3e graad - Sint

Download Report

Transcript 3e graad - Sint

Inhoud

1 !

Welkom in de derde graad! .................................................................................................................... 1 !

2 !

Inleiding ........................................................................................................................................................ 2 !

3 !

De derde graad ........................................................................................................................................... 2 !

3.1

!

Studierichtingen ................................................................................................................................ 2 !

3.2

!

Lessentabel .......................................................................................................................................... 4 !

3.3

!

Welke derdegraadsrichting kies je? ............................................................................................ 5 !

3.4

!

Toelichting bij de studierichtingen/polen ............................................................................... 5 !

3.4.1

!

3.4.2

!

3.4.3

!

Pool Economie ......................................................................................................................... 5 Richting Humane wetenschappen ................................................................................... 6 Pool Latijn .................................................................................................................................. 7 !

!

!

3.4.4

!

3.4.5

!

3.4.6

!

3.4.7

!

Pool Moderne talen ................................................................................................................ 7 Pool Wetenschappen ............................................................................................................ 8 Pool Wiskunde ......................................................................................................................... 9 Natuurwetenschappen als algemene vorming ......................................................... 10 3.5

!

Nog een aantal accenten in onze school ................................................................................ 10 !

!

!

!

!

3.5.1

!

3.5.2

!

3.5.3

!

3.5.4

!

3.5.5

!

Esthetica ................................................................................................................................... 10 Wiskunde ................................................................................................................................. 11 Economie in de pool Economie ....................................................................................... 11 Latijnse cultuur ...................................................................................................................... 11 Accenten in de richting Humane wetenschappen ................................................... 12 !

!

!

!

!

3.5.6

!

3.5.7

!

Accenten in de pool Wetenschappen ........................................................................... 12 !

Accenten in de richtingen Economie-Wiskunde en Latijn-Wiskunde ............... 12 !

3.5.8

!

Accenten in de richting Wiskunde-Wetenschappen ............................................... 13 !

4 !

Overgangsmogelijkheden na de tweede graad .......................................................................... 14 !

5 !

Wat na het secundair onderwijs? ....................................................................................................... 15 !

6 !

Wanneer moet je keuze bepaald zijn? ............................................................................................. 16 !

7 !

Info en inschrijvingen voor nieuwe leerlingen ............................................................................. 17 !

1 Welkom in de derde graad!

Geachte ouders Beste leerling In de tweede graad heb je gekozen voor een ASO richting met een uitgesproken doorstromingsfunctie (verder gaan studeren in het hoger onderwijs) en een algemene, brede theoretische vorming. De doeleinden van het ASO vind je uitgebreid terug in bijlage 1. Nu je voor de keuze staat voor een richting in de derde graad, willen we je als school graag helpen nadenken via deze infobrochure, via een infomoment op school, via een infomoment samen met je ouders op 11 maart a.s. en via het formuleren van een advies van de klassenraad eind maart op basis van je voorkeur en je resultaten tot dan toe. Er is ook mogelijkheid tot een oudercontact op 24 april. Het is zeer belangrijk een weloverwogen keuze te maken die bij je mogelijkheden en interesses past, zodat je gemotiveerd aan het hoger onderwijs kan beginnen. Voor leerlingen die de tweede graad in een andere school hebben doorlopen, is er een infoavond op vrijdag 9 mei 2014 (er kan dan ook ingeschreven worden) of kan er een persoonlijke afspraak gemaakt worden met onze coördinator, mevr. Van Trappen (info en inschrijvingen bladzijde 17). Hopelijk kan je via dit studiekeuzetraject een goede keuze maken! directie, coördinator en leerkrachten maart 2014 1

2 Inleiding

Ons onderwijsaanbod is gebaseerd op de lessentabellen van ‘Het leerplan secundair onderwijs’ van het VVKSO (Vlaams Verbond Katholiek Secundair Onderwijs). Op bladzijde 4 staat de lessentabel van elke studierichting in het vijfde en het zesde jaar. Alle katholieke scholen hebben binnen het ASO - op één of twee uur na (complementaire uren) - dezelfde lessentabel. Met die complementaire uren legt iedere school een aantal accenten. Onze accenten kan je lezen in de rubriek ‘Nog een aantal accenten in onze school‘ (bladzijde 10). Alle richtingen in het ASO bereiden voor op studies in het hoger onderwijs. Onze afgestudeerden kiezen een waaier aan richtingen in het hoger onderwijs (zie bijlage 2 achteraan deze brochure). Voor een aantal studies is een stevige voorkennis van wiskunde, wetenschappen of talen vereist. Meer kan je hierover lezen op bladzijde 15.

3 De derde graad 3.1

Studierichtingen

De tweede graad ASO bestaat uit éénpolige studierichtingen. In de richtingen Latijn en Economie kon je kiezen voor een accent wiskunde of talen. De derde graad ASO bestaat uit tweepolige studierichtingen (uitgezonderd Humane wetenschappen) met - per studierichting - nagenoeg dezelfde lessentabel voor het eerste en het tweede leerjaar, kortweg ook genoemd: het vijfde en het zesde jaar. Daar het onderwijsdecreet stelt dat het vijfde en zesde jaar in dezelfde studierichting worden gevolgd, geldt de gemaakte keuze dus voor beide jaren. De derde graad in het Sint-Jozefsinstituut omvat 9 studierichtingen:

benaming van de studierichting

1. Economie - Moderne talen 2. Economie - Wiskunde 3. Humane wetenschappen 4. Latijn - Moderne talen 5. Latijn - Wiskunde 6. Latijn - Wetenschappen 7. Moderne talen - Wetenschappen 8. Moderne talen – Wiskunde 9. Wetenschappen – Wiskunde

code

EM EW HW LM LW LWE MWE MWI (onder voorbehoud) WW 2

Bij het bekijken van de lessentabel op bladzijde 4 kan je al heel wat te weten komen over de verschillende studierichtingen. De eerste groep vakken (geschiedenis, godsdienst, esthetica, lichamelijke opvoeding en Nederlands) zijn algemeen vormende vakken die voor alle richtingen dezelfde doelen nastreven. Dit kan je ook afleiden uit het aantal lesuren (hetzelfde aantal lesuren/week).

De vakken die dan volgen hebben - afhankelijk van de pool of de studierichting - een verschillend aantal lesuren per week. De te bereiken doelen zijn dan ook verschillend. Sommige vakken zijn zo specifiek dat ze enkel voorkomen in de specifieke pool/studierichting. Verder in deze brochure worden de polen/studierichtingen toegelicht (vanaf bladzijde 5). 3

3.2

Lessentabel

4

3.3

Welke derdegraadsrichting kies je?

Laat je leiden door: je vaardigheden/resultaten in de vakken die met je belangstelling te maken hebben (vertrek van de richting waar je nu in zit) het advies van je ouders, van de leerkrachten en eventueel van de CLB medewerker en de coördinator.

3.4

Toelichting bij de studierichtingen/polen

De studierichtingen in de derde graad ASO bestaan telkens uit 2 polen (behalve Humane wetenschappen: één pool). Hieronder geven we bij iedere pool een beknopte inhoud. 3.4.1

Pool Economie Kies je voor economie, dan koester je een algemene belangstelling voor alle aspecten van het economisch functioneren van de menselijke samenleving. Je bent geïnteresseerd in het verklaren van de economische realiteit. De hoofddoelstellingen van dit vak zijn: je leren nadenken over de waargenomen economische verschijnselen; je ervaringen leren toetsen aan de ervaringen van anderen; een persoonlijk diepgaand en verankerd kennisbestand verwerven dat je in de toekomst kan gebruiken. Het vak economie wordt inhoudelijk gesplitst in twee deelvakken: algemene economie en bedrijfswetenschappen. De meeste aandacht gaat naar de algemene economie die de menselijke relaties in een land en tussen diverse landen in de wereld bestudeert. Volgende thema’s worden in de loop van de derde graad behandeld: competitieve markten externe effecten en publieke goederen niet-competitieve en onvolkomen competitieve markten inkomensvorming, inkomensongelijkheid, armoede en herverdeling bbp als welvaartsindicator van een land de ontwikkeling van het bbp op lange termijn internationale economische betrekkingen economische fluctuaties (conjunctuur…) het monetair beleid van de EU 5

Het deelvak bedrijfswetenschappen behandelt problemen en relaties die kaderen in het bedrijfsbeleid. Hierin worden leerlingen opgeleid tot beleidsmensen, die dus eerder beslissen dan uitvoeren. In de loop van de derde graad komen de volgende onderwerpen aan bod: ondernemen is visie ontwikkelen ondernemen is toegevoegde waarde creëren ondernemen is samenwerken ondernemen is toegevoegde waarde verdelen ondernemen is prestaties evalueren 3.4.2

Richting Humane wetenschappen Deze studierichting is voor jou geschikt als je belangstelling hebt voor studies met een sterk sociaal en maatschappelijk accent, waarbij ook de culturele invalshoek een belangrijke plaats inneemt. Je vindt de dagelijkse realiteit boeiend, wilt de samenleving grondig verkennen, stelt de mens en zijn handelingen in de steeds complexere maatschappij centraal. Je toont interesse voor intermenselijk contact en communicatie met zijn steeds evoluerende communicatiemiddelen en de invloed ervan. Onderzoeksvaardigheden, een kritische instelling en talige vaardigheden zijn hierbij erg belangrijk en krijgen in de derde graad een extra accent door onze invulling van de complementaire uren. Gedrags- en cultuurwetenschappen zijn de richtingseigen vakken, waarbij diverse aspecten van het menselijke gedrag en cultuur worden behandeld. Binnen het vak gedragswetenschappen komen onder andere volgende thema’s aan bod: verschillende soorten identiteit en theorieën over persoonlijkheidsontwikkeling het verschil tussen zelfkennis, voorwetenschappelijke en wetenschappelijke kennis problemen bij persoonlijkheidsontwikkeling (b.v. stoornissen) de invloed van omgevingsfactoren op het ‘zelf’ (sociale psychologie) verschillen tussen mensen (aangeboren of aangeleerd?) en maatschappelijke diversiteit sociale stratificatie en breuklijnen in de samenleving verschillende soorten conflicten binnen/tussen jezelf/groepen sociologische theorieën over conflicten en geweld 6

Binnen het vak cultuurwetenschappen komen onder andere volgende thema’s aan bod: media: functies, macht van de media, beeldvorming en propaganda, vrije meningsuiting en persvrijheid,… filosofie: nadenken over mens en maatschappij, goed en kwaad, de zin van leven en dood, waarheid en wetenschap,… politiek: de werking van onze democratie en haar instellingen, het belgische staatsbestel, politieke partijen,… justitie: de werking en structuur van het gerecht, het verloop van en de betrokkenen bij een rechtszaak,… kunst en maatschappij: de rol van kunst in de maatschappij, de wederzijdse beïnvloeding van kunst en wetenschap,… 3.4.3

Pool Latijn Je kiest voor een richting met pool Latijn als je een ruime culturele belangstelling hebt, vooral voor de verbaal-literaire aspecten van de oude cultuur en haar bijdrage tot de West-Europese letterkunde. Door het ontsluiten van Latijnse teksten wil je je formeel-logische denken ontwikkelen en een verhelderend inzicht verwerven in de literaire theorie. Als je kiest voor Latijn in de derde graad, opteer je voor een vorming waarin het taalkundige, het literaire én het culturele een belangrijke plaats innemen. Je zal poëtische, historische, retorische, filosofische en juridische teksten uit de oudheid lezen en die vergelijken met gelijkaardige teksten uit andere perioden en culturen. Door die confrontatie word je uitgenodigd tot kritische reflectie over het antieke mens- en wereldbeeld en onze huidige opvattingen over mens en wereld. Belangrijke vereisten om deze studie verder te zetten, zijn: een grote belangstelling voor de Latijnse taal, de wil om steeds opnieuw zinnen grammaticaal te ontleden, te proberen de betekenis van een tekst te begrijpen en om te zetten naar de eigen taal. Daarvoor is een adequaat, correct en vlot gebruik van het Nederlands noodzakelijk. De kennis van het basisvocabularium en de basisgrammatica die je in de vorige jaren hebt verworven, wordt verstevigd en paraat gehouden. Er wordt dieper ingegaan op de vormgeving. 3.4.4

Pool Moderne talen Je kiest voor een richting met een pool moderne talen als je een ruime belangstelling en aanleg hebt voor talen, als je geboeid bent door andere culturen en als je houdt van het contact met anderen in een vreemde taal. Eerst en vooral krijg je enkel in een pool met moderne talen het vak Duits. De richtingen EM, LM en MWI krijgen 3u Duits, de richtingen EM4 en MWE 2u. In beide cursussen 7

8 verwerven de leerlingen een grondige kennis van de grammatica, wordt hun woordenschat uitgebreid en worden de vaardigheden verder ingeoefend. De leerlingen met 3u Duits hebben een grotere uitbreiding van woordenschat, meer ruimte voor vaardigheden en kunnen alles meer inoefenen en herhalen. Voor Frans en Engels krijg je telkens één uur extra, dat is 4 lesuren per week Frans, en 3 lesuren per week Engels. In de pool moderne talen leer je nadenken over taal en leer je inzicht verwerven in hoe een taal functioneert en hoe deze verband houdt met de cultuur en intermenselijke communicatie. Je maakt ook kennis met de literatuur, je leest wetenschappelijke en technische teksten maar je leert ook creatief omgaan met taal. De nadruk ligt op een vlotte taalbeheersing waar we een hoger beheersingsniveau beogen, zowel mondeling als schriftelijk. Hiervoor is het noodzakelijk een zeer ruime woordenschat te verwerven en op een goede grammaticale basis te kunnen rekenen. We verwachten ook spreekdurf, luisterbereidheid en de wil om een zo correct mogelijke taal te hanteren. 3.4.5

Pool Wetenschappen Je kiest voor de pool wetenschappen als je een grote interesse hebt in wetenschappen en voldoende basis hebt verworven voor aardrijkskunde, biologie, chemie en fysica in de tweede graad. Voor de leerlingen in een richting met pool Wetenschappen ligt bij aardrijkskunde de nadruk op de wetenschappelijke thema’s. De onderwerpen kosmografie en atmosfeer, en opbouw en afbraak van fysische landschappen worden uitgediept. Volgende thema’s komen erbij: bodems, cartografie en/of Gis-toepassingen en ICT-vaardigheden. Leerlingen die voor de pool Wetenschappen kiezen, krijgen 4 graaduren biologie (2 uur in het vijfde jaar en 2 uur in het zesde jaar). De leerstofinhouden vormen een stevige basis voor verdere wetenschappelijke studies in het hoger onderwijs. De inhouden gaan over: opbouw en werking van de cel, stofwisselingsprocessen en hun regulatie, voorplanting, doorgeven van erfelijke informatie, ontstaan en evolutie van soorten. Het leerplan voorziet in een aantal uitbreidingen en verdere keuzeonderwerpen met betrekking tot deze thema’s. Hierbij wordt vooral ingespeeld op de actualiteit. Via diverse practica, verspreid over de beide jaren, maken leerlingen zich de wetenschappelijke onderzoeksmethode eigen. Binnen de pool Wetenschappen krijg je 4 graaduren chemie (2 uur in het vijfdejaar en 2 uur in het zesde jaar). Dit studiepakket vormt een stevige onderbouw voor studies in het hoger onderwijs waar chemie in de aanvangsjaren een belangrijk vak is. Het leerplan omvat een aantal chemie-inhouden zoals “structuur en eigenschappen van de materie” en “de chemische reactie”, waarin naast de pure feitenkennis aandacht is

voor de wetenschappelijke denk- en werkmethode. Hierbij horen ook activiteiten met o.a. practica, gebruik van ICT, wetenschappelijke literatuur. Door de practica krijgen de leerlingen kansen om experimentele vaardigheden te ontwikkelen, om een nauwkeurige verslaggeving te koppelen aan een precieze waarneming, om veilig te leren omgaan met stoffen. Het koppelen van leerinhouden aan maatschappelijke, relevante en herkenbare contexten heeft als doel de leerlingen tevens een verrijkende visie te bieden, o.a. op de bescherming van het leefmilieu en de noodzaak tot zorgzame omgang met grondstoffen en eindproducten op aarde. Naast aardrijkskunde, biologie en chemie krijg je in het vijfde jaar 2 uren fysica en in het het zesde jaar 3 uren fysica. Vele van onze leerlingen zullen in de vervolgstudie aan de universiteit terechtkomen in studierichtingen waarin fysica een basiscursus is. De volgende thema’s worden behandeld In het vijfde jaar: elektrodynamica (elektrische stroom, spanning…) elektromagnetisme (elektromagnetisch veld, krachtwerking, inductieverschijnsel…) kernfysica (radioactiviteit, toepassingen en gevaren van radioactieve straling…) In het zesde jaar: kinematica (bewegingsleer) dynamica (beginselen van Newton, krachten…) arbeid, energie en vermogen periodieke verschijnselen (trillingen, golven) 3.4.6

Pool Wiskunde De 6 en 6+2 uur cursussen waarborgen een sterke wiskundige vorming. Bij deze vorming wil men een basis leggen voor vervolgstudies in studierichtingen met een wiskundige, een wetenschappelijke of een toegepast wetenschappelijke invalshoek. Je beschikt over een stevige theoretische basis vanuit de tweede graad. De wiskunde 5-uurs leerweg in de tweede graad is de beste basis voor deze richting. Je bent bereid de vroeger opgedane wiskundige kennis voortdurend te onderhouden. Je hebt bij voorkeur een positief advies van de klassenraad voor de pool wiskunde. Bij de pool Wiskunde hoort nog een pakket wetenschappen. De wiskundige richtingen zonder pool Wetenschappen (EW, LW6-8, MWI) krijgen 2 graaduren biologie. Deze uren zijn verdeeld over 1 uur biologie in het vijfde jaar en 1 uur in het zesde jaar. De leerinhouden omvatten: de opbouw en werking van de cel, stofwisselingsprocessen, voortplanting bij de mens, doorgeven van erfelijke informatie, 9

10 ontstaan en evolutie van soorten. Leerinhouden worden gekoppeld aan de actualiteit. De wetenschappelijke onderzoeksmethode wordt verworven met practica. Je krijgt ook 1 uur chemie in het vijfde en in het zesde jaar. Dit studiepakket werkt naar een aansluiting op alle vormen van hoger onderwijs met een belangrijk pakket natuurwetenschappen in de aanvangsfase. Naast de pure feitenkennis en de wetenschappelijke werkmethode zal ook hier aandacht zijn voor het koppelen van leerinhouden aan contexten, practica, ICT en het onder zoekend leren door de leerlingen. Leerlingen die kiezen voor de pool Wiskunde (zonder combinatie met pool Wetenschappen), krijgen 2 graaduren fysica. Het leerplan van deze cursus fysica handelt over de hoofdzaken van elektrodynamica en elektromagnetisme in het vijfde jaar en kinematica, dynamica en trillingen in het zesde jaar, plus nog een aantal keuzethema’s. Deze fysica wordt gebracht als een wetenschap die de fysische verschijnselen uit onze ervaringswereld kan verklaren en voorspellen. 3.4.7

Natuurwetenschappen als algemene vorming De richtingen zonder pool Wetenschappen of pool Wiskunde krijgen 2 uur natuurwetenschappen. In dit vak brengen we ‘Wetenschap voor de burger van morgen’, dit in tegenstelling tot ‘Wetenschap voor de wetenschapper van morgen’ in de andere richtingen.

3.5

Nog een aantal accenten in onze school

Zoals eerder gemeld hebben de katholieke scholen binnen het ASO - op één of twee uur na (complementaire uren) - dezelfde lessentabel. Met die complementaire uren legt iedere school een aantal accenten. 3.5.1

Esthetica Wij kiezen ervoor om alle leerlingen in de derde graad het vak esthetica aan te bieden. Wij zijn ervan overtuigd dat dit bijdraagt tot hun algemene, culturele vorming. Esthetica wil de leerlingen leren kijken en luisteren naar kunst. Daartoe worden de bouwstenen van schilderkunst, beeldhouwkunst, bouwkunst, muziek, dans en film aangebracht. Dit gebeurt enerzijds technisch om het specifieke vakjargon te verwerven; anderzijds wordt ook aandacht besteed aan de achterliggende artistieke aspecten van de gebruikte voorbeelden. Het beheersen van dit technische jargon wordt door de leerlingen toegepast in persoonlijk onderzoek dat naast de traditionele toetsen een even belangrijk element is van de evaluatie. Aan de hand van kunststromingen en stijlen, van groepen en individuele kunstenaars en hun werk, en van thematische onderzoeken wordt de

opgedane technische kennis ontplooid tot inzicht in en vooral waardering van kunst in zoveel mogelijk facetten. Op deze wijze wil esthetica haar belangrijkste doel bereiken: een volwassen attitude tegenover kunst ontwikkelen. Deze attitude kan worden omschreven als: een open houding tegenover kunstuitingen van vroeger en nu, van hier en elders zelfstandig zijn weg vinden in onze moderne beeld-, muziek- en filmcultuur op basis van bewuste waardering het inpassen in het eigen persoonlijke leven van esthetische beleving als bijdrage tot een meer volwassen en rijkere persoonlijkheid Esthetica zal verder ook een bijdrage leveren aan projecten die eigen zijn aan de gekozen studierichting en aan binnen- en buitenlandse studiereizen. 3.5.2

Wiskunde Afhankelijk van het wekelijks aantal wiskundelestijden (3, 4, 6 of 6+2) zijn er grondige verschillen: uiteraard in de omvang van de leerstof, maar ook inzake aanbreng, diepgang, theoretische ondersteuning, verwerkingssnelheid enz. Net zoals de cursus van de 6 en 6 + 2 uur richt de cursus van vier uur zich tot de leerlingen die in de tweede graad 5 uur wiskunde gevolgd hebben. In de cursus van vier uur worden het abstracte denken en het verdiepend verwerken van de leerstof verder ingeoefend. De leerlingen die in de tweede graad een 4 uur wiskunde cursus gevolgd hebben, kunnen deze cursus in de derde graad volgen na een gunstig advies van de klassenraad. Op onze school hebben we ervoor gekozen om alle leerlingen de mogelijkheid aan te bieden een cursus van vier uur wiskunde te volgen (nieuw vanaf september 2013). Het leerplan van 3 uur wiskunde in de derde graad kent een meer concrete en minder theoretische aanpak en richt zich vooral tot leerlingen die in de tweede graad de cursus van 4 uur wiskunde gevolgd hebben. 3.5.3

Economie in de pool Economie We bieden in alle richtingen met een pool Economie een cursus van vijf uur economie aan (basiscursus is 4 uur), zodat we voldoende tijd hebben om alle leerplandoelen te halen en af en toe projectmatig te kunnen werken. 3.5.4

Latijnse cultuur In de richting Latijn-Moderne talen met 3u wiskunde en de richting Latijn-Wiskunde met 6u wiskunde wordt er een extra uur Latijnse cultuur gegeven bovenop het basispakket van 4u. 11

In dit extra uur ligt de nadruk op het zelfstandig leren onder begeleiding. Naast analyse van een Latijnse tekst wordt er opzoekings- en onderzoekswerk verricht rond verschillende thema's uit de Grieks-Romeinse oudheid. De resultaten daarvan worden afwisselend mondeling of schriftelijk gepresenteerd. 3.5.5

Accenten in de richting Humane wetenschappen We bieden de leerlingen 2 lesuren project humane vakken aan en 2 extra lesuren talen. Binnen het project Humane vakken wordt aan de hand van theorie en praktijk aangeleerd hoe een menswetenschappelijk onderzoek uit te voeren. Hierbij komen verschillende onderzoeksmethoden aan bod (bronnenstudie, interview, enquête, experiment,…), die worden toegepast op zelfgekozen onderzoeksonderwerpen. De nadruk ligt op groepswerk, maar er zijn ook individuele opdrachten. Op het einde van het zesde jaar kunnen de leerlingen zelfstandig een onderzoek plannen en uitvoeren op een methodologisch verantwoorde manier. De keuze van onze school om een uur Frans praktijk en een uur Engels praktijk te geven, is een bewuste keuze. Veel van onze leerlingen uit Humane wetenschappen gaan immers een sociale richting verder studeren. Een goede taalvaardigheid zal hen van pas komen tijdens hun studies, maar zeker ook later op de werkvloer. Binnen dit extra uur praktijk wordt geoefend op de taalvaardigheden binnen thema’s over actualiteit en thema’s die aan bod komen in de vakken cultuur- en gedragswetenschappen. Woordenschat en grammatica gelinkt aan die thema’s, worden geïntegreerd gegeven in de vaardigheidsopdrachten. Dit uur praktijk wordt los van het basispakket Frans en Engels geëvalueerd. De leerlingen die kiezen voor een cursus van vier uur wiskunde i.p.v. de basiscursus van 3u wiskunde, krijgen geen extra uur Engels Praktijk. 3.5.6

Accenten in de pool Wetenschappen Binnen de pool Wetenschappen hebben we voor een maximum aantal uren voor de verschillende wetenschappen gekozen zodat leerlingen die hun studies willen verderzetten in het hoger onderwijs met een stevig pakket wetenschappen, voldoende voorbereid zijn. 3.5.7

Accenten in de richtingen Economie-Wiskunde en Latijn-Wiskunde In deze twee richtingen met 6u wiskunde bieden we naast het basispakket weten schappen (1u aardrijkskunde, 1u biologie, 1u chemie en 1u fysica) nog een extra uur wetenschappen aan, waarin we wetenschappelijke projecten uitwerken en wat extra leerstof aanbieden. 12

3.5.8

Accenten in de richting Wiskunde-Wetenschappen Je kan kiezen voor 2 extra uren wiskunde (6+2) bovenop de basiscursus van 6u wiskunde voor de richtingen met pool Wiskunde. Bij ‘+2’ uur cursus worden de lestijden ingevuld met uitdagende, creatieve thema’s die onder verschillende werkvormen behandeld worden. Onderwerpen die aan bod komen zijn: lineaire programmering, boldriehoeksmeetkunde, fractalen, grafen-theorie, codering, niet-Euclidische meetkunde, iteratiemethoden, wiskunde en de Islam, cartografie, differentiaal vergelijkingen … Bovendien wordt er gedurende één semester aan een wiskundeproject gewerkt. Je kan ook kiezen voor een extra uur wetenschappelijk tekenen en een uur economische initiatie i.p.v. +2 uur wiskunde. De cursus wetenschappelijk tekenen heeft tot hoofddoel het ruimtelijk inzicht van de leerlingen te ontwikkelen. Dit gebeurt hoofdzakelijk via de projectievoorstelling en de perspectiefvoorstelling. De cursus economische initiatie is een minicursus economie waarin getracht wordt het economisch inzicht te verruimen door het aanbrengen van begrippen en het verklaren van de economische actualiteit. Thema's die aanbod komen zijn: de goederen- en arbeidsmarkt, het optreden van de overheid, het geldsysteem, economische groei, het rentebeleid van de Europese commissie,... 13

4 Overgangsmogelijkheden na de tweede graad

Als je in het vierde jaar het oriënteringsattest A hebt behaald, kan je theoretisch gezien naar gelijk welke studierichting van de derde graad overgaan. De

logische

overgangen zijn die richtingen die logischerwijze volgen uit de richtingen in de tweede graad. Voor een weloverwogen keuze leg je je interesse naast het advies van de klassenraad.

TWEEDE GRAAD

ECONOMIE (accent talen) ECONOMIE (accent wiskunde) HUMANE WETENSCHAPPEN LATIJN (accent talen) LATIJN (accent wiskunde)

DERDE GRAAD Economie – moderne talen

Humane wetenschappen 1 Moderne talen – wetenschappen

Economie – wiskunde Economie – moderne talen

Humane wetenschappen 1 Moderne talen – wetenschappen Moderne talen – wiskunde Wetenschappen – wiskunde

Humane wetenschappen

Moderne talen – wetenschappen Economie – moderne talen 2

Latijn – moderne talen Latijn – wetenschappen

Humane wetenschappen 1 Moderne talen – wetenschappen Economie – moderne talen 2

Latijn – wiskunde Latijn – wetenschappen Latijn – moderne talen

Humane wetenschappen 1 Moderne talen – wetenschappen Moderne talen – wiskunde Wetenschappen – wiskunde Economie – moderne talen 2 Economie – wiskunde 2 14

TWEEDE GRAAD

WETENSCHAPPEN

DERDE GRAAD Wetenschappen – wiskunde Moderne talen – wetenschappen

Moderne talen – wiskunde Humane wetenschappen 1 Economie – moderne talen 2 Economie – wiskunde 2 1 leerstof gedrags- en cultuurwetenschappen van de tweede graad in te halen via een zomercursus 2 leerstof economie van de tweede graad in te halen via een zomercursus

5 Wat na het secundair onderwijs?

Een heel duidelijke brochure met het overzicht van welke studierichtingen er allemaal mogelijk zijn in het hoger onderwijs, vind je op www.ond.vlaanderen.be/SIDIN; links doorklikken op ‘brochure’. Daar kan je de brochure ‘Wat na het secundair onderwijs’ downloaden. In het zesde jaar organiseren de school en de scholengemeenschap ook een aantal initiatieven die je kunnen helpen bij je verdere studiekeuze in het hoger onderwijs. Via www.onderwijskiezer.be (rechts op de homepagina) kan je ook altijd een belangstellingstest ‘I-prefer’ en een studiemethodetest ‘I-study’ invullen. Dit kan interessant zijn indien je niet goed weet in welke richting je moet zoeken. Welke ASO-studierichting bereidt het best voor op alle studierichtingen van het hoger onderwijs? Geen enkele, want dat zou een ASO-studierichting moeten zijn met veel economie, veel talen (inclusief Latijn en Duits), veel wetenschappen en veel wiskunde: samen zo om en bij de 45 lestijden per week; dit is niet te realiseren. We moeten het dus genuanceerder stellen. Iedere ASO-studierichting bereidt goed voor op veel richtingen in het hoger onderwijs. Sommige studierichtingen in het hoger onderwijs eisen dus van de aspirant-student een specifieke voorkennis (vertrouwd zijn met..., vaardigheden...) van wiskunde, wetenschappen, talen, artistieke vaardigheden of creativiteit (kunstonderwijs). Soms is er zelfs een toelatingsproef. Eventuele leemten op dit vlak kunnen soms door de aspirant studenten worden opgevuld via vakantiecursussen die her en der worden ingericht. Leerlingen die denken aan studies zoals geneeskunde, tandheelkunde, dieren geneeskunde, bio-ingenieurswetenschappen, licenties biologie - chemie – fysica, kiezen bij voorkeur voor een richting met pool Wetenschappen in de derde graad. Leerlingen die denken aan studies zoals burgerlijk ingenieur of master wiskunde, kiezen bij voorkeur en richting met 6+2 uren wiskunde. Al de overige studierichtingen hoger onderwijs, en dat zijn er heel veel, richten zich tot alle ASO-afgestudeerden, en hierbij speelt de gevolgde ASO-richting nauwelijks een rol. 15

Het is delicaat hierover een tabel op te stellen waarin terug te vinden is welke overstappen van het zesde jaar ASO naar het hoger onderwijs mogelijk of onmogelijk zijn. Dit hangt onder meer af van de invulling van de complementaire lestijden in de derde graad (kan voor elke school anders zijn) én van het aanbod en de aanpak in de instelling van het hoger onderwijs (ook dát is verschillend!). Het is dus best elke concrete vraag ter zake voor te leggen aan leerkrachten, coördinatoren, CLB-afgevaardigden, verantwoordelijken van de hogescholen of universiteiten, oud-studenten…: zij zijn het best geplaatst om een afdoende antwoord te geven. 16

6 Wanneer moet je keuze bepaald zijn?

Ten laatste op vrijdag 27 juni 2014. Even verduidelijken… Voor de paasvakantie kan je je voorlopige keuze voor de derde graad reeds bekend maken via een vragenlijst. Je keuze wordt dan besproken op de klassenraad met Pasen. Op het oudercontact na Pasen kan dit ter sprake komen of worden jij en je ouders expliciet uitgenodigd indien je keuze niet het advies van de klassenraad wegdraagt. Je definitieve keuze moet in ons bezit zijn na het krijgen van je eindrapport en dit ten laatste op vrijdag 27 juni 2014. Daarna worden immers de klasgroepen samengesteld. Indien je nog toch wat langer bedenktijd wil, laat je dit ten laatste op 1 juli aan mevr. Van Trappen (de coördinator) of mevr. Noppe (de directeur) weten. Om een optimale leeromgeving te creëren, streeft de school naar een werkbare klasgrootte en weloverwogen studie-overgangen. In uitzonderlijke gevallen kan je van studierichting veranderen op twee data (de eerste schooldag na de herfstvakantie en de kerstvakantie). Dat belet niet dat het bewaren van de klasgrootte primeert op de overstapvrijheid. Het is daarom in het voordeel van al onze leerlingen dat je in het begin van het schooljaar een weloverwogen studiekeuze maakt voor het gehele schooljaar.

In het vijfde jaar zijn er altijd leerlingen die toch nog van richting veranderen voor 15 januari. Weet dan dat je de leerstof voor de richtingsvakken van het eerste semester moet inhalen.

7 Info en inschrijvingen voor nieuwe leerlingen

De inschrijving gebeurt in het Sint-Jozefsinstituut, Statiestraat 37, op vrijdag 9 mei 2014 van 18.00 uur tot 21.00 uur en op maandagen 30 juni en 18 augustus van 15.00 uur tot 19.00 uur. Er is ook een infoavond op vrijdag 9 mei 2014 van 18.00 tot 21.00 uur. Voor inlichtingen kan je ook een telefonische afspraak maken op 02 582 13 11 met mevr. Van Trappen, onze coördinator.

17

BIJLAGE 1 De doeleinden van het ASO

Het ASO heeft een uitgesproken doorstromingsfunctie. Dit wil zeggen dat de vorming gericht is op de vervolgstudie in het hoger onderwijs en dus niet gericht is op de arbeidsmarkt of op de tewerkstelling op 18 jaar. Het ASO zal algemene studievaardigheden en attitudes bevorderen zoals het doelmatig verwerken van grotere leerstofgehelen, het efficiënt plannen van de studieactiviteiten en de reflectie op de eigen aanpak, de houding van levenslang leren, de interesse voor de theoretische, wetenschappelijke benadering. Theoretische benadering wil niet uitsluitend zeggen het begrijpen en analyseren van de betekenis van ideeën en situaties maar ook het conceptualiseren, het probleemoplossend denken en het kritisch beoordelen. Het is een belangrijke opdracht in het ASO een creatief-kritische geest en de daaraan gekoppelde attitudes bij de leerlingen op te wekken. Het ASO is essentieel gericht op algemene vorming. Het feit dat het ASO-onderwijs algemeen vormend is, houdt in dat de leerinhouden, vaardigheden en attitudes gericht zijn op een brede en diepgaande verkenning van (aspecten van) de werkelijkheid. Brede verkenning slaat op het feit dat de vorming de verschillende cultuurcomponenten zal omvatten; diepgaande verkenning betekent dat het ASO zal trachten diep (theoretisch) in bepaalde studiedomeinen door te dringen, naargelang van de gekozen studierichting. De keuze van de leerinhouden, vaardigheden en attitudes wordt door twee criteria bepaald: de overdracht van het culturele erfgoed of de traditie, en de maatschappelijke relevantie. Elk studiedomein of vakgebied zal die elementen uit het verleden aanreiken en overdragen die naar het heden toe als cultureel waardevol worden beschouwd, onder meer omdat ze belangrijk worden geacht voor de individuele en maatschappelijke ontplooiing van de jongeren uit deze tijd. Dit selectiecriterium steunt uiteraard op een waardeoordeel dat aan een bepaald mens- en wereldbeeld en de tijdsgeest is gebonden. Hierdoor is de selectie permanent aan verandering onderhevig. Het criterium van de maatschappelijke relevantie waakt erover dat het ASO niet buiten de werkelijkheid zou staan of levensvreemd zou zijn. Opdat de leerlingen uiteindelijk bekwaam worden om met de hen omringende wereld een kritische dialoog aan te gaan is het nodig dat zij met die wereld via de leerinhouden in contact treden en de noodzakelijke vaardigheden en attitudes verwerven. Uit “ Uittreksel uit het VLOR-advies van 19 mei 1995 betreffende het algemeen secundair onderwijs (ASO) in de derde graad van het voltijds secundair onderwijs”

BIJLAGE 2