Nieuwsbrief 173 - Universiteit van Amsterdam

Download Report

Transcript Nieuwsbrief 173 - Universiteit van Amsterdam

Faculteit der Geesteswetenschappen
Nwsbrf#173 / 11.2014
1
4
5
5
5
6
7
8
11
12
12
12
12
13
14
16
Interview Carla van Boxtel
Nieuws
Op weg naar nieuwe huisvesting
Onderzoek
Onderwijs
De Openbaring
SPUI25
Boek in beeld
In en uit dienst
Bijzondere Collecties
Allard Pierson Museum
Oraties en Promoties
Uit de bibliotheek
OR Column
De Glinsterende Geest
Pioniers
Interview Carla van Boxtel
Vak en didactiek zijn twee zijden
van eenzelfde medaille
Carla van Boxtel (1970) is per 1 juli 2014 benoemd tot hoogleraar Vakdidactiek,
in het bijzonder geschiedonderwijs. Zij is benoemd aan zowel de Faculteit der
Geesteswetenschappen als de Faculteit der Maatschappij- en Gedragswetenschappen. Van Boxtel doet onderzoek naar het leren over geschiedenis en
erfgoed. ‘Ik ben gefascineerd door de vraag hoe je onderwijs kunt verbeteren
en hoe je ervoor kunt zorgen dat leerlingen zich niet alleen de kennis en
vaardigheden van een schoolvak eigen maken, maar ook leren over de betekenis
ervan in de buitenschoolse omgeving.’
‘Als scholier dacht ik al na over onderwijs
en hoe dat boeiender en beter kon. Ik
vroeg me af hoe het toch kwam dat we bij
sommige docenten beter opletten of ons
best gingen doen. Ook in mijn universi­
taire opleiding is die fascinatie de rode
draad gebleken. Voor mijn masterscriptie
Geschiedenis deed ik bijvoorbeeld onder­
zoek naar veranderende opvattingen over
de inrichting en de doelstellingen van het
middelbare geschiedonderwijs. Tijdens die
geschiedenisstudie volgde ik een bijvak
over het ontwerpen van onderwijs en dat
sprak me zo aan dat ik besloot om naast
mijn studie Geschiedenis de gehele studie
Onderwijskunde te volgen. Hoe meer ik
mij erin verdiepte, hoe interessanter het
werd. Onderwijs is ontzettend divers: er
spelen oneindig veel factoren mee als je
wilt begrijpen hoe we leren en dat geldt
zeker voor een vak als geschiedenis. Het
ontwerpen van onderwijs en begrijpen hoe
kinderen leren is nog steeds het hoofdthema
in mijn werk: wat is er lastig aan het leren
van geschiedenis, en hoe kunnen wij het
leerproces zo goed mogelijk ondersteunen?’
Onderwijs als dialoog
‘Samenwerking kan positief bijdragen aan
leren. Maar waarom leren kinderen zoveel
als ze met elkaar over de lesstof praten?
Wat maakt dat gesprek productief? Voor
mijn dissertatie Collaborative concept
learning: collaborative learning tasks,
student interaction, and the learning of
physics concepts (2000) heb ik gesprekken
geanalyseerd van leerlingen die samenwer­
ken aan een opdracht gericht op verwerving
van begripskennis. Groepsopdrachten
worden effectiever als je de leerlingen
abstracte relaties laat visualiseren. En hoe
meer leerlingen vakbegrippen actief met
elkaar gebruiken, hoe beter ze de betekenis
ervan verwerven. Leerlingen bij elkaar
zetten, kan ook contraproductief zijn: groeps­
opdrachten moeten zorgvuldig ontworpen
worden en goed ingebed zijn in de les.
Lessen zelf zijn idealiter ook actieve
gesprekken, met veel interactie. In onderwijs­
leergesprekken kunnen de leerlingen geleide­
lijk tot inzicht en kennis komen. Maar hoe
krijgt een docent zo’n interactie voor elkaar?
Bij goede docenten zie je die dialoog wel
ontstaan, maar het is lastig om precies aan te
wijzen hoe dat gebeurt. Wat is de gemeen­
schappelijke factor van deze ‘goede docenten’?
Het is gemakkelijker om te bedenken wat er
niet werkt.’
Gedeeld eigenaarschap van de
educatieve minor
Mensenwerk
‘Op elk niveau van het onderwijs is het zin­
vol en mogelijk om na te denken over wat er
goed of minder goed werkt. Het ontwerpen
van onderwijs is dan ook erg dynamisch: het
kan op het niveau van een opdracht, van een
les, een lessenreeks, of een geheel curriculum.
Zo heb ik tien jaar als eindredacteur voor een
schoolmethode voor de onderbouw geschie­
denis in het voortgezet onderwijs gewerkt.
Dan moet je iets ontwerpen voor drie leer­
jaren, en de stof zo construeren dat de leer­
lingen stapsgewijs op elkaar voortbouwende
kennis en vaardigheden aangeleerd krijgen.
Maar lesgeven valt op microniveau nooit te
voorspellen, het blijft altijd bepaald door het
moment. Je kunt iets ontwerpen, maar je
weet nooit hoe het op een bepaalde dag zal
uitpakken. Het is altijd de unieke sfeer en
interactie tussen docenten en leerlingen die
bepalend is. Het ontwerpen van onderwijs is
niet zaligmakend, maar het is wel van belang
om bewust stil te staan bij de vraag waarom
het die ene keer zo goed of zo slecht ging.
Hoe kwam het dat het liep zoals het liep?
Als docent kan je eindeloos blijven reflec­
teren en ontwikkelen, lesgeven is altijd uit­
dagend en nieuw.
Scholen hebben zich de laatste twintig jaar
omgevormd tot een dynamische werkomge­
ving. Docenten kunnen zich oriënteren op
management, praktijkgericht onderzoek
doen, of lesmateriaal ontwikkelen. De varia­
ties in elke les en de permanente mogelijk­
heden om je verder te oriënteren en te ver­
diepen in je vak, zijn de ultieme redenen
om leraar te worden.’
‘Toch heeft het lerarenberoep nog steeds
een relatief slecht imago. In academische
sferen hoor je kreten als “je kunt altijd nog
het onderwijs in”. Ook wordt er vaak gemop­
perd over schoolboeken en de kwaliteit van
leraren in het voortgezet onderwijs. Aan het
UvA | Faculteit der Geesteswetenschappen
einde van zijn opleiding heeft een student
daar vaak toch iets van meegekregen. Dat
negatieve over het onderwijs hoeft helemaal
niet. Dit beeld veranderen is één van de
manieren hoe je er als faculteit voor kunt
zorgen dat er meer en betere docenten in de
klas komen te staan. Het leraarschap is een
ingewikkeld beroep en een ware professie.’
Eigenaarschap en samenwerking
Geesteswetenschappen zijn op allerlei
manieren nauw verweven met het onderwijs,
van basisschool tot hoger onderwijs. Lande­
lijk zijn er afspraken gemaakt over projecten
ter ontwikkeling van de vakdidactiek in de
geesteswetenschappelijke schoolvakken en
om de relatie tussen lerarenopleiding en
universitaire opleiding te verstevigen.
‘Een van de manieren om de kwaliteit van
(toekomstige) docenten te bevorderen, is een
hernieuwde samenwerking tussen het vak en
de didactiek. De lerarenopleiding is een
beetje losgezongen van het vak. Dat is
begrijpelijk, omdat er veel komt kijken bij
een lerarenopleiding: contacten met scholen,
mogelijkheden voor stages, het verkrijgen van
pedagogische en onderwijskundige kennis, et
cetera. Hiervoor heb je andere disciplines
nodig dan de inhoudelijke discipline van het
betreffende schoolvak.
We proberen nu in onze faculteit de ver­
bintenis tussen de lerarenopleiding en de
geesteswetenschappelijke disciplines te ver­
sterken. Om de lerarenopleiding goed vorm te
geven, heb je namelijk zowel de onderwijs­
wetenschappen als de vakdiscipline nodig.
De educatieve minor waarmee studenten in
hun bachelor een tweedegraads bevoegdheid
kunnen verwerven is daarom opnieuw inge­
richt. Er is meer aandacht voor de relatie tus­
sen het schoolvak en de vakdiscipline en de
docenten uit de vakdisciplines dragen bij aan
het curriculum. Zij kennen de studenten al
en hebben een beter beeld van de ontwikke­
ling van de student. Bij het opstellen van het
curriculum is er goede samenwerking tussen
de inhoudelijke faculteiten en de leraren­
opleiding. Een gedeeld eigenaarschap staat
centraal in deze samenwerking. Iedereen voelt
zich verantwoordelijk voor de kwaliteit, en
vraagt zich af hoe ze hun eigen expertise zo
effectief mogelijk kunnen aanwenden.’
Landelijke projecten Vakdidactiek
Geesteswetenschappen
Landelijk hebben de decanen van faculteiten
letteren en geesteswetenschappen twee pro­
jecten ontwikkeld ter versterking van het
vakdidactisch onderzoek: DUDOC-ALFA
en ‘Meesterschap in vakdidactiek’. Het pro­
gramma DUDOC-ALFA biedt bevoegde
docenten en lerarenopleiders de mogelijk­
heid om naast hun baan vier jaar promotie­
onderzoek te doen op het terrein van de vak­
didactiek van de geesteswetenschappen. Het
ministerie van OC&W heeft budget beschik­
baar gesteld waarmee 14 promotieprojecten
zijn gestart op 1 september 2014. Het pro­
gramma is een gezamenlijk initiatief van zeven
universiteiten in samenwerking met het Regie­
orgaan Geesteswetenschappen. Er zijn vier
onderzoeksthema’s gekozen die voor het
alfa-domein relevant zijn en die verschillende
terreinen binnen de vakdidactiek afdekken.
‘Er was veel belangstelling voor deze promo­
tieplaatsen, er zijn veel mensen die graag
willen meewerken aan het verder ontwikke­
len van de vakdidactiek. Zo begeleid ik nu
twee promovendi vanuit dat programma
voor Geschiedenis.’
Met het tweede landelijke programma
‘Meesterschap in vakdidactiek’ investeren de
zeven faculteiten gezamenlijk in vakdidactische
meesters op zes terreinen: Cultuureducatie,
Geschiedenis, Klassieke Talen, Moderne
Vreemde Talen, Nederlands - Letterkunde, en
Nederlands - Taalkunde/Taalbeheersing. De
formatie wordt financieel ondersteund door
het Regieorgaan Geesteswetenschappen. Elk
‘meesterschapsteam’ bestaat uit een aantal
collega’s in het vakgebied. Bij onze faculteit
hebben twee terreinen onderdak gevonden:
Klassieke talen en Geschiedenis. Voor Klas­
sieke talen is Suzanne Adema aangesteld bij de
FGw en de Faculteit der Letteren van de VU.’
Het loopt altijd
weer anders
‘Aan de lerarenopleiding van de UvA heeft
het geschieddidactisch onderzoek zich de
laatste jaren sterk ontwikkeld. Ook aan andere
universiteiten vindt onderzoek plaats naar
het leren en onderwijzen van geschiedenis.
Als trekker wil ik ten eerste meer kruis­
bestuiving op gang brengen: de vakdidactiek
van geschiedonderwijs kan bijvoorbeeld veel
leren van de vakdidactiek cultuur- of literatuur­
onderwijs. Wij willen ook expertise uitwis­
selen met historici, educatieve medewerkers
in musea, de CITO (die eindexamens maakt)
en SLO (die leerplannen voor de schoolvak­
ken maakt). Het beste kan dat met een breed
platform voor grotere vakdidactische vragen,
een infrastructuur voor alles wat met het
schoolvak samenhangt, van vakdidactiek op
de basisschool tot vakdidactiek in de univer­
sitaire opleiding. In de tweede plaats wil ik
borgen dat het huidig vakdidactisch onder­
zoek blijft en wordt uitgebouwd, door bij­
voorbeeld nieuwe gelden te genereren. In de
derde plaats wil ik de resultaten van geschied­
didactisch onderzoek goed ontsluiten en
toegankelijk maken via publicaties en
websites voor docenten op scholen en aan
universiteiten.’
Meer dan een rijtje jaartallen
‘Inhoudelijk wil ik de vakdidactiek van
Geschiedenis bevorderen door verder na te
denken over hoe wij leerlingen kunnen leren
dat het verleden meer is dan wat er simpelweg
2
is gebeurd. Zodat ze begrijpen dat de geschie­
denis een verhaal is dat wij zelf construeren, en
dat gebaseerd zou moeten zijn op historisch
bewijs. Zodat ze vanuit de tijd zelf kunnen
denken, en kritisch kijken naar verhalen over
het verleden. Hoe je dat leerlingen bijbrengt,
moet nog verder uitgedacht worden.
Eén van mijn speerpunten is dat leerlingen
historische vaardigheden ook buiten school
leren toepassen. De meeste leerlingen worden
geen historicus, maar komen hoe dan ook in
de samenleving met geschiedenis in aanraking:
in de vorm van erfgoed, via historische films
of discussies over Zwarte Piet. Ik wil bevor­
deren dat leerlingen begrijpen hoe de
geschiedenis doorleeft in ons dagelijkse
leven, een historisch besef kweken. Zodat
een leerling begrijpt waarom hij Romeinse
gebouwen ziet, als hij op vakantie in
Hongarije is; maar ook dat hij begrijpt
waarom er wordt gediscussieerd over een
slavernijmonument. Hiervoor is een koppeling
nodig tussen de kennis over het verleden en
het heden. Dat gaat niet zomaar, wij leren
veel dingen die wij niet zomaar kunnen
gebruiken of toepassen in nieuwe situaties.
In het geschiedenisonderwijs moet een
duidelijke balans zijn tussen het verwerven
van historische kennis en de vaardigheden
om deze historische kennis toe te passen. Met
alleen kennis kom je er niet, maar zonder ken­
nis is een vaardigheid hol: door te moeten redeneren over verschijnselen in het verleden en
Nwsbrf#173 / 11.2014
hoe die doorleven in het heden, krijgen leer­
lingen veel meer kennis, dan wanneer zij wat
jaartallen en begrippen uit hun hoofd leren.’
Onderzoeksprojecten
‘Een mooi voorbeeld van uitwisseling van
expertise is een samenwerkingsproject met
het Rijksmuseum, het Van Gogh en het Stede­
lijk Museum. Wij proberen grip te krijgen op
hoe een educatieve rondleider leerlingen in
een half uurtje zo zinvol mogelijk mee kan
nemen. Van een educatieve rondleider wordt
een heel ander spectrum aan kennis en vaardig­
heden gevraagd, in een hele andere context
dan een klaslokaal, gekoppeld aan objecten
en met heel andere verwachtingen van de
leerlingen.’
Meesterschap in
vakdidactiek
‘Daarnaast zijn wij bezig met een groot
project over hoe je potentieel excellente leer­
lingen bij de schoolvakken geschiedenis en
wiskunde zo goed mogelijk kunt uitdagen,
zonder ze te isoleren in een apart groepje.
Met welke opdrachten krijgen we ze echt aan
het denken en redeneren? Wat werkt het
beste: structuur bieden, of loslaten? Uit vak­
literatuur blijkt dat veel van deze leerlingen
niet hebben geleerd te leren, omdat dat niet
nodig was. Op een gegeven moment komen de
meesten niet verder; in het examenjaar, op de
universiteit, of daarna. En dan kan blijken dat
ze niet over de juiste vaardigheden beschikken
om zich effectief te oriënteren of een pro­
bleem aan te pakken. Het is dus de vraag of
je excellente leerlingen zoveel mogelijk moet
loslaten, omdat een deel van hen gebaat is bij
structuur en vaardigheden. Op dit moment
zijn wij bezig met het ontwikkelen van strate­
gieën om deze leerlingen zo effectief mogelijk
te begeleiden en te motiveren met uitdagende
opdrachten.’
‘Onderwijs is heel rijk en staat middenin
de samenleving. De ontwikkelingen in de
vakdiscipline zijn van invloed op het school­
vak, maar er zijn ook allerlei discussies over
wat kinderen nodig hebben voor de nabije
toekomst. Verder zijn er ontwikkelingen in
de samenleving, waar je in het onderwijs op
moet anticiperen. Zo worden vaardigheden
als creativiteit en kritisch denken steeds meer
geprezen, maar ook vaardigheid in de omgang
met verschillen en die begrijpen. Onderwijs
is een dynamisch veld dat centraal staat in
onze samenleving en maatschappij, en dat
maakt het mooi.’
Aron Brouwer
3
Nieuws
Naar een nieuw profiel van de FGw
In oktober bleken de financiële vooruitzichten van de faculteit somberder dan in de
zomer werd verwacht. Bij ongewijzigd beleid
dreigen we over enkele jaren uit te komen
op een structureel tekort van ongeveer 10%
van de totale begroting. Daarom zijn ingrijpende maatregelen noodzakelijk, inclusief
een forse inkrimping van personeel en
- mogelijk - een reorganisatie.
In oktober is overlegd over de financiële
situatie van de faculteit, zowel met de Raden
als met individuen en groepen binnen de
faculteit. Als vervolg hierop zal het Dagelijks
Bestuur een route uitzetten om te komen
tot een plan voor de toekomst van onze
faculteit: Profiel 2016. Daarna zullen we als
faculteit de contouren moeten uitwerken.
Daarbij zal nadrukkelijk aandacht worden
besteed aan de mogelijke personele
gevolgen.
nZie voor achtergronden, dossiers en meer
informatie: medewerker.uva.nl/fgw/profiel
2016
Medewerkerskaart: ook
betaalmiddel
De medewerkerskaart wordt de sleutel tot
steeds meer UvA-voorzieningen.
- Per 1 januari wordt de chipknip afgeschaft.
In plaats daarvan kan bij de snoep- en frisdrankenautomaten betaald worden met
een tegoed op de medewerkerskaart. De
nieuwe betaalwijze wordt november 2014
ingevoerd.
- Op veel UvA-locaties is de medewerkerskaart nodig om toegang te krijgen o.a. tot
centrale ruimtes, zoals vergaderzalen.
- Vanaf 20 oktober is de medewerkerskaart
ook de lenerspas bij alle UvA-bibliotheken.
Medewerkers die nu een lenerspas hebben,
hebben een mail ontvangen met meer
informatie. De huidige lenerspas is vanaf 20
oktober niet meer bruikbaar.
- Met de medewerkerskaart kan binnenkort (gratis) koffie en thee gehaald worden
bij (bijna) alle warmedrankenautomaten op
de UvA-locaties (op sommige locaties nu al
mogelijk).
nAanvragen medewerkerskaart:
medewerker.uva.nl/fgw > A-Z >
Medewerkerskaart
nVragen over medewerkerskaart als lenerspas UB: [email protected] /
020 525 2055
Honorary Fellowship voor
Arnon Grunberg
Wegens zijn verdiensten voor de Nederlandse
literatuur en samenleving heeft de FGw
Arnon Grunberg benoemd tot Honorary
Fellow.
Grunberg zal zijn Honorary Fellowship
invullen met gastcolleges en een publieks­
lezing. De gastcolleges staan in het teken
van privacy en surveillance, en samen met
UvA | Faculteit der Geesteswetenschappen
de studenten wordt een game ontwikkeld.
De gastcolleges van Grunberg worden
afgewisseld met bijzondere colleges over
Grunberg, waarin verschillende wetenschappers zijn werk belichten. Deze colleges
vinden plaats in het ErfgoedLab, dat voor
de gelegenheid omgedoopt wordt tot
GrunbergLab.
Tevens is van 31 oktober 2014 t/m 1 februari
2015 bij Bijzondere Collecties een overzichtstentoonstelling over Arnon Grunberg te
zien. In 2011 gaf Grunberg zijn archief in
bruikleen aan Bijzondere Collecties. Uit dit
‘levende archief’ is geput voor De Arnon
Grunberg Tentoonstelling - Ich will doch
nur, dass Ihr mich liebt. Naast materiaal uit
Grunbergs archief zijn stukken te zien uit
de collectie van het Letterkundig Museum,
de bibliotheek van het Letterenfonds en
van particuliere verzamelaars. De tentoonstelling belicht leven, oeuvre en schrijverschap van Grunberg - met commentaar van
de auteur zelf. Bij de tentoonstelling verschijnt een rijk geïllustreerd boek met bijdragen van Yra van Dijk, Bok Polak, Mark
Schaevers en Vic van de Reijt, die ook de
redactie voerde.
Verplaatsing archiefbestanden
Outlook: acties van medewerkers
Mailarchieven worden nu opgeslagen als
pst-bestanden. Vanaf half november worden
alle archiefbestanden (pst-bestanden) die
op de netwerkschijf Home (H:) staan verplaatst naar de mailbox. Na de verplaatsing
is het eenvoudiger om via de zoekfunctie
van Outlook het mailarchief te doorzoeken.
Ook is het mailarchief na deze verplaatsing
bereikbaar via webmail. Bovendien is er een
back-up beschikbaar. Daarnaast heeft het
online archief standaard 1GB vrije ruimte,
bovenop het mailboxquotum en de omvang
van huidige archiefbestanden.
Medewerkers krijgen een mail met de
planning en exacte data.
Medewerkers moeten zelf de verplaatsing
voorbereiden en controleren, omdat persoonlijke schijven om privacyredenen niet
toegankelijk zijn voor derden, ook niet ICTS.
- Voor de verplaatsing van de mailarchieven moeten medewerkers eerst controleren
of pst-bestanden op de netwerkschijf Home
(H:) staan. Zie voor een handleiding:
medewerker.uva.nl/fgw -> A-Z -> E-mail
- Na de verplaatsing moeten medewerkers
controleren of de bestanden goed zijn
overgezet.
- In mailboxen zonder pst-bestanden wordt
automatisch een leeg archief aangemaakt.
U kunt dit archief gebruiken om mail te
archiveren.
- Op Mac- en linux apparaten kon de oude
opslagmethode niet worden gebruikt en
daarom is in veel gevallen opslag op een
ander platform aangemaakt.
- Voor vragen is de Servicedesk ICTS bereikbaar via 2200 of [email protected]
Facultaire boekenborrel: 13 november
Alle medewerkers van de faculteit zijn van
harte uitgenodigd voor de facultaire boekenborrel op donderdag 13 november van
16.30 tot 18.00 uur in zaal 1.01 van het
Bungehuis (Spuistraat 210).
Tijdens de boekenborrel vertellen drie
auteurs over hun boek en zijn de nieuwe
aanwinsten van de hand van collega’s van
de faculteit in te zien. Door het informele
karakter van de bijeenkomst is er ook
ruimschoots gelegenheid om met collega’s
te praten en met auteurs van gedachten te
wisselen over hun boek.
Een overzicht van de tentoongestelde
boeken en informatie over de drie sprekers
van deze middag is te vinden op
medewerker.uva.nl/fgw-boekenborrel.
nDonderdag 13 november | 16.30-18.00 uur |
Bungehuis, zaal 1.01
FGw-studenten geven colleges aan
senioren
Deze zomer is de stichting Oud Geleerd
Jong Gedaan opgericht, die zich inzet voor
het intellectuele welzijn van senioren. Onder
de paraplu van de stichting geven enthousiaste studenten colleges aan senioren in
tehuizen. De stof is toegankelijk en honours­
studenten van de FGw ontwikkelen het
programma. Maandelijks wordt een aantal
reeksen van vier colleges aangeboden over
onderwerpen als Mythologie, de Republiek,
Ons Koningshuis, Taalontwikkeling, Filosofie en Musicologie.
Het doel is om jong en oud samen te
brengen. Het gevoel van eenzaamheid
onder senioren kan door activiteiten verminderen en de kans op sociaal isolement
wordt kleiner. Studenten doen relevante
leservaring op en maatschappelijke werk­
ervaring. David Cohen, masterstudent Klassieke talen en een van de meewerkende
honoursstudenten: ‘Homeros mag in het
P.C. Hoofthuis gelden als de grootste dichter
aller tijden, aan een ander publiek moet je
dat nog maar laten zien - het is een heel
bijzonder moment als een belangstellende
oudere dame dan zegt dat de dood van
Patroklos haar oprecht raakte.’
‘Studenten en senioren samenbrengen is een
win-win situatie waar ik erg veel energie
van krijg’, aldus Enny van Arkel, een van de
twee oprichters die haar master Pedagogische
wetenschappen aan de UvA volgde. ‘Er zijn
nog te weinig activiteiten die inspelen op het
intellectuele vermogen van senioren. Ouderen willen niet alleen maar bingo spelen,
maar vinden het leuk om nieuwe dingen te
leren.’
4
Onderzoek
Op weg naar nieuwe
huisvesting
Werkzaamheden BG2, het nieuwe onderkomen
van Kunstgeschiedenis en Algemene cultuurwetenschappen
Eredoctoraat Joep Leerssen
Op 23 oktober
reikte de Universiteit van Boekarest een eredoctoraat uit aan
Joep Leerssen,
hoogleraar Europese studies, in
het bijzonder
moderne Europese letteren. Leerssen krijgt
het eredoctoraat voor zijn werk op het
gebied van de imagologie (de studie van
nationale (zelf-)beelden en stereotypen) en
de nationalisme-studies.
Na de uitreiking volgt een imagologisch
congres van drie dagen, georganiseerd door
het ‘Centre of Excellence for the Study of
Cultural Identity’. De keynote speech van
Leerssen draagt de titel: ‘Nationalism is the
political acctiviation of an auto-image’.
Onderwijs
Vier Onderwijsadministraties per
1 oktober
Ontwerp inrichting BG2 in volle gang
Het ontwerpteam voor gebouw BG2 is van start gegaan. BG2 wordt
het nieuwe onderkomen van Kunstgeschiedenis en Algemene cultuurwetenschappen vanaf zomer 2015. Het ontwerpteam buigt zich over
de inrichting van het gebouw en bestaat uit een aantal medewerkers
van de faculteit en de binnenhuisarchitecten van Bureau Ira Koers/
Studio Roelof Mulder.
Op de begane grond aan de Grimburgwalzijde komt een grote
ontmoetingsruimte met uitzicht op de Oudezijds Achterburgwal. Op
de begane grond komen verder drie collegezalen (waaronder een
samenwerkingszaal), werkplekken voor obp en een ruimte voor de
studieverenigingen en studentenbladen van Kunstgeschiedenis en
Algemene cultuurwetenschappen (Kanvas, Maecenas en Simulacrum).
De invulling van de pantryvoorziening op de begane grond moet nog
worden bepaald.
Op de eerste en tweede etage komen de kamers voor de medewerkers
van Kunstgeschiedenis en Algemene cultuurwetenschappen. Op de
tweede etage komt ook een pantry, met een koelkast en een vaat­
wasser. Op de bovenste verdieping komen de werkplekken voor
promovendi en een grote werkruimte voor flexwerkplekken voor
projectmedewerkers, gedetacheerde of gastdocenten, bijzonder hoogleraren en collega’s met een kleine aanstelling.
De centrale kolom in het pand is op alle etages bedoeld voor ont­
moeten en overleggen, met aan beide zijden een vleugel met ruimte
voor geconcentreerd werken en studeren.
In het hele pand komt nieuw meubilair, dat voldoet aan zowel actuele
ARBO-eisen als flexibel is met het oog op toekomstig alternatief gebruik.
Voor het oude meubilair wordt een nieuwe bestemming gezocht.
nZie voor meer: medewerker.uva.nl/fgw/herhuisvesting
Op woensdag 1 oktober was de feestelijke
aftrap van twee nieuwe gecombineerde
onderwijsadministraties. Vanaf die datum
zijn de onderwijsadministraties van de FGw
gevestigd op vier locaties.
n Onderwijsadministratie
PCH
De voormalige balies van de onderwijs­
administraties van Geschiedenis, archeologie
en regiostudies, Neerlandistiek, en Taal- en
letterkunde zijn samengevoegd in het P.C.
Hoofthuis.
Spuistraat 134, kamer 0.12
1012 VB Amsterdam
T: +31 (0)20 525 4484
E: [email protected]
n Onderwijsadministratie OTM
De voor­malige balies van Wijsbegeerte en
Kunst-, religie- en cultuurwetenschappen
vormen gezamenlijk één balie op de Oude
Turfmarkt.
Oude Turfmarkt 141, kamer 0.03a
1012 GC Amsterdam
T: +31 (0)20 525 4952
E: [email protected]
n Onderwijsadministratie Mediastudies
(geen samenvoeging, adres ongewijzigd)
Turfdraagsterpad 9
1012 XT Amsterdam
T: +31 (0)20 525 4962,
E: [email protected]
n Bureau Internationalisering en
Graduate Office
(adres ongewijzigd)
Spuistraat 210, kamer 0.03
1012 VT Amsterdam
T: +31 (0)20 525 3094 (BI)
E: [email protected]
T: +31 (0)20 525 3157 (GO)
E: [email protected]
Nwsbrf#173 / 11.2014
5
De Openbaring
Van Dijck herleest
Manuel Castells
Elke maand (her)leest een geestesweten­schapper een
belangrijk werk voor het eigen vakgebied. Belangrijk omdat het
toonaangevend of baan­brekend was, een grote discussie opleverde,
omdat het werk alom erkend is in de canon of juist voor de recensent
persoonlijk een openbaring betekende.
Sommige boeken worden memorabel door
een terloops geïntroduceerde term die blijft
hangen. Manuel Castells’ Communication
Power gaat over de macht van netwerken in
het internettijdperk. Op onnavolgbare wijze
ontvouwt hij zijn theorie van de machts­
dynamica die verstopt zit in complexe tech­
nologische systemen, sinds de ontketening
van het web 2.0 - ook wel het ‘sociale web’
genoemd. Wie dacht dat Castells na zijn
magnum opus de trilogie The Information
Age (1996) alles wel gezegd had hierover,
heeft het bij het verkeerde eind. Met meer
dan honderd boeken op zijn naam, zou je
denken dat originaliteit niet meer tot het
handelsmerk van de Catalaanse hoogleraar
kan behoren, maar niets is minder waar. In
dit geval schuilt die in een terloops geïntro­
duceerde term.
‘Mass self-communication’ werd door
Castells in 2009 de wereld in geholpen als een
nevengedachte in een achteloze paragraaf van
hoofdstuk 2. Hij constateert dat het internet
steeds meer gedomineerd wordt door per­
soonlijke blogs, posts en foto’s waarmee
individuen niet zozeer willen communiceren
met anderen, maar vooral zichzelf of hun
eigen ideeën willen etaleren voor een massa­
publiek: ‘Mass self-communication is closer
to electronic autism than to actual communi­
cation’ stelt Castells (p. 66). ‘Electronisch
autisme’ is misschien wel een mooi vulgarisme
van het academische ‘mass self-communica­
tion’, en toch is die laatste term preciezer.
Toen Castells het begrip lanceerde was Face­
book net aan het exploderen als sociale net­
werksite; Instagram, Vine en Snapchat
bestonden nog niet. Hij verwonderde zich
nog over YouTube filmpjes waarin tieners
hun eigen zangtalent etaleren waarmee ze in
no time een massaal publiek weten te bereiken.
UvA | Faculteit der Geesteswetenschappen
Het woord ‘selfie’ was nog lang niet geboren
- dat gebeurde pas in 2013. Inmiddels zijn we
weer een jaar verder en is het begrip selfie
weer opgesplitst in talloze verbijzonderingen:
de stem-selfie, de naakt-selfie, de gehackte
selfie, etcetera. Rond deze selfies zijn contro­
verses ontstaan die allemaal te maken hebben
met de tegenstelling privé-publiek: een privéfoto van jezelf die je aan een publiek medium
toevertrouwt - al dan niet in de cloud is die
wel bedoeld als privé-foto? Was die naakt­
foto niet juist genomen met het oog op
public relations via sociale media?
Als Castells deze ontwikkeling had voor­
zien, zou hij wellicht meer gedachten gewijd
hebben aan het begrip ‘mass self-communi­
cation’. Niet alleen omdat het na 2009 alleen
maar relevanter is geworden, maar ook omdat
het oxymoron van het geïndividualiseerde
massamedium navolging heeft gekregen in
andere theoretische begrippen - termen die
minstens even relevant bleken om de machtsdynamiek van het sociale web te duiden.
Zo is het mechanisme van de ‘mass customi­
sation’ of ‘mass personalisation’ een afgeleide
van Castells’ begrip. Google, Facebook en
Twitter hebben hun algoritmes steeds verder
afgestemd op dit principe: zoveel mogelijk
mensen bereiken met zoveel mogelijk geperso­
naliseerde boodschappen. Wie even zoekt op
CheapTickets.nl wordt de dagen erna gebom­
bardeerd met reclames voor goedkope hotels.
Als je je boeking vanaf een Mac doet, loop je
kans meer te betalen voor je ticket dan wan­
neer je dit vanaf een pc doet. ‘Mass customi­
sation’, zou je kunnen stellen, is eigenlijk het
omgekeerde van ‘mass self-communication’:
niet alleen degenen die zichzelf in de kijker
zetten en (al dan niet bewust) persoonlijke
details prijsgeven aan een publiek medium,
ontvangen via datzelfde medium gepersona­
liseerde reclames. Iedereen die gebruik
maakt van zoekmachines en sociale media
overkomt hetzelfde. In dat geval is er geen
sprake van ‘electronisch autisme’ van gebrui­
kers, maar van geprogrammeerde filtering:
de zoekmachine of sociale netwerksite
bepaalt wat jij te zien krijgt.
Toen Castells in 2009 Communication
Power schreef, stonden al deze ontwikkelingen
nog in de kinderschoenen. Dat hij de term
‘mass self-communication’ in een losse para­
graaf liet vallen, is dan ook niet zo verwonder­
lijk. Dat zoveel mediawetenschappers dit
begrip hebben opgepikt is des te interessanter.
Veel paragrafen in Castells’ boek roepen in
2014 (vijf jaar na publicatie) al nostalgische
beelden op van een inmiddels totaal veranderd
sociaal web: toen beginnende platforms zijn
inmiddels uitgegroeid tot multinationals en
wie herinnert zich MySpace nog? Het begrip
‘mass self-communication’ bleek een onge­
slepen ruwe diamant: verstopt in dit boek,
maar door de vele volgers van Castells ont­
dekt, geslepen en in de etalage gezet.
Manuel Castells: Communication Power
(Oxford University Press, 2009)
José van Dijck is hoogleraar Comparatieve
mediastudies.
6
SPUI25
Geesteswetenschappen presenteert:
David Nieborg
In samenwerking met de Illustere School
De opkomst van smartphones en tablets,
zoals de iPhone en de iPad, hebben de toch
al groeiende game-industrie opnieuw een duw
gegeven. Van Angry Birds tot Flappy Bird
en van Candy Crush tot Ridiculous Fishing,
er komen dagelijks mobiele games uit die
door honderden miljoenen spelers gespeeld
worden over de hele wereld. Hoe werken
deze ‘App Economics’? Onderzoeker David
Nieborg vertelt.
n donderdag 30 oktober, 13.15-13.50 uur
Debat in beeld en geluid: 1. Geloof in
de media
In samenwerking met Instituut Beeld en
Geluid
De tolerante Nederlandse samenleving, met
een scheiding tussen kerk en staat, biedt alle
religies vrijheid om het geloof te belijden.
Maar recente controversen doen vermoeden
dat de relatie tussen de overheid en ‘geloofs­
organisaties’ geherdefinieerd moet worden:
thema’s als ritueel slachten, onderwijs en
religieus fanatisme keren regelmatig terug in
het publieke debat. Met Mart Rutjes en
Andrea Meuzelaar.
n donderdag 30 oktober, 17.00-19.00 uur
The Rise of Spinoza - achter de
schermen
In samenwerking met de FGw
Op 11 oktober was de wereldpremière van
The Rise of Spinoza, een opera van Theo
Loevendie over het leven van Spinoza in het
Amsterdam van de Gouden Eeuw. De compo­
nist biedt een kijkje achter de schermen. Hoe
ging hij te werk? Hoe verwerkte hij de zeven­
tiende-eeuwse Amsterdamse verhoudingen
tussen Spinoza en de Joodse gemeenschap in
de opera? Daarnaast laat blokfluitist Erik
Bosgraaf zien wat zijn aandeel in dit project
was en gaat Loevendie in gesprek over de
historische wortels van de opera met David
Wertheim. Moderator: Thijs Weststeijn.
n dinsdag 4 november, 20.00-22.00 uur
Nwsbrf#173 / 11.2014
Nawee. Oorlog en cultuur sinds 1914
AAA-lezing door Geert Buelens
Waar kunstenaars zich in de aanloop naar de
Eerste Wereldoorlog nog strijdvaardig
opstelden, zijn ze nu vooral kritisch geweten.
Waarom is die houding zo structureel veran­
derd in de laatste honderd jaar? Dichter,
essayist en letterkundige Geert Buelens over
de impact van de Grote Oorlog en de vele
oorlogen daarna op de rol van kunstenaars
in tijden van crisis.
n woensdag 5 november, 17.00 -18.00 uur
Vier Novemberlezingen: In de marge van
de samenleving. Amsterdam en zijn armen
In samenwerking met Het Genootschap
Amstelodamum
Dit jaar staan in de vier Novemberlezingen
van het Genootschap Amstelodamum de
armen van Amsterdam centraal.
- Deel 1: historica Janna Coomans over de
gezondheidszorg en de ‘schamele gemeente’
in Middeleeuws Amsterdam.
n donderdag 6 november, 12.30-13.00 uur
- Deel 2: conservator Huigen Leeflang over
pauperisme in 17de-eeuwse prentkunst.
n donderdag 13 november, 12.30-13.00 uur
- Deel 3: hoogleraar Historische sociologie
Marco van Leeuwen over filantropie in de
Gouden Eeuw: het stichten van hofjes.
n donderdag 20 november, 12.30-13.00 uur
- Deel 4: hoogleraar Economische, sociale
en demografische Geschiedenis Jan Kok
over verhuizen als bestaansstrategie van de
Amsterdamse armen (1890-1940).
n donderdag 27 november, 12.30-13.00 uur
Drieluik Eerste Wereldoorlog: 3. Hoe
werd de oorlog herinnerd en herdacht?
In samenwerking met de FGw
Dit jaar is het honderd jaar geleden dat de
Eerste Wereldoorlog uitbrak. Deel 3: Hoe
werd de oorlog herinnerd en herdacht? Met
Elisabeth Wiessner, Kim Oskam, Ad Pollé
en Ellen Snoep.
n dinsdag 11 november, 20.00-22.00 uur
Geesteswetenschappen presenteert:
Caroline Drieënhuizen
In samenwerking met de Illustere School
Lunchlezingen waarin jonge wetenschappers
aan het begin van hun academische loopbaan
hun onderzoek presenteren. In geschiedkundig
onderzoek wordt vaak de nadruk gelegd op
tekstuele bronnen, terwijl ook andere soort
bronnen informatief kunnen zijn. Wat kunnen
historici leren van objecten? Caroline Drieën­
huizen vertelt over koloniale collecties als
vensters op de geschiedenis.
n donderdag 4 december, 12.15-13.50 uur
Bijzondere Lezing prof. dr. Mieke Aerts
In samenwerking met de Illustere School
Mieke Aerts, hoogleraar Politieke geschiedenis
van gender in Nederland (bijzondere leerstoel
vanwege de Stichting Wilhelmina Drucker
Fundatie) geeft een Bijzondere Lezing met
als titel ‘Kunnen vrouwen vechten dan?’ Een
van de meest vanzelfsprekende clichés over
gender in de zin van verschillen tussen mannen
en vrouwen is dat mannen vechten en vrouwen
de vrede zouden (moeten) bewaken. Interes­
santer is wat dit cliché zegt over het vechten
zelf. Heeft vechten een sekse?
n donderdag 6 november 17.15-18.30 uur
7
Boek in beeld
De publicaties in deze rubriek
zijn de afgelopen periode
toegestuurd aan de redactie van
de Nieuwsbrief. Toegezonden
boeken worden bewaard tot
de eerstvolgende facultaire
Boekenborrel, waar de boeken
worden tentoongesteld.
Boekenborrels vinden tweemaal
per jaar plaats ter ere van de
auteurs. Na de Boekenborrel
worden de daar getoonde
publicaties geretourneerd aan
de eigenaars.
Recentelijk verschenen publicaties van de hand van wetenschappers van de faculteit
kunnen worden opgestuurd
t.a.v. de redactie van de
Nieuwsbrief,
Spuistraat 210 (kamer 0.05),
1012 VT Amsterdam.
Een beschrijving van een
ingezonden boek, waarin in
maximaal 100 woorden voor
niet-vakgenoten wordt aangegeven waar het boek over gaat,
en wat het belang of het bijzondere van het boek is, kan
worden gestuurd aan:
[email protected].
In aanmerking voor deze
rubriek komen boeken die via
een officieel erkende uitgeverij
zijn verschenen. Ook dissertaties van medewerkers van de
faculteit die langs officiële
kanalen in boekvorm zijn
verschenen, kunnen worden
ingezonden. Syllabi komen
niet in aanmerking.
Surrealism and the Occult. Occultism and
Western Esotericism in the Work and Movement
of André Breton
-Tessel M. Bauduin
-Amsterdam: Amsterdam University Press 2014
-ISBN 978 90 8964 363 1
This book offers a new perspective on a long-debated
issue: the role of the occult in surrealism, in particular
under the leadership of the French writer André Breton.
Based on thorough source analysis, this study details
how our understanding of occultism and esotericism,
as well as of their function in Bretonian surrealism,
changed significantly over time from the early 1920s
to the late 1950s.
Tessel Bauduin is gastonderzoeker Kunstgeschiedenis.
Op reis voor vrede. Met het Journael over de
Nederlandse vredesmissie naar Zweden en
Rusland, 1615-1616
-Frans R.E. Blom en Peter W.A. Bas Backer
-Zutphen: Walburg Pers 2014
-ISBN 978 90 5730 983 0
Op reis voor vrede is na Nova Zembla het tweede grote
zeventiende-eeuwse reisverhaal naar het koude Noorden.
In de winter van 1615 trekken drie Nederlandse gezanten
de wildernis van noordwest Rusland in. Het doel van
hun missie is om te bemiddelen in de oorlog tussen
Zweden en Rusland. Hun expeditie is een van de eerste
internationale vredesmissies uit naam van de Nederlandse
regering. Het verhaal van de reis zelf wordt verteld door
Anthonis Goeteeris. Als ooggetuige hield hij een
‘journael’ bij en maakte meer dan twintig tekeningen,
die Rusland en de Russen voor het eerst in Nederland
in beeld brachten.
Frans Blom is ud Nederlandse letterkunde.
Medieval art in the Northern Netherlands
before Van Eyck - facts and features
-Anne-Maria J. van Egmond and
Claudine A. Chavannes-Mazel (red.)
-Utrecht: Clavis Stichting Middeleeuwse
Kunst 2014
-ISBN 978 90 7561 600 2
De kunsthistoricus G.J. Hoogewerff (18841963) beschreef tussen 1936 en 1947 in vijf
delen de ‘Noord-Nederlandsche’ schilderkunst. Doordat steeds verder specialiserende
kunsthistorici vandaag de dag niet meer
toekomen aan grote overzichtswerken, is
Hoogewerffs werk nog altijd uitgangspunt
voor veel onderzoek naar Noord-Nederlandse
UvA | Faculteit der Geesteswetenschappen
middeleeuwse schilderingen. De bundel
Medieval art in the Northern Netherlands
before Van Eyck - new facts and features
neemt Hoogewerffs eerste deel als uitgangspunt en inventariseert wat kunsthistorisch
onderzoek naar schilderingen en beeldhouwkunst sinds de jaren dertig heeft opgeleverd.
Methodologische artikelen worden afgewisseld met objectgerichte teksten, waarin
archiefonderzoek, vergelijkend en technisch
onderzoek beschreven worden die nieuwe
inzichten hebben opgeleverd met betrekking tot Noord-Nederlandse kunst voor 1420.
Anne-Maria van Egmond is promovendus
Kunstgeschiedenis.
8
The Landscape of Consumption. Shopping Streets
and Cultures in Western Europe, 1600-1900
-Jan Hein Furnée and Clé Lesger (red.)
-Houndmills: Palgrave Macmillan 2014
-ISBN: 978 02 3035 564 4
Dit boek analyseert de langetermijnontwikkelingen in
het stedelijke consumptielandschap in West-Europa van
1600 tot 1900. Door de opkomst van ‘vaste’ winkels,
ruimtelijke locatiepatronen, winkelexterieur en -interieur,
sociale praktijken van loven en bieden, en de opkomst
van winkelen als vrijetijdsbesteding wordt de ‘moderniteit’ van de negentiende eeuw ter discussie gesteld.
Daarbij wordt er voor het eerst systematisch inzicht
verschaft in de voortdurende circulatie, toe-eigening en
aanpassing van innovatieve winkelformats, architectuur,
ruimtelijke ordening, sociale praktijken en discoursen
tussen West-Europese steden, en in de belangrijkste
actoren en factoren die de richting van deze uitwisseling
in de loop van de eeuwen bepaalden.
Jan Hein Furnée en Clé Lesger zijn respectievelijk ud en
uhd Geschiedenis.
Na de catastrofe. De Eerste Wereldoorlog
en de zoektocht naar een nieuw Europa
-Frits Boterman, Willem Melching en
Arnold Labrie (red.)
-Amsterdam: Nieuw Amsterdam 2014
-ISBN: 978 90 4681 706 3
De Eerste Wereldoorlog is de ‘oercatastrofe’
van de twintigste eeuw. Naast miljoenen
doden en invaliden veroorzaakte de oorlog
na 1918 in Europa grote politieke en culturele verdeeldheid, economische malaise en
politieke en sociale wanorde. Na de verschrikkingen van de oorlog en de ontwrichting van de Europese politiek was er grote
behoefte aan een nieuwe ordening van de
maatschappij, de politiek en de cultuur. In
24 portretten belichten 24 auteurs de wisselwerking tussen de Eerste Wereldoorlog en
het leven, werken en denken van Europese
kunstenaars, intellectuelen, politici en
schrijvers op zoek naar een Nieuwe Orde.
Willem Melching is ud Geschiedenis.
The Making of the Humanities, Vol. III,
The Modern Humanities
-Rens Bod, Jaap Maat and
Thijs Weststeijn (red.)
-Amsterdam: Amsterdam University
Press, 2014
-ISBN: 978 90 8964 516 6
Dit is het derde deel van een serie gewijd
aan een omvattende en comparatieve
geschiedenis van de geesteswetenschappen.
De 43 bijdragen, geschreven door onder
anderen Floris Cohen, Lorraine Daston en
Ingrid Rowland, geven een overzicht van
de opkomst van de moderne geesteswetenschappen in interactie met de natuurwetenschappen en de sociale wetenschappen.
Gezamenlijk bieden ze nieuwe perspec­
tieven op de wisselwerking tussen verschillende disciplines in Europa en Azië, en op
nieuwe inzichten voortkomend uit ‘digital
humanities’.
Rens Bod is hoogleraar Computationele en
Digitale Geesteswetenschappen, Jaap Maat
is ud Logic and Language en Thijs Weststeijn
is uhd Kunstgeschiedenis.
Nwsbrf#173 / 11.2014
Inert Cities: Globalization, Mobility and Suspension
in Visual Culture
-Stephanie Hemelryk Donald and Christoph
Lindner (eds.)
-London: I. B. Tauris 2014
-ISBN: 978 17 8076 973 8
Bringing together contributions by international specialists from the fields of architecture, photography, film,
sociology and cultural analysis, this book considers the
poetics and politics of inertia in cities. Chapters explore
what happens when photography, film, mixed media
works, architecture and design intervene in public spaces
and urban communities to disrupt speed and growth,
both intellectually and/or practically; and question the
degree to which mobility is aspirational or imaginary,
absolute or transient. Together, they encourage a
re-assessment of what it means to be urban in an
unevenly globalizing world, to live in cities built
around mythologies of perpetual progress.
Christoph Lindner is hoogleraar Mediastudies, in het
bijzonder televisie.
9
Art and Knowledge in Rome and the
European Republic of Letters, 1500-1750.
Fragmenta 5
-Thijs Weststeijn (ed.)
-Turnhout: Brepols 2014
-ISBN: 978 25 0353 638 5
How did Early Modern artists, from Michel­
angelo to Piranesi, engage in the production,
diffusion, and reception of knowledge? In
this book, sixteen chapters explore painters
and architects as agents in a European
network of communication that involved
texts, images, and material culture. The
metaphor of the Republic of Letters illuminates exchanges between the cultural centre
of Rome and different European peripheries.
The role of the Low Countries stands out
which gave rise to a variety of innovations,
from the first studies of the Early Christian
Catacombs, to new reproductive techniques
for ‘paper museums’, and seminal interest
in Egyptian antiquities.
Thijs Weststeijn is uhd Kunstgeschiedenis.
Digital Methods
-Richard Rogers
-Cambridge: The MIT Press 2013
-ISBN 978 02 6201 883 8
Digital Methods introduces a new vision for media
research by proposing to repurpose Web-native
techniques for scholarly inquiry into cultural change
and societal conditions. Rogers uses this outlook to
examine the strength of dissident voice in the censored
Iranian blogosphere, politics of memory surrounding
the Srebrenica massacre in the Dutch, Serbian and
Bosnian Wikipedia’s and culture wars through the tastes
of presidential candidates’ social media friends. In
awarding Digital Methods the 2014 Outstanding Book
of the Year, the International Communication Association
(ICA) called it a “groundbreaking book which manages
to combine theory and method in a way that is rarely
done so well.”
Richard Rogers is hoogleraar Nieuwe media en digitale
cultuur.
Bodies we fail. Productive embodiments
of imperfection
-Jules Sturm
-Bielefeld: Transcript-Verlag 2014
-ISBN: 978 38 3762 609 4
This book explores the productive effects of bodily
‘failure’ in the sphere of visuality. The aim is to reflect
on the human body’s constant exposure to visual
constraints and distortions, which are incorporated so
strongly in everyday images of our bodies that they
become invisible, while yet representative of cultural
norms. By analyzing artistic literary and visual representations of imperfect, disabled, aging, queer, and
monstrous bodies, this project exposes the ‘handicaps’
of normative vision and opens up new ways of
recognizing a multitude of corporal existences and
practices outside the norm.
Kroniek van de Nederlandse Oorlog
-Jan Waszink
-Nijmegen: Uitgeverij Vantilt 2014
-ISBN: 978 94 6004 156 3
De Kroniek van de Nederlandse Oorlog is
een weinig bekend werk van de wetenschapper en staatsman Hugo de Groot
(1583-1645). Het bevat een dwarse visie op
de vroege Opstand, die De Groot niet presenteert als een eendrachtige strijd om het
geloof en de oude vrijheden, maar als een
moeizame worsteling met het machtige
Spanje. Zijn opdrachtgevers, de Staten van
Holland, publiceerden het werk echter niet;
het verscheen pas een halve eeuw later. Jan
Waszink maakte een hertaling van het eerste
deel (tot 1588) in hedendaags Nederlands,
maar met behoud van de stijl van De Groots
politiek-literaire experiment.
Jan Waszink is docent Philosophical Tradition
in Context.
Jules Sturm is ud Literatuurwetenschap.
UvA | Faculteit der Geesteswetenschappen
10
In en uit dienst
In dienst
Uit dienst
Uit dienst student-assistenten
September 2014
(aanvulling eerdere Nieuwsbrief)
Oktober 2014
(aanvulling eerdere Nieuwsbrief)
Oktober 2014
- mw. drs. Marrigje Paijmans, docent
Nederlandse letterkunde
- dhr. drs. Peter van de Ruit, docent Mediastudies
- dhr. Jos Schrijen, docent Conservering en
restauratie
- mw. Merel van Witteloostuijn MA, onderwijs-/onderzoeksmedewerker Literatuur- en
taalwetenschap
- mw. Marya Albrecht MA, ontwerper in
opleiding, Conservering en restauratie, in
dienst 01.10.2012
- mw. ir. Christina Ampatzidou, onderwijs-/
onderzoeksmedewerker afdeling Onderzoek
FGw, in dienst 01.10.2013
- mw. dr. Anat Ben David, onderzoeker
Mediastudies, in dienst 03.07.2012
- mw. Lisya Bicaci, docent Conservering en
restauratie, in dienst 01.05.2006
- dhr. Sjoerd ter Borg MA, medewerker studentenzaken Filosofie, in dienst 01.10.2013
- mw. Renee Clapham MA, promovendus
ACLC, in dienst 15.07.2010
- mw. Camille Creyghton MA, promovendus
ICG, in dienst 01.10.2010
- mw. Melissa Daugherty MA, ontwerper in
opleiding, Conservering en restauratie, in
dienst 01.10.2012
- mw. Tess Graafland MA, ontwerper in
opleiding, Conservering en restauratie, in
dienst 01.10.2012
- dhr. Jeroen van Halder MA, ontwerper in
opleiding, Conservering en restauratie, in
dienst 01-10.2012
- dhr. dr. Alexander Jackob, ud Theater­
wetenschap, in dienst 01.09.2011
- dhr. Thijs Janssen MA, ontwerper in opleiding Conservering en restauratie, in dienst
01.10.2012
- mw. Marjolein Koek MA, ontwerper in
opleiding Conservering en restauratie, in
dienst 01.10.2012
- mw. Laura Koster MA, ontwerper in
opleiding Conservering en restauratie, in
dienst 01.10.2012
- mw. Aylin Kuryel, promovendus ASCA, in
dienst 01.10.2010
- mw. drs. Suzanne van Leeuwen MA,
ontwerper in opleiding, Conservering en
restauratie, in dienst 01.10.2012
- mw. Julia Leunge MA, ontwerper in
opleiding, Conservering en restauratie, in
dienst 01.10.2012
- mw. drs. Eva van der Linden, secretaresse
Geschiedenis, Europese studies en Religiewetenschappen, in dienst 14.10.2009
- mw. Saskia van Oudheusden MA,
ontwerper in opleiding, Conservering en
restauratie, in dienst 01.10.2012
- mw. Nienke Pieters MA, promovendus
ICG, in dienst 01.06.2011
- mw. mr. Hinke Sigmond MA, ontwerper
in opleiding, Conservering en restauratie,
in dienst 01.10.2012
- mw. Linda Therkorn, onderzoeker
Archeologie, in dienst 01.03.1999
- mw. Sanne Verheij-van Bergenhenegouwen
MA, ontwerper in opleiding, Conservering
en restauratie, in dienst 01.10.2012
- mw. Boudewien Westra MA, ontwerper
in opleiding, Conservering en restauratie,
in dienst 01.10.2012
Oktober 2014
(aanvulling eerdere Nieuwsbrief)
- mw. Carien van Aubel MA, restaurator in
opleiding, Conservering en restauratie
- mw. Maartje de Boer MA, restaurator in
opleiding, Conservering en restauratie
- mw. Katja van de Braak MA, restaurator
in opleiding, Conservering en restauratie
- mw. Leonie Dalen MA, restaurator in
opleiding, Conservering en restauratie
- mw. Femke Dijkhuis MA, restaurator in
opleiding, Conservering en restauratie
- mw. Femke van Gurp MA, restaurator in
opleiding, Conservering en restauratie
- mw. Machteld Jacques MA, restaurator in
opleiding, Conservering en restauratie
- mw. Ilse Korthagen MA, restaurator in
opleiding, Conservering en restauratie
- mw. Anna Laganá MA, docent Conser­
vering en restauratie
- mw. Maranthe Lamers MA, restaurator in
opleiding, Conservering en restauratie
- mw. Iris Mahu MA, restaurator in opleiding, Conservering en restauratie
- mw. Laura Raven MA, restaurator in
opleiding, Conservering en restauratie
- mw. Anouk Verbeek MA, restaurator in
opleiding, Conservering en restauratie
- mw. Aletta Verwoerd MA, docent
Mediastudies
- mw. Lise Wolfert MA, restaurator in
opleiding, Conservering en restauratie
In dienst student-assistenten
September 2014
(aanvulling eerdere Nieuwsbrief)
- mw. Fenny Ramp, student-assistent
Kunstgeschiedenis
- mw. Astrid Zwinkels BA, ambtelijk
secretaris FSR
Oktober 2014
- mw. Carola Werner BSc, student-assistent
Muziekwetenschap
Nwsbrf#173 / 11.2014
- dhr. Jeroen Vernooij BA, student-assistent
Geschiedenis, Europese studies en Religiewetenschappen, in dienst 01.01.2012
11
Oraties en Promoties
Promoties
7 november 2014
mw. M.A.E. (Mirjam) Prenger, Mediastudies
/ ASCA
Achter het nieuws en de geboorte van de
actualiteitenrubriek. Televisiejournalistiek
in de jaren vijftig en zestig.
Promotor: prof. dr. Frank van Vree
Aula, 13.00 uur
Allard Pierson Museum
28 november 2014
mw. G.A. (Gerda) Jansen Hendriks, Geschiedenis, Europese studies en Religiestudies /
ASCH
Een voorbeeldige kolonie. Nederlands-Indië
in 50 jaar overheidsfilms 1912-1962
Promotores: prof. dr. Hans Blom, prof. dr.
Frank van Vree
Aula, 11.00 uur
Oratie
14 november 2014
dhr. V.I. (Vadim) Kimmelman, Literatuuren taalwetenschap / ACLC
Information Structure in Russian Sign
Language and Sign Language of the
Netherlands.
Promotor: prof. dr. Anne Baker; copromotor:
dr. Roland Pfau
Agnietenkapel, 10.00 uur
14 november 2014
prof. dr. Franz Berto
The Metaphysical Basis of Logic
Aula, 16.00 uur
Bijzondere Collecties
14 november 2014
dhr. R.W. (Rudolf) Poortier, Neerlandistiek/
ASCH
Tollens’ Nagalm. Het dichterschap van
Hendrik Tollens (1780-1856) in de Nederlandse herinneringscultuur.
Promotor: prof. dr. Marita Mathijssen
Aula, 11.00 uur
14 november 2014
mw. J.M.L. (Johanna) van Bockxmeer,
Geschiedenis, Europese studies en Religiestudies / ASHMS
De Oorlog verzameld. Het ontstaan van de
collectie van het Rijksinstituut voor Oorlogsdocumentatie.
Promotores: prof. dr. Hans Blom, prof. dr.
Eric Ketelaar
Aula, 13.00 uur
21 november 2014
dhr. N. (Niels) Koopman, ACASA / ASCH
Ancient Greek Ekphrasis. Between Description
and Narration.
Promotor: prof. dr. Irene de Jong;
copromotor: dr. Rutger Allan (VU)
Aula, 11.00 uur
28 november 2014
mw. T. (Tanja) Holzhey, Neerlandistiek / ASCH
’Als gy maar schérp wordt, zo zyn wy, én gy
voldaan. Rationalistische ideeën van het
kunstgenootschap Nil Volentis Arduum
1669-1680.
Promotores: prof. dr. Johan Koppenol (VU);
copromotor: dr. Jeroen Jansen
Agnietenkapel, 10.00 uur
Grunbergtentoonstelling
Vanaf 31 oktober is bij de Bijzondere Collec­
ties ‘De Arnon Grunbergtentoonstelling,
Ich will doch nur dass Ihr mich liebt’ te zien.
In de tentoonstelling wordt stilgestaan bij
25 jaar schrijverschap van Grunberg (waar­
van vijf jaar in het verborgene) met onder
meer boekomslagen, privédocumenten zoals
aantekeningen, bonnen, brieven en foto’s.
In het GrunbergLab wordt hersenonder­
zoek uitgevoerd. De hersenactiviteit van
Grunberg tijdens het schrijven is gemeten en
in het GrunbergLab wordt de hersenactiviteit
van lezers gemeten tijdens het lezen.
Grunberg is benoemd tot Honorary Fellow
bij de Faculteit Geesteswetenschappen voor
2014-2015.
Symposium Kinderprenten Volksprenten
Centsprenten en Schoolprenten
De aanleiding van dit eendaags symposium is
de publicatie van een nieuw naslagwerk met
dezelfde titel. Het symposium bestaat uit een
programma met diverse sprekers in de Aula
en wordt afgesloten met een ontvangst bij de
Bijzondere Collecties, waar een kleine expo­
sitie van centsprenten uit de collectie Boerma
is ingericht.
Sprekers zijn onder meer: Jeroen Salman,
Henk van Os, Jo Thijssen en Marita Mathijsen.
Daarna wordt Kinderprenten Volksprenten
Centsprenten Schoolprenten - Populaire
grafiek in de Nederlanden 1650-1950 gepre­
senteerd en spreekt Garrelt Verhoeven een
feestrede uit.
n 15 november, gehele dag: Aula van de UvA,
aansluitend ontvangst bij Bijzondere Collecties
n Kosten € 25, inclusief lunch
n Aanmelden via aanmelder.nl/
symposiumkvcs
UvA | Faculteit der Geesteswetenschappen
Keys to Rome
Bezoekers lopen in de tentoonstelling met hun
keycard door de tentoonstelling, verzamelen
informatie, markeren favorieten en kunnen
na afloop hun profiel bekijken.
De tentoonstelling laat bezoekers kennis­
maken met de omvang en de diversiteit van
het Romeinse Rijk.
Van 24 september 2014 tot 15 maart 2015
zijn er allerlei activiteiten voor jong en oud,
van lezingen tot workshops.
Zie: allardpiersonmuseum.nl
Fototentoonstelling Het Rome van
Augustus
T/m 15 maart 2015
Onder het bewind van Augustus voerde Rome
een uitgebreid bouwprogramma door en
ontwikkelde de stad zich van plattelandsstad
tot rijke hoofdstad van het Romeinse Rijk.
De Romeinse auteur Suetonius omschreef de
nalatenschap van keizer Augustus als volgt:
‘hij trof een stad aan gebouwd uit baksteen
en liet deze in marmer achter’ (Aug. 28:3).
Zes gebouwen uit het Rome van Augustus
worden getoond aan de hand van een digitale
reconstructie op basis van de archeologische
vondsten, de visie van de achttiende-eeuwse
Italiaanse kunstenaars Giovanni Battista Pira­
nesi én door de lens van de moderne camera.
Uit de bibliotheek
Workshops Research data
management
Goed beheer van onderzoeksdata is relevant
voor onderzoekers. Hoe is te organiseren dat
onderzoeksdata ook in de toekomst vindbaar
en bruikbaar blijven, ook voor anderen? De
UB organiseert introductieworkshops over
goed beheer van onderzoeksdata.
Leidraad voor de workshop is een data­
managementplan waarin deelnemers
beschrijven welke data tijdens het onderzoeksproject worden verzameld, hoe die
worden opgeslagen en beheerd en wat er na
afloop van het project met de data gebeurt.
Een datamanagementplan vermindert de
kans op vervelende verrassingen tijdens het
onderzoek en bespaart tijd en geld. Bovendien wordt bij steeds meer financiers een
datamanagementplan van onderzoek een
onderdeel van de subsidieaanvraag.
De workshop maakt duidelijk wat er bij het
beheer van onderzoeksdata komt kijken en
deelnemers weten hoe zij een datamanagementplan kunnen gebruiken.
- onderzoekers uit alle vakgebieden zijn
welkom
- per workshop kunnen minimaal 4 en maximaal 10 deelnemers worden toegelaten
- de voertaal is Nederlands
- de workshop is gratis
- data: 10 november, 20 november
nuba.uva.nl/cursussen
12
UvA haakt aan bij digitalisering
via Google
OR Column
De komende twee jaar zal Google 100.000
boeken van de bibliotheek van de UvA digi­
taliseren. Alle boeken komen gratis online
beschikbaar via Google en via Delpher, de
gezamenlijke toegang tot Nederlandse
digitale boeken, kranten en tijdschriften
die de KB en de UvA met andere partners
hebben ingericht.
De boeken van de UvA die in de komende
twee jaar door Google worden gedigitaliseerd zijn van vóór 1874 en rechtenvrij, en
worden bewaard bij Bijzondere Collecties.
Onder de te digitaliseren boeken bevindt
zich een groot aantal unieke titels als Project
om het water door de stad Amsterdam te
doen loopen als een loopende rivier van
Gerrit ten Sande uit 1765 en de Tractatus
theologico-politicus van Benedictus de
Spinoza uit 1670.
De UvA haakt hiermee aan bij de samenwerking tussen de KB en Google, die
235.000 boeken uit de collectie van de KB
online toegankelijk hebben gemaakt. Google
startte ruim tien jaar geleden een digitaliseringsproject en stelt inmiddels ca. 30 miljoen
titels online beschikbaar. De KB streeft er al
jaren naar om alle publicaties die in Nederland zijn verschenen digitaal beschikbaar te
stellen. Door samen te werken met Google
is deze digitalisering versneld en de samenwerking met de UvA zal dit streven opnieuw
een impuls geven.
ndelpher.nl
Meerderheid wetenschap­
pelijk personeel heeft een
deeltijdaanstelling
Rond de 65% van het wetenschappelijk personeel aan onze faculteit
heeft een deeltijdaanstelling. De meerderheid van die meerderheid
zijn promovendi en docenten. Voor de zomer hield de Ondernemingsraad een enquête onder het wetenschappelijk personeel. Voor de
uitkomsten: lees het rapport!
Onbeperkt toegang tot honderden
betaalde databases
Voor studenten en medewerkers heeft de
UvA enkele honderden databases beschikbaar. Thuistoegang is mogelijk door inloggen met UvAnetID. Het aanbod van databases is te zien via de database-selector.
Inperken is mogelijk op basis van vak­
gebied(en) of soort informatie, bijvoorbeeld
bibliografieën, woordenboeken of statis­
tieken. Van elke database toont de lijst een
korte inhoudsbeschrijving, toegangsinformatie en soms een link naar een demo of
handleiding. Voor een directe verbinding
klikt u op de titel. Op een computer buiten
de UvA wordt bij de meeste databases
gevraagd om het UvAnetID.
Om een link op te nemen naar een of
meer databases, bijvoorbeeld in mail of
Blackboard, moet het adres beginnen met
databases.uba.uva.nl
Nwsbrf#173 / 11.2014
Op de, als altijd openbare, overlegvergadering van 18 november
bieden wij het rapport officieel aan de decaan aan. Bungehuis,
kamer 1.01, 15.00 uur. We zullen het ook aan de afdelingsvoorzitters aanbieden, als agendapunt voor komende afdelingsberaden.
Ideeën voor de oplossing van gesignaleerde problemen zijn meer
dan welkom! Mail naar [email protected] of klop aan bij onze ambtelijk secretaris, Ellen Bosma, Spuistraat 134, kamer 6.11 (maandag
tot en met donderdag).
13
NSB had knokploegen nauwelijks in de hand
Srebrenica doodsteek voor
Nederlandse zelfgenoegzaamheid
Op 24 september bespreken Hans Blom en
Piet de Rooy, beiden emeritus hoogleraar
Nederlandse geschiedenis sedert de middel­
eeuwen, in de Groene Amsterdammer hoe
het Nederlandse zelfbeeld is veranderd. De
historici benadrukken ‘hoe zelfgenoegzaam
Nederland door de jaren heen over zichzelf
kon denken. Om die zelftevredenheid ver­
volgens steeds door te prikken’. In de loop van
de negentiende eeuw kwam ‘de gedachte dat
Nederland in algemene zin een voorbeeldig
land was’. Tot Srebrenica leefde het idee dat
‘de manier waarop we in Nederland met
conflicten omgingen, of hoe we onze beroemde
tolerantie bedreven, een baken in de wereld
was. […] Met Srebrenica ging dat optimisme
definitief verloren. Het was de grootste massa­
moord sinds 1945 en wij waren daar mede­
verantwoordelijk voor. Niet alleen ontdekten
we toen dat ons voorbeeld niet werkte, maar
ook dat we zo’n geringe invloed hadden op
de grootmachten om ons heen dat we ons
maar eens wat realistischer en bescheidener
moesten gaan opstellen.’ ‘Wat je er ook verder
van denkt, enige morele superioriteit van
Nederland in welke fase van dat conflict dan
ook, in welke uitvoering dan ook, was nergens
te vinden.’ En ‘het idee van Nederland als
voorbeeldig land kreeg de doodsteek bij de
val van Srebrenica’.
Eerste oratie in
gebarentaal
Verschillende media
hadden aandacht voor
de oratie van Beppie
van den Bogaerde, hoogleraar Neder­
landse gebarentaal. Van den Bogaerde
presenteerde haar oratie in gebarentaal.
Daarmee had ze een primeur: het is de
eerste keer dat dit gebeurt aan een Neder­
landse universiteit. Binnen de gebaren­
taalwetenschappen werd wel eerder een
gesproken tekst naar gebarentaal vertaald,
zoals bij het afscheid van Anne Baker,
hoogleraar Algemene taalwetenschap en
Nederlandse gebarentaal. Unicum van de
oratie van Van den Bogaerde is dat de
oratie simultaan getolkt werd van gebaren­
taal naar gesproken taal.
UvA | Faculteit der Geesteswetenschappen
Op 23 september stelt Gertjan Broek, die op 2 oktober promoveerde
bij Geschiedenis, in het Reformatorisch Dagblad dat ‘NSB-leiding
nauwelijks in staat was om haar weerkorpsen extreme rechtse knok­
ploegen te beheersen. Dat was een van de oorzaken van het zware
verlies van de nationaalsocialisten bij de Tweede Kamerverkiezingen
van 1937.’ Volgens Broek ‘leed de politieke stroming sterk onder de gezagloosheid van zijn
aanhang. […] De Amsterdamse weerkorspleden stelden er een eer in het politieke debat te
smoren in geweld. De draagwijdte van het radicalisme en de antiburgerlijke gezindheid
onder deze fascisten van eigen bodem is duidelijk onderschat. Deze onderschatting leidde
ten onrechte tot het idee dat hun geweld van weinig betekenis is geweest.’ Los van onder­
linge verschillen ‘worstelden alle Amsterdamse fascistengroepen met ongehoorzaamheid
onder de militante activisten. De Amsterdamse tak van de Weermachtsafdeling (WA) ging
met grote regelmaat de instructies rond zelfverdediging te buiten. Zonder zich veel van de
partijleiding aan te trekken, stortten zij zich in vechtpartijen met tegenstanders, variërend
van communisten tot rivaliserende fascisten.’ Het was deze gezagloosheid van de WA die
voor de NSB funest bleek te zijn: ‘het gezag dat de partij over Nederland wilde uitoefenen,
bleek ze niet eens in de eigen kring te kunnen handhaven.[…] Er kwam een eind aan de
knokploegencultuur toen de bezetter de mannen wierf voor het leger.’
De Glinsterende Geest
Wetenschap wordt bedreven binnen de muren van de universiteit, de
vruchten van de wetenschap mogen gelukkig ook daarbuiten worden
geplukt. Wetenschappers, ook die van de Faculteit der Geesteswetenschappen, zijn regelmatig in het nieuws. Omdat hun onderzoek
interessante en soms direct toepasbare resultaten heeft opgeleverd, of
om vanuit hun expertise actuele ontwikkelingen te becommentariëren.
Deze rubriek biedt een (onvolledig) overzicht van berichten in en
optredens voor de media. De redactie roept alle geesteswetenschappers
op zelf melding te maken van nieuwsberichten en mediaoptredens via
[email protected].
Aandacht in
buitenland voor de
eerste geschiedenis
van de Geesteswetenschappen
In de buitenlandse media
wordt gereageerd op het vertaalde boek van
Rens Bod, hoogleraar Computationele en
Digitale Geesteswetenschappen: A New
History of the Humanities. Bod wordt
geprezen om zijn definitie voor de Geestes­
wetenschappen: ‘cutting through a Gordian
tangle of classificatory problems. […] This is
an extraordinarily undertaking, which makes
his title seem quite peculiarly modest. What
Bod has written is not just a “new” history.
It is the first every history of its kind.’
Ook is er enige kritiek te lezen: ‘it seems
that the search for rules and regularities just
is, for Bod, the central feature of the work in
the humanities, and his notion of which parts
of the humanities should be investigated and
highlighted has been configured around it.’
[…] ‘It is hard to escape the conclusion that
Logic has been admitted here because logicians
are bound to generate patterns and rules, in a
way that metaphysicians or epistemologists
do not. […] So this forms instant grist for
Bod’s mill.’
Holocaustontkenning bemoeilijkt
Op 26 september
spreekt Rob van der
Laarse, hoogleraar
Erfgoed van de oorlog (VU)/uhd Erfgoed­
studies (UvA), in een interview op NPO
Radio 5 over de ontdekking van funda­
menten van gaskamers in het vernieti­
gingskamp Sobibor. Bijna 71 jaar nadat de
Duitsers het kamp in Polen sloten, heeft
een internationaal team van archeologen
deze fundamenten gevonden. De ontdek­
king van de fundamenten is van betekenis
voor de ‘vooral op het internet uitgevoch­
ten strijd met het in de Angelsaksische
wereld (en in Oost-Europa) nog sterke
kamp van Holocaust-ontkenners.’
14
Bezetters redden
hongerigen om
strategische
redenen
Polderen een
onterechte
zelffelicitatie
Op 13 september stelt
Piet de Rooy, emeritus
hoogleraar Nederlandse geschiedenis sedert
de middeleeuwen, in het Reformatorisch
Dagblad hoe ‘conflicten, strijd en toevallig­
heden’ het ontstaan van de Nederlandse
natie karakteriseren. ‘Vergelijk het met de
evolutie: dat is ook geen vreedzaam proces,
maar gaat met horten en stoten. Het alge­
mene verhaal wil dat de ontwikkeling van
de Nederlandse politieke cultuur geleide­
lijk en vreedzaam heeft plaatsgevonden.’
Maar er was allerminst sprake van een
gradueel proces van gelijkmatige veran­
dering: ‘lange perioden van min of meer
grote stabiliteit werden afgewisseld met
perioden van snelle, plotselinge verande­
ring’. Bovendien ‘is de Nederlandse
geschiedenis meer van toeval afhankelijk
dan we vaak denken. Als Napoleon bij­
voorbeeld niet naar Rusland was getrok­
ken, was Nederland nu vermoedelijk
onderdeel geweest van een Frans impe­
rium.’ De Rooy biedt graag een ‘tegen­
wicht tegen de al te gemakkelijke en over­
heersende gedachte dat Nederland zich
sinds de Tachtigjarige Oorlog gemoedelijk
heeft ontwikkeld, waarbij problemen in
vreedzaam overleg werden opgelost. In de
publieke opinie is de term polderen het
meest voorkomende concept om onze
geschiedenis te beschrijven. Van die
onterechte zelffelicitatie moeten we
afstand doen.’
Op 26 september stelt
Ingrid de Zwarte,
promovendus Geschiedenis, in Het Parool
dat de Duitsers tijdens de Hongerwinter de
evacuatie van kinderen niet tegengewerkt
hebben. ‘Ze hebben juist meegewerkt aan het
uitzenden van ondervoede stadskinderen
naar het platteland.’ Deze uittocht zorgde
ervoor dat veertigduizend kinderen in de
leeftijd van zes tot vijftien jaar van de honger­
dood zijn gered. ‘Ook wilden zij noodhulp
aan de bevolking in het westen bespoedigen.
De reden was dat de bezettingsmacht bang
was voor volksoproer door de honger.’ ‘De
Hongerwinter was het gevolg van een Duits
verbod op voedseltransporten. De Duitse
rijkscommissaris Arthur Seyss-Inquart
reageerde met het stilleggen van de binnen­
vaart als represaille op de Spoorwegstaking
op 17 september 1944, die uitbrak ter onder­
steuning van de Operatie Market Garden. Het
verbod op voedseltransport werd 8 november
opgeheven, maar de situatie bleef proble­
matisch. De Zwarte wijst erop dat ‘de Duitse
Wehrmacht de handen vol had aan het vechten
tegen de geallieerden in Zuid-Nederland. De
Duitse generaal Friedrich Christiansen vreesde
in de rug aangevallen te worden door Neder­
landers, als honger de overhand zou krijgen.’
Discussies over Dumas
Op 9 september 2014 reageerde
Maarten Doorman, emeritus
hoogleraar Journalistieke Kritiek
van Kunst en Cultuur (bijzondere
leerstoel vanwege Stichting de
Volkskrant), in de Volkskrant op kritiek van redacteur
Sander van Walsum, die betoogde dat het grote enthou­
siasme voor de tentoonstelling van Marlene Dumas in het
Stedelijk Museum nergens op sloeg. Doorman protesteerde
tegen het gebrek aan argumentatie, het populisme en de te
makkelijk opgeëiste positie van buitenstaander. ‘Ik weet
niet,’ aldus Doorman, ‘of je kritiek moet hebben op de
tactiek van SC Cambuur als je niet begrijpt wat buitenspel
is. En al helemaal niet wanneer je met dat onbegrip te
koop loopt. In de kunst lijkt me dat niet anders.’
Nwsbrf#173 / 11.2014
Heeft kunst een
economisch
rendement?
Op 26 september stelt
Laurens de Vos, ud
Theaterwetenschap, in De Morgen dat de
kunstwereld de verkeerde strijd voert.
‘Nogal wat cultuuradvocaten willen het
onbewijsbare bewijzen: het economisch
rendement van de sector.’ Is het wel zin­
vol als ‘de cultuurwereld de strijd aangaat
om haar bestaansrecht te beargumenteren
via strikt economische wetmatigheden?’
De kunstwereld moet op zoek naar ‘andere
- en betere - argumenten om kunst- en
cultuursubsidies te rechtvaardigen’. Een
sterkere verdediging ligt op een heel ander
terrein, kunst is een ‘alternatief voor die
neoliberale logica, namelijk de noodzaak
aan een warme samenleving’. Kunst is
noodzakelijk om een democratie draaiende
te houden: ‘waarom anders zijn het vooral
kunstenaars die door dictaturen uit heden
en verleden de mond gesnoerd worden?
Net zij die geen al te hoge pet op hebben
van democratie, lijken meer dan wie ook
overtuigd van de democratiserende werking
die van kunst uitgaat.’
Geschiedenis leren vergroot
overlevingskans
Op 2 oktober stelt Marita Mathijsen, emeritus
hoogleraar Moderne Nederlandse letterkunde,
in de Leeuwarder Courant dat de waarde van
geschiedenis niet in geld uit te drukken valt. ‘Het is een absurde
gedachte […], maar laten we het toch eens proberen.’ ‘Had de geschie­
denis vroeger kostbaarheidswaarde? Nee en ja. Historische gebouwen
konden gemakkelijk voor sloop bestemd worden.’ ‘Sloop leverde geld
op, want de stenen werden hergebruikt- en dus werd het prachtige
kasteel bij Sexbierum in 1824 met de grond gelijk gemaakt. Oude
manuscripten konden gebruikt worden om eieren in te verpakken of
om de kachel mee aan te maken. Maar kennis van geschiedenis, had
die beurswaarde? Ik ben bang van niet. Kenners van historie waren
excentriekelingen.’
‘Hoe anders ligt dat nu. […] Er is een toenemende belangstelling
voor geschiedenis in Nederland. De studie Geschiedenis trekt de
meeste studenten van de Faculteiten Geesteswetenschappen, elke
week promoveert er wel iemand op een historisch onderwerp. Er zijn
meer series over historie op televisie dan vroeger, en vooral betere, er
is zelfs een extra geschiedeniskanaal, er verschijnen meer biografieën
dan ooit, en de belangstelling voor lokale geschiedenis is echt groot.
Ongeveer rond 1800 vond er een omwenteling plaats waardoor
geschiedenis steeds meer iets van iedereen werd.’ Los van de econo­
mische waarde heeft Geschiedenis een betekenis in de maatschappij:
‘Geschiedenis kan, als die objectiviteit nastreeft, oordelen uitspreken
en daardoor toekomstige misslagen voorkomen - als de mensen wijs
genoeg zijn om de lessen van de geschiedenis ter harte te nemen.’
15
Pioniers
Ivano Ciardelli conducts research on the logic of questions
and information exchange. ‘We constantly use language as
a tool to express thoughts, coordinate actions, and find out
about the world. But how much do we actually know about
its workings?’
‘I first became fascinated by logic during my
bachelor in mathematics at the University of
Bologna. When I told my supervisor I wanted
to get a broader exposure to logic, he pointed
me to the ILLC at the UvA, one of the most
lively and prestigious centers for logic in the
world.
While here, one local specialty I became
curious about is the use of logic in deciphering
the mysterious working of human language.
To learn about it, I took a course given by
Jeroen Groenendijk. He was then working
on an early version of inquisitive semantics,
a new theory which puts questions at the
very heart of the notion of meaning. While
studying the system, I noticed some problems,
and I proposed a new and more general setup
for the theory. Jeroen was enthusiastic, and
we immediately started working together on
this new foundation. This work eventually
evolved into my master’s thesis, which
describes the logic stemming from this new
conception of meaning.
My current PhD project builds on that
early work, investigating the repercussions
of the inquisitive notion of meaning in both
logic and linguistics.’
‘In logic, the novelty is that we can now
reason not only with statements, but also with
questions. To give an example, suppose we
know that John and Bill were together last
night. Then the question “where was John?”
entails the question “where was Bill?”, in the
sense that an answer to the first determines
an answer to the second. In other words,
information of the first type - concerning
John’s whereabouts - can be turned into
information of the second type - concerning
Bill’s whereabouts. Thus, while classical
logic is about connections between pieces of
information, inquisitive logic is also about
connections between types of information.
One project I am currently working on is
how one can use logic to extract algorithms
to compute these connections.
How do sentences
convey meanings?
In linguistics, I investigate cases in which a
question-like meaning is hidden where we
don’t expect it, namely, in the semantics of
statements. Questions present a choice
between different alternatives, different
ways things may be. The question “is John
in London or in Paris?”, for instance, offers
a choice between two alternatives: the
possibility that John is in London and the
possibility that John is in Paris. But presenting
alternatives, it turns out, is not a prerogative
of questions. In recent years, evidence has
piled up that shows that this is a crucial
function of the word “or”. The statement
“John is either in London, or in Paris”, it
turns out, also presents two alternatives,
much like the corresponding question. In
fact, it becomes more and more clear that
alternatives are ubiquitous in human language,
and that their role is crucial both semantically
and cognitively. Our current aim is to under­
stand how these question-like meanings arise,
and how they affect the use and the
interpretation of sentences.’
‘I really enjoy working at the ILLC. People
here are sincerely curious and passionate
about their work. When you come up with
an idea, you can be sure that you are on for
some intense discussion. This enthusiasm
and dedication is really contagious, which
I hope to spread in my future experiences.’
Aron Brouwer
De Nieuwsbrief FGw is een uitgave van het Dagelijks Bestuur van de Faculteit der
Geesteswetenschappen | #173 / 11.2014 | archief uva.nl/fgw-nieuwsbrief
eindredactie Mas Fopma, Aron Brouwer (student-assistent), tel. 020-525 5336,
[email protected] | verspreiding en abonnementen [email protected]
deadline kopij Nieuwsbrief 174 12.11.2014 | vormgeving crasborn.nl
foto’s Eduard Lampe, Dirk Gillissen (p. 1, 2 en 16), Monique Kooijmans (p. 5)