interview Trouw - Arita Baaijens

Download Report

Transcript interview Trouw - Arita Baaijens

Twintig jaar lang zwierf ontdekkingsreiziger Arita Baaijens door de woestijn. Op een
dag was het voorbij. ‘In de herfst had ik altijd zo’n trekvogelgevoel. Nu niet meer.’
Angstvisioenen? Laat je
er niet door afremmen
MARIJKE DE VRIES
Z
e kreeg er ruzie met woestijngidsen,
haar kamelen bezweken en zijzelf
ook bijna. Toch keerde ontdekkingsreizigster Arita Baaijens (58) keer op
keer terug. Bijna twintig jaar zwierf
ze in haar eentje als een nomade door de woestijnen van Egypte en Soedan. De ene helft van
het jaar ploegde ze, gewapend met ouderwetse
landkaarten ‘vol witte vlekken’ en een kompas, door de zandduinen. De andere helft
schreef ze boeken over haar reizen en verdiende geld om weer te kunnen vertrekken.
Maar zeven jaar geleden was het van de ene
op de andere dag afgelopen. Tijdens een trip in
Soedan kreeg haar beschermer malaria. Moest
zij opeens voor hem zorgen, in plaats van hij
voor haar. Eigenlijk was alles vervelend aan die
trip, vertelt ze thuis in Amsterdam. “Het
sprookje was voorbij. Ik had geleerd wat ik
moest leren en die woestijn zei als het ware
‘donder maar op, het is klaar hier’. En het bestaan in de woestijn is zwaar, dus als je er niet
van overtuigd bent dat je daar moet zijn, dan
hou je het niet vol.”
De liefde was over?
“Ja. In de herfst had ik altijd zo’n trekvogelgevoel. Het vocht kwam in de lucht, Orion
stond aan de hemel, het werd koud, ik zag de
volle maan en ik wist: het is tijd om te gaan.
Tassen pakken, moven. Dat was voorbij.”
Het is nogal een stap om na twintig jaar te
vertrekken uit de woestijn.
“Ja, terug in Amsterdam zakte ik in een diepe
put. Ik vond het te lullig voor woorden dat ik
moest bedenken: waar zal ik eens heengaan,
en wat ga ik daar dan doen? Dat je als een klein
verwend kind moet bedenken…”, ze zet een
stemmetje op: “waar ga ik spelen? Ik vond het
een afgang. In Amsterdam ben ik thuis, dit appartement en mijn vrienden hier zijn mijn anker. Maar settelen? Dat is niks voor mij. Wat
moest ik dan, een baan zoeken?” (stilte).
Wat maakte die woestijn eigenlijk zo
aantrekkelijk dat u er al die jaren in
rondtrok?
“Wat me trok was de ruimte, het landschap,
waar ik in kon verdwijnen, weg van alles. Als
je in Nederland opgroeit, zijn er weinig momenten waarop je beseft: nu ben ik volwassen.
In die lege mensvijandige omgeving van de
woestijn werd ik geconfronteerd met ontregelende vragen: Wie ben ik? Hoe sterk ben ik?
Maar ook: wat is tijd, wat is werkelijkheid? Er
is weinig afleiding, niemand om je te corrigeren. Er is daar geen grijs midden.”
Bent u er weleens doorgedraaid?
“Jazeker, al had ik dat destijds niet door. Ik
maakte een lange soloreis en de kans dat ik het
er levend vanaf bracht was klein. Maar áls het
lukte, zou er niets meer misgaan in mijn leven,
had ik mezelf wijsgemaakt. Maar alles zat tegen. Zandduinen stonden voortdurend haaks
op de route. Eén kameel zakte van uitputting
steeds door haar poten. Een zadel ging kapot.
Ik navigeerde wel, maar dacht dat ik op de
maan liep. Het contact met de werkelijkheid
was totaal verbroken.
“Ik kan me het punt nog herinneren dat ik
wist dat ik nog genoeg water had om terug te
gaan. Maar ik kón niet terug. Ik heb het uiteindelijk gered en vreemd genoeg had mijn man-
16
deVerdieping
tra het beoogde effect. Als je de dood in de
ogen durft te kijken, wat kan er daarna nog
misgaan in je leven?"
Het reizen zit
in haar genen
wat voor veel mensen toch werkelijkheid is:
faalt dan de wetenschap, of falen die mensen?”
Waarom die zelfkwelling?
Het zit wel in de familie,
zegt ontdekkingsreizigster,
bioloog, fotograaf en
schrijfster Arita Baaijens
(Ede, 1956). Eind negentiende eeuw stapte haar
Zeeuwse overgrootmoeder
op een boot naar de VS,
een geliefde achterna. Ze
liet Baaijens' overgrootvader en opa achter. Honderd
jaar later trad Arita Baaijens
in haar voetsporen. Ze zegde haar baan als milieubioloog op en vertrok. Ze
maakte meer dan 25 woestijnreizen en publiceerde
daarover verschillende
boeken. In de zomer van
2013 omcirkelde Baaijens
als eerste in de moderne
geschiedenis te paard het
Altaj-gebergte. Onlangs
ontving ze hiervoor in New
York de prestigieuze internationale Women of Discovery Award 2014. Baaijens
werkt nu aan een boek over
haar zoektocht naar het
mythische paradijs, dat in
augustus verschijnt bij Atlas Contact.
“Die natuur is gewoon natuur. Ik geloof niet
opeens in een geheimzinnige kracht. Maar als
je heel nauw met de natuur leeft en ervan afhankelijk bent, wordt zo’n rivier een levend
wezen, een monster dat je kan verzwelgen.
Daar krijg je een verhouding mee.
“Ik leerde dat je nooit een kamp opzet aan de
oever van een rivier, want dan vervuil je die en
daar is de geest van het water niet bij gebaat.
Ecologische principes, verpakt in een ander
verhaal. Wij dammen hier alles in met dijken,
asfalt en stoeptegels. De dreiging van de zee is
er, maar het is een theoretische dreiging. Op
het moment dat je jezelf aan natuurkrachten
ondergeschikt maakt, verandert er echt iets in
je gevoel voor de omgeving, dan word je tot de
normale maat teruggeschroefd.”
“Reizen is niet alleen maar leuk, het is niet
‘halleluja, wat lopen we hier fijn’. Het stormt,
het is heet, of je moet een rivier doorkruisen
terwijl het sneeuwt. Maar het is een eerlijke
manier van leven, waarbij je je eigen sprookje
creëert. Je voelt die rauwe, naakte werkelijkheid. Hier.” Ze wijst naar haar onderbuik. “Dan
komt alles wat je in je hebt naar boven. Je instincten, je zintuigen functioneren optimaal.
“De enorme levensdrift die ik voel, ken ik in
Nederland niet op die manier. Hier is zoveel afleiding. Zoveel onzin om je tijd mee te verdoen. Ik ben liever op een plek waar heel duidelijk is waarom ik doe wat ik doe: overleven,
de weg vinden, een missie vervullen, rotsgravures lokaliseren. Dán kraak ik mijn hersenen
op iets wat ik zinnig vind – niet dat de wereld
er op zit te wachten – maar ik vind het zinnig.”
Uw broer zei: de scheiding van mijn ouders
heeft veel indruk gemaakt op Arita.
Misschien vindt haar drang om compleet
onafhankelijk te zijn daar zijn oorsprong.
Heeft hij gelijk?
“De scheiding van mijn ouders heeft zeker invloed gehad. Ik heb toen tegen mezelf gezegd:
geen man gaat mij op dat punt brengen, als er
scheuren in een relatie komen: wegwezen. Ik
wil niet net als mijn moeder emotioneel of financieel afhankelijk zijn van een man. Maar ik
vind die verklaring ook wat te simplistisch.
Huisje-boompje-beestje, dat heb ik gewoon
nooit gewild.
[
Hoe is uw relatie met de woestijn nu?
“Sinds ik heb kunnen erkennen dat de betovering voorbij is, kan ik wel genieten van de
woestijn als plek. Ik hoor daar toch, ik heb er
mijn sporen getrokken. Maar het is een bezoek
aan m’n tante, niet aan een minnaar.”
Het kostte tijd, veel tijd, om haar breuk met de
woestijn te verwerken en overeind te krabbelen, vertelt Baaijens in haar appartement in de
Amsterdamse Pijp. Na drie jaar tobben besloot
ze dat het genoeg was. Via een documentaire
over een depressieve Amerikaanse blueszanger
uit New York kwam ze in het Altaj-gebergte terecht, een gebied op de grens van Kazachstan,
Mongolië, China en Rusland. Als die muzikant
er kon genezen van een depressie, dan moest
het haar ook lukken. “Ik heb me in het begin
wel afgevraagd wat ik daar moest. In dat gebied
wonen veel sjamanen die met de geestenwereld in contact treden. Daar komen echt ongelooflijk rare types op af. Maar ik hoorde er ook
over ‘Shambala’ – het paradijs – dat in de Altaj
zou liggen. Dus ik dacht: dan gaan we maar zogenaamd dat paradijs zoeken waar alle verlangens vervuld zijn en het leven goed is. Ben ik
lekker onder de pannen.”
U heeft dat gebergte te paard omcirkeld.
Heeft u het paradijs gevonden?
“De mensen daar geloven dat de natuur heilig
is, en dat zij daar deel van uitmaken. Ik geloofde dat natuurlijk niet, maar wilde wel uitzoeken waarom dat volgens hen zo is.
Voor mij was het wetenschappelijk model de
enige manier om te bepalen wat waar is en wat
niet waar is. In de Altaj ben ik gaan twijfelen.
Als de wetenschap iets niet kan bewijzen
Gelooft u in die heilige natuur?
Wat betekenen uw expedities voor de
inheemse bevolking? Bestaat het gevaar
niet dat ze straks worden overspoeld door
hordes toeristen?
“In het begin van mijn woestijnreizen maakte
ik me daar wel zorgen over. Daarom publiceerde ik nooit kaartjes met de exacte routes die ik
aflegde. Maar toen kwam die gps, en werd ik
links en rechts voorbijgereden door mensen in
jeeps die niet meer bang waren voor de woestijn, omdat ze er de weg konden vinden.
“De wereld is continu in beweging en ik ben
zo’n klein radertje, dat ik niet denk dat mijn
geschrijf hordes mensen zal lokken, of dat ik
daar de boel kan redden. Ik pretendeer ook
niet namens de inheemse bevolking te spreken. Mensen in de Altaj zijn helemaal niet happig op vreemdelingen. Zij hebben alleen maar
de ervaring dat buitenlanders iets komen halen, vernielen, of zich iets toe-eigenen. De Russen willen in dit beschermde natuurgebied nu
gaspijpleidingen aanleggen. Het enige wat ik
kan doen, is vertellen over dat gebied en mijn
ontmoetingen met de mensen daar.”
Hebben uw reizen uw beeld van Nederland
gekleurd?
“Ik vind de mensen hier erg verwend en afwachtend. Door de crisis is dat gelukkig wat
veranderd. Ze waren vergeten hoe fijn ze het
hadden. Nu nemen ze weer initiatief. Jonge
mensen maken lokale producten, beginnen
broedplaatsen, veranderen de stad. Als je niks
te verliezen hebt, ga je experimenteren. Dan
komen er talenten naar boven, die je anders
niet vermoedt.
“Ik kom op mijn reizen zoveel mensen tegen
die niets hebben. Het doet mij goed dat mensen hier ook onzekerheid voelen. De crisis confronteert je met de werkelijkheid: er bestaat
geen zekerheid. Ik hoop dat er daardoor ook
iets meer compassie met anderen ontstaat.”
Nederlanders
zijn verwend.
Door de crisis
is dat
gelukkig wat
veranderd.
U bent 58. Hoe lang gaat u nog door?
“Zolang mijn lichaam het blijft doen, zal ik dit
blijven doen. Natuurlijk komt de paniek wel
eens over me heen: ik heb geen pensioen, stel
dat ik alzheimer krijg. Jaren geleden bezocht
ik Wilfred Thesiger, een Britse ontdekkingsreiziger. Hij zat in een bejaardenhuis, hij had
geen geld meer. Misschien eindig ik zoals hij.
Maar dan heb ik wel voluit geleefd.” Ze zucht.
“Ik wil me niet laten afremmen door angstvisioenen. Desnoods ga ik in een tent in de woestijn zitten en droog ik op.”
ZATERDAG 20 DECEMBER 2014
Trouw