Bekijk de methodewijzer

Download Report

Transcript Bekijk de methodewijzer

Methodewijzer
Newton
bovenbouw
havo/vwo
4e editie!
Beleef de natuurkunde
‘Beleef de natuurkunde’ is het uitgangspunt van de vierde editie van
Newton voor de bovenbouw havo en vwo. Deze contextgerichte methode
sluit volledig aan op het nieuwe examenprogramma. Newton maakt
daarbij gebruik van een unieke didactische opbouw in vier stappen:
ontdekken, begrijpen, beheersen en verdiepen.
Ontdekken:
“Waar gaat dit over?”
Elke paragraaf begint met het onderdeel
examenprogramma. Ideaal voor gemotiveerde
‘ontdekken’, waarbij nieuwe onderwerpen
leerlingen en voor de variatie in uw lessen.
van de paragraaf worden geïntroduceerd
en in een herkenbare context worden
geplaatst. Via inspirerende startopdrachten
Keuzekaternen
en experimenten maken uw leerlingen actief
De keuzedomeinen voor het schoolexamen worden in
kennis met de onderliggende natuurkundige
aparte keuzekaternen aangeboden. Deze zijn ook als digi-
concepten.
boekversies beschikbaar.
Begrijpen:
Overzicht hoofdstukken*
“Wat is hier echt aan de hand?”
In het onderdeel ‘begrijpen’ wordt de
natuurkunde van de paragraaf uitgelegd
in begrijpelijke tekst en doorspekt met
voorbeelden en contexten. De opdrachten
zijn gericht op begripsontwikkeling.
Beheersen:
“Wat moet ik hiermee kunnen?”
In het onderdeel ‘beheersen’ wordt de
stap gezet naar toepassing en inzicht. Uw
leerlingen leren om vraagstukken op te
lossen door te redeneren en om te rekenen
met formules.
Verdiepen:
4 havo
4 vwo
1.Elektriciteit
2.Bewegingen
3. Eigenschappen en
deeltjesmodellen
4.Krachten
5. Ioniserende straling
6. Onderzoeken, ontwerpen en
modelleren
1.Elektriciteit
2.Bewegingen
3. Eigenschappen en deeltjesmodellen
4.Krachten
5. Ioniserende straling
6. Rekenen, onderzoeken, ontwerpen en
modelleren
5 havo
5 vwo
7. Trillingen en golven
8. Arbeid en energie
9.Astronomie
10. Onderzoeken, ontwerpen en
modelleren
11.Examenvoorbereiding
7. Trillingen en golven
8. Magnetisch veld
9. Arbeid en energie
10. Cirkelbaan en gravitatiekracht
11. Rekenen, onderzoeken, ontwerpen en
modelleren
Keuzekaternen havo
6 vwo
1.Optica
2. Meten en regelen
3. Aarde en klimaat
4. Menselijk lichaam
12. Elektrisch en magnetisch veld
13.Astrofysica
14.Quantumfysica
15. Rekenen, onderzoeken, ontwerpen en
“Wat kan ik er nog meer mee?”
modelleren
16.Examenvoorbereiding
Het onderdeel ‘verdiepen’ biedt volop
Keuzekaternen vwo
gelegenheid voor differentiatie. Aan
het einde van elke paragraaf is extra
leerstof beschikbaar. De onderwerpen
gaan nét iets verder dan het verplichte
1.Geofysica
2.Biofysica
3. Kern- en deeltjesprocessen
4.Relativiteitstheorie
* De volledige inhoudsopgave van havo en vwo met verantwoording naar de (sub)domeinen
van CE en SE vindt u op www.newton-online.nl.
Beleef Newton
B e H e e r s e n 5.3 Kernstraling Straling en gezondheid
r d i e p e n 5.4 Radioactief verval Straling en gezondheid
A 30
A
A (MBq)
5.5
n energie in de vorm van twee γ-fotonen.
99m
hnetium-99m wordt in het ziekenhuis veel gebruikt als tracer
derzoek. De halveringstijd van deze technetiumisotoop is 6
om het medisch onderzoek goed uit te kunnen voeren, en kort
na het onderzoek niet in het ziekenhuis te hoeven houden.
enhuis elke dag aan een stof die na 6 uur al voor de helft ver-
eringstijd
dioactieve bron hangt af van het aantal nog aanwezige instah kan de activiteit van twee bronnen met hetzelfde aantal
verschillend zijn. Dat is het geval als de radioactieve stof in de
en de twee radioactieve stoffen een verschillende halverings-
4
Stralingsbelasting
34 Het vervaldiagram van figuur 24 geeft de activiteit A van een bron met
radioactief jodium (I-131) in de loop van de tijd t.
3
a Hoeveel instabiele atoomkernen vervallen er per seconde op het tijdstip
De absorptie van röntgen- of kernstraling in het lichaam kan
gevolgen
t = 0schadelijke
s?
hebben. Voor de patiënt in het ziekenhuis moet het risico
van het gebruik van straling 72 W Stralingsschade en bescherming
b Lees uit het vervaldiagram de halveringstijd van deze radioactieve stof af.
2
opwegen
tegen het nut van het onderzoek of de therapie.
Voor het personeel moet
c Hoeveel halveringstijden zijn er verstreken na 32 dagen?
de hoeveelheid straling zo laag mogelijk blijven.
73 W Experiment: Stralingsintensiteit en
d Wat kun je zeggen over het aantal overgebleven instabiele kernen na
afstand
1
8 dagen?
pa r ag r a a f v r a ag
35 De tabel van figuur 25 laat zien hoe de activiteit A van een bron met radioactief
0
0
8
16
24
32
jodium (I-128) verandert in de loop van de tijd t.
(dag)
Wat zijn de risico’s van röntgen- ten
kernstraling ena hoe
kunhet
je je
daartegen van deze radioactieve stof.
Teken
vervaldiagram
beschermen?
b Lees uit het vervaldiagram de halveringstijd van deze radioactieve stof af.
Figuur 24
c
t (min)
A (MBq)
Belangrijke begrippen
worden dikgedrukt en in
kleur aangeduid in de tekst.
De kern van de stof wordt
samengevat in kaders.
In de nieuwe examens
moeten leerlingen vaker
vraagstukken beredeneerd
oplossen. De opgaven
zijn daarom gesplitst in
Redeneren en Rekenen.
d
Laat met behulp van het vervaldiagram zien dat na twee halveringstijden de
activiteit van de bron twee keer gehalveerd is.
Na hoeveel minuten is de activiteit vijf keer gehalveerd?
75,8
0 Begrijpen
57,4
10
36 Radioactief radon (Rn-219) heeft een halveringstijd van 4,0 s. Op het tijdstip
43,5
20
t = 0 s heeft een bron met deze radioactieve stof een activiteit A van 60 MBq.
33,0(equivalente) dosis
30
stralingsenergie en
a Teken het vervaldiagram van deze radioactieve stof van t = 0 tot t = 20 s.
40De absorptie van straling25,0
in het lichaam komt neer op de
absorptie van stralingsb Bepaal uit het vervaldiagram de activiteit van de bron op het tijdstip t = 10 s.
19,0stralingsenergie is veel te gering om het lichaam op te
50
energie. De geabsorbeerde
14,4
60
warmen. Er wordt geen straling in het lichaam opgeslagen en het lichaam wordt ook
70niet radioactief. Maar de10,9
energie per foton of per deeltje is wel groot genoeg om door
8,3 in cellen. Dat is het gevaar van ioniserende straling
80
ionisatie schade aan te richten
Opgaven en
uitwerkingen
voor
Figuur
25mens, plant en dier.
Bij de introductie van
een nieuwe formule volgt
een rekenvoorbeeld. Zo
krijgen leerlingen houvast
bij het werken aan
rekenvaardig­heden.
BeHeersen
Een maat voor de geabsorbeerde hoeveelheid stralingsenergie is de dosis (symbool:
D). Deze dosis geeft aan hoeveel stralingsenergie 1activiteit
kg van het bestraalde
voorwerp
en halveringstijd
heeft geabsorbeerd. De eenheid van de dosis D is de
(afgekort
Gy).radioactieve
Een dosis van
Degray
activiteit
van een
bron neemt in de loop van de tijd af. Om te bere1 Gy betekent een stralingsabsorptie van 1 J/kg. kenen hoeveel procent van de oorspronkelijke activiteit nog over is, kun je gebruikDe aangerichte schade in het lichaam hangt af vanmaken
de dosis
en
van
de
soort
straling:
van de getallen in de tabel van figuur 26. In deze tabel is n het aantal halvede ene soort straling kan meer schade aanrichten dan
de andere
Een goede
ringstijden
datsoort.
is verstreken.
De waarde van n bereken je door te kijken hoe vaak de
r maat
e k evoor
n vo
r B e e lschade
d:
deomogelijke
in het lichaam is dehalveringstijd
equivalente dosis
). past.
in de(symbool:
verstrekenHtijd
ac
t i v iwordt
t e i trekening
B e r egehouden
k e n e nmet de dosis en met het verschil in schadelijkheid
Daarbij
van de verschillende
soorten
De eenheid van de equivalente dosis H is de
Radioactief
jodium (I-131)
heeftstraling.
een halveaantal halveringstijden n
0
1
2
3
4
5
…
sievert t(afgekort:
Sv). Een stralingsdosis van 1 Sv is echter heel groot. In de praktijk
ringstijd
1/2 van 8,0 dagen. Bij een bron is de
activiteit A in %
100
50
25
12,5
6,25
3,12
…
wordt een equivalente
beginactiviteit
200 MBq. dosis daarom meestal opgegeven in millisievert (mSv) of zelfs
−3
−6 26
Figuur
microsievert
(μSv):
1 mSv
= 1∙10
Sv en 1 μSv = 1∙10
Sv.
Vraag:
Hoe groot
is de
activiteit
24 dagen
later?
Voor
het
berekenen van de activiteit kun je ook gebruikmaken van een formule. De
medische
toepassing
H (mSv)
Antwoord:
Bereken
eerst het aantal halveactiviteit in het begin (op het tijdstip t = 0 s) noemen we A0. Na elke halveringstijd is
0,01
röntgenfoto
ringstijden
n: gebit
de activiteit A gehalveerd.
Na bijvoorbeeld drie halveringstijden geldt dan:
B e H e e r s e n 5.4 Radioactief verval Straling en gezondheid
t
24 longen
0,1
röntgenfoto
A 28
n=
=
=3
3
t 1/2 8,0 schildklier met I-131
4 1 1 1
scintigram
 1
Figuur 38 Voorbeelden van de equivalente dosis H
A = A 0 ⋅ ⋅ ⋅ = A 0 ⋅ 


6 2 2 2
scintigram
skelet
met Tc-99m
Bereken
daarmee
de activiteit
A:
2
(in mSv) die je oploopt bij medische toepassingen
n
3
 1
 1
van
ioniserende
A = CT-scan
A 0 ⋅   = 200 ×   = 200 × 0,125 = 25MBq Voor10
de activiteit A na n halveringstijden
geldt
dus: straling.
 2
 2
n
3
 1n vo o r B e e l d :
 1 reke
A = A 0 ⋅   = 200 ×   = 200 × 0,125 = 25MBq
 2  ac t iv2 i t e i t B e r e k e n e n
In een radioactieve bron vervallen in een uur
2,0·108 instabiele atoomkernen.
Vraag: Hoe groot is de gemiddelde activiteit
van deze bron?
Antwoord: Voor de gemiddelde activiteit Agem
geldt:
8
Agem = −
Δ N 2,0⋅10
=
= 5,5⋅10 4 Bq
3600
Δt
r e k e n vo o r B e e l d :
a a n ta l ato m e n
Een radioactieve bron bevat 5,00 g van de
lithiumisotoop Li-8.
Vraag: Hoe groot is het aantal instabiele Li-8
atoomkernen?
Antwoord: De atoommassa van Li-8 is 8,02·u
(zie Binas). Voor de massa ma van één atoom
Li-8 geldt dan:
ma = 8,02×1,66·10−27 = 1,33·10−26 kg.
Het aantal atomen N is de totale massa m
gedeeld door de atoommassa ma:
m 5,00 ⋅10 -3
=
= 3,76 ⋅10 23
ma 1,33 ⋅10 -26
Afsluiting
N=
De radioactieve bron bevat dus 3,76·1023
instabiele atoomkernen.
atomaire massa-eenheid
 1
n
n
1
= Aformule
0 ⋅  N = N ⋅ 
OmAde
 2
0   voor het aantal instabiele atoomkernen N te kunnen
 2
gebruiken, moet het aantal instabiele atoomkernen N0 op het tijdstip t = 0 s bekend
zijn. Vaak is echter alleen de massa van de radioactieve stof bekend. De vraag is dan
hoe je daaruit het aantal instabiele kernen berekent.
In Binas is voor elke isotoop de atoommassa gegeven. Die atoommassa is de massa
van één atoom, uitgedrukt in de atomaire massa-eenheid (symbool: u). Voor de
atomaire massa-eenheid geldt: u = 1,66·10−27 kg.
De massa van één atoom is dus gelijk aan de atoommassa maal de atomaire massa-eenheid. Met die massa van één atoom kun je dan het aantal atomen in een gegeven massa
berekenen. Dat aantal atomen is even groot als het aantal instabiele atoomkernen.
EE De
atoommassa is de massa van één atoom, uitgedrukt in de atomaire massaeenheid u.
redeneren
61 De paragraafvraag was: Hoe verandert een instabiele atoomkern bij het
uitzenden van kernstraling? Wat is het antwoord op deze vraag?
62 Leg uit waarom je niet over de halveringstijd van één of twee instabiele
atoomkernen kunt spreken, maar wel over de halveringstijd van een groot aantal
(bijvoorbeeld 40·106) instabiele atoomkernen.
63 Een radioactieve bron bevat op het tijdstip t = 0 s een groot aantal instabiele
atoomkernen.
Leg uit dat na drie halveringstijden het aantal instabiele atoomkernen
Straling en gezondheid
achtmaal zo klein is geworden.
A 50
b Wat betekent dit voor de massa van de radioactieve bron op dat tijdstip: is
deze massa ook achtmaal zo klein geworden? Waarom wel of niet?
c Wat betekent dit voor de activiteit van de radioactieve bron op dat tijdstip: is
deze activiteit ook achtmaal zo klein geworden? Waarom wel of niet?
a
5.7 Afsluiting
De laatste paragraaf
van elk hoofdstuk bevat
samenvattende vragen,
keuzeonderwerpen en
eind­opgaven op examen­
niveau.
Veel extra’s die leerlingen
helpen om een totaal­
overzicht te krijgen van
de stof.
19
A
Straling en gezondheid 5.3 Kernstraling B e H e e r s e n
Straling en gezondheid
ontdekken
In één oogopslag is duidelijk
met welk onderdeel de
toffen zenden bij verval geen α-, β- en/of γ-straling uit, maar
leerling bezig is: ontdekken,
sitron is het zogenaamde antideeltje van het elektron: een
begrijpen,
beheersen
ofvan
ssa en lading als het
elektron, maar dan
positief in plaats
n botst met een elektron,
‘verdwijnen’ beide deeltjes: hun
verdiepen.
A 18
Theorie
31
W Begrippenkaart
Ga na of je van elk begrip goed weet wat het
betekent.
W Formules, grootheden en eenheden
Kies bij elk symbool de naam van de
grootheid en de eenheid. Vermeld bij elke
formule in welke situatie(s) die gebruikt
wordt.
W Samenvatting
Bestudeer de samenvatting
W Diagnostische toets
Test je kennis over de leerstof in dit
hoofdstuk.
109 W Risicoafweging
Hoofdstukvraag en samenvatting
radioactieve bron met de poloniumisotoop Po-210 bevat 40·108 instabiele
64 Een
107
De hoofdstukvraag was: Welke eigenschappen maken ioniserende straling
atoomkernen op het tijdstip t = 0 s. Deze poloniumisotoop vervalt tot de
bruikbaar in de gezondheidszorg, en hoe kunnen de risico’s van die toepassingen
loodisotoop Pb-206. De atoomkernen van deze loodisotoop zijn stabiel.
zo klein mogelijk blijven?
a Leg uit welke soort kernstraling Po-210 uitzendt bij radioactief verval.
a Geef een uitgebreid en compleet antwoord op deze vraag.
b Leg uit hoeveel atoomkernen van de poloniumisotoop Po-210 de radiob Welke alternatieven zijn er voor het gebruik van ioniserende straling?
actieve bron bevat na drie halveringstijden.
c Leg uit hoeveel atoomkernen van de loodisotoop Pb-206 de radioactieve
108 Maak
een samenvatting van dit hoofdstuk door antwoord te geven op de
bron bevat na drie halveringstijden.
volgende vragen.
a Hoe hangt de fotonenergie van elektromagnetische straling af van de
rekenen
frequentie van deze straling?
Wathet
is röntgenstraling,
eigenschappen
heeft
deze soortbron.
straling?
tekenblad zie jeen
hetwelke
vervaldiagram
van een
radioactieve
65 bT Op
c Lees
Wat isinkernstraling,
eigenschappen
heeft deze soort
straling?
a
dit diagram en
de welke
halveringstijd
van de radioactieve
stof af.
d Bepaal
Wat is radioactief
verval?
b
met behulp
van een raaklijn de activiteit op het tijdstip t = 30 uur.
e
wordt
bedoeld manier
met de de
activiteit
vanop
een
stof?
c Wat
Bepaal
op dezelfde
activiteit
hetradioactieve
tijdstip t = 90
uur.
f Wat wordt bedoeld met de halveringstijd van een radioactieve stof?
g Welke formule geeft de activiteit van een radioactieve stof in de loop van de
tijd bij radioactief verval?
h Wat wordt bedoeld met het atoomnummer en massagetal van een kern?
i Wat zijn isotopen?
j Hoe verandert een instabiele atoomkern bij het uitzenden van α-straling,
β-straling en γ-straling?
In deze formule is A de activiteit (in Bq) op het tijdstip t en A0 d
op het tijdstip t = 0 s. Het getal n in de formule is het aantal hal
verstreken is:
Verwijzing naar de
t
n=
methodestartpagina.
t 1/2
Bijvoorbeeld
naar
In deze formule is t het tijdstip en t1/2 de halveringstijd, beide i
werkbladen met
Bij het berekenen van de activiteit
ontdekactiviteiten
en of de tijd krijg je in opgaven
met situaties waarbij n een geheel getal is.
experimenten.
redeneren
37 De paragraafvraag was: Wat is kernstraling en waardoor is d
Waar
gaat dit over? Elk
voor toepassingen als radiotherapie en het stellen van diag
hoofdstuk
enantwoord
elke op
paragraaf
Wat is het
deze vraag?
wordt concreet met behulp
38 Een radioactieve bron heeft op het tijdstip t = 0 s een activ
van
een centrale vraag.
De radioactieve stof in de bron heeft een halveringstijd t1/2
Geef de activiteit van de bron in de loop van de tijd weer in
daarin voor de tijd veelvouden van de halveringstijd.
39 Twee bronnen A en B bevatten dezelfde radioactieve stof, m
hoeveelheid radioactieve stof groter. Daardoor is de activit
tijdstip t = 0 s tweemaal zo groot als de activiteit van bron B
Beredeneer dat de activiteit van bron A op elk willekeurig t
groot is als de activiteit van bron B. Aanwijzing: maak een ta
van de twee bronnen.
40 Twee bronnen A en B bevatten een verschillende radioactie
van bron A op het tijdstip t = 0 s is tweemaal zo groot als d
B. De halveringstijd van de radioactieve stof in bron A is tw
bron B.
a Leg uit bij welke bron de activiteit na het tijdstip t = 0 s h
b Beredeneer op welk tijdstip de activiteit van beide bron
Aanwijzing: maak een tabel voor de activiteit van de twe
41 Radioactief cesium (Cs-137) heeft een halveringstijd van 30
Leg uit hoe lang het duurt voordat de activiteit van deze ra
afgenomen tot minder dan 1% van zijn oorspronkelijke act
Belangrijke
formules
29 In figuur
en gezondheid
5.4 Radioactief
B e Hbegin
eers
27 staan
zes radioactieve
bronnenverval
met hun
42
A Straling
staan halveringstijd
in een kader.
t1/2.
Zet, zoveel mogelijk door te redeneren, de zes bronnen op
de tijd waarin de activiteit is gedaald tot 1,25 kBq. Begin m
deze tijd het langst is. Als er twee of meer bronnen zijn die
d
uit datop
dedezelfde
activiteitplaats
op het
t = 90 uur
dieLeg
bronnen
intijdstip
jouw volgorde
te viermaa
staan. G
op het
t = 30 Leg
uur. ten slotte de redenering ach
aanals
door
ze tetijdstip
omcirkelen.
e Bereken de gemiddelde activiteit tussen t = 0 en t = 120
ontde
begrij
behee
66 Van een radioactieve bron met de poloniumisotoop Po-210
een uur 8,2·105 instabiele atoomkernen.
Achter
hetdeboek
staat
a in
Bereken
gemiddelde
activiteit van de radioactieve br
b Demet
activiteituitkomsten.
van de radioactieve bron is in dat uur (vrijwel)
een lijst
Zo kunnen
leerlingen
67 De radioactieve radonisotoop Rn-222 wordt in de aardkors
nagaan
ofvan
zedede
vraag goed
verval
radiumisotoop
Ra-226. Het Rn-222 is gasvorm
vanuit de aardkorst
in de buitenlucht terecht. In Nederland
beantwoord
hebben.
deze radonisotoop per m3 buitenlucht gemiddeld 3,0 Bq.
Geef de vergelijking van het verval van Ra-226.
b Geef de vergelijking van het verval van Rn-222.
Voor de activiteit van een radioactieve stof geldt: A = 0,69
a
De volledige uitwerkingen
van alle opgaven zijn
beschikbaar
op isde
In deze formule
A de activiteit (in Bq), N het aantal instab
t1/2 de halveringstijd (in s).voor
methodestartpagina
c Bereken het gemiddelde aantal atoomkernen van de rad
docenten.
Rn-222 per m buitenlucht.
3
d
Bereken de massa van de radioactieve isotoop Rn-222 p
68 T Radioactief afval van kerncentrales bevat een grote vers
radioactieve stoffen. Eén van die stoffen is technetium-99 (
lange halveringstijd heeft.
a Bereken hoeveel procent van een bepaalde hoeveelheid
1,1 miljoen jaar. (Zoek de halveringstijd op in Binas.)
Tegenwoordig onderzoekt men de mogelijkheid om een la
51 A Straling en gezondheid 5.7 Afsluiting v e r d i e p e n
radioactieve stof als Tc-99 om te zetten in een stof die snell
bestraalt men het technetium met neutronen uit een react
Tc-99 een neutron invangt, ontstaat de technetiumisotoop
b Hoeveel neutronen bevat een kern van Tc-100? Licht je a
In de figuur op het tekenblad zijn twaalf kernen als cirkels w
eindopgaven
De kernen die verticaal onder elkaar staan, hebben hetzelfd
110 De
Eenkernen
van dedie
velehorizontaal
medische toepassingen
van kernstraling
is
naast elkaar staan,
hebben hetze
schildklieronderzoek.
Om een
van dit zijn
orgaan
te
De
grijze kernen zijn stabiel,
descintigram
andere isotopen
radioa
de patiënt
jodiumisotoop
toegediend.
die
de kerneen
vanradioactieve
Tc-100 voorstelt,
zijn vier pijlen
a, b, c en Dit
dg
opgenomen
door
de goed
delen van de sc
pijlen
stelt het
β-verval
vanfunctionerende
Tc-100 voor.
onderzoek
van depijl
schildklier
c Leg uit welke
dat is. ontvangt het lichaam een dos
van verloop
de gebruikte
jodiumisotoop:
I-131bepaalde
of I-123. hoeveelheid
Het
van de
activiteit van een
In figuur 65
ziefiguur
je het op
vervaldiagram
van twee gelijke hoeve
gegeven
in de
het tekenblad.
I-123.
Op
het
tijdstip
t
=
0
s
is
het
aantal
kernen v
d Bepaal uit de figuur de halveringstijd instabiele
van Tc-100.
dus
gelijk. met
Beargumenteer
welke
jodiumisotoop
het meest
e Bepaal
behulp van de
figuur
het aantal kernen
dat t
onderzoek:
vervallen.I-131 of I-123?
Hoewel het chemisch afscheiden van Tc-99 en het bestrale
111 kostbaar
Ziektekiemen
in voedsel,
zoals
deom
salmonellabacterie,
kunn
is, overweegt
men
sterk
dit te gaan uitvoeren.
door
hetaan
voedsel
bloot
tede
stellen
aan γ-straling.
Dit wordt
h
f Geef
de hand
van
informatie
in deze opgave
twe
voedsel’
genoemd.van
Voor
hettechniek.
doorstralen wordt vaak gebrui
het toepassen
deze
bron met de kobaltisotoop Co-60.
Een kobaltbron heeft bij plaatsing een activiteit van 1,1·101
teruggelopen tot 6,9·1015 Bq moet de bron worden vervang
a Bereken na hoeveel jaar de bron vervangen moet worde
De mensen die in het bedrijf werken waar voedsel wordt d
beschermd worden tegen deze γ-straling. Daarom staat om
voedsel wordt doorstraald een dikke betonnen muur. Het b
Methodestartpagina
Via de methodestartpagina krijgt u toegang tot alle
digitale leermiddelen van Newton. U bepaalt met welke
onderdelen u de methodestartpagina inricht. Daarbij
kunt u kiezen uit twee soorten docent- en leerlinglicenties.
De startlicentie geeft de leerling toegang tot de
werkbladen en de oefenmodule. De docent krijgt toegang tot
de handleidingen, toetsen en uitwerkingen. De totaallicentie
biedt daarbovenop toegang tot de digiboekversies van de
basisboeken en de keuzekaternen.
SchooltasApp
Al uw lesboeken in één handige app! Met Schooltas is het
mogelijk om digitaal les te geven via uw tablet, laptop of pc.
Schooltas biedt basisboeken, keuzekaternen, een interactief
schrift en een notitiefunctie die het mogelijk maakt
om informatie, links en video’s toe te voegen en te delen.
Arrangement
Verplicht voor CE en SE
Keuze voor SE
Combinatie boek en
online werken:
Volledig digitaal via
computer of tablet:
4 havo
• 4 havo basisboek
• 4 havo startpagina
startlicentie leerling
• 4 havo startpagina
totaallicentie leerling
5 havo
• 5 havo basisboek
• 5 havo startpagina
startlicentie leerling
• 5 havo startpagina
totaallicentie leerling
4 vwo
• 4 vwo basisboek
• 4 vwo startpagina
startlicentie leerling
• 4 vwo startpagina
totaallicentie leerling
5 vwo
• 5 vwo basisboek
• 5 vwo startpagina
startlicentie leerling
• 5 vwo startpagina
totaallicentie leerling
6 vwo
• 6 vwo basisboek
• 6 vwo startpagina
startlicentie leerling
• 6 vwo startpagina
totaallicentie leerling
* De digitale katernen zijn opgenomen in de totaallicenties
voor de methodestartpagina.
• Katern A:
Signaalverwerking
• Katern B:
Optica
• Katern C:
»Menselijk lichaam«
• Katern D:
Aarde en klimaat*
• Katern A:
Biofysica
• Katern B:
Geofysica
• Katern C:
Kernenergie
• Katern D:
Relativiteitstheorie*
Meer Newton?
Op www.netwon-online.nl
vraagt u geheel vrijblijvend een
beoordelingsexemplaar aan.
U kunt ook bellen met
onze Klantenservice
088 – 800 2015 of mailen naar
[email protected].
9781111266332/11156
Leerjaar