Transcript Februari

Jos van der Lans
BURGERS &
PROFESSIONALS
TIJD VOOR
meedoen
INTERVIEW LAAT JE NIET
Sociaal Werker
van het Jaar
naar achteren
dringen
Februari 2014
colofon
Column
Februari 2014
FCB stimuleert en ondersteunt
werkgevers en werknemers in de
branches Welzijn & Maatschappelijke
Dienstverlening, Jeugdzorg en
Kinderopvang om zich in hun werk
te blijven ontwikkelen richting
de toekomst.
Dit magazine verschijnt 3x per jaar.
Tussentijdse ontwikkelingen,
nieuwe stimuleringsregelingen
en andere handige wetenswaardigheden over de ontwikkeling van
het werken in de branche:
zie www.fcbwelzijn.nl
en meld je aan voor de
maandelijkse e-mailnieuwsbrief.
Aan dit nummer werkten mee:
Diverse werkgevers en
werknemers uit de branche,
Mariska de la Saussaye Briët,
Bibi Prummel, Maarten Hüttner,
Rianne Witteveen, Joris de Rooij,
Johan Siegert, Annemarie van Dijk,
Claudia Kamergorodski, Maureen Bakker,
Linda Samplonius, Joost van der Wegen,
Koen-Machiel van de Wetering,
Tineke Wasltra, Monique van Gerwen,
Angeli Hagoort, Annemarie Vermeulen.
Concept en vormgeving:
colourful tribe
Angeli Hagoort, Marjolein Vernhout
FCB zoekt continu naar
ontwikkelingen in het werk
die de branche verder kunnen
helpen. Elke relevante bijdrage
daaraan is welkom.
Stuur een mail naar
Bibi Prummel
(Branchemanager WMD)
[email protected]
of Maarten Hüttner
(Werkveldadviseur WMD)
[email protected]
2
‘Met volle kracht vooruit!’
De maatschappij is in ontwikkeling, onze branche is in ontwikkeling en
daarmee ons werk in het sociale domein. Hoe beter wij in staat zijn om
mee te bewegen op deze golven van ontwikkelingen, hoe meer onze
branche kan en mag bijdragen aan de samenleving van de toekomst.
Wij zullen als organisaties én individuen, werkzaam in Welzijn & Maatschappelijke Dienstverlening, de kracht van het sociaal werk nog meer
uit moeten dragen. En daar is krácht voor nodig!
Niet voor niets is het centrale thema van dit Magazine dan ook Kracht.
Alle artikelen en interviews in deze editie gaan over de kracht van
mensen en organisaties die volop in onze branche aanwezig is… maar
misschien (nog) te weinig voor het voetlicht wordt gebracht. Daarom
worden in dit Magazine de schijnwerpers helemaal gericht op de mooie
praktijkvoorbeelden van die kracht; om je te inspireren en uit te dagen
jouw eigen kracht en die van het sociaal werk ook te laten schijnen.
Binnenkort lanceert FCB in samenwerking met de sociale partners
een geïntegreerde set aan campagne materialen genaamd ‘De kracht
van samen’. Sociaal werkers worden hierbij krachtig geportretteerd in
hun brede netwerk, samengebonden een mooi boek waar de trots van
ons werk vanaf spat. Naast deze set aan hulpmiddelen ondersteunt de
MOgroep het sociaal werk richting de organisaties en politiek. Met het
uitdragen van de 10 redenen voor Sociaal Werk kan niemand meer om
onze krachtige branche heen!
Daarom zeg ik: Samen met volle kracht vooruit!
Bibi Prummel
Branchemanager WMD
[email protected]
inhoud
4
Februari 2014
Loskomen
van oude
instituten
Interview Jos van der Lans over
De Kracht van Samenwerken4
Getipt!6
400 OR-leden in de organisatie,
kan dat? Zienn bewijst dat het werkt7
Het project Tijd voor Meedoen
bij Versa Welzijn combineert passie
en vertrouwen… en met succes8
Tijd voor
Meedoen
Wat kun je verwachten van FCB?10
8
Verschillende mensen,
verschillende meningen;
de Kracht van keuzes maken11
Prikbord12
Interview met Sociaal Werker
van 2013 Antoinet Wijnakker14
Laat je niet naar
achteren
dringen
20
De Kracht van Profileren;
Anneke Krakers vertelt over
de training Hier sta ik (voor)!16
Boost voor boventalligen
bij Welsaen18
Portier bij de Sleep-Inn Danijela
over omgaan met agressie en
de Kracht van grenzen stellen20
Op weg naar een nieuwe cao22
De Kracht van de cijfers;
facts & figures van Welzijn & Maatschappelijke Dienstverlening23
3
‘Loskomen van
oude instituten.’
Hij introduceerde het begrip burgerkracht, dat inmiddels een vaste plaats
heeft in het nieuwe denken over welzijn en zorg. Een woord dat
de lading dekt, want de kracht van burgers is nodig om de
verzorgingsstaat op niveau te houden. Hoe ziet de nieuwe
verhouding tussen professionals en burgers eruit?
We vroegen het Jos van der Lans, cultuurpsycholoog
en publicist over onder meer sociale vraagstukken.
Hoe gaat de verhouding tussen
professionals en burgers eruitzien?
‘De verzorgingsstaat verdwijnt. Er komt een andere vorm
van dienstbaarheid. Vroeger werkten de professionals
dienstverlenend richting mensen die hulp en ondersteuning nodig hadden. De opdrachtgevers van de sociaal
werkers waren toen overheden en professionele organisaties. Nu zijn die opdrachtgevers de burgers zelf. Sociaal
werkers moeten hun professionele kennis in een andere
vorm ter beschikking stellen dan vroeger. Dat omslagpunt
is gewoon nodig. De enorme transformatie van de verzorgingsstaat kan alleen succesvol zijn als burgers, professionals en bestuurders samen hun eigen wiel gaan uitvinden.
De sociale wijkteams spelen daarin een grote rol.’
Waar ligt de kracht van de professional?
‘De professional is deskundig, weet alles over groepsprocessen, gesprekstechnieken, hoe de hulpverlening
werkt. Zeker als het gaat om werken in sociale wijkteams
moet je snel iets kunnen inschatten en organiseren.
Dat betekent dat we niet zozeer voor elk probleem een
aparte hulpverlener nodig hebben – iemand die verstandelijk gehandicapten begeleidt, iemand die arbeidsbemiddeling doet – maar juist mensen die van meerdere markten
thuis zijn. Generalisten dus, en niet zozeer specialisten.’
Als er vooral generalisten nodig zijn, hebben
we dan geen specialisten meer nodig?
‘De uitdaging is een manier van werken te ontwikkelen die
alleen een beroep op de tweede lijn doet als dat nodig is:
niet te vroeg en niet te laat. De professionals in de wijkteams spelen daarin een hoofdrol. De tweede lijn is heel
duur, we willen voorkomen dat er onnodig mensen naar
worden doorverwezen. Maar dan wordt er misschien te
snel gezegd bij iemand die eigenlijk ADHD heeft:
‘Die moet maar wat meer gaan sporten’, terwijl zo iemand
wel een goede diagnose nodig heeft. Je laat mensen dan
te lang met problemen doorlopen. Kortom, de generalisten
en specialisten moeten op een nieuwe manier gaan
samenwerken. Voor specialisten uit de tweede lijn
4
betekent dat wel een lagere omzet. Daar moet dus een
oplossing voor komen, en ik denk dat die het snelst
ontstaat als je beide partijen zelf om de tafel zet.’
Welzijn nieuwe stijl:
de eerste vijf jaar
En wat is de rol van de burger?
‘Er zal vaker een beroep worden gedaan op de verantwoordelijkheid van de burgers om iets bij te dragen aan
de samenleving. Burgers moeten zelf initiatief nemen als
het gaat om het bestuur van het buurthuis, het runnen van
de bibliotheek, het onderhoud van het groen in de wijk.
Er gaan allerlei nieuwe vormen komen van hoe organisaties en burgers met elkaar omgaan. Naar die vormen is
het nog zoeken.’
Het allereerste sociale wijkteam in Nederland ontstond in
2008 in Leeuwarden. Dit Frontlijnteam, zoals het werd
genoemd, wilde terug naar de basis: minder bureaucratie,
minder administratie en direct in de wijken. Het werd een
groot succes en daarmee een voorbeeld voor iedereen
die nu in Nederland bezig is met de introductie van sociale
wijkteams. Jos van der Lans schreef er een essay over,
waarin hij op zoek gaat naar het geheim van Leeuwarden
en de moeilijke beslissingen die Leeuwarden nog te
wachten staan…
Het boek is gratis te bestellen via de
Dienst Welzijn van de gemeente Leeuwarden.
Mail naar [email protected]
Wat is de kracht van de samenwerking
tussen burgers en professionals?
‘Veel burgers ervaren op dit moment het werk van sociaal
werkers niet als iets van hen. Ze gaan ontdekken dat ze
samen met professionals hun eigen leefomgeving moeten
vormgeven, zodat ze meer grip en controle krijgen. Zo kunnen we de verantwoordelijkheid van de samenleving weer
meer terugleggen bij de burgers en minder bij overheden
- die uiteraard erg hun best doen om maatwerk te leveren,
maar die we toch ervaren als ver-weg-instituten die zich
verschuilen achter telefoonnummers waarbij je een bandje
krijgt. We moeten de samenleving terugbrengen naar de
burgers, in de buurten waar ze wonen. De meeste professionals willen dat ook, die zijn het ‘vele formulieren moeten
invullen’ ook beu.’
‘Burgers gaan samen met
professionals hun eigen
leefomgeving vormgeven.’
Waar gebeurt die samenwerking al op
een goede manier en hoe dan?
‘Het spannende van nu is dat alle sociale taken naar de
gemeentes toe komen. Gemeentes moeten bedenken
hoe ze dat gaan organiseren. Dat gebeurt overal op een
andere manier. In Eindhoven, Utrecht en Leeuwarden
bijvoorbeeld zijn ze daar al heel ver mee. In Eindhoven
functioneren burgers al volop in wijkteams, hebben ze
bijvoorbeeld een stem in sollicitatieprocedures van de
wijkteams. Ook in Utrecht wordt al veel aangestuurd
door burgers.’
Waar moeten de sociale wijkteams op letten?
‘De professionals in de wijkteams moeten loskomen
van de oude instituten, los van hun oude werkgevers
opereren. Niet in een nieuwe setting op een oude manier
hun werk gaan doen. En daar moeten we vormen voor
verzinnen: bijvoorbeeld door ze te detacheren in dienst
van de gemeente. Verder moeten de wijkteams niet een
te nauwe blik hebben en zelf zorg gaan bieden, maar een
brede kijk hebben.’
Hebben de professionals nog wel wat te
doen als de burger het (deels) overneemt?
‘Dat is een te makkelijke voorstelling. De overheid zegt
wel: burgers moeten meer doen, maar creëert tegelijkertijd
geen voorwaarden. We moeten toe naar een actieve
burger én een actieve overheid. Naar goede professionals die minder bureaucratisch werken en makkelijker
dienstbaar zijn aan wat de burgers zelf willen. Dat zijn de
voorwaarden om de participatiemaatschappij vorm te gaan
geven. Dus niet door te zeggen: ‘Jij moet voor je buurvrouw zorgen’, want mensen doen liever niet de buurvrouw
onder de douche. Dat is een vak op zich. Maar als de
persoonlijke verzorging van de buurvrouw wordt geregeld,
kun je als buren weleens de boodschappen doen of de
was. Niemand is te beroerd om een ander te ondersteunen in het dagelijkse leven.’
Meer lezen?
Download het essay ‘Burgerkracht in de wijk’ via www.josvdlans.nl
5
Welzijn op recept, een duwtje in de rug
Laat mensen met psychosociale klachten op doktersrecept beginnen aan
vrijwilligerswerk, sport of een creatieve activiteit om van hun klachten af te komen.
Dat is het idee achter Welzijn op recept dat voor het eerst in Nieuwegein handen en
voeten heeft gekregen. Patiënten uit de pilot waarderen de deelname aan de welzijnsactiviteiten positief: ‘Een duwtje in de rug was prettig,’ ‘Ik ben uit een dip gekomen’ en ‘Een schot in de roos.’
De handleiding ‘Welzijn op recept’ is gratis te downloaden via: www.trimbos.nl/webwinkel
Manifest Sociaal Werker
Sociaal werkers zijn vakmensen: goed opgeleid,
met een scala aan relevante competenties, actuele
vakkennis en beroepsethiek. Eind vorig jaar overhandigde Marijke Vos, voorzitter van de MOgroep,
het Manifest aan Staatssecretaris van Rijn.
Zoek op www.MOgroep.nl
op Manifest Sociaal Werker
Boekentip:
Lof der oppervlakkigheid
Het boek Lof der oppervlakkigheid zet het ideaal
van de participatiesamenleving met beide benen
op de grond en geeft handvatten om de
vermaatschappelijking van de
zorg en de verwachtingen die
zijn ontstaan, na de invoering
van de Wmo, in goede banen
te leiden.
Auteur:
Femmianne Bredewolde
Paperback € 22,50
Reflectietool: De eigen
kracht in je wijkteam
Dit instrument geeft zicht op de motivatie, de
netwerken, zeggenschap en de kracht van de
individuele wijkteamleden. Op basis van de
uitkomsten kan het team afspraken maken over
wat door wie aangepakt moet worden, waardoor
het team als geheel meer regie krijgt.
De tool en aanvullende tips
zijn gratis beschikbaar via:
www.movisie.nl
Quickscan VSBfonds
Financiële ondersteuning voor een project?
Ga naar www.vsbfonds.nl en klik op
Doe de quickscan
Wetenschappers en denkers in debat
over maatschappelijke kwesties op:
www.socialevraagstukken.nl
Tips voor deze rubriek?
Deel het met de redactie:
[email protected]
6
Herkenbare verhalen en indrukwekkende
belevenissen die iedere professional in
Welzijn & Maatschappelijke Dienstverlening
zullen aanspreken.
www.ditishetsociaalwerk.blogspot.nl
Iederéén OR lid
Alle vierhonderd medewerkers lid van de OR.
Voor Zienn, een organisatie voor maatschappelijke
opvang van dak- en thuislozen in Leeuwarden, is dat
geen toekomstmuziek, maar dagelijkse realiteit.
De betrokkenheid op de werkvloer is gegroeid.
De communicatie is beter en de structuur rond
medezeggenschap duidelijker. Het advies voor
andere welzijnsorganisaties? ‘Doe dit ook zo!’
Niemand bij Zienn maakt het mooier dan het is: elke
medewerker medezeggenschap geven vraagt héél veel
geduld. In 2008 ging de toenmalige OR met bestuurder
Kees van Anken voor het eerst in gesprek over een nieuwe
vorm van medezeggenschap. Beide partijen vonden dat
medezeggenschap thuis hoort waar het zijn uitwerking
heeft. Een zorgvuldig traject van dialogen leidde vorig jaar
tot een pilot. En die werd definitief: bij Zienn ligt de medezeggenschap nu bij álle medewerkers. Er is nog wel een
Raad van Medezeggenschap (RvM), die ervoor zorgt dat
medezeggenschap daadwerkelijk overal plaatsvindt.
Alléén als een vraagstelling de hele organisatie betreft,
krijgt de RvM een adviesaanvraag.
Formats voor medezeggenschap
Zienn zit nog volop in het omslagproces, benadrukt
Hanneke Cuijpers, één van de twee RvM-voorzitters,
maar na aanvankelijke weerstand, komt er rust. Medewerkers zijn positiever, beter op de hoogte en voelen
zich betrokken. ‘Geef vertrouwen aan medewerkers;
dat krijg je terug’, tipt zij. Nog een voorwaarde voor
het decentraliseren van medezeggenschap? ‘Eenduidige
formulieren waarmee je onderwerpen als rookbeleid in
de organisatie uit kunt zetten. Dat heeft de regiewerkgroep, bestaande uit RvM-leden en vertegenwoordigers
uit de organisatie, veel tijd gekost, maar die formats
werpen hun vruchten af. Overal worden onderwerpen
hetzelfde behandeld.’
Meer begrip voor veranderingen
Het nemen van beslissingen duurt nu langer, vindt
MT-lid Bas van Mierlo, maar dan is wél iedereen die
het aangaat betrokken en dat heeft grote voordelen:
‘Het draagvlak is veel groter, óók bij minder populaire
beslissingen. Medewerkers kennen bijvoorbeeld, omdat ze
hebben meegedacht, de criteria voor het verlengen
van een arbeidscontract. Dat haalt onrust weg.’
Zijn tip voor welzijnsorganisaties met een centrale vorm
van medezeggenschap is helder: ‘Hou daarmee op.
Het zijn turbulente tijden; iedereen heeft te maken met
veranderingen. Medewerkers vroeg betrekken en laten
meedenken hoort bij Welzijn Nieuwe Stijl.’
‘Het gaat ook jou aan’
Assistent-begeleider Marjon Blijham is voor haar locatie
contactpersoon voor de RvM. Zij krijgt onderwerpen
toegespeeld en zorgt ervoor dat deze in haar team
besproken of verdeeld worden. ‘Het leefde hier niet meteen: collega’s gunden zich er de tijd gewoon niet voor.
‘Kom op, het gaat ook jou aan’, zei ik dan. Nu zie ik de betrokkenheid op de werkvloer groeien. De communicatie is
beter en de structuur rond medezeggenschap duidelijker.’
Geleidelijk omslagproces
Ingrid Vos begeleidt vanuit FNV Formaat al jaren de OR
en nu de RvM bij Zienn. Ze is nauw betrokken bij het
omslagproces. Haar advies voor andere organisaties
die deze vorm van medezeggenschap nastreven:
‘Betrek meteen MT-leden, leidinggevenden én medewerkers. Breng een dialoog op gang met iedereen. En heb
geduld! Meepraten en meedenken, vraagt van medewerkers dat zij hun mening leren formuleren en uitspreken.
En verder te kijken: het eigen belang leren afwegen tegen
het organisatiebelang. Van leidinggevenden vraagt het
coachende vaardigheden.’
Meer informatie? Kijk op www.fcbwelzijn.nl bij OR en Medezeggenschap.
7
‘Je kunt hier je passie volgen
én iets betekenen voor een ander.’
Het idee is eigenlijk heel simpel. Zoek uit waar je blij van wordt en doe daar iets mee om het leven voor jezelf
én anderen aangenamer te maken. Dat is in het kort het project ‘Tijd voor Meedoen’ van Versa Welzijn in Huizen.
Maar dat het sneeuwbal-effect zó groot zou zijn, had bedenkster Astrid Veerman niet verwacht.
‘Waar word je blij van?
Waarvan gaan je ogen
twinkelen? En hoe
kun je dat voor
jezelf en voor de
samenleving
inzetten? Dat is
het uitgangspunt bij mijn
werk,’ vertelt
coördinator,
verbinder en
coach Astrid
Veerman van
Versa Welzijn.
Ze is de enige
betaalde kracht
in het project ‘Tijd
voor Meedoen’, dat in een jaar tijd een groot succes werd.
Vanuit wijkcentrum de Draaikom in Huizen gaat Astrid in
gesprek met iedereen die een passie voor iets heeft - en
daar wat mee wil doen om het leven voor hemzelf en
anderen aangenamer te maken. Astrid helpt om die passie
waar te maken. Zo wilde een ex-alcoholist graag de gezelligheid van een café zonder confrontatie met alcohol. ‘We
hebben ons er samen voor ingezet. Inmiddels is er elke
zaterdag in de Draaikom ‘Het Nuchtere Café’ waar zo’n
zestig bezoekers graag komen.’
Alle ruimte
‘Tijd voor Meedoen’ is het vervolg op het project ‘Meedoen’, waarbij Astrid ook betrokken was. De gemeente
Huizen wilde hiermee mensen die buiten de samenleving
staan helpen om weer mee te kunnen doen. Hiertoe
werkten participatiecoaches samen met onder andere
de vrijwilligerscentrale, Versa Welzijn, een reïntegratiebureau en het WMO-loket. De methode die Astrid
gebruikte was zo succesvol dat de gemeente na twee
jaar besloot om alleen met Versa door te gaan. Astrid:
‘Dat wilde ik graag, op voorwaarde dat we niet alleen
zouden insteken op mensen buiten de samenleving,
maar op iedereen met een passie voor iets. Gelukkig
krijg ik van Versa Welzijn en de gemeente Huizen alle
ruimte om het op mijn eigen manier aan te pakken.’
8
Taarten bakken
Astrid kan enthousiast vertellen over wat er allemaal al
is ontstaan door haar bemiddeling. Zoals de vrouw met
een passie voor oude spulletjes die ervoor zorgde dat
de Geef- en Neemshop van de grond kwam: een winkel
in het wijkcentrum waar je spullen kunt brengen en weer
meenemen. Er zijn nu zestien enthousiaste medewerkers
bij betrokken. Een andere vrouw die behoorlijk depressief
was maar ook dol op bakken, bakt nu met veel plezier taarten voor de Geef- en Neemshop. Ze denkt erover om een
eigen taartenbedrijfje te beginnen. Steeds meer mensen
sluiten zich aan, ieder op zijn eigen manier en niveau. Zoals een werkloze manager met als passie hardlopen.
Hij traint nu elke week met een paar mannen die zich
depressief voelden. Of een
coach met overgewicht
die werd gekoppeld aan
een voedingsdeskundige: in ruil voor haar
begeleiding krijgt
ze voedingsadviezen om af te vallen.
Astrid verbindt de
deelnemers met elkaar.
‘Daarbij vertrouw ik
op mijn intuïtie. Als een
project eenmaal loopt, laat ik
het los. Loopt het niet helemaal
lekker, dan ga ik weer in gesprek
om wat bij te sturen. Valt een
project iemand tegen, dan
zoeken we net zolang
tot die persoon wel
gaat stralen.’
Community
Het draait hier niet
om gewoon vrijwilliger
zijn, legt Astrid uit.
‘Mensen doen iets
wat ze leuk vinden, en
daarmee geven ze zichzelf én
de ander wat. Het is dé essentie
van Welzijn nieuwe stijl – niet voor
niets de missie van Versa.
Het is mooi om te zien dat
het een sneeuwbal-effect heeft: het is een
soort community die
als vanzelf groeit.
Iedereen doet dingen
voor elkaar, leert van
elkaar en vult elkaar
aan. Er komen hier
wijkbewoners en ook de
gemeente verwijst kandidaten door. Ze ontmoeten
elkaar hier, maar de contacten
krijgen vaak een vervolg buiten
het wijkcentrum. Zo is onze
ontmoetingsruimte die er
best saai uitzag, helemaal
aangepakt door twee
vrouwen die graag
interieurs stylen.
Samen met een team
van handige mensen
kregen ze dat low
budget voor elkaar. De
twee stylistes denken
er nu over om samen een
bedrijfje te starten.’
Aanstekelijk
Wat is volgens Astrid nou het geheim van het succes?
‘We werken niet volgens een vast plan. Iedereen krijgt alle
ruimte om dingen te laten gebeuren. Hoe gek een idee
ook is, we proberen altijd om er een project van te maken.
Dat project laten we ontstaan en groeien. En ik zie wat
het met mensen doet: ze hebben weer
een doel, komen uit hun isolement,
krijgen een positiever zelfbeeld.
Dat zorgt allemaal voor meer
plezier in het leven. En
dat werkt door naar hun
thuissituatie en naar de
rest van hun omgeving.’
Astrids aanpak werkt
aanstekelijk op sommige
collega’s. ‘Af en toe geef
ik een presentatie over
wat hier gebeurt, maar het
liefst laat ik collega’s die daarom vragen, een dagje mee lopen.
Dan zien ze en ervaren ze het zelf.
Ik wil graag bouwen met collega’s die net
zo enthousiast zijn als ik. Samenwerken met mensen die
dit niet zien zitten, kost te veel energie.’ Binnenkort komt
een collega haar acht uur per week helpen, want ‘Tijd voor
Meedoen’ runnen is te veel werk geworden voor Astrid
alleen. Lachend: ‘Bij de gemeente praten ze al niet meer
over fte’s maar over Astrids.’
• Probeer erachter te
komen w
ligt , waarvan hun ogen aar de passie van medewer kers
gaa
creeren om de werkel ijk n t winkelen. Hoe kun je ruimte
e passie van mensen bo
ven water
te kr ijgen?
• Laat co llega’s meelo
pen, dan komen ze er ac
hter of deze
manier van werken bij
hen past.
• B lijf als organisat ie
betr ok
heden om dit soort init ken en geef ruimte en mogel ijkiatieven waar te maken
.
• B lijf altijd denken
vanuit mogel ijkheden,
hoe
gek een idee ook is. Hoe
gekker hoe beter.
Geïnspireerd door dit verhaal? Kijk op
www.tijdvoormeedoen.nl of mail met
Astrid Veerman voor een bezoekje aan
de Draaikom [email protected]
9
Extra ondersteuning voor
werkgevers en werknemers
De samenleving stelt andere eisen aan het werk van welzijnsorganisaties. Ondersteuning moet soberder, doelmatiger en dichter bij de burgers worden georganiseerd. Langs elkaar heen werken kan niet meer. En de concurrentie
neemt toe. Banen verschuiven naar wijkteams en andere aanbieders, zonder de garantie voor overname van personeel. Maar er liggen ook kansen. De ontwikkelingen in de branche zijn voor de sociale partners extra reden door
te gaan met hun ondersteuning en stimulansen voor werkgevers en werknemers. En om extra te investeren via
stimuleringsregelingen. Dit doen zij via FCB, in nauwe aansluiting met het werkveld, dus ‘daar waar het gebeurt’.
Vraaggerichte invulling
De activiteiten worden in overleg met organisaties
en regio’s ingevuld. Zodat ze voorzien in de specifieke behoeften die er zijn bij werkgevers en werknemers. Ook de invulling van nieuwe instrumenten
gebeurt bij voorkeur in nauwe (regionale) samenwerking met andere organisaties, binnen en buiten
de branche, en met het beroepsonderwijs en de
gemeenten. Een aantal activiteiten wordt uitgevoerd
onder regie van het Actieplan Professionalisering.
Meer weten? Kijk op www.fcbwelzijn.nl,
mail Bibi Prummel ([email protected])
of Maarten Hüttner ([email protected])
of bel FCB 030-2985 350
Arbeidsmarkt en mobiliteit
Ontdek je kracht én je loopbaankansen
➢Groepsbijeenkomsten over de arbeidsmarkt,
duurzame inzetbaarheid en mobiliteit
➢Loopbaanplein en Loopbaanwinkel met tips, tools,
tests en trainingen
➢ Digitale nieuwsbrief arbeidsmarkt en mobiliteit
➢Training en begeleiding rondom mobiliteit, individueel
en met groepen
➢Extra aanbod voor HR/leidinggevenden om mobiliteit
en employability in de organisatie te bevorderen
➢Onderzoek naar regionale arbeidsmarktontwikkelingen
en –kansen
➢ Vooronderzoek naar flexibel organiseren
Blijven ontwikkelen en vernieuwen
Gezond en veilig werken
Een stevige basis
➢Arbocatalogus
➢VerzuimSignaal
➢Risicomonitor
➢ Werkdruk- en Agressiespel
➢Anti-agressietool
➢ Advies en workshops rondom agressie
➢ Methode Plezier in Uitvoering
Extra stimulans voor kwaliteitsverhoging
➢Trainingen voor werknemers om hun kwaliteit en competenties te verbreden
➢ Training van leidinggevenden
➢Trainingen voor de ontwikkeling van welzijnsprofessionals
➢ Verkiezing Sociaal Werker van het Jaar
➢ Stimuleringsregeling Leren en Ontwikkelen
➢ Ontwikkeling branchestandaarden
➢Financiële of inhoudelijke ondersteuning voor nieuwe vormen van
samenwerking tussen professionals, vrijwilligers, medewerkers en leidinggevenden en tussen organisaties onderling, binnen en buiten de branche
➢Financiële ondersteuning van nieuwe initiatieven om de mobiliteit en
innovatiekracht van organisaties en individuele medewerkers te verhogen
Blijf op de hoogte
Kijk op www.fcbwelzijn.nl voor meer informatie, ervaringen en tips over samenwerken, leren en ontwikkelen,
arbo, cao en medezeggenschap.
Meld je aan voor de speciale e-mailnieuwsbrief FCB Welzijn & Maatschappelijke Dienstverlening met het laatste
nieuws over stimuleringsregelingen, bijeenkomsten, trainingen en meer. Ga naar www.fcb.nl - contact (onderaan).
10
Toen Teun van Gelder met een klaplong thuis zat,
had hij tijd om na te denken. ‘Ik maakte lange dagen in
een commerciële functie. Toen ik thuis was vroeg ik me
af: past dit wel bij mij? Ik wilde graag meer van mezelf
in een baan kunnen stoppen.’ Hij besloot te solliciteren
bij Synthese. ‘Eigenlijk zochten ze iemand met ervaring,
dus dat ik uit de sales kwam was geen pré. Maar de klik
was er. Tijdens dat gesprek voelde ik al de opluchting
dat ik gewoon mezelf kon zijn.’ Een maand later kon
hij beginnen. ‘Het is echt totaal ander werk,’ vervolgt
Teun, ‘maar niet alles is anders. In de verkoop ben
je hele dagen aan het communiceren. Dat doe ik als
opbouwwerker ook. Ik ben gewend om over geldzaken
te praten en een ander te overtuigen. Daar heb je wat
aan in de welzijnsector. En het zien van commerciële
kansen is ook een voordeel.’ Het verraste hem trouwens
dat zijn nieuwe collega’s ook commercieel denken. ‘Zij
werken heel strategisch en doelgericht. Dat had ik niet
verwacht.’ Teun heeft geen spijt van zijn keuze. ‘Het kan
ook aan de organisatie liggen, maar hier krijg je echt
het vertouwen en de waardering voor jouw persoonlijke
expertise. Dat bevalt me goed.’
Naam:
Teun van Gelder (27)
Werkt bij:
Synthese, Venray
Functie: Sociaal cultureel werker
De sector in of de sector uit?
Naam: Tjaaktje Doornbos (38)
Werkt bij: Werkt als zelfstandig
ondernemer in Loppersum
Functie:
Kindercoach /
Mede-eigenaar slagerij
De organisatie waar Tjaaktje werkte verhuisde
naar Amersfoort, maar zij ging niet mee. ‘Dat was
te ver reizen vanuit Loppersum.’ Zij had inmiddels
een opleiding tot kindercoach gevolgd en wilde dat
gebruiken bij het solliciteren naar een nieuwe baan.
Maar loopbaanbegeleiding gaf haar het inzicht dat
ze liever voor zichzelf wilde beginnen. ‘Ik kom uit
een ondernemersgezin en besloot mede-eigenaar
te worden van de slagerij van mijn ouders. Daar
werk ik nu twee dagen in de week. Daarnaast ben
ik begonnen met mijn praktijk als kindercoach.
Door de slagerij kan ik de tijd nemen om dat rustig
op te zetten.’ Ondernemen is echt wat anders dan
een baan. ‘Je moet alles zelf uitzoeken en invullen.
Binnen een organisatie wordt zo vreselijk veel voor
je geregeld. Maar het werk zoals ik het nu doe, had
ik nooit bij een organisatie kunnen doen. Het is
heel erg vrij.’ Toch is haar drive niet anders. ’Ik heb
ooit voor welzijn gekozen. Dat was toen een goede
keuze en is het nu nog.’ En de slagerij dan? ‘In de
praktijk gebeuren soms heftige dingen. De combinatie met de slagerij is een mooie afwisseling.’
Welke keuze maak jij in je loopbaan?
Ga naar www.fcb-loopbaanplein.nl voor misschien wel jouw volgende stap.
11
PRIKBORD
Rob F li ps
C oordinat e over Mar loes Nij
or
en
‘Mar l oes Uit bur o Lichtenv oorhdueis,
laa
door kwal it t zich v ooral leide
n
e
een beper k iten van cl ienten me
t
in
onv oor waa g. Ze geeft ze bijn
a
rdel ijk ver
tr ouwen!’
Gerdijanne Leestemaker over
Saskia Staman, begeleider
van jonge moeders bij
Scoop in Almelo
‘Jonge moeders zijn
gek op Saskia. Ze weet
vertrouwen te wekken en
te behouden. Ook van hen
die eerder in de hulpverlening
zijn vastgelopen.’
De kracht
van de
sociaal werkers
Uit de vele aanmeldingen die
binnen kwamen voor de titel
Sociaal Werker van het Jaar
blijkt dat ons land vol zit
met toppers.
Op dit Prikbord:
Wie droeg wie aan
en waarom?
Agnes Stappers-Rojer over
Angelique de Graaf,
maatschappelijk werker
Kwadraad in Gouda
Marleen van Marrum over
Fatima Craenen-Achoud, zelfstandig
sociaal werker in Eindhoven
‘Fatima vecht voor alles wat
bewoners graag zouden willen
in hun wijk. Ze brengt haar
enthousiasme over op
iedereen en gelooft in
de kracht van mensen.’
Hanz Lasthuis over Nynke Joustra,
Jongerenwerker in Nieuwegein
Angeliq
ue DE G
RAAF
‘In korte tijd heeft
Angelique de doelgroep
ouderen op de kaart gezet.
Heel Gouda kent haar als
de maatschappelijk werkster
die met ouderen werkt.’
rker
‘Nynke heeft het ‘eigen
ek, C oordinat or ‘Ste
ol
es
W
l
he
ic
M
er
ov
rens
kracht’-principe’ goed in Vera Bee Net werk’ in Zoetermeer
lingen
de vingers. Ze houdt ‘Michel realiseerde meer dan 100 koppe
c oaches.
k
er
w
et
n
en
s
er
g
jongeren een spiegel voor,
ra
v
t ussen hulp
rd, zijn wer k is
ee
iv
ot
em
om ze bewust te maken van
g
em
re
t
ex
Hij is
een baan.’
r
a
a
om
z
n
a
d
de mogelijkheden om zelf hun
r
ee
m
v oor hem
leefwereld te verbeteren.’
12
Saskia Dolleman over
Martijn de Witt, buurtcoach
in Doetinchem
‘Martijn is een grote
vriendelijke reus, die
van aanpakken weet.
Hij is gericht op
samenwerking en
heeft een positief
aanstekelijk humeur!’
r,
a St of fe
ic
s
s
e
J
r
e
v
andwijk o in O lst-W ijhe
Z
n
a
v
i
d
Ru gerenwer ker
Jon
ertr ouwen
en en v uk staat
r
e
d
r
a
a
w
‘Jongeren anks haar wer kdr klaar,
nd
ijd
Jessica. O altijd v oor ze alt ten.’
Jessica e gekste momen
ook op d
Marischka Thijssen over
Loes Groot Lipman,
Kinderwerker bij de Rastergroep
in Deventer
‘Zeker in deze tijd
van transitie is de
manier waarop Loes
werkt, kansen weet
te pakken en verbindt,
voor ons het voorbeeld
van Kinderwerk
Nieuwe Stijl’
Luyken,
Ilse Vo lkstedt over Suzannein Zoeter meer
ooi
Jongerenwerker Stichting M
t zij het lef
‘Ik draag Suzanne voor, omda
oetermeer
Z
in
te
rs
ee
s
al
om
d
ha
ge
t
heef
rsiteit en
het onderwer p ‘seksuele dive
pakken.’
te
op
ijk
el
rk
we
ad
da
’
en
er
ng
jo
Truus de Witte over Ytsje Noordenbos,
coordinator Home-Start in Leeuwarden
NBOS
ORDE
je NO
‘Ytsje levert éecht maatwerk.
ziet kansen, grijpt en benut ze.
Ze stelt de mensen voor wie
ze werkt centraal en voelt
aan wat werkelijk
nodig is.’
Yts
Bekijk de winnaar
en de filmpjes over
de genomineerden op
www.fcbwelzijn.nl
bij Sociaal Werker
van het Jaar.
Suzann
e Luyke
n
Marc Hogeboom over Peter Sleegers,
persoonlijk begeleider crisisopvang
d’n Herd in Helmond
‘Met zijn rustige, vriendelijke
en open karakter laat Peter
mij zien dat ik bij hem terecht
kan. Hij voegt daad bij zijn
woord, waardoor het
vertrouwen groeit.’
13
‘Je moet de vorm afstemmen
op de inhoud, niet andersom.’
Antoinet Wijnakker (52) won eind 2013 de titel Sociaal Werker van het Jaar. ‘Terecht’ volgens haar leidinggevende Karin Werts: ‘Antoinet is zo gedreven, die hoef je niet te motiveren, die moet je eerder afremmen.’
De telefoon was al een paar keer over gegaan, maar jeugden jongerenwerker Antoinet Wijnakker was druk aan het
werk en had even geen tijd om op te nemen. Na de gemiste oproepen belde ze toch maar terug. ‘Ik bel je omdat je
genomineerd bent voor Sociaal Werker van het jaar.’
Voordat Eerste Kamerlid Marijke Vos haar verhaal kon
afmaken, probeerde Antoinet haar al af te wimpelen:
‘Oh, daar doe ik helemaal niet aan mee. Dat is niks voor
mij,’ antwoordde Antoinet. Ze houdt er niet van om in de
spotlights te staan en probeerde de nominatie te cancelen,
maar toen Marijke Vos haar overtuigde dat ze met deze publiciteit het welzijnswerk op de kaart kon zetten en hiermee
een inspiratie kon zijn voor anderen, zwichtte ze. ‘Dit komt
én de jongeren ten goede én het werk van de welzijnswerker.’ Haar leidinggevende Karin Werts reageerde enthousiast op de nominatie en ook Antoinets man was uitgelaten
toen ze het hem vertelde. Toch kwam het echte besef pas
’s avonds. ‘Met mijn iPad op de bank zocht ik meer informatie en zag ik dat het Marijke Vos was die ik net had gequoted in een stuk over blended hulpverlening. Zij zet zich
zo in voor ons werk en zei in dat stuk: Welzijnswerkers,
doe nou eens wat meer aan PR, als jullie allemaal je mond
houden in de media overleeft het vak de bezuinigingsronde
niet. De knop ging om en ik dacht: ik ga ervoor.’
Whats app
En dat deed ze, Antoinet won. Mede omdat ze als jongerenwerker innovatief en vernieuwend bezig is. In het
juryrapport staat: Ze maakt gebruik van de hedendaagse
communicatiemiddelen die aansluiten bij de belevingswereld van de jongeren. En dat klopt. Whats app speelt
voor Antoinet een belangrijke rol in de communicatie met
jongeren. ‘Het contact is hierdoor veel laagdrempeliger.
Een van hen appte me laatst “Antoinet, ik heb last van mijn
buik.” Dat bericht kreeg ik de week ervoor ook al. Ik had
juist die week een afspraak met de ouders staan, maar die
werd op hun verzoek verzet. Toen ik de jongere appte om
te kijken of alles goed ging, begreep ik dat de pijn erger
was geworden.’ Haar onderbuikgevoel vertelde dat er iets
mis was en samen met een collega van het Centrum Jeugd
en Gezin (CJG), een verpleegkundige, ging ze die avond
langs voor ondersteuning. In overleg met de ouders belden
ze de huisartsenpost, die stuurden hen meteen door naar
de Eerste Hulp. Ook de kinderarts vond het riskant en
opereerde die nacht direct. ‘Als we geen actie hadden
ondernomen, was er een grote kans geweest dat het verkeerd had kunnen aflopen. Gelukkig dachten we allemaal
14
Alie Wiertsema
op het juiste moment: we moeten nú handelen. Door die
kleine berichten via whats app wist ik dat het langer niet
goed ging met de jongere en ging ik eropaf. Het is fijn als
organisaties als Welzijn, Jeugdzorg, GGZ en Politie goed
op elkaar zijn afgestemd, dan kunnen we snel schakelen,
waardoor een mogelijk probleem tijdig wordt aangepakt.’
Lage drempel
Maar is Antoinet dan altijd en overal bereikbaar? ‘Eigenlijk
wel, maar het zijn lang niet allemaal lange gesprekken.
We zijn aan het onderzoeken of we dit Radiusbreed kunnen gaan uitzetten zodat meer medewerkers in het Land
van Cuijk whats app-dienst hebben. En hoe we dat 24/7
gaan doen. De jongeren zitten overdag op school, de problemen of de vragen doen zich meestal in de namiddag en
avond voor.’ Karin Werts, manager Radius Cuijk, legt dit uit:
‘Welzijnswerk heeft een lagere drempel dan de hulpverlening. Je brengt de leefwereld van de mensen waar het om
gaat dichter bij de systeemwereld, de regels en de wetten.
Antoinet heeft als jongerenwerker goed contact met de
jeugd en omdat zij zo toegankelijk is, voorkomt ze vaak dat
een hulpvraag uitgroeit tot een probleem.’
Antoinet: ‘Het gaat erom dat ouders en jongeren mij weten
te vinden als ze ergens mee zitten. Samen kijken we naar
een oplossing. En wanneer het nodig is, zit ik direct bij het
CJG en hun expertise.’
Eén-klant-systeem
Maar niet alle huishoudens willen hulp. Volgens Jeannette
Posthumus, manager CJG Land van Cuijk, komt Antoinet
dan toch snel tot een goed gesprek en tot de kern van het
probleem. Ook bij huishoudens die al veel verschillende
hulpverleners over de vloer hebben gehad. ‘Die slaan
soms letterlijk de deur in je gezicht dicht als er weer een
sociaal werker aanbelt.’ Hierin kan Welzijn een grote rol
spelen. Antoinet: ‘Ik vraag alleen wat er aan de hand is en
wat voor ondersteuning iemand nodig heeft.’ En als ze één
ding heeft geleerd, is het wel dat het geen zin heeft hulp
te bieden als diegene er niet voor openstaat. ‘Het éénklant-systeem werkt dan vaak perfect: er is één regisseur
die de juiste mensen van de juiste instanties per probleem
inschakelt. Zo dringen we langzaam tot de kern door.’
Maatwerk
‘Je moet de vorm afstemmen op de inhoud, niet andersom,’
legt ze uit. En daar liggen kansen, bijvoorbeeld voor de
gemeente Cuijk, die staat voor zelfredzaamheid. In het
kader van bezuinigen vroeg de gemeente aan Welzijn om
mee te denken over een jongen van veertien die het etiket
‘verstandelijke beperking’ heeft. Elke dag bracht een busje
hem naar school. Antoinet: ‘Hij moest tien minuten met de
trein reizen om op school te komen. De vraag was of wij de
jongere wilden begeleiden met reizen, en te onderzoeken
of hij dit ook alleen kon.’ Ze wisselden nummers met hem
uit en maakte een plan. Met hulp van hbo-stagiaires kon hij
binnen zes weken zelfstandig met de trein naar school.
‘Op de terugweg zocht hij ons op in het jongerencentrum
CYou, om te vertellen
dat het goed was
gegaan en om
een praatje te
maken.’ Daar
leerde hij ook
andere jongeren kennen.
‘Het klikte, hij
werd vrijwilliger
en als we niet
opletten is hij binnenkort directeur.’
Dit is het perfecte
voorbeeld waarin een
goede samenwerking tussen
verschillende instanties en blended hulpverlening wordt
toegepast. Antoinet: ‘Dit maatwerk past helemaal in het
nieuwe werken en belangrijker: het vergroot de zelfredzaamheid van jongeren.’
Op 3 december 2013 koos een vakjury samen
met de deelnemers aan het Welzijnsdebat Antoinet Wijnakker als Sociaal Werker van het Jaar. Aan
de titel zijn twee geldprijzen verbonden: €1000
voor een eigen project in de wijk en €795 voor
persoonlijke ontwikkeling. Gemeente Cuijk heeft
dit bedrag nog eens getopt met €500.
Wat maakt Antoinet zo bijzonder? We vroegen het
haar manager Radius Karin Werts en Jeannette
Posthumus, manager CJG Land van Cuijk.
Karin: ‘Antoinet zet zich altijd volledig voor een
project in, zoals het whats appen met de jongeren. Ze gaat meteen aan de slag en gaandeweg komen we erachter wat goed werkt en
wat niet. Natuurlijk zijn er beren op de weg,
maar we tackelen het probleem pas als er een
probleem is. Zo voeren we veranderingen in
de Welzijnssector snel en efficiënt door.’
Jeannette: ‘Antoinet is in staat een goed gesprek
te voeren op elk niveau en met elke culture
achtergrond. Ze gaat open een gesprek in,
komt snel tot de kern en werkt oplossingsgericht. Antoinet is zo gedreven, die hoef je niet
te motiveren, die moet je eerder afremmen.’
Bekijk de filmpjes van de genomineerden
op www.fcbwelzijn.nl
bij Sociaal Werker van het Jaar.
15
Hier sta ik (voor)!
Op een krachtige manier vertellen wat je doet, waarvoor je staat en waarom
ze juist jou moeten hebben: het is niet zo vanzelfsprekend voor de meeste sociaal werkers.
Maar wel een must nu het werkveld zo verandert. Speciaal voor hen is er de training ‘Hier sta ik (voor)!’
‘Wat doe jij nu eigenlijk?’ Voor veel welzijnswerkers is dat
een vervelende
vraag. Ze vinden
het lastig om
zichzelf goed te
profileren. Geen
wonder, zegt
‘welzijnsmarketeer’
Anneke Krakers,
die lezingen,
trainingen en
workshops
geeft om sociale
professionals te leren zichzelf beter voor het voetlicht te
brengen. ‘Ze zijn over het algemeen bescheiden, kiezen
voor het vak omdat ze graag anderen willen helpen. Ze
hebben een groot hart, hun drive en passie voor het werk
is enorm. Zichzelf vinden ze niet zo belangrijk. Bovendien
hebben ze tijdens hun opleiding nooit geleerd om zichzelf
te profileren.’ Maar nu er zo veel verandert in het werkveld,
voldoet die houding niet meer. Daarom is er nu de training
‘Hier sta ik (voor)!’: een aanrader als je het lastig vindt om
kort en krachtig te vertellen wat je doet, waarvoor je staat
en waarom ze juist jou moeten hebben. FCB ontwikkelde
het traject samen met Anneke Krakers, die de training
overal in het land geeft.
Perfecte pitch
In de training noemen ze ‘Wat doe jij nu eigenlijk’? gekscherend ‘de vervelende rotvraag’. Anneke: ‘Maar als die
vraag komt van een wethouder die subsidies verstrekt,
is het wel belangrijk om goed te antwoorden. Hoe je dat
‘pakkend en plakkend’ doet, leer je in de training. Een
perfecte pitch geven is dan ook een belangrijk onderdeel
ervan.’ De sociale sector heeft een marketingprobleem,
vindt Anneke. ‘Marketing en profilering hebben veel met
elkaar te maken. Je kunt je niet profileren als je niet hebt
nagedacht over je marketing: wie is mijn klant, wat is zijn
pijn, hoe ga ik die klant daarbij helpen en waarom moet die
klant voor mij kiezen? Pas als je dat helder hebt, kun je aan
de gang met je pitch. Hoe scherper je je keuzes maakt,
hoe beter de marketing werkt, weet Anneke. ‘Soms vinden
deelnemers dat kiezen moeilijk. ‘Ik ben er voor iedereen’,
zeggen ze dan. Maar je kunt niet iedereen helpen. Het is
16
beter om met een collega af te spreken: als ik de tienermoeders ondersteun, help jij de eenzame ouderen. Zo sta
je scherper in de markt en heb je minder last van bezuinigingen. Bovendien word je een expert in wat je doet en
onderscheid je je beter.’ Ze merkt tijdens de training dat dit
confronterend kan zijn. Sociale professionals hebben vaak
als uitgangspunt: ik ben er voor iedereen, laat niemand in
de kou staan. ‘Toch moet iedereen kiezen. We volgen een
systeem van zeven stappen waarin je steeds verder werkt.
Als je bij een bepaalde stap geen duidelijke keuze maakt,
loop je later vast en kun je niet verder.’
Gewoon dóen
‘We hebben een hoop plezier met elkaar, de sfeer is prettig’, vertelt Anneke. ‘Iedereen deelt van alles met elkaar en
ondersteunt elkaar. Natuurlijk zijn de deelnemers soms ook
kritisch naar elkaar toe. Zoals in de Facebook-groep, waar
iedereen op elkaars eindpresentatie reageert.’ Lachend:
‘Het klinkt een beetje als preken voor eigen parochie, maar
jezelf profileren is zo’n belangrijke vaardigheid, iedereen
zou deze training moeten volgen. Ik zeg: niet twijfelen,
gewoon dóen!’
‘Ik praat niet meer vanuit ‘wij’, maar vanuit mezelf’
‘Vroeger zei ik altijd: ik ben gezinscoach in multi-probleem gezinnen’ vertelt
Heleen van Keulen, gezinscoach bij het Leger des Heils. ‘Nu zeg ik: ‘Ik help
gezinnen die aan de onderkant van de maatschappij zitten, waar psychische problemen zijn
n waarvan de kinderen op het punt staan om uit huis gezet te worden.’ Als ik vroeger presentaties deed, had ik het altijd over ‘wij’. Nu praat ik vanuit mezelf, leg ik mijn eigen gevoel erin. Het
komt dan beter binnen bij mensen. Voor de eerste trainingsdag, een face-to-face bijeenkomst,
heb ik vrij genomen. Maar de rest mocht ik van mijn leidinggevende tussen het werk door doen.
En de presentatie over de training die ik op mijn werk gaf, werd enthousiast ontvangen.’
‘Juist aan de marketing heb ik veel gehad’
Lindsay Aanraad, maatschappelijk werker: ‘Dat er ook marketing kwam kijken bij de training had
ik niet verwacht, maar juist daar heb ik veel aan gehad. Het moeten focussen op één ding vond
ik lastig, want ik doe van alles in mijn werk: multi-probleem gezinnen begeleiden, woonbegeleiding, bemiddelen bij scheiding… Daarom besloot ik me te richten op ons stadsdeelteam,
dat bestaat uit verschillende disciplines zoals ouderenwerk en jongerenwerk. We willen onze
gezamenlijk visie naar buiten toe uitstralen. Ik gaf het team een workshop over het zeven-stappen-plan uit de training. We sparren daar nu samen over en voelen onderling meer verbondenheid.’
‘Wat ik leerde tijdens de training deel ik weer met mijn collega’s’
Janneke Boxman is E-shopmedewerker bij de i-Shop XL in Den Haag, de ‘weetwinkel voor iedereen’: er komen mensen met vragen over bijvoorbeeld geld, mantelzorg en moeilijke brieven die
ze van de overheid hebben gekregen. Janneke: ‘Wat ik tijdens de training leerde, deel ik weer
met mijn collega’s. Laatst hebben we allemaal een pitch gedaan in een vergadering. Verder
gaan we klanten op een uitdagende manier informeren via andere kanalen, zoals e-mail en
social media. Dat zat altijd al in mijn achterhoofd, maar door de training ben ik er ook echt mee
aan de slag gegaan.’
Meer over ‘Hier sta ik (voor)!’
•
•
Het
traject duurt vier tot zes maanden en bestaat uit een starttraining van één dag, twee
follow-up bijeenkomsten via een digitale leeromgeving, support via een Facebook-groep
en het delen van resultatenmet collega’s binnen en buiten de organisatie, op een zelf te kiezen manier.
De training is bedoeld voor werknemers die vallen onder de CAO Jeugdzorg of de CAO Welzijn & Maatschappelijke Dienstverlening. Het is een initiatief van de vakbonden in het kader van het actieplan Professionalisering Welzijn. In dit programma werken werkgevers, werknemers en onderwijspartijen met elkaar samen
om de professionaliteit van de sector te versterken. Dankzij de stimuleringsregeling, een financiële bijdrage
aan de ontwikkeling van professionals, komen de kosten van de training voor rekening van FCB.
Meer weten? kijk op www.fcb.nl bij Over FCB – Leren en ontwikkelen.
Aanmelden voor de training? Stuur een mail aan Tineke Walstra, [email protected]
17
Nieuwe samenwerkingsvormen, nieuwe manieren van werken en minder subsidie van de
gemeenten. Om al deze ontwikkelingen het hoofd te bieden, moest welzijnsorganisatie
Welsaen reorganiseren. Dat betekende dat niet alle medewerkers in dienst konden blijven.
Voor die groep maakt de organisatie gebruik van de Loopbaanwinkel van de sociale partners.
‘De reorganisatie was echt nodig, anders hadden we
niet kunnen overleven.’ Astrid Goossens is hoofd P&O
bij Welsaen, een welzijnsorganisatie voor de regio’s
Zaanstreek en Waterland en Amsterdam-Noord. Ze vertelt over de grote invloed van de veranderingen binnen
de organisatie op het functioneren van de medewerkers
en de snelheid waarop dit allemaal plaats moest vinden. ‘We zaten allemaal even in een snelkookpan.’ De
veranderde werkwijze van de organisatie, de reductie in
personeel die noodzakelijk was en de reorganisatie die
hierop volgde, deed Welsaen besluiten om met nieuwe
functieprofielen te gaan werken. Functieprofielen die
aansluiten op de vereisten van de gemeente Zaanstad.
‘Met de vakbond spraken we af om het principe van
matching toe te passen’, vertelt Goossens. ‘Waarbij is
gekeken naar welke mensen over welke competenties beschikken en in welke nieuwe rol ze
konden passen.’
Matchinggesprekken
Welsaen schakelde hiervoor een
extern bureau in dat met de
medewerkers aan de slag ging
met matchinggesprekken.
Goossens: ‘In die gesprekken
konden medewerkers aangeven welke nieuwe functies
ze interessant vonden. Er
waren ook medewerkers die
aangaven dat ze hun beste tijd
bij ons wel hadden gehad en in
aanmerking wilden komen voor
de vrijwillige vertrekregeling in het
sociaal plan. Sommige medewerkers kozen ervoor om als ZZP’er aan
de slag te gaan, anderen zijn een studie
gaan volgen.’ Naast de gesprekken was er
ook een casus voor de medewerkers. Niet alle medewerkers begrepen direct waarom ze de casus moesten
doen: ‘Ze vroegen zich af waarom dat nou nodig was.
18
Maar achteraf heeft het de organisatie een boost gegeven. Medewerkers kwamen op een gegeven moment
zelfs vragen of ze de casus mochten uitvoeren.’
Begeleiding naar ander werk
Van de 48 herplaatsingskandidaten, konden er uiteindelijk 23 blijven. Zij kregen een functie op basis van de
nieuwe profielen. 25 Medewerkers kwamen in aanmerking voor ontslag, of vertrokken uit eigen beweging. Als
onderdeel van het sociaal plan, dat was overeengekomen met de vakbond, bood Welsaen hen een van-werknaar-werk-traject aan. Goossens: ‘We wensten geen
langdurige boventalligheidsperiode voor deze medewerkers, maar wilden hen zo snel mogelijk goed begeleiden
naar ander werk.’ Welsaen koos ervoor om gebruik te
maken van de Loopbaanwinkel, die speciaal
voor dit soort trajecten door de sociale
partners is opgezet. Bovendien kon
Welsaen daarmee aanspraak
maken op de speciale stimuleringsregeling van FCB. Een
subsidie die werkgevers
ondersteunt om aan de
slag te gaan met vanwerk-naar-werk-trajecten
voor werknemers die in
aanmerking komen voor
ontslag. Goossens: ‘Van
een bevriende ex-directeur hoorde ik dat zij er
goede ervaringen mee had
en door de subsidie werd
het ook financieel aantrekkelijk.’ Er is zelfs voor gekozen
om niet alleen de herplaatsingkandidaten, maar ook de blijvende
werknemers de kans te geven om zich te
oriënteren op de arbeidsmarkt.
Snel schakelen
Welsaen startte de training met vier groepen: twee
groepen met herplaatsingkandidaten, die de training
verplicht moesten volgen, en twee groepen voor overige
personeelsleden. Zij kregen allemaal een uitgebreide
training ‘Netwerken & Solliciteren’. De vier bijeenkomsten
werden georganiseerd vanuit de Loopbaanwinkel. Elly
Blankman is medewerker Personeelszaken bij Welsaen.
Zij volgde als coördinator van de trainingen de eerste
drie bijeenkomsten. Bij de start van de bijeenkomsten
viel wel op dat er wat weerstand was onder de
deelnemers. Ze hadden er behoefte aan
om eerst de gevolgen van de
reorganisatie met elkaar te bespreken. Blankman: ‘De trainers
konden gelukkig snel te schakelen en gaven ruimte aan
die signalen.’ De meeste
deelnemers zijn positief
over het traject. ‘De trainingen waren erg prikkelend.’
In korte tijd hebben de
deelnemers geleerd om
beter naar zichzelf te
kijken. Maar ook hoe je een goede sollicitatiebrief
schrijft, of hoe je je kunt profileren op LinkedIn.
Tevreden
Welsaen koos ervoor om de communicatie over het outplacementtraject zelf te doen, hoewel
dit ook uit handen gegeven
had kunnen worden via de
outplacementorganisatie
die aangesloten is bij de
Loopbaanwinkel. Goossens adviseert dan wel om
voor de ondersteuning van
dit soort outplacementtrajecten iemand in de
organisatie vrij te maken:
‘Het kost veel tijd.’ Het
hoofd P&O is achteraf heel
tevreden over de inzet van de
Loopbaanwinkel: ‘Het is echt
heel goed bevallen, ik kan niet
anders zeggen.’
www.loopbaanwinkel.nl
De Loopbaanwinkel biedt een breed assortiment aan loopbaanbegeleiding; variërend van individuele coaching op het gebied van
loopbaan- en arbeidsmarktoriëntatie tot werk-naar-werk-trajecten.
Ook worden er groepstrainingen aangeboden, zoals ‘Verken je
loopbaan’ en ‘Netwerken en solliciteren’. Alle trajecten kunnen door
werkgevers voor hun medewerker(s) worden ingekocht.
www.fcb-loopbaanplein.nl
Voor iedere werknemer is het belangrijk is om bezig te zijn en blijven
met je eigen ontwikkeling en loopbaan. Het Loopbaanplein daagt
uit om na te denken over waar je goed in bent, waarin je jezelf wilt
ontwikkelen en hoe je jezelf in je werk wilt profileren naar anderen.
Het plein staat vol met tips en tools en biedt de mogelijkheid om te
zoeken naar opleidingen en vacatures die passen bij de (net ontdekte) loopbaanwensen. Op het werkgeversdeel van het Loopbaanplein
kun je vacatures plaatsen, kandidaten zoeken en vinden en komen
er testimonials van collega-organisaties waarin je kunt lezen hoe zij
in deze tijd omgaan met mobiliteit en loopbaanbegeleiding, en waar
medewerkers uit de branche een nieuwe werkplek hebben gevonden.
Vraag een informatiepakketje aan over het
Loopbaanplein en de Loopbaanwinkel via
[email protected] of kijk op de website.
19
‘Laat je niet naar
achteren dringen’
Danijela Novaković kwam 16 jaar geleden uit Servië naar Nederland om aan de Kunstacademie te studeren
en werkt sinds 4,5 jaar als portier bij de Sleep-Inn, de grootste daklozenopvang van Utrecht.
Welke tips heeft zij om agressie tegen te gaan?
Midden in het gesprek gaat Danijela rechtop staan, zet
haar voeten stevig op de grond en steekt haar hand recht
vooruit. ‘Het allerbelangrijkste als je omgaat met agressieve mensen’, legt ze uit, ‘is om letterlijk en figuurlijk sterk in
je schoenen te staan. Laat je niet naar achteren dringen,
maar blijf staan waar je staat. Straal kalmte uit, laat de ander niet zien wat er in je omgaat. Als ik agressie bij iemand
voel, reageer ik heel rustig en geef aan waar mijn ruimte is.
Ik ben er klaar voor, wat die persoon ook gaat zeggen.’
Voor Danijela is deze houding geen bewuste keuze, benadrukt ze, maar een vorm van lijfsbehoud die ze zichzelf
al jong heeft aangeleerd. ‘Mede door mijn ervaringen in
de periode dat er oorlog was in mijn land, voel ik agressie meteen. Ik scan heel snel: wat is er aan de hand, wat
Zijn het er echt zoveel?
Begin 2012 waren ruim 27.000 mensen dakloos.
Bijna de helft van de daklozen verblijft in Amsterdam,
Utrecht, Den Haag en Rotterdam. Daklozen hebben
geen vaste verblijfplaats en slapen in de opvang, op
straat of in openbare gebouwen, maar onder hen
zijn ook personen die tijdelijk bij familie of vrienden
verblijven. Het aantal daklozen blijkt de afgelopen jaren
te zijn toegenomen. In 2010 waren het er nog ruim
23.000. Vier op de vijf daklozen zijn mannen, een op
de vijf is een vrouw. Dakloze vrouwen zijn relatief jong:
30 procent is 18 tot 30 jaar oud. Van de mannen valt
ruim 20 procent in deze leeftijdsgroep.
Bron: HSPublicity
moet ik doen, hoe kan ik het beste reageren? Moet ik
vooral luisteren of juist duidelijk een grens stellen? Je kunt
altijd met mensen proberen te praten, hoe kwaad ze ook
zijn. Tenminste, als je zelf niet bang bent. En dat kun je
oefenen.’
Kiem smoren
De belangrijkste taak van een portier bij de Sleep-Inn is
om de regels al bij de poort te handhaven, vóórdat gasten
naar binnen gaan om zich in te schrijven. Danijela houdt
geschorste gasten buiten, let op dat mensen geen alcohol
naar binnen nemen en probeert ruzies in de kiem te smoren. Maar dat is slechts één kant van het verhaal, onderstreept ze. ‘Ik hóud van die mensen. In eerste instantie
zag ik dit werk niet zitten, want ik had al genoeg agressie
gezien. Maar de eerste avond dat ik hier werkte, was ik
meteen verkocht. Ik maak praatjes met mensen, vraag wat
ze hebben meegemaakt, probeer te helpen, geef tips. Uiteindelijk willen ze vooral dat je naar hen luistert. Mijn motto
is dan ook: hoe vriendelijker hoe beter, tót het moment dat
ik iets anders moet doen.’
Welke toon kiest Danijela als ze mensen moet aanspreken? ‘Een láge toon. Precies zoals ik nu met jou praat:
rustig en vanuit mijn buik. Als je er een emotionele kwestie
20
van maakt, win je het nooit. En dat hoeft ook niet. Je
weet dat het team achter je staat, je weet wat er aan
de hand is, je weet wat de regels zijn. Consequent zijn
is heel belangrijk. Mijn taak is om de regels duidelijk te
maken. Dus bied ik de keuze: wil je nu een schorsing
oplopen of zullen we samen proberen een oplossing te
vinden?’
Zeker in het begin probeerden veel gasten Danijela te
provoceren: ze testten haar uit. ‘Het helpt dan om te
denken: dit gedrag heeft met jóu te maken, niet met mij.
Er is altijd een reden waarom iemand agressief is en die
probeer ik zo snel mogelijk te achterhalen. Ik kijk naar
iemands houding, stel vragen, observeer. Soms is het
goed om letterlijk te benoemen wat je voelt, bijvoorbeeld
als iemand je bang maakt. Soms is het beter om heel
duidelijk ‘stop’ te zeggen: hee, je gaat nu te ver.’
Digitaal logboek
Om te zorgen dat alle medewerkers consequent op
één lijn zitten, vindt regelmatig overleg plaats tussen
de portiers, de avondmedewerkers, de vrijwilligers, de
nachtwakers en de ochtenddienst. ‘Verder hebben we
een digitaal logboek’, vertelt Danijela, ‘dat we ook thuis
kunnen lezen. Hierin schrijven we alles op wat belangrijk
is, bijvoorbeeld als we een uitzondering op de regels
hebben gemaakt. Zo kunnen we ervoor zorgen dat die
uitzondering eenmalig blijft en mensen er geen misbruik
van maken.’
Hoe gaat Danijela om met ‘grenzenzoekers’, mensen die
nét niet over de schreef gaan maar zich wel vervelend
opstellen? ‘Het is vooral belangrijk om te laten merken
dat je het ziet. Laatst smeet een gast na binnenkomst
zijn fiets heel hard in het rek, op een provocerende
manier. Ik heb hem direct aangesproken, om te laten
merken dat ik zijn gedrag niet accepteerde. Vervolgens
heb ik een grapje gemaakt, waarop hij moest lachen.
Vaak is dat een goede manier om iemand te kalmeren:
wél duidelijk een grens stellen, maar het tegelijkertijd een
beetje luchtig houden.’
Het bewaken van de grens is echter niet altijd even makkelijk, geeft Danijela toe. ‘Soms merk ik dat een bepaalde
regel voor mij persoonlijk minder belangrijk is. Ik gebruik
de regels ook alleen als het echt moet. Als ik echt geen
geduld meer heb met iemand, zal die persoon dat zeker
merken. Maar ik werk hier niet als politieagent: de SleepInn is en blijft een laagdrempelige opvang. Daklozen
hebben het moeilijk, ze hebben vaak veel stress. Soms
willen ze gewoon even aandacht. Ze kunnen heel hard
roepen, maar daarna is het vaak ook snel weer over.’
Agressiespel - in gesprek over agressie
Welke voorzorgsmaatregelen kun je treffen om agressie te voorkomen? Wat doe je als het toch gebeurt?
En hoe verwerk je een agressie-incident achteraf, zowel administratief als emotioneel? Het Agressiespel, ontwikkeld voor en door organisaties uit de sector, biedt je team de mogelijkheid om op een constructieve manier
agressie bespreekbaar te maken. Het spel wordt gratis aangeboden door FCB aan organisaties in de branche.
Het Agressiespel kan los worden gespeeld, maar ook als aanvulling op het Werkdrukspel.
IE
AGRESSagre
ssie
in gesprek over
SPEL
oneens
IE
AGRESSagre
ssie
in gesprek over
SPEL
eens
IE
AGRESSagre
ssie
in gesprek over
SPEL
Vraag het gratis Agressiespel aan op www.fcbwelzijn.nl
21
Op weg naar een nieuwe cao
Een ontwikkelgroep van 15 werkgevers en 15 werknemers ging afgelopen jaar de dialoog om
de CAO-tafel te adviseren over een fundamentele vernieuwing van de CAO Welzijn &
Maatschappelijk Dienstverlening. Een impressie van dit dynamische proces, waarbij
de groep bij verschillende organisaties in het land te gast was.
28 februari en 3 april 2013– FCB, Utrecht
‘Ondernemerschap bij medewerkers is belangrijk en
ik wil daaraan bijdragen door mee te denken over een
nieuwe cao.’
De energie zat er meteen al in bij de eerste bijeenkomst.
Allemaal streven ze naar hetzelfde: een leesbare cao die
stimuleert om in beweging te blijven.
25 april 2013 – de Heyhoef van Contour de Twern, Tilburg
‘Ongelijke monniken, ongelijke kappen. Heb ruimte
voor diversiteit van mensen, het unieke van ieder
mens.’
Aan de slag met de randvoorwaarden voor
optimale inzetbaarheid. Om dat te bereiken zou volgens de groep het functieboek moeten worden afgeschaft. En
de dialoog tussen werkgevers en
werknemers over duurzame inzetbaarheid gestimuleerd worden. In
alle openheid en op weg naar een
meer volwassen arbeidsrelatie. Ook
is vanuit allerlei kanten bekeken hoe
de huidige ontslagbepalingen ingezet
kunnen worden om duurzame inzetbaarheid te versterken.
19 juni 2013 – Spiegeltent, Lochem
‘Door een klein deel van het Individuele
Keuzebudget te oormerken, voorkom je dat het
gesprek over inzetbaarheid door de waan van de dag
niet doorgaat.’
Moeten medewerkers de volledige vrijheid krijgen om
hun individuele keuzebudget aan te wenden, of moet je
een deel oormerken voor inzetbaarheid? Expliciet ‘Ja, want
mensen kunnen prima zelf keuzes maken en oormerken is
betuttelend.’ Tot: ‘Een beetje ondersteuning kan goed zijn,
om te voorkomen dat niet alles omgezet wordt in vakantiedagen en extra geld, zonder iets te doen aan ontwikkeling
en mobiliteit.’
29 augustus 2013 – Stichting Maatvast, Nieuw Vennep
‘Omdenken, van bedreigingen kansen maken.
Out of the box. Voor mij heeft dat echt gewerkt.’
Terugblikkend op de sectorbijeenkomst viel het de
ontwikkelgroepleden op dat zij zelf de essentie van de
nieuwe cao veel beter in de vingers hadden, dan de aanwezigen op 26 juni. Veel kritische kanttekeningen voelden
22
zij als twijfels en invoeringsvragen, die in de ontwikkelgroep al uitgebreid besrpoken waren. Oplossingen zijn
bedacht en praktijksituaties gedeeld. Bijvoorbeeld over
bepaalde tijd contracten: ‘Liever een extra contract voor
bepaalde tijd, dan geen baan, of een 0-urencontract.
Meer ruimte hierin is voor zowel werkgevers, die meestal
een opdracht krijgen voor een bepaalde periode, als voor
werknemers een voordeel.’
5 november 2013 – Welstede, Ede
‘De huidige cao werkt belemmerd, omdat ze
te weinig naar individuele kracht kijkt.
Deze vernieuwing ondersteunt wel die
kracht.’
De nodige berekeningen geven
inzicht in de bedragen die gekoppeld
zijn aan het Individuele Keuzebudget. Vooral als de vertaling wordt
gemaakt naar ‘centen, in plaats
van procenten’. Ook de volwassen
arbeidsrelatie komt nogmaals aan
bod. Door een klein deel te oormerken voor inzetbaarheid, gekoppeld aan een periodiek gesprek, help
je werkgevers en werknemers om te
groeien naar een evenwaardige, volwassen
arbeidsrelatie.
17 december 2013 – Stadion, Utrecht
‘Normaal loopt een cao achter de ontwikkelingen aan,
deze cao probeert om juist voorop te lopen en veranderingen in het werk te stimuleren. Een duwtje de
goede kant op.’
De onderhandelingen tussen de werkgeversorganisatie
MOgroep en de werknemersorganisaties Abvakabo FNV
en CNV Publieke Zaak zijn begonnen. Door het intensieve
voortraject is het gezamenlijk gedeelde gedachtengoed
helder. Het wordt nu verder uitgewerkt en ingevuld.
Meer informatie over de essentie van de caovernieuwing, achterliggende gedachten, reacties
uit de regiobijeenkomsten en de laatste stand van
zaken zijn te vinden op
www.fcb.nl/nieuwecaowelzijn
De kracht van de cijfers
2013 - 2014
vrijwilligers zijn naar
schatting actief in de branche
betaalde
werknemers
in 2013
minder dan
in 2012
van de medewerkers
heeft een MBO opleiding
van de medewerkers
heeft een HBO opleiding
werkt in het vakgebied
waarvoor hij/zij is opgeleid
is tevreden met het werk
wil inzicht krijgen in zijn
kansen op de arbeidsmarkt
toestroom in 2013,
afgestudeerden willen
instromen in de branche
van de werknemers is op
zoek naar een andere baan
van de werknemers heeft in
2013 te maken met
fysieke agressie
heeft een training gevolgd
gericht op omgaan
met agressie
Bronnen:
Onderwijsrendementscijfers (2012 t/m 2015) • Factsheet Welzijn 2013 (FCB)MO-Groep
• Werknemersonderzoek Zorg en WJK (Panteia) •
Het bestuur van FCB:
www.fcbwelzijn.nl
t. 030-2985 350
[email protected]