Protocollen Voorbehouden, Risicovolle en Overige handelingen

onbewaakte kopie

Infuusbehandeling cvk 281

Aansluiten TPV (totaal parenterale voeding)

Omschrijving

Gereedmaken infuustoedieningssyteem met TPV. Flushen infuuskatheter of poortsysteemnaald. Koppelen infuusslang aan centraal veneuze katheter of verbindingsslang van het poortsysteem. Instellen toedieningssnelheid van de pomp. Starten toediening. Opdracht tot voorbehouden of risicovolle handeling: arts Mag zelfstandig verricht worden door: 4 5

Aandachtspunten

– – – – – Neem kennis van de gebruiksinstructie van de infuuspomp. Lees de bijsluiter van de TPV. Er zijn meerdere soorten producten, de wijze van bewaren verschilt per product. In dit protocol wordt kant-en-klare (all in one) TPV gebruikt. Let op de houdbaarheidsdatum van de TPV. Controleer vóór het openen van de beschermverpakking de kleur van de zuurstofindicator (indien aanwezig). Dit protocol is geschikt voor toedienen van TPV via centraal veneuze katheter of via poortsysteem. In dit protocol wordt uitgegaan van gebruik van een klemmetje en (naaldloos) afsluitdopje (connector) op de infuuskatheter en (het driewegkraantje) op de verbindingsslang van het poortsysteem. – – – – – – – – Gebruik veiligheidsnaalden. Dien TPV toe op kamertemperatuur. Gebruik de TPV meteen na het losmaken van de lasnaden en/of nadat additieven toegevoegd zijn. Dien geen medicijnen of bloed toe via hetzelfde lumen als TPV wordt toegediend. Label bij een infuuskatheter met meerdere lumina het lumen waarlangs de TPV steeds wordt toegediend. TPV moet minimaal in 12 uur inlopen. Laat bij aanvang van de TPV gedurende 1 uur op halve snelheid inlopen en eindig het laatste uur op halve snelheid. Hanteer de no touch-methode Raak de aansluitpunten van de gebruikte materialen niet aan. Inspecteer de huid rondom de insteekplaats. Controleer bij een PICC de maat op het externe deel van de katheter ter hoogte van de insteek-/uittredeplaats. Controleer de doorgankelijkheid van de poort of de infuuskatheter en flush met NaCl 0,9% voor het starten van de toediening. Gebruik hiervoor een injectiespuit van minimaal 10 ml.

Complicaties tijdens de handeling

Lekkage tussen katheter/poortsysteemnaald en infuussysteem.

Handelwijze

Katheter/verbindingsslang afklemmen en verbinding aandraaien. Katheter schuift naar buiten (cuff wordt zichtbaar). Lucht in katheter/verbindingsslang. Arts waarschuwen. Katheter niet terugschuiven. Flushen met fysiologisch zout lukt niet. Vloeistof loopt niet door. Katheter/verbindingsslang onmiddellijk afklemmen en arts waarschuwen. Handel volgens afspraak/ waarschuw de arts. Controleer of de pomp aan staat en het infuussysteem open is. Indien dat het geval is waarschuw de arts. Extra bij poortsysteem: druk de naald dieper in de injectiekamer of breng nieuwe naald in.

Benodigdheden

– gebruiksinstructie infuuspomp – – – – gaasjes infuusslang desinfectans, alcohol 70% zak met TPV (all in one) met bijsluiter – – – infuusslang evt. toevoegingen evt. spuiten en naalden (voor toevoegingen)

© Vilans 04-03-2014 Samenwerkingsverband Zeeuwse Zorgorganisaties

– – – – – – – ampul fysiologisch zout steriele spuit infuusstandaard of draagsysteem opvangbakje naaldenbeker afvalbak handschoenen

Aansluiten TPV (totaal parenterale voeding): 1 (van 3)

Protocollen Voorbehouden, Risicovolle en Overige handelingen

onbewaakte kopie

Infuusbehandeling cvk 282

Werkwijze

Zorg voor dubbele controle: evt. toevoegingen bij de TPV, berekening toedieningssnelheid.

1 2 Pas handhygiëne toe. Maak een schoon werkveld en zet de benodigdheden daarop binnen handbereik. 3 Controleer de werking van de pomp aan de hand van de gebruiksinstructie. 4 Overgiet de gaasjes met alcohol. 5 Controleer TPV en cliëntgegevens. naam en geboortedatum cliënt vervaldatum kleur en substantie 6 toedieningswijze Vergelijk de TPV met de toedienlijst. soort dosering 7 toedieningstijdstip Maak de TPV gereed voor toediening. a b Leg de zak op een schoon en horizontaal oppervlak, leg het ophangoogje van de zak naar je toe. Til het ophanggedeelte op om de oplossing bovenaan in de compartimenten te verwijderen en rol het bovenste gedeelte van de zak stevig op totdat de lasnaden geopend zijn (tot ongeveer halverwege). 8 9 c Meng de inhoud van de zak door de zak ten minste driemaal onderste boven te keren. Voeg, indien voorgeschreven, de benodigde toevoegingen toe. Hang de zak met TPV aan de infuusstandaard, haal de infuusslang uit de verpakking. 10 Sluit de onderste rolregelklem en open de bovenste rolregelklem. 11 Maak de beluchter van de spike gereed: zet de beluchter dicht. 12 13 Verwijder de beschermhuls van de spike. Steek de spike van de infuusslang met een draaiende beweging in de infuuszak. 14 Vul en ontlucht de infuusslang. a b Houd met de ene hand de druppelkamer nagenoeg ondersteboven terwijl deze onder het vloeistofniveau van de infuuszak blijft, zet de rolregelklem open; de druppelkamer zal zich langzaam vullen met vloeistof. Sluit met de vrije hand, wanneer de druppelkamer zich gevuld heeft tot het merkteken of tot boven het filter, de onderste rolregelklem en laat de druppelkamer weer verticaal hangen. Open de onderste rolregelklem en laat de onderste slang vollopen met vloeistof, vang de vloeistof op in opvangbakje. 15 c d Controleer de infuusslang op luchtbellen en ontlucht zo nodig. Sluit de onderste rolregelklem. Leg het uiteinde van de infuusslang op een alcoholgaasje, of hang het aan de infuusstandaard (raak het aansluitpunt niet aan). 16 Breng de gevulde infuusslang aan in de pomp volgens gebruiksinstructie. 17 Maak een spuit met NaCl 0,9% klaar en ontlucht de spuit. a b Breek de ampul fysiologisch zout 0,9% open. Verwijder de huls van de opzuignaald. c d Zuig fysiologisch zout 0,9% op in de spuit. Ontlucht de spuit en doe de opzuignaald in de naaldenbeker. 18 19 Leg de spuit terug in de geopende verpakking. Vraag de cliënt op de rug op bed te gaan liggen of een halfzittende houding aan te nemen. 20 Klem de centraal veneuze katheter of (het driewegkraantje op) de poortsysteemnaald af.

© Vilans 04-03-2014 Samenwerkingsverband Zeeuwse Zorgorganisaties Aansluiten TPV (totaal parenterale voeding): 2 (van 3)

Protocollen Voorbehouden, Risicovolle en Overige handelingen

onbewaakte kopie

Infuusbehandeling cvk 283

21 Desinfecteer het (naaldloze) afsluitdopje (connector) op de katheter of (het driewegkraantje) op de poortsysteemnaald. Laat drogen. Laat het alcoholgaasje onder het afsluitdopje liggen. 22 Flush de infuuskatheter met fysiologisch zout. a b Pak de gevulde spuit met fysiologisch zout en koppel deze op het (naaldloze) afsluitdopje (connector). Hef de afklemming van de katheter op en spuit 10 ml fysiologisch zout in. c d Klem de katheter af en verwijder de spuit. Gooi de spuit in de afvalbak. 23

Of

controleer de doorgankelijkheid van het poortsysteem door bloed op te zuigen en daarna met NaCl 0,9% door te spuiten. a b c d e Koppel de spuit met NaCl 0,9% aan het (naaldloos) afsluitdopje (connector) op (het driewegkraantje op) de poortsysteemnaald. Hef afklemming van het slangetje op. Trek de zuiger van de spuit iets terug om te zien of bloed terugstroomt. Spuit met 10 ml NaCl 0,9% het slangetje schoon. Klem het slangetje af en verwijder de spuit. 24 25 26 f Gooi de spuit in de afvalbak. Neem de infuusslang en koppel deze aan het (naaldloze) afsluitdopje op de centraal veneuze katheter of (het driewegkraantje op) de poortsysteemnaald. Raak de aansluitpunten niet aan. Open de rolregelklem van de infuusslang en hef de afklemming van de katheter of (het driewegkraantje op) de poortsysteemnaald op. Stel de juiste toedieningssnelheid in op de pomp volgens de gebruiksinstructie. 27 Ruim de overige materialen op. 28 Pas handhygiëne toe. 29 Noteer tijdstip, soort, concentratie, hoeveelheid, toedieningsnelheid en bevindingen, controleer of de toedienlijst is ingevuld.

© Vilans 04-03-2014 Samenwerkingsverband Zeeuwse Zorgorganisaties Aansluiten TPV (totaal parenterale voeding): 3 (van 3)