2014-Maart PFP GAAT NAAR ABP

Download Report

Transcript 2014-Maart PFP GAAT NAAR ABP

PENSIOENBULLETIN
PENSIOENFONDS PRODUCTSCHAPPEN
April 2014
PFP GAAT OVER NAAR ABP
• BESTUUR PFP HEEFT PRINCIPEBESLUIT
GENOMEN OM HET PENSIOENFONDS
OVER TE DRAGEN AAN ABP; HET
VERANTWOORDINGSORGAAN HEEFT
DAARMEE INGESTEMD
• BESTUURSLEDEN PETER VAN DER GRAAF
(NAMENS WERKNEMERS) EN JELLE BUWALDA
(NAMENS PENSIOENGERECHTIGDEN)
LEGGEN IN DIT BULLETIN UIT WAAROM
DEZE BESLISSING IS GENOMEN
• INDICATIE VAN HOE MOGELIJK VOORDEEL
BIJ OVERGANG ONDER DE DEELNEMERS
WORDT VERDEELD
HET BESLUIT VAN HET BESTUUR VAN PFP
Het bestuur van PFP heeft een besluit genomen
pensioeninstelling) onder te brengen, met
over de toekomst van het fonds en de Raad
als doel de kenmerken van de bestaande
van Toezicht heeft hier mee ingestemd. De
vroegpensioenregeling zo veel als mogelijk
hoofdpunten van dit unanieme besluit zijn:
is te benaderen. Het vroegpensioenkapitaal
1. PFP wordt geliquideerd en de
wordt dan ondergebracht bij die derde
pensioenaanspraken van de
partij. Men kan er ook voor kiezen het
basispensioenregeling worden overgedragen
vroegpensioenkapitaal vóór overdracht naar
aan ABP.
ABP om te zetten in levenslang ouderdoms-
2. De dekkingsgraad van ABP moet op de
en partnerpensioen. Dat wordt toegevoegd
peildatum 105% of hoger zijn.
aan de reeds opgebouwde aanspraken,
3. Het bestuur verzoekt CAO-partijen om
waarna de volledige aanspraken worden
op korte termijn te beslissen over de
aanvullingen voor werklozen/wachtgelders en
overgedragen aan ABP.
6. Met ABP wordt overlegd over het vervroegen
de verzekering daarvan bij ABP.
van de peildatum naar 30 juni 2014 om het
4. Voor alle verzekerden vindt een
dekkingsgraadrisico te beperken. Daarnaast
reparatie plaats van de bij ABP
is er overleg met ABP over verschillende
lagere overlijdensuitkering door een
• AAN HET EIND VAN DE ZOMER VOLGT
BULLETIN MET DETAILS VAN DE OVERGANG
• STREVEN IS ALLE PENSIOENEN EIND 2014
verhogingspercentage van het bestaande
beleggingsaspecten.
7. Het vermogenssurplus na inkoop van de
ouderdomspensioen vast te stellen.
5. Het pensioenfonds onderzoekt de
aanspraken bij ABP (met compensatie van de
nabestaandenuitkering)wordt aangewend voor
mogelijkheid om het vroegpensioenkapitaal
de verhoging van de aanspraken/uitkeringen
bij een derde partij (bank, verzekeraar,
van alle betrokkenen.
AAN ABP OVER TE DRAGEN
Peter van der Graaf:
“OVERGANG NAAR ABP IS BESTE OPTIE UIT OOGPUNT
VAN CONTINUÏTEIT EN KANS OP INDEXATIE”
“Het ABP heeft 2,8 miljoen deelnemers. Als dat fonds onderuit zou gaan, is heel Nederland failliet. Het is een zeer degelijke
partij die erg veel kennis en ervaring in zich heeft. Uit het oogpunt van continuïteit is een overgang naar ABP de beste keus
voor de deelnemers van PFP. Ook biedt ABP goede kansen op indexatie.”
Peter van der Graaf is bestuurslid van PFP
namens de werknemers. Onlangs heeft het
bestuur na een lang proces van zorgvuldige
overweging het principebesluit genomen
om ons fonds over te brengen naar het
Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds (ABP),
het pensioenfonds voor de overheid en
het onderwijs. Het bestuur is unaniem
van mening dat de belangen van de
verschillende groepen deelnemers van PFP
het best zijn gediend met een overgang naar
ABP. Het verantwoordingsorgaan heeft ook
ingestemd met dit principebesluit. Als alles
volgens plan verloopt, zal de overgang aan
het eind van dit jaar een feit zijn.
Leven met politieke realiteit
Een jaar geleden meldden we in het vorige
Pensioenbulletin dat veel medewerkers van
de productschappen nog onzeker waren
over hun toekomst. “Inmiddels weet vrijwel
iedereen waar hij of zij aan toe is”, zegt
Peter. “Ongeveer 150 medewerkers zullen
medebewindstaken voorzetten onder de
vlag van RVO, dat deel uitmaakt van het
Ministerie van Economische Zaken. Sommige
productschappen maken een doorstart
binnen een ketenorganisatie, de overige
medewerkers komen in een wachtgeldof Ruboregeling. Sommigen wachten de
ontwikkelingen niet af en zijn zelf heel actief
op zoek gegaan naar nieuw werk. Gelukkig
gaat dat vaak goed. Maar veel van onze
mensen raken hun baan kwijt.”
Peter vindt dat de politiek ten aanzien van
de opheffing van de productschappen een
totaal foute beslissing heeft genomen,
maar de politieke realiteit is dat de
productschappen worden opgeheven.
Drie serieuze opties
Die politieke realiteit heeft onvermijdelijk
ook gevolgen voor PFP. Een commissie
met vertegenwoordigers uit het PFP
bestuur en het cao-overleg heeft alle
toekomstmogelijkheden zorgvuldig in kaart
gebracht. “Uiteindelijk bleven er drie opties
over die wij als serieuze mogelijkheid
hebben bekeken”, zegt Peter. De eerste
was overgaan naar ABP, de tweede was
het fonds liquideren en onderbrengen
bij een verzekeraar en de derde was een
tussenvorm, waarbij we het fonds tijdelijk
zouden onderbrengen in een soort multiondernemingspensioenfonds om dan later
een definitieve oplossing te kiezen.”
Was zelfstandig doorgaan als PFP geen
optie? “We hebben daar zeker wel naar
gekeken, maar dit was niet echt een
van de huidige situatie. Je zou een defensief
beleggingsbeleid met weinig kans op
indexatie moeten voeren en op het moment
dat je zou kunnen overstappen naar een
groot fonds of naar een verzekeraar, vorm
je zelf niet meer het bestuur en heb je dus
zelf niet de regie. Bovendien zou je dan
wellicht het fonds moeten overbrengen met
een lagere dekkingsgraad en dus tegen
mindere voorwaarden.”
serieuze mogelijkheid. We zouden dan
een gesloten fonds worden zonder actieve
deelnemers en werkgevers èn dus ook
zonder nieuwe premie-inkomsten. Het
“EEN KILO
PENSIOEN KOST
BIJ ABP MINDER
DAN BIJ PFP”
fonds zou dan volledig zijn aangewezen op
beleggingsresultaten. De afgelopen jaren
hebben we vanwege de onzekerheid over de
toekomst een voorzichtig beleggingsbeleid
gevoerd. Daardoor hebben we niet goed
kunnen profiteren van de kansen op een
hoger rendement door wat meer risico te
nemen. Als gesloten fonds zouden we een
nog veel conservatiever beleggingsbeleid
moeten voeren en dat zou ten koste gaan
van de mogelijkheden om toeslagen te
verlenen. Bovendien nemen de eisen die aan
het fonds en het bestuur daarvan worden
gesteld steeds meer toe. Daardoor nemen
ook de daarmee samenhangende kosten
steeds meer toe. Op die manier kun je het
niet lang volhouden. We willen voor onze
deelnemers een goed pensioen veilig stellen.
Zelfstandig doorgaan was daardoor geen
serieuze optie.”
Andere mogelijkheden vielen af
Het fonds onderbrengen bij een verzekeraar
viel ook af. “Er zijn in Nederland
maar een paar verzekeraars die de
mogelijkheid hebben om de aanspraken
van pensioenfondsen over te nemen
en dat kunnen ze voor maar een paar
partijen doen. Ze zitten dus niet echt op
ons te wachten. Bovendien is het duur
om voor deze optie te kiezen en is het
indexatiepotentieel laag.”
Het fonds tijdelijk onderbrengen bij een
multi-ondernemingspensioenfonds in
afwachting van een definitieve oplossing was
ook niet aantrekkelijk. “Eigenlijk is dat uitstel
PETER VAN
DER GRAAF:
“ZELFSTANDIG
DOORGAAN
LEIDT TOT LAGE
RENDEMENTEN.”
Meeste kans op indexatie
Het is dus uiteindelijk een overgang naar
ABP geworden. Peter vertelt dat er ook met
andere grote fondsen is gesproken, maar
dat uiteindelijk ABP de meest natuurlijke en
beste partner is. Peter geeft in het gesprek
aan dat overgang naar ABP aanvankelijk
niet zijn voorkeur had. “Maar gaande het
proces ben ik er echt van overtuigd geraakt
dat onze deelnemers het meest met deze
oplossing zijn gediend. In die zin was het
heel nuttig dit proces te doorlopen.”
Maar heeft ABP niet een veel lagere
dekkingsgraad dan PFP? “Dat klopt, maar
ABP is op de weg terug uit een diep dal en
heeft veel groeicapaciteit. ABP neemt in
haar beleggingsbeleid meer risico dan wij
en heeft dus kans op meer rendement. Het
fonds kan dat doen omdat de gemiddelde
leeftijd van de medewerkers veel lager is,
het enorm veel expertise in huis heeft en
omdat het toegang heeft tot markten waar
wij beperkt toegang toe hebben. Van alle
serieuze opties voor de toekomst biedt
aansluiting bij ABP de meeste kans op
indexatie. Ook de zekerheid met het oog op
de continuïteit en de schaalgrootte van ABP
zijn belangrijke voordelen.”
Evenwichtige verdeling extra
aanspraken
De deelnemers zullen het verschil in
dekkingsgraad terugzien in de vorm van
extra aanspraken. Elders in dit bulletin vind
je daar meer informatie over. Hoeveel dat
is, zal afhangen van de dekkingsgraad bij
het moment van overgang. Ook moeten
de verschillen tussen de pensioenregeling
van PFP en die van ABP in de waardering
tot uiting worden gebracht. “Om het simpel
te zeggen: een kilo pensioen kost bij ABP
minder dan bij PFP. Hoeveel precies, moet
de komende tijd duidelijk worden. Er zijn
nog diverse openstaande punten die we
met ABP verder moeten bespreken. Het
positieve verschil wordt op een eerlijke
en evenwichtige manier verdeeld over de
verschillende groepen deelnemers.”
“ABP HEEFT VEEL
GROEICAPACITEIT”
Tijdpad naar overgang
Peter benadrukt dat er een principebesluit
is genomen over de overgang naar
ABP. De partijen moeten nog definitief
tot overeenstemming komen en De
Nederlandsche Bank moet als toezichthouder
ook haar goedkeuring geven. Het bestuur
van PFP heeft een aantal vragen gesteld
aan ABP, waarop het binnenkort antwoord
hoopt te krijgen. Het plan is om op 31
december 2014 alle pensioenen over te
dragen aan ABP. Dan zou eind september
de uiterste peildatum zijn voor het bepalen
van de dekkingsgraad die de basis is voor
de overdracht. Peter hoopt dat die datum
vervroegd kan worden naar begin juli.
“We willen ook spoedig beginnen met het
afstoten van beleggingen. Het vrijkomende
vermogen willen we graag al bij ABP
onderbrengen. ”
Bijzondere PFP kwaliteit verdwijnt
PFP gaat dus definitief verdwijnen en
Peter betreurt dat. “We hadden en
hebben een heel goed fonds met een
uitvoeringsorganisatie die service van een
bijzondere kwaliteit leverde. Als je een
vraag stelde, kreeg je bijna per omgaande
antwoord. Hoe je het ook wendt of keert,
alle deelnemers zullen zich erop moeten
instellen dat we die PFP-kwaliteit kwijtraken.
Gelukkig heeft ABP een kundige en efficiënte
organisatie die voor bijna drie miljoen
Nederlanders het pensioen goed regelt. Dat
zal zij ook voor onze mensen doen. “
De komende tijd moet het bestuur van PFP
nog veel werk verzetten om de overgang
naar ABP te realiseren. “Het is niet de
leukste taak die we in de loop der tijd
hebben gehad, maar het is wel een heel
belangrijke taak om de pensioenen van onze
deelnemers veilig te stellen.”
Jelle Buwalda:
“OVERGANG NAAR ABP IS IN HET BELANG VAN ALLE
DEELNEMERS”
“De overheid wil het aantal ambtenaren wel verminderen, maar ambtenaren zullen er altijd blijven. Het ABP is dus de
allerbeste keus als het gaat om continuïteit. Ook heeft dat fonds een grote herstelkracht. Je ziet daar nu een voorbeeld van.
Vorig jaar heeft ABP een korting van 0,5% moeten toepassen. Dit jaar wordt het effect van die korting weer teruggedraaid.
Verder biedt ABP door haar beleggingsbeleid en brede spreiding van risico’s goede kansen op indexatie.”
Jelle Buwalda zit namens de pensioengerechtigden in het
bestuur van PFP, maar hij wil duidelijk benadrukken dat hij
bij de beslissing over de toekomst van het fonds een eigen
afweging heeft gemaakt in het belang van alle deelnemers.
Hij is ook bestuurslid van de Vereniging van
Gepensioneerden. Binnen die vereniging was een deel van de
leden voor aansluiting bij ABP, een ander deel zag liever een
tussenoplossing waarbij PFP voorlopig onderdeel zou worden
van een multi-ondernemingspensioenfonds. Die optie had
aanvankelijk ook zijn voorkeur.
Gepensioneerden profiteren mee van voordeel
“In het bestuur van PFP waren vooral de werknemersleden
en het merendeel van de werkgeversleden voorstander
van overgang naar ABP. We hebben uitvoerig naar
de verschillende mogelijkheden gekeken en hebben
uiteindelijk gezamenlijk geconcludeerd dat overgang naar
hebben. Via de premie kan dat niet meer, want er komt geen
nieuwe premie meer binnen. Herstel zou dus alleen mogelijk
zijn via de beleggingsresultaten. Dat is moeilijk omdat je bij
een gesloten fonds een heel defensief beleggingsbeleid moet
hanteren. Bovendien is onze deelnemerspopulatie zo oud,
dat we wellicht over 5 jaar toch zouden moeten besluiten
over te gaan naar een verzekeraar.
We hebben uitgerekend dat we bij overgang naar een
verzekeraar nu een jaarlijkse indexatie van 0,9% zou kunnen
inkopen. Dat is niet echt een aantrekkelijk perspectief.
“ABP HEEFT
EEN GROTE
HERSTELKRACHT”
“OUDEREN
EN JONGEREN
PROFITEREN VAN
MOGELIJK VOORDEEL”
ABP uiteindelijk de beste oplossing was. Ik ben erin
meegegaan, maar heb me daarbij wel sterk voor gemaakt
dat 1/3 van de extra aanspraken die zouden kunnen
voortkomen uit het positieve dekkingsgraadverschil van
PFP en ABP gelijkelijk verdeeld zou worden over alle
deelnemers. Op die manier zouden de gepensioneerden,
die een kortere horizon hebben, meer kunnen
meeprofiteren van dit voordeel dan wel enige compensatie
vooraf hebben ingeval de indexatie onverhoopt langere
tijd achterwege zou blijven. De overige 2/3 wordt verdeeld
op basis van leeftijd en dat is weer goed voor de jongeren
omdat ze een langer indexatieperspectief hebben.”
Voorzichtig vanwege onzekerheden
Jelle is overigens heel voorzichtig als hij praat over
mogelijke extra aanspraken doordat bij PFP de
dekkingsgraad hoger is dan bij ABP. “Zoals we de
afgelopen jaren hebben gezien, zijn er altijd onzekerheden.
Die hebben te maken met de politiek of ontwikkelingen in
het internationale handelsverkeer. Neem bijvoorbeeld nu
de spanningen op de Krim. Ik zal blij zijn als straks alle
nog openstaande punten goed zijn geregeld en dat het lukt
de dekkingsgraad van ABP per 1 juli 2014 te fixeren als
basis voor de overdracht van onze pensioenen. Hopelijk
is er dan nog een mooi verschil tussen de gefixeerde
dekkingsgraad van ABP en de onze zodat we onze mensen
bij de overgang wat extra aanspraken kunnen meegeven.”
Vrede met gekozen oplossing
Jelle heeft er nu volkomen vrede mee dat de
tussenoplossing via een multi-ondernemingspensioenfonds
niet is gekozen. Er zitten namelijk toch wel veel nadelen
aan een dergelijke constructie. “PFP zou dan een
fonds worden zonder werkgevers en werknemers. Het
bestuur zou je dan moeten overlaten aan drie externe
deskundigen. Je zou nog wel invloed houden via een
belanghebbendenorgaan. Je hebt geen sponsors meer en
bij tegenvallers zou je nauwelijks herstelmogelijkheden
ABP biedt wat dit betreft betere mogelijkheden. Dat fonds
heeft met een verdeling van 60% in aandelen en 40% in
vastrentende waarden een wat offensiever beleggingsbeleid
dan PFP. Daardoor zijn de rendementskansen wat groter,
terwijl de risico’s van die enorme portefeuille van ruim
280 miljard euro heel breed kunnen worden gespreid.
Zekerheden zijn echter niet te geven. Over 25 jaar zal blijken
of we de juiste keus hebben gemaakt. ”
JELLE BUWALDA:
“ZEKERHEDEN ZIJN
NIET TE GEVEN.
OVER 25 JAAR ZAL
BLIJKEN OF WE DE
JUISTE KEUS HEBBEN
GEMAAKT.”
Pragmatisch vooruit kijken
Hoewel Jelle een enorme historie heeft bij de
productschappen en als bestuurder van het pensioenfonds
blijft hij niet hangen in sentiment, maar kijkt met een
pragmatische blik naar de toekomst. “Ik ben trots op wat
we met PFP hebben bereikt. De kleinschaligheid van het
fonds waarbij werkgevers en werknemers heel direct invloed
hadden op de gang van zaken, werkte heel goed voor ons.
Met Nico Dijkhuizen, Gerard van der Schoor en hun team
hadden we excellente uitvoerders. Zij hebben de deelnemers
optimaal begeleid en geholpen als er keuzes moesten
worden gemaakt. De dienstbaarheid was groot. Dat is er
straks allemaal niet meer, maar daar moeten we ook niet
te zwaar aan tillen. Bij ABP weet straks niemand wie Jelle
Buwalda is, maar die organisatie is uitstekend geëquipeerd
om het pensioen te beheren en uit te betalen.”
Alsnog overstap na 40 jaar
Aan het begin van de jaren ’70 ging Jelle werken bij het
Productschap Zuivel. “Als er in die tijd iemand 25 of 40 jaar
in dienst was, werd er soms een toespraak gehouden waarbij
werd gezegd: we hebben het allemaal goed voor elkaar,
nu nog zien dat we overgaan naar het ABP. Dat is toen niet
gebeurd en terecht want PFP heeft geweldige resultaten
behaald. Maar het is markant dat nu 40 jaar later we alsnog
die overstap maken.”
COMPENSATIE VOOR HOGERE DEKKINGSGRAAD
Als PFP overgaat naar ABP dan worden de pensioenen
van de pensioengerechtigden, de actieve en gewezen
Bij de overgang ontstaan er echter ook nadelen onder
andere doordat de beleggingsportefeuille afgebouwd
Voor de gepensioneerden geldt dat zij na een periode
van geen of lage toegekende indexaties de dan ontstane
deelnemers van PFP overgedragen aan ABP.
De regeling van het ABP wijkt op onderdelen af van de
regeling van PFP. Voor die afwijkingen zijn compensaties
van toepassing. Deze compensaties worden in een
volgend pensioenbulletin toegelicht. Door de omvang
van het ABP en het feit dat er bij het ABP relatief veel
meer jongeren aangesloten zijn, kost het pensioen bij
het ABP minder dan bij PFP. Dat levert een voordeel op.
moet worden.
nadelen niet meer gecompenseerd kunnen krijgen door
hun hogere leeftijd.
Daarnaast is de dekkingsgraad (het verschil tussen
de bezittingen en verplichtingen uitgedrukt in een
percentage) van PFP hoger dan die van het ABP. De
dekkingsgraden op de nog vast te stellen peildatum
is daarbij maatgevend. Eind februari 2014 bedroeg de
dekkingsgraad van PFP 117,4%, terwijl die van ABP
106,4% was. Ook dat verschil is een voordeel.
Per saldo wordt een voordeel verwacht. De uitkomst van
dat voordeel is nu nog niet in een bedrag te noemen.
Dat voordeel wordt vóór de overgang naar het ABP
toebedeeld aan alle pensioengerechtigden, actieve en
gewezen deelnemers door de pensioenen te verhogen.
Het verhogingspercentage voor jongeren is hoger dan
voor ouderen omdat de jongeren langer in aanmerking
komen voor toeslagverlening. Bij deze methode wordt
voor de komende 15 jaar een gelijkblijvende jaarlijkse
toeslag berekend die per leeftijdscategorie verschilt.
Hierbij wordt er vanuit gegaan dat de dekkingsgraad van
ABP over 15 jaar hetzelfde zal worden als die van PFP.
ABP neemt in haar beleggingsbeleid namelijk meer risico
dan PFP en heeft daardoor meer kans op een hoger
rendement.
Pensioenverhoging (9% vrije middelen)
Leeftijd
Gelijk 1/3e
Variabel 2/3e
Totaal
20
3,0%
8,6%
11,6%
40
3,0%
8,6%
11,6%
60
3,0%
7,0%
10,0%
65
3,0%
5,2%
8,2%
70
3,0%
4,7%
7,7%
75
3,0%
4,0%
7,0%
80
3,0%
3,3%
6,3%
85
3,0%
2,6%
5,6%
90
3,0%
2,0%
5,0%
OM DIE REDEN IS
GEKOZEN VOOR DE
VOLGENDE
TOEDELINGSMETHODIEK:
De vrije middelen zullen voor 1/3e deel worden
toebedeeld als een voor iedereen gelijk percentage.
De overige 2/3e wordt toebedeeld als een variabel
percentage volgens de methode waarbij rekening wordt
gehouden met de leeftijd.
Op dit moment weten we natuurlijk niet hoe groot
het verschil in dekkingsgraad tussen PFP en ABP
daadwerkelijk zal zijn op het moment van overdracht.
Om je een indicatie te geven van hoe die verdeling van
de vrije middelen in de praktijk zou kunnen uitpakken,
vind je hiernaast een tabel waarbij de toe te delen
omvang 9% van de pensioenaanspraken/rechten is.
COLOFON
Het PFP Pensioenbulletin is een uitgave van
PBO-Dienstverlening voor deelnemers en
pensioengerechtigden.
Redactieadres
Postbus 3042
2280 GA Rijswijk
Telefoon 070 - 413 86 30
Fax 070 - 413 86 50
E-mail [email protected]
Website www.pbod.nl
Redactie, ontwerp en fotografie:
Communicatie Montae B.V., Rijswijk
Drukwerk: Quantes/Artoos, Rijswijk
Oplage: 2950