Transcript FDG-PET-scan van het hart (d) (PDF bestand - 67.7 kilobytes)

FDG-PET-scan van
het hart
Uw arts heeft met u besproken dat er een Positron Emissie
Tomografie (PET) scan van uw hart moet worden gemaakt.
PET is een techniek om foto’s te maken van de functies van
weefsels. Bij dit onderzoek worden kleine hoeveelheiden radioactieve stoffen ingespoten. Deze stof (FDG en licht radioactief
water) verspreidt zich via het bloed door het lichaam. De FDG
lijkt op suiker, waardoor we de suikerstofwisseling van uw hart
in beeld kunnen brengen. Het licht radioactief water gedraagt
zich hetzelfde als bloed. Hierdoor kunnen we de doorbloeding
van uw hartspier in beeld brengen.
Het scanapparaat bestaat uit twee ringen van ongeveer zestig
centimeter diep. De voorste ring is een CT-scanner en de
achterste ring is een PET-scan. De PET-scan maakt geen geluid.
Denkt u dat u zwanger bent? Of geeft u borstvoeding? Meldt u dit dan bij
het maken van de afspraak.
De totale duur van de voorbereiding en het onderzoek is ongeveer drie
uur. Het maken van de scan duurt ongeveer anderhalfuur.
Op de dag van het onderzoek meldt u zich ongeveer tien minuten voor de
afspraak in VUmc, hoofdgebouw op de vijfde etage (5 A 14) bij nucleaire
geneeskunde & PET research.
Voorbereiding
•Als u zwanger bent (of dit vermoedt) of borstvoeding geeft, dient u dit
aan uw behandelend arts te melden.
•Uw behandelend arts zal u eventueel vragen om bepaald medicijngebruik
te staken.
•De avond voorafgaand aan het onderzoek mag u geen zware, vetrijke
maaltijd nuttigen.
•Op de ochtend van het onderzoek is een licht ontbijt zonder vette
etenswaren toegestaan. U mag geen koffiemelk of creamer nemen.
Suiker in de koffie of thee mag wel.
•Als u medicijnen gebruikt voor diabetes, neem dan contact op met
de afdeling nucleaire geneeskunde & PET research. U krijgt dan
waarschijnlijk andere instructies ter voorbereiding van het onderzoek.
Onderzoek
•Zowel tijdens de voorbereidingen van het onderzoek als tijdens het
onderzoek zelf kunt u uw kleren aanhouden.
•Na aankomst op de afdeling krijgt u in totaal twee tabletten, (een
tablet met Acipimox en een tablet met acetylsalicylzuur) die u moet
innemen. Na dertig minuten krijgt u nog een tablet met Acipimox.
Acipimox zorgt ervoor dat de radioactieve suiker beter in het hart
wordt opgenomen. Acpimox kan kortdurend een huiduitslag
(roodheid) veroorzaken. Dit is een onschuldige bijwerking en verdwijnt
na enkele uren vanzelf.
•Na dertig minuten krijgt u een glucosedrank te drinken. De glucose
moet ook dertig minuten inwerken.
•Tijdens de scan wordt eerst een overzichtfoto gemaakt met behulp
van CT. Dit is om uw hart goed in beeld te krijgen.
•Vervolgens wordt er via het infuus eerst licht radioactief water
toegediend. Dit is om de doorbloeding van u harstpier te beoordelen.
Dit stofje kent geen bijwerkingen. Direcht na de toediening wordt
aansluitend een scan gemaakt van zes minuten. Vervolgens wordt er
een CT-scan gemaakt om de PET-beelden te kunnen bewerken.
•U blijft in de PET-scanner waar lichtradioactief suiker wordt toegediend
en direct aansluitend zestig minuten een scan gemaakt van u hart.
•Ook na deze PET-scan wordt een CT-scan gemaakt om de PET-beelden
te kunnen bewerken.
2
Uitslag
De foto’s moeten eerst op de computer worden bewerkt voordat ze door
een arts van de afdeling nucleaire geneeskunde & PET research kunnen
worden beoordeeld. Deze arts maakt een verslag van het onderzoek en
stuurt dit naar uw behandelend arts. Deze geeft u de uitslag.
Belangrijk
Wij verzoeken u vriendelijk om op tijd aanwezig te zijn voor het onderzoek.
De stoffen worden speciaal voor u klaargemaakt en zijn maar kort
houdbaar. De afspraken zijn voor ieder onderzoek weer anders. Daarom
luistert het schema erg nauw. Omdat het onderzoek kostbaar is, stellen
wij het op prijs dat u, indien u verhinderd bent, ons hier tijdig van op
de hoogte stelt. Op deze manier kunnen wij een andere patiënt op de
opengevallen plaats inplannen of het voor u bestelde materiaal op tijd
afzeggen.
Praktische informatie
•Wilt u uw eigen muziek tijdens het scannen horen, dan kunt u uw
eigen cd’s meenemen.
•Als u wilt, kunt u iemand (die niet-zwanger is) meenemen naar het
onderzoek. Deze persoon mag tijdens het hele onderzoek bij u
blijven.
Vragen
Als u nog vragen heeft over het onderzoek kunt u ons altijd bellen,
telefoon (020) 444 2886.
Voor medische vragen kunt het best contact opnemen met uw behandelend
arts.
3
Algemene informatie
Informatie over radioactiviteit en straling
Straling is overal om ons heen; in de bodem, in muren van woningen, in ons voedsel
en in het lichaam zelf. Dit heet natuurlijke straling. Daarnaast is er kunstmatige
straling die voor uiteenlopende toepassingen gebruikt wordt.
Een bekend voorbeeld is röntgenstraling voor het maken van röntgenfoto’s.
Een onderzoek op de afdeling nucleaire geneeskunde & PET research wordt gedaan
met behulp van een kleine hoeveelheid radioactieve stof die meestal in een bloedvat
in de arm wordt gespoten. De stoffen die we gebruiken zenden gedurende een
korte tijd straling uit. Afhankelijk van de stof kan die tijd variëren van enkele
minuten tot enkele dagen.
In grote hoeveelheden kan straling schadelijk zijn. De hoeveelheid die u krijgt
toegediend op de afdeling nucleaire geneeskunde & PET research is echter zo laag,
dat de kans op schadelijke gevolgen voor u verwaarloosbaar is. De stralingsdosis
is te vergelijken met de dosis die u krijgt bij een röntgenonderzoek. De toegediende
stof heeft geen bijwerkingen, u zult het dus niet warm krijgen.
Na enkele uren is de meeste straling al weer verdwenen. Familie of vrienden lopen
geen extra risico en kunnen u veilig begeleiden. Wel is het aan te bevelen de
eerste uren na het onderzoek geen nauw contact te hebben met kleine kinderen
en zwangeren.
U kunt direct na het onderzoek weer gewoon doen wat u gewend bent. De meeste
stoffen verlaten via de urine het lichaam. Het is daarom aan te bevelen om de
rest van de dag wat meer te drinken dan u gewoonlijk doet. Op die manier wordt
de overtollige radioactieve stof snel uit het lichaam gespoeld. Het is gewenst dat
heren zittend plassen.
Zwangerschap en borstvoeding
Ongeboren baby’s zijn veel gevoeliger voor radioactieve straling dan volwassenen.
Wanneer u zwanger bent of denkt het te zijn, meldt u dit dan vóórdat u de injectie
krijgt. Na overleg met uw arts wordt besloten om, in het belang van het kind,
de hoeveelheid radioactiviteit aan te passen, of het onderzoek uit te stellen tot na
de zwangerschap.
110033
Sommige radioactieve stoffen komen in de moedermelk terecht. Als u borstvoeding
geeft, laat dit dan vóór de injectie weten. Wij zullen u dan vertellen of het nodig is
om tijdelijk de borstvoeding af te kolven.
De voeding is in de meeste gevallen na enkele dagen in de koelkast of enkele
weken in de diepvries, gewoon te gebruiken.
VUmc©
januari 2014
www.VUmc.nl
4