeten we niet
schromen om daar waar nodig een andere koers te kiezen. Een centrale plek nemen de
wijkondersteuningsteams in, die op het moment van schrijven al goed vorm beginnen te krijgen.
 Kadernota Jeugd “Een sterke basis” 2015 - 2019
De nota schetst naast de kaders voor de nieuwe taken die de gemeente heeft voor de jeugdzorg
ook het kader voor het lokale en preventieve jeugdbeleid. Het doel is om effectief en efficiënt
beleid te ontwikkelen waarbij juist de aanpak aan de voorkant van groot belang is. Signalering en
ook het aanboren van de eigen kracht en sociale context van de jongeren en hun ouders.
Vervolgens, indien nodig, de verwijzing naar ambulante hulpverlening in plaats van naar “dure”
trajecten jeugdzorg.
Vanaf 2015 is de gemeente verantwoordelijk voor alle jeugdhulp: van algemene (preventieve)
voorzieningen tot de zwaarste specialistische hulp inclusief de jeugdbescherming en reclassering.
Het betreft een overname van deze taken van het Rijk, de provincie en een deel van de taken van
de zorgverzekeraars. Het gaat daarbij niet alleen om een verandering van structuur (transitie) maar
zeker om een verandering van een inhoudelijke zorgvernieuwing (de transformatie).
Het integrale jeugdbeleid voor de komende periode is een voortzetting van het beleid van de
afgelopen periode. Dit betekent dat de ambities zoals geformuleerd in de Nota “Jong zijn in
Schiedam: ieders zorg!” (2008) nog steeds van kracht zijn. In samenspraak met verschillende
partijen in de stad (jongeren, ouders, professionals) zijn specifieke speerpunten voor de komende
jaren benoemd. Schiedam kiest voor een samenhangend stelsel, van de sterke basis voor alle
jeugdigen tot en met specialistische zorg voor die jeugdigen die dat nodig hebben. De basis
hiervan wordt gelegd in de wijken met de wijkondersteuningsteams en de ondersteuningsteams op
de scholen.
Belangrijk is om een aantal sterke verbindingen aan te gaan dat ons helpt om een integrale aanpak
van de jeugdzorg te realiseren. De jeugdzorg is onderdeel van het brede jeugdbeleid: van
kinderopvang tot jeugdgezondheidszorg en onderwijs. Daarnaast is er sprake van een sterke
verbondenheid met het hele sociale domein en de andere decentralisaties in de uitvoering: bij
meervoudige problematiek in gezinnen is een gezamenlijke aanpak op alle aspecten belangrijk om
echte oplossingen te creëren.
 Verordening Jeugdhulp 2015
De verordening is de juridische vertaling van de Jeugdwet en het beleidsplan. De Verordening
Jeugdhulp Schiedam 2015 is voorbereid in samenspraak met de gemeenten Maassluis en
Vlaardingen. Vanuit Vlaardingen is ook een juridisch adviseur namens de drie gemeenten in het
gehele proces betrokken geweest. In de toelichting op de verordening wordt per artikel een nadere
uitleg gegeven. De verordening is gebaseerd op de VNG Modelverordening, en op enkele punten
aangepast op de lokale omstandigheden.
De concept verordening geeft uitwerking aan artikelen 2.9, 2.10, 2.11 2.12 en 8.1.1 van de
Jeugdwet.
Belangrijkste inhoudelijke artikel is 2.9 Jeugdwet.
Hierin is bepaald wat er in de verordening moet worden geregeld:
De Jeugdwet schrijft in artikel 2.9 voor dat de gemeenteraad per verordening regels opstelt:
 over de door het college te verlenen individuele voorzieningen;
 over de door het college te verlenen overige voorzieningen;
 over de voorwaarden voor toekenning van een individuele voorziening, de wijze van
beoordeling en de afwegingsfactoren daarbij;
 over de wijze waarop de toegang tot en de toekenning van een individuele voorziening
4


wordt afgestemd met andere voorzieningen op gebied van zorg, onderwijs, maatschappelijke
ondersteuning, werk en inkomen;
over de wijze waarop de hoogte van een persoonsgebonden budget (hierna: pgb) wordt
vastgesteld;
over de bestrijding van het ten onrechte ontvangen van een individuele voorziening of
pgb, alsmede misbruik of oneigenlijk gebruik van de wet.
 De Kadernota Wmo en Wpg 2015 – 2019
De Wmo 2015 vereist net als de huidige Wmo dat gemeenten een beleidsplan opstellen. De
gemeenteraad van Schiedam heeft in 2014 de Overbruggingsnota ‘Samen zorgen voor een gezond
Schiedam 2014’ vastgesteld. Deze nota was de eerste integrale nota Wmo-Wpg en sorteerde voor
op aangekondigde veranderingen in de Wmo met ingang van 2015. De voorliggende Kadernota
Wmo 2015 - 2019 is weer een integrale nota Wmo-Gezondheid en bouwt voort op de huidige
Wmo met aanpassingen vanuit de Wmo 2015, die sterker dan de huidige Wmo, de nadruk legt op
de eigen verantwoordelijkheid die bewoners hebben voor het behoud van hun zelfredzaamheid en
participatie. De Visienota ‘Schiedams maatwerk in het Sociale Domein’ uit 2012 blijft daarnaast
van toepassing evenals de Kadernota Sociaal Domein uit 2012.
In de kadernota zijn de ambities geformuleerd ten aanzien van de in de wet genoemde
onderwerpen die in het beleidsplan aan de orde dienen te komen. De wet verlangt van de
gemeente dat ze in het beleidsplan ingaat op hoe zij van plan is om:
a. de sociale samenhang, de toegankelijkheid van voorzieningen, diensten en ruimten voor
mensen met een beperking te bevorderen, de veiligheid en leefbaarheid in de gemeente te
bevorderen, alsmede huiselijk geweld te voorkomen en te bestrijden;
b. de verschillende categorieën van mantelzorgers en vrijwilligers zoveel mogelijk in staat te
stellen hun taken als mantelzorger of vrijwilliger uit te voeren;
c. vroegtijdig vast te stellen of ingezetenen maatschappelijke ondersteuning behoeven;
d. te voorkomen dat ingezetenen op maatschappelijke ondersteuning aangewezen zullen zijn;
e. algemene voorzieningen te bieden aan ingezetenen die maatschappelijke ondersteuning
behoeven;
f. maatwerkvoorzieningen te bieden ter ondersteuning van de zelfredzaamheid en participatie
aan ingezetenen van de gemeente die daartoe op eigen kracht, met gebruikelijke hulp, met
mantelzorg of met hulp van andere personen uit hun sociale netwerk, niet of onvoldoende in
staat zijn;
g. maatwerkvoorzieningen te bieden aan personen die niet in staat zijn zich op eigen kracht te
handhaven in de samenleving en beschermd wonen of opvang behoeven in verband met
psychische of psychosociale problemen of omdat zij de thuissituatie hebben verlaten, al dan
niet in verband met risico’s voor hun veiligheid als gevolg van huiselijk geweld.
 De Verordening Maatschappelijke ondersteuning MVS 2015
De Verordening Maatschappelijke ondersteuning 2015 is voorbereid door de gemeenten
Maassluis, Vlaardingen en Schiedam en ROGplus. Vanuit Vlaardingen is ook een juridisch
adviseur in het gehele proces betrokken geweest en is met juridische adviseurs van Maassluis en
Schiedam afgestemd. Er is gebruik gemaakt van de conceptmodelverordening van de VNG, de
ervaringen met de huidige verordening en reacties (van o.a. de Wmo-Adviesraad) naar aanleiding
van de in het voorjaar 2014 aangeboden discussienotitie 'Beleid en Verordening 2015' en de
reacties op de hierna opgestelde Verordening Maatschappelijk ondersteuning MVS 2015.
In de verordening is opgenomen dat het college op onderdelen nadere regels kan stellen voor de
uitvoering van de verordening. Daartoe stelt het college besluit- en/of beleidsregels vast. Bij deze
uitvoeringsregels hoeft geen inspraak plaats te vinden. In het verleden zijn deze nadere regels ter
kennisname meegestuurd met de conceptverordening ten behoeve van de inspraak.
De tijd tussen de besluitvorming over de Wmo 2015 door het Rijk en de invoering van de wet per
1 januari 2015 is echter dusdanig krap geweest dat dit nu niet mogelijk was. Met een 'Vooruitblik
op de nadere uitwerking Verordening Maatschappelijke Ondersteuning' is meer informatie
gegeven over de denkrichting van de gemeente bij de vormgeving van de uitvoeringsregels. De
reacties hierop worden, naast de VNG modelregels, meegenomen bij het opstellen van deze
uitvoeringsregels. Deze uitvoeringsregels dienen voor 1 januari 2015 eensluidend in de colleges
van Schiedam, Vlaardingen en Maassluis vastgesteld te zijn.
5
2.
Bijlage(n) in het Bestuursinformatie Systeem
1. Inspraakverslag Stadsgesprek over de Kadernota’s Jeugd 2015-2019 en Wmo/Wpg 2015-2019 op
9 september 2014
2. Inspraakverslag schriftelijke inspraak/reacties over de Kadernota’s Jeugd 2015-2019 en
Wmo/Wpg 2015-2019
3. Inspraakverslag Wmo Adviesraad over de Kadernota’s Jeugd 2015-2019 en Wmo/Wpg
2015-2019
4. Inspraakverslag Verordening Maatschappelijke ondersteuning MVS 2015
5. Overzicht wijzigingen Verordening Maatschappelijke ondersteuning MVS 2015
6. Verordening Jeugdhulp Schiedam 2015
7. Kadernota Jeugd Schiedam “Een sterke basis” 2015-2019
8. Verordening Maatschappelijke ondersteuning MVS 2015
9. Kadernota Wmo en Wpg 2015-2019
3.
Beleid (context)
Algemeen
1. Visienota Schiedams Maatwerk in het sociaal domein (2012)
2. Kadernota Sociaal Domein (2012)
3. Hoofdlijnen nota sociale wijkteams in Schiedam (2014)
Op het gebied van Jeugdbeleid:
1.
Integrale beleidsnota Jeugd 2008 -2009 (25 september 2008) met jaarlijks
uitvoeringsprogramma’s
2.
Deze nota is i.v.m. de komende decentralisatie verlengd tot 1 januari 2015
3.
Programmaplan decentralisatie jeugdzorg 2012 – 2015 (6 juni 2012) regionaal
4.
Het implementatieplan “Acht is meer dan duizend” (2012) regionaal
5.
Het Regionaal transitiearrangement ( 19 december 2013) regionaal
6.
Contourennota Jeugdzorg (2013)
Op het gebied van de Wmo/Wpg
1) Overbruggingsnota ‘Samen zorgen voor een gezond Schiedam 2014’ (2013)
4.
Afwegingen
Jeugd
De gemeente kiest voor een samenhangend stelsel: van de sterke basis voor alle jeugdigen tot en met
specialistische zorg voor die jeugdigen die dat nodig hebben. De basis van het stelsel wordt gelegd in
de wijken, dicht bij de kinderen, jongeren en gezinnen.
1. Primair verantwoordelijk voor opvoeding en ontwikkeling zijn de ouders/verzorgers en jongeren
zelf. Het jeugdbeleid gaat dan ook uit van de eigen kracht en zelfredzaamheid van ouders,
jongeren en hun netwerk.
2. We garanderen de wettelijk verplichte zorgcontinuïteit in de overgangsfase.
3. We werken volgens het principe van ‘één kind, één gezin, één plan, één verantwoordelijk
professional (1 regisseur)’ en het zogeheten ‘zo-zo-zo’-beleid’. Dit houdt in dat we advies en
ondersteuning zo laagdrempelig, zo snel en zo eenvoudig mogelijk organiseren.
4. Het Wijkondersteuningsteam (WOT) speelt hierin een centrale rol.
5. De gemeente zet in op vermindering administratieve lasten ten behoeve van effectieve en
efficiënte inzet van goede hulp.
6. de gemeente zet zich in om schooluitval te voorkomen, zodat alle jongeren minimaal een
startkwalificatie behalen en vervolgens een goede start kunnen maken op de arbeidsmarkt.
7. de gemeente investeert in de participatie van jongeren in de Schiedamse samenleving.
Wmo en Wpg
6
De kadernota Wmo/Wpg is gericht op:
1. Het bevorderen van de sociale samenhang, toegankelijkheid van voorzieningen en gebouwen voor
mensen met een beperking, veiligheid en leefbaarheid, voorkomen en bestrijden van huiselijk
geweld.
2. Het ondersteuningen van mantelzorgers en vrijwilligers.
3. Het vroegtijdig vaststellen of inwoners maatschappelijke ondersteuning behoeven.
4. Het voorkomen dat inwoners maatschappelijke ondersteuning nodig hebben (preventie).
5. Het aanbieden van algemene voorzieningen voor maatschappelijke ondersteuning.
6. Het aanbieden van maatwerkvoorzieningen ter ondersteuning van zelfredzaamheid en participatie,
opvang en beschermd wonen aan inwoners met een beperking die niet op eigen kracht, met steun
van de omgeving of met een algemene voorziening geholpen zijn.
5.
Gevolgen
1. De transformatie is nieuw voor de gemeente; er is nog weinig ervaring waarop gebouwd kan
worden. Dit betekent dat evaluatie en monitoring een blijvend proces is.
2. De inrichting van de lokale zorgstructuur is nieuw (Wijkondersteuningsteams, Consultatie en
diagnoseteam, jeugdbeschermingplein, ondersteuningsteams scholen) dit betekent dat er risico’s
bestaan dat deze in de praktijk niet goed genoeg blijken te werken. Ook hier geldt regelmatig
evalueren en indien nodig bijsturen.
3. Sturing op basis van resultaten in het sociale domein en in dit geval de jeugdhulp is relatief nieuw;
ook hier zal in de praktijk moeten worden bekeken of de sturing werkbaar is en de juiste resultaten
oplevert.
6.
Financiën
Voor zowel de Jeugd als de Wmo/Wpg zijn de financiële consequenties op basis van de meicirculaire
2014 (Jeugd en Wmo) en de begroting ROGplus (Wmo) verwerkt in de begroting 2015 in het
programma Mens en stad in beweging.
 Jeugd.
Het macrobudget dat Schiedam in 2015 voor Jeugdhulp ontvangt bedraagt €16.868.905 (het
bedrag voor Schiedam, vermeld in de meicirculaire 2014). Dit bedrag is verdeeld in een post voor
bovenlokale hulp en lokale hulp. Het budget voor de bovenlokale hulp is opgenomen in de
ontwerpbegroting van de GR, die later dit jaar definitief zal worden vastgesteld.
Naast dit macrobudget ontvangt de gemeente in 2015 ook de DU CJG (ten bedrage van
€ 2.058.844, vermeld in de meicirculaire 2014). De huidige middelen voor het lokale preventieve
jeugdbeleid blijven behouden; deze zijn verdeeld over verschillende posten opgenomen in de
begroting 2015.

Wmo en Wpg
Voor de nieuwe taken ontvangt de gemeente ongeveer € 8,1 miljoen. Dit is het budget inclusief
korting. Gedeeltelijk is dit extra budget bestemd voor de AWBZ Begeleiding ( uitgevoerd door
ROGplus). Maar daarnaast is dit budget ook bedoeld voor de financiering van cliëntondersteuning
(bijvoorbeeld MEE). ROGplus heeft in haar Begroting 2015 de financiële gevolgen verwerkt van
de lastenverzwaring (volwassenen) voor 2015 en verdere jaren. Deze lastenverzwaring bij
ROGplus is meegenomen bij de Zomernota 2015 als onderdeel van de decentralisaties.
Integraliteit en Risico’s
Er is een aantal factoren die financiële consequenties kunnen of zullen hebben voor de begroting.
Het macrobudget voor de Jeugd zoals vermeld in de meicirculaire 2014 is definitief. Voor de
Wmo is dit een voorlopig bedrag, de definitieve cijfers worden verwacht in de
septembercirculaire.
Op dit moment is de begroting voor de GR-jeugdzorg nog in een besluitvormingsproces. Dit kan
consequenties hebben voor de verdeling van het macrobudget. Deze uitwerking is nog niet in de
begroting opgenomen. Ook is het inkoopproces voor de Wmo en de Jeugd AWBZ in de
7
afrondende fase. Mogelijk dat hieruit nog consequenties vloeien voor de gemeentelijke
begroting.
Daarnaast kunnen er personele consequenties zijn:
- Een aantal taken van de jeugdzorg wordt belegd bij het ROGplus. Hiermee nemen de taken
voor ROGplus toe en hiervoor is op dit moment geen personeel voorhanden. Een voorstel
hiervoor is in voorbereiding. Wij verwachten dit voorstel inclusief de gewijzigde begroting
Rogplus dit najaar te kunnen presenteren aan uw raad.
- De bemensing van de wijkondersteuningsteams (Wots) wordt op dit moment geregeld. Zij
worden geworven bij de samenwerkingspartners waar de gemeente een subsidierelatie mee
heeft of waarmee afspraken zijn gemaakt in het kader van het Regionaal
Transitiearrangement Jeugdzorg en het convenant met MEE. Het kan echter wenselijk zijn te
selecteren bij organisaties waarmee geen (financiële) afspraken zijn gemaakt. Een keuze
voor de beste kandidaat, in plaats van de financieel meest voordelige, kan extra druk geven
op de begroting.
- Het voeren van regie op nieuwe organisaties vraagt ambtelijke extra inzet, zowel inhoudelijk
als wat menskracht betreft. Het gaat hierbij zowel om medewerkers die werkzaam zijn in het
sociale domein, als in de ondersteunende diensten van de gemeente.
Aan het college zal een afzonderlijk voorstel worden gedaan over de personele gevolgen van de
decentralisaties.
De kadernota's en verordeningen voor de jeugd en Wmo geven tezamen met de kadernota en
businesscase Stroomopwaarts de handvatten voor de uitvoering van deze nieuwe taken in
Schiedam. Per 1 januari 2015 komen deze nieuwe taken over naar de gemeente met de
achterliggende gedachte dat de gemeente als burgernabije overheid het beste in staat is de zorg
goed, efficiënt, effectief en goedkoper uit te voeren. Voor de Wmo is 2015 het overgangsjaar
waarin cliënten hun huidige rechten behouden, voor de jeugd is deze termijn zelfs verlengd tot
2017. Dat betekent dat we in 2015 minder aan innovatie van de zorg toe komen. Na 2015 zullen
we hierin grote slagen moeten maken, want de beschikbare middelen nemen jaarlijks af.
Voor de invoering van de decentralisaties zijn een reserve Kanteling Sociaal Domein (Berap
2014) en een behoedzaamheidreserve (Begroting 2015) beschikbaar. Deze zijn er enerzijds om de
transformatie vorm te geven, dus te werken aan de vernieuwing. Anderzijds kunnen deze
middelen gebruikt worden om de extra kosten die gemoeid zijn met de overgangsrechten op te
vangen. Indien en zodra de bovengenoemde risico’s leiden tot financiële consequenties dan
komen we hier op terug in de P en C cyclus.
Wij stellen u voor het hierna afgedrukte besluit vast te stellen.
burgemeester en wethouders van Schiedam,
de secretaris,
de burgemeester,
ir. J.C. van Ginkel MCM
Aan de gemeenteraad van
Schiedam
C.H.J. Lamers
8
De raad van de gemeente Schiedam;
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders;
b e s l u i t:




De Kadernota Jeugd “Een sterke basis” 2015-2019 vast te stellen.
De Verordening Jeugdhulp Schiedam 2015 vast te stellen.
De Kadernota Wmo en Wpg 2015-2019 vast te stellen
De Verordening maatschappelijke ondersteuning MVS 2015 vast te stellen.
Aldus vastgesteld door de raad van de gemeente Schiedam in zijn openbare vergadering van
de griffier,
de voorzitter,
J. Gordijn
C.H.J. Lamers