Samenvatting Europees recht H4

Download Report

Transcript Samenvatting Europees recht H4

Samenvatting Europees recht H4
door
elinepassier
De Marktplaats voor het Kopen en Verkopen van je Studiemateriaal
Koop en Verkoop al je samenvattingen, aantekeningen, onderzoeken, scripties, collegedictaten, en
nog veel meer..
www.stuvia.com
Stuvia.com - De Marktplaats voor het Kopen en Verkopen van je Studiemateriaal
Samenvatting Europees recht H4
Drie internationale problemen tijdens overeenkomst IPR (internationaal privaat recht):
1. Toepasselijk recht?
2. Welke rechter is bevoegd?
3. Ten uitvoer legging van een vonnis?
A) Export
Wijze van exporteren:
 Via een agent
Een agent is een persoon die zoveel mogelijk klanten voor de exporteur probeert te vinden. De
agent is niet ondergeschikt aan de exporteur en voert als zelfstandige zijn eigen bedrijf. De agent
krijgt provisie voor een geslaagde bemiddeling. Bij de koopovereenkomst die als gevolg van de
bemiddeling van agent tot stand komt, zijn de exporteur en de importeur van de goederen partij.
Bij het buitenlands bedrijf is het agent uit beeld en kan je niet aanspreken voor een contract (art.
7:428 t/m 445 BW).
Nederland:
7:428 BW e.v. agentuur overeenkomst
Europa:
Europeesovereenkomstenverdrag (EVO. Verdrag)
vertegenwoordigd verdrag (is land partij bij verdrag?)
Grafisch:
Delcredere beding: de agent staat hierbij in voor de kredietwaardigheid van de gevonden
klanten. Agent belooft dat de klant kredietwaardig is aan de exporteur.

Via een distributeur
Nederland:
Europa:
Grafisch:
Boek 6 BW
(verbintenissenrecht)
Europeesovereenkomstenverdrag (EVO. Verdrag)
Een distributeur is een tussenpersoon die de goederen van de exporteur in een bepaald gebied op
eigen naam en risico verkoopt. Dit doet de distributeur door de goederen eerst van de exporteur in
te kopen en weer door te verkopen in het aangewezen gebied. Hij leeft van het verschil tussen de
inkoop en de verkoop van goederen. Bedrijf wel aansprakelijk als er iets gebeurd met de transport.
Alles buiten het vervoer om kun je distributeur niet voor aanspreken. Nadeel is dat exporteur kent de
klanten niet persoonlijk.
Stuvia.com - De Marktplaats voor het Kopen en Verkopen van je Studiemateriaal

Persoon in loondienst (arbeidsovereenkomst)
Grafisch:
Tussen de werkgever en weknemer is er een gezagsrelatie. De werknemer is gehouden de
instructies van zijn werkgever op te volgen. De werkgever draagt de verantwoordelijkheid voor
de genomen beslissingen. Voor dat werk ontvangt de werknemer loon in plaats van provisie of
commissie. In een arbeidsovereenkomst in Nederland is altijd heel erg veel geregeld. Dingen
zoals: ontslag, sociale premies, CAO en het is geen schriftelijk vereiste.

Franchise
Nederland:
Europa:
Grafisch:
Boek 6 BW
Europeesovereenkomstenverdrag (EVO. Verdrag)
Franchise als wijze van exporteren bevindt zich tussen het exporteren via een distributeur en het
hebben van een eigen grote onderneming met filialen in verschillende landen. De
franchisenemers zijn zelfstandige ondernemers die het bedrijfsrisico voor het grootste deel
dragen. Dit wordt opgezet zodat lokale ondernemers zich kunnen aansluiten bij een formule met
betrekking tot bepaalde producten of diensten. (Mc Donalds, Kentucky Fried Chicken en Kwikfit). Op basis van dit contract, mag de franchisenemer gebruik maken van de naam, inrichting en
formule van de franchisegever. Er is een ongelijke relatie met de franchise nemer, want hij/zij
heeft geen keuze van het assortiment, prijs, marketing, PR en daarnaast geen zeggenschap over
winstafdrachten en entreegeld.

Joint venture (zelfstudie)
Bij een joint venture proberen bedrijf de sterke punten van elkaar in één bedrijf te bundelen.
De buitenlandse partner brengt nieuwe producten en/of een nieuwe bedrijfstructuur mee,
terwijl de partner in het exportland de lokale contracten en de distributiekanalen heeft. De
joint venture is een nieuw opgericht bedrijf dat uit twee of meer bestaande bedrijven is
opgebouwd. De bedrijven zijn min of meer elkaar gelijke en beogen voordeel te behalen uit
de samenwerking. Een joint venture dient onderscheiden te worden van een fusie en een
bedrijfsovername.
Stuvia.com - De Marktplaats voor het Kopen en Verkopen van je Studiemateriaal
B) Inleiding ‘Europees recht’
Welke verdragen moeten we kennen/‘dromen’?
 EU- Verdrag
- Is het enige verdrag dat supranationale werking heeft. Betekent wat de EU beslist, dit
hoger in rang is dan de wetten van de lidstaat. Dit gebeurt eigenlijk nooit behalve binnen
de EU. (VN-verdrag, kleine supranationale werking: Die mogen aan een land het oorlog
verklaren en is op dat moment dan ook legaal)
Machtiger door de ontwikkeling van de verdragen:
EGKS-verdrag: Europese Gemeenschap voor Kolen en Staal. De reden hiervan was oorlog,
Duitsland raakte soevereiniteit kwijt.
EEG-verdrag: Europese Economische Gemeenschap, acht jaar later. Kolen en Staal is
veranderd naar de totale economie, veiligheid etc.
 EU werkingsverdrag
Mededinging (onderling als bedrijven prijsafspraken maken): art. 101 e.v. EU Werkingsverdrag
Vrij verkeer van goederen: art. 28 + 29 + 34 + 35 EU Werkingsverdrag (VWEU)
De euro: art. 3 lid 1 EU Verdrag (art. 136 VWEU)
Verhouding EU en Lidstaat: art. 4 + 5 EU Verdrag (VEU)
Toetreding van een nieuwe lidstaat: art. 49 EU Verdrag (VEU)
Stuvia.com - De Marktplaats voor het Kopen en Verkopen van je Studiemateriaal
Week 2
Trais politica: de verdeling van de macht binnen Nederland:
Uitvoerende macht (regering: koning en minister)
Wetgevende macht (regering en staten generaal)
Rechtsprekende macht (kanton, rechtbank, hof, hoge raad)
De Europese Unie heeft als organisatie de publiekrechtelijke rechtspersoonlijkheid, dat wil zeggen
dat ze de titeldrager is van rechten en plichten. Ze kan met het oog op het realiseren van haar
doelstellingen handelingen stellen of bindende beslissingen nemen, ze kan overeenkomsten en
contracten sluiten, ze kan dagvaarden en worden gedagvaard, en ze kan aansprakelijk worden
gesteld.
De instellingen van de Europese Unie zijn (art. 13 EU): ‘Wie is de baas?’
Europees Parlement
Waar is het Verdrag geregeld? Art. 14 EU
Wie zitten er in? Vertegenwoordigers van de burgers van de Unie + voorzitter (lid 2)
Wie wordt er vertegenwoordigd? De burgers van de unie (lid 2)
Wat doen ze? Voeren samen met de Raad de wetgevingstaak en de begrotingstaak uit, ook
bepaalde politieke controle en adviserende taken. Het kiest de voorzitter van de commissie.
(lid 1)
 art. 223 t/m 234 EU Werkingsverdrag verdere uitleg over wat het Europees Parlement doet.
Europese Raad
Waar is het Verdrag geregeld? Art. 15 EU
Wie zitten er in? Staatshoofden en regeringsleiders van de lidstaten van de EU (lid 2)
Wie wordt er vertegenwoordigd? Lidstaten van de Europese unie (lid 2)
Wat doen ze? Geeft de nodige impulsen voor de ontwikkeling van de unie en bepaalt de
algemene politieke beleidslijnen en prioriteiten. Geen wetgeving. (lid 1)
 art. 235 t/m 236 EU Werkingsverdrag verdere uitleg over wat het Europees Raad doet.
De Raad (van de Europese Unie): varieert over welk onderwerp het gaat
Waar is het Verdrag geregeld? Art. 16 EU
Wie zitten er in? Ministers van de lidstaten (lid 2)
Wie wordt er vertegenwoordigd? Regering van de lidstaten (lid 2)
Wat doen ze? Voert wetgeving en de begrotingstaak uit. (lid 1)
 237 t/m 243 EU Werkingsverdrag verder uitleg over wat de Raad doet.
De Europese Commissie (controlerend orgaan)
Waar is het Verdrag geregeld? Art. 17 EU
Wie zitten er in? Een onderdaan van iedere lidstaat (lid 4 en 5)
Wie wordt er vertegenwoordigd? Bevorderd het algemeen belang van de EU (lid 1)
Wat doen ze? Let op alle instelling of ze doen wat ze moeten doen (lid 1) bevordert het
algemeen belang van de unie en neemt daartoe passende initiatieven.
 244 t/m 250 EU Werkingsverdrag verder uitleg over wat de Europese Commissie doet.
Stuvia.com - De Marktplaats voor het Kopen en Verkopen van je Studiemateriaal
Het Hof van Justitie
Waar is het Verdrag geregeld? Art. 19 EU
Wie zitten er in? Een rechter per lidstaat (lid 2). Gekozen door in onderlinge
overeenstemming door regeringen van de lidstaten.
Wie wordt er vertegenwoordigd? Niemand, zijn onafhankelijk. Rechtstelsel van de EU
waarborgen.
Wat doen ze? Eerbiedigt van het recht bij uitlegging en toepassing verdragen en uitspraak
overeenkomstig de verdragen (lid 1 en 3)
Rekenkamer
Waar is het Verdrag geregeld? Art. 285 EU Werkingsverdrag
De Rekenkamer is een financieel controleorgaan en is samengesteld uit één vertegenwoordiger per
lidstaat. De rekenkamer verricht de controle van de rekeningen. Alle uitgaven en ontvangsten
worden door deze instelling gecontroleerd. Jaarlijks brengt de Rekenkamer een verslag uit.
Europese centrale Bank
Waar is het Verdrag geregeld? Art. 282 t/m 284 EU Werkingsverdrag
De Europese Centrale Bank vormt samen met de nationale banken van de lidstaten het Europees
Stelsel van Centrale Banken en voert samen met de nationale banken van de landen van de eurozone
het monetaire beleid van de Unie. Er moet dus onderscheid worden gemaakt tussen:
Stelsel van Europese Centrale Banken (ECB + alle lidstaten)
‘Eurostelsel’ of ‘eurosysteem’ (ECB + de landen die de euro als munt hebben), dit is belast
met de tenuitvoerlegging van het monetaire beleid voor de eurozone.
Belangrijke taak van de ECB is de handhaving van de prijsstabiliteit. In functie daarvan kan de ECB de
rente waartegen zij krediet verleent aan de commerciële banken verhogen of verlagen en daarmee
de economische groei afremmen of stimuleren. De ECB bestaat uit een directie en een raad van
bestuur. De raad van bestuur is samengesteld uit de presidenten van de centrale banken van de
lidstaten uit het eurogebied en de directieleden van de ECB.
Het Economisch en Sociaal Comité (art. 301 t/m 304 EU Werkingsverdrag
Hierin zitten vertegenwoordigers van werkgeversorganisaties, werknemersorganisaties en van
andere economische en sociale belangengroepen. Het Comité is een adviesorgaan voor het Europees
Parlement, de Raad en de Commissie.
Het Comité van de Regio’s (art. 305 t/m 307 EU Werkingsverdrag
Dit is een adviesorgaan dat bestaat uit regionale en lokale overheden. Het Comité wordt
geraadpleegd over het beleid dat een regionale of lokale impact heeft.
Stuvia.com - De Marktplaats voor het Kopen en Verkopen van je Studiemateriaal
Week 3
Bevoegdheden en besluitvorming in Europa
Op welke terreinen is ‘Europa’ bevoegd regels te maken?
Art. 214 lid 1 en 3 EUW: bevoegdheid lidstaten en Unie. Europa ‘kan’ deze hulp verlenen, maar is
niet verplicht om dit te doen. (zachte opdracht)
Art. 91 lid 1 EUW: bevoegdheid Europees Parlement en de Raad. Dit is een directe opdracht, dit
‘moet’ Europa doen. Ze kunnen er niet onderuit (harde opdracht)
3 uitgangspunten :
 art. 4 en 5 EU
Art. 4 EU: verhouding Unie en lidstaten, gelijkheid lidstaten, loyale samenwerking.
Art. 5 EU: de bevoegdheid van de Europese Unie wordt beheerst door drie beginselen:
- attributiebeginsel
- subsidiariteitsbeginsel
- evenredigheidsbeginsel
Attributiebeginsel: de Unie kan alleen de bevoegdheden uitoefenen die haar door de lidstaten in
de Verdragen zijn toebedeeld om de daarin bepaalde doelstellingen te verwezenlijken (art. 5 lid
1). Bevoegdheden die in de Verdragen niet aan de Unie zijn toebedeeld, behoren aan de
lidstaten (art. 4 lid 1). Bij gedeelde bevoegdheden mag de Unie alleen optreden als blijkt dat de
doelstellingen met overwogen optreden niet voldoende door de lidstaten op centraal, regionaal
of lokaal niveau kunnen worden verwezenlijkt (=subsidiariteitsbeginsel) (art. 5 lid 3). De Unie
mag in haar optreden niet verder gaan dan wat nodig is om de doelstellingen van de Verdragen
te bereiken (=evenredigheidsbeginsel) (art. 5 lid 4).
 Art. 3-6 EUW
Art. 3 EUW: de Unie is exclusief bevoegd op de gebieden in het artikel. De bevoegdheid is
door de overdracht aan de Unie definitief niet meer voor de lidstaten. De Unie mag alles
bepalen met betrekking tot deze gebieden.
Art. 4 EUW: met de lidstaten gedeelde bevoegdheid.
Art. 5 EUW: coördineren met lidstaten.
Art. 6 EUW: ondersteunen, coördineren, aanvullen
 Rechtsbasisbeginsel???
Met het rechtsbasisbeginsel wordt een bepaling bedoeld in het EU-Verdrag of het EUWerkingsverdrag op grond waarvan de maatregel wordt vastgesteld. Elke maatregel behoeft een
rechtsgrondslag. Het gaat om maatregelen zoals bedoeld in artikel 288 van het EUWerkingsverdrag (verordeningen, richtlijnen, besluiten en aanbevelingen). De noodzaak van een
rechtsgrondslag vloeit voort uit artikel 5 lid 1 en 2, van het EU-Verdrag. De rechtsgrondslag
bepaalt dus de bevoegdheid van de Unie om op het betreffende terrein een besluit te nemen.
Daarnaast geeft de rechtsgrondslag aan welke middelen ter beschikking staan om die
bevoegdheid uit te oefenen. Bovendien bepaalt de rechtsgrondslag de procedure van
besluitvorming. Het EU-Werkingsverdrag bevat specifieke bepalingen en algemene bepalingen
over de bevoegdheid van de Unie. Bij specifieke bepalingen kan bijvoorbeeld worden gedacht
aan artikel 46 EU-Werkingsverdrag, dat de rechtsbasis is voor de bevoegdheid op het gebied van
het vrije verkeer van werknemers om verordeningen en richtlijnen vast te stellen. Een voorbeeld
van een algemene bepaling is artikel 114 EU-Werkingsverdrag, betreffende de bevoegdheid om
maatregelen vast te stellen die de instelling en de werking van de interne markt betreffen.
Stuvia.com - De Marktplaats voor het Kopen en Verkopen van je Studiemateriaal
Beleidsterreinen
Voorbeelden: wie is bevoegd t.a.v. de volgende onderwerpen om regels/wetten te maken?
 Blz. 4126 staat een lijst met onderwerpen op een rij waar je tussen moet zoeken!
- Grensoverschrijdend vervoer van slachtvee
Vervoer (art. 90 EUW e.v.) + vrij verkeer van goederen (art. 28 EUW e.v.) + Douane Unie (art.
30 EUW e.v.) + dierenwelzijn
Wat is het probleem met deze voorbeelden?
- Homofobie
De rechtsbasis verschilt!
- Subsidies voor koeien in de wei
Dus ook verschillende procedures! Wie
- Het formeren van een ´Europees´ leger
zijn de betrokken partijen?
- Productie van biologisch verantwoorde koffie
Hoe worden deze procedures opgelost
- Verpakking van koffie
en door wie?
- Verzoek Thailand om Europese hulp
 Machtsstrijd!, Hof van Justitie, Waar ligt het
zwaartepunt van het te regelen onderwerp?
Besluitvorming  drie procedures:
Gewone procedure (art. 289 lid 1 EUW)
Procedure start met het indienen van het voorstel van de Commissie bij het Europees
Parlement en de Raad. Tijdens deze procedure voortdurend overleg tussen de Commissie,
het Parlement en de Raad, zodat de Commissie steeds kans bijsturen.
De codecisie- of medebeslissingsprocedure (art. 289 lid 2 EUW)
Dit kan variëren van een beslissing van het Europees Parlement met deelname van de Raad
of een beslissing van de Raad met deelname van het Europees Parlement (verwijzingsregel)
Overige procedures (art. 289 lid 4 EUW)
Groep lidstaten of Europees Parlement, aanbeveling Europees Centrale Bank, Hof van Justitie
of Europese Investeringsbank.
Gemeenschappelijkheden:
- Altijd voorstel Europese Commissie
- Alleen de Raad of de Raad en Parlement kunnen van een voorstel een rechtsgeldig besluit,
een ‘wet’maken.
- Art 4 lid 3 EU, loyaliteitsbeginsel
Type besluiten, wetten
Primair: primair recht bestaat uit de regels die direct door de lidstaten worden aangenomen,
Dit zijn in eerste plaats de basisverdragen: EU Werkingsverdrag + Verdrag EU.
Secundair (art. 288 EUW): bestaat uit de handelingen van de instellingen en organen, die bij
primair recht in het leven zijn geroepen. Het gaat om ‘interne’ handelingen en handelingen
die het resultaat zijn van een internationaal optreden van de instellingen. ‘Rechtshandeling
Unie’. Er zijn vijf soorten rechtshandelingen:
Verordening: verordening heeft een algemene strekking. Ze is bindend in al haar
onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat (art. 288 VWEU).
Omzetting nationale regels is dus niet nodig, het werkt direct!
Richtlijn: richtlijn is verbindend ten aanzien van het te bereiken resultaat voor elke
lidstaat waarvoor zij bestemd is, maar laat aan de nationale instanties de
bevoegdheid vorm en middelen voor de verwezenlijking daarvan te kiezen.
Richtlijnen zijn altijd gericht tot de lidstaten. Het doel is om resultaat via nationale
wetgeving te realiseren (harmonisatie). Dit moet binnen een bepaalde termijn
gebeuren. Richtlijnen zijn niet rechtstreeks toepasselijk. Het is een instructie van de
EG aan de lidstaten om hun wetgeving aan te passen. In de praktijk weinig verschil
met de verordening.
Beschikking: een beschikking is verbindend in als zijn onderdelen. Indien de
adressanten worden vermeld, is het alleen voor hen bindend.
Aanbeveling:
Stuvia.com - De Marktplaats voor het Kopen en Verkopen van je Studiemateriaal
Week 4  SCHEMA
Het vrij verkeer van goederen is het resultaat van de opheffing van de douane rechten en
gelijkwaardige heffingen. Belemmeringen kunnen van tarifaire/financiële (douanerechten) en nontarifaire/niet financiële aard (contingenten) zijn. Deze belemmeringen hebben betrekking op de
invoer, doorvoer of uitvoer van goederen.
Financiële belemmeringen (art. 30 EU Werkingsverdrag)
Heffingen van gelijke werking en douanerechten zijn tussen de lidstaten verboden. Hierop zijn geen
uitzonderingen. Douanerechten zijn inmiddels afgeschaft, maar de heffingen van gelijke werking
kunnen nog problemen geven.
**Heffing van gelijke werking: elke eenzijdig opgelegde geldelijke last, ongeacht de benaming of de
structuur ervan, die wegens grensoverschrijding over goederen wordt geheven en geen douane recht
is.
Als een heffing onderdeel uitmaakt van ‘algemeen stelsel van binnenlandse belastingen’ waardoor
producten volgens dezelfde criteria stelselmatig worden getroffen is er géén sprake van heffing van
gelijke werking.
Art. 110 EU Werkingsverdrag  algemeen stelsel van binnenlandse belastingen
Lidstaten verboden om hogere binnenlandse belastingen te heffen op producten uit andere
lidstaten die op gelijksoortige nationale producten worden geheven.
Lidstaten verboden binnenlandse belastingen heffen dat daardoor andere (concurrerende)
producten worden beschermd.
Niet- financiële belemmeringen
Invoerbeperkingen (art. 34 EU Werkingsverdrag)
o Kwantitatieve beperkingen verboden: hoeveelheid/waarde van goederen beperken
o Maatregelen van gelijke werking (MGW) verboden
 Met onderscheid: onderscheid nationale en geïmporteerde producten
 Zonder onderscheid: geen onderscheid
-
Uitvoerbeperkingen (art. 35 EU Werkingsverdrag)
o Kwantitatieve beperkingen verboden: hoeveelheid/waarde van goederen beperken
o Maatregelen van gelijke werking (MGW) verboden
 Met onderscheid: onderscheid nationale en geïmporteerde producten
 Zonder onderscheid: geen onderscheid
Maatregelen van gelijke werking (definitie uit arrest dassonville): iedere handelsregeling die de
intracommunautaire handel al dan niet rechtstreeks, daadwerkelijk of potentieel kan belemmeren.
!! Uitzondering: rechtvaardigingsgronden (art. 36 EU Werkingsverdrag)
Het verbod op kwantitatieve beperkingen of MGW (invoer + uitvoer) geldt niet wanneer deze
producten onder de belangen uit dit artikel vallen (openbare orde, gezondheid, leven van personen
en dieren). Maar omdat deze lijst een limitatief karakter heeft is de Rule of Reason (Cassis de Dijon)
geïntroduceerd: belemmeringen van intracommunautaire verkeer moet worden aanvaard voor zover
dringende behoeften ze noodzakelijk maken. Dit kan alleen worden toegepast bij maatregelen
zonder onderscheid!!!
Stuvia.com - De Marktplaats voor het Kopen en Verkopen van je Studiemateriaal
Dassonville- zaak
Gustave Dassonville en zijn zoon Benoit zijn Belgische handelaren die enkele tientallen flessen
whiskey van twee bekende Engelse firma’s invoeren vanuit Frankrijk naar België. Op de uit Frankrijk
afkomstige flessen plakten zij het etiket met de woorden ‘British customs certificate of origin’ en de
met de hand geschreven vermelding van nummer en datum van de tegen borgtocht door de Franse
administratie afgegeven kwijting. Toen de Belgische keuringsdienst één van Dassonville’s winkels
bezocht, kwam hij erachter de Dassonville niet beschikte over een certificaat van oorsprong van de
Engelse douane, dat op grond van de Belgische wet wél vereist was. Vader en zoon worden
strafrechtelijk vervolgd voor het plegen van valsheid in geschrifte en voor het invoeren en verkopen
van ‘Scotch whisky’ zonder officieel certificaat van oorsprong. De vraag die in deze waargebeurde
zaak speelde was: is de Belgische regelgeving in strijd met Europees recht, met name het ‘Vrije
verkeer van Goederen’. De ‘Scotch whisky’ was immers langs reguliere weg in Frankrijk op de markt
gebracht. Bovendien bleek dat een certificaat van oorsprong zeer moeilijk verkregen kon worden.
Plan van aanpak:
Bespreek oordeel Hof van Justitie
Zo correct mogelijk stappenplan uitwerken
Stappenplan
1. Partijen: Dassonville + Benoit – België, Belgische keuringsdienst
2. Waar gaat het over: Vrij verkeer van goederen
3. Relevante artikelen: art. 28 EUW, art. 34 EUW, art. 36 EUW
4. Jurisprudentie? /
5. Criteria
art. 28 EUW: douane unie
art. 34 EUW: verbod invoer belemmering, kwantiteit of MGW
art. 36 EUW: rechtvaardigheidsgronden voor de afwijking op art. 34 EUW.
6. Criteria toepassen: aan art. 28 EUW wordt voldaan, want de EU is een douane- unie, dus
verbod op invoerbewerking. Hier geldt MGW mét onderscheid, dus het is verboden. De
uitzonderingen van art. 36 EUW zijn hier niet van toepassing.
7. Conclusie: zie hierboven.
8. Antwoord op de vraag : Ja Belgische regelgeving is in strijd met de Europese regelgeving.
Stuvia.com - De Marktplaats voor het Kopen en Verkopen van je Studiemateriaal
Spaanse aardbeien
Franse landbouwers waren in 1986 niet zo blij met de toetreding van Spanje tot de, in die tijd, EG.
Door de sterke invoer van landbouwproducten van (nieuwe) lidstaten daalde de waarde van de
nationale Franse teelt. Om dit tegen te gaan werden verschillende particuliere ‘commandotroepen’,
bestaande uit boeren opgericht om de invoer van onder andere Spaanse aardbeien te beletten. De
acties hielden onder meer in: het onderscheppen van buitenlandse vrachtauto’s met niet-Franse
producten, het vernietigen van de lading en het bedreigen van de chauffeurs met geweld. Zodoende
probeerde men de waarde van het nationale product veilig te stellen. Tien jaar lang werden bij de
Commissie klachten ingediend over de lakse houding van de Franse overheid jegens de
actievoerders. Aansporingen van de Commissie jegens Frankrijk mochten niet baten. De vraag die in
deze waargebeurde zaak speelde was: Kan de Franse overheid worden aangesproken op het gedrag
van particulieren die binnen haar grondgebied aldus het vrije verkeer van landbouwproducten
ernstig verstoren?
Plan van aanpak:
Bespreek oordeel Hof van Justitie
Zo correct mogelijk stappenplan uitwerken
Stappenplan:
1. Partijen: Commissie – Franse overheid
2. Waar gaat het over: Bevoegdheidsverdeling van lidstaten en EU + Vrij verkeer van goederen
3. Relevante artikelen:
Bevoegdheidsverdeling van lidstaten en EU: art. 3 tm 6 EUW
Vrij verkeer van goederen: art. 28 EUW, art. 34 EUW, art. 36 EUW.
4. Jurisprudentie? /
5. Criteria:
art. 3 lid 1 sub A EUW: exclusief bevoegd douane – unie
art. 4 lid 2 sub A EUW: gedeeld bevoegd interne markt, landbouw
art. 5 lid 1 EUW: coördineren economische beleid
art. 28 EUW: douane unie
art. 34 EUW: verbod invoer belemmering, kwantiteit of MGW
art. 36 EUW: rechtvaardigheidsgronden voor de afwijking op art. 34 EUW.
6. Criteria toepassen: De EU is een douane unie. Er is hier sprake van MGW mét onderscheid.
Het is verboden op grond van art. 34 EUW. De uitzondering van art. 36 EUW geldt hier niet.
De EU mag exclusieve actie ondernemen (art. 3 EUW) ten bescherming van de douane-unie.
Frankrijk heeft zowel gedeelde bevoegdheid als eigen bevoegdheid op gebied van interne
markt, landbouw en economisch beleid.
7. Conclusie: zie hierboven
8. Antwoord op de vraag: Ja Frankrijk moet actie ondernemen op grond van art. 3 lid 1 sub A
EUW, art. 4 lid 2 sub A EUW, art. 5 lid 1 EUW
Stuvia.com - De Marktplaats voor het Kopen en Verkopen van je Studiemateriaal
Conegate
De Britse douane neemt op zeker moment een partij goederen in beslag. Deze goederen zijn van
Conegate Ltd. die deze goederen in wil voeren vanuit Duitsland. Bij nadere controle stellen de
douane- ambtenaren het volgende vast:
‘DAT DE ZENDING HOOFDZAKELIJK BESTOND UIT OPBLAASBARE POPPEN VAN KENNELIJK SEKSUELE
AARD EN ANDERE EROTISCHE VOORWERPEN . ZIJ BESCHOUWDEN DEZE GOEDEREN ALS ' '
AANSTOTELIJKE OF ONTUCHTIGE ' ' VOORWERPEN , WAARVAN DE INVOER IN HET VERENIGD
KONINKRIJK KRACHTENS SECTION 42 VAN DE CUSTOMS CONSOLIDATION ACT 1876 IS VERBODEN ‘.
De voorwerpen worden verbeurd verklaard. Conegate is hier niet blij mee en begint een procedure.
Tegen wie? En wat is de uitkomst?
Stappenplan:
1. Partijen: Conegate – Britse overheid
2. Waar gaat het over: Vrij verkeer van goederen
3. Relevante artikelen: art. 28 EUW, art. 34 EUW, art. 36 EUW.
4. Jurisprudentie? /
5. Criteria:
art. 28 EUW: douane unie
art. 34 EUW: verbod invoer belemmering, kwantiteit of MGW, met of zonder
onderscheid
art. 36 EUW: rechtvaardigheidsgronden voor de afwijking op art. 34 EUW.
6. Criteria toepassen: De EU is een douane unie. Er is hier sprake van een verbod op
invoerbeperking. En er is sprake maatregelen van gelijke werking (MGW). Er zijn maatregelen
met onderscheid, want er wordt discriminatie gemaakt tussen de ingevoerde en nationale
producten. De uitzondering van art. 36 EUW geldt hier niet.
7. Conclusie: zie hierboven
8. Antwoord op de vraag: Ja Britse regelgeving is in strijd met de Europese regelgeving.