Lijfrentekapitaal komt vrij door overlijden

Download Report

Transcript Lijfrentekapitaal komt vrij door overlijden

Lijfrentekapitaal komt vrij door overlijden
Komt er lijfrentekapitaal vrij door het overlijden van de rekeninghouder? Of van de verzekerde op
een lijfrenteverzekering? Dan moet je een keuze maken wat je met het kapitaal gaat doen. Je kunt
het periodiek laten uitkeren. Hiervoor kun je kiezen uit een bank- of verzekeringsproduct. Het
kapitaal in 1 keer laten uitkeren is ook mogelijk. En soms kun je ervoor kiezen het kapitaal te laten
groeien.
Wil je het kapitaal laten uitkeren? De looptijd van de uitkeringen is afhankelijk van je relatie tot
degene die is overleden. De regels vind je in deze tabel.
Uiteraard kun je ook bellen voor meer informatie.
Je relatie tot de overledene
Kind, kleinkind, achterkleinkind
Uitkeringsduur bankproduct
ste
Minimaal 5 jaar voor 30
ste
verjaardag. Of tot 30 verjaardag.
Of minimaal 20 jaar. *
Uitkeringsduur verzekeringsproduct
ste
Tot 30 verjaardag of levenslang.
Partner, ex-partner
Minimaal 5 jaar.
Vrije keuze. En 1% sterftekans. **
Vader, moeder, opa, oma of
overgrootvader, overgrootmoeder.
Ouder dan 30 jaar.
Minimaal 20 jaar.
Levenslang
Vader, moeder jonger dan 30
Minimaal 5 jaar voor 30
verjaardag. Of tot 30ste verjaardag.
Of minimaal 20 jaar. *
Tot 30
Broer, zus jonger dan 30 jaar
Minimaal 5 jaar voor 30ste
ste
verjaardag. Of tot 30 verjaardag.
Of minimaal 20 jaar. *
Tot 30ste verjaardag of levenslang.
Broer, zus ouder dan 30 jaar
Minimaal 20 jaar.
Levenslang
Oom, tante jonger dan 30 jaar
Minimaal 5 jaar voor 30ste
ste
verjaardag. Of tot 30 verjaardag.
Of minimaal 20 jaar. *
Tot 30ste verjaardag of levenslang.
Oom, tante ouder dan 30 jaar
Minimaal 20 jaar.
Levenslang
Volle neven, nichten (kinderen van broer
of zus van de overledene) jonger dan 30
jaar
Minimaal 5 jaar voor 30ste
ste
verjaardag. Of tot 30 verjaardag.
Of minimaal 20 jaar. *
Tot 30ste verjaardag of levenslang.
Volle neven, nichten (kinderen van broer
of zus van de overledene) ouder dan 30
jaar
Minimaal 20 jaar.
Levenslang
Neven, nichten
Uitzondering hierop: volle neven en
nichten (zie hierboven)
Minimaal 5 jaar.
Vrije keuze. En 1% sterftekans. **
Derde(n). Personen die niet hierboven
genoemd worden.
Minimaal 5 jaar.
Vrije keuze. En 1% sterftekans. **
ste
ste
verjaardag of levenslang.
Deze tabel is gebaseerd op de Wet inkomstenbelasting 2001. En geldt ook voor lijfrentes die vallen
onder de regels van het regime Brede Herwaardering.
Valt je polis onder het regime pre-Brede Herwaardering? Dan gelden ruimere regels. Je kunt hiervoor
contact met ons opnemen.
*
• De uitkering moet lopen tot uiterlijk de 1ste van de maand waarin je 30 jaar wordt. De looptijd
van de uitkering is dan maximaal het aantal jaren (en maanden) dat je jonger bent dan 30 jaar.
Bijvoorbeeld: je bent 26 jaar als je de 1e uitkering ontvangt. De uitkering stopt als je 30 jaar
wordt. De looptijd is 4 jaar.
• Wil je ook na je 30ste verjaardag een uitkering ontvangen? Dan wordt de looptijd minimaal 20
jaar. Bijvoorbeeld: je bent 24 jaar als je de 1e uitkering ontvangt. En de uitkering stopt niet als je
30 jaar wordt. Dan moet de looptijd minimaal 20 jaar zijn.
• De uitkering stopt voordat je 30 jaar wordt. De uitkeringsduur is dan minimaal 5 jaar.
Bijvoorbeeld: je bent 21 jaar als je de 1e uitkering ontvangt. De uitkering stopt als je 28 jaar
wordt. De looptijd is dan minimaal 5 jaar, namelijk 7 jaar.
**Er moet een sterftekans zijn van ongeveer 1%. Dit betekent dat er een kans van ongeveer 1% moet
zijn dat je tijdens de looptijd van de uitkeringen overlijdt. Dit is gebruikelijk bij verzekeringsproducten. De verzekeraar hanteert hiervoor een standaard tabel. Hierin staat per leeftijd de
minimale looptijd van de uitkeringen. Hoe ouder je bent, hoe korter de minimale looptijd. Bij een
verzekering op 2 levens geldt de minimale looptijd op basis van de langste overlijdenskans, die van
jezelf of de 2e verzekerde. Heb je hierover een vraag? Neem dan contact met ons op.