Transcript Bestuiving

Cursus plantentuingids
De plant in zijn omgeving
De omgeving
ABIOTISCH
 Licht
 Temperatuur
 Vochtigheid
 Bodemstructuur
 Mineralen
BIOTISCH
 Bodemleven
 Bestuivers
 Verbreiders
 Partners
 Parasieten
 Symbionten
 Herbivoren
 Concurenten
Soortgebonden interacties
Competitie
Binnen de soort
Tussen soorten
Zeer opvallend bij wijzigingen in omgeving
Vermijden van competitie
Successie (breed begrip : spreiding)
Successie (spreiding in tijd en ruimte)
Individuele interacties





Symbiose
Defensie
Parasitisme
Bestuiving
Verbreiding
Symbiose

Relatie tussen
individuen van
verschillende soorten
waarbij beide partners
voordeel doen




Stikstoffixerende
bacterien
Mycorrizha
Korstmossen
Mierenplanten
Mycorrizha


Symbiose tussen fungi en planten
Voordelen voor de plantBenefits to plants



Betere wateropname
Bescherming tegen infecties met andere fungi en
nematoden.
Voordelen voor de schimmel

Suikers en vitaminen
Mycorrizha en bomen

Zonder fungi
Met fungi
De meeste
bomen hebben
schimmels
nodig
Endomycorrhizae


Dringen in de
wortelcellen door.
Meest
voorkomend type
arbuscules
vesicles
Ectomycorrhizae


Omgeven de wortels
Komen voor bij
bepaalde groepen





Beukfamilie
Wilgen
Populieren
Berken
Dennen
Ectomycorrhizae
Pinus
Epidermis
Cortex
Mantel
Hartig net
Orchideeën en schimmels

Grootste bloemplantenfamilie



Ongeveer 35,000 soorten
Van pool tot evenaar
Volledig afhankelijk van mycorrizha


Zaad heeft schimmelpartner nodig bij de kieming.
Geen voedselvoorraad
Planten kunnen meestal niet overleven zonder hun
schimmelpartner (terrestrische orchideeën)
Orchideezaad

Zeer kleine




Rudimentair embryo
Geen endosperm
Seeds are very small
Voedsel bij de kieming
wordt geleverd door de
schimmelpartner
Vogelnestje




Neottia nidus-avis
Europees
Geen fotosynthese
Volledig afhankelijk
van schimmelpartner
Stikstoffixerende bacterieën

Rhizobium en Bradyrhizobium



Rhizobia
Energie en koolwaterstoffen
Planten


Veel vlinderbloemigen maar ook bv. Palmvarens
Krijgen stikstof in bruikbare vorm
Wortelknolletjes
Bacterieën in wortelknolletjes
Stikstof uit de lucht wordt
gefixeerd
Korstmossen


Schimmel en alg
Schimmel



Bepaalt groei en vorm van het korstmos. Levert de
“juiste” omgeving voor de alg
Haalt mineralen uit regenwater en lucht
Alg


Meestal eencellig, soms draadje, soms blauwwier.
Fotosynthese
Koolwaterstoffen en stikstof
Ontwikkeling van een korstmos
Schimmeldraad omgeeft alg
Fungus
Algae
Ontwikkelend
korstmos
Kristalkorstmossen
Antarctica (0 tot –60°C)
Buitenkant rots
Groenwier

Antarctica heeft meer dan 350 soorten korstmos en slechts
7 soorten vaatplanten
Plant verdediging
• Constitutief
•Altijd aanwezig , meestal macroscopisch
•Doornen, stekels, brandharen
•Giffen, fytoalexines
• Geinduceerd
•Aangemaakt wanneer onder aanval
Proteinase inhibitoren (Solanaceae)
Aard van de verdediging
Directe verdediging
Onmiddellijk effect op de herbivoor
Indirecte verdediging
Effect op de omgeving van de herbivoor
bv aantrekken van natuurlijke vijanden
Voorbeelden van indirecte verdediging:
Domatia – schuilplaats voor roofmijten
Extraflorale nectarieen - voedsel voor mieren
Productie van vluchtige stoffen
– aanlokken van natuurlijke vijanden
Domatia zijn steeds aanwezig
Vleesetende planten
Zonnedauw
Drosera aliciae
Klierharen
Drosera rotundifolia
Haren scheiden een slijm af. Insecten komen vast
te zitten. Haren plooien en omgeven insect. Slijm
bevat spijsverteringsenzymen.
Drosera dichrose
Drosera abinata
Drosera acistiflora
Vetblad Pinguicula spp.
Bekerplanten
Nepenthes fusca
Gladde wanden, waslaag, geleidingsharen.
Nepenthes hamata
Nepenthes macrophylla
Insecten verdrinken, oppervlakte actieve stoffen,
Enzymen, bacteriële afbraak ?
Bladtip
Nepenthes maxima
Trompetbekerplanten
Sarracenia spp.
Zonnebekerplanten
Heliamphora minor
Cobralelie
Darlingtonia sp.
Pitcher plant with mouse
Venusvliegenval
Dionaea muscipula
Drie haren per bladhelft
Twee haren aanraken in korte tijd
Turgorspanning
Val klapt dicht
haren
Verstandige vliegen ?
Roridula gorgonias
Haalt stikstof uit dode insecten
Mierenplanten


Symbiose tussen plant en mierensoort
Mier


Verblijfplaats, territorium, voedsel
Plant

Mobiel verdedigingssystem
Mierenplant (Myrmecodia)
Urnenplant (Dischidia )
Miervaren (Lecanopteris)
Bestuiving
Verplaatsing van stuifmeel
Ex: Angiosperm - Bloemen
Ex: Conifer - CONES
Ontstaan van bestuivingsstrategie
wind
dierlijk
Dinosauriërs
Palmvarens
Coniferen
wind bestuiving
Zoogdieren
Insecten
Bloemplanten
wind bestuiving
dierlijke bestuiving
Krijt
60 miljoen jaar geleden
Bloemen (120 mjg)
Bestuiving
wind
Mannelijke kegels
Coniferen
Mannelijke katjes
Bloemplanten
Bestuiving
Stromingen in dierlijke bestuiving (bloem)
“Primitieve kenmerken”
“Recente” kenmerken
• veel onderdelen
• weinig onderdelen
• vrije onderdelen
• vergroeide onderdelen
• ster symmetrie
• tweezijdige symmetrie
•Lokmiddelen & beloningen
•Bloeiwijzes
Dinosauriers
Palmvarens
Coniferen
Zoogdieren
Insecten
Bloemplanten
wind bestuiving
dierlijke bestuiving
Krijt
60 millioen jaar geleden
Door dieren bestoven
“Primitieve” kenmerken
•Veel onderdelen
•Vrije onderdelen
• Ster symmetrie
“Recente ” kenmerken
Lokmiddelen
“Recente ” kenmerken
Nectarmerken (UV)
“Recente ” kenmerken
Nectar spoor
beloningen
pollen
nectar
“Recente ” kenmerken
Tweezijdige symmetrie
On the Origin of Species by Means of Natural
Selection
Charles Darwin, 1859
Bijen






Belangrijkste groep
Leven van nectar en pollen
Zicht en geur
Zien geel en blauw en UV
Honingmerken
Landingsplaatsen
Vlinders en motten




Zicht en geur
Vlinders zien rood en
oranje
Lange tong : spoor !
Motbloemen, bleek en
geurig


Vliegen en kevers
Aasbloemen, gistige geur
Bloemen meestal bruinig van
kleur
• Bloemen komvormig
• Pollen als beloning
Vogels





Kleurenzicht
Weinig reukzin, geen geuren.
Grote hoeveelheden nectar
Lange bek : lang spoor
Stuifmeel vaak groot en kleverig
Vleermuizen en “muizen”

Bleke, grote bloemen,
robust, openen ‘s nachts

Onopvallend, openen ‘s
nachts
Verbreiding
De verplaatsing van
zaden/vruchten met een
levensvatbaar embryo weg
van de ouderplant
Verbreiding
vrucht
bestuiving
zygote
verbreiding
bevruchting
lente
embryo
zaad
zomer
herfst
Verbreiding
Wind
Dierlijk
opgegeten (door spijsverteringskanaal)
verstopt (ontsnappen)
gedragen (klevers en haakjes)
Windverbreiding
Pluizen
Vleugeltjes
vb: Acer
vb: Populus
vb: Ulmus
Dierlijke verbreiding
Opgegeten : vlezig, attractief en laxatief
schijnvrucht
bes
vb: Malus
vb: Arbutus
steenvrucht
vb: Prunus
Dierlijke verbreiding
Verstoppen
Juglans
Quercus
Aesculus
Castanea
Dierlijke verbreiding
Gedragen
http://waynesword.palomar.edu/wayne.htm
Vb: Arctium