Klik hier voor de schoolgids 2014-2015

Download Report

Transcript Klik hier voor de schoolgids 2014-2015

Schoolgids 2014 – 2015.
Schoolgids
Schooljaar 2014 – 2015
St. SEBASTIANUS
Katholiek Basisonderwijs
HELLENDOORN
“Samen leren, met en van elkaar”.
1
Schoolgids 2014 – 2015.
Voorwoord
Voor u ligt de schoolgids van de
St. Sebastianusschool. Onze school is een
basisschool voor katholiek basisonderwijs.
Met deze schoolgids willen we u informeren over het onderwijs op onze school.
In deze schoolgids vindt u o.a. informatie
over:
* de opzet van ons onderwijs
* de zorg voor de kinderen
* wat de ouders van school kunnen
verwachten
Naast deze schoolgids zult u ook jaarlijks
onze informatie-kalender ontvangen.
Hierin vindt u aanvullende informatie die
regelmatig wijzigt zoals vakanties, data
van activiteiten, namen, adressen e.d.
Ook vindt u in deze kalender informatie
over de regels en afspraken zoals die bij
ons op school gelden.
Mocht u na het lezen van deze schoolgids
nog vragen hebben, dan kunt u altijd contact opnemen met de directeur van de
school. Samen kunnen we dan deze vragen
en/of opmerkingen bespreken.
Inhoudsopgave
“Samen leren, met en van elkaar”.
2
Schoolgids 2014 – 2015.
Voorwoord
Inhoudsopgave
1. De school
1.1. Onze school
1.2. Situering van de school
2. Het bestuur
2.1. Identiteit
2.2. Uitgangspunten
3. De organisatie van het
onderwijs
3.1. De toelating en verwijdering
van leerlingen
3.1.1. Toelating
3.1.2. De toelating op onze school
3.1.3. Toelating van leerlingen met een
handicap
3.1.4. Verwijdering
3.2. Duur van het onderwijs
3.2.1. “Najaarskinderen”
3.3. Aansluiting voortgezet onderwijs
3.4. De groepen
3.4.1. Vervanging bij ziekte
3.5. De klassenmap
3.6. Ons onderwijs
3.7. Wie werken er in de
school?
3.7.1. Overleg
3.7.2. Ouders
3.8. De activiteiten voor de kinderen
3.8.1. De werkvormen
3.8.2. Activiteiten in de onderbouw
3.8.3. Lezen
3.8.4. Taal
3.8.5. Rekenen
3.8.6. Wereldoriënterende vakken.
3.8.6.1. Aardrijkskunde
3.8.6.2. Geschiedenis
3.8.6.3. Natuuronderwijs/Techniek
3.8.7. Godsdienstonderwijs
en geestelijke stromingen
3.8.7.1. Sociaal Emotionele Vorming
3.8.8. Handvaardigheid
3.8.9. Computeronderwijs
3.8.9.1. Protocol sociale media, mailen
internetgebruik.
3.8.10. Medisch handelen op school
3.8.11. Overige vakken
3.8.12. Overige activiteiten
4. De zorg voor kinderen
4.1. Het volgen van de ontwikkeling van de kinderen in de school
4.1.1. De verslaggeving
van gegevens over
leerlingen
4.1.2. De wijze waarop het
welbevinden en de
leervorderingen van
de kinderen besproken worden met de
ouders.
4.1.2.1. Klasseninformatieavond.
4.1.2.2. Rapportage voor de
groepen 1 en 2
4.1.2.3. Rapportage
4.2. De speciale zorg voor
leerlingen met specifieke behoeften
4.2.1. Zorg binnen de groep
4.2.2. Interne begeleiding
4.2.3. Passend Onderwijs binnen
Samenwerkingsverband (SWV)
Twente Noord
4.2.3.1. Inleiding
4.2.3.2. Het Schoolondersteunings
profiel
4.2.3.3. De missie
4.2.3.4. De visie
4.2.3.5. Doel
4.2.3.6. De ondersteuningsstructuur
4.2.3.7. Het basisprofiel van de school
4.2.3.8. De aanmeldingsprocedure
4.3. Jeugdgezondheidszorg
4.3.1. De JGZ aan het woord
4.3.2. Hoe gaat het preventief gezond
heids onderzoek?
4.3.3. Voordelen van de
“Samen leren, met en van elkaar”.
3
Schoolgids 2014 – 2015.
Triage-methodiek
4.3.4. Samenwerking met de school
4.3.5. Wilt u meer informatie?
4.4. Logopedie
4.5. De begeleiding van de
overgang van kinderen
naar het voortgezet onderwijs
5. Scholing
5.1. Nascholing algemeen
5.2. Meerjarenscholingsbeleid
5.3. Stagiaires van de
PABO
6. De ouders
6.1. Omgangscode school en ouders
6.1.1. Communicatie met gescheiden
ouders.
6.2. De oudervereniging
6.3. De medezeggenschapsraad
6.4. Overblijfmogelijkheid
6.5. Klachtenregeling
Primair Onderwijs
7. De ontwikkeling van
het onderwijs in de
school
7.1. Kwaliteitsbeschrijving- borging
en evaluatie van beleidsterreinen
7.2. Evaluatie van de activiteiten ter
verbetering van ons onderwijs in
het schooljaar 2013-2014.
7.3. Activiteiten ter verbetering van
ons onderwijs voor het schooljaar
2014-2015
8. Resultaten van ons
onderwijs
9. Regeling school- en
vakantietijden
9.1. Schooltijden
9.2. Vakanties
10. Adressen / telefoonnummers
1. De school
1.1. Onze school
“Samen leren, met en van elkaar”.
4
Schoolgids 2014 – 2015.
“St. Sebastianus”.
Katholiek Basisonderwijs
Bibenstraat 19
7447 CK Hellendoorn.
Tel.: 0548 - 654742
e-mail: [email protected]
website : www.sintsebastianusschool.nl
Bankrelatie: Rabobank
Rek. nr.: NL69RABO012 09 00 777
Directeur:
Johan Schwarte
Cornelis Kuyperweg 33
7441 BC Nijverdal
Tel.: 0548 - 614626
Waarnemend directeur:
Ingrid Kuipers – Hutten
Schoolstraat 49
7686 CM Geerdijk
Tel.: 0546 - 645021
1.2. Situering van de school
Onze school is de enige katholieke basisschool in het dorp Hellendoorn.
Verder zijn er 2 P.C.-basisscholen en
1 openbare basisschool.
We zijn gehuisvest in een modern gebouw
(bouwjaar 1992) met 8 groepslokalen en 1
speellokaal.
De school wordt bezocht door ruim 180
leerlingen verdeeld over 8 groepen.
De kinderen zijn hoofdzakelijk afkomstig
van de katholieke gezinnen uit het dorp
Hellendoorn en de omliggende buurtschappen.
2. Het bestuur
Vanaf 1 augustus 2010 geldt voor alle besturen in primair en voortgezet onderwijs
de verplichting tot het scheiden van bestuur en intern toezicht.
Ons bestuur heeft zich op 3 januari 2011
gebogen over de vraag in welke bestuurlijke constellatie de bedoelde
scheiding binnen SKO Twenterand het
beste vormgegeven kan worden. Daarbij
heeft het bestuur zijn voorkeur uitgesproken voor een bestuursmodel met een College van Bestuur en een Raad van Toezicht.
De essentie van deze structuur is dat de
functies van bestuur en intern toezicht in
twee organen zijn ondergebracht en daarmee optimaal zijn gescheiden. De structuur
komt tot stand, doordat de statuten van het
schoolbestuur worden aangepast. Naast het
(College van) bestuur, dat het enige wettelijk verplichte orgaan is in een stichting,
roepen de statuten een Raad van Toezicht
in het leven.
Een belangrijk kenmerk van het model is
dat de leden van het College van Bestuur
in dienst zijn van de stichting. Dat betekent
dat er een professioneel bestuur tot stand
komt.
Het College van Bestuur is het bestuur
zowel van de stichting als van de scholen.
Het College van Bestuur is belast met het
bevoegd gezag in de zin van de onderwijswetten. Alle taken en bevoegdheden
die de onderwijswetgeving neerlegt bij het
bevoegd gezag, komen bij het College van
Bestuur terecht.
Voor de taken en bevoegdheden van de
Raad van Toezicht is de recente wetgeving
van belang. Daar staat dat de Raad van
Toezicht de werkgever is van het College
van Bestuur, belast is met het toezicht op
de algemene gang van zaken en op de manier waarop de bestuurder zijn taken en
bevoegdheden uitvoert, bepaalde besluiten,
zoals begroting en jaarrekening goedkeurt
en de accountant benoemt. Daarnaast is de
Raad van Toezicht belast met het gevraagd
en ongevraagd adviseren van het College
van Bestuur. Statuten kunnen een nadere
invulling bieden van deze taken en bevoegdheden.
“Samen leren, met en van elkaar”.
5
Schoolgids 2014 – 2015.
De dagelijkse leiding ligt in handen van de
voorzitter van het College van Bestuur:
dhr. R.J.M.Benneker.
Mocht u om welke reden dan ook contact
willen opnemen met de SKOT om iets te
vragen of te overleggen, dan kunt u zich
wenden tot:
Dhr. R. Benneker.
Bestuursbureau SKO Twenterand:
Dorpsstraat 127 7468 CJ Enter
Postadres: Postbus 81 7468 ZH Enter
Tel: 0547-385810
Fax:0547-385815
E-mail: [email protected]
Web-site: www.sko-twenterand.nl
2.1. Identiteit.
Wij zijn een katholieke school en dragen
bij aan de ontwikkeling van kinderen met
aandacht voor de levensbeschouwelijke
waarden.
Als katholieke school willen wij staan
voor:
a. bevestiging van de eigenwaarde van
elk kind;
b. de vorming van leerlingen tot zelfstandig handelen vanuit een eigen verantwoordelijkheid;
c. het nastreven van een houding tot samenwerking;
d. de zorg voor de minderbedeelden.
e. de bereidheid om te delen.
Waarden en normen worden niet aangepraat of opgelegd maar we laten de kinderen onder andere door gesprekken hun
eigen houding bepalen. Dit komt in alle
facetten van ons onderwijs aan de orde.
Onze school wil samen met de ouders en
de kerk, de kinderen begeleiden vanuit de
katholieke geloofstraditie. Hierbij kunt u
denken aan het vieren van katholieke feesten en het begeleiden bij de Eerste Heilige
Communie en het Vormsel. Niet alle kinderen doen hieraan mee. Zij worden op een
speciale manier bij de voor-
bereiding betrokken. Een werkgroep helpt
bij de voorbereiding van de gezinsvieringen, die regelmatig plaatsvinden.
Onze school staat open voor kinderen van
alle gezindten. Daarbij vragen we respect
voor elkaars geloofsovertuiging en levensbeschouwing.
Samen met de werkgroepen vanuit de parochie vervullen we ook een rol tijdens de
gezinsvieringen.
We gebruiken op school voor het vakgebied 'godsdienst/levensbeschouwing' de
methode 'Trefwoord'.
2.2. Uitgangspunten
Missie:
 We willen een school zijn die een onderwijsleersituatie schept die het mogelijk maakt een continue ontwikkelingsproces bij alle leerlingen te bewerkstelligen op alle aspecten van de ontwikkeling. Deze aspecten betreffen naast de
verstandelijke en de emotionele ook de
motorische en de creatieve ontwikkeling.
 We staan voor goed onderwijs, dat
goed aansluit bij het vervolgonderwijs,
daarbij rekening houdend met de eigen
geaardheid van de kinderen, hun verschillen in ontwikkeling, begaafdheid,
belangstelling en motivatie.
 Naast de verantwoordelijkheid voor het
geven van goed onderwijs, vindt de
school het van groot belang, dat de
kinderen leren op een goede manier
met waarden en normen om te gaan, leren samen te werken en verantwoordelijkheid te dragen.
 Daarbij speelt de katholieke identiteit
van de school een belangrijke rol.
 We willen goed onderwijs verzorgen in
een zodanige sfeer, dat kinderen met
plezier naar school gaan.
“Samen leren, met en van elkaar”.
6
Schoolgids 2014 – 2015.
Uitgangspunten:
Om dit alles te kunnen realiseren is het van
belang dat:
 kinderen zich naar eigen aanleg en
tempo kunnen ontwikkelen
 de school aandacht heeft voor leermotivatie
 de school zorgt voor een gedifferentieerde begeleiding
 de school het ontwikkelings- en leerproces van de leerlingen volgt, dus een
goed leerlingvolgsysteem heeft
 de school zorgverbreding op maat levert
 de school het “zelfstandig werken”
verder ontwikkelt, waardoor aspecten
van adaptief onderwijs goed zijn te realiseren
 er een goed pedagogisch klimaat
heerst, waarin kinderen zich in rust en
veiligheid kunnen ontwikkelen
 de school zich op de hoogte houdt van
nieuwe ontwikkelingen en deze, waar
mogelijk en wenselijk, inpast
 er binnen de school een klimaat voor
samenwerking bestaat voor alle betrokkenen
 het schoolgebouw, de groepslokalen en
de schoolomgeving er uitnodigend uitzien.
Ons motto:
Dit alles is “te vangen” onder ons motto:
“Samen leren, met en van elkaar”.
(leren kunnen we dan zien in het kader van taal,
rekenen, lezen enz., maar ook in het kader van
leren samenwerken; elkaar leren helpen en leren
van elkaar, van elkaars houding; hoe gaan we om
met elkaar; hoe hanteren we de voor ons belangrijke waarden en normen; wat is nog leuk en wat juist
niet meer).
3. De organisatie van het onderwijs
3.1. De toelating en verwijdering van leerlingen.
3.1.1 Toelating.
De beslissing over toelating berust bij het
bevoegd gezag. De toelating mag niet afhankelijk worden gesteld van een geldelijke bijdrage van de ouders.
Bovenstaande uitspraak staat verder omschreven in artikel 40 van de Wet op het
Primair Onderwijs (WPO). Deze volledige
wettekst is natuurlijk op school ter inzage
aanwezig.
3.1.2. De toelating op onze school.
Onze school is een katholieke basisschool.
Als u deze katholieke identiteit niet respecteert kunnen wij uw kind niet toelaten.
Zodra uw kind 4 jaar is, kan het toegelaten
worden op onze school. Alle scholen vallend onder Stichting Katholiek Onderwijs
Twenterand hanteren een zelfde (voorlopig) inschrijfformulier. In dit formulier
worden een aantal zaken gevraagd die wettelijk in de administratie opgenomen moeten worden. Daarnaast willen wij graag die
bijzonderheden over uw kind weten die
een goede start mogelijk maken. Nadat de
school uw volledig ingevulde formulier
ontvangen heeft en vastgesteld is, dat uw
kind toelaatbaar is op school, ontvangt u de
bevestiging van de inschrijving.
Ouders waarvan de kinderen onze school
nog niet bezoeken en die graag informatie
over onze school willen, stellen we in de
gelegenheid om onze school tijdens de
normale lesuren te bezoeken, er eens rond
te kijken en vragen te stellen. Daarnaast
kunnen we dan onze schoolgids en informatiekalender aanbieden. Natuurlijk kan er
ook op een ander tijdstip nader worden
kennisgemaakt. Dan is het verstandig om
van tevoren een afspraak te maken met de
directie.
Medio november worden de ouders, d.m.v.
een brief van de gemeente Hellendoorn
i.s.m. de verschillende schoolbesturen, op
de hoogte gebracht van de mogelijkheid
“Samen leren, met en van elkaar”.
7
Schoolgids 2014 – 2015.
hun kind aan te melden bij de door hen
gekozen school. Deze aanmelding kan dan
plaatsvinden medio januari.
Voor de vier basisscholen in Hellendoorn
geldt een uniforme regeling wat betreft het
kleuteraannamebeleid:
- vanaf de leeftijd 3 jaar en 10 maanden
bieden wij het kind de gelegenheid om
gedurende 10 dagdelen alvast kennis te
maken met c.q. te wennen aan de nieuwe
basisschool
- op onze school is elk kind vanaf zijn
vierde jaar van harte welkom. Hierop maken wij twee uitzonderingen:
*indien het kind in de laatste maand voor
de zomervakantie vier jaar wordt, adviseren wij om in het belang van het kind met
plaatsing te wachten tot na de zomervakantie. Alleen op uitdrukkelijk verzoek van de
ouders, waarbij de belangen van het kind
goed worden afgewogen, kan nog voor de
zomervakantie tot directe plaatsing worden
overgegaan.
*indien het kind voor 1 oktober vier jaar
wordt, bieden wij de mogelijkheid om het
kind al bij de aanvang van het nieuwe
schooljaar direct in groep 1 te plaatsen.
De leerkracht van groep 1 zal, bij een
plaatsing van een eerste kind op onze
school, de ouders benaderen voor een
huisbezoek.
Voordat uw kind daadwerkelijk op school
komt, mag het een aantal keren komen
kennismaken. In een gesprek met de ouders/verzorgers worden daarover en over
de feitelijke dag van plaatsing afspraken
gemaakt.
N.B.:
Zindelijkheid.
Sommige kinderen zijn nog niet zindelijk.
In dat geval mag de school uw kind weigeren. Niet zozeer op grond van de wet, alswel op grond van de eigen regels die de
school op dit punt heeft ge-
formuleerd. Het is voor de leerkracht van
groep 1 eigenlijk ondoenlijk (en onverantwoord) om de groep kleuters alleen te laten
om uw kind te verschonen of te helpen.
Als er toevallig in die groep een onderwijsassistent aanwezig is, zou het wel kunnen, maar dat is lang niet altijd het geval.
U bent in deze situatie aangewezen op de
bereidwilligheid en de mogelijkheden van
de school om met u te zoeken naar een
passende oplossing.
3.1.3. Toelating van kinderen met een
handicap.
De discussie en wetgeving rond “Passend
Onderwijs” zijn op dit moment zeer actueel. Per 1 augustus 2014 zal deze wetgeving actueel worden.
Passend Onderwijs houdt in dat er voor
ieder kind “Onderwijs op maat” moet worden aangeboden.
Daardoor wordt het mogelijk dat ouders
van kinderen met een handicap meer dan
voorheen kunnen kiezen voor deelname
aan het reguliere basisonderwijs.
In het kader van de wet op het Passend
Onderwijs is onze school onderdeel geworden van het Samenwerkingsverband
23-01 Twente Noord. Vanuit dit samenwerkingsverband wordt invulling gegeven
aan de zorgplicht die alle schoolbesturen
hebben.
In principe is een kind met een handicap
van harte welkom op onze school. Bij de
aanmelding zal steeds per situatie bekeken
worden of de leerling al dan niet geplaatst
kan worden. (zie ook het “SchoolOndersteuningsProfiel”.
Wij moeten een goede begeleiding van het
kind kunnen garanderen en dat hangt onder
andere af van de concrete hulpvraag van
het kind. Deze hulpvraag wordt afgezet
tegen de huidige mogelijkheden en onmogelijkheden op de volgende gebieden:
1. pedagogisch klimaat (de mate
waarin de leerling geborgenheid,
“Samen leren, met en van elkaar”.
8
Schoolgids 2014 – 2015.
2.
3.
4.
5.
6.
7.
veiligheid en acceptatie geboden
kan worden),
didactisch klimaat (de werkwijze
en het leerstofaanbod),
leerlingenzorg (mogelijkheden voor
extra hulp en ook de groepsgrootte
en het aantal leerlingen dat extra
zorg nodig heeft),
professionalisering (het kennis- en
vaardigheidsniveau van de leraren
en ook het aantal leraren dat ingezet kan worden),
de noodzakelijke hulp (de mate
waarin externe ondersteuning van
anderen kan worden verkregen,
waarbij wij ook denken aan ‘persoonsgebonden budget’),
mogelijkheden tot communicatie
met de ouders en ook de mening
van de MR,
de omstandigheden van het gebouw
en mogelijkheden voor lenen van
specifieke didactische materialen.
Procedure
Als ouders van een leerling met een handicap ons vragen hun kind bij ons op school
te plaatsen, dan hanteren wij het volgende
stappenplan:
1. ouders vragen via een aanmeldingsformulier hun kind op onze school
aan te melden.
2. Er volgt een gesprek met de ouders,
waarbij wij aangeven hoe wij met
hun verzoek om zullen gaan. Wij
vragen de ouders schriftelijk toestemming om eventueel gegevens
over het kind elders op te vragen.
3. Het team wordt geïnformeerd over
het verzoek.
4. Aan de hand van de ingewonnen
informatie gaat de school na welke
mogelijkheden de school kan bieden en welke barrières er zijn.
Hierbij is ons SchoolOndersteuningsProfiel leidend.
5. Het team brengt advies uit over het
verzoek tot plaatsing.
6. Het formele besluit kan zijn:
a. Er is verder onderzoek nodig. In een gesprek wordt de
ouders meegedeeld waarom
dit noodzakelijk is.
b. Het kind kan worden geplaatst. Er worden afspraken gemaakt over de wijze
van aanpak, met daarbij een
overzicht van inzet van de
middelen, inzet aanvullende
formatie, ondersteuning
door derden, gebouwelijke
aanpassingen e.d..
c. Het kind wordt niet toegelaten. De op schrift gezette
motivering wordt met de
ouders besproken. Tevens
wordt er met de ouders naar
alternatieven gezocht.
Hierna gelden de gebruikelijke procedures
voor beroep- en bezwaarschriften.
Het aanspreekpunt voor de ouders is in alle
gevallen de directeur van de school.
Bij elk besluit worden het bestuur, de medezeggenschapsraad en eventueel de inspectie geïnformeerd.
3.1.4. Verwijdering
Voor het verwijderen van leerlingen zijn
van toepassing artikel 40 lid 1, eerste volzin en lid 5 en 6 en artikel 58 en artikel 63
lid 2 en 3 van de Wet op het Primair Onderwijs.
Verwijdering van een leerling is een ordemaatregel die het bestuur slechts in het
uiterste geval en dan nog zeer zorgvuldig
neemt. Er moet sprake zijn van ernstig
wangedrag en een onherstelbaar verstoorde
relatie tussen leerling en school en/of ouder en school.
In een voorkomend geval zullen de volgende stappen worden doorlopen:
“Samen leren, met en van elkaar”.
9
Schoolgids 2014 – 2015.





het bestuur of de algemeen directeur hoort de betrokken directeur,
de groepsleraar en de ouders;
de ouders ontvangen een gemotiveerd schriftelijk besluit, waarbij
wordt gewezen op de mogelijkheid
om binnen zes weken schriftelijk
bezwaar te maken tegen het besluit;
het bestuur meldt het besluit tot
verwijdering van de leerling terstond aan de leerplichtambtenaar;
Indien ouders bezwaar maken,
hoort het bevoegd gezag hen over
dit bezwaarschrift;
Het bevoegd gezag neemt binnen
vier weken na ontvangst van het
bezwaarschrift een besluit.
3.2. Duur van het onderwijs
Het onderwijs op onze school is zodanig
ingericht dat de kinderen in beginsel binnen een tijdvak van acht aaneensluitende
jaren de school kunnen doorlopen.
3.2.1. “Najaarskinderen”.
Het is niet vast te leggen wanneer een kind
dat is ingestroomd in groep 1 tussen oktober en januari, wel of niet naar groep 2
kan. Wel is vast te leggen waar je als
school aan moet voldoen om voldoende
inzicht te hebben of een kind wel of niet
door kan.
Het is niet zo dat per definitie alle kinderen
van deze periode doorstromen naar groep
2. We willen kunnen aantonen door middel
van verslaglegging waarom een kind wel
of niet doorkan.
Bij de najaarskinderen wordt eind mei van
het schooljaar de e-versie van de CITOtoets afgenomen. Wanneer de score III, IV
of V is blijft het kind in groep 1.
Is de score een I of II dan wordt het kind
besproken in het zorgteam van de onderbouw. In deze bespreking wordt ook rekening gehouden met
-
De resultaten van het volgsysteem
van “Onderbouwd”.
- De uitslag van de toets Viseon
- De observaties en ervaringen van
de groepsleerkracht.
Het zorgteam komt a.d.h.v. deze gegevens
tot een advies.
Dit advies wordt met de ouders besproken.
Na overleg met leerkracht en ouders ligt
de eindbeslissing altijd bij de directeur
van de school. Zijn advies is bindend.
3.3. Aansluiting voortgezet onderwijs
Wij richten ons onderwijs zo in dat het
mede de grondslag legt voor het volgen
van aansluitend voortgezet onderwijs. Om
een goede aansluiting te realiseren hebben
we veel contact met scholen voor het
voortgezet onderwijs.
3.4. De groepen
De school werkt met groepen die ingedeeld
zijn in jaarklassen. Combinaties van verschillende jaarklassen binnen één groep
zijn dit jaar niet aan de orde.
Het accent binnen ons onderwijs verschuift
steeds meer van leerstofgericht naar leerlinggericht. We proberen dan ook binnen
onze leerstofjaarklassen steeds meer te
differentiëren. De term “onderwijs op
maat” komt ook in onze school steeds centraler te staan.
Tijdens de creatieve themamiddagen (ong.
8 middagen per jaar) zijn de kinderen in
heterogene groepen ingedeeld. Kinderen
krijgen diverse creatieve- en techniekactiviteiten aangeboden.
Ook tijdens de projecten kunnen kinderen
van verschillende leeftijden gezamenlijk
aan eenzelfde thema werken.
De groepsleerkracht is voor de kinderen en
voor de ouders de uiteindelijk verantwoordelijke persoon en kan daarop aangesproken worden. In alle groepen komt regelmatig een andere leerkracht in verband met:
“Samen leren, met en van elkaar”.
10
Schoolgids 2014 – 2015.
- Compensatieverlof / BAPO van de
groepsleerkracht (groep 2, groep 6, groep 7
en groep 8)
- parttime leerkracht (groep 1, groep 3,
groep 4 en groep 5)
- vervulling van andere taken: I.B. werkzaamheden (groep 6).
3.4.1. Vervanging bij ziekte
Het vinden van vervangend personeel bij
ziekte van regulier onderwijzend personeel, wordt steeds moeilijker. Diverse
noodgrepen worden gepleegd om toch de
organisatie maar draaiende te houden. Dat
het kwalitatieve aspect erg onder druk kan
komen te staan, behoeft geen verder betoog.
Gelukkig kunnen wij steeds een beroep
doen op een aantal vaste invalsters en op
onze part-time leerkrachten. Wanneer we
toch geen vervanging kunnen krijgen, handelen we als volgt:
De Stichting Katholiek Onderwijs Twenterand heeft voor de vervanging bij ziekte
het volgende protocol opgesteld:
1. In geval van afwezigheid van een leerkracht worden personen die op de invallijst staan benaderd. Eventueel worden de parttimers gevraagd of zij tijdelijk een aantal uren extra willen werken. Indien dit geen (kwalitatief voldoende) resultaat oplevert, wordt overgegaan naar stap 2.
(om de werkdruk bij het personeel niet nog
groter te maken dan hij al is, worden personeelsleden zonder groep, maar met speciale taken en/of functies niet ingezet om als invalskracht groepen les te geven. Ook de bescherming van de zorgleerlingen speelt bij deze
overweging een grote rol. Uitzondering: de
eerste dag van ziekte KAN voor de eerste opvang hier maximaal vijf keer per jaar (per
functie) van worden afgeweken).
2. Er wordt getracht-als andere vorm van
eerste opvang-enkele groepen samen te
voegen. Als dit niet verwezenlijkt kan
worden, gaan we over naar stap 3.
(De kwaliteit van het onderwijs moet gewaarborgd worden. De school kan niet als “oppas”
fungeren).
3. Er is geen vervanging te vinden. De
kinderen moeten naar huis worden gestuurd. De eerste dag zorgt de school
voor opvang. De tweede dag zal thuis
voor opvang gezorgd moeten worden.
(Naar huis sturen:
Indien er geen vervanging is, kunnen de leerlingen de 1e dag niet naar huis gestuurd worden
en gaan we in het uiterste geval over tot deze
maatregel op de daarop volgende dagen:
-het naar huis sturen van leerlingen zal vervolgens wisselend per groep gebeuren om zo weinig mogelijk last op één groep te laten drukken;
-ouders worden schriftelijk op de hoogte gesteld. In dat schrijven wordt ook aangegeven
hoe tevergeefs getracht is de vervanging te regelen;
3.5. De klassenmap
Binnen de schoolorganisatie heeft de klassenmap een centrale functie. In deze map
worden ieder schooljaar alle afspraken met
betrekking tot de dagelijkse gang van zaken op school opgenomen. Elke leerkracht
houdt deze map compleet en actueel. De
klassenmap kent twee delen:
- de schoolorganisatorische zaken
- de klassenorganisatie.
Bij de schoolorganisatorische zaken zijn
onder andere terug te vinden:
- het draaiboek voor het overblijven
- roosters voor het gebruik van de gemeenschappelijke ruimten: computers en video
- taakverdeling team
- jaarvergaderschema
- afspraken
- gedragsregels
- borgingsdocumenten over onderwijshoudelijke zaken.(B.A.S.)
Bij het onderdeel klassenorganisatie zijn
onder andere terug te vinden:
- het activiteitenplan
- planning van het onderwijs per dag
- de weekplanning
“Samen leren, met en van elkaar”.
11
Schoolgids 2014 – 2015.
- groepsoverzichten en groepsplannen
- de groepsafspraken
- observatie en vorderingslijsten van
leerlingen: ev. handelingsplannen.
- absentielijsten
- gegevens van de leerlingen
3.6. Ons onderwijs.
We hebben het BAS project afgesloten.
(Bouwen aan een adaptieve school). Onder
begeleiding van een extern deskundige van
het Seminarium voor Orthopedagogiek
hebben we gedurende een periode van 5
jaar samen hard gewerkt om ons onderwijs
meer adaptief te maken. Dat is gelukt!
Het BAS project heeft ons enkele werkwijzen en organisaties opgeleverd waardoor
ons onderwijs naar ons idee sterk in kwaliteit is verbeterd: we denken hierbij o.a.
aan:
-de duidelijke doorgaande lijn;
-het afstemmen van de regels en afspraken
binnen de groepen en binnen de school;
-het zelfstandig werken; het werken met
dag- en weektaken
-het werken met de instructietafel;
-grote groep- kleine groepinstructie;
-coöperatief leren;
-werken in tandemgroepen;
-werken in tafelgroepjes.
Vanaf nu is het belangrijk dat we het onderwijs en het proces waarin dat gestalte
krijgt bewaken en ervoor zorgen dat het op
dit huidige, goede niveau blijft.
Dit wil niet zeggen dat we nu achteruit
leunen en niets meer hoeven te doen.
Goed onderwijs blijft in beweging.
Nu richten we ons op opbrengstgericht
werken en handelingsgericht werken.
Het gehele team volgt gedurende 3 jaar de
nascholing HGW/OGW. (Handelings Gericht Werken / Opbrengst Gericht Werken).
Aan het eind van deze scholing wordt er op
onze school in alle groepen gewerkt volgens de principes en richtlij-
nen zoals die bij HGW worden beschreven.
OGW (Opbrengst Gericht Werken) heeft
binnen onze school al een duidelijke plek
verworven.
In schooljaar 2011/2012 is dit traject opgestart. M.m.v. Iris Dijkman (Expertis) hebben een drietal studiemiddagen gepland
waarin HGW steeds onderwerp van gesprek was.
In het schooljaar 2014/2015 zijn er weer 3
studiemiddagen gepland. Dit jaar zal er
met name aandacht worden geschonken
aan het thema:
“Gesprekken met kinderen”.
\Samen met het team proberen we o.l.v.
Iris Dijkman HGW / OGW binnen onze
school gestalte te geven.
Een dag begint in alle groepen met een
korte overweging, waarna een kort gesprek
kan volgen met de leerlingen over hun ervaringen van de vorige dag. Daarna wordt
de dagtaak of de weektaak besproken,
waarna vaak de instructie volgt.Vervolgens
verwerken de leerlingen de opdrachten
zelfstandig.
Tijdens de ochtenduren vinden de meeste
“leeractiviteiten” plaats, terwijl
‘s middags vaak de creatieve activiteiten
worden gegeven.
De dagelijkse gang van zaken wordt
eenmaal per jaar onderbroken. Dan wordt
er in alle groepen gewerkt rond hetzelfde
thema in het kader van een project.
De school viert per jaar een aantal feesten,
zoals het kerstfeest, sint, carnaval, pasen.
Om ons onderwijs zo effectief mogelijk te
laten verlopen hebben we een aantal afspraken gemaakt:
Voor de leerlingen:
De afspraak is dat we om 5 vóór half negen, kwart voor elf en tien over één bellen.
Van de leerlingen wordt verwacht dat ze
dan ook direct stoppen met spelen en naar
binnen gaan zodat we allemaal om half
“Samen leren, met en van elkaar”.
12
Schoolgids 2014 – 2015.
negen, om tien voor elf en om kwart over
een kunnen beginnen.
Dit wordt duidelijk met de kinderen besproken. Het is al één van de afspraken die
bij de huidige regels en afspraken aan de
orde komen.
De surveillerende leerkracht en de groepsleerkracht zorgen voor een consequente
houding t.o.v. deze regel.
Voor de ouders:
Van de ouders wordt verwacht dat de kinderen tussen 8.15 uur (niet eerder) en 8.25
uur (niet later) op school zijn.
In verband met de effectiviteit van de leertijd verwachten we ook dat alle ouders om
half negen echt vertrokken zijn, zodat we
op tijd kunnen beginnen. Het is natuurlijk
vanzelfsprekend dat het kloppen op de
ramen en het lang zwaaien naar de kinderen, terwijl de lessen al zijn begonnen,
storend werken.
Te laat komen:
Het te laat komen van kinderen wordt als
zeer storend ervaren. De lessen die dan
reeds begonnen zijn, moeten weer worden
onderbroken.
Een afspraak die hiervoor gemaakt is, is de
volgende:
Ouders en kinderen die toch steeds te laat
zijn worden na de derde keer door de directeur gebeld voor een afspraak over het
waarom .
3.7. Wie werken er in de school?
Het team bestaat uit 13 leerkrachten, 1
directeur en 1 conciërge. Van het team
werken er 6 fulltime en 8 parttime.
De directeur heeft geen lesgevende taken.
Hij is op maandag niet aanwezig i.v.m.
BAPO.
Directeur: Johan Schwarte
Ambulante tijden: Dinsdag, woensdag,
donderdag en vrijdag.
Ook de overige teamleden hebben naast
hun lesgevende taak een aantal niet lesgebonden taken. Enkele belang-
rijke niet lesgebonden taken zijn:
* Interne begeleiders: leerkrachten die verantwoordelijk zijn voor de zorg voor de
individuele leerlingen.
Marieke Krake verricht op donderdag I.B.
werkzaamheden. Ze is onze I.B.-er voor de
groepen: 5 t/m 8.
Sharon Jannink verricht op dinsdag I.B.
werkzaamheden voor de groepen: 1 t/m 4.
*Anny Alferink zal haar benoeming gebruiken voor de begeleiding van zorgleerlingen en/of Remedial Teaching. Anny
werkt op dinsdag en donderdagochtend.
* ICT-er: een leerkracht die verantwoordelijk is voor het gebruik en beheer van de
computers c.q. digitale schoolborden.
Onze school heeft 1 ICT-er: Marion Oude
Avenhuis.
*Waarnemend directeur: De waarnemend
directeur is de aanspreekbare persoon binnen de school wanneer de directeur niet
aanwezig is. Daarnaast vervult de waarnemend directeur in haar ambulante tijd
enkele directie taken.
Ingrid Kuipers – Hutten is de waarnemend
directeur. Haar ambulante tijd is op donderdagmorgen.
3.7.1. Overleg
Iedere week is er overleg op teamniveau,
de zgn. teamvergadering. Eenmaal per 6
weken vindt er een leerlingenbespreking
plaats. De week dat er zo’n leerlingenbespreking wordt gehouden, is er doorgaans
geen teamvergadering.
Ook houden we eenmaal per 6 weken een
“bouwoverleg”. De leerkrachten van de
onderbouw en de leerkrachten van de bovenbouw vergaderen dan met elkaar in een
aparte “bouwvergadering”.
Verder zijn er per jaar ongeveer 3 teammiddagen. Tijdens deze middagen hebben
de leerlingen vrij. De leerkrachten gebruiken deze middagen voor nascholing, organisatie en/of planning.
“Samen leren, met en van elkaar”.
13
Schoolgids 2014 – 2015.
3.7.2. Ouders
Voor ouders proberen we de drempel zo
laag mogelijk te houden, hetgeen volgens
ons een positieve invloed heeft op het contact met de ouders.
3.8. De activiteiten voor de kinderen
3.8.1. De werkvormen
Door verschillende werkvormen leren kinderen ook veel meer vaardigheden en worden accenten gelegd op sociale en emotionele ontwikkeling.
Wij hebben de volgende ordening van
werkvormen voor de verschillende vak- en
vormingsgebieden gemaakt:
- opdrachtsvormen, onder andere het doen
van experimenten, interviews, begrijpend
lezen, schema’s maken, groepswerk.
- voordrachtsvormen, onder andere
spreekbeurten, presenteren van zelfgemaakte verslagen e.d..
- zelfstandig werken o.a. het werken in
bloktijden; het werken met dagtaken en
weektaken, werken met het keuzebord.
- gespreksvormen, onder andere het vragen
stellen, het onderwijsleergesprek, het
kringgesprek.
- individuele hulp
- spelvormen
-buitenschoolse activiteiten, onder andere
excursies, herfstwandeling, bezoek aan
theater enz.
-instructievorm: o.a. klassikale instructie,
grote groeps / kleine groepsinstructie, werken met de instructietafel.
3.8.2. Activiteiten in de onderbouw
Onderwijs aan jonge kinderen heeft een
eigen karakter, daarom is er voor deze kinderen een eigen aanpak nodig.
Wij proberen daarbij om elk kind zijn eigen ontwikkeling te laten doorlopen.
Wij willen kinderen ervaringen, kennis en
vaardigheden helpen verwerven, die bijdragen tot en passen bij hun persoonlijke
ontwikkeling. De volgende
activiteitengebieden spelen hierbij een belangrijke rol:
- spel en spelen, waaronder het vrije spel,
het begeleidende spel en het geleide spel.
- kringactiviteiten, waaronder gesprekken,
presenterende activiteiten, de groepskring
en de kleine kring.
- thema’s en projecten, waarbij het werken
met thema’s een meer open en vrij karakter
kent en het werken aan een project meer
door de leerkracht wordt bepaald.
- werken met materialen, zoals klei, water,
knutsel- en tekenmateriaal, constructie- en
bouwmateriaal en speelleermateriaal (puzzels, lotto’s).
-werken met keuze opdrachten en keuzebord.
-werken met mag- en moetwerkjes.
-op weg naar lezen, schrijven en rekenen,
waar vooral activiteiten worden gegeven in
de voorbereidende sfeer, met behulp van
voorlopers die horen bij de verschillende
methodes.
Vorig jaar hebben we voor een nieuwe
methode in de groepen 1 en 2 gekozen:
“Onderbouwd”.
Waarom Onderbouwd?
Tijdens de gesprekken in de onderbouwvergaderingen en tijdens de functioneringsgesprekken kwam steeds vaker de
vraag naar voren of de huidige manier van
werken in de onderbouw nog wel tot tevredenheid stemde.
Het ging dan met name om het gebruik van
de verschillende bronboeken, methodes;
het organiseren van het onderwijs rond de
leerlijnen/ leerdoelen van taal en rekenen
en ook over de verantwoording c.q. administratie en registratie.
Dit was al aan de orde in het schooljaar
2011/2012. Maar in het schooljaar
2012/2013 werd hier nog een schepje bij
boven op gedaan doordat we ons zijn gaan
oriënteren op HGW.
“Samen leren, met en van elkaar”.
14
Schoolgids 2014 – 2015.
Bij HGW gaan we werken met groepsoverzichten en groepsplannen. Op zich een
goede stap binnen het (ons) onderwijs,
alleen in de onderbouw bleven we wel met
grote vraagtekens zitten over het in de
praktijk brengen van HGW in de kleutergroepen.
Daarom hebben we ons verder verdiept in
deze materie en vorig schooljaar
(2012/2013) toch besloten om over te gaan
naar de manier van werken van Onderbouwd.
We vinden dat door de keuze van Onderbouwd heel veel van onze vragen worden
beantwoord.
We hebben ervoor gekozen om het schooljaar (2012/2013) als introductiejaar te gebruiken om in het schooljaar (2013/2014)
volop te beginnen met de implementatie
van Onderbouwd.
Voor wie?
Omdat we het belangrijk vinden dat de
hele onderbouw weet wat er in de kleutergroepen gebeurt en ook in een nieuwe aanpak meegroeit hebben we besloten om met
de hele onderbouw de nascholing en het
implementatietraject te volgen.
Dat betekende in dit geval dat de leerkrachten van de groepen 1 t/m 4 dit traject
volgden alsook de directeur en de I.B.’er
onderbouw.
3.8.3. Lezen
We vinden dat kinderen op het eind van de
basisschool:
- plezier moeten hebben in lezen als informatie- en communicatiebron, zodat ze dit
niet alleen in school, maar ook thuis willen
doen.
- een eenvoudige tekst die hun belangstelling heeft aan anderen moeten kunnen
voorlezen op een duidelijke en begrijpelijke manier.
- informatie moeten kunnen halen uit teksten op een niveau van AVI-9.
- een eenvoudige tekst moeten kunnen verklaren a.d.h.v. een aantal vragen.
We proberen dit te realiseren door gebruik
te maken van de methode “Veilig Leren
Lezen”(technisch lezen), de methode “Estafette” (voortgezet technisch lezen) en de
methode “Overal Tekst” (begrijpend lezen).
We werken geheel volgens het PLD (Protocol Leesporoblemen en Dyslexie).
Er zijn per jaar 4 meetmomenten per
groep, waarop interventie volgt. Dat wil
zeggen dat er extra leesbegeleiding/oefening volgt, zowel voor de uitvallers als voor de kinderen die op niveau of
hoger scoren.
Eén van de doelstellingen van het PLD is
dat aan het eind van groep 4 duidelijk moet
zijn welke kinderen een (ernstig) leesprobleem hebben.
Eén van de leerkrachten, Ineke Groen, is
aangesteld als taal-lees coördinator. Haar
taak is om, samen met het team, het lezen
in de breedste zin van het woord zoveel
mogelijk te stimuleren, het leesplezier te
verhogen en de leerlingen voor het lezen te
enthousiasmeren.
Na de verbouwing, in april 2007, is er een
volledig nieuwe ruimte gerealiseerd waarin
onze schoolbibliotheek is gehuisvest.
Onze schoolbibliotheek wordt jaarlijks
aangevuld met de meest recente titels en
op deze manier zo actueel mogelijk gehouden..
De groepen 1 en 2 hebben de beschikking
over 70 prentenboeken Deze boeken staan
in de groepen en worden “uitgeleend” door
de groepsleerkrachten.
De groepen 3 t/m 8 hebben de beschikking
over 200 zeer actuele leesboeken voor alle
betreffende leeftijdscategorieën. Deze boeken staan allemaal in onze schoolbiblitheek en worden “uitgeleend” aan de leerlingen. (op drie vaste tijden per week). Dat
gebeurt m.b.v. ouders.
“Samen leren, met en van elkaar”.
15
Schoolgids 2014 – 2015.
Op deze manier proberen we het enthousiasme voor lezen te bevorderen.
3.8.4. Taal
Ons taalonderwijs is erop gericht dat de
leerlingen:
- vaardigheden ontwikkelen waarmee ze
deze taal doelmatig gebruiken in situaties
die zich in het dagelijkse leven voordoen
- kennis en inzicht verwerven omtrent betekenis, gebruik en vorm van taal
- plezier hebben of houden in het gebruiken van taal; zowel schriftelijk als mondeling.
Naast het foutloos leren schrijven van
woorden en werkwoordsvormen en het
stellen, besteden we in ons taalonderwijs
ook veel aandacht aan het leren spreken;
het goed formuleren van zinnen, het luisteren naar wat anderen precies zeggen.
We leren leerlingen ook hun eigen mening
onder woorden te brengen. In ons onderwijs is er dus naast spelling en stellen ook
veel aandacht voor spreken en luisteren.
Vanaf groep 4 gebruiken we de methode
“Taal Actief”.
In het schooljaar 2011/2012 hebben we als
vroegstartschool meegewerkt aan een pilot
bij de keuze voor een nieuwe taalmethode.
In dat schooljaar werkte groep 4 voor het
eerst met de nieuwe taalmethode: Taal
Actief 4. In het schooljaar 2012/2013 gingen ook de groepen 5 en 6 met deze methode werken. Taal Actief is een nieuwe
taalmethode waar we veel van verwachtten. Die verwachting is uitgekomen. De
leerkrachten en de leerlingen zijn zeer enthousiast. Vanaf vorig schooljaar werken
alle groepen met deze methode, zodat Taal
Actief nu in onze heel school is ingevoerd.
3.8.5. Rekenen
Bij het vakgebied rekenen gaat het er ons
om dat de kinderen:
- inzicht krijgen in de structuur van getallen en in het rekensysteem en
daarnaast manieren vinden in het oplossen
van rekenkundige problemen
- een aantal wiskundige begrippen leren
gebruiken en toepassen
- eenvoudige verbanden, regels, patronen
en structuren opsporen.
- basisvaardigheden verwerven, eenvoudige wiskundetaal begrijpen en toepassen in
de dagelijkse praktijk.
Vorig schooljaar hebben we gekozen voor
een nieuwe methode voor rekenen en wiskunde. Na een oriënterende fase waarin we
het totale aanbod van metrhodes hebben
bekeken bleven er uiteindelijk drie methodes over waaruit we onze keuze wilden
bepalen: De wereld in getallen; Pluspunt
rekenen en Alles Telt.
Van deze methodes is een zichtzending
aangevraagd. Alle leerkrachten hebben de
verschillende methodes uitgeprobeerd.
Tijdens een teamvergadering hebben we
samen gekozen voor de methode Pluspunt.
Voornaamste reden was dat deze methode
het uitgangspunt van “Met sprongen Vooruit” gebruikt. De meeste leerkrachten hebben de nascholing van “Met sprongen
vooruit” gevolgd en zijn hier enthousiast
over.
Vorig schooljaar hebben we deze methode
in alle groepen gebruikt. Na een periode
van 25 jaar werken met de methode “Wereld in getallen” was dat wel een hele verandering en vroeg het gebruik van deze
methode de nodige aanpassingen in ons
onderwijs en onze manier van werken. Na
een aarzelend begin kunnen we nu zeggen
dat deze methode ons erg goed bevalt. Hij
is duidelijk, overzichtelijk en gestructureerd. Ook de handleidingen en de manier
van werken zijn voor de leerkrachten duidelijk en goed te doen. Dat deze methode
al inspeelt op het werken met groepsplannen is natuurlijk een groot voordeel. Ook
het werken met de kwartaaltoetsen en de
bloktoetsen werd als zeer positief ervaren
“Samen leren, met en van elkaar”.
16
Schoolgids 2014 – 2015.
We werken nu allemaal met veel plezier
met deze methode.
3.8.6. Wereldorienterende vakken. (aardrijkskunde, geschiedenis en natuuronderwijs)
3.8.6.1. Aardrijkskunde
We willen dat de kinderen zicht krijgen op
het leven en het samen leven met andere
mensen, nu en in de toekomst.
Belangrijk hierbij is het bijbrengen van
waardering en begrip voor andere culturen.
Bij aardrijkskunde leggen we de nadruk op
de manier waarop de ruimte waarin we
leven is ingericht. Wij proberen de kinderen het inzicht bij te brengen dat de
ruimtelijke verschijnselen niet berusten op
toevalligheden, maar dat de natuur en de
mens hier grote invloed op hebben (gehad).
We willen de kinderen ook een aantal begrippen aanleren om ze de mogelijkheid te
geven kennis te verzamelen en dingen te
verklaren. Een van die vaardigheden is het
gebruik van de kaart (topografie).
De methode die we hiervoor gebruikten
was de methode: “Hier en Daar”.
Deze methode was aan vernieuwing toe.
Vorig schooljaar kozen we voor een nieuwe methode voor aardrijkskunde.
Na overleg en bestudering van een viertal
verschillende methodes kwamen we tot de
conclusie dat “Argus Clou”voor ons de
geschikste methode was.
We gebruiken ook het, bij deze methode
behorende, sofwareprogramma.
3.8.6.2. Geschiedenis
Wij vinden het belangrijk dat kinderen zich
kunnen inleven in situaties van het verleden en het heden. Dat ze belangstelling
krijgen voor historische gebeurtenissen en
tevens deze gebeurtenissen in de geschiedenis kunnen plaatsen. Daarom is het on-
derwijs in geschiedenis erop gericht dat de
kinderen:
- zich beelden kunnen vormen van in tijd
geordende verschijnselen en ontwikkelingen
- besef krijgen van continuïteit en verandering in het eigen leven en in de geschiedenis van de samenleving
- zich enige historische basisvaardigheden
eigen maken.
We gebruiken hierbij de methode: “Bij de
tijd”.
Deze methode is aan vernieuwing toe.
Daarom gaan we ons dit schooljaar oriënteren in het aanbod van nieuwe methodes
voor geschiedenis.
3.8.6.3. Natuuronderwijs/Techniek
Wij vinden het belangrijk dat de leerlingen
de natuur om zich heen leren ontdekken en
dat inzicht wordt verkregen in de relatie
mens en natuur.
Daarom is ons natuuronderwijs erop gericht dat de leerlingen:
- plezier beleven aan het verkennen van de
natuur vanuit een kritische en vragende
houding en zorg hebben voor een gezond
leefmilieu
- kennis, inzicht en vaardigheden verwerven die mensen nodig hebben om op juiste
wijze met de levende en niet-levende natuur om te gaan
- een onderzoekende en waarderende houding ten opzichte van de natuur en een
gezond leefmilieu ontwikkelen.
Hierbij gebruiken we de vernieuwde versie
van de methode: “Leefwereld”.
3.8.7. Godsdienstonderwijs en Geestelijke
stromingen.
Het godsdienstonderwijs wordt gegeven
aan de hand van de methode: “Trefwoord”.
Uitgangspunt van de methode “Trefwoord”
is om met behulp van leefthema’s twee
werkelijkheden bij elkaar te brengen: de
belevingswereld van het kind - in de he-
“Samen leren, met en van elkaar”.
17
Schoolgids 2014 – 2015.
dendaagse, multiculturele en religieuze
samenleving - en de wereld van de bijbel.
In dit treffen van twee werelden leert het
kind in dubbel opzicht. De eigen levenservaringen dragen er toe bij de bijbelverhalen beter te begrijpen. Omgekeerd biedt de
bijbel een andere blik op de dagelijkse
werkelijkheid. Het is een ontmoeting
waaraan kinderen vooral ook van elkaar
leren.
We verlenen onze medewerking aan de
voorbereiding op de Eerste H. Communie
en het Vormsel.
Niet alle kinderen doen hieraan mee. Zij
worden op een speciale manier bij de
voorbereiding betrokken. Een werkgroep
helpt bij de voorbereiding van de gezinsvieringen, die regelmatig plaatsvinden.
Onze school staat open voor kinderen van
alle gezindten. Daarbij vragen we respect
voor elkaars geloofsovertuiging en levensbeschouwing.
We besteden ook aandacht aan geestelijke
stromingen, zoals Christendom, Jodendom,
Islam, Boeddhisme en Humanisme.
3.8.7.1.Sociaal emotionele vorming.
Tijdens de teambijeenkomsten in het afgelopen jaar heeft het team besloten om te
gaan werken met een nieuwe methode voor
Sociaal Emotionele Ontwikkeling.
Na rijp beraad hebben we gekozen voor de
methode “Leefstijl”.
Met behulp van deze methode willen we
nog meer bevorderen dat kinderen opgroeien tot zelfstandige, sociaal vaardige
en betrokken mensen.
Deze methode heeft een lesprogramma
ontwikkeld dat:
- de kinderen sociaal en emotioneel vaardiger maakt
- de kinderen leert hoe ze rekening kunnen houden met elkaar
- de groep en het groepsgevoel
sterker maakt
-
een gezonde ontwikkeling ondersteunt.
In de lessen leren de kinderen zichzelf en
de anderen beter kennen. Ze leren onder
andere hoe ze voor zichzelf kunnen opkomen en hoe ze rekening kunnen houden
met anderen. Hoe maak je vrienden? Kun
je conflicten goed hanteren en oplossen?
Hoe werk je samen in een groep, maar ook
hoe zeg je nee tegen groepsdruk. Vaardigheden die het kind zelf en de groep sterker
maken. De groep wordt een veilige plek,
met een goede sfeer waar je conflicten
makkelijker oplost, waar je elkaar accepteert zoals je bent. In zo’n groep ga je met
plezier naar school en leer je makkelijker.
Hieraan voorafgaand volgde het team een
begeleidingstraject en een trainingstweedaagse zodat de leerkrachten de lessen op
een goede en verantwoorde manier kunnen
verzorgen.
3.8.8. Handvaardigheid
Bij handvaardigheid maken de leerlingen
werkstukken naar de werkelijkheid, naar
een idee en op basis van functionele eisen.
Het resultaat wordt verhoogd door het op
de juiste manier combineren van materiaal,
techniek en beeldaspecten.
In de groepen 1 t/m 8 worden de handvaardigheidslessen klassikaal gegeven.
We gebruiken hiervoor de methode: “Moet
je doen”.
Tijdens de themamiddagen van de groepen
5 t/m 8 zijn de leerlingen in heterogene
groepen ingedeeld. Er zijn ongeveer 8
themamiddagen per jaar. Tijdens deze
middagen staan allerlei creatieve- en techniek activiteiten centraal. Hierbij is de hulp
van veel ouders onontbeerlijk.
Dit schooljaar gaan we ons oriënteren op
een nieuwe methode voor handvaardigheid.
3.8.9. Computeronderwijs
“Samen leren, met en van elkaar”.
18
Schoolgids 2014 – 2015.
De laatste jaren neemt de computer een
steeds belangrijker plaats in binnen het
onderwijs. In de maatschappij is de computer al niet meer weg te denken. Wij willen onze kinderen goed voorbereiden op
een maatschappij waarbij informatie- en
communicatietechnologie een steeds groter
wordende rol zal gaan spelen. Zij zullen
zelfstandig moeten kunnen werken met
deze technologieën. Tevens willen we de
kinderen laten zien dat de computer niet
iets is wat op zichzelf staat, maar een onderdeel is van de gehele maatschappij
waarin we leven.
In alle groepen zijn computers aanwezig.
Deze computers worden in alle groepen
structureel ingezet.
Vanaf groep 1 werken de kinderen regelmatig met de computer. In de eerste jaren
leren de kinderen spelenderwijs met de
computer omgaan. Naarmate de kinderen
ouder worden gebruiken ze de computer
als tekstverwerker en als informatie- en
communicatiemiddel. Ook wordt de computer ingezet ter ondersteuning van de diverse vakgebieden en methodes.
Belangrijk bij dit alles is dat de computer
zuiver gezien moet worden als middel en
nooit tot doel verheven mag worden.
Ook het digitale schoolbord heeft op onze
school zijn intrede gedaan. Al enkele jaren
beschikken alle groepen over een digitaal
schoolbord.
Voor nadere informatie over het computer
onderwijs verwijzen we u naar het I.C.T.plan van onze school.
3.8.9.1. Protocol sociale media, mail- en
internetgebruik
De school conformeert zich aan het ‘Protocol Sociale Media SKOT, mail- en internetgebruik’. De SKOT vertrouwt erop dat
haar medewerkers, leerlingen, ouders/verzorgers en andere betrokkenen
verantwoord om zullen gaan met sociale
media en heeft dit protocol opgezet om een
ieder die bij een school van de SKOT betrokken is of zich daarbij betrokken voelt
daarvoor richtlijnen te geven.
Het genoemde protocol vindt u onder andere op de website van onze school.
Het volledige protocol Sociale Media ligt
ook ter inzage op school.
3.8.10. Medisch handelen op school
De school volgt de richtlijnen van het Medisch protocol voor scholen van het samenwerkingsverband Twente Noord. Indien nodig kan u gevraagd worden om een
verklaring in te vullen en te ondertekenen
in verband met de medische handelwijze
die voor uw kind gevolgd moet worden.
Uitgangspunt is dat medische handelingen
die onder de wet BIG vallen, niet worden
verricht door leraren of andere professio
nals van de school.
Het genoemde protocol vindt u onder andere op de website van onze school.
Het volledige protocol Medisch handelen
ligt ook ter inzage op school.
3.8.11. Overige vakken
Natuurlijk besteden we niet alleen aandacht aan bovengenoemde vakken. Hieronder volgt een overzicht van de overige
vakken en de door ons gebruikte methodes:
- Engels: Take it Easy
- Verkeer: Wegwijs
- Tekenen: Tekenen: Moet je doen.
- Schrijven: Pennenstreken
- Muziek: Muziek: Moet je doen.
- Bewegingsonderwijs:
Bewegen samen regelen.
- Dramatische vorming: Drama:
Moet je doen.
- Sociaal emotionele vorming:
Leefstijl /Viseon.
- Naast bovengenoemde vakken wordt er
op onze school ook aandacht besteed aan
actief burgerschap.
“Samen leren, met en van elkaar”.
19
Schoolgids 2014 – 2015.
De aandacht voor burgerschap, identiteit
en integratie in de samenleving is eigenlijk
in alle vakken geïntegreerd en ons onderwijs is hiermee doorweven. De methode
Leefstijl, die we gebruiken, voldoet aan
alle voorwaarden die voor actief burgerschap gevraagd worden.
Het zou te ver gaan om in deze schoolgids
hier uitgebreid op in te gaan.
Verder verwijzen wij u graag naar ons beleidsstuk: “Burgerschap, Identiteit en integratie in de samenleving”. Dit beleidsstuk
ligt ter inzage in school.
-Verder is het van belang dat de school
aandacht heeft voor de veiligheid in het
algemeen en de sociale en de fysieke veiligheid in het bijzonder. De aandacht voor
deze vormen van veiligheid vinden wij erg
belangrijk en daarom hebben we hier beleid op gemaakt en opgenomen in onze
manier van werken, inventariseren en evalueren. Hoe dit gestalte krijgt binnen ons
onderwijs en onze school staat beschreven
in het beleidsstuk: “Veiligheidsplan. Risico
Inventarisatie en evaluatie. Plan van aanpak”. Dit beleidsstuk ligt ter inzage op
school.
3.8.12. Overige activiteiten
Naast de leeractiviteiten in de klas vinden
we het belangrijk dat er ook andere activiteiten plaatsvinden:
- gemeentelijke sportevenementen
- schoolvoetbal
- avond-vier-daagse
- sinterklaas
- kerstviering
- paasmaaltijd
- excursies
- theaterbezoek
- sebastheater
- schoolreisjes
- voorleeskampioen
- schoolverlatersdagen groep 8
- en andere.
4. De zorg voor kinderen
4.1. Het volgen van de ontwikkeling van
de kinderen in de school (leerlingvolgsysteem)
Het leerlingvolgsysteem (LVS) is bedoeld
als ondersteuning bij de begeleiding van
het kind gedurende de jaren dat het bij ons
op school zit. We maken hierbij gebruik
van toetsen en observaties. Bij het gebruik
van toetsen maken we een onderscheid
tussen:
- toetsen die bij de methode horen. Deze
toetsen worden gebruikt nadat bepaalde
leerstof is aangeboden.
- toetsen die niet bij de methode horen.
LVS toetsen. Dit zijn toetsen die onafhankelijk van de methode, de leervorderingen
op lange termijn meten en vastleggen. Wij
maken hierbij voornamelijk gebruik van de
toetsen van het CITO.
De vakgebieden die getoetst worden binnen het leerlingvolgsysteem zijn:
- taal voor kleuters groep 1 en 2
- rekenen voor kleuters groep 1 en 2
- technisch lezen groep 3 t/m 6
- A.V.I. leestest: groep 3 t/m 8
- D.M.T. leestest: groep 3 t/m 8
- spelling groep 3 t/m 8
- woordenschat: groep 3 t/m 8
- rekenen groep 3 t/m 6
- begrijpend lezen groep 4 t/m 8
- sociaal emotionele ontwikkeling groep
1 t/m 8 (Viseon)
Na iedere toetsperiode bespreekt de leerkracht samen met de interne begeleider de
resultaten. Met behulp van verschillende
overzichten worden de resultaten geanalyseerd: foutenanalyse; toetsanalyse; dwarsdoorsnede en trendanayse. Dit gebeurt zowel op klassenniveau als op schoolniveau.
Eventueel worden deze resultaten besproken met een collegiaal consulent.
De uitkomst van deze analyses zijn voor
een groot deel bepalend voor het vervolg
van het onderwijs. Op deze manier probe-
“Samen leren, met en van elkaar”.
20
Schoolgids 2014 – 2015.
ren we de opbrengst van ons onderwijs zo
veel mogelijk te verbeteren!
(voor nadere informatie betreffende de
“Zorglijn” binnen onze school verwijzen
we u graag naar ons “Zorgplan”.
Wanneer er een verschil van mening ontstaat tussen de groepsleerkracht en de ouders over het al dan niet overgaan van een
leerling naar een hogere groep beslist de
directie.
4.1.1. De verslaggeving van gegevens
over leerlingen
Van iedere leerling wordt een dossier bijgehouden. Daarin worden gegevens opgenomen over het gezin, de leerlingenbesprekingen, gesprekken met ouders, speciale onderzoeken, handelingsplannen,
toets- en rapportgegevens van de verschillende jaren. De interne begeleider beheert
de dossiers.
4.1.2. De wijze waarop het welbevinden
en de leervorderingen van de kinderen
besproken worden met ouders.
4.1.2.1. Klassen-informatie-avond
Aan het begin van ieder schooljaar wordt
er voor de groepen 1 t/m 8 een klasseninformatie-avond georganiseerd. Tijdens
deze avond informeert de groepsleerkracht
de ouders over de aan te bieden leerstof en
over de organisatie in zijn/haar groep.
4.1.2.2. Rapportage.
Door middel van het rapport worden de
ouders op de hoogte gehouden van de resultaten van hun kind.
In principe krijgen alle leerlingen twee
keer per jaar hun rapport mee:
1ste rapport : begin februari
2de rapport: einde schooljaar
N.B.: De kinderen die gedurende het
schooljaar “instromen” in groep 1, krijgen
nog geen rapport mee naar huis. De ouders
worden aan het eind van het schooljaar
uitgenodigd voor een gesprek.
Ouders worden, indien nodig en of gewenst, in de 2de week van november in een
persoonlijk gesprek geïnformeerd over de
voortgang van hun kind.
Alle ouders worden jaarlijks, na het 1ste
rapport, uitgenodigd voor een gesprek op
school. Tijdens dit gesprek zullen o.a. de
resultaten van de CITO-toetsen en de leerlingvolgsysteem-kaart van het desbetreffende kind besproken worden.
Na het 2de rapport hebben de ouders de
gelegenheid om tijdens de 10-minutengesprekken samen met de leerkracht over
het rapport van hun kind te praten.
Op verschillende momenten kunnen zich
situaties voordoen waarbij de ouders en/of
de leerkrachten behoefte hebben om eens
over het kind te praten. Dat kan elke
maandag tussen 15.15 uur en 15.45 uur
4.2. De speciale zorg voor leerlingen met
specifieke behoeften
Onze school heeft een zorgplan, waarin de
zorg omschreven staat voor zowel de meer
als minder begaafde leerling. Deze zorg
wordt gecoördineerd door de interne begeleider. De kinderen die speciale zorg nodig
hebben, kunnen opvallen door de scores bij
de toetsen en de vorderingen door de jaren
heen. Ook kan de leerkracht aangeven dat
er veranderingen bij het kind optreden of
er kan een signaal van thuis komen.
4.2.1. Zorg binnen de groep
In eerste instantie gaat de groepsleerkracht
zelf met materialen, behorend bij de methode, in de groep met de leerling aan het
werk. Ook kan het zijn dat de hulpvraag
voorgelegd wordt aan de interne begeleider
of besproken wordt in het team. Als kinderen moeite hebben met de leerstof, of als
“Samen leren, met en van elkaar”.
21
Schoolgids 2014 – 2015.
er emotionele problemen zijn passen wij
op school in eerste instantie het programma voor het kind in de groep aan. Soms
kan het echter voor een kind beter zijn een
jaar over te doen. In die gevallen dat wij
daar op school voor kiezen, doen wij dat
zeer overwogen. Natuurlijk nemen we ook
de visie van de ouders daarin mee. De uiteindelijke beslissing ligt bij de directeur.
4.2.2. Interne begeleiding
Wanneer de interne begeleider ingeschakeld wordt, dan gebeurt dit in overleg met
de ouders. De interne begeleider onderzoekt en/of observeert en stelt aan de hand
van de verkregen gegevens i.s.m. de leerkracht en/of een externe deskundige een
handelingsplan op. Hierbij kan hulp gevraagd worden van externe instanties zoals
de helpdesk, een logopediste, de schoolverpleegkundige, de collegiale consulent
(leerkracht speciaal onderwijs) etc.
Een handelingsplan wordt altijd met de
ouders besproken, voordat ermee gewerkt
wordt. Het kan bijv. betekenen, dat kinderen een eigen programma gaan volgen;
bepaalde leerstof overslaan of extra leerstof en/of instructie krijgen.
Na ongeveer twee maanden wordt gekeken
of het handelingsplan het juiste effect heeft
gehad. Als dat het geval is wordt nog eens
bekeken of de interne begeleider betrokken
moet blijven bij een volgend handelingsplan. De stappen worden dan herhaald.
Wanneer een kind een aangepast programma heeft gekregen, dan is het over het
algemeen zo dat het kind daarmee verder
werkt, tenzij het weer aansluiting vindt bij
de groep.
Heeft het kind over de gehele linie een
achterstand en past het ook emotioneel
goed bij een lagere groep dan kan het een
jaar overdoen.
Om deze leerlingenzorg zo goed mogelijk
te begeleiden en te coördineren, heeft onze
school twee Interne Begelei-
ders en een Remedeal Teacher:
- Sharon Jannink: Interne Begeleider voor
de groepen 1 t/m 4
- Marieke Krake: Interne Begeleider voor
de groepen 5 t/m 8
- Anny Alferink: Remedeal Teacher.
Zij zijn op vaste momenten in de week
vrijgeroosterd om hun taak te kunnen uitoefenen.
Natuurlijk blijft de groepsleerkracht de
eerst verantwoordelijke.
4.2.3. Passend Onderwijs binnen Samenwerkingsverband (SWV) Twente Noord.
4.2.3.1. Inleiding
Onze school is onderdeel van SWV Twente Noord. Binnen dit SWV werken alle
(S)BaO-scholen van alle basisschoolbesturen en de SO-scholen cluster 3 en 4 in deze
regio samen. De samenwerking vindt
plaats met als doel uitvoering te geven aan
de wet op Passend Onderwijs. Het SWV is
georganiseerd in afdelingen. Iedere afdeling heeft een eigen afdelingscoördinator.
Deze coördinator is binnen de afdeling een
eerste aanspreekpunt namens het SWV.
Het SWV ondersteunt scholen met de inzet
van specifieke expertise. Hiertoe is het
E&D ingericht met deskundigen op het
gebied van cluster 3 en 4. Dit E&D biedt
o.a. ambulante begeleiding.
Ook geeft het SWV toelaatbaarheidsverklaringen af voor het speciaal (basis) onderwijs [S(B)O]. Deze toelaatbaarheidsverklaringen worden voorbereid in het
Schoolondersteuningsteam (SOT) onder
begeleiding van een trajectbegeleider van
het SWV. Ouders worden bij dit overleg in
het SOT als overlegpartner betrokken.
Indien ouders en/of school het niet eens
zijn met een beslissing over de toelaatbaarheid tot het S(B)O, dan kan een bezwaar ingediend worden bij de adviescommissie van het SWV. Over de bereikbaarheid van deze commissie en de be-
“Samen leren, met en van elkaar”.
22
Schoolgids 2014 – 2015.
zwaarprocedure is informatie te vinden op
de website van het Samenwerkingsverband. Op deze website is ook andere informatie over passend onderwijs en het
SWV te vinden.
Contactinformatie van het SWV:
Website: www.swv-twentenoord.nl
Mail: [email protected]
Kees Hendriks, directeur SWV Twente
Noord
Bosrand 6, 7602 CH Almelo
Tel.: 0546-863226
4.2.3.2. Het Schoolondersteuningsprofiel.
In haar Schoolondersteuningsprofiel beschrijft de school de mogelijkheden en de
beperkingen wat betreft de begeleiding en
opvang van leerlingen met zorg.
Dit Schoolondersteuningsprofiel ligt ter
inzage in school.
Andere documenten waar informatie te
vinden is over de ondersteuningstructuur
zijn:
o Het Schoolondersteuningsprofiel
(SOP).
o De notitie “Basisondersteuning”
van SWV Twente Noord
o Het “Ondersteuningsplan versie
2014” van SWV Twente Noord
4.2.3.3. De missie
De missie van de school sluit aan bij die
van het SWV Twente Noord. De St. Sebastianusschool biedt passend basisonderwijs
zodat dit onderwijs en de begeleiding van
kinderen zo snel, zo normaal, zo dichtbij
en zo goed mogelijk wordt georganiseerd.
De school volgt hier de afspraken, zoals
die in SWV Twente Noord zijn gemaakt.
Binnen het SWV werken leerkrachten,
interne begeleiders, directeuren, bestuurders en vele anderen in overleg met ouders
aan één centrale opdracht:
“Het onderwijs wordt zo gegeven, dat alle
leerlingen een zo hoog mogelijk ontwikkelperspectief geboden wordt
en een ononderbroken ontwikkelingsproces kunnen doorlopen.”
4.2.3.4. De visie
De school maakt dit mogelijk door:
o De afspraken rondom basiszorg en
kwaliteitszorg volgens de eisen van
de inspectie planmatig toe te passen;
o De uitgangspunten volgens Handelingsgericht Werken (HGW) in de
praktijk te brengen;
o Zo vroeg mogelijk de deskundigheid van ondersteuners in het SWV
in te schakelen om voor iedere leerling een onderwijsarrangement op
maat mogelijk te maken.
4.2.3.5. Doel
Het uiteindelijke doel is dat zo veel mogelijk leerlingen in onze school basisonderwijs kunnen blijven volgen. Dit bereiken
we samen met de extra deskundigen binnen en buiten onze school. Uitzonderingen
kunnen gelden voor die leerlingen die een
zeer speciale onderwijsbehoefte kennen.
Ook heeft de school mogelijk grenzen als
leerlingen het geven van goed onderwijs
aan andere leerlingen ernstig belemmeren.
De school beschrijft in het Schoolondersteuningsprofiel (SOP) waar de grenzen
van de mogelijkheden van ons schoolteam
liggen. De school zoekt steeds naar mogelijkheden om deze grenzen op te schuiven.
Het team streeft bij alle leerlingen tot een
zo ruim mogelijk passend aanbod te komen. Echter Passend Onderwijs betekent
niet per definitie dat alle leerlingen regulier BaO-onderwijs kunnen volgen. Onze
school werkt daarom binnen het SWV
goed samen met het speciaal basis onderwijs en het speciaal onderwijs (S(B)O).
Deze vormen van onderwijs zijn goed ingespeeld op leerlingen met zeer speciale
ondersteuningsbehoeften.
“Samen leren, met en van elkaar”.
23
Schoolgids 2014 – 2015.
4.2.3.6. De ondersteuningsstructuur
De St. Sebastianusschool biedt dus zo passend mogelijk onderwijs. Ter ondersteuning van het team beschikt de school over
gespecialiseerde leerkrachten en aanvullende ondersteuning.
De school beschikt over een team dat goed
is voorbereid om onderwijs- en opvoedproblemen te voorkomen en te verhelpen.
Ook wordt de school op verzoek ondersteund vanuit het SWV via de inzet van
een Expertise en Dienstenteam (E&D).
Dit team bestaat uit specialisten uit cluster
3 en 4.
Via de afdeling en het schoolbestuur is de
inzet mogelijk van een orthopedagoog,
schoolmaatschappelijk werker, schoolarts,
collegiale consulent, consulent sociale en
emotionele ontwikkeling of een consulent
jonge risico kinderen.
De school heeft een eigen schoolondersteuningsteam (SOT). Dit SOT houdt volgens een vaste planning groeps- en leerlingbesprekingen. Deze groeps- en leerlingbesprekingen vinden plaats volgens de
zogenaamde HGW werkwijze. Binnen
deze werkwijze staat planmatig en doelgericht werken voorop. Vragen rondom leerlingen worden besproken op basis van hun
ondersteuningsbehoefte. Leerlingbesprekingen worden gepland maar kunnen ook
op afroep plaats vinden als snel en direct
gehandeld moet worden. Bij het SOT overleg kunnen zowel deskundigen uit de
school, het bestuur als het SWV aansluiten.
Ook is het mogelijk dat deskundigen uit de
gemeentelijke jeugdzorg aansluiten, zoals
de maatschappelijk werker, schoolverpleegkundige, schoolarts, leerplichtambtenaar of wijkagent. De school maakt hierdoor effectief gebruik van nuttige en noodzakelijke adviezen van externe partners.
Binnen het SOT overleg kunnen ouders
worden uitgenodigd. Ouders worden altijd
betrokken bij besprekingen en besluiten
over hun kind.
Het SOT kan aan het SWV ook advies en
ondersteuning vragen in de vorm van trajectbegeleiding. Trajectbegeleiding is een
aanvullende ondersteuningsmogelijkheid
voor de school. Het SWV biedt deze ondersteuning om samen met het SOT en
ouders te onderzoeken of binnen onze
school nog kansen liggen om passend onderwijs te bieden. Trajectbegeleiders zijn
door het SWV speciaal opgeleid om dit te
onderzoeken samen met ouders en SOT.
Trajectbegeleiding wordt pas ingezet als de
eerdere aanpak niet heeft geleid tot een
blijvende oplossing. Het is mogelijk dat
ondanks inzet van extra deskundigen het
verwachte doel niet wordt bereikt. In dat
geval is er een nieuw uitzicht nodig via een
traject met een onafhankelijke derde, de
trajectbegeleider. De ondersteuningsstructuur van het eigen bestuur, afdeling of
SWV is dan dus al actief geweest in het
voortraject. Deskundigen hebben dus al
ondersteund en geadviseerd. De leerling is
bekend binnen de zorg van het SWV en
een groeidocument (Het groeidocument verzamelt alle
informatie over een leerling op een planmatige manier, zodat
geeft aan
welke acties al dan niet met succes reeds
zijn ingezet. Er is echter nog geen zicht op
een blijvende oplossing. Hierdoor zijn andere acties nodig om voor de leerling passend onderwijs te kunnen organiseren. De
intern begeleider (IB-er) neemt in zo’n
situatie contact op met het SWV om de
hulp van een trajectbegeleider te vragen.
Samen bereiden de IB-er en de trajectbegeleider het verdere verloop van het proces
voor. Eerst wordt bepaald welke deskundigen bij het SOT zullen worden betrokken
bij de volgende stappen. In ieder geval
worden altijd de ouders en de leraren betrokken bij de voorbereiding en het overleg.
afspraken en evaluaties goed zijn te volgen.)
“Samen leren, met en van elkaar”.
24
Schoolgids 2014 – 2015.
Het traject met de trajectbegeleider zoekt
in de eerste plaats naar oplossingen binnen
de eigen of een andere basisschool. Het
overleg kan echter ook tot een advies leiden, waarbij een toelaatbaarheid tot het
S(B)O aan de orde is.
4.2.3.7. Het basisprofiel van de school.
De school biedt basisondersteuning zoals
deze is vastgelegd in de regio van het
SWV Twente Noord voor alle basisscholen. De notitie waarin de basisondersteuning wordt beschreven, ligt ter inzage op
de school. Deze basisondersteuning is o.a.
vastgelegd in standaarden. Dit zijn afspraken waar alle basisscholen in Twente
Noord naar streven. De school heeft in het
SOP aangegeven hoe de stand van zaken is
t.a.v. deze afspraken. Ook heeft de school
in ontwikkelings- en scholingsplannen
beschreven hoe het schoolteam verder
werkt om deze basisondersteuning te realiseren. Deze ontwikkelings- en scholingsplannen zijn bedoeld om als school steeds
beter passend onderwijs te geven.
De school heeft haar onderwijs zo ingericht dat
- vroegtijdige leer-, opgroei- en opvoedproblemen worden gesignaleerd;
- een veilig (sociaal) schoolklimaat
voor alle leerlingen geboden wordt;
- een aanbod te creëren is voor leerlingen met dyslexie of dyscalculie;
- een afgestemd aanbod tot stand gebracht wordt voor leerlingen met
meer of minder dan gemiddelde intelligentie;
- een aanpak gericht op het voorkomen van gedragsproblemen geboden wordt.
We houden in ons onderwijs rekening met
de specifieke onderwijsbehoeften van leerlingen. De school heeft het pedagogisch
klimaat duidelijk beschreven
en met het hele schoolteam in de dagelijkse praktijk uitgewerkt. Hierbij werkt de
school via duidelijke afspraken aan het
voorkomen van sociaal emotionele problematiek en gedragsproblemen. Deze afspraken zijn op de school in te zien.
De school ontwikkelt een pedagogische
aanpak waarin leerlingen met ontwikkelingsproblemen, zoals ADHD en autisme
goed gedijen. De school richt haar onderwijs hier op in en schoolt de leerkrachten
hiertoe.
We staan open voor een gesprek met ouders over de opvang van leerlingen met
meer ingewikkelde of intensieve ondersteuningsvragen. In het SOP heeft de
school aangegeven in welke specifieke
ondersteuningsvragen het schoolteam zich
meer of minder ervaren acht. De school zal
deze specifieke ondersteuningsvragen van
leerlingen samen met het SWV, via de
inzet van een trajectbegeleider (zie boven),
onderzoeken en in beeld brengen.
Passend Onderwijs is echter niet per definitie inclusief onderwijs. Ook zijn we niet
in staat om alle leerlingen met zeer specifieke ondersteuningsbehoeften altijd op te
vangen. Het samenwerkingsverband ondersteunt de school indien nodig bij het
vinden van een juiste onderwijsplek buiten
de eigen basisschool.
De ondersteuningsmogelijkheden van de
school kunnen begrensd worden door verschillende oorzaken. De complexiteit of
meervoudigheid van de problematiek bij
een individuele leerling kan een grens voor
de school zijn. We hebben deze grenzen
verwoord in ons eigen SOP.
De volgende redenen kunnen grenzen van
de school bepalen:
o Veiligheid van medeleerlingen en
leerkracht;
o Mate van zelfredzaamheid;
o Mate van fysieke en/of medische
verzorging;
“Samen leren, met en van elkaar”.
25
Schoolgids 2014 – 2015.
o Kwaliteit en kwantiteit van het
onderwijs dat mogelijk is;
o Benodigde materiële ondersteuning van hulpmiddelen.
4.2.3.8. De aanmeldingsprocedure.
Bij aanmeldingen van kinderen, die voor
het naar de basisschool gaan, is de zorgplicht van kracht. De school zal samen met
de ouders onderzoeken of in het geval van
specifieke ondersteuningsbehoeften de
school de aangemelde leerling voldoende
onderwijs kan bieden. Leerlingen binnen
de basisondersteuning worden geplaatst op
de school van aanmelding, mits aan andere
plaatsingsvoorwaarden is voldaan. Indien
nodig bespreekt het SOT de ondersteuningsbehoeften. Het E&D van het SWV en
ook andere deskundigen kunnen hierbij
adviseren en ondersteunen. Kan de school
onvoldoende tegemoet komen aan de ondersteuningsbehoeften, dan is het schoolbestuur verantwoordelijk een plek te vinden binnen het eigen bestuur of in samenwerking met het SWV binnen een andere
BaO- of S(B)O-school. In het laatste geval
zal de school de hulp van een trajectbegeleider van het SWV inroepen (zie boven).
Voor tussentijdse aanmeldingen van kinderen die van een andere basisschool komen, geldt de zorgplicht niet voor de
nieuwe school. De school van herkomst
blijft de zorgplicht houden tot de leerling is
aangenomen op de nieuwe school.
4.3. Jeugdgezondheidszorg GGD Regio
Twente
4.3.1. De JGZ aan het woord:
Gezond opgroeien en een goede ontwikkeling zijn belangrijk voor kinderen.
Jeugdgezondheidszorg (JGZ) van de GGD
Regio Twente, helpen u hier graag bij. In
de basisschoolperiode komen wij op
school in groep 2 en 7 voor een preventief
gezondheidsonderzoek. Wij kijken dan
naar de lichamelijke, geestelijke, cognitieve en psychosociale ontwikkeling van kinderen. laatste jaren zien wij, ook landelijk,
dat steeds meer kinderen extra aandacht
nodig hebben. In 2011 zijn wij daarom
gestart met de Triage-methodiek, een vernieuwde onderzoeksmethode. We zien nog
steeds elk kind en hebben daarnaast meer
ruimte voor zorg op maat.
4.3.2. Hoe gaat het preventief gezondheidsonderzoek?
Zit uw kind in groep 2 of 7? Dan vragen
wij aan u, ouders of verzorgers, twee vragenlijsten in te vullen. Deze ontvangt u via
school van ons. Ook wordt de leerkracht
gevraagd om mogelijke aandachtspunten
op een lijst aan te geven. Samen met het
JGZ-dossier geeft dit een beeld van uw
kind. Op school krijgt uw kind een korte
algemene controle. Het gezichtsvermogen,
het gehoor, de lengte en het gewicht van
uw kind worden gecontroleerd. Hiervoor
hoeft uw kind zich niet uit te kleden. Om u
te informeren over de bevindingen krijgt
uw kind hierover een formulier mee naar
huis.
De controle vindt plaats in de vertrouwde
omgeving van uw kind, op school. Wij
vinden het voor de kinderen belangrijk dat
zij de doktersassistente al kennen voor de
controle. Daarom stelt zij zich vooraf in de
groep voor.
Eventueel vervolg
Mogelijk heeft uw kind extra aandacht
nodig. Dan wordt u samen met uw kind
uitgenodigd voor een aanvullend onderzoek op het spreekuur van de arts of verpleegkundige van de Jeugdgezondheidszorg. De uitnodiging voor dit vervolgonderzoek wordt dan naar uw huisadres gestuurd.
4.3.3. Voordelen van de Triage-methodiek
“Samen leren, met en van elkaar”.
26
Schoolgids 2014 – 2015.
1. Alle kinderen zijn en blijven goed in
beeld.
2. Het bereik van kinderen is groter.
3. Er zijn minder verstoringen in de klas.
4. Ouders hoeven geen vrij te nemen voor
de eerste algemene controle op school.
5. Artsen en verpleegkundigen hebben
meer ruimte om snel in te spelen op
(zorg)vragen.
4.3.4. Samenwerking met school
Wij hebben regelmatig contact met school
naar aanleiding van de preventieve onderzoeken en de spreekuren op school. Daarnaast nemen we, als JGZ, ook deel aan de
zorgoverleggen of zorgadviesteams (ZAT).
In deze overleggen worden, in goed overleg met ouders of verzorgers, kinderen
besproken die extra aandacht nodig hebben. Aan deze overleggen nemen, naast de
IB-er van school, het maatschappelijk werk
en bijvoorbeeld de schoolbegeleidingsdienst deel. Hierdoor kan bij (zorg)vragen,
in een vroegtijdig stadium, een duidelijk
advies gegeven worden.
4.3.5. Wilt u meer informatie?
Op onze website www.ggdregiotwente.nl
vindt u de meest actuele informatie van de
JGZ.
Uiteraard kunt u ook telefonisch contact
met ons opnemen door te bellen met 053 –
487 69 30.
4.4. Logopedie
De logopedische dienst van de gemeente
Hellendoorn verzorgt de logopedie op de
basisscholen in onze gemeente.
De logopedist houdt zich bezig met het
voorkomen, onderzoeken en begeleiden
(waaronder ook behandelen) van leerlingen
die (eventueel) problemen hebben met:
*de stem (is helder of hees?)
*het gehoor (luisterfuncties)
*de spraak (worden alle klanken uitgesproken en zijn ze correct?)
*de taal (kent het kind voldoende woorden,
hoe is de zinsbouw?).
Ook het mondgedrag (waaronder het
mondademen, zuigen op vingers e.d.) heeft
de aandacht.
Wat doet de logopedist op school?
Groep 1: observatie,onderzoek, controle,
begeleiding en kortdurende behandeling
van de leerling, maar ook voorlichting en
advisering van ouders en leerkrachten.
Groep 2: controle, onderzoek, screening
(dat wil zeggen een kortdurend onderzoek
van alle leerlingen), kortdurende behandeling en tevens advisering en begeleiding
van ouders en leerkrachten.
Groepen 3 t/m 8: onderzoek, advisering,
controle en behandeling.
Vanaf het begin van het schooljaar tot zes
à zeven weken voor het begin van de zomervakantie wordt elke school in de gemeente wekelijks door de schoollogopedist
bezocht.
Indien een kind logopedische behandeling
nodig heeft zal de logopedist altijd vooraf
met de ouders/verzorgers contact opnemen
en met de school overleggen.
4.5. De begeleiding van de overgang van
kinderen naar het voortgezet onderwijs
Na groep 8 gaan de kinderen naar het
voortgezet onderwijs. Ze hebben de keuze
uit vele scholen. Wij proberen hen en hun
ouders bij die keuze te helpen. Dat gebeurt
op verschillende manieren. Op de klasseninformatieavond aan het begin van het
schooljaar vertellen we de ouders welke
mogelijkheden van voortgezet onderwijs er
zijn. De kinderen krijgen deze informatie
ook tijdens de lessen.
In de loop van het schooljaar maken de
kinderen kennis met de werkwijze van de
CITO eindtoets.
Met ingang van het schooljaar 2014/2015
maken de leerlingen van groep 8 de CITO
eindtoets pas in april.
“Samen leren, met en van elkaar”.
27
Schoolgids 2014 – 2015.
Wat betreft de deelname van de leerlingen
houden we ons aan de afspraken zoals die
vermeld staan in het Protocol Twenterand:
deelname Cito-eindtoets.
In de periode januari/februari organiseren
de scholen voor voortgezet onderwijs hun
open dagen waarop in maart/april de kinderen aangemeld dienen te worden. Rond
deze periode vindt er een gesprek plaats
met ouders en de groepsleerkracht om de
keuze te bepalen.
Omdat de school kan terugzien op een volledig leerlingvolgsysteem, waardoor de
leerkrachten een beeld van de leerlingen
hebben welke gevormd is gedurende de
afgelopen 8 schooljaren, wordt het advies
van school als belangrijkst gezien en kan
het advies ook best al in deze periode worden gegeven ook al wordt de CITOeindtoets pas eind april afgenomen.
De uitslag van de CITO eindtoets wordt
dan ook gezien als een extra gegeven.
Meestal komt de uitslag van de CITO eindtoets overeen met het advies dat wij als
school hebben gegeven.
5. Scholing
5.1. Nascholing algemeen
Binnen onze school is de leerlingenzorg
hoog ontwikkeld en ingebed in de organisatie. Er wordt gebruik gemaakt van kindgerichte werkvormen en nieuwe inzichten
worden getoetst op bruikbaarheid en
meerwaarde. Afhankelijk van de uitkomst
vindt invoering plaats. De deskundigheid
van de teamleden en directie bevindt zich
op een goed peil.
De rol van de directie bij de deskundigheidsbevordering is ondersteunend en motiverend. Het team als geheel en de individuele leerkrachten geven bewust aan welke
cursussen binnen de ontwikkeling van de
school noodzakelijk zijn.
Het aanbod van de verschillende nascholings- en/of begeleidingsin-
stanties wordt hierbij betrokken.
5.2. Meerjarenscholingsbeleid
Met het meerjarenscholingsbeleid willen
we een aantal doelstellingen bereiken, al
naar gelang de personen en/of groepen
waarop het gericht is.
We onderscheiden daartoe:
- individueel persoonsgericht doel: de leerkrachten door middel van scholing dusdanig toerusten in de uitoefening van hun
vak, dat zij hun professie overeenkomstig
het beleid van de school tot tevredenheid
van zichzelf kunnen uitoefenen.
- teamgerichte doelen: het team door middel van scholing dusdanig toerusten dat het
op adequate wijze met het geformuleerde
onderwijsbeleid en met de ontwikkelingen
daarin kan omgaan en het probleemoplossend vermogen daarbij vergroot.
- innovatieve doelen: team en individuele
leerkrachten die kennis en vaardigheden
bijbrengen die nodig zijn om de door de
overheid vastgestelde vernieuwingen in te
voeren.
De directie inventariseert jaarlijks de individuele scholingsbehoefte en overlegt met
het team welke teamgerichte activiteiten
opgenomen moeten worden in het scholingsplan.
(voor nadere informatie: zie ons “Nascholingsplan 2014/2015”.)
5.3. Stagiaires van de PABO
Binnen onze school zijn ook stagiaires
werkzaam van de Hogeschool Edith Stein.
Zij lopen stage in alle groepen. Dat gebeurt
onder begeleiding van de groepsleerkracht.
Verder kunnen er, van de opleidingen voor
onderwijsassistent, stagiaires binnen de
school aanwezig zijn.
6. De ouders
6.1. Omgangscode school en ouders.
Leerlingen hebben baat bij een goede relatie tussen ouders en school. Samenhang in
“Samen leren, met en van elkaar”.
28
Schoolgids 2014 – 2015.
de opvoeding thuis en op school is daarbij
erg belangrijk. Vaak heeft dat een positief
effect op de schoolprestaties.
We willen als school graag de contacten
met alle ouders optimaliseren. Dit is de
reden dat we deze omgangscode opstellen.
Hierin legt d school de wederzijdse verwachtingen vast. Door deze code is het
voor iedereen helder, wie welke verantwoordelijkheden heeft. Ouders en school
kunnen elkaar er op aanspreken.
Er zijn daarnaast nog andere manieren om
bij school betrokken te zijn. Ouders kunnen zitting nemen in de oudervereniging,
de medezeggenschapsraad, het schoolforum of in bepaalde werkgroepen. Anderen
verlenen ondersteuning bij sportactiviteiten, schoolreisjes, excursies enz. Ouders
die actief willen worden kunnen dat op
school aangeven.
De ouders dragen bij de toelating van het
kind tot de school deels hun opvoedkundige taak over aan de school. Het is van wezenlijk belang dat dit in een coöperatieve
sfeer plaatsvindt.
Wat mogen de ouders van school verwachten?
 De school informeert ouders regelmatig over de ontwikkeling van
hun kind.
 De school zorgt ervoor dat de
lerlingen zich veilig en vertrouwd
voelen.
 De school zal doen wat binnen haar
mogelijkheden ligt om de leerlingen op een zo hoog mogelijk niveau, passend bij het kind, te laten
functioneren.
 De school besteedt extra zorg aan
leerlingen die moeite hebben met
de leerstof of die juist meer aan
kunnen.
 De school gaat respectvol om met
ouders, leerlingen, leerkrachten en
anderszins bij school betrokkenen.
 De school houdt de regie in handen
binnen de samenwerking tussen
school en externe betrokkenen.
 De school beschermt de privacy
van leerlingen en ouders.
 De school probeert het pesten op
school tot een minimum te beperken.
 De leraren maken tijd vrij voor ouders die vragen hebben; ze maken
ouders duidelijk hoe en wanneer ze
bereikbaar zijn.
 De directeur maakt tijd vrij voor
ouders die vragen hebben; hij
maakt ouders duidelijk hoe en
wanneer hij bereikbaar is.
-een actuele website.
Wat mag de school van de ouders verwachten?
 De ouders zorgen voor een positieve schoolhouding bij hun kinderen.
 De ouders gaan respectvol om en
praten met respect over leerlingen,
team, andere ouders en anderszins
bij school betrokkenen.
 De ouders tonen belangstelling
voor het schoolwerk van hun kind
en zien erop toe dat hun kinderen,
indien nodig, hun huiswerk maken.
 De ouders tonen belangstelling
voor school en zijn zoveel mogelijk
aanwezig op ouderavonden en rapportbesprekingen.
 De ouders geven relevante informatie over hun kind door aan school.
 De ouders dragen er zorg voor dat
hun kind de leerplicht nakomt.
 De ouders zien erop toe (zorgen ervoor) dat hun kind op tijd op school
aanwezig is.
 De ouders dragen er zorg voor dat
hun kind voldoende uitgerust op
school komt.
“Samen leren, met en van elkaar”.
29
Schoolgids 2014 – 2015.

De ouders zorgen ervoor dat hun
kind toegerust zijn om alle activiteiten op school mee te kunnen
doen.
Door het opstellen en naleven van deze
omgangscode scheppen we een goed
pedagogissch klimaat waarbinnen alle
betrokkenen zich prettig en veilig voelen. Tevens bevorderen en bewaken wij
de veiligheids- en welzijnsaspecten
voor alle mensen die op enigerlei wijze
betrokken zijn bij school.
6.1.1. Communicatie met gescheiden ouders.
De communicatie met u, als ouder, vinden
wij belangrijk. Het is in het belang van de
leerling dat dit goed verloopt.
Hieronder staan afspraken die wij hanteren
als het gaat om de communicatie met ouders die van elkaar gescheiden zijn en een
kind bij ons op school hebben. We gaan
hierbij uit van de wettelijke informatieplicht van scholen. U hebt in alle gevallen
toegang tot onze algemene website. Hierop
kunt u veel belangrijke informatie vinden.
Afspraken
1. Co-ouderschap: samen informatie
delen.
Het adres bepaalt wie informatie krijgt.
Na een scheiding kunt u kiezen voor coouderschap. U bent dan beiden nauw betrokken bij de opvoeding van uw kind en
het onderwijs dat hij/zij krijgt. Uw kind
woont beurtelings bij beide ouders.
Het adres waarop de leerling bij onze administratie staat ingeschreven, bepaalt dat
wij als school, de ouder die ook op dit
adres woont, van informatie voorzien. We
gaan ervan uit dat deze ouder alle informatie doorgeeft aan de andere ouder.
2. Verzorgende ouder: onderhoudt contacten, deelt met niet-verzorgende ouder.
Als er geen sprake is van co-ouderschap,
draagt de ouder bij wie het kind (het merendeel van de tijd) woont, als verzorgende
ouder de grootste verantwoordelijkheid.
Deze ouder onderhoudt de contacten met
school en krijgt van school alle leerlinggebonden en organisatorische informatie.
Wettelijk is het de bedoeling dat de verzorgende ouder die informatie deelt met de
niet-verzorgende ouder.
3. Niet verzorgende ouder: u krijgt op
eigen initiatief ook informatie van
school.
Wanneer het voor u, als niet-verzorgende
ouder, niet mogelijk is op de hoogte te
blijven van de schoolontwikkelingen van
uw kind, dan kunt u contact opnemen met
de directie. Op schriftelijk verzoek kunt u
rapporten ontvangen.
De directie neemt hierover contact op met
de leerkracht.
Bij een informatieverzoek (van de nietverzorgende ouder) verstrekken wij in
principe de informatie. U kunt rapporten
ontvangen. In uitzonderingsgevallen plannen wij- in overleg met de leerkrachtaparte gesprekken tijdens ouderavonden.
Vanwege zwaarwegende belangen van uw
kind, kan de directie besluiten de informatie niet te geven.
Oudergesprekken en ouderavonden
Tijdens de oudergesprekken en ouderavonden zijn de wettelijke ouders van harte
welkom. Bij uitzondering en op uitdrukkelijk verzoek van beide ouders kan in overleg met de leerkracht een afzonderlijk gesprek gepland worden (zie boven)
De uitnodiging gaat naar de hoofdverantwoordelijke, verzorgende ouder. Deze
heeft de verantwoordelijkheid de andere
(wettelijke) ouder te informeren.
“Samen leren, met en van elkaar”.
30
Schoolgids 2014 – 2015.
Vrij geven/vakantie
Wanneer wij op verzoek van de ene ouder
vrij geven aan een leerling, zijn wij verplicht de andere ouder hierover te informeren. Dit is omdat de andere ouder volgens
de wet moet weten of/wanneer zijn kind in
het buitenland verblijft.
N.B.: Iedere ouder kan zich aanmelden
voor digitale post.
6.2. De oudervereniging
De oudervereniging van onze school heeft
tot doel de contacten tussen de ouders en
school te bevorderen en in stand te houden.
Daarnaast tracht zij door allerlei activiteiten de ouders meer bij school te betrekken.
Iedere ouder, die kinderen op de basisschool heeft, is automatisch lid van de oudervereniging, tenzij de ouders aan het
bestuur van de oudervereniging schriftelijk
mededelen geen lid te willen worden.
De oudervereniging vergadert 1 keer per
maand. Bij deze vergadering is altijd een
teamlid aanwezig.
Een van de belangrijkste taken van de oudervereniging is de coördinatie van allerlei
activiteiten b.v.: schoolreisjes
avond wandel vierdaagse, kerstviering,
verkeersbrigadiers, het overblijven enz.
De oudervereniging vraagt aan ieder gezin
een zgn. ouderbijdrage.
Deze bijdrage is vrijwillig en wordt beheerd door de oudervereniging.
Bij eventuele betalingsproblemen kunnen
ouders aanspraak maken op de gemeentelijke regelingen, of anders contact opnemen met de directeur van de school.
Voor het schooljaar 2014/2015 bedraagt
deze bijdrage € 35,= per kind / per jaar.
Kinderen die t/m 31 januari “instromen”
dienen de volledige ouderbijdrage te betalen. De kinderen die gedurende het resterende schooljaar “instromen”
betalen de helft van de ouderbijdrage.
Deze bijdrage wordt tijdens de jaarvergadering in november steeds opnieuw vastgesteld.
6.3. De medezeggenschapsraad
Naast een oudervereniging functioneert er
ook een medezeggenschapsraad. Zij heeft
tot doel de geledingen van de school, de
ouders en personeel, medezeggenschap te
geven in het beleid t.a.v. de school. De
directeur van de school kan de vergaderingen van de medezeggenschapsraad bijwonen en doet dat als adviserend lid.
Iedere basisschool moet van het ministerie
zo’n medezeggenschapsraad hebben.
Het reglement van de edezeggenschapsraad, samengesteld in overleg met de bond
van schoolbesturen (VBKO), de Katholieke Vakorganisatie en de Katholieke Oudervereniging, is erkend door de Nederlandse Katholieke Schoolraad en daardoor
ook meteen door de minister. In het reglement staat omschreven wat een medezeggenschapsraad mag en moet doen in de
voorkomende gevallen. Voor een aantal
zaken heeft het bestuur de instemming of
het advies van de medezeggenschapsraad
nodig.
De Stichting Katholiek Onderwijs Twenterand is een overkoepelend bestuur voor 14
basisscholen uit de regio.
Daarom is er ook een gemeenschappelijke
medezeggenschapsraad. (GMR). Een van
de leden van onze medezeggenschapsraad
kan zitting hebben in deze GMR.
6.4. Overblijfmogelijkheid
Ook op onze school bestaat de mogelijkheid voor kinderen om tussen de middag
over te blijven. Er zijn steeds betaalde
overblijfouders aanwezig, die samen met
de kinderen eten.
Na de maaltijd mogen de kinderen binnen
of buiten spelen. De overblijfouders houden ook tijdens het spelen toezicht.
“Samen leren, met en van elkaar”.
31
Schoolgids 2014 – 2015.
Er zijn kosten aan het overblijven verbonden: dit jaar is dat € 2,00 per keer. Een
“20-rittenkaart” kost € 30,00.
N.B.: Alle overblijfouders hebben de wettelijk verplichte cursus voor overblijfouders gevolgd.
6.5. Klachtenregeling Primair Onderwijs
Binnen deze klachtenregeling kunnen onderwijskundige klachten en klachten op het
gebied van machtsmisbruik worden ingediend.
Onderwijskundige klachten zijn klachten
die betrekking hebben op alle onderwijskundige zaken die zich op een school kunnen voordoen. Het gaat daarbij om gedragingen en beslissingen, of het nalaten
daarvan, van het bevoegd gezag en het
personeel van een school.
Onder machtsmisbruik wordt verstaan:
situaties waarin leerlingen, leerkrachten of
andere personen die een taak hebben binnen school, slachtoffer worden van seksuele intimidatie, pesten of discriminatie.
Onze school draagt zorg voor een klimaat,
dat de lichamelijke en geestelijke integriteit van ieder kind van de schoolgemeenschap respecteert. Het klimaat en de cultuur van de school is dusdanig dat iedereen
(man/vrouw, jongen/meisje) zich thuis
voelt en gestimuleerd wordt tot een optimale ontwikkeling/prestatie waarbij een
ieder een volwaardige en gelijkwaardige
plaats inneemt. Het schoolbeleid zal dan
ook gericht zijn op alle geledingen binnen
de school. Het beleid ten aanzien van
klachten bestaat uit drie aspecten: preventie, de klachtenbehandeling en de opvang
en begeleiding van het slachtoffer en de
aangeklaagde. In eerste instantie zal de
school proberen de problemen zelf op te
lossen. Mocht dit om de een of andere reden niet lukken, dan biedt de klachtenregeling de mogelijkheid dit bij (een van) de
geschoolde contactpersonen van onze
school te melden. De contact-
personen van onze school zijn:
- Mw. Alferink: telefoon: 610237
- Mevr. Baltussen: telefoon: 656905
Deze contactpersonen zoeken samen met
de ouders en kinderen naar een oplossing
voor het probleem.
Mocht deze contactpersoon niet voldoende
hulp kunnen bieden, dan bestaat de mogelijkheid de vertrouwenspersoon, dhr.
Brockhoff, (arts) in te schakelen.
Mocht het om een heel ernstige vorm van
machtsmisbruik gaan, dan bestaat er de
mogelijkheid om een klacht in te dienen bij
een speciaal daarvoor ingestelde klachtencommissie.
De volledige Klachtenregeling Primair
Onderwijs ligt voor iedereen ter inzage op
school.
7. De ontwikkeling van het onderwijs in
de school
7.1.Kwaliteitsbeschrijving- borging en
evaluatie van beleidsterreinen
In de afgelopen jaren hebben we de activiteiten en planning zoals omschreven in het
schoolondernemingsplan 2011 – 2015 naar
volle tevredenheid kunnen uitvoeren.
Dit schooljaar is alweer het laatste jaar
binnen deze planperiode.
Dat betekent dat we dit schooljaar ook
weer het nieuwe schoolondernemingsplan
2015 – 2019 zullen moeten gaan schrijven.
Om de beleidsvoornemens en de te plannen activiteiten voor de komende planperiode mede te kunnen bepalen moeten we
een aantal gegevens genereren.
In de loop van het schooljaar 2014 - 2015
zullen we een tweetal kwaliteitsinstrumenten gebruiken.
Met behulp van de uitslagen/resultaten van
deze instrumenten krijgen we meer zicht
op onze sterke en op onze zwakke punten.
Bij het bepalen van onze beleidsvoorne-
“Samen leren, met en van elkaar”.
32
Schoolgids 2014 – 2015.
mens spelen deze uitslagen/resultaten een
belangrijke rol.
*We gaan een sterkte en een zwakte analyse maken m.b.v. : de kwaliteitsmeter P.O.
(van Beekveld & Terpstra).
De ouders, leerlingen van de groepen 6, 7
en 8 en leerkrachten vullen de enquêteformulieren in november 2014 in. Dat gebeurt
nog een keer door de leerlingen en leerkrachten in november 2016.
De zo verkregen gegevens leveren voldoende informatie op om een aantal aandachtspunten te generen voor de komende
periode. (m.n. de organisatie van ons onderwijs; gebruik van computers, enz.).
*Tevens wordt de uitslag van de eind cito
jaarlijks bekeken in relatie tot voorgaande
jaren en vergeleken met onze verwachtingen, werkwijze en methodegebruik.
Hieruit kunnen veranderingen t.a.v. de
inhoud van ons onderwijs het gevolg zijn.
*Verder kunnen verschillende
middelen worden ingezet zoals:
rapporten, collegiale visitatie,
van jaarlijkse klassenbezoeken
directie en intern teamoverleg.
evaluatieinspectieuitvoeren
door de
*Daarnaast hebben we in het kader van het
BAS – project en het gevolgde HGW /
OGW traject een aantal afspraken gemaakt. Deze zijn vastgelegd, als borgdocumenten om de continuïteit te waarborgen
en daarmee de doorgaande lijn vast te leggen. Jaarlijks worden deze en andere zaken
tijdens teamvergaderingen lopende het
schooljaar geëvalueerd en eventueel ingezet als verbeterpunten van het nieuwe jaar.
De uitslagen en resultaten van bovengenoemde instrumenten en het resultaat van
een aantal teambijeenkomsten over de visie en missie van de school en de beleidsvoornemens voor de komende
periode zullen moeten resulteren in het
Schoolondernemingsplan 2015 – 2019.
In dit plan staan dan de geplande activiteiten en planning uitgebreid omschreven.
7.2. Evaluatie van de activiteiten ter verbetering van ons onderwijs in het schooljaar 2013/2014.
In het afgelopen jaar hebben we de activiteiten en planning zoals omschreven in het
Schoolondernemingsplan 2011 – 2015 naar
volle tevredenheid kunnen uitvoeren.
Hieronder volgt een korte samenvatting en
evaluatie:
*HGW/OGW nascholingstraject:
Om als school “HGW en OGW proof” te
worden zijn we in schooljaar 2011/2012
begonnen met een gerichte scholing voor
het gehele team.
Deze nascholing wordt verzorgd door Iris
Dijkman (Expertis) en streeft de onderstaande opbrengsten na:
-Leerkrachten kunnen onderwijsbehoeften
van leerlingen in kaart brengen, groepsplannen opstellen en uitvoeren.
-Leerlijnen en leerdoelen zijn ordeningsmiddel.
-Beschikbare data worden gebruikt om
onderwijs te verbeteren.
-Directie en I.B.-ers zijn in staat sturing,
begeleiding en coaching te bieden.
Het betreft een nascholing gedurende 3
jaar We zijn begonnen in september 2011.
We willen dat in 2014 alle leerkrachten de
aspecten van handelingsgericht werken
(HGW) en opbrengstgericht werken
(OGW) beheersen en uitvoeren. Met het
team wordt afgesproken welke aspecten we
in ons onderwijssysteem implementeren en
wanneer.
Dit jaar (2013/2014) ging de meeste en de
gerichte aandacht uit naar het oefenen in
“Samen leren, met en van elkaar”.
33
Schoolgids 2014 – 2015.
het maken van groepsprofielen en groepsplannen.
De verwachting was dat we aan het eind
van vorig schooljaar met meerdere groepsplannen zouden kunnen werken. Dat is
toen niet gelukt. Het leren maken van en
het leren werken met groepsprofielen en
groepsplannen kostte meer tijd dan verwacht.
We hebben dit jaar gebruikt om voldoende
tijd te nemen om dit traject op een goede
manier te kunnen introduceren en implementeren.
Dat is gelukt. Alle leerkrachten en iedere
groep werkt nu met groepsprofielen en
groepsplannen met name bij de activiteiten
zoals rekenen; spelling; begrijpend lezen
en technisch lezen.
Toen we dit voldoende beheersten hebben
we een teamvergadering gebruikt om samen te bepalen met welk aspect van HGW
we nu verder wilden.
Het bleek dat bijna iedereen de meeste
voorkeur had voor het onderdeel “Gesprekken met Kinderen”.
De eerste afspraken zijn reeds gemaakt.
Vorig schooljaar hebben we twee externe
deskundigen benaderd die ons hierin gaan
begeleiden: Esther Even en Heleen oude
Lansink.
Een eerste oriënterend gesprek is afgesproken in juni 2014. Het vervolg zal
plaatsvinden in het schooljaar 2014/2015.
Voor de groepen 1 en 2 kunnen we zeggen
dat de keuze voor Onderbouwd een heel
goede is geweest. De leerkrachten zijn
razend enthousiast; de methode voldoet
aan alle verwachtingen en niet onbelangrijk: alle HGW vragen en onduidelijkheden
zijn door het gebruik van deze methode
opgelost..
Het traject voor OGW was binnen de
school al opgestart. Wel is een middag
besteed aan het informeren
van het team over de verschillende analyse
instrumenten zoals: toetsanalyses; foutenanalyses; dwarsdoorsnedes en trendanalyses.
*We willen dat in er 2014 voor elke
groep een groepsplan is op het gebied
van rekenen, begrijpend lezen, technisch
lezen en spelling.
Een groepsplan geeft doelgericht aan hoe
er de komende periode met de verschillende onderwijsbehoeften van leerlingen in
een groep omgegaan wordt. Een groepsplan kan zich richten op pedagogisch of
didactisch gebied. Het kan ook in elkaar
verweven zijn. Werken met een groepsplan
scheelt tijd en maakt het werken met individuele handelingsplannen grotendeels
overbodig. Doordat je weet welk doel je
nastreeft, geef je gerichter instructie en dit
biedt met name meer uitdaging en vooruitgang voor de “III-groep”.
We merken dat ook de nieuwe methodes
hierop inspelen. De nieuwe methodes die
we gebruiken voor technisch lezen; rekenen; taal en begrijpend lezen werken al
met groepsplannen!
Na de wat vertraagde beginperiode (zie
boven), is het nu gelukt om dit doel in dit
schooljaar te realiseren.
*Aanschaf nieuwe methode Aardrijkskunde en Engels.
Onderwijsvernieuwing wordt mede bepaald door de materialen en methodes die
je gebruikt. Het up to date houden van die
materialen en methodes is een jaarlijks
weerkerende activiteit. Wat is verouderd
en moet vervangen worden? Welke middelen zijn achterhaald door nieuwe ontwikkelingen? Volgens een vast investeringsschema/ meerjarenplanning zijn de
gebruikte middelen op school in kaart gebracht. Het jaar van aanschaf, de kosten en
het jaar van vervanging staan daarin vermeld.
“Samen leren, met en van elkaar”.
34
Schoolgids 2014 – 2015.
In onderling overleg wordt jaarlijks gekeken of we volgens dit schema weer gaan
vervangen of dat de prioriteiten zijn verschoven.
Dit jaar kozen we voor twee nieuwe methodes: Aardrijkskunde en Engels.
In eerste instantie hebben we ons laten
voorlichten door Marc Olden (vertegenwoordiger bij Heutink).
Daarna zijn er twee werkgroepjes gevormd: één voor Engels en de ander voor
Aardrijkskunde.
Van de verschillende methodes is een
zichtzending gevraagd.
Na bestudering van de verschillende methodes kwam het werkgroepje voor aardrijkskunde tot de conclusie dat er duidelijk
één methode bovenuit stak: Argus Clou.
Alle betreffende leerkrachten hebben deze
methode uitgeprobeerd.
Tijdens een teamvergadering in mei hebben we samen gekozen voor Argus Clou..
Na bestudering van de verschillende methodes kwam het werkgroepje voor Engels
tot de conclusie dat het moeilijk was om op
basis van de op dat moment bekende informatie te kiezen.
Er werd voor gekozen om in het informatie
centrum van Heutink een nadere toelichting op de methodes te vragen
Hierna was er meer duidelijkheid en werd
er gekozen voor de methode Take it easy.
Alle betreffende leerkrachten hebben deze
methode uitgeprobeerd.
Tijdens een teamvergadering in mei hebben we samen gekozen voor Take it easy.
*Implementatie nieuwe taalmethode
Taal Actief 4.
We zijn erg tevreden over de methode Taal
Actief 4. Nu deze methode is geïntroduceerd in de hele school zijn er gedurende
dit schooljaar steeds evaluatie c.q. implementatiemomenten geweest.
Daaruit kunnen we de conclusie trekken
dat iedereen zeer positief is over het werken met deze nieuwe metho-
de. Met name het spellingonderwijs en de
aandacht voor de woordenschat waren positieve punten die werden genoemd.
*Implementatie nieuwe methode natuur
en techniek: “Leefwereld”.
We hebben vorig jaar gekozen voor de
nieuwe methode: “Leefwereld.”.
Nu deze methode is geïntroduceerd in de
hele school zijn er gedurende dit schooljaar
steeds evaluatie c.q. implementatiemomenten geweest.
Daaruit kunnen we de conclusie trekken
dat iedereen zeer tevreden is over het werken met deze nieuwe methode. Met name
het feit dat techniek onderwijs nu is geïntegreerd in de methode bevalt erg goed.
Ook de ondersteuning van de methode met
software c.q. digibord-lessen is heel goed
ontvangen
* Implementatie van de nieuwe manier
van werken in de groepen 1 en 2: “Onderbouwd”.
Vorig jaar hebben de leerkrachten van de
onderbouw zich verdiept in de manier van
werken van Onderbouwd. Aan het eind van
het jaar volgde een nascholing.
Dit jaar hebben we gebruikt om deze manier van werken volledig te implementeren
in de groepen 1 en 2. (zie hiervoor blz. 52;
53 en 54).De benodigde materialen zijn
aangeschaft en de nascholing is voltooid.
Gedurende het schooljaar zijn er steeds
evaluatie- en implementatiemomenten geweest.
De onderbouwvergaderingen werden
steeds gebruikt om elkaar te bevragen;
ervaringen uit te wisselen en elkaar te coachen.
Nu, aan het eind van dit implementatiejaar
kunnen we zeggen dat de keuze voor Onderbouwd een heel goede is geweest. De
leerkrachten zijn razend enthousiast; de
methode voldoet aan alle verwachtingen en
niet onbelangrijk: alle HGW vragen en
“Samen leren, met en van elkaar”.
35
Schoolgids 2014 – 2015.
onduidelijkheden zijn door het gebruik van
deze methode opgelost.
Er wordt zo enthousiast gewerkt met en
verteld over deze methode dat het gevolg
is dat we min of meer als voorbeeld school
zijn gaan werken: gedurende afgelopen
schooljaar zijn al een 4-tal collega scholen
komen kijken in onze groepen om de manier van werken te kunnen zien.
*Aandacht voor ICT
Aan het eind van schooljaar 2012/2013 is
de ICT-er Jos van Tongeren met AKP gegaan. Dat betekende dat we gedurende dat
schooljaar onze toekomstige ICT-er, Marion Oude Avenhuis hebben moeten inwerken.
Dit schooljaar heeft Marion het stokje
overgenomen en dat heeft ze bijna probleemloos gedaan.
Ze heeft zich snel ingewerkt in de materie
en ze is door de collega’s al heel snel als
ICT-er geaccepteerd.
Gedurende dit schooljaar dienden zich een
aantal innovaties aan waar we op ICT gebied druk mee zijn (geweest).
Gedurende dit jaar ontstond het plan om
voor de hele school WIFI “aan te schaffen”. Ook hebben we ons de vraag gesteld
of we niet meer moeten gaan werken met
tablets en/of laptops.
De vragen zijn beantwoord: We gaan
WIFI aanschaffen en ws. gaan we inderdaad meer werken met tablets. Ook wordt
overwogen om i.p.v. vaste computers vanaf nu laptops aan ter schaffen.
De uitvoering van bovenstaande ideeën
wordt doorgeschoven naar het schooljaar
2014/2015.
*De school geeft invulling aan het beeld
van de gastvrije Katholieke school.
Dit jaar stond centraal: De dienstbaarheid
(ook in relatie met de parochie)
Wij zijn een katholieke school en dragen
bij aan de ontwikkeling van kinderen met
aandacht voor de levensbeschouwelijke
waarden.
Als katholieke school willen wij staan
voor:
- bevestiging van de eigenwaarde
van elk kind;
- de vorming van leerlingen tot zelfstandig handelen vanuit een eigen
verantwoordelijkheid;
- het nastreven van een houding tot
samenwerking;
- de zorg voor de minderbedeelden.
- de bereidheid om te delen.
Waarden en normen worden niet aangepraat of opgelegd maar we laten de kinderen onder andere door gesprekken hun
eigen houding bepalen. Dit komt in alle
facetten van ons onderwijs aan de orde.
Onze school wil samen met de ouders en
de kerk, de kinderen begeleiden vanuit de
katholieke geloofstraditie. Hierbij is de
relatie met de parochie van wezenlijk belang.
Hierbij kunt u denken aan het vieren van
katholieke feesten en het begeleiden bij de
Eerste Heilige Communie en het Vormsel.
Niet alle kinderen doen hieraan mee. Zij
worden op een speciale manier bij de
voorbereiding betrokken. Een werkgroep
helpt bij de voorbereiding van de gezinsvieringen, die regelmatig plaatsvinden.
Onze school staat open voor kinderen van
alle gezindten. Daarbij vragen we respect
voor elkaars geloofsovertuiging en levensbeschouwing.
Samen met de werkgroepen vanuit de parochie vervullen we ook een rol tijdens de
gezinsvieringen.
* In het schooljaar 2013/2014 gaan we
voor het eerst werken met digitale rapporten voor kinderen.
Vorig schooljaar is er een werkgroep gevormd bestaande uit 4 teamleden, waaronder de ICT-er, en directeur. Deze werkgroep werd ondersteund door ESIS, het
leerlingen administratiesysteem waarin dit
rapport wordt ontworpen. Tijdens de
maandelijkse gesprekken tussen ICT-er,
“Samen leren, met en van elkaar”.
36
Schoolgids 2014 – 2015.
werkgroep en directie en tijdens teamvergaderingen werden de voorbereidingen
getroffen en het overgangsproces besproken.
Waar nodig werd dit aangepast.
Dit schooljaar zijn we begonnen met het
werken met een digitaal leerlingen rapport.
Na wat aanvangstrubbelingen kunnen we
stellen dat de keuze voor een digitaal rapport een goede is geweest. Leerkrachten
geven aan nu minder werk met de rapporten te hebben terwijl de kwaliteit van de
rapporten vooruit is gegaan.
Ook het feit dat nu alles in hetzelfde leerlingadministratiesysteem wordt verwerkt is
erg makkelijk en overzichtelijk.
Een andere verandering was dat we m.i.v.
dit schooljaar over zijn gegaan naar het
uitdelen van twee rapporten per schooljaar
(ipv 3). De rapporten worden nu meegegeven in jan/febr en juni
Dit is door de leerkrachten en de ouders
probleemloos ontvangen.
Wel hebben we afgesproken dat we in de
periode rond november van ieder jaar de
ouders de gelegenheid geven om de vorderingen van hun kind te bespreken met de
leerkracht. Dat doen we door in die periode
twee 10-minuten avonden te organiseren.
* Aan het eind van het schooljaar
2013/2014 is de communicatie naar ouders volledig gedigitaliseerd.
Aan het begin van dit schooljaar werd de
informatiestroom naar ouders nog bijna
volledig op papier verzorgd. De tweewekelijkse Klepperbrief; de tussentijdse berichten en mededelingen alsook de kalender en
de schoolgids werden op papier aan de
ouders uitgereikt.
Nu zijn we zover dat deze “papierwinkel”
volledig is vervangen door informatieverstrekking per mail of via de website. Op
enkele uitzonderingen na was er volledige
instemming en medewerking bij de ouders.
De ouders die niet instemden krijgen de
informatie nog op papier.. Dit
proberen we echter wel z.s.m. af te bouwen
c.q. te ontmoedigen.
Slechts incidenteel wordt er nog op papier
informatie verstrekt.
* Het up to date houden en indien mogelijk vernieuwen/aanpassen van onze
website.
Een goede relatie met de klant op bouwen
is bij uitstek de manier om boodschappen
over te brengen. De huidige tijdgeest
brengt met zich mee dat onze website een
steeds belangrijker medium wordt.
Daarom is het belangrijk dat de website up
to date is.
De ICT-er en de directie namen hier het
voortouw. Al vrij snel werd besloten om de
website volledig te vernieuwen. Verschillende opties werden overwogen.
Uiteindelijk werd ervoor gekozen om hulp
en advies te halen bij een externe deskundige. Het ontwerpbureau Jannink heeft ons
bijgestaan bij de ontwikkeling van onze
nieuwe website. In de loop van schooljaar
2013/2014 is deze geheel vernieuwde website “on-line” gegaan.
7.3. Activiteiten ter verbetering van het
onderwijs voor het schooljaar 2014-2015
In ons schoolondernemingsplan zijn voor
het schooljaar 2014/2015 de volgende aandachtspunten opgenomen:
*Blijvende aandacht voor HGW / OGW.
We hebben de laatste jaren verschillende
onderdelen binnen ons onderwijs vernieuwd c.q. aangepast.
Dit schooljaar willen we deze veranderingen, vernieuwingen verder implementeren
en waar nodig aanpassen.
Het begeleidingstraject HGW/OGW is
vorig jaar afgesloten. We kijken terug op
een goede periode. We kunnen nu vaststellen dat onze school HGW en OGW
“proof” is.
Het werken met groepsoverzichten en
groepsplannen is volledig geïmplemen-
“Samen leren, met en van elkaar”.
37
Schoolgids 2014 – 2015.
teerd. Ook de andere kenmerken van HGW
zijn in ons onderwijs verweven.
Eén onderdeel willen we dit schooljaar
extra aandacht geven: Gesprekken met
kinderen. We vinden dat dit onderdeel binnen onze school nog wat meer aandacht
mag krijgen en wat verder uitgediept kan
worden.
We hebben hiervoor de hulp ingeschakeld
van een 2 externe deskundigen: Esther
Even en Heleen oude Lansink.
* Aandacht voor I.B. met name w.b.
Passend Onderwijs.
Per 01-08-2014 wordt de Wet op Passend
Onderwijs van kracht. Elk kind heeft recht
op goed onderwijs. Ook kinderen die extra
ondersteuning nodig hebben. Passend onderwijs beoogt dat zo veel mogelijk leerlingen regulier onderwijs kunnen volgen.
Want zo worden ze het best voorbereid op
een vervolgopleiding en doen ze zo goed
mogelijk mee in de samenleving. Het speciaal onderwijs verdwijnt niet. Kinderen
die het echt nodig hebben, kunnen nog
steeds naar het speciaal onderwijs.
Als de wet op 1 augustus 2014 ingaat, krijgen scholen een zorgplicht. Dat betekent
dat scholen ervoor verantwoordelijk zijn
om elk kind een goede onderwijsplek te
bieden. Om aan alle kinderen daadwerkelijk een goede onderwijsplek te kunnen
bieden, vormen reguliere en speciale scholen samen regionale samenwerkingsverbanden. De scholen in het samenwerkingsverband maken afspraken over de ondersteuning aan leerlingen en de bekostiging
daarvan.
Onze school is hierop voorbereid. Dit
schooljaar is het eerste jaar binnen de wet
Passend Onderwijs. We zullen dit traject
nauwlettend moeten monitoren.
*Aandacht voor ICT.
Gedurende vorig schooljaar ontstond het
plan om voor de hele school WIFI “aan te
schaffen”. Ook hebben we ons de vraag
gesteld of we niet meer moeten gaan werken met tablets en/of laptops.
De vragen zijn beantwoord: We gaan
WIFI aanschaffen en ws. gaan we inderdaad meer werken met tablets. Ook wordt
overwogen om i.p.v. vaste computers vanaf nu laptops aan ter schaffen.
De uitvoering van bovenstaande ideeën en
het maken van beleid rond deze veranderingen zullen dit schooljaar gestalte krijgen.
* Implementatie nieuwe methode Aardrijkskunde: Argus Clou.
We hebben vorig jaar gekozen voor de
nieuwe methode: “Argus Clou.”. Dit jaar
gaan we deze methode in alle groepen gebruiken. We gaan ervan uit dat deze methode t.o.v. de andere methode een sterke
verbetering zal zijn. Met name het gebruik
van digibordlessen c.q. software zal nadrukkelijk onze aandacht moeten hebben.
* Implementatie nieuwe methode Engels: Take it easy
We hebben vorig jaar gekozen voor de
nieuwe methode: “Take it easy.”. Dit jaar
gaan we deze methode in de groepen 5 t/m
8 gebruiken. We gaan ervan uit dat deze
methode t.o.v. de andere methode een sterke verbetering zal zijn. Met name het gebruik van digibordlessen c.q. software zal
nadrukkelijk onze aandacht moeten hebben.
*Aanschaf nieuwe methodes voor
Geschiedenis en de Expressievakken
(Moet je doen)
Onderwijsvernieuwing wordt mede bepaald door de materialen en methodes die
je gebruikt. Het up to date houden van die
materialen en methodes is een jaarlijks
weerkerende activiteit. Wat is verouderd
en moet vervangen worden? Welke mid-
“Samen leren, met en van elkaar”.
38
Schoolgids 2014 – 2015.
delen zijn achterhaald door nieuwe ontwikkelingen?
Volgens een vast investeringsschema/
meerjarenplanning zijn de gebruikte middelen op school in kaart gebracht. Het jaar
van aanschaf, de kosten en het jaar van
vervanging staan daarin vermeld. (zie bijlage 2 en 3)
In onderling overleg wordt jaarlijks gekeken of we volgens dit schema weer gaan
vervangen of dat de prioriteiten zijn verschoven.
Dit schooljaar zijn volgens de planning
geschiedenis en de expressievakken aan de
beurt.
*De school geeft invulling aan het beeld
van de gastvrije Katholieke school.
Onze school organiseert per jaar een bijeenkomst binnen de aanleiding en context
zoals hiernaast beschreven volgens onderstaande thematische planning. Hierbij kan
een externe deskundige gevraagd worden
om mee inhoud te geven aan deze middag.
Periode van 4 jaar met daarin de volgende
onderwerpen:
 Waarden en normen (2011/2012)
 Levensbeschouwing (2012/2013)
 De dienstbaarheid [ook in relatie met
de parochie] (2013/2014)
 De vieringen (2014/2015)
* Nieuw schoolondernemingsdplan
2015 - 2019
Tijdens dit schooljaar moet er een nieuw
school ondernemingsplan worden gemaakt
voor de periode 2014 – 2019.
Nadat er bovenschool een nieuw 4 jaren
plan is vastgesteld gaan we op schoolniveau bezig met ons schoolondernemingsplan. Dit schoolondernemingsplan zal op
delen worden afgestemd op het bovenschoolse plan. Daarnaast proberen we op
teamniveau onze prioriteiten en wensen
voor de komende jaren in ons plan te verwerken.
8. Resultaten van ons onderwijs
In de hele maatschappij zien we dat activiteiten worden geëvalueerd en beoordeeld
om zo een indicatie te krijgen van geleverde kwaliteit. Ook aan het onderwijs wordt
gevraagd resultaten te tonen.
Het onderwijsproces is echter geen proces
waarbij zo maar een balans kan worden op
gemaakt van investeringen en opbrengsten.
Omdat in feite elke leerling uniek is, kan
het onderwijsproces niet voor ieder kind
volgens vastomlijnde plannen verlopen.
Het resultaat zal in grote mate afhangen
van de achtergrond van de leerlingen, de
samenstelling van de groepen en uiteraard
het onderwijsproces.
Op onze school zien we het belang van
regelmatige evaluatie in waarbij wordt
gekeken of onze inspanningen effect hebben gehad.
Voor de cognitieve ontwikkeling (ontwikkeling van kennis) maken we gebruik van
diverse Citotoetsen. Deze zijn niet gekoppeld aan een bepaalde onderwijsmethode
van bijv. rekenen of taal. De uitkomsten
van dit leerlingvolgsysteem geeft aan hoe
een leerling zich op bepaalde vakgebieden
ontwikkelt ten opzichte van het landelijk
gemiddelde. Doordat deze toetsen systematisch vanaf groep 1 worden afgenomen,
kan het kind ook met zichzelf worden vergeleken.
De tussentijdse resultaten worden door de
intern begeleider besproken met individuele leerkrachten, het team en de directie.
Twee keer per jaar bespreken we opbrengsten van iedere groep met het hele team.
Een vast ijkpunt waarop je de balans zou
kunnen opmaken van, normaal gesproken,
acht jaar basisonderwijs is de Citoeindtoets die in februari in groep 8 wordt
afgenomen.
Deze toetst de opgedane kennis op het gebied van rekenen, taal, studievaardigheden
en wereld oriënterende vakken. Bij de toe-
“Samen leren, met en van elkaar”.
39
Schoolgids 2014 – 2015.
lating tot het voortgezet onderwijs spelen
de resultaten van de Cito-toets een rol.
De meeste leerlingen gaan na de basisschool naar de scholengemeenschap “Reggesteyn” in Nijverdal. Daarnaast gaan enkele leerlingen naar de scholengemeenschap “Pius X” in Rijssen of naar scholengemeenschap “Waerdenborch” in Holten.
Af en toe gaan er ook leerlingen naar het
AOC in Almelo.
Dit jaar gaan 21 leerlingen naar “Reggesteyn”, 3 leerlingen naar “Pius X”, 2 leerlingen naar het AOC Oost en 1 leerling
naar het Stedelijk Lyceum in Enschede.
Wij informeren deze scholen over de leerlingen van onze school en we worden op
de hoogte gehouden van de prestaties van
onze oud-leerlingen.
In de maand maart ontvangen de ouders de
uitslag van de CITO eindtoets voor het
basisonderwijs. Daarna volgt een gesprek
met de leerkracht van groep 8 over de keuze van het voortgezet onderwijs.
In het algemeen kunnen we stellen dat onze gemiddelde score bij de CITO eindtoets
vaak boven het landelijk gemiddelde ligt.
Het aantal leerlingen dat naar de diverse
vormen van voortgezet onderwijs gaat wisselt van jaar tot jaar. De schoolkeuze voor
voortgezet onderwijs is afhankelijk van
meerdere elementen o.a.:
- de capaciteiten van het kind
- de kwaliteit van het basisonderwijs
- de thuissituatie
Met name het middelste punt is voor onze
verantwoording. Dat wil niet zeggen dat
we ernaar streven om elk kind naar het
HAVO/VWO te helpen.Of die schoolsoort
haalbaar is hangt niet alleen af van de kwaliteit van de basisschool, maar ook van de
aard en de aanleg van het kind. Wel proberen we het maximale uit elk kind te halen
en er voor te zorgen dat ieder kind op de
juiste plaats binnen het voortgezet onderwijs komt.De uitstroom van onze leer-
lingen was in de afgelopen 3 jaar als volgt:
Schooljaar 2011/2012:
CITO-score: St. Sebastianus:
537,3
CITO-score: Land. gemiddelde: 535,1
VMBO-Praktijk
4 leerlingen
VMBO-Theorie
2 leerlingen
VMBO-T / HAVO 4 leerlingen
HAVO
2 leerling
HAVO/VWO
2 leerlingen
VWO
3 leerlingen
Schooljaar 2012/2013:
CITO-score: St. Sebastianus: 538,0
CITO-score: Land. gemiddelde: 534,7
VMBO-Kader
3 leerlingen
VMBO-GTL
7 leerlingen
VMBO-T / HAVO 3 leerlingen
HAVO
6 leerlingen
HAVO/VWO
2 leerlingen
VWO
5 leerlingen
Schooljaar 2013/2014:
CITO-score: St. Sebastianus:
539,1
CITO-score: Land. gemiddelde: 534,1
VMBO-Praktijk
2 leerlingen
VMBO-Theorie
4 leerlingen
VMBO-T / HAVO 4 leerlingen
HAVO
8 leerling
HAVO/VWO
3 leerlingen
VWO
4 leerlingen
9. Regeling school- en vakantietijden
9.1. Schooltijden
Ma/vr.: 08.30 uur - 12.00 uur
13.15 uur - 15.15 uur
Woe: 08.30 uur - 12.15 uur
Alle groepen hebben woensdagmiddag
vrij.
Groepen 1 en 2 hebben donderdagmiddag
vrij.
Groepen 1 t/m 4 hebben vrijdagmiddag
vrij.
9.2. Vakanties
“Samen leren, met en van elkaar”.
40
Schoolgids 2014 – 2015.
In onze informatiekalender staan de vakanties en vrije dagen vermeld.
Bij het vaststellen van het vakantierooster
zijn de uitgangspunten:
- de richtlijnen van het ministerie
- zoveel mogelijk uniformiteit van de vakanties in de regio Twente, zowel bij het
basisonderwijs als het voortgezet onderwijs
- een evenwichtige verdeling over het
schooljaar.
Iedereen dient zich te houden aan de vastgestelde vakanties.
In bijzondere gevallen kan een leerplichtig
kind verlof worden verleend buiten de
normale schoolvakanties.
Voor extra vakantie wordt echter nooit
verlof verleend.
Langdurig verlof moet worden aangevraagd bij de leerplichtambtenaar (langer
dan 10 dagen).
Kortdurend verlof moet worden aangevraagd bij de directie. Zij geven u dan toestemming of wijzen het verlof met redenen
omkleed af. Hierbij hanteren we de regelgeving voortvloeiende uit de Leerplichtwet
1969. Deze regelgeving is op school aanwezig en is voor iedereen ter inzage.
10.Adressen / telefoonnummers
Stichting voor Katholiek Onderwijs
Twenterand.
Bestuursbureau SKO Twenterand
t.a.v. Dhr. Benneker
Dorpsstraat 127
7468 CJ Enter
Postadres: Postbus 81
7468 ZH Enter
Tel: 0547-385810
Inspectie van onderwijs
www.onderwijsinspectie.nl
Voor vragen over onderwijs:
0800 – 6696060
Centraal meldpunt vertrouwensinspecteurs:
Tel: 0900 111 3 111
(Voor klachten over seksueel misbruik,
seksuele intimidatie, ernstig fysiek of geestelijk geweld)
Gemeente Hellendoorn
Afd. Onderwijs
Antwoordnummer 202
7440 VB Nijverdal
Tel: 0548 - 630000
J.G.Z. / G.G.D.
Regio Twente
Postbus 330
7600 AH Almelo
Tel: 0546 - 837251
Expertis.
Postbus 1177
7500 BD Enschede
Tel: 053 - 4854444
O.B.T.
Postbus 185
7620 AD Borne
Tel: 074 - 2650650
RIAGG Almelo
Postbus 398
7600 AJ Almelo
Tel: 0546 - 542424
SWV “Twente Noord”
Coördinator: Kees Hendriks
[email protected]
Tel.: 06-22219444
Bezoekadres: Bosrand 6, 7602 CH Almelo
(SBO Toermalijn)
Opvoedtelefoon
Tel: 06 - 8212205
Kindertelefoon:
Tel: 06 – 0432
Medezeggenschapsraad
“Samen leren, met en van elkaar”.
41
Schoolgids 2014 – 2015.
St. Sebastianusschool.
Secretaris: Mw. Krake
p/a Bibenstraat 19
7447 CK Hellendoorn.
Oudervereniging
St. Sebastianusschool
Secretaris: Mw. Krukkert
p/a Bibenstraat 19
7447 CK Hellendoorn.
“Samen leren, met en van elkaar”.
42