provincie limburg

Download Report

Transcript provincie limburg

provincie limburg
9-7-2014
2014/38066
GRIF
24-9-2014
Provincie Limbu;',
DOCnr.
- 9 JULI 2014
Ingek.
Provinciale Staten
CASnr.
ID.
Cluster
Faxnummer
Ons kenmerk
Bijlage(n)
WEGA
2014/34514
1
Behandeld
Doorkiesnummer
Uw kenmerk
Maastricht
M.M.J.C. Lücker
(043) 389 75 16
8 juli 2014
Onderwerp
Buitenring Parkstad Limburg, voortgang
Geachte Staten,
Hierbij bieden wij u een informerend stuk inzake de voortgang van de Buitenring Parkstad Limburg aan.
Gedeputeerc
2014/36841
Bezoekadres:
Limburglaan 10
NL-6229 GA Maastricht
Postbus 5700
NL-6202 MA Maastricht
[email protected]
Tel + 31 (0)43 389 99 99
Fax + 31 (0)43 361 80 99
www.limburg nl
IBAN-nummer:
NL08RABO0132575728
BIC-code: RAB0NL2U
Bereikbaar via:
Lijn 1 (richting De Heeg)
provincie limburg
Informerend stuk
1.
Onderwerp
Buitenring Parkstad Limburg, voortgang
2.
inleiding/aanleiding incl. beoogd resultaat
Zoals eerder gemeld gaat het project Buitenring een fase in, waarin we door externe factoren te
maken krijgen met een aantal onzekertieden wat planning betreft. Denk daarbij aan tiet uitstel van
de regelgeving PAS, het uitstel van de uitspraak van de Raad van State (verwachting eind 2014),
de keuze van de gemeente Kerkrade om met alle voorbereidende werkzaamheden te wachten tot
na de uitspraak van de Raad van State en enkele gronddossiers die (mede daardoor) nog niet zijn
uit onderhandeld.
Wij hebben uw Staten toegezegd om voor het zomerreces de consequenties hiervan in beeld te
brengen met een informerend stuk. In bijgaand informerend stuk leest u niet alleen de
consequenties voor het aspect tijd, maar ook wat een langere doorlooptijd voor het aspect geld
betekent Daarbij is en blijft het uitgangspunt dat het budget niet hoger wordt dan met uw Staten is
afgesproken.
Uw Staten hebben op 29 juni 2012 het Provinciaal Inpassingsplan vastgesteld. Op 12 oktober 2012 is het
Kredietbesluit door Uw Staten vastgesteld. Naar aanleiding van de mededeling in de brief van de Raad
van State in mei 2013 is geconstateerd dat de openstelling van de Buitenring Parkstad Limburg (BPL) op
1 januari 2016 niet meer haalbaar was en te allen tijde een vertraging zou ontstaan dat zou leiden tot een
wijziging van de scope (afhankelijk van de variant óf alleen in tijd, óf een combinatie van tijd en geld) ten
opzichte van uw besluit tot vaststelling van het Inpassingsplan Buitenring Parkstad Limburg 2012 alsook
aan het door uw Staten genomen kredietbesluit d.d. 12 oktober 2012. In het Statenvoorstel
'Vervolgproces Buitenring Parkstad Limburg' (G-13-018-1; kenmerk 2013/35622; 18 juni 2013) zijn aan
uw Staten dan ook drie scenario's voorgelegd, namelijk:
A.
het verzoek indienen tot een (gedeeltelijke) opheffing van de schorsing;
B.
de uitspraak van de Raad van State afwachten;
C.
heroverwegen van het project.
Uitgaande van deze scenario's zijn de consequenties van de vertraagde uitspraak van de Raad van State
in termen van tijd, geld en kwaliteit inzichtelijk gemaakt. Uw Staten hebben op 27 juni 2013, conform het
advies van ons College, gekozen voor scenario A. Op 7 augustus 2013 hebben wij uw Staten
geïnformeerd over de stand van zaken opheffingsverzoek Buitenring Parkstad van 7 augustus 2013.
Ondanks zware inspanningen van de Provincie bleek dat het behalen van mijlpalen lastig zou worden
door een beperkte medewerking van de gemeente Kerkrade en het tijdig beschikbaar krijgen van
particuliere percelen.
In oktober 2013 is gestart met de realisatie van een deel van de Buitenring ter hoogte van Heerlen en
Brunssum nadat de Raad van State voor dit deel de schorsing heeft opgeheven van het Inpassingsplan
2012. Begin 2014 hebben wij geconstateerd dat het aspect tijd en geld (taakstellende budget) van het
project Buitenring Parkstad Limburg onder druk staan door ontwikkelingen waardoor gehanteerde
uitgangspunten niet nageleefd kunnen worden.
Dit betreft onder andere het niet tijdige beschikbaarheid van percelen, de beperkte medewerking van de
gemeente Kerkrade en het niet in werking treden van de Programmatische Aanpak Stikstofdepositie
(PAS) op 1 januari 2014. De consequenties hiervan zijn dat:
1. het verzoek om gedeeltelijke opheffing van de schorsing van het PIP voor de aanleg wegvak 6 in
Brunssum niet kon worden aangevraagd;
2. de gemeente Kerkrade geen toestemming heeft gegeven voor de aanleg van de wegvakken 10 en 11
(ter hoogte van het bedrijventerrein Dentgenbach en deels 14 (Hamstraat tot Calbertsweg);
3. de realisatie van de Buitenring Parkstad Limburg met uitzondering van de wegvakken in de Natura
2000 gebieden is niet meer mogelijk in het 2^ kwartaal 2014, voorafgaand aan een uitspraak van de
Raad van State in de bodemprocedure.
In de kwartaalrapportage van oktober tot en met december 2013 (04 2013) en de kwartaalrapportage
van januari tot en met maart 2014 (01 2014) hebben wij aangegeven uw Staten voor de zomer van 2014
te informeren over de mogelijke gevolgen voortijd, geld en kwaliteit.
Wij willen uw Staten in deze nota conform afspraak informeren over de mogelijke gevolgen voor tijd, geld
en kwaliteit en de mogelijk te nemen maatregelen. Het project heeft een taakstellend budget van
€ 441,06 miljoen. De aspecten tijd, geld en kwaliteit van het project worden sterk bepaald door het
moment en de inhoud van de uitspraak van de Raad van State over het Inpassingplan 2012. In Scenario
A is reeds duidelijk geworden dat het moment van de uitspraak alles bepalend is voor zowel het aspect
tijd als geld. De uitspraak van de Raad van State wordt nu verwacht eind 2014. Het is onvermijdelijk dat
de datum van openstelling van de Buitenring Parkstad Limburg wijzigt en opschuift in tijd. Een exacte
opleveringsdatum is sterk afhankelijk is van de uitspraak door de Raad van State en de hierop aan te
passen uitvoeringsplanning van de aannemer. Wij willen uw Staten informeren over het feit dat de
opleveringsdatum wijzigt en over de mogelijk in te zetten beheersmaatregelen om binnen de taakstelling
van het aspect geld te blijven (huidige stand van zaken). Na de uitspraak over het Inpassingsplan zullen
wij uw Staten een integraal beeld geven van de consequenties voor de aspecten tijd, geld en kwaliteit.
Provinciaal Inpassingsplan Buitenring Parkstad Limburg 2012
Op 29 juni 2012 hebben uw Staten het Provinciaal Inpassingsplan Buitenring Parkstad Limburg
(PIP2012) vastgesteld en op 12 oktober 2012 het bijbehorende financiële kader (Kredietbesluit).\
Uitgangspunten (de scope) project Buitenring Parkstad Limbur
Aspect: Tijd
Het project Buitenring dient voor alle verkeer opengesteld te zijn vóór 1 januari 2016.
Aspect: Geld
Het (taakstellende) budget is vastgesteld op een bedrag van € 441,06 miljoen
Aspect: Kwaliteit
De BPL wordt een volwaardige autoweg met 2 rijbanen waarbij elke rijbaan 2 rijstroken
zal tellen. De BPL heeft een maximumsnelheid van 100 km per uur, met uitzondering
van de delen nabij de Natura2000-gebieden waar een maximumsnelheid van 80 km per
uur geldt.
1
Statenvoorstel G-12-036-1 Kredietbesluit Buitenring Parkstad Limburg, brief van Gedeputeerde Staten van 18
september 2012.
Tabel 1
Tegen het door uw Staten vastgestelde PIP 2012 zijn 18 beroepen ingediend. De definitieve uitspraak
van de Raad van State werd destijds verwacht in de periode april - juli 2013.
Op 24 mei 2013 heeft de Raad van State aangegeven geen definitieve uitspraak te doen met betrekking
tot het PIP 2012^. De openstelling van de volledige Buitenring Parkstad Limburg (BPL) was op
1 januari 2016 niet meer haalbaar. Uitgaande van verschillende scenario's zijn de consequenties van de
vertraagde uitspraak van de Raad van State in termen van tijd, geld en kwaliteit inzichtelijk gemaakt. In
het Statenvoorstel 'Vervolgproces Buitenring Parkstad Limburg' (G-13-018-1; kenmerk 2013/35622;
18 juni 2013) zijn aan uw Staten drie scenario's voorgelegd, namelijk:
A.
het verzoek indienen tot een (gedeeltelijke) opheffing van de schorsing;
B.
de uitspraak van de Raad van State afwachten;
C.
heroverwegen van het project.
Gevolgen vertraging uitspraak Raad van State: Scenario A
Uw Staten hebben op 27 juni 2013, conform het advies van ons College, uiteindelijk gekozen voor
scenario A. Het risico blijft bestaan dat de Raad van State het PIP 2012 (gedeeltelijk) vernietigt.
Uitgangspunten (de scope) project Buitenring Parkstad Limburg scenario A
Aspect: Tijd
Het project Buitenring wordt in twee fases opgeleverd. Projectdeel 'wegvakken 3 '/„•
14' in maart 2017 en projectdeel 'wegvakken 1 Vm 2' op 1 januari 2020.
Aspect: Geld
Het (taakstellende) budget is vastgesteld op een bedrag van € 441,06 miljoen
Aspect: Kwaliteit
De BPL wordt een volwaardige autoweg met 2 rijbanen waarbij elke rijbaan 2
rijstroken zal tellen. De BPL heeft een maximumsnelheid van 100 km per uur, met
uitzondering van de delen nabij de Natura2000-gebieden waar een
maximumsnelheid van 80 km per uur geldt
Tabel 2
31708 Buitenring Parkstad Limburg en mededeling Raad van State d.d. 24 mei 2013, brief van Gedeputeerde
Staten d.d. 31 mei 2013.
Randvoorwaarden Scenario A
•
Beschikbaarheid gronden conform grondverwachtingenkaart 27-11-2012;
•
Per direct een verzoek om gedeeltelijke opheffing van de schorsing van het PIP 2012
bij de Raad van State indienen, zodat gestart kan worden met de aanleg van een
aantal spoedeisende 'no regret'- onderdelen ( wegvakken 3*/^ 6, 10, 11 en 14). Bij
een positieve uitspraak starten de uitvoeringswerkzaamheden per 01-10-2013;
•
In werking treden van de Programmatische Aanpak Stikstofdepositie per 1 januari
2014;
•
Direct na in werking treden van de PAS een verzoek om gedeeltelijke opheffing van
de schorsing van het PIP 2012 vragen bij de Raad van State om de wegvakken 9, 12
en 13 te kunnen aanleggen. Indien nodig ook opnieuw om de wegvakken 3 Vm 6, 10,
11 en 14 (gehele BPL exclusief wegvakken binnen de invloedssfeer van de Natura
2000-gebieden). Bij positieve uitspraak starten de uitvoeringswerkzaamheden per
01-04-2014;
•
Positieve uitspraak RvS over het PIP 2012 op 01-10-2014. De
uitvoeringswerkzaamheden over het gehele tracé (incl. de Natura 2000 gebieden)
starten per 01-10-2014;
•
Oplevering Projectdeel A, wegvak 14 (rotonde Avantis - Calsbergweg), per
01-05-2015 ( EFRO);
•
Oplevering Projectdeel B, wegvakken 3 '/„ 13 (gehele Buitenring exclusief de
definitieve aansluiting bij Nuth, maar inclusief tijdelijke aansluiting BPL op A76 ter
hoogte van Nuth) per 01-03-2017;
• Aansluiting Nuth wordt op een nader te bepalen tijdstip uitgevoerd. Na definitieve
beschikbaarheid van de gronden kunnen de werkzaamheden worden gestart. Om de
tijd tussen openstelling BPL en openstelling aansluiting Nuth te overbruggen wordt
een tijdelijk aansluiting tussen BPL en A76 gerealiseerd.
Tabel 3
Scenario A in de praktijk
1^ Verzoek om gedeeltelijke opheffing van de schorsing van het PIP2012
In juli 2013 bleek dat niet alle benodige gronden voor de aanleg van de wegvakken 3 t/m 6, 10, 11 en 14
per direct beschikbaar zouden zijn. Deels, omdat particuliere eigenaren hun gronden (nog) niet wilden
overdragen (wegvak 6 en 14) en deels, omdat de gemeente Kerkrade vooralsnog geen toestemming
wilde geven voor werkzaamheden op haar eigendommen (wegvak 10, 11 en 14). Feitelijk betekende dit
dat uitsluitend voor de wegvakken 3 Vm 5 per direct een verzoek bij de Raad van State kon worden
ingediend.
Zoals reeds eerder gemeld in augustus 2013 heeft het eerste verzoek zich beperkt tot de aanleg van de
wegvakken 3 Vm 5 en aanpassing van de rotonde Avantis. Dat verzoek is op 23 juli 2013 ingediend.
Op 4 september 2013 heeft de Raad van State hiermee ingestemd. De werkzaamheden zijn in oktober
2013 gestart^
In oktober 2013 heeft de gemeenteraad van Kerkrade definitief besloten geen toestemming te geven voor
de aanleg van de wegvakken 10 en 11. De gemeente Kerkrade zal pas een besluit hierover nemen in
afwachting van de uitspraak van de Raad van State over het Inpassingsplan 2012 (bodemprocedure).
De gemeenteraad heeft uiteindelijk op 26 februari 2014 onder voorwaarden wel ingestemd om een deel
van wegvak 14 gelegen tussen de rotonde Avantis tot aan de Hamstraat te realiseren. Voor wat betreft
wegvak 6 (gemeente Brunssum) bleek het uiteindelijk niet mogelijk alle gronden van particulieren tijdig in
eigendom te krijgen. Besloten is om het tweede verzoek tot gedeeltelijke opheffing te beperken tot een
deel van wegvak 14 (van de rotonde Avantis tot aan de Hamstraat). Op 2 april 2014 is het tweede
verzoek bij de Raad van State ingediend. Dit verzoek is door de Raad van State toegewezen op
3 juni 2014.
T Verzoek om gedeeltelijke opheffing van de schorsing van het PIP2012
In Scenario A wordt de inwerkingtreding van de wetgeving ten aanzien van de Programmatische Aanpak
Stikstof (hierna: PAS) verwacht. De PAS maakt immers de realisatie van de Buitenring mogelijk, waarbij
ontwikkelruimte blijft bestaan ten aanzien van de Natura 2000-gebieden Geleenbeekdal en
Brunssummerheide. Na de inwerkingtreding van de PAS zal bij deze regelgeving worden aangesloten en
een verzoek om opheffing van de schorsing (voor delen) van het Inpassingsplan worden ingediend. Bij
scenario A is er vanuit gegaan dat de wetgeving Programmatische Aanpak Stikstof per januari 2014 in
werking zou treden. Hiermee zou het mogelijk moeten worden ook de wegvakken 9, 12 en 13 aan te
leggen.
Eind 2013 heeft de Staatssecretaris van Economische Zaken aangegeven dat de PAS naar verwachting
in de zomer van 2014 van kracht zal zijn. Begin dit jaar is dit bijgesteld en is aangegeven dat het streven
is dat de PAS nog dit jaar van kracht zal zijn. Gevolg hiervan is dat een verzoek om gedeeltelijke
opheffing van de schorsing van het PIP 2012 gerelateerd aan de PAS ook pas na de zomer 2014
mogelijk wordt. Gezien het feit dat wij een definitieve uitspraak van de Raad van State over het PIP 2012
eind 2014 (planningsdatum 1 januari 2015) verwachten, is de kans groot dat de uitspraak van de Raad
van State er eerder zal zijn dan dat de PAS in werking is getreden.
Brief van GS aan Provinciale Staten: Verzoek tot opheffing schorsing inzake Buitenring Parkstad Limburg van
22 juli 2013;
Informerend stuk aan Provinciale Staten: Zitting opheffingsverzoek Buitenring Parkstad van 7 augustus 2013;
Informerend stuk aan Provinciale Staten: Afdoening toezegging 1465 'Uitspraak Raad van state Inzake verzoek
tot opheffing schorsing Inpassingsplan Buitenring Parkstad Limburg 2012' van 6 september 2013.
Conclusie:
De randvoorwaarden behorende bij scenario A zijn in de praktijk niet (volledig) ingevuld. Het
gaat daarbij met name om zaken buiten de Provinciale invloedssfeer zoals tijdige
beschikbaarheid van (particuliere) gronden, medewerking van de gemeente Kerkrade, het niet
tijdig van kracht worden van de PAS en de naar verwachting verder verlate definitieve uitspraak
van de Raad van State inzake het PIP 2012. Dit heeft er toe geleid dat:
•
er slechts een vervroegde start mogelijk is voor de aanleg van de 'no-regret' wegvakken
3 Vm 5 (deels) en 14 (deels);
• er geen vervroegde start mogelijk is van de aanleg van de 'no-regret' wegvakken 6, 9, 10,
11, 12, 13 en 14 (deels).
Of vervolgens realisatie van projectdeel A (wegvak 14) op 1 mei 2015, projectdeel B
(wegvakken 3 Vm 13; dus exclusief de aansluiting Nuth) op 1 maart 2017 en openstelling van de
gehele Buitenring eind 2019, nog mogelijk is, is zeer de vraag.
Gevolgen voor de aspecten tijd en geld van het niet volledig realiseren van scenario A
Om de gevolgen van de vertragingen voor wat betreft de aspecten tijd, geld en kwaliteit inzichtelijk te
maken, hebben wij met de kennis van nu het slechtste scenario uitgewerkt. De randvoorwaarden,
behorende bij het uitwerken van dit scenario, zijn:
Randvoorwaarden
•
Definitieve uitspraak RvS 1 januari 2015;
• Alle gronden nodig voor de aanleg van de wegvakken 3b Vm 14 worden minnelijk
verworven en zijn tijdig beschikbaar voor werkzaamheden van de aannemer;
•
De wegvakken 3b Vm 14 worden in oktober 2017 opgeleverd, maar kunnen niet volledig
worden opengesteld voor het verkeer;
• Alle gronden nodig voor de aanleg van de wegvakken 1 Vm 3a zijn, ten gevolge van de
gerechtelijke onteigeningsprocedures (incl. cassatie), pas beschikbaar op
1 januari 2018;
•
De wegvakken 1 Vm 3a worden medio 2020 opgeleverd;
•
De openstelling van de gehele BPL is medio 2020;
•
Er wordt geen afbreuk gedaan aan het aspect Kwaliteit;
•
De PIP-wijziging 'Verdiepte ligging Vaesrade' is in werking;
•
De werkzaamheden van ProRail, Gasunie en overige nutsbedrijven worden conform
afspraken uitgevoerd.
Tabel 4
Gevolgen voor het aspect Tijd
In het scenario wordt de BPL in twee fases opgeleverd, namelijk
Fase 1: de wegvakken gelegen tussen de kruising van de Buitenring met de Hommerterweg en de
aansluiting van de rotonde Avantis op de N281 (stadsautoweg) worden opgeleverd in oktober 2017
Fase 2: de wegvakken gelegen tussen de aansluiting van de Buitenring op de A76 ter hoogte van Nuth
en ongelijkvloerse kruising van de Buitenring met de Hommerterweg worden medio 2020 opgeleverd.
Dit betekent dat er voor wat betreft het aspect Tijd een scopewijziging ten opzichte van scenario A aan de
orde is en de gehele BPL medio 2020 kan worden opengesteld. In Bijlage 2 wordt een overzicht gegeven
van het effect van de vertragingen in het meest negatieve scenario op de planning volgens scenario A.
Gevolgen voor het aspect Geld
De directe financiële gevolgen van het scenario worden vooral veroorzaakt door de langere dooriooptijd
van het project. De onderstaande budgetposten wijzigen:
•
Uitvoeringskosten contract MNO Vervat NL BV als gevolg van vertragingskosten en onvoorziene
werken
•
Contracting als gevolg van de uitgaven voor inhuur
•
Planschade en nadeelcompensatie
•
Project Onvoorzien aangezien een aantal risico's een feit zijn geworden en ingezet om de financiële
gevolgen van die opgetreden risico's te mitigeren; het betreffen de risico's 'PAS treedt niet in
werking', 'Gronden niet tijdig beschikbaar' en 'Medewerking van Kerkrade'
Actualisatie budgetposten BPL
De budgetposten binnen de lopende projectbegroting (Integraal Kredietbesluit BPL van 12 oktober 2012
en Scenario A) zijn geactualiseerd (peildatum 1 juni 2014) en. De ramingen van diverse budgetposten
zijn nu nauwkeuriger onderbouwd en/of geactualiseerd. Daarbij is geconstateerd dat:
•
de budgetpost, 'Bewegwijzering', nader onderbouwd dient te worden waarvoor aanvullend onderzoek
nodig is;
• er overschrijdingen zijn van de budgetposten 'Contract MNO Vervat NL BV' (niet voorziene
omstandigheden binnen het werk), 'Archeologie' (ten gevolge van noodzakelijke extra onderzoeken),
N274, 'ProRail' en 'Kwaliteitsimpuls natuur' ten opzichte van het kredietbesluit;
•
het totale budget voor grondverwerving (tracé, landschappelijke inpassing én natuur/stikstof) naar
verwachting voldoende zal zijn;
• er vier budgetposten, 'Kabels & leidingen', 'Stikstofmaatregelen', Planschade en nadeelcompensatie'
en 'Indexering', zijn waarvan de ramingen neerwaarts kunnen worden bijgesteld; Indexering kan
bijgesteld worden omdat de indexering van prijspeil 2012 naar prijspeil 2013 rond de 0% lag, waarbij
in de raming van 3% is uitgegaan.
Project onvoorzien
Voor project 'Buitenring Parkstad Limburg' zijn in de post 'Onvoorzien' gevalideerde en gekwantificeerde
risico's vastgelegd. In de huidige raming is project onvoorzien nu geraamd op € 12.322.411. Dit is de
huidige stand van zaken. Een belangrijk aandachtspunt is dat naar verwachting alle risico's hiermee in
de toekomst zijn afgedekt, gelet op de onzekere fase waar het project zich in bevindt. Tabel 5 geeft een
overzicht van de effecten van de vertragingen en de actualisatie van de huidige ramingen.
udget kredietbesluit Scenario A Juni 2013 Scenario Juni 2014
27.733.799
INVESTERI
ln\«steringskosten na herijking
UitvADenngskosten (contract MNO)
Contract MNO Vervat BV
Projectdeel A
Projectdeel B
Wijzigingen
Rekenvergoeding
0\«rige uitweringskosten
0\«rlge omgevings issues
Grond\firwen/ing
Opbrengsten grondverwerving
Kabels en leidingen
Archeologie
ProRail
Landschappelijke Inpassing
Bewegwijzering en verlichting
Planschade nadeelcompensatie
Overige Investenngskosten
Maatregelen stikstofdepositie
Kwaliteitsimpuls natuur
Wijzigingen contract MNO Verva
Vertraging contract MNO Vervat
On
19.792.849
14516.455
5.276.394
47.526.648
33.800.861
2.111. 122
2.098, 709
10,957, 924
1.188,917
4.020 223
3.957 381
9.466 585
19.184679
13646 654
5.538 025
52.985.540
34.239.448
2.111.122
2,952.309
11.016.793
1.211.677
4.020.223
3957.381
8.969.943
26.905.522
14.516.455
12.389.067
61.144.970
135.000.000
139.009.114
200.166.267
9.675.962
157.445,941
32.794.364
250.000
€
€
€
€
€
€
€
€
€
€
€
€
€
83.000.000 €
7.215,095
83,000.000
7,426,292
76,920.0
€
€
€
€
€
€
€
23,000, 000
2,960, 784
11,500 000
8,045, 902
4.000, 000
6.862, 000
1.138, 000
10.982, 730
7.956 202
22.650, 000
12.397 387
17.653 894
364.031.108
:
18,251.28'
3,543.106
12,051.954
10,865.354
4.000.000
7.230.480
241.040
4.615.730
9.324.485
23.000 000
2.600.000
8.400000
7.954000
4.000.000
6.862000
1.138.000
12,550.000
8,200000
32.600000
6.900.000
34.426 000
366.630.000
€
€
€
12.322.411
366.958.408
NI
Aanpassing
Indexeringskosten naar einde project
Verdiepte ligging Vaesrade
4.600.000
19.500.000
2 800.000
26.900.000
3.300.000
18.200.000
2 540.000
24040.000
22.503.649
441.056.648
441.056.648
450.607.027
4.703.649
17.800000
Conclusie:
Het effect van de vertragingen (incl. inzet risicovoorzieningen) en de dooriichting van de begroting
(peildatum 1 juni 2014) zou zonder aanvullende maatregelen tot een overschrijding van het taakstellend
budget (€ 441,06 miljoen) leiden van € 9,5 miljoen.
Uitwerken beheersmaatregelen
Om de dreigende overschrijding van het taakstellend budget als gevolg van externe niet te beïnvloeden
factoren te compenseren, zijn echter de onderstaande beheersmaatregelen uitgewerkt.
Beheersmaatregel 1:
Na overleg met externen is er voor gekozen om voor wat betreft de boekwaarde van restgronden uit te
gaan van de huidige bestemming (dit geldt niet voor de restgronden waarvan de verwachting is dat deze
niet meer te vervreemden zijn). Dit leidt tot een vermindering van de kosten met een bedrag van
€ 4 miljoen
Beheersmaatregel 2:
De afgelopen maanden is gezocht naar (verdere) mogelijkheden om de uitvoeringskosten te veriagen en
de bouwtijd te minimaliseren. Hierbij is zowel gezocht naar technische optimalisaties binnen het ontwerp
als naar versoberingen van het ontwerp. Er is gezocht naar maximale rek zonder hiermee aan de
kwaliteit of het budgetplafond te tornen. De optimalisaties leiden er toe dat de kosten veriaagd kunnen
worden met € 7,2 miljoen en wij per saldo hiermee blijven binnen het taakstellende budget.
Het totaal bedrag aan in te zetten beheersmaatregelen bedraagt €11.2 miljoen.
Beheersmaatregele
Optimalisaties
Opbrengsten
Grondverwerving
Totaal
Als gevolg van het inzetten van de meest maximale beheersmaatregelen, zijnde € 11,2 miljoen, ontstaat
een extra overschot van circa € 1.7 miljoen aangezien de overschrijding van het taakstellende budget als
gevolg van actualisatie begroting en vertraging € 9.5 bedraagt. De € 1,7 miljoen zal worden toegevoegd
aan de budgetpost onvoorzien.
Finale raming
Geconcludeerd kan worden dat het effect van de vertragingen en de dooriichting van de begroting
(peildatum 1 juni 2014), die kunnen leiden tot overschrijding van het taakstellend budget
(€ 441,06 miljoen), kunnen worden gecompenseerd binnen de scope van het project. De volgende
budgetposten zullen ais gevolg van de te nemen maatregelen gaan wijzigingen:
•
de budgetpost wijzigingen zal afnemen met € 7,2 miljoen
•
opbrengsten grondverwerving bedraagt € 4.0 miljoen
•
de budgetpost onvoorzien neemt toe met € 1 , 7 miljoen
Omschrijving
[Budget kredietbesluit Scenario A juni 2013
27.733.799
TNyMER
Communicatie
PIP
Verkeersonderzoeken
Verwervingskosten (oveng)
Voortiereidingskosten Aansl
Overige
Perse rree/sho
Uit\«enngskosten (contract MNO)
Contract MNO Vervat BV
Projectdeel A
Projectdeel B
Wijzigingen
Reken\ergoeding
Overige uitvoeringskosten
Overige omgevings issues
Grondverwerving
Opbrengsten grondverwerving
Kaljels en leidingen
Archeologie
ProRail
Landschappelijke inpassing
Bewegwijzering en verlichting
Planschade nadeelcompensatie
Overige investeringskosten
Maatregelen stikstoWepositie
Kwaliteitsimpuls natuur
Wijzigingen contract MNO Vervat BV
Vertraging contr
Onvoorzien
Indexeringskosten naar einde project (37o)
19.792.849
14.516,455
5,276.394
47.526.648
135.000.000
33.800.861
2.111.122
2,098 709
10,957.924
1.188.917
4.020.223
3.957.381
9 466 585
19.184.679
13 646.654
5,538,025
52.985.540
139.009.114
Scenario Juni 2014
34.239.448
2.111.122
2.952.309
11.016,793
1.211.677
4.020.223
3.957.381
8,969943
26.905.522
14,516,455
12,389,067
61.144.970
192.941.829
9,675,962
157.445.941
25.569.926
250.000
83,000,000
7.215.095
83,000.000
7,426,292
76,920,000
23 000,000
2600 000
8,400,000
7.954,000
4,000,000
6,862,000
1 138 000
12,550,000
8,200,000
32.600,000
6.900,000
34 426,000
366.630,000
23 000 000
2,960 784
11.500 000
8 045902
4.000 000
6.862 000
1,138 000
10.982 730
7.956 202
22,650 000
12.397 387
17,653,894
364.031.108
18 251 289
3.543,106
12.051.954
10.865.354
4.000.000
7.230,480
241.040
4.615,730
9.324.41
4.600,000
19,500,000
2.800.000
26.900.000
3.300.000
18.200.000
2 540.000
24.040.000
22.503.649
441.056.648
441.056.648
441.056.649
13,996,471
357.408.030
4.703.649
17.800.000
Dekking
Naast de gevolgen voor de scope (tijd, geld en kwaliteit) is tevens in kaart gebracht of ook de dekking van
het project nog steeds in voldoende mate in overeenstemming is met de aannames van het Kredietbesluit
2012.
10
EFRO-subsidie
Voor de aanleg van wegvak 14, aansluiting rotonde Avantis Vmde Hamstraat (tot aan de Caribertsweg) is
een EFRO-subsidie, van maximaal € 4,9 miljoen toegezegd. Die subsidie kent een einddatum van
31 december 2015. Mogelijk kan niet het gehele wegvak onder subsidie worden aangelegd, dit is
afhankelijk van de definitieve uitspraak. Het risico bedraagt circa € 1,1 miljoen.
Bijdrage Parkstad (Financieringsovereenkomst 2013) 'Werk met werk'
De meerkosten ten gevolge van de stikstofproblematiek bedragen voor Parkstad € 7,7 miljoen, conform
afspraak uit 2013. Afgesproken is dat de Provincie en Parkstad Limburg zich gezamenlijk zullen
inspannen deze Parkstadbijdrage (zonder 'cash') vanuit 'werk-met-werk' te realiseren. Tot op heden zijn
er twee potentiële projecten. Eén in de gemeente Heerien en één in de gemeente Onderbanken. Met de
nieuwe portefeuillehouders zal het gesprek worden opgepakt om 'werk-met-werk' maken concreet uit te
werken en om te zetten in concrete acties.
Gebiedsontwikkeling (opbrengend vermogen Buitenring Parkstad)
Er wordt vanuit gegaan dat het mogelijk is om vanuit gebiedsontwikkeling en een daaruit voortkomend
opbrengend vermogen van € 22,5 miljoen (Parkstad € 15 miljoen en Provincie € 7,5 miljoen) een bijdrage
te leveren aan de dekking van het budget van de Buitenring. Deze (inspannings)verplichting is vastgelegd
in de overeenkomsten die op 15 juli 2009 en in augustus 2013 tussen Parkstad Limburg, de betrokken
gemeenten (met uitzondering van Kerkrade en Schinnen) en de Provincie Limburg zijn gesloten.
Voorwaarde voor het bereiken van deze doelstelling is het formuleren van business cases met
bijbehorende business modellen.
De verwachting bij gebiedsontwikkeling is dat de aanleg van de Buitenring een positieve invloed zal
hebben op de bestaande ruimtelijke kwaliteit. Daardoor zouden zich, ai dan niet op termijn, economische
ontwikkelingsmogelijkheden moeten voordoen die uiteindelijk een bijdrage kunnen leveren aan het
dekkingstekort van de Buitenring (korte termijn effect: veriagen publieke investering). Dit geldt ook voor
extra inkomsten bij andere overheden als gevolg nieuwe ontwikkelingen in de regio Parkstad Limburg.
Momenteel wordt een aantal kleinschalige ontwikkelingen in vooral de gemeente Nuth, onderzocht
(Verzorgingsplaats/P+R op industrieterrein de Horzel en gebiedsontwikkeling Vaesrade). Uitbreiding van
de mogelijkheden zal in juli 2014 met de nieuwe portefeuillehouders worden besproken.
Binnenkort wordt een studie gestart naar verdere mogelijkheden, waarbij de volgende vragen centraal
staan:
- Wat vinden de provincie en regio een realistische termijn om opbrengsten te generen die een
bijdrage kunnen leveren aan het dekkingstekort van de Buitenring?
- Zijn de provincie en regio bereidt om waar nodig een voorinvestering te doen in ontwikkelingen
die dan op termijn opbrengsten genereren en een bijdrage kunnen leveren aan het
dekkingstekort van de Buitenring?
11
Rijksbijdrage 'aansluiting Nuth'
Sinds najaar 2008 lopen onderhandelingen met het Rijk over de financiering van de aansluiting
Nuth. Door het Rijk is destijds aangegeven dat het Rijk geen capaciteit beschikbaar heeft om de
aansluiting op de A76 bij Nuth - met de daarvoor bestemde 'van Hijum-gelden' zelf te realiseren. De
Provincie heeft aangeboden voor een afkoopsom van € 63,5 miljoen het project van het Rijk voor eigen
risico over te nemen. Het Rijk heeft hiermee ingestemd (zie Bereikbaarheidsconvenant van juni 2010). In
mei 2014 heeft het Ministerie van l&M (ambtelijk) aangegeven dat de bijdrage van € 63,5 miljoen inclusief
eventueel te compenseren BTW is. Omdat het Rijk zich nu op het standpunt stelt dat de € 63,5 miljoen
inclusief de terugvorderbare BTW is en niet zoals wij verwachten exclusief terugvorderbare BTW, dreigt
er een dekkingstekort van maximaal € 7,5 miljoen
Ofschoon in de Provinciale begroting (Weerstandparagraaf), rekening is gehouden met het risico dat voor
wat betreft de dekking van het project Buitenring niet alle bijdragen vanuit Parkstad en het Rijk
waargemaakt zullen worden, zijn wij van oordeel dat de rijksbijdrage van 63,5 miljoen volledig aan de
provincie toekomt en dat de Provincie verantwoordelijk is voor het terugvorderen van de BTW op de door
haar gemaakte kosten. Het Rijk mag en kan derhalve niet in de positie van de Provincie treden met
betrekking tot de BTW-vordering. Wij zullen in overieg treden met de Minister.
3.
Bevoegdheid
Provinciale Staten hebben het inpassingsplan Buitenring Parkstad Limburg vastgesteld bij besluit
van 29 juni 2012.
Gedeputeerde Staten hebben een actieve informatieplicht. Met dit stuk willen wij u informeren over
de stand van zaken. In beginsel leidt die stand van zaken tot een wijziging van het aspect Tijd en
mogelijk ook Geld, waarover uw Staten een besluit moeten nemen. Wij stellen echter voor eerst
de uitspraak van de Raad van State in de bodemprocedure af te wachten en vooralsnog de stand
van zaken voor kennisgeving aan te nemen.
Zo spoedig mogelijk na de uitspraak van de Raad van State zullen wij u opnieuw (geactualiseerd)
informeren en op basis daarvan voorstellen tot besluitvorming doen.
4.
Risico's
Uw Staten hebben op 27 juni 2013, conform het advies van ons College, gekozen voor scenario
A. Bij dit scenario blijft het risico bestaan dat de Raad van State het inpassingsplan (gedeeltelijk)
vernietigt.
Belangrijk aandachtspunt blijft dat de financiële ruimte voor het opvangen van onverwachte risico's
binnen het project is geminimaliseerd en wij geen zicht hebben op mogelijke consequenties bij een
uitspraak door de Raad van State.
12
Periodieke informatie/sturingsinformatie
• Via Jaarstukken en Begroting
•
Paragraaf Projecten
•
Paragraaf Financieringen
•
Paragraaf Verbonden Partijen
•
Paragraaf Bedrijfsvoering
•
Programmaverantwoording
X Voortgangsrapportages Regeling Grote Projecten
Relatie met Programmabegroting - financiële aspecten
Het project Buitenring Parkstad Limburg heeft haar eigen projectbudget (taakstellend) toegewezen
gekregen.
7.
Meegezonden bijlagen
Bijlage 1 Overzichtskaart wegvakken Buitenring Parkstad
Bijlage 2 Planning WC-scenario vs scenario A
13
Bijlage 2 Planning WC-scenario vs scenario A
Aspect Tijd
•SCENARIO A (juni 2013)
0713
• 1* verzoek opheffen schorsing bij
RvS ("no regref 3 t/m 6,10,11 en 14)
013
start werkzaamheden wegvakken 3
t/m 6,10,11 en 14
114
1014
• 2 ' verzoek opheffen schorsing bij
RvS (PAS in werking 9,12 en 13)
m
1
WORST CASE (april 2014)
1* verzoek opheheffen schorsing bij
RvS ('no regret' 3 t/m 5)
start werkzaamheden wegvakken 3
t/m 5 en rotonde Avantis
• start werkzaamheden wegvakken 9,
12en 13
2^ verzoek opheffen schorsing bij
RvS ('no regret' deel 14)
• uitspraak RvS
start werkzaamheden wegvak 14
•werkzaamheden alle wegvakken
i
• uitspraak RvS
werkzaamheden alle wegvakken
0515 ' ^P'^^^^^S projectdeel A (wegvak 14)
0317
•oplevering projectdeel B minus
aansluiting Nuth
•oplevering projectdeel B minus 1 t/m
3b
0118
•start werkzaamheden wegvakken 1
en 2
'Start werkzaamheden wegvakken 1
t/m 3a
0120 ["OP'^vering gehele BPL
oplevering gehele BPL