interview met Stef Lauwers

Download Report

Transcript interview met Stef Lauwers

Stef Lauwers, boeddhistisch geestelijk verzorger
Als hij s’ ochtends koffie wil drinken moet hij vijf deuren door die telkens
ook weer zorgvuldig op slot gedraaid moeten worden. Stef Lauwers
(1964) werkt als boeddhistisch geestelijk verzorger in de zwaar
beveiligde gevangenis in Vught. Het werk in de gevangenis is een
oefening in aandacht. Een sleutel vergeten om te draaien kan
vergaande gevolgen hebben, maar het allerbelangrijkste is uiteraard de
aandacht voor de gedetineerde. “Goed kunnen luisteren, kunnen zien
wat iemand nodig heeft, daar begint het mee”, legt Lauwers uit.
Lauwers studeerde godsdienstwetenschappen, culturele antropologie
en later praktische vorming pastoraat. Sinds 1999 is hij praktiserend
boeddhist in de zen-traditie. Zelf mediteert hij iedere dag. “Zonder mijn
eigen beoefening zou ik dit werk niet kunnen doen”, zegt hij. “In de
beoefening zoek ik de stilte op en kan ik mijn motivatie vernieuwen.”
De gedetineerden weten het te waarderen dat hij rust meebrengt. Dat is
iets wat hij vaak te horen krijgt. Ook zet hij meditatie in als onderdeel
van gesprekken. “Als iemand druk aan het praten is, stel ik op een gegeven moment voor om een
adempauze te nemen, om even in stilte bij elkaar te zijn. Dan geef ik een kleine meditatie-instructie en
dan merk je vaak meteen al een verandering.”
Lauwers begeleidt ook een aantal meditatie-groepen in de gevangenis. Soms onderwijst hij de
laagdrempelige mindfulness-meditatie en soms klassieke zen-meditatie of metta-meditatie (liefdevolle
vriendelijkheid). Ook begeleidt of faciliteert hij boeddhistische rituelen. Zoals het reciteren van de soetra
van Angulimala, de moordenaar die besloot een ommekeer te maken en de Boeddha te volgen.
Gevangenen die langdurig opgesloten zitten, zijn op zoek naar zingeving en een manier om met de
situatie om te gaan. Boeddhistisch geestelijk verzorgers kunnen hier een bijdrage aan leveren. Lauwers:
“Ik probeer verlichting van het lijden te brengen. Als iemand minder in zijn begeerte, woede of
onwetendheid blijft hangen dan profiteert niet alleen de persoon zelf maar ook zijn omgeving daarvan.”