Klik hier om de liturgie te downloaden (pdf bestand).

Download Report

Transcript Klik hier om de liturgie te downloaden (pdf bestand).

HERVORMDE GEMEENTE
KOOTWIJK-KOOTWIJKERBROEK
Dankstond op 5 november 2014
met kinderen van de basisscholen
Genoeg te delen
Voorganger: Ds. W. Peene
Organist : Arjan Blankespoor
Zingen: dankdaglied (melodie: Welk een vriend is onze
Jezus)
Heel veel mannen en veel vrouwen
lopen achter Jezus aan,
en ze hopen en vertrouwen
dat een wonder wordt gedaan.
Op een heuvel bij het water
van het meer Tiberias
wordt het ongemerkt steeds later,
als men luistert in het gras.
Jezus vraagt voor hen om eten,
want de avond nadert al.
Maar Hij heeft toen al geweten
hoe Hij hier nu helpen zal.
Kijk, een jongen komt naar voren
met wat vis en met wat brood.
Jezus dankt al van tevoren
En dan wordt het wonder groot.
Hij blijft steeds maar aan het breken:
brokken brood en stukken vis.
En dat wonder is het teken,
dat Hij écht de Christus is!
Hij gaf eten aan zovelen,
ook wij hebben overvloed.
God geeft ons genoeg te delen.
Dank U wel! Wat bent U goed!
Zingen:
Dit is de dag, (2x)
die de Heer ons geeft. (2x)
Weest daarom blij (2x)
en zingt verheugd. (2x)
Dit is de dag die de Heer ons geeft.
Weest daarom blij en zingt verheugd.
Dit is de dag, dit is de dag,
die de Heer ons geeft.
Bemoediging en Groet
Zingen: Psalm 84: 1,2
Hoe lief'lijk, hoe vol heilgenot,
O HEER' der legerscharen God,
Zijn mij Uw huis en tempelzangen.
Hoe branden mijn genegenheên,
Om 's HEEREN voorhof in te treên!
Mijn ziel bezwijkt van sterk verlangen;
Mijn hart roept uit tot God, Die leeft,
En aan mijn ziel het leven geeft.
Zelfs vindt de mus een huis, o HEER',
De zwaluw legt haar jongskens neer
In 't kunstig nest bij Uw altaren,
Bij U, mijn Koning en mijn God,
Verwacht mijn ziel een heilrijk lot;
Geduchte HEER' der legerscharen,
Welzalig hij, die bij U woont,
Gestaag U prijst en eerbied toont.
Leefregel
Zingen: Psalm 81: 10, 11, 12
"Eert geen uitlands God;
Wacht u voor uw zielen;
Wilt, naar Mijn gebod,
Mijnen Naam ten hoon,
Voor geen valse goôn,
Voor geen vreemde knielen."
"Ik, Ik ben de HEER';
'k Ben uw God, die heilig
IJver voor Mijn eer;
Die u door Mijn hand
Uit Egypteland
Leidde, vrij en veilig."
"Opent uwen mond,
Eist van Mij vrijmoedig
Op mijn trouwverbond;
Al wat u ontbreekt,
Schenk Ik, zo gij 't smeekt,
Mild en overvloedig."
Gebed
Schriftlezing Joh 6:1-14
1 Hierna vertrok Jezus naar de overkant van de zee van
Galilea, ofwel van Tiberias.
2 En een grote menigte volgde Hem, omdat zij Zijn
tekenen zagen, die Hij deed aan de zieken.
3 En Jezus ging de berg op en ging daar zitten met Zijn
discipelen.
4 En het Pascha, het feest van de Joden, was nabij.
5 Toen Jezus dan de ogen opsloeg en zag dat een grote
menigte naar Hem toe kwam, zei Hij tegen Filippus: Waar
zullen wij broden kopen, opdat deze mensen kunnen
eten?
6 (Maar dit zei Hij om hem op de proef te stellen, want Hij
wist Zelf wat Hij zou gaan doen.)
7 Filippus antwoordde Hem: Voor tweehonderd
penningen brood is voor hen niet genoeg, zodat ieder van
hen een beetje zou kunnen krijgen.
8 Een van Zijn discipelen, Andreas, de broer van Simon
Petrus, zei tegen Hem:
9 Hier is een jongetje dat vijf gerstebroden en twee visjes
heeft, maar wat betekenen die voor zovelen?
10 En Jezus zei: Laat de mensen gaan zitten. En er was
veel gras op die plaats. Dus gingen de mannen zitten,
ongeveer vijfduizend in getal.
11 En Jezus nam de broden, en nadat Hij gedankt had,
deelde Hij ze uit aan de discipelen, en de discipelen aan
hen die daar zaten; op dezelfde manier werden ook de
visjes uitgedeeld, zoveel zij wilden.
12 En toen zij verzadigd waren, zei Hij tegen Zijn
discipelen: Verzamel de overgebleven stukken, zodat er
niets verloren gaat.
13 Zij verzamelden ze nu en vulden twaalf manden met
stukken van de vijf gerstebroden die overgebleven
waren bij hen die gegeten
hadden.
14 Toen de mensen dan het
teken dat Jezus gedaan had,
gezien hadden, zeiden zij: Híj is
werkelijk de Profeet, Die in de
wereld komen zou.
Zingen: Psalm 25: 6,7
Wie heeft lust den HEER' te vrezen,
't Allerhoogst en eeuwig goed?
God zal Zelf zijn leidsman wezen,
Leren, hoe hij wand'len moet.
't Goed, dat nimmermeer vergaat,
Zal hij ongestoord verwerven,
En zijn Godgeheiligd zaad
Zal 't gezegend aard'rijk erven.
Gods verborgen omgang vinden
Zielen, waar Zijn vrees in woont.
't Heilgeheim wordt aan Zijn vrinden,
Naar Zijn vreêverbond, getoond.
d' Ogen houdt mijn stil gemoed
Opwaarts, om op God te letten:
Hij, die trouw is, zal mijn voet,
Voeren uit der bozen netten.
Verkondiging: Genoeg te
delen
Zingen: Psalm 146: 1,5,8
Prijs den HEER' met blijde galmen;
Gij, mijn ziel, hebt rijke stof;
'k Zal, zo lang ik leef, mijn psalmen
Vrolijk wijden aan Zijn lof:
'k Zal, zo lang ik 't licht geniet,
Hem verhogen in mijn lied.
’t Is de HEER' die ‘t recht der armen
der verdrukten gelden doet;
die uit liefderijk erbarmen
hongerigen mild’lijk voedt
die gevang’nen vrijheid schenkt
en aan hun ellende denkt.
't Is de HEER' van alle heren,
Sions God, geducht in macht,
Die voor eeuwig zal regeren
Van geslachte tot geslacht.
Sion, zing uw God ter eer!
Prijs Zijn grootheid; loof den HEER'.
Dankgebed en voorbede
Inzameling van de gaven
Zingen: Psalm 136: 1, 2, 3
Looft den HEER', want Hij is goed,
Looft Hem met een blij gemoed;
Want Zijn gunst, alom verspreid,
Zal bestaan in eeuwigheid.
Looft den groten God, Wiens troon
Hoger rijst dan die der goôn;
Want Zijn gunst, alom verspreid,
Zal bestaan in eeuwigheid.
Looft der heren Opperheer;
Buigt u need'rig voor Hem neer;
Want Zijn gunst, alom verspreid,
Zal bestaan in eeuwigheid.
Zegen
Amen, amen, amen
Dat wij niet beschamen
Jezus Christus onze Heer
Amen God, Uw naam ter eer