Stand van zaken suzuki-fruitvlieg

Download Report

Transcript Stand van zaken suzuki-fruitvlieg

28 maart 2014 Aardbeien - Grootfruit - Houtig kleinfruit

Stand van zaken suzuki-fruitvlieg

De afgelopen jaren heeft de suzuki-fruitvlieg

Drosophila suzukii

zich in Nederland en België gevestigd. Naast vangsten is in 2013 ook vruchtaantasting bij zachtfruit waargenomen waaronder bramen, frambozen, blauwe bessen en kersen. Ervaringen in het buitenland, bijvoorbeeld het zuiden van Europa geven aan dat vruchtschade fors kan oplopen en voor ernstige afzetproblemen kan leiden. Handelsonderneming Vlamings BV biedt mogelijkheden voor monitoring, determinatie én adviezen voor teeltgerichte beheersingsmogelijkheden. Ook komend seizoen is weer waakzaamheid geboden om commerciële schade in de verschillende fruitgewassen te voorkomen.

Risicoanalyse

De suzuki-fruitvlieg kan (zacht-)fruit aantasten doordat vrouwtjes met hun legboor eieren net onder de schil van de rijpende vrucht afzetten. De uitkomende made vreet aan het vruchtvlees, deze wordt zacht en vaak ontstaan er (secundair) vruchtrotschimmels. Verpopping vindt in of buiten op de vrucht plaats. De vlieg is klein, circa 2-3 mm groot en kan meerdere generaties per jaar vormen. Een vrouwtje kan in haar leven 300 tot 400 eitjes afzetten. De geografische verspreiding van de vlieg vanuit Azië over Noord-Amerika en het zuiden van Europa is de afgelopen jaren snel verlopen. Waarschijnlijk spelen hierbij ook de verschillende handelsstromen een rol. Onbeschadigd fruit kan door deze vlieg aangetast worden zoals: (herfst-)framboos, braam, aardbei, bessen (o.a. blauwe en zwarte bes), kers, druif, pruim, perzik, abrikoos, vijg, kiwi, maar ook groenten. Waardplanten vormen verder nog wilde bramen en besdragende gewassen, cotoneaster, vuilboom, zwarte nachtschade, rozenbottels en vlierbessen. Mannelijke volwassen vliegen zijn voor een belangrijk deel te herkennen aan de vorm van de poten en de kenmerkende zwarte vlekjes op de vleugels. Hier komt ook de naam ‘Spotted Wing Drosophila’ (SWD) vandaan. Vrouwtjes vragen een nadere bestudering van onder andere de getande legboor of het ei-afzetorgaan aan het achterlijf. De opbouw van de populatie vindt vooral plaats in de zomer en het najaar. De maanden juli tot en met oktober laten vaak de grootste aantallen zien, waardoor bij laat zomerfruit (ook in kassen) extra alertheid geboden is. Vroege teelten kunnen zorgen voor een vervroegde populatieopbouw, zodat ook hier (vanaf maart) een goede monitoring van belang is. Hang de eerste vallen in buitenteelten medio april op in de omgeving van het bedrijf, langs bijvoorbeeld begroeiingen.

Tip.

Opvallend in 2013 waren de vangsten -ook tot ver na de oogst- in en nabij steenfruitpercelen. Ook de vruchtschade welke bij kersen goed en snel zichtbaar is, zorgt ervoor dat (late) kersenrassen ook goed gecontroleerd dienen te worden, ondanks eventuele bespuitingen tegen de Europese kersenvlieg.

Meer achtergrondinformatie vindt u op: www.drosophila.nl

. Raadpleeg onze teeltadviseurs voor gerichte adviezen!

Strategie suzuki-fruitvlieg 2014

Een chemische bestrijding van dit insect is lastig en gelukkig ook (nog) niet overal noodzakelijk. Hanteer een combinatie van onderstaande (preventieve) maatregelen om schade van deze potentieel zeer gevaarlijke vlieg te voorkomen. § Bedrijfshygiëne. Probeer overrijp fruit inclusief valfruit in de aanplant te voorkomen. Sorteerafval van bedrijf afvoeren, verhitten of bevriezen (niet composteren). Een schone zwartstrook in het najaar kan het aantal schuilplaatsen voor de overwinterende vliegen verminderen; § Goede monitoring van vliegen én controle vruchten. In samenwerking met het bedrijf Biocontrole is Vlamings vanaf 2012 actief bezig valletjes en lokstoffen voor de suzuki-fruitvlieg te testen. Doelen zijn signalering, geringe geurverspreiding, beperkte bijvangsten (gewone fruitvliegen, vlinders, bijen of hommels) en het minder snel hoeven vervangen van de lokstof (4-wekelijks). Controleer ook goed de waardplanten in de omgeving; § Oogst- en koelproces. Schone en regelmatige oogst. Koel geoogst product snel in. Deponeer sorteerafval of niet verkochte (import-)vruchten niet op het bedrijf maar laat deze direct afvoeren; § Chemische bestrijding. Knelpunten vormen residuen en veiligheidstermijnen, aangezien kort voor en tijdens de oogst ingegrepen moet worden. Ook zijn toegelaten middelen veelal niet selectief en verstoren daardoor het biologische evenwicht. De lengtewerking is beperkt waardoor ook herhaling nodig kan zijn. Bestrijding van de vlieg na de oogst (oktober) of verstoring van de opbouw aan het begin van het seizoen kan een optie zijn. Naast

deltamethrin

(Decis) of

pyrethrinen

(Spruzit), beide beperkt toegelaten in de teelt van kleinfruit, kunnen telers met aardbeien in bedekte teelten ook gebruik maken van het middel

spinosad

(Tracer). Middelen als Calypso en Movento (toegelaten in steenfruit en braam & framboos ná de oogst) hebben een nevenwerking op de vlieg. In het tweede deel van de zomer wordt -net als in seizoen 2013- weer een tijdelijke vrijstelling verwacht voor gebruik van Tracer in houtig kleinfruit en onbedekte aardbeien. Niet in steenfruit (pruim & kers). Praktijkproeven, afgelopen winter uitgevoerd door Silvia Hellingman, laten een werking van Tracer zien op zowel vliegen alsook de larven, echter met een beperkte lengtewerking. Wellicht kan het toevoegen van een hechter de werking nog versterken.

Tip.

Afgelopen seizoen zijn ook goede ervaringen opgedaan met (extra) randbehandelingen in of rond fruitpercelen en nabij waardplanten vanwege invlieg vanuit de omgeving. Hang de vallen goed tussen het gewas. In bedekte teelten kan ook insectengaas bijdragen. Vlamings BV is betrokken bij het Dropsa-project. Een internationaal onderzoeksproject op zoek naar oplossingen voor problemen zoals

Drosophila suzukii

in klein- en steenfruit. Dit project wordt gefinancierd door Europese Unie (EU).