Lees hier de hele overweging van Leo de Jong o.p.

Download Report

Transcript Lees hier de hele overweging van Leo de Jong o.p.

Overweging 26 oktober 2014, Citykerk Het Steiger Rotterdam.
Afsluitende preek in een cyclus over de persoon van Abraham.
Leo Raph A. de Jong o.p.
Lezingen: Genesis 21, 1-7; Genesis 21, 8-21.
Jodendom, Christendom, Islam: Drie verschillende stromen uit één
bron.
"God zag om naar Sara, zoals Hij had beloofd". God houdt zich aan Zijn
belofte. Je kunt zelfs zeggen: "God IS Zijn belofte-van-toekomst, hoe
onmogelijk die toekomst ook is, want Abraham was honderd jaar oud en
Sara leek onvruchtbaar. Abraham had dus maar een erfgenaam bij een
slavin van Sara verwekt, met de volledige toestemming van Sara, overigens!
Maar, zoals de Deense filosoof Sóren Kierkegaard (1813-1855)eens schreef:
"Een heel goede naam voor God is: ER IS NIETS ONMOGELIJK!" Dus: lang
leve Isaäk: "de mens, om wie gelachen is". Want het zou toch niks worden,
maar het werd wat!
God houdt zich aan Zijn woord, maar bij mensen weet je dat nog zo niet!
Toen ik, een eeuwigheid geleden, theologie studeerde, zeiden wij al: "Met
God hebben we geen probleem, maar des te meer met Zijn grondpersoneel!"
Een jochie - Ismaël; die naam betekent: "God luistert", schoot in de lach en
Sara werd zo woedend, dat zij verbanning van de moeder, Hagar en het kind
eiste! En de wat slappe Abraham gaf nog toe ook, al gaat het om een zoon
van hem en een onschuldige moeder. Je zult jezelf als onvoorwaardelijk
trouwe God verbonden hebben met zo'n zootje slappe, wispelturige en soms
wrede mensen, die wij zijn!
Dus moet God zich het vuur uit de sloffen rennen om alles weer in goede
banen te laten lopen. Eerst meegaan met de eis van Sara, want uit Isaäk zou
nu eenmaal het volk-van-belofte moeten geboren worden, ja zelfs die intenslieve mens Jezus van Nazareth, de Gods liefde werd, vlees en bloed
geworden. En dan als de bliksem naar de woestijn van Berseba om het kind
Ismaël en diens moeder Hagar net op tijd te redden. Inderdaad: GOD
LUISTERT, ook naar de gebeden en noodkreten van mensen, die, volgens
ons tenminste! niet tot de uitverkorenen van God behoren. (En dat is een
fikse waarschuwing voor ons, als wij het over de afstammelingen van Ismaël
hebben: dat zijn de Moslims! )
1
En zo zitten wij, kinderen van Abraham, nu met de gebakken peren. Drie
stromen kwamen uit één bron: Jodendom, Christendom, Islam. Wij zijn dus
broers en zussen van elkaar, maar joegen en jagen elkaar vaak de tent uit,
Want ieder van ons vindt, dat de geestelijke erfenis van Abraham - de Godvan-verbondenheid - alleen aan ons toekomt en niet aan de rest van de
familie! Het feit, dat Sara Hagar en haar zoon Ismaël de woestijn instuurde een in die tijd bijna zeker doodvonnis! - was een voorteken, hoe wij later
zouden handelen: Joden vervolgden Christenen, Christenen vervolgden
daarop nog feller de Joden.
In de zogenaamde "vervangingstheologie" stelden de Christenen, dat de
Joden de eretitel " Uitverkoren Volk van God" verloren hadden, toen zij Jezus
Christus aan het kruis lieten sterven.(Dat wij daarmee tegelijkertijd God
onbetrouwbaar maakten, hadden wij blijkbaar niet door!) Wij hadden
minachting voor de Islam - weet u dat spotliedje nog: "Allah, geef mij een
kanariepietje?!" -. En de Islam slaat keihard terug, nu tegen Joden en
Christenen. Ja, zelfs tegen andersdenkende Moslims, maar wij deden in de
loop van de geschiedenis vaak precies hetzelfde: Christenen tegen
Christenen! En iedereen heeft gelijk, vindt iedereen van zich zelf!
Arme God van Abraham. Arme God-van-verbondenheid met die prachtige
Naam: IK-ZAL-ER-VOOR-JOU-ZIJN. Arme God van Jezus Christus, die
preekte, dat God liefde is, zelfs voor je vijanden. Al die slachtoffers, wanneer
en waar ook ter wereld: God kan nog zo hard het vuur uit Zijn sloffen lopen,
maar Hij kan onze woede niet meer bijbenen. Arme God-van-Abraham, met
Zijn ruziënde familie. Wat zal God wanhopig op zoek zijn naar bondgenoten,
die Hem willen helpen op de Weg naar vrede tussen al die Godsdiensten en
volken.
Jezus van Nazareth zal daarom later zeggen: "Zalig die vrede brengen, want
zij zullen God zien". Dat wij die God mogen zien en inzien, daartoe zende de
Eeuwige ons Zijn Geest.
Amen.
2