Werken dorpsvisies wel?

Download Report

Transcript Werken dorpsvisies wel?

Onderzoeksopdracht Kenniscentrum NoorderRuimte (KCNR) Onderzoeksgroep Krimp en Leefomgeving september 2014

Titel van het project

Werken dorpsvisies wel?

Korte omschrijving van de onderzoeksopdracht

In de gemeente Loppersum heeft bijna elk dorp in het (recente) verleden een dorpsvisie gemaakt. De gemeente Loppersum wil weten wat het belang, functie en de werking van deze dorpsvisies is voor de actoren die zich voor de leefbaarheid van het dorp inzetten. Het doel van dit onderzoek is adviezen te geven aan zowel de gemeente Loppersum als de besturen van Dorpsbelangen over dorpsvisies en een ontwerp te maken voor een

dorpsvisie nieuwe stijl

.

Aanleiding tot de onderzoeksopdracht en de huidige situatie

Elk dorp heeft in de gemeente Loppersum een dorpsvisie. Deze dorpsvisies zijn door besturen van dorpsbelangenverenigingen ontwikkeld, vaak met ondersteuning van de Vereniging Groninger Dorpen en gefinancierd door de gemeente. Het doel van een dorpsvisie is in het algemeen een inventarisatie te geven van leefbaarheidsvraagstukken op dorpsniveau en voor de middellange termijn daarvoor oplossingen en acties te beschrijven. Bij de inventarisatie van de leefbaarheidsvraagstukken worden dorpsinwoners betrokken door middel van vragenlijstonderzoeken en / of keukentafelgesprekken. De ervaring leert dat het proces om tot een dorpsvisie te komen al veel energie in het dorp losmaakt, die tot nieuwe initiatieven en activiteiten leiden. Maar wat (nog) niet bekend is of de afgeronde dorpsvisies na een zekere tijd nog inspireren en aansporen tot acties? Voor de gemeente is dit een belangrijke vraag, omdat het meer inzicht geeft in welke rol de dorpsvisie heeft voor het organiserend vermogen van de verschillende dorpen. Een belangrijke factor daarbij zou de opvatting over leefbaarheid (zoals die uit de dorpsvisies blijkt) kunnen zijn. Daarom behoort een analyse van de bestaande dorpsvisies op het voorkomen en toepassing van de leefbaarheidsdomeinen (woonomgeving, sociale omgeving, voorzieningen en organiserend vermogen) tot dit onderzoek.

Gewenste situatie met betrekking tot het vraagstuk

De junior medewerker van bNR doet in opdracht van het Lectoraat Krimp en Leefomgeving en de gemeente Loppersum dit onderzoek. Het onderzoek behelst een literatuuronderzoek over het verschijnsel

dorpsvisie

, een documentonderzoek op bestaande dorpsvisies en een veldonderzoek in de gemeente Loppersum (waarschijnlijk interviews met bestuursleden van dorpsbelangenverenigingen, ambtenaren en externe deskundigen). De student levert aan het eind een onderzoeksrapport op met aanbevelingen. Het onderzoek kan uitmonden in adviezen voor de gemeente Loppersum in het kader van hun dorpen- en leefbaarheidbeleid en voor de ondersteuning van dorpen die te maken hebben met de gevolgen van bevolkingsveranderingen en aardbevingsschade. Ook zijn adviezen denkbaar die nuttig en bruikbaar zijn door de besturen van dorpsbelangenverenigingen. Een ‘herontwerp’ voor het hoe en wat van een dorpsvisie kan ook een mogelijke uitkomst van dit onderzoek zijn. In het onderzoekstraject geeft de juniormedewerker een tussen- en eindpresentatie over de voortgang van het onderzoek in Bureau NoorderRuimte en bij de gemeente Loppersum.

Geschikt voor studenten van de opleidingen

De voorkeur gaat uit naar een student Vastgoed & Makelaardij of een student Communicatie. De opdracht kan uitgevoerd worden in het kader van een stage of een afstudeertraject. In overleg met de opleiding kunnen inhoudelijke accenten in de opdrachten worden aangescherpt die noodzakelijk zijn voor de stage of het afstuderen.

De volgende kennis/skills zijn noodzakelijk en/of gewenst

Interesse in leefbaarheid op het platteland. Onderzoekende houding. Kennis en vaardigheden van kwalitatieve onderzoeksmethoden (documentanalyse en interviewen) zijn een pre.

BIJ INTERNE OPDRACHTGEVER Lectoraat Onderzoekslijn Onderzoekprogramma

Krimp en Leefomgeving Krimp en Leefomgeving

Contactgegevens

Contactpersonen: Jannie Rozema Contactgegevens: [email protected]

050-5954547 Dorpsonderzoeken

BIJ EXTERNE OPDRACHTGEVER Contactgegevens

Gemeente Loppersum, afdeling MRO (wordt bekend gemaakt) De definitieve opdrachtformulering wordt in een later stadium na overleg met de externe opdrachtgever vastgesteld.

Participatie vormen ‘lectoraten’ bNR Gewenste vorm X Opmerkingen (wensen, tijd etc.)

Verstrekken opdracht Opdrachtgever op afstand (weinig contact) Opdrachtgever intensief (veel contact) x x Jannie Rozema, gem. Loppersum Bijdragen aan opdrachten van anderen Expert (te consulteren) Expert (actief) Interne opdrachtgever ook voor andere projecten Deelnemer kennisuitwisselings bijeenkomsten x x Sabine Meier, lector Jannie Rozema Deelnemer themagroepen Coach (proces) Lerende met eigen ontwikkelagenda Advisering bNR Openstellen van lectoraat en eigen kenniskringen x Openstellen van eigen netwerken x o.a. Vereniging Groninger Dorpen

Competentieniveau

Aspect Aard van de taak Aard van de context Niveau 1 (basisfase) Eenvoudig Gestructureer d Past bekende methoden direct toe volgens vaststaande normen Bekend Eenvoudig Monodiscipli nair In de schoolsituatie Normen voor adequaat handelen Kennis Is ondernemend , heeft een open houding Beheerst basiskennis, maakt gebruik van bronnen X Niveau 2 (kernfase) Complex Gestructureerd Past bekende methoden aan wisselende situaties aan Bekend Complex Monodiscipli nair In de praktijk onder begeleiding Past wetenschappeli jke kennis toe, is resultaatgericht , is besluitvaardig Gebruikt basiskennis, maakt zich doelgericht nieuwe kennis eigen X Eindniveau (specialisatiefase) Complex Ongestructureerd Verbeterd methoden en past normen aan de situatie aan X

X

Onbekend Complex Multidisciplinair In de praktijk zelfstandig Toont visie, is innovatief Gebruikt kennis op een toegepast wetenschappelijke manier, draagt bij aan kennisontwikkeling

X X X

Kwaliteit van de output

Resultaat Verantwoording Resultaat als proces Criteria Adequaat Valide Consistent Controleerbaar Vakkundig Betrouwbaar Logisch Praktijkresultaat Gevonden resultaat:  Levert een daadwerkelijke oplossing.  Verankerd in de probleemcontext  Toelaatbaar en duurzaam Gevonden resultaat :  Geaccepteerd in probleemcontext  Acceptabel in het probleemdomein  Conceptueel onderbouwd  Goed verklaard  Generalisering aannemelijk gemaakt Inhoudselementen:  In zichzelf consistent  Onderling consistent Uitvoering is:  Compleet  Achteraf nog gedetailleerd te volgen  Transparant, duidelijk gecommuniceerd Uitvoering is:  Resultaateffectief  Kenniseffectief  Efficiënt  Toelaatbaar Uitvoering is niet toevallig beïnvloed door  Degenen die de activiteiten uitvoeren  Toestand van de organisatie rondom hen heen  Onvolkomenheden  Toevallig Redeneringen zijn vrij van:  Inhoudelijke redeneerfouten  Onzakelijke argumenten  Gegoochel met betekenissen