Lees hier de overweging van Truus van Barneveld

Download Report

Transcript Lees hier de overweging van Truus van Barneveld

Overweging 5 oktober 2014, Citykerk Het Steiger Rotterdam
Truus van Barneveld
Lezingen: Genesis 13, 2-18.
Inleiding
Welkom op deze 3e zondag van de herfst, de herfst met haar prachtige
kleuren, die kleuren hebben ook iets van verkleuren, van treuren. Treuren
doen wij ook in deze herfst als we zien wat erin onze wereld gebeurt aan
geweld en oorlog, onvoorstelbaar, machteloos voelen we ons.
Maar het is ook de 3e zondag van ons thema over Abraham, ons uit het
oecumenisch rooster aangereikt : 7 weken volgen we Abraham. Abraham,
ook wel de aartsvader genoemd, niet alleen door de christenen, maar ook
door de joden en de moslims. Abraham kreeg de opdracht iets nieuws te
beginnen en te breken met het bestaande. Iets nieuws beginnen, vertaald
naar onze tijd: dat zou prachtig zijn, niet langer elkaar bevechten, maar
samen de voetsporen van Abraham volgen, Ons door zijn
onzelfzuchtigheid en gastvrijheid laten inspireren en zo laten zien dat het
laatste woord niet is aan geweld en terrorisme.
Ook is het deze maand Maria maand, ook zij had een stem gehoord en
ging op weg, iets onbekends tegemoet. Vanmorgen willen we zingen,
bidden en mediteren geïnspireerd door onze aartsvader Abraham en de
aartsmoeders Sara en Maria.
Overweging
Abraham zou de zegen van de wereld worden: hij moest zich losmaken
van zijn familie, van zijn oude cultuur en van zijn vroegere eredienst.
Dat ging gepaard met pijnlijke beproevingen. Zo was hij juist in het
beloofde land Kanaän aangekomen, toen hij door een hongersdood werd
gedwongen weer te vertrekken: te vluchten naar Egypte. Abraham was
bang, bang voor de faro, bezorgd om Sara. Hij gaf haar uit als zijn zusje,
zo kwam Sara in de harem van de Farao terecht.
Toen er echter plagen kwamen, stuurde de Farao Abraham weg met zijn
vrouw Sara en de vele rijkdommen die hij had gekregen, in ruil voor Sara.
Hier begint onze tekst, ons verhaal.
Abraham trok weg uit Egypte, samen met zijn vrouw en al zijn bezittingen
de Negev woestijn door. Ook Lot, de zoon van zij broer, trok mee, hij had
ook veel bezittingen. Samen ging dat echter niet goed: te veel vee, te
weinig land, hun herders kregen ruzie. Abraham besloot dat ze niet bij
elkaar konden blijven.
1
Onzelfzuchtig als Abraham was, liet hij Lot de eerste keuze. Lot koos om
oostwaarts te gaan: het waterrijke gebied van de Jordaan vallei, het leek
wel het paradijs, later bleek het een slechte keus, er waren slechte steden
Sodom en Gomorra, waar veel kwaad heerste.
De Eeuwige zei tegen Abraham: zie al het land: oost-, west- zuid- en
noord, alles zal ik U en Uw nageslacht schenken. Ik zal het zo talrijk
maken als het zand aan de zee. Abraham moest verder trekken met
alleen die belofte, een nageslacht had hij nog niet. Hij moest nog meer
leren, leren te vertrouwen.
Uiteindelijk ging hij wonen bij Hebron en sloeg er zijn tent op bij de eik
van Mamre. Abraham ging wonen bij een eik, een boom. Wel vaker komen
we een boom tegen in de bijbel, al in het begin: de boom in het paradijs.
Wat is de betekenis van een boom in de bijbel? We lezen in Deut. 20, 19.
De Torah noemt "de mens een boom in het veld". De mens van zijn kant
noemt de Torah de boom van het leven. De Torah en de bijbel geven ons
een richtlijn, een blauwdruk van Gods' plan: een richtlijn hoe wij mee
kunnen werken aan de schepping. De opdracht van de mens is de aarde
te bebouwen en te bewaren, de schepping is nog niet af, de mens is
medeverantwoordelijk voor de ontplooiing van de mogelijkheden van de
wereld en van hemzelf. Die ontplooiing, dat proces geeft steeds nieuwe
aspecten: een doorgaande lijn.
Meewerken aan dat proces, gaat met vallen en opstaan gepaard.
Terugkomend op de boom en de Torah, daar is een innerlijke band tussen
Torah, de mens en de boom, dat is er één van een gemeenschappelijke
hunkering. De mens hunkert naar de hemel. De Torah hunkert naar de
aarde. De Torah en de mens, ze lijken twee in elkaar gestrengelde bomen,
de één met zijn wortels in de aarde, omhoog strevend naar zijn Bron; de
ander verwortelt in de hemel en strevend naar de aarde. Maar is er in
feite geen sprake van één boom? De boom van het leven, in het midden
van de tuin? Nu nog vertoont de boom de tekenen van beider worsteling
om verwerkelijking, de boom als zichtbaar geworden groeipijn. Groei en
Pijn ze horen bij elkaar, als het Licht en het Duister.
Prachtig, het beeld van de boom als verbinding tussen 'hemel een aarde'.
Deze poëtische beelden zijn van een diepe ernst, ze verwoorden het besef
dat wij allen persoonlijk bij dit dubbele groeiproces betrokken zijn.
De rabbijnen noemen een mens een kleine kosmos: in ons binnenste
dragen we immers zowel de aarde als de hemel en daarin ligt onze
verwantschap met de Eeuwige. Onze hunkering naar het hogere, het
geestelijke is pas oprecht wanneer het zich uit in de zorg om het aardse.
Want alleen in het aardse kan het geestelijke zichtbaar worden (Pred.12,
13)
Zo mochten we vanmorgen met onze aartsvader en aartsmoeders op reis
gaan, die reis die begon met een stem die roept:
2
"Ga" dat woord is geen bevel maar een zegen. Wij mochten vanmorgen
Abrahams weg, zijn voetstappen volgen, niet als toeschouwer, maar als
betrokkene; als betrokkene onderweg: dat ook wij de roepstem mogen
horen en zo ook tot een zegen mogen zijn!
Amen.
Litt. "Geliefd is de mens" van Y. Aschkenasy en W.A.C. Withlau
het tijdschrift: Tenachon, Toebisjvat*: 'Als bomen zijn de mensen'
(* Ik ben op Toebisjvat geboren en heb veel met bomen.)
3