Studiegids masteropleidingen 2014-2015

Download Report

Transcript Studiegids masteropleidingen 2014-2015

Studiegids 2014-2015
Masteropleidingen
Faculteit der Letteren
Deze gids is tot stand gekomen onder verantwoordelijkheid van het Onderwijsinstituut van de
Faculteit der Letteren.
Onze bijzondere dank gaat daarbij uit naar: de betrokken medewerkers van het Onderwijsinstituut, het Bureau Studentzaken (BSZ) in het bijzonder, de medewerkers bij de secretariaten van
de verschillende opleidingen en natuurlijk naar de opleidingen voor het beschikbaar stellen van
hun gegevens.
Drukwerk en vormgeving zijn verzorgd door het Grafisch Centrum van Facilitair Bedrijf van de
Rijksuniversiteit Groningen.
Disclaimer
Deze gids is met veel zorg samengesteld. Niettemin is het mogelijk dat onvolledige
of foutieve informatie is opgenomen. Hieraan kunnen geen rechten worden ontleend.
Collegeaanbod
Voor alle in deze gids vermelde colleges geldt, dat doorgang plaatsvindt onder
voorbehoud van het aantal aangemelde deelnemers. Mocht blijken dat er zich te
weinig studenten hebben ingeschreven voor een college dan kan het Onderwijsinstituut besluiten dat college geen doorgang te laten vinden dan wel het samen te
voegen met een vergelijkbaar college. Dit is onverlet de verplichting van de Faculteit de onderwijsprogramma’s naar behoren uit te voeren.
Indien er een maximum is gesteld aan het aantal deelnemers voor een college,
dan zal bij overintekening in de regel de volgorde van inschrijving worden aangehouden dan wel zal in voorkomende gevallen rekening worden gehouden met de
fase waarin de student zich bevindt op basis van zijn studiegedrag en vorderingen. Uitgangspunt is daarbij dat studievertraging, zo veel als redelijkerwijze mogelijk is, wordt voorkomen.
Plagiaatbeleid
De Faculteit kent plagiaatbeleid. Onder plagiaat wordt verstaan:
- het gebruik maken van ideeën en formuleringen van anderen zonder bronvermelding;
- het als onderdeel van het eigen betoog opnemen van een vertaling of parafrase
van tekstgedeelten gemaakt door anderen;
- het indienen van een zelfde of vergelijkbare tekst voor opdrachten van meerdere
opleidingsonderdelen.
Plagiaat kan in een academische omgeving niet worden getolereerd omdat het
strijdig is met academische conventies. Studenten die betrapt worden op plagiaat
worden conform de Nederlandse wetgeving en de interne regelgeving bestraft. De
straf bestaat uit uitsluiting voor de betreffende onderwijsmodule gedurende een
jaar dan wel in – ernstige gevallen – uit ontzegging tot deelname aan alle onderwijs (inclusief het afleggen van tentamens) gedurende een jaar.
Faculteit der Letteren
Oude Kijk in ’t Jatstraat 26
Postbus 716
9700 AS Groningen
BELANGRIJKE INFORMATIE VOOR DE STUDENT: STUDENTEN ZIJN VERPLICHT ZICH IN TE SCHRIJVEN VOOR STUDIEONDERDELEN EN TENTAMENS
Het onderwijs binnen de Faculteit der Letteren omvat 16 bachelor- en 21 masteropleidingen elke
bestaand uit diverse masterprogramma’s. Bij de Faculteit staan meer dan 5000 studenten ingeschreven als hoofdvakstudent. Daarnaast participeren ca. 600 studenten in het bijvakonderwijs
en in zgn. Open Colleges. Met deze studenten en ± 650 personeelsleden is de Faculteit der Letteren één van de grootste faculteiten binnen de Groningse universiteit. De organisatie en planning
van het onderwijs waarbij zoveel personen zijn betrokken stelt hoge eisen aan de Faculteit.
Doordat het aantal onderwijsvragende studenten en het aantal beschikbare onderwijsruimten
maar net op elkaar passen en het aantal docenten precies moet worden afgestemd op het aantal
te verzorgen colleges, zijn spelregels noodzakelijk. Dit temeer omdat de faculteit zoveel mogelijk
wil voorkomen dat studenten en docenten te maken krijgen met groepsgrootten die uitstijgen
boven de gestelde norm. Die norm is in beginsel maximaal 20 studenten (exclusief recidivisten)
voor een werkgroep in de bachelorfase en maximaal 15 studenten (exclusief recidivisten) voor
een wergroep in de masterfase. Incidenteel kan het voorkomen dat een werkgroep tot 25 deelnemers kent. Om deze doelstellingen te kunnen realiseren is verplichte inschrijving voor studieonderdelen en tentamens noodzaak.
Als student kun je een belangrijke bijdrage leveren aan een goede planning en organisatie van
colleges doordat je:
• je uiterlijk 25 augustus 2014 inschrijft voor de colleges die jij in het eerste semester
wil gaan volgen: via het inschrijvingssyteem http://Progresswww.nl/rug (zie verder
hoofdstuk 3.3);
• je inschrijft alsof je aan alle voorwaarden hebt voldaan, achteraf schrappen is eenvoudiger dan achteraf nog toevoegen;
• een realistische - d.i. max. 40 ECTS per semester - planning maakt;
• je bij het secretariaat van je opleiding meldt indien je onverhoopt je planning moet bijstellen;
• je eraan denkt je uit te schrijven wanneer je toch niet deelneemt!
Zodra de periode van intekening is afgesloten, wordt gestart met het definitief vastleggen van
collegezalen, het indelen van studenten in werkgroepen, etc.
Ook aan een goede planning en organisatie van tentamens kun je een soortgelijke bijdrage leveren doordat je:
• je inschrijft, alleen in de periode die daarvoor is gereserveerd (zie verder hoofdstuk 3.4
en het jaarrooster);
• de periode van na-inschrijving (zie jaarrooster) alleen gebruikt in een situatie van overmacht;
• jouw intekening voor tentamens baseert op een realistische inschatting van het aantal
colleges waaraan jij (succesvol) hebt deelgenomen;
• je uitschrijft voor een tentamen indien je eigen planning niet haalbaar is.
Bovenstaande geldt ook voor die studenten die een buitenlands studieverblijf plannen.
INHOUDSOPGAVE
1
ALGEMENE INLEIDING ............................................................................ 1
2
PROFIEL VAN DE FACULTEIT DER LETTEREN ........................................ 2
2.1
2.2
2.3
2.4
2.5
INLEIDING ............................................................................................................................ 2
ZWAARTEPUNTEN ................................................................................................................. 2
ONDERWIJSFILOSOFIE EN KWALITEITSZORG ......................................................................... 2
ALGEMENE OPZET VAN DE STUDIEPROGRAMMA’S ...................................................................3
EUROPEES SYSTEEM VOOR DE OVERDRACHT EN ACCUMULATIE VAN
STUDIEBELASTINGSPUNTEN (ECTS) ..................................................................................... 4
2.6
MASTEROPLEIDINGEN EN MASTERPROGRAMMA’S ................................................................. 4
2.6.1
‘Harde knip’ .................................................................................................................5
2.6.2
Toelating tot de master...............................................................................................5
2.7
MASTER HONOURSTRAJECT LEIDERSCHAP ............................................................................ 8
2.8
ONDERZOEK BIJ LETTEREN ................................................................................................... 8
2.9
NA JE MASTEROPLEIDING: KANSEN EN MOGELIJKHEDEN....................................................... 9
3
STUDEREN BIJ DE FACULTEIT DER LETTEREN ..................................... 11
3.1
3.2
3.3
3.4
3.5
3.6
3.7
3.8
3.9
3.10
3.11
3.12
4
EINDTERMEN EN EXAMENREGELINGEN ............................................. 16
4.1
4.2
4.3
4.4
4.5
4.6
4.7
4.8
4.9
4.10
5
INLEIDING ........................................................................................................................... 11
JAARINDELING ..................................................................................................................... 11
INSCHRIJVING VOOR COLLEGES ............................................................................................ 11
INTEKENEN VOOR TENTAMENS ............................................................................................. 12
ROOSTERING........................................................................................................................ 12
STUDIERESULTATEN ............................................................................................................ 12
STUDIEMATERIAAL EN STUDIEKOSTEN ................................................................................. 13
BESTELLEN KLAPPERS VIA DE WEBSHOP .............................................................................. 13
ICT-VOORZIENINGEN........................................................................................................... 13
BIJZONDERE VOORZIENINGEN.............................................................................................. 14
HUISREGELS VOOR STUDENTEN ........................................................................................... 15
VERTROUWENSPERSOON BIJ ONGEWENST GEDRAG .............................................................. 15
INLEIDING ........................................................................................................................... 16
PROFIEL EN EINDKWALIFICATIES ......................................................................................... 16
HET STUDENTENSTATUUT.................................................................................................... 16
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELINGEN ................................................................................. 17
TOELATINGSEISEN EN ENTREEVOORWAARDEN ..................................................................... 17
TOETSING EN BEOORDELING ................................................................................................ 18
PLAGIAAT............................................................................................................................. 18
EXAMENS ............................................................................................................................. 19
STUDIEADVIES EN STUDIEBEGELEIDING ............................................................................... 19
KLACHTEN EN OPMERKINGEN .............................................................................................. 19
HET STUDIEPROGRAMMA ..................................................................... 20
5.1
INLEIDING .......................................................................................................................... 20
5.2
MASTEROPLEIDINGEN EN MASTERPROGRAMMA’S ................................................................ 21
5.2.1
Archeologie 60 ECTS (CROHO 60805) ................................................................... 21
5.2.2
Archeologie 120 ECTS (CROHO 60133) ................................................................. 23
Art History and Archaeology – Research Master ............................................................................... 23
5.2.3
Communicatie- en Informatiewetenschappen 60 ECTS (CROHO 66826).......... 24
5.2.4
Europese Studies 120 ECTS (CROHO 60847) ........................................................ 29
Communicatiekunde ............................................................................................................................24
Communicatiekunde: traject Gezondheidscommunicatie ................................................................. 25
Communicatie en educatie ..................................................................................................................26
Computercommunicatie ...................................................................................................................... 27
Information Sciences ...........................................................................................................................28
5.2.5
5.2.6
Geschiedenis 60 ECTS (CROHO 66034) ................................................................ 29
Geschiedenis 120 ECTS (CROHO 60139) ............................................................... 32
5.2.7
5.2.8
Internationale Betrekkingen 60 ECTS (CROHO 60734) ...................................... 32
Internationale Betrekkingen 90 ECTS (CROHO 60819) ...................................... 32
5.2.9
Internationale Betrekkingen 120 ECTS (CROHO 60820) .................................... 32
5.2.10
Kunst- en Cultuurwetenschappen 60 ECTS (CROHO 60087) ............................. 33
5.2.11
Kunst- en Cultuurwetenschappen 120 ECTS (CROHO 60829) ............................ 39
5.2.12
Letterkunde 60 ECTS (CROHO 60813) .................................................................. 39
5.2.13
Letterkunde 120 ECTS (CROHO 60814) ................................................................ 43
5.2.14
Mediastudies 90 ECTS (CROHO 60831) ................................................................ 44
5.2.15
Midden-Oosten Studies 60 ECTS (CROHO 60842) ................................................ 47
5.2.16
5.2.17
Erasmus Mundus Master of Excellence – Multiele: Master in Learning and
Teaching of Spanish in Multilingual and International Contexts ....................... 48
Neerlandistiek 60 ECTS (CROHO 60849) ......................................................... 48
5.2.18
5.2.19
Noord-Amerika Studies 60 ECTS (CROHO 60845) ...............................................52
Oudheidstudies 60 ECTS (CROHO 60821) .............................................................52
5.2.20
Oudheidstudies 120 ECTS (CROHO 60039) ...........................................................54
5.2.21
Taalwetenschappen 60 ECTS (CROHO 60815) ......................................................54
5.2.22
Taalwetenschappen 120 ECTS (CROHO 60817) ................................................... 58
Classical, Medieval and Renaissance Studies – Research Master ..................................................... 32
Modern History and International Relations – Research Master ..................................................... 32
International Humanitarian Action – Erasmus Mundusprogramma (NOHA) ................................ 32
Modern History and International Relations – Research Master ..................................................... 32
Kunsten, Cultuur en Media ................................................................................................................. 33
Kunstgeschiedenis ...............................................................................................................................36
Architectuur- en Stedenbouwgeschiedenis......................................................................................... 37
Landschapsgeschiedenis ......................................................................................................................38
Art History and Archaeology – Research Master ............................................................................... 39
Literary and Cultural Studies – Research Master .............................................................................. 39
Europese Letteren en Culturen ...........................................................................................................39
English Literature and Culture ............................................................................................................42
Writing, Editing and Mediating ..........................................................................................................43
Classical, Medieval and Renaissance Studies – Research Master ..................................................... 43
Literary and Cultural Studies – Research Master .............................................................................. 43
Journalistiek.........................................................................................................................................44
Journalism ...........................................................................................................................................46
Midden-Oosten Studies ....................................................................................................................... 47
Nederlandse Letterkunde ....................................................................................................................48
Taal en tekst: ontwikkeling en gebruik ...............................................................................................49
Griekse en Latijnse Taal en Cultuur (GLTC) ...................................................................................... 52
Oude Geschiedenis ............................................................................................................................... 53
Classical, Medieval and Renaissance Studies – Research Master ..................................................... 54
Neurolinguïstiek................................................................................................................................... 55
Applied Linguistics (TEFL) ................................................................................................................. 55
Europese taalkunde ............................................................................................................................. 56
Multilingualism .................................................................................................................................... 57
-
Language and Cognition – Research Master ......................................................................... 58
Clinical Linguistics – Research Master .................................................................................. 58
Language and Communication Technologies – Research Master ........................................ 58
5.3
INTERDISCIPLINAIRE ONDERZOEKSCOLLEGES ..................................................................... 58
5.4
EDUCATIEVE MASTERS (2 JAAR) .......................................................................................... 58
5.4.1
Educatieve Master Duitse Taal en Cultuur .............................................................59
5.4.2
Educatieve Master Engelse Taal en Cultuur.......................................................... 60
5.4.3
Educatieve Master Franse Taal en Cultuur ............................................................ 61
5.4.4
Educatieve Master Friese Taal en Cultuur ............................................................ 62
5.4.5
Educatieve Master Geschiedenis ............................................................................ 62
5.4.6
Educatieve Master Grieks en Latijn ....................................................................... 63
5.4.7
Educatieve Master Nederlandse Taal en Cultuur ................................................. 64
5.4.8
Educatieve Master Spaanse Taal en Cultuur .........................................................65
5.5
EDUCATIEVE MASTER (1 JAAR) .............................................................................................65
5.6
RESEARCH MASTERPROGRAMMA’S ...................................................................................... 66
5.6.1
Classical, Medieval and Renaissance Studies (CMRS): Text and Context in
Premodern and Early Modern Times .................................................................... 66
5.6.2
Art History and Archaeology: Material Culture Studies in Art, Architecture &
Archaeology.............................................................................................................. 66
5.6.3
Literary and Cultural Studies: Literature and Performing Arts in Society........ 66
5.6.4
Modern History and International Relations: Transformation and Acceptance
................................................................................................................................... 66
5.6.5
Linguistics................................................................................................................. 66
5.7
BEROEPSORIËNTERENDE STAGE .......................................................................................... 66
5.8
AFSTUDEERWERKSTUK ........................................................................................................67
6
FACULTAIRE ORGANISATIE ................................................................... 69
6.1
INLEIDING .......................................................................................................................... 69
6.2
BESTUURLIJKE ORGANISATIE EN COMMISSIES ..................................................................... 69
6.2.1
Faculteitsbestuur...................................................................................................... 69
6.2.2
Faculteitsraad .......................................................................................................... 69
6.2.3
Onderwijsinstituut ................................................................................................... 70
6.2.4
Facultair Overlegorgaan Onderwijsbeleid (FOO) ................................................ 70
6.2.5
Afdelingsbestuur en leerstoelgroepen .................................................................... 70
6.2.6
Opleidingscommissies.............................................................................................. 70
6.2.7
Examencommissies ................................................................................................... 71
7
INFORMATIE EN COMMUNICATIE ......................................................... 72
7.1
7.2
7.3
7.4
INLEIDING ...........................................................................................................................72
GEBOUWEN, DIENSTEN EN VOORZIENINGEN.........................................................................73
STUDIEADVISEURS VAN LETTEREN .......................................................................................79
DOCENTEN .......................................................................................................................... 82
1
ALGEMENE INLEIDING
Dit is de mastergids van de Faculteit der Letteren van de Rijksuniversiteit Groningen. In deze
gids vind je zowel algemene facultaire informatie als informatie over alle masterprogramma’s
van de faculteit. Deze gids heeft tot doel je te informeren over de mogelijkheden die je als student binnen de Letterenfaculteit geboden worden op masterniveau. De in deze studiegids opgenomen onderwijs-modulen en -programma’s zijn onderhevig aan de Onderwijs- en Examenregeling (OER) van de corresponderende opleiding. Deze OER-en zijn te vinden op het web via:
www.rug.nl/let/oer
Bij het secretariaat van je opleiding kun je ook terecht voor extra informatie over allerhande zaken die je studie betreffen. Daarnaast kun je je voor hulp, advies en begeleiding bij je studie
wenden tot je studieadviseur.
De studieadviseur
Elke opleiding heeft een studieadviseur. Je studieadviseur is de persoon die je kan helpen bij de
planning en het bewaken van de voortgang van je studie.
Meer concreet heeft hij of zij de volgende taken:
-het verstrekken van informatie over de opleiding;
-het begeleiden en adviseren van studenten;
-het beoordelen en helpen opstellen van studieplanningen (zie hoofdstuk 3.3);
-het voeren van studievoortgangsgesprekken;
-het adviseren van de Examencommissie over individuele verzoeken van studenten;
-het doorverwijzen naar andere instanties.
Voor een lijst met de namen van alle studieadviseurs met hun (e-mail)adressen en telefoonnummers: zie hoofdstuk 7.3
Directeur Onderwijsinstituut
De Faculteit kent een directeur Onderwijs. Hij geeft leiding aan het Onderwijsinstituut waarbinnen alle onderwijs - dat door de Faculteit wordt verzorgd- is ondergebracht. Hij is verantwoordelijk voor de organisatie van het onderwijs en de onderwijsprogramma’s. Verder houdt hij toezicht op de kwaliteit van de major- en minorprogramma’s en de wijze van uitvoering. Met vragen en klachten over de uitvoering van je onderwijsprogramma kun je in eerste instantie terecht bij je studieadviseur. Als het om een studieonderdeel gaat neem je allereerst contact op
met de betrokken docent en in tweede instantie bij de studieadviseur. Mochten zij je probleem
niet kunnen oplossen dan kunnen zij je doorverwijzen naar de directeur van het Onderwijsinstituut. Als je problemen van dien aard zijn dat je deze niet kan of wil bespreken met studieadviseur of docent, dan kan je direct contact met hem zoeken of een afspraak maken. Het telefoonnummer van het Onderwijsinstituut is (050) 363 5176.
Inleiding
1
2
PROFIEL VAN DE FACULTEIT DER LETTEREN
2.1
INLEIDING
In dit hoofdstuk vind je algemene inhoudelijke informatie over de organisatie van het onderwijs
aan de Faculteit der Letteren. Allereerst wordt aandacht besteed aan de zwaartepunten van onderwijs en onderzoek binnen de faculteit en aan de filosofie die ten grondslag ligt aan de wijze
waarop het onderwijs is opgezet. Daarnaast word je geïnformeerd over de structuur van de opleidingsprogramma’s, over de verplichtingen en de keuzevrijheid die je daarbinnen hebt en over
de mogelijkheid om tijdens je studie enige tijd in het buitenland te studeren. Ook vind je in dit
hoofdstuk een overzicht van alle opleidingen die de faculteit biedt. Ten slotte wordt informatie
gegeven over de opties die je hebt nadat je je bacheloropleiding hebt afgerond.
Op de inhoud van de specifieke studieprogramma’s wordt in dit hoofdstuk niet ingegaan. Meer
informatie daarover vind je in de hoofdstukken 5 en 6.
2.2
ZWAARTEPUNTEN
Elke Nederlandse Letterenfaculteit kent eigen zwaartepunten. De Groningse faculteit richt zich
zowel in het onderwijs als in het onderzoek vooral op de westerse wereld, meer in het bijzonder
op Europa en het Noord-Amerikaanse continent. Vanuit deze invalshoek is er ook aandacht voor
de relatie van Europa met de niet-Europese wereld, in het bijzonder Afrika, Latijns-Amerika,
Indonesië , Japan, China, Korea en Mongolië. Er wordt onderwijs gegeven en onderzoek verricht
op het terrein van de klassieke en moderne talen en culturen van Europa en het Midden-Oosten,
de geschiedenis, de kunstgeschiedenis en de archeologie. Ook zijn er thematisch gerichte opleidingen als Kunsten, Cultuur en Media, Communicatie- en Informatiewetenschappen, American
Studies en Internationale Betrekkingen en Internationale Organisatie. Alle onderwijsprogramma’s hebben nauwe banden met het onderzoek dat binnen de faculteit verricht wordt; dit vanuit
de gedachte dat in wetenschappelijke opleidingen onderwijs en onderzoek onlosmakelijk met
elkaar verbonden dienen te zijn, zodat zij elkaar voortdurend kunnen beïnvloeden en bevruchten.
2.3
ONDERWIJSFILOSOFIE EN KWALITEITSZORG
Studentgeoriënteerd en onderzoeksgericht
Aangezien de RuG een zogenaamde onderzoeksuniversiteit is, is het onderwijs dat wordt verzorgd nauw verbonden met onderzoek dat is en wordt uitgevoerd. Uitkomsten van (recent) onderzoek vinden met name in de hogere jaren van de bachelor en in de master vertaling in de diverse onderwijsmodulen waaruit het programma is opgebouwd. Deze verwevenheid is een kernonderdeel van de onderwijsvisie van universiteit en faculteit. Daarnaast geldt voor de faculteit
dat het onderwijs in alle fasen studentgeoriënteerd is. Dit concept of paradigma onderscheidt
zich van de input- of docentgecentreerde benadering. Voor een output- of studentgeoriënteerd
model geldt dat de opleiding als eerste doel heeft studenten zo goed en zo efficiënt mogelijk voor
te bereiden op een rol in de maatschappij die past bij de genoten opleiding. Dit onderwijsconcept stelt bijzondere eisen aan de opzet en uitvoering van het onderwijs. Was het in het verleden
doorgaans zo dat bij het opzetten van programma’s te ontwikkelen kennis centraal stond, tegenwoordig wordt meer gezocht naar een afgewogen combinatie van domeinspecifieke en generieke competenties (kennis, inzicht en vaardigheden) op academisch niveau. Met inachtneming
van het belang van kennis, vormt het uitgangspunt daarbij wat de student moet weten, begrijpen
en kunnen om zo goed mogelijk voorbereid te zijn bij het betreden van de arbeidsmarkt in brede
zin. De bij de staf aanwezige expertise wordt dienstig gemaakt aan dit doel. Letterenstudenten
worden doorgaans niet opgeleid voor een specifiek beroepenveld, maar voor een breed scala aan
functies waarvoor een Letterenopleiding dienstig is. Dit onderstreept nut en noodzaak van algemene vorming, het kennisnemen van diverse benaderingen, methoden en technieken en academische competenties die niet specifiek disciplinegerelateerd zijn. De faculteit kiest daarbij
voor de zogenaamde geïntegreerde aanpak. Hiermee wordt bedoeld dat te verwerven generieke
competenties worden aangeleerd in het kader van de major- en minoronderdelen van de bachelor als ook de masteronderdelen en niet apart worden onderwezen.
2
Profiel van de Faculteit der Letteren
Activerende leeromgeving
De studentgeoriënteerde benadering veronderstelt dat de methoden die worden gehanteerd activerend van aard zijn. Dit impliceert dat hoge verantwoordelijkheid in het leerproces wordt gelegd bij de student. Het is de student die zichzelf ontwikkelt, daarbij gesteund en geïnspireerd
door het betrokken docentencorps. In deze opzet verwerft de student allereerst academische
kennis en vaardigheden, in een vervolgfase te ontwikkelen tot inzicht, waarna ten slotte wordt
ingezet op het toepassen van kennis- en vaardigheden. De leer- en doceermethoden en – vormen dienen zodanig te zijn gekozen dat zij optimaal in staat zijn de kerncompetenties (kennis,
inzicht en vaardigheden) te ontwikkelen. Per (groep van) kerncompetenties kunnen de onderwijsvormen en –methoden/technieken verschillen. Voorbeelden van te hanteren methoden en
technieken zijn: verzamelen van relevant materiaal (zoektechnieken), literatuurstudie, selecteren en analyseren van materiaal, vergelijken en analyseren van teksten, oplossen van problemen
en voorgelegde cases, uitvoeren van onderzoek op basis van oplopende moeilijkheidsgraad op
basis van omvang en aard van het materiaal, praktische en technische vaardigheden, schrijven
van verslagen, rapporten, papers, werkstukken en scripties op basis van oplopende complexiteit
in termen van omvang en aard materiaal, samenwerken met andere studenten met het doel gezamenlijk tot een eindproduct of oplossing van een probleem te komen, voorbereiden en geven
van een mondelinge presentatie (groepsgewijs of individueel), leveren van opbouwende kritiek
op het werk van anderen en het verwerken van kritiek van derden ten aanzien van eigen werk,
voorzitten en deelnemen aan werkgroepen, leiden van of deelnemen als lid aan een team, werken onder tijdsdruk / leren omgaan met deadlines, leveren zelfkritiek, leren-leren, etc.
Goed onderwijs wordt niet alleen bepaald door goede programma’s en goede docenten, maar
ook door de inzet en motivatie van studenten. Studenten worden door de faculteit niet gezien als
afnemers of consumenten van onderwijs, maar als deelnemers aan het leer- en doceerproces.
Zonder goed gemotiveerde studenten, die zich goed voorbereiden op colleges en tentamens, kan
er geen goed onderwijs worden verzorgd. De faculteit streeft daarom uitdrukkelijk naar een
kwaliteitscultuur die is gebaseerd op een optimale inspanning van docenten en studenten waardoor het leuk en inspirerend is om onderwijs te volgen en te verzorgen.
Een belangrijke instantie bij de beoordeling van de kwaliteit van het onderwijs is de Opleidingscommissie (OC). Deze commissie bestaat voor de helft uit studenten en voor de helft uit docenten. De OC ziet erop toe dat het onderwijsproces verloopt volgens de Onderwijs- en Examenregeling (OER). Daarnaast brengt de OC advies uit over de in het collegejaar te evalueren onderwijsmodules. De OC rapporteert (later) op basis van de gehouden evaluaties aan de directeur
van het Onderwijsinstituut Letteren, die namens het Faculteitsbestuur toezicht houdt op het
proces van evaluatie. De evaluatie van onderwijsmodules omvat een vragenlijst voor de docent(en) die de betreffende module verzorgde(n) en een vragenlijst voor de deelnemende studenten. De uitkomsten van de evaluatie kunnen door studenten worden geraadpleegd via de
website van het Onderwijsinstituut. De uitkomsten worden zeer serieus genomen en dan ook
gebruikt om het onderwijs verder te verbeteren.
2.4
ALGEMENE OPZET VAN DE STUDIEPROGRAMMA’S
De opleidingen die de Letterenfaculteit momenteel aanbiedt zijn te verdelen in bacheloropleidingen en masteropleidingen. Alle bacheloropleidingen hebben een officiële lengte van drie jaar.
De masteropleidingen duren, afhankelijk van de aard van de opleiding, één tot twee jaar voor
een voltijdse student. Tot een bacheloropleiding heb je toegang als je in het bezit bent van een
VWO-diploma of een HBO-propedeuse of HBO-diploma. Voor toelating tot de master is minimaal een bachelordiploma verplicht. Soms worden ook nog aanvullende eisen gesteld. Meer
hierover vind je in hoofdstuk 4.4.
De Groningse Letterenfaculteit gebruikt het European Credit Transfer and Accumulation System (ECTS) om de omvang van opleidingen - en de studieonderdelen daarbinnen - uit te drukken in studiepunten.
Profiel van de Faculteit der Letteren
3
2.5
EUROPEES SYSTEEM VOOR DE OVERDRACHT EN ACCUMULATIE VAN STUDIEBELASTINGSPUNTEN (ECTS)
Wat is een studiepuntensysteem?
Een studiepuntensysteem is een systematische manier om een onderwijsprogramma te beschrijven door punten te verbinden aan de onderdelen van dat programma. De vaststelling van
het aantal punten in stelsels voor hoger onderwijs kan op verschillende parameters gebaseerd
zijn, zoals de werkbelasting voor de student, eindtermen en contacturen.
Wat is ECTS?
Het Europees Systeem voor de overdracht en de accumulatie van studiebelastingpunten is een
systeem dat de student centraal stelt en dat gebaseerd is op de werkbelasting voor de student om
de doelstellingen van een bepaald programma te bereiken. Die doelstellingen zijn bij voorkeur
gespecificeerd in termen van eindtermen en te verwerven bekwaamheden.
Hoe heeft ECTS zich ontwikkeld?
ECTS is in 1989 ingevoerd in het kader van het Erasmus-programma, dat nu deel uitmaakt van
het Socrates-programma. ECTS is het enige studiepuntensysteem dat in heel Europa met succes
is getest en wordt gebruikt. ECTS is oorspronkelijk ontwikkeld voor de overdracht van studiebelastingpunten. Het systeem vergemakkelijkte de erkenning van studieperiodes in het buitenland
en bevorderde zodoende de kwaliteit en de omvang van de mobiliteit van studenten in Europa.
ECTS ontwikkelt zich momenteel tot een accumulatiesysteem dat op instellings-, regionaal, nationaal en Europees niveau moet worden geïmplementeerd. Dat is één van de kerndoelstellingen
van de verklaring van Bologna van juni 1999.
Wat zijn de belangrijkste kenmerken van ECTS?
ECTS is gebaseerd op de afspraak dat 60 punten overeenstemmen met de studiebelasting van
een voltijdse student tijdens één academisch jaar. De studiebelasting voor de student van een
voltijds studieprogramma bedraagt in Europa in de meeste gevallen 1500 – 1800 uren per jaar.
In die gevallen stemt één punt overeen met 25 tot 30 werkuren.
ECTS-studiepunten kunnen alleen worden verkregen nadat het benodigde werk is voltooid en
de beoogde eindtermen zijn gerealiseerd. De eindtermen zijn het geheel aan competenties waarin tot uitdrukking wordt gebracht wat de student moet weten, begrijpen en kunnen na afronding
van een leerproces dat kort of lang kan zijn.
De studiebelasting voor de student in het ECTS-systeem omvat de tijd voor het bijwonen van
colleges, seminars, individuele studie, de voorbereiding van en het afleggen van examens enz.
De punten worden toegekend voor alle studieonderdelen van een opleidingsprogramma (zoals
modules, colleges, stages, scripties enz.) en geven de hoeveelheid werk weer die elk onderdeel
vereist om de beoogde doelstellingen en eindtermen te realiseren in verhouding tot de totale
hoeveelheid werk die nodig is om een vol studiejaar te voltooien.
Gebruik van ECTS aan de Rijksuniversiteit Groningen
In Nederland en dus ook in Groningen wordt het ECTS-studiepunten systeem zowel als accumulatie als als overdrachtssysteem gehanteerd. De toepassing van ECTS is bij wet geregeld. In de
wet is vastgelegd dat 42 studieweken van 40 uren overeenkomen met een studielast van 60
ECTS-studiepunten. Dit betekent dat 1 ECTS-studiepunt gelijk staat aan 28 uren werk. Een universitair bachelorprogramma heeft een lengte van 3 jaren voltijdse studie, het geen gelijk staat
aan 180 ECTS-studiepunten. De lengte van een universitair masterprogramma varieert – afhankelijk van het programma – van 60 tot 120 studiepunten, dat is een tot twee jaren voltijdse studie. De Letterenfaculteit kent Ma-programma’s met een lengte van 60, 90 en 120 ECTSstudiepunten.
2.6
MASTEROPLEIDINGEN EN MASTERPROGRAMMA’S
De Faculteit der Letteren kent in totaal 27 masteropleidingen waarbinnen diverse masterprogramma’s worden aangeboden. Deze masterprogramma’s zijn onder te verdelen in:
- maatschappelijke masterprogramma’s;
- educatieve masters;
- research masters.
4
Profiel van de Faculteit der Letteren
Maatschappelijke masterprogramma’s zijn programma’s met een omvang van 60, 90 of
120 ECTS-studiepunten die naast een gedegen wetenschappelijke vorming je vooral voorbereiden op een functie op de arbeidsmarkt die kan worden gerelateerd aan de opleiding die je hebt
gevolgd. Onderdeel van die voorbereiding kan een beroepsoriënterende stage zijn. Hiervoor is
afhankelijk van de opleiding in beginsel een ruimte van 10 tot 20 ECTS-studiepunten ingeruimd. Elke studieprogramma heeft een stagecoördinator die je kan informeren over de voor
jouw studieprogramma geldende regelingen. Bij het Stagebureau Letteren kun je terecht bij de
facultaire stagecoördinator, die je helpt bij de oriëntatie op je stage en verantwoordelijk is voor
de formele afhandeling hiervan. Dit betekent onder meer het afsluiten van een stagecontract.
Meer informatie over stages vind je in hoofdstuk 5.6 van deze gids en op:
http://myuniversity.rug.nl/infonet/studenten/let/organisatie/bsz/stagebureau/
2.6.1
‘Harde knip’
Sinds 1 september 2012 kun je alleen beginnen aan een masteropleiding als je in het bezit bent
van een bachelordiploma, de zogenaamde 'harde knip'. Deze maatregel geldt voor alle studenten, ook voor de studenten aan pre-master- en schakelprogramma's.
Om te voorkomen dat je onnodig studievertraging oploopt, is als voorwaarde bij deze invoering
vastgesteld dat er per masteropleiding minimaal een tweede instroommoment moet zijn.
De harde knip vergt een goede studieplanning. Als je na het maken van je studieplanning nog
vragen hebt, kun je contact opnemen met je studieadviseur of de studentendecanen van het Studenten Service Centrum.
2.6.2 Toelating tot de master
Als je in het bezit bent van een bachelordiploma, heb je zonder meer toegang tot het gelijknamige (maatschappelijke) masterprogramma die altijd een omvang van 60 ECTS hebben. Daarnaast
zijn er een aantal selectieve maatschappelijke programma’s van 90 of 120 ECTS-studiepunten.
Hiervoor geldt een toelatingsprocedure. In het schema aan het eind van deze paragraaf kun je
zien tot welke masterprogramma’s je nog meer toegang hebt met jouw bachelordiploma. Soms
zijn aan de toelating tot deze masters voorwaarden verbonden, bijvoorbeeld dat je een bepaalde
minor of andere voorbereidende studieonderdelen gevolgd moet hebben.
Toelating tot de Educatieve Masters
Met een bachelordiploma Duits, Engels, Frans en Spaans (RTC), Fries, Geschiedenis, Griekse en
Latijnse Taal en Cultuur, Nederlands heb je zonder meer toegang tot de educatieve master van
dezelfde discipline. Vanaf collegejaar 2014-2015 is de educatieve master teven toegankelijk voor
studenten met een bachelordiploma Europese Talen en Culturen (ETC), mits zij ten minste 90
ECTS-studiepunten behaald hebbben in de doeltaal (Duits, Fries, Frans, Spaans of Engels). Voor
meer informatie kun je je wenden tot je studieadviseur.
Toelating tot de Reseach Masters
Aan de toelating tot de research masters is een selectieprocedure verbonden. Kijk op de website
van het betreffende research masterprogramma voor meer informatie over de toelatingseisen en
de selectieprocedure en het aanmeldingsformulier.
De Faculteit der Letteren kent de volgende masteropleidingen en -programma’s:
Maatschappelijke masteropleiding
Archeologie (60 ECTS)
Communicatie- en Informatieweten-schappen (60 ECTS) voltijd en
duaal
Europese Studies (120 ECTS)
Profiel van de Faculteit der Letteren
Masterprogramma
-
Klassieke en mediterrane archeologie
Pre- en protohistorie van Noordwest Europa
Informatiekunde
Communicatiekunde
Communicatie en educatie
Computercommunicatie
Euroculture (selectief)
5
Geschiedenis (60 ECTS), deel-, en
voltijd
Internationale Betrekkingen
(60 ECTS)
-
Geschiedenis Vandaag
-
International Security
International Political Economy
European Integration
Global Governance
International Relations and International Organization
East Asian Studies
-
International Humanitarian Action (selectief)
-
Kunstgeschiedenis
Architectuur- & stedenbouwgeschiedenis
Landschapsgeschiedenis
Kunsten, Cultuur en Media
Europese letteren en culturen (taalaanduiding onder voorwaarden)
English Literature and Culture
Writing, Editing, and Mediating
Journalistiek (selectief)
Journalism (selectief)
Midden-Oostenstudies
Noord-Amerikastudies (60 ECTS)
-
Nederlandse Letterkunde
Taal en tekst: ontwikkeling en gebruik
Nederlandse Cultuur
American Studies
Oudheidstudies (60 ECTS), deel-,
en voltijd
-
Griekse en Latijnse taal en cultuur / Classics
Oude Geschiedenis / Ancient History
Taalwetenschappen (60 ECTS)
-
Neurolinguïstiek (inclusief Speech and Language
Pathology.
Applied Linguistics-TEFL
Europese Taalkunde
Internationale Betrekkingen
(90ECTS)
Kunst- en Cultuurwetenschappen
(60 ECTS)
Letterkunde (60 ECTS)
Mediastudies (90 ECTS)
Midden-Oostenstudies (60 ECTS)
Neerlandistiek (60 ECTS)
-
De masterprogramma’s kennen een omvang van 60, 90 of 120 ECTS- studiepunten (zie schema
hierboven).
Naast de maatschappelijke masteropleidingen kent de faculteit een achttal educatieve
masteropleidingen. Dit zijn opleidingen met een omvang van 120 ECTS-studiepunten die dus
twee voltijdse studiejaren in beslag nemen. Het eerste semester van het eerste masterjaar ziet er
in grote lijnen hetzelfde uit als het onderwijsprogramma van de maatschappelijke master. In het
tweede semester van jaar 1 volg je een onderdeel van 10 ECTS-punten bij de lerarenopleiding
van de Faculteit Gedrags- en Maatschappijwetenschappen als voorbereiding op het tweede jaar
van de educatieve master. Daarnaast schrijf je een scriptie van 20 ECTS. Het tweede jaar bestaat
uit het werken-leren-traject: de LIO-stage en daarnaast een aantal studieonderdelen die je volgt
bij de lerarenopleiding van de universiteit. Daarnaast volg je nog 10 ECTS-punten uit de maatschappelijke master. Het met succes afronden van de educatieve masteropleiding levert je naast
een masterdiploma ook een eerstegraads onderwijsbevoegdheid op.
Een eerstegraads onderwijsbevoegdheid in genoemde vakken kan je ook behalen nadat je je
maatschappelijke masteropleiding hebt voltooid. Hiertoe dien je een programma van 60 ECTSstudiepunten te volgen dat inhoudelijk overeenkomt met de tweede helft van het onderwijsprogramma van de educatieve master inclusief het studieonderdeel "Voorbereiding op het werkenleren-traject" (alleen in semester 2 aangeboden). Voor nadere informatie hierover word je ver-
6
Profiel van de Faculteit der Letteren
wezen naar je studieadviseur en naar de lerarenopleiding van de Faculteit Gedrags- en Maatschappijwetenschappen.
De faculteit onderscheidt de volgende educatieve masteropleidingen:
Educatieve Masters (120 ECTS)
Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de eerste graad in Duitse Taal en Cultuur
Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de eerste graad in Engelse Taal en Cultuur
Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de eerste graad in Franse Taal en Cultuur
Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de eerste graad in Friese Taal en Cultuur
Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de eerste graad in Geschiedenis
Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de eerste graad in Griekse en Latijnse Taal
en Cultuur
Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de eerste graad in Nederlandse Taal en Cultuur
Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de eerste graad in Spaanse Taal en Cultuur
inclusief: Multiele: Learning and Teaching of Spanish in Multilingual and International Contexts (JD/EM)
Educatieve Masters (60 ECTS)
Leraar voorbereidend hoger onderwijs in Duits
Leraar voorbereidend hoger onderwijs in Engels
Leraar voorbereidend hoger onderwijs in Frans
Leraar voorbereidend hoger onderwijs in Fries
Leraar voorbereidend hoger onderwijs in Geschiedenis en Staatsinrichting
Leraar voorbereidend hoger onderwijs in Grieks, Latijn en KCV
Leraar voorbereidend hoger onderwijs in Nederlands
De educatieve masters kennen een omvang van 60 of 120 ECTS-studiepunten (zie schem’s hierboven).
Ten slotte heb je de mogelijkheid een research masterprogramma te volgen. De faculteit
verzorgt vijf research masters die alle een omvang hebben van 120 ECTS ofwel twee voltijdse
studiejaren. Elk researchprogramma bestaat uit vier onderdelen, een blok 'kennismodulen' van
40 ECTS, een blok 'verdiepingsmodulen' van 20 ECTS, een specialisatiefase van 30 ECTS en het
schrijven van een uitgebreid afstudeerwerkstuk van 30 ECTS. Dit laatste onderdeel wordt ondersteund door een zogenaamde scriptieklas. Het blok 'kennismodulen' heeft tot doel je kennis,
vaardigheden en inzicht in de major die je hebt gevolgd in de bachelorfase verder te verdiepen
en te oefenen met onderzoek aan de hand van gerichte onderzoeksopdrachten. Het tweede blok
'verdiepingsmodulen' zorgt voor versterking van je theoretische en methodologische kennis. Deze kennis is noodzakelijk om met succes te kunnen participeren in de specialisatiefase. De specialisatiefase bestaat uit drie modules, zogenaamde tutorials, van 10 ECTS elk die zijn gericht op
het meer zelfstandig doen van onderzoek. Deze tutorials kunnen aan de RuG of daarbuiten worden gevolgd. In de afstudeerscriptie breng je als een proeve van bekwaamheid je verworven
kennis en inzichten samen. De research masteropleiding is bedoeld voor getalenteerde studenten die na afronding van hun opleiding een functie als onderzoeker wensen buiten de universiteit of een promotieonderzoek willen gaan uitvoeren.
De faculteit biedt de volgende research masterprogramma’s aan:
Reseach Masterprogramma (120 ECTS)
1)
Classical, Medieval and Renaissance Studies
valt onder masteropleiding:
Letterkunde
Geschiedenis
Oudheidstudies
2)
Letterkunde
Kunst- en Cultuurwetenschappen
Literary and Cultural Studies
Profiel van de Faculteit der Letteren
7
3)
4)
- Language and Cognition
- Clinical Linguistics – Erasmus Munduspro
gramma
- Language and Communication Technologies –
Erasmus Mundusprogamma
Art History and Archaeology
5)
Modern History and International Relations
Taalwetenschappen
Archeologie
Kunst- en Cultuurwetenschappen
Geschiedenis
Internationale Betrekkingen
De research masters kennen een omvang van 120 ECTS-studiepunten.
Startdatum
De startdatum van de research masters is altijd in september. Voor een maatschappelijke master
of een educatieve master bestaat de mogelijkheid om in september òf in februari te beginnen. De
meeste opleidingen bieden hun mastercolleges echter niet tweemaal per jaar aan. Vooral bij
kleinere opleidingen kan een start in februari dus betekenen dat je de studieonderdelen in een
andere dan de meest ideale volgorde zult moeten volgen. Voor een goed verloop van je masterstudie is het dus van belang dat je tijdig je bachelordiploma behaalt.
2.7
MASTER HONOURSTRAJECT LEIDERSCHAP
Het University of Groningen Honours College biedt talentvolle en gemotiveerde studenten de
kans om meer uit zich zelf te halen met een uitdagend extra Honoursprogramma naast hun reguliere studie. Dit programma is te volgen door studenten uit alle Letteren masterprogramma's.
Het programma kent een interdisciplinaire opzet en heeft als centraal thema: ‘Leadership: making the difference’. Het programma beslaat twee semesters (totale omvang is 15 ECTSstudiepunten) en bestaat uit vier onderdelen. Deze zijn:
1) het ontwikkelen van kennis en begrip van verschillende aspecten van leiderschap vanuit diverse disciplines (vier masterclasses);
2) het observeren, ervaren en oefenen van een aantal leiderschapsvaardigheden (leadership
lab);
3) het besteden van aandacht aan persoonlijke ontwikkeling en eigen ervaringen met leiderschap (workshop);
4) het toepassen van de opgedane kennis en ervaring in een eigen project (masterwork).
Dit Master Honoursprogramma is bedoeld voor getalenteerde en gemotiveerde studenten, die
per 1 september of 1 februari hun Bachelordiploma met goede tot zeer goede resultaten hebben
afgerond en starten met een (maatschappelijke-, educatieve- of research-) master aan de RUG.
Ook dit programma kent twee instroommomenten, studenten in een tweejarige masteropleiding
kunnen zelf het meest geschikte instroommoment bepalen. Toelating tot het honourstraject
vindt plaats op grond van selectie. Studenten die willen solliciteren naar een plaats sturen m.b.v.
Nestor een elektronisch sollicitatiedossier naar de toelatingscommissie.
Voor meer informatie over het Master Honoursprogramma, de toelatingseisen en selectieprocedure kun je terecht op de site, of maak een afspraak met de facultaire coördinator.
( www.rug.nl/honours)
2.8
ONDERZOEK BIJ LETTEREN
Het onderwijs dat aan de Faculteit der Letteren wordt verzorgd is zoveel mogelijk gebaseerd op
en verbonden met wetenschappelijk onderzoek. De meeste docenten binnen de faculteit geven
onderwijs èn verrichten onderzoek. De faculteit heeft alle onderzoek ondergebracht in drie onderzoekinstituten, te weten: het Gronings Instituut voor Archeologie (GIA), het Instituut voor
Cultuurwetenschappelijk Onderzoek Groningen (ICOG) en het Centre for Language and Cognition Groningen (CLCG). Binnen die instituten wordt individueel of in samenwerking met anderen binnen of buiten de faculteit/universiteit onderzoek gedaan. Vaak richt het onderzoek zich
niet op één specifiek gebied, maar heeft het een interdisciplinair karakter. Daarnaast wordt er
geparticipeerd in landelijke of lokale onderzoekscholen. Deze spelen een belangrijke rol in de
opleiding van promovendi. De faculteit heeft de promotieopleidingen gebundeld in een Gradua-
8
Profiel van de Faculteit der Letteren
te School for the Humanities. Binnen de Graduate School volgen de promovendi van de faculteit
een promotieopleiding; bij de onderzoekscholen (lokaal of elders) volgen zij onderwijs dat inhoudelijk zoveel mogelijk aansluit bij het te verrichten promotieonderzoek. Ook studenten van
de vijf Research Masters van de faculteit zijn welkom bij deze onderzoekscholen. Meer informatie hierover vind je op de website van de Faculteit der Letteren.
Als student krijg je op verschillende momenten tijdens je studie te maken met het doen van onderzoek. In het derde bachelorjaar en tijdens de masteropleiding word je uitgedaagd zelf onderzoek te doen. Tijdens werk- en onderzoekscolleges neem je kennis van de verschillende onderzoekmethoden in de geesteswetenschappen en van de nieuwste onderzoeksresultaten. Daarnaast worden je eigen onderzoeksvaardigheden geoefend. Ook het schrijven van een scriptie is
een belangrijk instrument voor het verwerven van kennis en vaardigheden op het gebied van
wetenschappelijk onderzoek. Mocht je toegelaten zijn tot één van de facultaire Research Masters, dan kun je solliciteren naar de baan van Research Assistant binnen het Research Assistants
Programme. Gedurende 10 maanden draaien jaarlijks 12 ReMa-studenten één dag per week betaald mee bij onderzoek van het hoogste niveau; daarnaast krijgen zij informatie over carrières
in de wetenschap. Werving en selectie voor deze onderzoeksposities vinden in het najaar plaats;
aanstellingen lopen van februari tot en met november.
2.9
NA JE MASTEROPLEIDING: KANSEN EN MOGELIJKHEDEN
Het is van groot belang dat je je studie zo inricht dat je optimaal gebruik kunt maken van je eigen interesses en kwaliteiten. Binnen veel masteropleidingen zijn afstudeerrichtingen en/of studiepaden voorzien. Elk van die trajecten beoogt je specifieke kennis, inzicht en vaardigheden bij
te brengen in de vorm van te verwerven competenties. Die competenties, vak georiënteerde en
meer algemene academische competenties, spelen een rol bij het vinden van een passende
werkkring. Heb je bijvoorbeeld een goed ontwikkeld analytisch en synthetiserend vermogen dan
zou je kunnen overwegen mee te doen aan de selectieprocedure voor een promotieplaats. De
beste aansluiting op dergelijke plaatsen geven de research masteropleidingen. Heb je affiniteit
met de functie van docent in het voortgezet of hoger beroepsonderwijs dan is er de mogelijkheid
de tweejarige educatieve master te volgen die je een eerstegraads lerarenbevoegdheid in het
vooruitzicht stelt. De beste oriëntatie op andere beroepen vormt de stage. Stages worden ingeschreven bij het Stagebureau Letteren, dat hier regelmatig voorlichtingen over verzorgt, en waar
je advies kan vragen over je zoekproces. Zie hiervoor 5.7.
De meeste studenten zullen er voor kiezen na afronding van de studie een werkkring te zoeken
die past bij hun opleiding en interessegebied. In dit geval word je aangeraden ruim 3 maanden
voordat je je studie denkt te gaan afronden te beginnen met solliciteren. Om je kansen op een
succesvolle sollicitatie te vergroten is het belangrijk dat je een overzicht maakt van je sterkere en
zwakkere punten. Het Career Service Punt van NEXT in de universiteitsbibliotheek kan je op dit
gebied adviseren, maar je kunt ook terecht bij het Stagebureau. Een overzicht van competenties
die je verworven zou moeten hebben vind je in de onderwijs- en examenregeling van je opleiding. Houd er wel rekening mee dat organisaties je vaak in eerste instantie als afgestudeerd in
de Letteren zien, en niet als bijvoorbeeld historicus. Voor sollicitaties kun je gebruik maken van
(delen uit) de tekst voor stagegevende organisaties op de website van het Stagebureau:
“Letterenstudenten zijn deskundig op hun eigen vakgebied, maar ook breed inzetbaar.
Ze beheersen vaak één of meerdere vreemde talen. Ze beschikken over analytisch en probleemoplossend vermogen, ze weten snel adequate informatie te vinden, bondig samen te
vatten en helder te rapporteren. Ze zijn sociaal vaardig, communicatief sterk, zowel mondeling als schriftelijk, en maken zich snel kennis eigen.
Letterenstudenten denken steeds marktgerichter. Ze kiezen bijvakken in economie, rechten,
bedrijfskunde, ICT en psychologie. Op deze manier verbreden zij hun kennis en zijn ze op
grote delen van de arbeidsmarkt flexibel inzetbaar. Daarom kunt u ze aantreffen op plaatsen
waar u ze misschien niet verwacht. Van hun deskundigheid kunt u optimaal gebruik maken
door studenten tijdens stages projecten uit te laten voeren waar u niet aan toe komt. Of door
hen onderzoek te laten doen waarvoor u zelf de mogelijkheden niet in huis hebt. Zodat hun
kennis aan uw organisatie ten goede komt.”
Profiel van de Faculteit der Letteren
9
Heb je behoefte aan hulp, advies of een contact bij je loopbaanvoorbereiding, bijvoorbeeld op
het gebied van de oriëntatie op wat bij je past, netwerken of solliciteren, dan kan je dit aangeven
bij het Stagebureau. Via NEXT kun je workshops en themalezingen volgen, loopbaanspreekuren
bezoeken en een CV-check laten doen. Via het Talent & Career Center kun je hulp krijgen bij het
vinden van je eerste baan. Zie het tabblad My Career in Nestor en www.talentcareercenter.nl.
Stagebureau Letteren, kamer 1311-119 (1e verdieping naast de ingang van de kantine)
Tel. 050-363 58 44
E-mail: [email protected]
URL: www.rug.nl/let/stagebureau
Twitter: @PlacemArtsRUG
Facebook: facebook/careeroffice arts
Skype: Stagebureau.Letteren3
Nestor: Organization ‘Stagebureau Letteren /Placement Office Faculty of Arts (Master)’
Inloopspreekuur ma t/m do van 13.00 tot 14.30 uur, vrijdag van 9.30-11.00 uur. En op afspraak.
10
Profiel van de Faculteit der Letteren
3
STUDEREN BIJ DE FACULTEIT DER LETTEREN
3.1
INLEIDING
In dit hoofdstuk vind je informatie over een groot aantal praktische zaken die je studie aan deze
faculteit betreffen. Aan de orde komen o.a. de indeling van het academisch jaar, de intekening
voor colleges en tentamens, de roostering van colleges en tentamens en de registratie van studieresultaten. Ook wordt aandacht besteed aan diverse regelingen en voorzieningen voor studenten, zoals de regeling met betrekking tot de studiekosten, de ICT-voorzieningen en de bijzondere voorzieningen voor studenten met een functiebeperking. Het hoofdstuk eindigt met een
aantal huisregels voor studenten.
3.2
JAARINDELING
Het academisch jaar is bij de Faculteit der Letteren opgedeeld in twee semesters, die elk twee
blokken van 10 weken omvatten. Het eerste semester begint in september en duurt tot begin februari. Het tweede semester start begin februari en loopt door tot begin juli. Elk blok wordt afgesloten met een toetsperiode.
Schematisch ziet de indeling van het studiejaar er als volgt uit:
week
1-7
colleges
SEMESTER I
week
week
8-10
11-17
toetsweken
colleges
week
18-20
(her)toetsweken
week
1-7
colleges
SEMESTER II
week
week
8-10
11-17
(her)toetsweken
colleges
week
18-20
(her)toetsweken
Een volledig overzicht van de indeling van het studiejaar 2014-2015 vind je op :
www.rug.nl/let/jaarplanning
3.3
INSCHRIJVING VOOR COLLEGES
Alle ouderejaarsstudenten van Letteren (dus ook laatstejaars en studenten die een tijd naar het
buitenland gaan) zijn verplicht zélf in te tekenen voor álle studieonderdelen in ProgRESSWWW. Intekenen voor werkcolleges en werkgroepen doe je via NESTOR. Intekenen voor vakken kan vanaf 14 juli 2014-24 augustus 2014. Houd rekening met het volgende:
• Schrijf je voor niet meer vakken in dan je in staat bent met succes te volgen. Je wordt nadrukkelijk geadviseerd je inschrijving te beperken tot maximaal 40 ECTS-studiepunten per
semester.
• De werkgroepen worden zo geroosterd dat binnen hetzelfde jaar de werkgroepen met hetzelfde volgnummer altijd gevolgd kunnen worden.
• Heb je je niet tijdig ingeschreven voor een college dan kan je de toegang worden geweigerd.
• Voor colleges met een maximale groepsgrootte, vormt een tijdige inschrijving de basis voor
het selecteren van studenten die worden toegelaten. Op 25 augustus wordt vastgesteld wie
toegelaten worden tot deze colleges.
• Inschrijving voor colleges wordt ook gebruikt:
- als planning met betrekking tot de voortgang van je studie. Dat is voor jezelf van belang
om een goed overzicht te houden op de voortgang van je studie, maar ook voor je studieadviseur. Je studieadviseur gebruikt je planning als hulpmiddel voor de studiebegeleiding.
- om het aantal werkgroepen vast te stellen en de groepsgrootte te bepalen en hiermee verbonden het roosteren van collegeruimten, enz.
- Aan de hand van de intekening worden readers besteld, tentamenplaatsen gereserveerd,
tentamenlijsten gemaakt en evaluatieformulieren verzonden.
• Als inschrijving voor Nestor. Je krijgt alleen toegang tot Nestor als je in ProgRESS-WWW
hebt ingetekend.
• Als je afziet van het volgen van een college, is het verplicht dat je je tijdig afmeldt in ProgRESS-WWW.
Studeren bij de Faculteit der Letteren
11
ProgRESS-WWW is te vinden via het volgende internetadres:
http://progresswww.nl/rug
Je inlognaam is je studentnummer (zonder s), je wachtwoord krijg je thuis gestuurd zodra je je
hebt aangemeld voor een opleiding. Maak van te voren een lijst van de vakken die je in het komende studiejaar gaat volgen. Zorg er voor dat de studielast zo gelijkmatig mogelijk over de semesters is verdeeld. Klik in ProgRESSWWW op de knop {intekenen}; kies daarna de faculteit
Letteren, de juiste opleiding, studiejaar en semester. Vergeet na het aanklikken van de vakken
niet op {meld aan} te klikken!
3.4
INTEKENEN VOOR TENTAMENS
Studenten die voldoen aan alle ingangs- en voortgangsvoorwaarden van een vak hoeven geen
inspanning te doen om deel te nemen aan de toetsing van dit vak. Ruim drie weken voor elke
tentamenperiode word je automatisch aangemeld voor jouw (her)tentamens van die periode. Je
ontvangt dan een e-mail met de (her)tentamens waar je voor bent aangemeld. Als je niet voldoet
aan alle voorwaarden van een vak, krijg je een e-mail waarin staat voor welke (her)tentamens je
niet bent aangemeld. Als je een vak niet volgt, maar toch toestemming hebt om tentamen te
doen, ben je verplicht om je zelf aan te melden voor dit (her)tentamen in ProgRESS-WWW. Dit
kan in de vijfde week van elk blok. Je zult dan ook een e-mail ontvangen met bevestiging van
aanmelding voor het (her)tentamen.
Als je geen e-mail hebt ontvangen met bevestiging van aanmelding voor een (her)tentamen, is
het niet toegestaan om deel te nemen aan het tentamen. Mocht je toch het tentamen maken,
dan wordt het niet nagekeken en zul je geen cijfer ontvangen.
Als je aangemeld bent voor een (her)tentamen, maar het vak niet meer volgt, dan ben je vergeten om je af te melden voor het vak. Meld je dan af voor het vak én het tentamen in ProgRESS
WWW. Aan de rechterkant van het scherm zie je de onderdelen waarvoor je je hebt aangemeld.
Om je af te melden klik je op {meld af}. Ben je wel aangemeld voor een tentamen, maar besluit
je toch om een tentamenkans niet te gebruiken, meld je dan ook af voor het tentamen in ProgRESS WWW. Zonder afmelding rekent de opleiding op jouw komst bij het (her)tentamen. Er
zijn dan faciliteiten voor jou geregeld om het tentamen te maken. Om deze reden is het verplicht
om je af te melden als je een (her)tentamen niet gaat doen!! Doe je dit niet, dan kun je hier op
aangesproken worden door de opleiding.
In ProgRESS WWW kun je via de uitgebreide Help-functie het antwoord vinden op de meeste
vragen. Je kunt ook contact opnemen met Bureau Studentzaken ([email protected]) of kijk op
www.rug.nl/let/vraagenantwoord
3.5
ROOSTERING
De college- en tentamenroosters staan op het volgende internetadres:
www.rug.nl/let/roosters
Op deze site staan de actuele roosters, inclusief alle wijzigingen. Controleer dus regelmatig of je
rooster nog klopt. De roostering van colleges en tentamens wordt verzorgd door Bureau Studentzaken. Dit bureau maakt voor alle opleidingen per semester en per tentamenperiode een
rooster. Mocht de roostering problemen opleveren, dan kun je het beste contact opnemen met
het secretariaat van je opleiding.
3.6
STUDIERESULTATEN
In de module 'resultaten' van ProgRESS-WWW vind je een overzicht van de resultaten die je tot
op dat moment hebt behaald. Je kunt de lijst van resultaten op verschillende manieren rangschikken (door te klikken op een van de driehoekjes boven de gegevens) en je kunt het overzicht
ook printen. Studenten die ingeschreven staan voor meerdere opleidingen moeten er rekening
mee houden dat in verschillende overzichten waarin hetzelfde vak voorkomt, de bijbehorende
studiepunten worden meegeteld. Bij het optellen van de punten over alle overzichten kan het
dus zijn dat het totale aantal studiepunten te hoog is.
12
Studeren bij de Faculteit der Letteren
3.7
STUDIEMATERIAAL EN STUDIEKOSTEN
Hoeveel je tijdens je studie kwijt bent aan boeken en ander studiemateriaal verschilt niet alleen
per opleiding, maar hangt ook af van de vraag waar je het aanschaft. Vaak is het goedkoper om
bijvoorbeeld via Internet boeken in het land van herkomst te kopen. Soms kun je ook via (de
studievereniging van) je eigen opleiding studiemateriaal goedkoper aanschaffen. Voor meer informatie daarover kun je terecht bij het secretariaat van je opleiding. In de vakomschrijvingen in
hoofdstuk 6.2 is de prijs van de aan te schaffen literatuur zoveel mogelijk aangegeven.
Voor de Ma-opleidingen valt slecht een preciese indicatie te geven van de te verwachten studiekosten. Dit heeft te maken met het feit dat er in die programma’s nog slechts in beperkte mate
sprake is van verplichte literatuur die moet worden aangeschaft. Omdat het veelal om gespecialiseerder literatuur gaat ligt het vaak voor de hand deze te lenen in de bibliotheek in plaats van
zelf aan te schaffen. In deze fase van de opleiding bepaal je dus in hoge mate zelf hoe hoog je
kosten zullen zijn.
De RuG kent een prijsbeleid studiekosten. Deze regeling beoogt beheersing van de studiekosten,
zodat de component ‘studiekosten’ in het budget van de studiefinanciering niet te boven wordt
gegaan. Men is dus niet meer geld aan studiemateriaal kwijt dan de Minister ter beschikking
stelt. Voor 2014-2015 is het normbedrag € 720,-. Per opleidingsfase geldt een plafondbedrag
van het normbedrag x de cursusduur.
Soms is het onvermijdelijk dat de kosten hoger zijn dan het plafondbedrag. In dat geval kan de
helft van het bedrag dat men meer kwijt is, bij het faculteitsbestuur worden teruggevraagd door
middel van het overleggen van aankoopbewijzen, of is er een andere regeling getroffen.
Bij de studieadviseur van je opleiding en de Centrale Studentenbalie (CSb) is een brochure over
de studiekosten en het universitaire prijsbeleid verkrijgbaar. Daar kun je ook terecht voor verdere informatie.
3.8
BESTELLEN KLAPPERS VIA DE WEBSHOP
Voor uw studie heeft u readers (klappers) nodig. Dit is per opleiding en per vak verschillend. U
krijgt informatie daarover van de opleiding die u volgt of gaat volgen. U kunt deze klappers bestellen en afrekenen via de webshop van de universiteit. Het afhalen vindt plaats in de klapperwinkel van het Harmoniecomplex. De procedure is als volgt:
Ga naar:
https://webshopgrafimedia.ufb.rug.nl/DSF
- Als u voor het eerst deze webshop gebruikt, dient u eerst account te maken (via ‘Registreren’,
geef bij deze registratie bij voorkeur uw studentmailadres op; indien u deze nog niet heeft
(maar wel een ander e-mailadres, adviseren wij om dit later te wijzigen)
- Zodra u dat heeft gedaan kunt u inloggen met uw gebruikersnaam en wachtwoord die u zelf
heeft aangemaakt
- U kunt vervolgens uw klappers bestellen en 6 werkdagen daarna afhalen bij de klapperwinkel
in het Harmoniecomplex
- Houdt u onze website in de gaten voor besteltermijnen van toekomstige semesters en openingstijden
Zie voor uitgebreide instructie, openingstijden klapperwinkel etc. de website van de faculteit:
www.rug.nl/let/repro
3.9
ICT-VOORZIENINGEN
Het gebruik van de computer in vele toepassingen neemt een belangrijke en vanzelfsprekende
plaats in binnen alle Letterenopleidingen. Er wordt dan ook van uitgegaan dat je over basis-ICTvaardigheden beschikt als je aan je studie begint. Om de studenten de mogelijkheid te geven gebruik te maken van een aantal universitaire computerprogramma’s wordt aan alle eerstejaars
studenten bij aanmelding een zogenaamd account en een e-mailadres verstrekt. Met je account
heb je toegang tot het netwerk voor studenten van de Rijksuniversiteit Groningen. Een belangrijke ICT-toepassing voor studenten is de elektronische leeromgeving Nestor, een programma
dat door veel docenten wordt gebruikt als ondersteuning van hun onderwijs. Via Nestor kun je
leerstof ophalen, individuele opgaven en groepsopdrachten maken, studiehandleidingen en col-
Studeren bij de Faculteit der Letteren
13
legeroosters inzien, discussiëren, gegevens uitwisselen en nog veel meer. Om toegang te krijgen
tot Nestor moet je je voor de betreffende onderwijsmodulen hebben ingetekend in ProgRESSWWW (zie 3.3).
Jouw universitaire e-mailadres wordt door de faculteit gebruikt om je op de hoogte te houden
van allerlei zaken. Controleer daarom regelmatig je mail en let er ook op dat je tijdig je wachtwoord aanpast. (Dit moet iedere 200 dagen gebeuren). Je account en je e-mailadres blijven geldig gedurende je hele studietijd.
Binnen de gebouwen van Letteren zijn op verschillende locaties vaste computerwerkplekken beschikbaar voor studenten. Bij de servicedesk op de eerste verdieping hangt een scherm waarop
live een bezettingsoverzicht te zien is van alle computerwerkplekken voor studenten. Je kunt
zelf ook kijken op http://m.rug.nl via een mobielapparaat. Zodat je snel kunt zien in welke zaal
nog computerwerkplekken vrij zijn. De computerzalen zijn geopend van maandag t/m donderdag van 08.15-22.00 uur en op vrijdag van 08.15-18.00 uur.
Het Harmoniecomplex en sommige van de andere gebouwen van de Faculteit der Letteren zijn
voorzien van een draadloos netwerk. Zowel in de kantine als in de Letterenbibliotheek kun je
met jouw eigen laptop werken en zijn er voldoende stroompunten aanwezig.
Ook in de Universiteitsbibliotheek zijn computerfaciliteiten voor studenten. In de UB zijn verder
speciale werkplekken voor taalvaardigheidonderwijs ingericht: individuele werkplekken in zaal
104. Voor deze werkplekken bestaat een apart reserveringssysteem “MyPC” zodat je van te voren
een eigen PC voor zelfstudie kunt reserveren.
In het Harmoniecomplex hangen Kiosk-PC’s waar je snel even op internet kunt surfen, e-mailen
en bijvoorbeeld Nestor kunt gebruiken. Dergelijke Kiosk-PC’s zijn te vinden op de begane grond
in gebouwdeel 13, nabij de Weberfoyer (2 stuks) en in het gebouw aan de A-weg 30 (6 stuks).
Voor problemen die te maken hebben met computergebruik kun je terecht bij de servicedesk
van het CIT op de eerste verdieping van het Harmoniegebouw (zie ook 8.2).
Openingstijden servicedesk: ma. t/m. vr. 08.30-17.00 uur. Je kunt ook contact opnemen met de
servicedesk centraal via het e-mailadres [email protected] of via het telefoonnummer 050363 3232.
Bij het Centrum voor Informatie Technologie (CIT) van de universiteit (Landleven 1, Zernikecomplex, 050-363 3232) kun je terecht voor computercursussen en voor hulp bij het oplossen van problemen met ICT-apparatuur, programma’s en andere voorzieningen. Je kunt ook
thuis contact leggen met het universitaire netwerk. Meer informatie vind je op: www.rug.nl/cit.
Verder kun je via de SURFSPOT.NL (http://surfspot.nl/) software en andere ICT-producten,
legaal, en tegen zeer aantrekkelijke prijzen aanschaffen.
3.10
BIJZONDERE VOORZIENINGEN
Als je als student te maken hebt met een lichamelijke functiebeperking, langdurige psychische
klachten of dyslexie, kun je aanspraak maken op bijzondere voorzieningen. Als het zaken betreft
die binnen de opleiding geregeld moeten worden, kun je het beste contact opnemen met je studieadviseur. Aanbevolen wordt dit zo snel mogelijk te doen, omdat er misschien maatregelen
moeten worden getroffen of aanpassingen moeten worden gepleegd die tijd vergen. Voor nietopleidingsspecifieke problemen, zoals financiële kwesties of andere zaken die je niet bij je opleiding kunt regelen kun je je wenden tot een van de studentendecanen van het Studenten Service
Centrum (SSC). Het adres van het SSC vind je in 8.2.
Verder zijn er voorzieningen voor blinde en/of slechtziende studenten. Dit houdt o.m. in dat
studiemateriaal (klappers) vergroot (A3) kan worden aangeleverd of dat het gedigitaliseerd kan
worden zodat het materiaal geschikt is voor een ‘screen reader’ of voorleessoftware. Ook deze
voorzieningen kunnen via de studieadviseur worden aangevraagd.
Voor studenten die last (dreigen te) krijgen van RSI (tegenwoordig ook wel “CANS” genoemd) is
een uitgebreide voorlichtingsbrochure beschikbaar, te verkrijgen bij de arbo-coördinator van de
faculteit (Rein van den Bos). Ook hangt in alle computerzalen informatie over RSI-preventie.
Cursussen en programma’s kun je downloaden van internet (www.rsi.pagina.nl). Daarnaast
heeft de arbo-coördinator voor vragen over RSI (preventie) twee maal per week een spreekuur:
14
Studeren bij de Faculteit der Letteren
op woensdag- en vrijdagmiddag van 13.15 tot 14.15 uur in kamer 318, gebouwdeel 1315 in het
Harmoniecomplex
3.11
HUISREGELS VOOR STUDENTEN
•
Met het oog op de toezending van allerlei informatie is het noodzakelijk dat het secretariaat
van je opleiding beschikt over het juiste adres en de postcode van alle studenten. Het secretariaat baseert zich hierbij op gegevens van de University Student Desk (USD). Geef daarom
een adreswijziging inclusief postcode altijd onmiddellijk schriftelijk door via Studielink aan
USD en aan het secretariaat van je opleiding!
• Studenten die tussentijds hun studie beëindigen worden geacht de studieadviseur en het secretariaat hiervan op de hoogte te brengen.
• Wie door ziekte of andere omstandigheden noodgedwongen voor kortere of langere tijd niet
aan de colleges en/of tentamens kan deelnemen, dient de studieadviseur en het secretariaat
zo spoedig mogelijk hiervan op de hoogte te stellen. Bovendien moeten de docenten bij wie
men colleges met aanwezigheidsplicht volgt, persoonlijk over de absentie worden geïnformeerd.
Het is aan te bevelen elke studievertraging van meer dan 4 weken direct schriftelijk te melden aan
je studieadviseur, want wellicht kom je in aanmerking voor financiële ondersteuning uit het Afstudeerfonds. Wanneer de vertraging groter is of dreigt te worden dan twee maanden, moet je zelf een
afspraak maken met een studentendecaan van het Studenten Service Centrum (SSC) voor een vervolgmelding. Zie voor meer informatie ook het Studentenstatuut via:
http://myuniversity.rug.nl/infonet/studenten/regelingen-klachtinspraak/regelingen/studentenstatuut2012-2013/
3.12
VERTROUWENSPERSOON BIJ ONGEWENST GEDRAG
Agressie, (seksuele) intimidatie, geweld en discriminatie zijn vormen van gedrag die niet thuis
horen in een goed en stimulerend studieklimaat. Het College van Bestuur van de Rijksuniversiteit Groningen probeert dit soort 'ongewenst gedrag' dan ook te voorkomen en heeft in dit kader
o.a. een vertrouwenspersoon aangesteld.
Medewerkers en studenten respecteren over het algemeen elkaars grenzen. Grenzen die meestal
heel vanzelfsprekend zijn, maar die af en toe expliciet gemaakt moeten worden omdat gedrag
dat door de een als 'een leuke manier van omgaan' wordt beschouwd voor een ander te ver gaat.
Soms ècht te ver. Wanneer een ander jou lastig valt met zijn of haar gedrag en je zelf niet meer
weet hoe je de situatie op moet lossen kun je verschillende dingen doen. Je kunt de hulp van een
medestudent, een docent of een andere contactpersoon binnen de faculteit inroepen.
Je kunt echter ook contact opnemen met de vertrouwenspersoon van de universiteit. Zij fungeert in eerste instantie als klankbord en kan je helpen om te zoeken naar een oplossing. Soms
kan dat een informele oplossing zijn, waarbij de vertrouwenspersoon eventueel bemiddelt. Indien noodzakelijk of gewenst kan ze je ook doorverwijzen naar een andere instantie. Bij meer
extreme vormen van ongewenst gedrag kan een formele oplossing meer voor de hand liggen.
Binnen de Rijksuniversiteit Groningen bestaat een Klachtenregeling Seksuele Intimidatie,
Agressie, Geweld en Discriminatie (SIAGD) en een Klachtencommissie SIAGD voor studenten
en personeel. Je kunt bij die commissie een formele klacht over ongewenst gedrag indienen. De
vertrouwenspersoon kan je bijstaan bij het indienen van die klacht en bij de formele afhandeling
daarvan.
De vertrouwenspersoon heeft een onafhankelijke positie binnen de universiteit. Ze onderneemt
geen actie zonder de uitdrukkelijke toestemming van degene die haar consulteert. Alle informatie wordt, zoals de naam 'vertrouwenspersoon' al aangeeft, vertrouwelijk behandeld.
Het Bureau Vertrouwenspersoon is de hele week geopend van 09.00 - 17.00 uur en werkt bij
voorkeur op afspraak. Bezoekadres: Visserstraat 49, telefoon 3635435. E-mail:
[email protected] (vertrouwenspersoon) of [email protected] (secretariaat).
U kunt ons ook vinden op de website:
http://myuniversity.rug.nl/infonet/studenten/regelingen-klachtinspraak/vertrouwenspersoon/
Studeren bij de Faculteit der Letteren
15
4
EINDTERMEN EN EXAMENREGELINGEN
4.1
INLEIDING
In dit hoofdstuk vind je informatie over de uitgangspunten en achterliggende gedachten die een
rol hebben gespeeld bij het opstellen van de onderwijsprogramma’s van de faculteit: de doelstellingen en eindtermen. Ook wordt het een en ander gezegd over de juridische basis van de programma’s, de zogenaamde onderwijs- en examenregelingen. Daarnaast is er aandacht voor belangrijke formele zaken als toelatingseisen en entreevoorwaarden, toetsing en beoordeling alsmede examens. Ten slotte word je geïnformeerd over studieadvies en studiebegeleiding.
4.2
PROFIEL EN EINDKWALIFICATIES
De bachelor- en masterprogramma’s die de faculteit aanbiedt, zijn student-georiënteerd. Dat wil
zeggen dat de behoeften van de student in termen van academische vorming centraal hebben
gestaan bij het ontwerpen ervan. Bij het maken van onderwijsprogramma’s zijn drie niveaus onderscheiden: doelstellingen, eindkwalificaties en te verwerven competenties. Een profiel wordt
geformuleerd om helder te maken waartoe de betrokken opleiding opleidt. Voor academische
opleidingen denken we daarbij niet zozeer aan functies en beroepen maar aan gebieden waarover kennis wordt verkregen en met betrekking waartoe theoretische en praktisch georiënteerde
vaardigheden worden aangeleerd. De eindkwalificaties of programmaleeruitkomsten geven aan
wat de student uiteindelijk moet weten, begrijpen en kunnen in termen van inhoud en niveau.
Met competenties wordt het geheel aan te verwerven kennis, inzicht en vaardigheden bedoeld.
Men onderscheidt algemene academische competenties en vakspecifieke competenties. Algemene academische competenties zijn bijvoorbeeld: cognitieve / intellectuele vaardigheden, zoals
het vermogen tot het uitvoeren van analyses, syntheses, evaluaties en toepassingen ten aanzien
van omvangrijke en complexe hoeveelheden gegevens; algemene kernvaardigheden, als het werken in groepen, het verwerken van informatie (leren leren), zelfreflectie, management van informatie, autonoom opereren, communiceren, het oplossen van problemen en het presenteren
van onderzoeksresultaten.
De vakspecifieke competenties worden onderverdeeld in kennis, inzicht en vaardigheden. Terwijl de algemene academische vaardigheden van toepassing zijn voor alle opleidingen, ongeacht
de inhoud, geldt dat de vakspecifieke competenties direct verbonden zijn met het gekozen
hoofdvak.
De eindkwalificaties van een opleiding zijn opgenomen in de Onderwijs- en Examenregeling (zie
4.4).
4.3
HET STUDENTENSTATUUT
Het Studentenstatuut is een overzicht van de rechten en plichten van zowel studenten als de
universiteit. Het is gebaseerd op landelijke wet- en regelgeving (vooral de Wet op Hoger onderwijs
en Wetenschappelijk onderzoek, de WHW) en aangevuld met regelingen die specifiek van de RUG
afkomstig zijn. Deze laatste regelingen zijn opgenomen in de bijlagen bij het instellingsdeel van het
Studentenstatuut.
Het Studentenstatuut bestaat uit twee delen. In het instellingsspecifiekdeel worden de
algemene rechten en plichten genoemd voor de gehele universitaire organisatie, zoals inschrijving
en rechtsbescherming. Het instellingsdeel is te vinden op de website van de RUG
http://myuniversity.rug.nl/infonet/studenten/regelingen-klachtinspraak/regelingen/studentenstatuut2012-2013/
In het instellingsdeel van het Studentenstatuut worden de artikelen van wetten en regelingen niet
letterlijk geciteerd, maar zo leesbaar mogelijk weergegeven. Bij de verschillende onderwerpen zijn
links opgenomen naar de betreffende artikelen van de wet of regeling.
16
Eindtermen en Examenregelingen
Het opleidingsspecifiekdeel bestaat uit de Onderwijs- en examenregelingen en de Regels en
Richtlijnen voor de Examencommissies. Het beschrijft de rechten en plichten die specifiek gelden
voor een opleiding, zoals examens en studiepunten. Deze verschillen per opleiding en faculteit.
Zie voor de OER van je opleiding:
www.rug.nl/let/oer
Geldigheid
Het Studentenstatuut geldt voor het studiejaar 2014-2015. Het instellingsdeel van het
Studentenstatuut wordt jaarlijks, met instemming van de Universiteitsraad, door het College van
Bestuur vastgesteld. Als het Statuut in strijd of tegenspraak is met wettelijke regels, dan gaan de
wettelijke regels voor.
Bekendmaking
Alle studenten ontvangen aan het begin van het studiejaar een mail van het College van Bestuur
met de vermelding waar zij het Studentenstatuut op de website van de RUG kunnen vinden en waar
zij binnen de universiteit het statuut kunnen inzien.
Het belang van het Studentenstatuut
Alle studenten worden geacht op de hoogte te zijn van de inhoud van het Studentenstatuut. Als je je
niet houdt aan de plichten die uit het statuut voortvloeien, heeft dat mogelijk consequenties voor je
rechten, bijvoorbeeld op financiële ondersteuning uit het Afstudeerfonds.
Een wet of regeling heeft per definitie een algemeen karakter. Dat geldt ook voor het
Studentenstatuut. Dit betekent dat het effect in een concrete situatie en in een individueel geval niet
altijd eenduidig en voorspelbaar is. Ten slotte is ‘recht’ nooit statisch, maar voortdurend in
ontwikkeling. Studenten die dit studiejaar begonnen zijn, krijgen te maken met andere regelingen
dan ouderejaars. Zorg er dus altijd voor dat je je goed laat informeren door jouw faculteit en/of het
Studenten Service Centrum (SSC) en lees het Studentenstatuut goed door.
Onderwerpen in het Studentenstatuut
Het centrale deel van het Studentenstatuut bevat nadere informatie over de rechten en plichten van
de student met betrekking tot de volgende onderwerpen:
- toegang en toelating tot universitaire opleidingen,
- inschrijving en beëindiging inschrijving, betaling collegegeld,
- het onderwijs,inclusief het bindend studieadvies,
- de tentamens en examens,
- financiële ondersteuning in geval van overmacht of bijzondere omstandigheden,
- medezeggenschap,
- gedragsregels,
- rechtsbescherming, klachten-, bezwaar- en beroepsprocedures.
4.4
ONDERWIJS- EN EXAMENREGELINGEN
De Wet op het Hoger Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek bepaalt dat elke opleiding een
Onderwijs- en Examenregeling, kortweg OER, dient te hebben. Deze OER legt het programma
en de tentamens die moeten worden afgelegd vast. Ook wordt er precies in aangegeven in welke
volgorde de studieonderdelen gevolgd moeten worden en welke werk- en toetsvormen er per
module worden gebruikt. Ten slotte bevat de OER ook de regels die gelden met betrekking tot
het afleggen van een tentamen. Elke student wordt geacht kennis te hebben genomen van de
OER van de eigen opleiding. De Onderwijs- en Examenregelingen van alle masteropleidingen
zijn te vinden op het volgende internetadres: www.rug.nl/let/oer
4.5
TOELATINGSEISEN EN ENTREEVOORWAARDEN
Toelatingseisen zijn de eisen waaraan je moet voldoen voordat je met een studie kunt beginnen.
Hoewel elke opleiding zijn eigen toelatingseisen stelt, geldt in het algemeen dat je met een (bepaald) universitair BA-diploma aan de toelatingseisen voor een universitaire master voldoet.
Voor een aantal masteropleidingen geldt dat een BA alleen niet voldoende is: er vindt selectie
plaats. Dit geldt voor alle research masters, voor Journalistiek, Euroculture en Humanitarian
Eindtermen en Examenregelingen
17
Action. Meer informatie over de selectieprocedure vind je in 2.5. Ook kun je altijd informeren bij
je studieadviseur.
Als je een HBO BA-diploma hebt, dan kun je je in het algemeen niet rechtstreeks inschrijven
voor een universitaire masteropleiding. Je moet je eerst inschrijven als bachelorstudent bij de
RUG en dan een pre-master (60 ECTS-punten of minder) volgen. Pre-masters geven geen recht
op een universitair bachelordiploma. Pre-masters geven wel toegang tot een specifiek masterprogramma. Welke vakken je in je pre-master volgt bepaal je samen met de examencommissie
van de masteropleiding die je wilt gaan volgen.
Een aantal opleidingen (zoals bijvoorbeeld Speech and Language Pathology, Geschiedenis en
CIW) heeft specifieke afspraken gemaakt met het HBO over speciale HBO-trajecten die rechtstreeks of met een beperkt schakelprogramma toegang geven tot een masteropleiding. Meer informatie hierover is te verkrijgen bij de studieadviseur van de masteropleiding van je keuze.
Entreevoorwaarden zijn de eisen die gesteld worden aan toelating tot een bepaald studieonderdeel. Het kan bijvoorbeeld zo zijn dat je voor het volgen van een module in het tweede semester
een bepaalde module uit het eerste semester moet hebben afgerond. De specifieke entreevoorwaarden voor de verschillende studieonderdelen zijn te vinden bij de vakomschrijvingen in
hoofdstuk 6.2. en in de Onderwijs- en Examenregeling van de opleiding, bij artikel 3.2.2.
4.6
TOETSING EN BEOORDELING
Voor elk studieonderdeel dat je volgt krijg je een cijfer. De toetsing en beoordeling kunnen op
verschillende manieren plaatsvinden. In het eerste jaar leggen studenten in verhouding vrij veel
schriftelijke en mondelinge tentamens af, in de hogere jaren ligt de nadruk op deelname aan
werkcolleges en wordt de inhoudelijke bijdrage beoordeeld. Die bijdrage kan betrekking hebben
op het houden van een voordracht en/of het schrijven en zonodig presenteren van een werkstuk
en de beoordeling van werkstukken van collega-studenten. Voor mondelinge en schriftelijke tentamens geldt dat er twee kansen per jaar zijn: het reguliere tentamen en de herkansing. De herkansing vindt plaats aan het eind van het semester volgend op het semester waarin het reguliere
tentamen is afgenomen. Eenmaal behaalde tentamens hebben in beginsel een onbeperkte geldigheidsduur. De examencommissie kan echter een vervangend dan wel aanvullend tentamen
opleggen indien het tentamen langer dan zes jaar geleden is behaald.
Om je studielast goed te kunnen spreiden over het jaar is het belangrijk dat je tentamens in één
keer haalt, omdat je anders aan het einde van het semester met zowel hertentamens als reguliere
tentamens te maken krijgt.
Voor papers of werkstukken geldt de deadline die de betreffende docent stelt in de studiehandleiding die aan het begin van het semester wordt uitgedeeld. Het is belangrijk voor het verloop
van het college en voor je eigen studievoortgang dat je je aan de gestelde deadlines houdt. Veelal
zullen werkstukken tijdens de (werk)collegeperiode worden gepresenteerd en moet de uiteindelijke versie uiterlijk in de tentamenweken aan het eind van het semester worden ingeleverd.
Je masterscriptie dien je zowel in schriftelijke- als in digitale vorm in te leveren bij je docent.
Voor docenten geldt een maximale nakijktermijn van tien werkdagen. In geval van een tentamen met essayvragen dat door meer dan 50 studenten is gemaakt kan deze termijn woren verlengd tot vijftien werkdagen. Dat betekent dus dat zij vanaf de dag waarop een tentamen is gemaakt of een werkstuk is ingeleverd maximaal tien danwel vijftien werkdagen hebben om het
tentamen of werkstuk na te kijken en de behaalde resultaten door te geven aan Bureau Studentzaken. Daarna duurt het nog maximaal drie dagen tot de resultaten in ProgRESS-WWW te zien
zijn.
4.7
PLAGIAAT
Een belangrijke norm in de wetenschappelijke wereld is wetenschappelijke integriteit. Dit houdt
onder andere in dat je, wanneer je bronnen gebruikt voor je werkstukken, deze bronnen ook
vermeldt en het intellectuele eigendom van anderen respecteert. Plagiaat, ofwel het overnemen
18
Eindtermen en Examenregelingen
van andermans ideeën, formuleringen of zelfs hele werkstukken en die voor eigen werk laten
doorgaan, wordt dan ook niet getolereerd. Bij constatering van plagiaat kun je zelfs voor een jaar
worden uitgesloten van deelname aan tentamens of werkstukken, of bij herhaling van de universiteit worden verwijderd.
In veel studiehandleidingen kun je informatie vinden over plagiaat en hoe je het zelf kunt voorkomen. Verder kun je ook het volgende RUG-internetadres hierover raadplegen:
http://www.rug.nl/education/other-study-opportunities/hcv/schriftelijke-vaardigheden/voorstudenten/plagiaat
4.8
EXAMENS
Het masterexamen vormt het eindpunt van je studie, als je alle studieonderdelen hebt behaald.
Als je het masterexamen wilt afleggen, moet je uiterlijk twee maanden vóór afronding van de
studie de zogenaamde 'goedkeuring vakkenpakket’ aanvragen in ProgRESSWWW. Het vakkenpakket wordt goedgekeurd door de examencommissie van je opleiding. Nadat je alle onderdelen
van je vakkenpakket hebt gehaald, moet je je bul aanvragen in ProgRESSWWW. Daarna kan
BSZ de procedure voor de uitreiking van het diploma, de bul, starten. De buluitreiking vindt
plaats op de tijdstippen (onder voorbehoud) zoals aangegeven op de website van BSZ:
www.rug.nl/let/bsz
4.9
STUDIEADVIES EN STUDIEBEGELEIDING
Voor studieadvies en studiebegeleiding kun je terecht bij de studieadviseur van je opleiding. Het
initiatief daartoe moet door de student zelf genomen worden. Een lijst met de namen van alle
studieadviseurs met hun (e-mail)adressen en telefoonnummers vind je in hoofdstuk 8.3. De
studieadviseur kan je ook helpen met het opstellen van studieplanningen en kan je doorverwijzen naar andere hulpbiedende instanties. Ook voert de studieadviseur studievoortgangsgesprekken met de studenten.
4.10
KLACHTEN EN OPMERKINGEN
Het is mogelijk dat je opmerkingen of klachten hebt over de uitvoering en/of inhoud van het
onderwijs. Hiermee ga je in eerste instantie naar de docent die het onderwijs verzorgt. Met
problemen over de inrichting van het onderwijsprogramma ga je naar de Opleidingscommissie
van je opleiding; bij de directeur van het Onderwijsinstituut kun je terecht voor klachten over de
wijze waarop het onderwijs wordt verzorgd. Je kunt je klachten ook kwijt bij het
StudentenForum Letteren of bij Lila (link-logisch-Alliantie)
Wanneer je denkt dat er fouten zijn gemaakt bij de toepassing van regels in de Onderwijs- en
Examenregeling (de OER), kun je je richten tot de Examencommissie van je opleiding. Wordt er
geen bevredigende oplossing gevonden, dan kun je je wenden tot het College van Beroep voor de
Examens (zie ook het studentenstatuut via:
www.rug.nl/let/informatievoor/studenten/regelgeving/studentenstatuut.
Eindtermen en Examenregelingen
19
5
HET STUDIEPROGRAMMA
5.1
INLEIDING
Dit hoofdstuk bevat gedetailleerde informatie over de opbouw van de verschillende masterprogramma’s van de faculteit, te onderscheiden in maatschappelijk georiënteerde, educatieve en research Ma-opleidingen. Allereerst wordt door middel van studieschema’s een overzicht gegeven
van de studieonderdelen die een programma, een afstudeerrichting en/of een studiepad bevat.
In het schema wordt vermeld of een studieonderdeel verplicht moet worden gevolgd als onderdeel van een programma of dat er sprake is van een keuzevak. Een keuzevak wordt gekozen uit
een beperkte voorgeschreven aantal opties. Vrije studieruimte is binnen de Ma-opleidingen niet
voorzien. De studieschema’s zijn per Ma-opleiding gerangschikt en zijn voorzien van een toelichting van één tot twee pagina’s per programma. Vervolgens wordt in aparte hoofdstukken
aandacht gegeven aan de beroepsoriënterende stage en het afstudeerwerkstuk. Ten slotte bevat
het nadere informatie over de Lerarenopleiding.
In de studieschema’s in hoofdstuk 5.2 worden de volgende afkortingen gehanteerd:
sem. semester waarin het vak gegeven wordt
uw
aantal uren per week dat het vak gegeven wordt
ECTS aantal ECTS-punten
V
verplicht vak
K
keuzevak
KG
keuzegroep
var.
variabel (aantal uren)
20
Het Studieprogramma
5.2
MASTEROPLEIDINGEN EN MASTERPROGRAMMA’S
5.2.1
Archeologie 60 ECTS (CROHO 60805)
Programma’s (afstudeerrichtingen)
De masteropleiding Archeologie (CROHO 60805) kent twee programma’s:
Klassieke en mediterrane archeologie
Pre- en protohistorie van Noordwest Europa
Profiel van de opleiding
De masteropleiding Archeologie aan de RuG maakt de student gereed voor een loopbaan op het
gebied van de archeologie (veldarcheoloog, museumconservator, beleidsmedewerker monumentenzorg, onderzoeker etc.). De masteropleiding heeft twee programma’s: Pre- en Protohistorie
(PP) en Klassieke en Mediterrane Archeologie (KMA). In beide programma’s is een specialisatie
in de Ecologische archeologie mogelijk.
De masteropleiding Archeologie onderhoudt nauwe relaties met het Groninger Instituut voor
Archeologie (GIA), het archeologisch onderzoeksinstituut van de RUG. De duur van de masteropleiding is 1 studiejaar.
Toelatingseisen
Een bacheloropleiding Archeologie geeft toegang tot de masteropleiding Archeologie. Na het
volgen van een schakel of premaster-programma kan met een HBO-diploma archeologie toegang worden verkregen.
Programma:
Classical and Mediterranean Archaeology
sem
Ia-b
Ia-b
Ia-b
Ia-b
IIa-b
IIa-b
uw vaknaam
var Archaeology Today
var
Mediterranean Landscape Archaeology
4
The Archaeology of Death
3
The Rise of Cities and States
var Master’s Thesis in Archaeology
MA-internship Archaeology
vakcode
LPX013M10
LPX009M10
LPX006M10
LPM005M10
LPX999M20
LPX014M10
ECTS
10
10
10
10
20
10
V/K
V
KG
KG
KG
V
KG
taal
Eng
Eng
Eng
Eng
Eng
Eng
IIa
IIb
3
6
LPX007M05
LPX008M05
5
5
KG
KG
Eng
Eng
Advanced Modeling in GIS - Theory
Advanced Modeling in GIS - Practice
Opmerkingen:
Programma:
sem
Ia-b
Ia-b
Ia-b
Ia-b
Ia-b
IIa-b
IIa-b
uw
var
var
var
4
3
var
IIa
IIb
3
6
Students have to choose 2 modules from the optional group (KG) in semester I and 10 ETCS from OG in semester II.
Classical and Mediterranean Archaeology, track Bioarchaeology
vaknaam
Archaeology Today
Bioarchaeology
Mediterranean Landscape Archaeology
The Archaeology of Death
The Rise of Cities and States
Master’s Thesis in Archaeology
MA-internship Archaeology
Opmerkingen:
Advanced Modeling in GIS - Theory
Advanced Modeling in GIS - Practice
vakcode
LPX013M10
LPX010M10
LPX009M10
LPX006M10
LPM005M10
LPX999M20
LPX014M10
ECTS
10
10
10
10
10
20
10
V/K
V
V
KG
KG
KG
V
KG
taal
Eng
Eng
Eng
Eng
Eng
Eng
Eng
LPX007M05
LPX008M05
5
5
KG
KG
Eng
Eng
Students have to choose 10 ECTS from the optional group (KG) in semester I and 10 ECTS from OG, semester II.
Het Studieprogramma
21
Programma:
Classical and Mediterranean Archaeology, track Maritime Archaeology
sem uw vaknaam
Ia-b var Archaeology Today
Ia-b
MA-internship Archaeology
vakcode
LPX013M10
LPX014M10
ECTS V/K taal
10
V
Eng
10
KG
Eng
Ia-b
Ia-b
Ia-b
IIa-b
IIa-b
LPX009M10
LPX006M10
LPM005M10
LKR009M10
LPX999M20
10
10
10
10
20
var
Mediterranean Landscape Archaeology
4
The Archaeology of Death
3
The Rise of Cities and States
var Maritieme archeologie
var Master’s Thesis in Archaeology
Opmerkingen:
Programma:
sem
Ia-b
Ia-b
Ia-b
IIa-b
IIa-b
uw
var
var
var
var
IIa
IIb
3
6
sem
Ia-b
Ia-b
Ia-b
Ia-b
Ia-b
IIa-b
IIa-b
uw
var
var
var
var
var
var
IIa
IIb
3
6
vakcode
LPX013M10
LPX011M10
LPX012M10
LPX999M20
LPX014M10
ECTS
10
10
10
20
10
V/K
V
V
V
V
KG
taal
Eng
Eng
Eng
Eng
Eng
LPX007M05
LPX008M05
5
5
KG
KG
Eng
Eng
Students have to choose 10 ECTS from the optional group (KG).
Prehistory and Protohistory, track Arctic Archaeology
vaknaam
Archaeology Today
Sustainability at the Polar Regions
Bioarchaeology
Prehistoric Cultural Landscapes
Terp Archaeology
Master’s Thesis in Archaeology
MA-internship Archaeology
Opmerkingen:
22
Prehistory and Protohistory
Advanced Modeling in GIS - Theory
Advanced Modeling in GIS - Practice
Programma:
Eng
Eng
Eng
Eng
Eng
Students have to choose 20 ECTS from the optional group (KG).
vaknaam
Archaeology Today
Prehistoric Cultural Landscapes
Terp Archaeology
Master’s Thesis in Archaeology
MA-internship Archaeology
Opmerkingen:
KG
KG
KG
V
V
Advanced Modeling in GIS - Theory
Advanced Modeling in GIS - Practice
vakcode
LPX013M10
LKR013M10
LPX010M10
LPX011M10
LPX012M10
LPX999M20
LPX014M10
ECTS
10
10
10
10
10
20
10
V/K
V
V
KG
KG
KG
V
KG
taal
Eng
Eng
Eng
Eng
Eng
Eng
Eng
LPX007M05
LPX008M05
5
5
KG
KG
Eng
Eng
Students have to choose 10 ECTS from the optional group (KG) in semester I and 10 ECTS from KG, semester II.
Het Studieprogramma
Programma:
sem
Ia-b
Ia-b
Ia-b
Ia-b
IIa-b
IIa-b
uw
var
var
var
var
var
IIa
IIb
3
6
Prehistory and Protohistory, track Bioarchaeology
vaknaam
Archaeology Today
Bioarchaeology
Prehistoric Cultural Landscapes
Terp Archaeology
Master’s Thesis in Archaeology
MA-internship Archaeology
Advanced Modeling in GIS - Theory
Advanced Modeling in GIS - Practice
Opmerkingen:
vakcode
LPX013M10
LPX010M10
LPX011M10
LPX012M10
LPX999M20
LPX014M10
ECTS
10
10
10
10
20
10
V/K
V
V
KG
KG
V
KG
taal
Eng
Eng
Eng
Eng
Eng
Eng
LPX007M05
LPX008M05
5
5
KG
KG
Eng
Eng
1. Students have to choose 10 ECTS from the optional group (KG) in semester II.
2. Students have the choice between “Prehistoric Cultural Landscapes”
and “Terp Archaeology”.
Programma:
Prehistory and Protohistory, track Maritime Archaeology
sem uw vaknaam
Ia-b var Archaeology Today
Ia-b
MA-internship Archaeology
vakcode
LPX013M10
LPX014M10
ECTS V/K taal
10
V
Eng
10
KG
Eng
Ia-b
Ia-b
IIa-b
IIa-b
LPX011M10
LPX012M10
LKR009M10
LPX999M20
10
10
10
20
var
Prehistoric Cultural Landscapes
var
Terp Archaeology
var Maritieme archeologie
var Master’s Thesis in Archaeology
Opmerkingen:
KG
KG
V
V
Eng
Eng
Eng
Eng
Students have to choose 20 ECTS from the optional group (KG).
Verplichtingen en keuzemogelijkheden
Studeren in het buitenland
De opleiding stimuleert studenten een deel van de masterstudie aan een buitenlandse universiteit te volgen. De opleiding heeft daartoe uitwisselingsprogramma’s met vele universiteiten in de
E.U. en daarbuiten (o.a. in Groot-Brittannië, Denemarken, Italië, Spanje, Griekenland, Roemenië). Vooral in de voorbereidingsfase tot het schrijven van de scriptie (bronnenonderzoek, museumbezoek, aanvullende cursussen) is een verblijf aan een buitenlandse universiteit waardevol.
Relatie met andere masterprogramma’s
Naast de eenjarige masteropleiding Archeologie bestaat er in Groningen de tweejarige researchmaster Art History and Archaeology (CROHO 60133) die specifiek opleidt tot onderzoeker. Een selectieprocedure gaat vooraf aan de toelating tot deze onderzoeksopleiding. Deze opleiding heeft drie archeologische profielen: Pre- en Protohistorie van Noordwest-Europa, Klassieke Mediterrane Archeologie en Arctische studies (zie 5.6). Zie verder de betreffende website.
5.2.2
Archeologie 120 ECTS (CROHO 60133)
Art History and Archaeology – Research Master
Informatie over deze Engelstalige opleiding vind je in het Engelstalige deel van deze studiegids
op pagina 79.
Het Studieprogramma
23
5.2.3 Communicatie- en Informatiewetenschappen 60 ECTS (CROHO 66826)
Programma’s (afstudeerrichtingen)
De masteropleiding Communicatie- en Informatiewetenschappen kent vier programma’s waarin
de student kan afstuderen:
1. Communicatiekunde
2. Communicatie en Educatie
3. Computercommunicatie
4. Informatiekunde
Profiel van de masteropleiding
In de master Communicatie- en Informatiewetenschappen worden taal, communicatie en informatie bestudeerd. Aan de orde komen processen en producten van het gebruik van taal en
tekst in professionele en educatieve contexten. De opleiding besteedt aandacht aan het analyseren, evalueren en ontwerpen van mondelinge, schriftelijke en computergemedieerde communicatie. In de masteropleiding leren studenten werken met theorieën en methoden uit de communicatiekunde, taalbeheersing en informatiekunde. Deze bieden het kader voor de bestudering
van informatieoverdracht, beïnvloedings- en besluitvormingsprocessen, de interactionele constructie van cultuur en identiteit, communicatie in verschillende media en computercommunicatie, en de ontwikkeling van communicatieve vaardigheden. De opleiding bereidt voor op functies in onderzoek, voorlichting en advisering, en onderwijs en training. De masteropleiding biedt
een verbreding en verdieping van de in de bacheloropleiding opgedane kennis en vaardigheden.
Toelatingseisen
Toegang tot de programma’s Communicatiekunde, Communicatie en Educatie, Computercommunicatie en Information Science wordt verkregen op basis van een bachelordiploma Communicatie- en Informatiewetenschappen, Nederlandse Taal en Cultuur en Informatiekunde. Voor
studenten met een bachelordiploma Taalwetenschap of met een bachelor in een andere taal en
cultuur dan Nederlands geldt de minor Communicatie- en Informatiewetenschappen (30 ECTS)
en/of een schakelprogramma op maat (eveneens 30 ECTS) als aanvullende eis. Voor studenten
met een diploma van een andere letterenopleiding of een nauw verwante HBO-studie, zoals Informatica en Communicatie, is een schakeljaar nodig voordat aan de Masteropleiding kan worden begonnen. Bij instroom vanuit andere HBO-opleidingen wordt een individueel programma
vastgesteld dat in de regel langer duurt dan een jaar. Met een bachelor Kunstmatige Intelligentie
heb je rechtstreeks toegang tot het programma Information Science. Zie voor uitgebreidere informatie de Onderwijs- en Examenregelingen van de MA Communicatie- en Informatiewetenschappen.
Communicatiekunde
Opbouw van het studieprogramma
Het programma Communicatiekunde bouwt voort op de theoretische en methodologische onderdelen uit de bachelor Communicatie- en Informatiewetenschappen en vormt een verdieping
en verbreding ten opzichte van deze fase. In dit programma houden studenten zich vooral bezig
met onderzoek naar vormen van taal- en tekstgebruik als communicatiemiddel. Daarbij valt te
denken aan de analyse van teksten en gesprekken in professionele contexten, maar ook aan onderzoek naar de invloed van een medium of aan de evaluatie van communicatiemiddelen van
een organisatie. De meeste studieonderdelen staan in het teken van onderzoek en theorievorming. Sommige onderdelen zijn praktischer ingericht, daar brengen studenten opgedane kennis
in de praktijk. Aan de orde komt bijvoorbeeld hoe je organisaties communicatieadvies kunt geven of hoe je een communicatiemiddel ontwerpt en evalueert. Het programma wordt afgerond
met een scriptie die kan worden gekoppeld aan de stage.
24
Het Studieprogramma
Programma:
Communicatiekunde
sem uw vaknaam
Ia-b
Communicatie-advisering
vakcode
LCX058M10
ECTS V/K taal
10
K
NL
Ia-b
Ia-b
Ia-b
Ia-b
Ia-b
Ia-b
2
2
2
2
2
Conversatie-analyse medische interactie
Diagnose en advisering in organis. comm.
Experimenteel persuasieonderzoek
Human-Computer Communication
Media en Discourse: Framing
Onderzoek communicatievaardigheden
LCX045M10
LCX005M10
LCX038M10
LCX063M10
LCX039M10
LCX057M10
10
10
10
10
10
10
K
K
K
K
K
K
NL
NL
NL
Eng
NL
NL
Ia-b
Ia-b
4
Taal en tekstoptimalisatie
Vragenlijsten en instructieve teksten
LCX062M10
LCX059M10
10
10
K
K
NL
NL
Ia
2
Ib
4
IIa-b var
IIa-b
Multichannel Management
Computer-Mediated Communication
Ma-scriptie CIW
Communicatie-advisering
LIX023M05
LIX022M05
LCX999M20
LCX058M10
5
5
20
10
K
K
V
K
Eng
Eng
NL
NL
IIa-b 2
IIa-b
Diagnose en advisering in organis. comm.
Gesprekskwaliteit in gezondheidscomm.
LCX005M10
LCX061M10
10
10
K
K
NL
NL
IIa-b var Ma-stage CIW
IIa-b
Multimodale instructieve teksten
LCX000M10
LCX060M10
10
10
K
K
NL
NL
IIa-b
Onderzoek communicatievaardigheden
LCX057M10
10
K
NL
Persuasieve gezondheidscommunicatie
Writing: Context, Process and Text
User Interface Evaluation
Communicatietechnologie
LCX048M10
LLS025M10
LIX024M05
LIX020M05
10
10
5
5
K
K
K
K
Eng
Eng
Eng
Eng
IIa-b
IIa-b
IIa
IIb
4
4
4
4
Opmerkingen:
In totaal kiest de student 40 ECTS aan onderdelen uit semester 1 en/of
2, naast de scriptie.
De onderdelen “Diagnose en advisering”, “Onderzoek communicatievaardigheden” en “Communicatie-advisering” worden zowel in semester 1 als
in semester 2 aangeboden.Hetzelfde geldt voor de stage en de scriptie.
Communicatiekunde: traject Gezondheidscommunicatie
Binnen het MA programma Communicatiekunde is het mogelijk je als student te specialiseren in
een traject Communicatie en Gezondheid. Binnen dit traject kun je je als student bezighouden
op het terrein van de gezondheidscommunicatie vanuit zowel de kant van de persuasieve communicatie en document design als van de kant van het interactie-onderzoek. Het traject bestaat
uit 60 ECTS en is als volgt opgebouwd (zie ook onderstaand schema). Je volgt één onderzoekscollege van 10 ECTS op het terrein van document design/persuasieve communicatie en één onderzoekscollege van 10 ECTS op het terrein van interactie-onderzoek. Je afstudeerwerkstuk van
20 ECTS gaat over een onderwerp op het gebied van gezondheidscommunicatie en de laatste 20
ECTS zijn vrij invulbaar. Daarbij kan je kiezen voor een of twee onderzoekscollege(s) CIW,
waarbij docenten bereid zijn een “gezondheids”invulling te geven binnen hun vak. Een andere
optie is om één onderzoekscollege te vervangen voor een 10 ECTS stage op het terrein van de
gezondheidscommunicatie.
Het Studieprogramma
25
Programma:
Communicatiekunde, traject Gezondheidscommunicatie
sem uw vaknaam
Ia-b 2
Conversatie-analyse medische interactie
Ia-b 2
Experimenteel persuasieonderzoek
Ia-b
Communicatie-advisering
vakcode
LCX045M10
ECTS V/K taal
10
KGA NL
LCX038M10
LCX058M10
10
10
KGA NL
KGB NL
Ia-b
LCX005M10
10
KGB NL
LCX059M10
10
KGB NL
IIa-b var Ma-scriptie CIW
LCX999M20
IIa-b
Gesprekskwaliteit in gezondheidscomm. LCX061M10
20
10
V
NL
KGA NL
IIa-b 4
IIa-b
Persuasieve gezondheidscommunicatie
Communicatie-advisering
LCX048M10
LCX058M10
10
10
KGA Eng
KGB NL
IIa-b 2
Diagnose en advisering in organis.
comm.
Ma-stage CIW
LCX005M10
10
KGB NL
LCX000M10
10
KGB NL
2
Diagnose en advisering in organis.
comm.
Vragenlijsten en instructieve teksten
Ia-b
IIa-b var
Opmerkingen:
Uit keuzegroep A (KGA) volgt de student minimaal één onderzoekscollege op het gebied van document design/persuasieve communicatie en één
interactiecursus.
Uit keuzegroep B (KGB) kiest de student voor 20 ECTS aan onderdelen.
De MA-scriptie is verplicht.
Communicatie en educatie
Opbouw van het studieprogramma
De thema’s en de werkvormen van de programmaonderdelen zijn gericht op uitbreiding van
kennis en ontwikkeling van academische en professionele vaardigheden. In onderzoekscolleges
leren studenten hoe zij vanuit onderzoekersperspectief naar (de verwerving van) communicatieve competenties kunt kijken. De aandacht gaat daarbij niet alleen uit naar expliciet-educatieve
settingen (onderwijs- en trainingssituaties), maar ook naar impliciete leersituaties (waarin
mondeling en schriftelijk taalgebruik ongemerkt bijdraagt aan vaardigheidsontwikkeling). Door
literatuurstudie vindt verdieping plaats in klassieke en eigentijdse theorieën en inzichten op het
gebied van taalgebruik en taalgebruikspraktijken en de ontwikkeling en verwerving van de benodigde competenties bij kinderen, jongeren en professionals.
Het programma biedt training in professionele en vooral academische vaardigheden, draagt bij
aan de (verdere) vorming van een academische attitude en dito werk- en denkniveau, en legt de
basis voor professionele vaardigheden voor onderwijs, training en coaching. Praktijkervaring
kan worden opgedaan in een stage bij een bedrijf of instelling (bijvoorbeeld een onderwijsonderzoek- en adviescentrum, of communicatietrainingsbureau). Het programma wordt afgerond
met een scriptie die kan worden gekoppeld aan de stage.
Programma:
Communicatie en educatie
sem uw vaknaam
Ia-b
Communicatie-advisering
vakcode
LCX058M10
ECTS V/K taal
10
V
NL
Ia-b
LCX057M10
10
V
NL
LCX045M10
10
KG
NL
LCX005M10
10
KG
NL
LCX999M20
LCX005M10
20
10
V
KG
NL
NL
Ia-b
Onderzoek communicatievaardigheden
Conversatie-analyse medische interactie
Ia-b 2
Diagnose en advisering in organis.
comm.
IIa-b var Ma-scriptie CIW
IIa-b 2
Diagnose en advisering in organis.
comm.
26
2
Het Studieprogramma
IIa-b var
IIa-b 4
Ma-stage CIW
Writing: Context, Process and Text
Opmerkingen:
LCX000M10
LLS025M10
10
10
KG
KG
NL
Eng
Uit de keuzegroep in semester 1 kiest de student één onderdeel van 10
ECTS.
Uit de keuzegroep in semester 2 kiest de student één onderdeel van 10
ECTS.
Programma:
Communicatie en educatie (start februari)
sem uw vaknaam
Ia-b var Ma-scriptie CIW
Ia-b 2
Conversatie-analyse medische interactie
Ia-b 2
Diagnose en advisering in organis.
comm.
Ia-b var
Ma-stage CIW
IIa-b
Communicatie-advisering
vakcode
LCX999M20
LCX045M10
ECTS V/K taal
20
V
NL
10
KG
NL
LCX005M10
10
KG
NL
LCX000M10
LCX058M10
10
10
KG
V
NL
NL
IIa-b
LCX057M10
10
V
NL
LCX005M10
10
KG
NL
LLS025M10
10
KG
Eng
Onderzoek communicatievaardigheden
IIa-b 2
Diagnose en advisering in organis.
comm.
Writing: Context, Process and Text
IIa-b 4
Opmerkingen:
Uit de keuzegroep in semester 1 kiest de student één onderdeel van 10
ECTS.
Uit de keuzegroep in semester 2 kiest de student één onderdeel van 10
ECTS.
Computercommunicatie
Opbouw van het studieprogramma
Het programma Computercommunicatie bouwt voort op theoretische en methodologische onderdelen uit de bacheloropleidingen Communicatie- en Informatiewetenschappen en Informatiekunde en richt zich op de interactie van de mens met de computer en op de interactie tussen
mensen via de computer. Het doel van het programma is om de student vertrouwd te maken
met theorieën en methoden om deze interacties te evalueren en met kennis van technologische
mogelijkheden om deze interacties te verbeteren. Het zwaartepunt kan in dit programma, afhankelijk van de gekozen vakken, meer of minder op de technologie dan wel op de communicatie liggen. Het programma richt zich erop om interactieproblemen in professionele contexten te
identificeren, te analyseren, en hiervoor oplossingen te ontwikkelen, vanuit een achtergrond
waarin kennis van technologie en communicatie zijn geïntegreerd.
Programma:
sem
Ia-b
Ia-b
Ia-b
Ia-b
Ia-b
Ia-b
Ia-b
uw
2
2
2
2
2
4
Computercommunicatie
vaknaam
Conversatie-analyse medische interactie
Diagnose en advisering in organis. comm.
Experimenteel persuasieonderzoek
Human-Computer Communication
Media en Discourse: Framing
Taal en tekstoptimalisatie
Vragenlijsten en instructieve teksten
Ia
2
Multichannel Management
Ib
4
Computer-Mediated Communication
IIa-b var Ma-scriptie CIW
Het Studieprogramma
vakcode
LCX045M10
LCX005M10
LCX038M10
LCX063M10
LCX039M10
LCX062M10
LCX059M10
ECTS
10
10
10
10
10
10
10
V/K
K
K
K
K
K
K
K
taal
NL
NL
NL
Eng
NL
NL
NL
LIX023M05
LIX022M05
LCX999M20
5
5
20
KG
KG
V
Eng
Eng
NL
27
IIa-b var Ma-stage CIW
IIa-b 2
Diagnose en advisering in organis. comm.
IIa-b
Gesprekskwaliteit in gezondheidscomm.
LCX000M10
LCX005M10
LCX061M10
10
10
10
V
K
K
NL
NL
NL
IIa-b
Multimodale instructieve teksten
LCX060M10
10
K
NL
Persuasieve gezondheidscommunicatie
Writing: Context, Process and Text
User Interface Evaluation
Communicatietechnologie
LCX048M10
LLS025M10
LIX024M05
LIX020M05
10
10
5
5
K
K
KG
KG
Eng
Eng
Eng
Eng
IIa-b
IIa-b
IIa
IIb
4
4
4
4
Opmerkingen:
1. De student kiest in totaal tenminste 10 ECTS uit de keuzegroep.
Daarnaast kiest de student twee van de resterende keuzevakken (uit
semester I of II).
2. De stage en scriptie kunnen zowel in semester 1 als in semester 2
worden gevolgd.
Information Sciences
Opbouw van het studieprogramma
In het Engelstalige programma Information Science ligt het zwaartepunt op de mogelijkheden
die taal- en webtechnologie bieden voor de analyse van taalgebruik bij mensen, tussen mensen
en tussen mens en computer. Hier ligt de nadruk vooral op het werken met tekstcorpora en
communicatie via digitale media. Het programma bevat vakken waarin onderzocht wordt hoe
het automatisch analyseren van taal in teksten en communicatie geoptimaliseerd kan worden,
met het doel meer inzicht te krijgen in de manier waarop de computer doeltreffend ingezet kan
worden binnen de geesteswetenschappen. Er wordt bestudeerd hoe (statistische) modellen en
theorieën van taalstructuur en –betekenis, en communicatie hieraan een zinvolle bijdrage kunnen leveren.
Het programma bestaat uit 60 ECTS waarvan 35 ECTS aan verplichte vakken. De verplichte onderdelen zijn het research seminar (5 ECTS), de stage (10 ECTS) en de scriptie (20 ECTS). Binnen het research seminar worden onderzoeksvaardigheden getraind. De stage biedt gelegenheid
ervaring op te doen binnen de professionele ICT praktijk. De opleiding wordt afgesloten met een
zelfstandig onderzoek waarvan in de scriptie verslag wordt gedaan. De 25 ECTS aan keuzevakken kan worden samengesteld uit de onderstaande onderdelen van elk 5 ECTS:
-
Literature Review
Semantic Webtechnology
Computer-mediated communication
Computational Semantics
Learning from Data
User Interface Evaluation
Natural Language Processing
Computational Simulations of Language Behavior
In Ocasys is per vak aangegeven wat er wordt bestudeerd.
Door de flexibele indeling van het programma is het mogelijk om zowel in september als in februari te starten met de opleiding.
Relatie met andere Masterprogramma’s
Naast de eenjarige masteropleiding Communicatie- en Informatiewetenschappen bestaat er in
Groningen de researchmaster Linguistics (duur 2 jaar), die specifiek opleidt tot onderzoeker.
Studenten met ambities op het vlak van onderzoek en goede studieresultaten kunnen voor deze
onderzoeksopleiding worden geselecteerd (zie 5.6).
28
Het Studieprogramma
Vanuit een bachelor Informatiekunde zijn er mogelijkheden om een verwante master van een
andere opleiding te gaan doen, anderzijds worden vakken uit het masterprogramma Informatiekunde ook wel vanuit verwante masters gevolgd. Als verwante researchopleidingen noemen we
de researchmaster Linguistics bij Letteren en de specialisatie Computational Modeling of Cognition van de researchmaster bij de 'graduate school' Behavioural and Cognitive Neurosciences
(BCN). Ook met de master Communicatie- en Informatiewetenschappen en de masterspecialisatie Mens-machinecommunicatie (MMC) bij de opleiding Kunstmatige Intelligentie zijn er
overeenkomsten. Voorts neemt Informatiekunde deel aan de tweejarige internationale master
Language and Communication Technology .
Toekomstperspectieven
De meeste afgestudeerden gaan aan de slag als communicatiemedewerker, communicatieadviseur, voorlichter, docent, coach of onderwijsontwikkelaar, informatiekundige, webdeveloper, IT-consultant of voorlichter in bedrijven en instellingen, als medewerker binnen een communicatieadviesbureau of als zzp-er in een eigen adviesbureau. Een kleine groep kiest voor een
carrière in het onderwijs en in het wetenschappelijk onderzoek.
Programma:
Information Science
sem uw vaknaam
Ia-b
Research Seminar Information Science
+
IIa-b
Ia
Literature Review Information Science
vakcode
LIX018M05
ECTS V/K taal
5
V
Eng
LIX017M05
5
K
Eng
Ia
Ib
Ib
Ib
IIa-b
IIa-b
IIa-b
IIa
IIa
LIX002M05
LIX021M05
LIX022M05
LIX016M05
LIX999M20
LIX000M10
LIX015M05
LIX001M05
LIX024M05
5
5
5
5
20
10
5
5
5
K
K
K
K
V
V
K
K
K
Eng
Eng
Eng
Eng
NL
NL
Eng
Eng
Eng
4
2
4
4
var
var
2
4
4
Semantic Web Technology
Computational Semantics
Computer-Mediated Communication
Learning from Data
Ma-scriptie Informatiekunde
Ma-stage Informatiekunde
Computational Simulations
Natural Language Processing
User Interface Evaluation
Opmerkingen:
5.2.4
1. De onderdelen Research Seminar, stage en scriptie zijn verplicht en
kunnen ook buiten de aangegeven periode worden gedaan.
2. De resterende 25 ECTS kiest de student uit de onderdelen uit de keuzevakken, verspreid over de twee semesters. Het onderdeel Literature
Review kan ook buiten de aangegeven periode worden gedaan.
3. Studenten kunnen voorafgaand aan de start van de Master contact
opnemen met de studieadviseur om het vakkenpakket samen te stellen.
4. Bij start van het programma in februari kan de student de reguliere
Information Science onderdelen in zijn programma opnemen en daarnaast ook het onderdeel Learning from Data of het onderdeel Communicatietechnologie uit het programma Computercommunicatie.
Europese Studies 120 ECTS (CROHO 60847)
Informatie over deze Engelstalige opleiding vind je in het Engelstalige deel van deze studiegids
op pagina 41.
5.2.5
Geschiedenis 60 ECTS (CROHO 66034)
Profiel van de opleiding
In het eenjarige maatschappelijke masterprogramma Geschiedenis Vandaag/History Today
kun je kiezen uit twee beroepsgerichte specialisatietrajecten, Geschiedenis voor de Media, CulHet Studieprogramma
29
tuur- en Erfgoedsector en Geschiedenis voor Beleid, Bestuur en Politiek. Beide worden gekenmerkt door een stage in het daarbij passende beroepenveld. Daarnaast is er de mogelijkheid om
een vrij traject te volgen waarbij de stage kan worden ingeruild voor een extra Onderzoekscollege of twee Historische Methodenvakken. Voor alle trajecten geldt dat je je inhoudelijk kunt specialiseren door een geografisch, chronologisch of thematisch profiel samen te stellen uit het
ruime aanbod van Onderzoekscolleges. Een uitgekristalliseerd profiel is bijvoorbeeld Middenen Oost-Europese Studies (MOES), maar je kunt je ook sterker toeleggen op andere masterprofielen, zoals bijvoorbeeld de middeleeuwen of de moderne tijd.
Toelatingseisen
Een bachelordiploma Geschiedenis geeft toegang tot het maatschappelijke masterprogramma
Geschiedenis Vandaag/History Today. Indien een ander bachelordiploma is behaald kan in
samenspraak met de toelatingscommissie een kort individueel schakelprogramma worden ontwikkeld.
Opbouw van het programma
In het masterprogramma Geschiedenis Vandaag/History Today volg je ten minste twee Onderzoekscolleges van ieder 10 ECTS. In Onderzoekscolleges leer je gebruik te maken van primair
bronnenmateriaal. Wie het vrije traject volgt, kan ook een derde Onderzoekscollege kiezen. Zie
voor uitgebreide informatie over het totale aanbod van Onderzoekscolleges de Onderzoekscollegebrochure, te raadplegen via Nestor onder “Organisation”
Een gemeenschappelijk onderdeel is het publiekshistorische Colloquium ‘The Past in the Present’ (5 ECTS) waarin elk jaar een wisselend actueel thema wordt aangesneden, en/of waarin
actuele ontwikkelingen binnen de geschiedenis worden behandeld en door de studenten voor
een groot publiek toegankelijk wordt gemaakt. Dit onderdeel is naar keuze in te ruilen voor een
extra Historische Methodenvak.
Iedere masterstudent volgt tenminste één Historische Methodenvak. Er zijn vijf vaste Historische Methodenvakken, terwijl er daarnaast ook de mogelijkheid bestaat om te kiezen uit een
aanbod van kleinschalige Privatissima en enkele ‘Summerschools’. Wie het vrije traject doet, kan
in plaats van een derde Onderzoekscollege ook kiezen voor twee extra Historische Methodenvakken (tot een maximum van drie), waaronder dus ook de Privatissima en de Summerschools
vallen.
Voor het specialisatietraject Geschiedenis voor de Media, Cultuur- en Erfgoedsector volg je een
stage (10 ECTS) in de historische media, cultuur- en erfgoedsector.
Voor het specialisatietraject Geschiedenis voor Beleid, Bestuur en Politiek kun je een ‘gewone’
stage (10 ECTS) doen in een overheidsinstelling, organisatie of bedrijf, en/of een stage die is geintegreerd in het college ‘Leergeschiedenis’ (10 ECTS), waarbij studenten een recent veranderingsproces in een instelling, bedrijf of organisatie systematisch leren onderzoeken. Ook in het
MOES-profiel kun je een stage van 10 ECTS inlassen.
Je sluit de master af met een afstudeerwerkstuk in de vorm van een scriptie, een scenario voor
een historische documentaire of een(tentoonstelling en) tentoonstellingsplan met bijbehorende
historische verantwoording van het historisch onderzoek dat aan de documentaire of de tentoonstelling ten grondslag ligt (20 ECTS). Je volgt in dat kader tevens een scriptieintervisiecollege.
Programma:
Ma Geschiedenis Vandaag
sem uw vaknaam
Ia-b 2
Onderzoekscollege geschiedenis
vakcode
ECTS V/K taal
10
V
NL
Ia-b
Ia-b
Ia-b
Ia-b
Ia-b
LGX123M05
LGX000M10
LGX124M05
LGX125M05
LGX126M05
5
10
5
5
5
K
K
KG
KG
KG
NL
NL
En/NL
En/NL
En/NL
LGX127M05
LGX128M05
LGX999M20
5
5
20
KG
KG
V
En/NL
En/NL
En/NL
var Colloquium: Past in the Present
var Ma-stage Geschiedenis
2
Hist. methoden: Archieven & internet
2
Hist. methoden: Beeldcultuur
2
Hist. methoden: Documentaire, museum
Ia-b var
Hist. methoden: Kwantitatieve analyse
Ia-b 2
Hist. methoden: Levensverhalen
IIa-b var Ma-scriptie Geschiedenis
30
Het Studieprogramma
IIa-b var Onderzoekscollege geschiedenis
IIa-b 2
Leergeschiedenis en organisaties
Opmerkingen:
LGX133M10
10
V
En/NL
10
K
NL
1. Historische methoden colleges worden ook in het 2e semester aangeboden.
2. De stage en scriptie kunnen ook buiten de aangegeven periode gedaan worden. Raadpleeg de studieadviseur.
3. Voor wie ‘Leergeschiedenis en Organisatie’ volgt, worden de historische methodencolleges ‘Levensverhalen’ en ‘Kwantitatieve Analyse’ aangeraden.
4. Het Colloquium ‘The Past in the Present’ kan vervangen worden door
een historisch methodencollege.
5. De student kiest in het 2e semester één keuze-onderdeel van 10
ECTS.
6. Bij een vrij traject kan Leergeschiedenis als derde onderzoekscollege
gekozen worden. Bij het afstudeertraject Geschiedenis van Politiek Bestuur en Beleid kan het vak als tweede onderzoekscollege of als vervanging van de stage gevolgd worden.
Ma onderzoekscolleges geschiedenis
sem
Ia-b
Ia-b
Ia-b
Ia-b
Ia-b
Ia-b
Ia-b
Ia-b
Ia-b
Ia-b
Ia-b
IIa-b
IIa-b
IIa-b
IIa-b
IIa-b
IIa-b
IIa-b
IIa-b
uw
3
2
2
2
2
2
2
2
2
2
2
3
2
2
2
2
2
2
2
vaknaam
Biographical Approach of History
Ozc. Migratie en mobiliteit
Res. Sem.: “Late Antiquity”
Res. Sem.: Bonfire and Bells
Res. Sem.: Eastern and Western
Res. Sem.: Forget Transition
Res. Sem.: From Nietsche to Freud
Res. Sem.: Historians and a Violent Past
Res. Sem.: Millionaires & Paupers
Res. Sem.: The Living Archive
Res. Sem.: U.S. Pres. Campaigns
Letter-writing in premodern Europe
Res. Sem.: Creating discontinuity
Res.Sem.:Cultures of Memory in Antiquity
Res. Sem.: Jewish life
Res. Sem.: Race, Gender, Culture
Res. Sem.: Russia and Europe
Res. Sem.: The Abuse of History
Res. Sem.: The Great Divergence
Opmerkingen:
vakcode
LLS026M10
LGX176M10
LGX146M10
LGX157M10
LGX164M10
LGX170M10
LGX175M10
LGX159M10
LGX172M10
LGX165M10
LGX174M10
LLS035M10
LGX169M10
LGX147M10
LGX171M10
LGX156M10
LGX173M10
LGX162M10
LGX158M10
ECTS
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
V/K
K
K
K
K
K
K
K
K
K
K
K
K
K
K
K
K
K
K
K
taal
Eng
NL
Eng
Eng
Eng
Eng
Eng
Eng
Eng
Eng
Eng
Eng
Eng
Eng
Eng
Eng
Eng
Eng
Eng
1. Bij een vrij traject kan Leergeschiedenis als derde onderzoekscollege
gekozen worden. Bij het afstudeertraject Geschiedenis van Politiek Bestuur en Beleid kan het vak als tweede onderzoekscollege of als vervanging van de stage gevolgd worden.
2. Zie voor eventueel aanvullend of gewijzigd aanbod de Onderzoeksbrochure Geschiedenis, die in juni en december op de Nestor-site (my organizations) van geschiedenis verschijnt.
Educatieve master Geschiedenis
Als je de educatieve master Geschiedenis wilt volgen, dan ziet het eerste semester van het eerste
masterjaar er in grote lijnen hetzelfde uit als dat van de studenten die kiezen voor de 'gewone'
Het Studieprogramma
31
master. In het tweede semester van jaar 1 volg je een onderdeel van 10 ECTS-punten 1 bij de lerarenopleiding van het Universitair Onderwijscentrum Groningen (UOCG) als voorbereiding op je
tweede masterjaar. Daarnaast schrijf je een scriptie van 20 ECTS. In het tweede jaar volg je een
'werken-leren traject': naast colleges bij de lerarenopleiding bij de Faculteit GMW sta je een aantal uren per week voor de klas en volg je nog voor 10 ECTS een mastermodule bij Geschiedenis.
Vóór het begin van het 'werken-leren traject' moet je de masterscriptie afgerond hebben, anders
word je niet toegelaten. Met het afronden van de educatieve master heb je zowel je mastertitel
als je eerstegraads lesbevoegdheid behaald. Het is ook mogelijk eerst de eenjarige masteropleiding af te maken en daarna pas in te stromen in de lerarenopleiding. Het praktische deel van de
lerarenopleiding start doorgaans aan het begin van een schooljaar en bij die start moet de voorbereidende cursus al zijn afgerond.
Researchmaster
Naast de eenjarige master Geschiedenis en de tweejarige educatieve master Geschiedenis bestaan er in Groningen de researchmasters Classical, Medieval and Renaissance Studies (CMRS)
en Modern History and International Relations (MHIR) (duur van beide 2 jaar), die specifiek
opleiden tot onderzoeker. Een selectieprocedure gaat vooraf aan de toelating tot deze onderzoeksopleidingen (zie 5.6).
5.2.6
Geschiedenis 120 ECTS (CROHO 60139)
Classical, Medieval and Renaissance Studies – Research Master
Informatie over deze Engelstalige opleiding vind je in het Engelstalige deel van deze studiegids
op pagina 77.
Modern History and International Relations – Research Master
Informatie over deze Engelstalige opleiding vind je in het Engelstalige deel van deze studiegids
op pagina 84.
5.2.7
Internationale Betrekkingen 60 ECTS (CROHO 60734)
Informatie over deze Engelstalige opleiding vind je in het Engelstalige deel van deze studiegids
op pagina 46.
5.2.8 Internationale Betrekkingen 90 ECTS (CROHO 60819)
International Humanitarian Action – Erasmus Mundusprogramma (NOHA)
Informatie over deze Engelstalige opleiding vind je in het Engelstalige deel van deze studiegids
op pagina 52.
5.2.9
Internationale Betrekkingen 120 ECTS (CROHO 60820)
Modern History and International Relations – Research Master
Informatie over deze Engelstalige opleiding vind je in het Engelstalige deel van deze studiegids
op pag 84.
1
De 10 ECTS die je (op dat moment) bij de maatschappelijke master mist haal je in het tweede jaar in, om
uiteindelijk toch de vereiste omvang van 60 ECTS aan studieonderdelen van de maatschappelijke master te
behalen.
32
Het Studieprogramma
5.2.10 Kunst- en Cultuurwetenschappen 60 ECTS (CROHO 60087)
Programma’s
De masteropleiding Kunst- en Cultuurwetenschappen kent vier programma’s waarin de student
kan afstuderen:
- Kunsten, Cultuur en Media
- Kunstgeschiedenis
- Landschapsgeschiedenis
- Architectuur- en Stedenbouwgeschiedenis
Profiel van de opleiding Kunst- en Cultuurwetenschappen
Doel van de opleiding Kunst- en Cultuurwetenschappen is academici op te leiden die beschikken
over een grondig analytisch begrip van de kunsten en van het functioneren van de kunsten in de
samenleving in heden en verleden in de westerse culturele traditie, en in relatie tot andere tradities in een mondiale context. Studenten leren kunst, kunstwerken en het maatschappelijk functioneren van de kunsten in heden en verleden te beschrijven, te analyseren en te interpreteren,
en te beoordelen in een van de deelgebieden die de opleiding bestrijkt: beeldende kunst, architectuur, stedenbouw, landschap, literatuur, muziek, theater, film, nieuwe media. Ook ontwikkelen zij het conceptueel en analytisch vermogen dat nodig is om zelfstandig wetenschappelijk onderzoek met betrekking tot de kunsten en hun maatschappelijke functioneren in de context van
wetenschap en/of beroepspraktijk uit te voeren en te evalueren. Tenslotte leren zij een eigen visie te ontwikkelen, om zo een constructieve en inspirerende bijdrage te kunnen leveren aan, en
verantwoordelijkheid te nemen voor het behoud en de ontwikkeling van de kunsten en hun
maatschappelijke betekenis.
Kunsten, Cultuur en Media
Toelatingseisen tot het programma KCM
Onvoorwaardelijke toegang tot het masterprogramma KCM hebben alle studenten die beschikken over het bachelordiploma KCM, dan wel een vergelijkbaar bachelordiploma, dit ter beoordeling van de toelatingscommissie van de opleiding. Ook zij-instroom vanuit andere Ba- en HBOopleidingen is mogelijk. Raadpleeg hierover de studieadviseur, mevr. drs. L. van Heteren
(l.d.m.e.van.heteren@ rug.nl).
Contextuele specialisaties
Het eenjarige masterprogramma Kunsten, Cultuur en Media kent drie contextuele specialisaties: Kunstbeleid en Marketing (KBM), Analyse en Kritiek (A&K) en Kunsteducatie (KE).
De afstudeerrichting Kunstbeleid en Marketing (KBM) omvat de volgende onderdelen:
Eén werkgroep op het terrein van het kunstvak dat in de Ba gekozen is (literatuur, film,
theater muziek of moderne beeldende kunst - 10 ECTS). 2 Deze werkgroep mag ook vervangen worden door de werkgroep ‘Kunsten en Nieuwe Media’.
Twee van de drie werkgroepen KBM: Kunstsociologie, Kunstbeleid en Kunstmarketing II
(samen 20 ECTS);
Stage en scriptie (samen 30 ECTS). Het onderwerp van de scriptie ligt op het terrein van
het kunstvak en de afstudeerrichting KBM.
Programma:
sem
Ia-b
Ia-b
Ia-b
Ia-b
Ia-b
Ia-b
Ia-b
Ia-b
2
Ma Kunsten, Cultuur en Media: Kunst, Beleid en Marketing
uw vaknaam
3
Arts Module I: Film Topic I
3
Arts Module I: Film Topic II
3
Kunstvak I: Klassieke muziek
3
Kunstvak I: Literatuur
3
Kunstvak I: Muziek en globalisering
3
Kunstvak I: Theater
3
Kunstvak II: Kunsten en nieuwe media
3
Kunstbeleid
vakcode
LWX032M10
LWX033M10
LWX009M10
LWX006M10
LWX010M10
LWX011M10
LWX008M10
LWX025M10
ECTS
10
10
10
10
10
10
10
10
V/K
KG
KG
KG
KG
KG
KG
KG
KG
taal
Eng
Eng
En/NL
En/NL
Eng
Eng
En/NL
Eng
De werkgroep over moderne beeldende kunst wordt aangeboden door K&A.
Het Studieprogramma
33
Ia-b
Ia-b
IIa-b
IIa-b
3
Kunstmarketing II
3
Kunstsociologie
var Ma-scriptie Kunsten, Cultuur en Media
var Ma-stage Kunsten, Cultuur en Media
Opmerkingen:
LWX004M10
LWX024M10
LWX999M20
LWX000M10
10
10
20
10
KG
KG
V
V
En/NL
Eng
En/NL
En/NL
1. Dit masterprogramma wordt in het Engels aangeboden.
2. Studenten kiezen verplicht twee van de drie kernvakken: Kunstbeleid,
Kunstmarketing II, of Kunstsociologie. Daarnaast kiest de student Kunstvak I (literatuur, film, theater, muziek aansluitend bij het kunstvak dat in
de Ba is gevolgd) óf Kunsten en nieuwe media, óf Kunstsociologie.
2. In overleg kan de stage ook worden vervangen door een tweede
werkgroep op het terrein van het kunstvak of door één of twee individuele tutorials.
De afstudeerrichting Analyse en Kritiek (A&K) omvat de volgende onderdelen:
Eén werkgroep op het terrein van het kunstvak dat in de Ba gekozen is (literatuur, film,
theater of muziek - 10 ECTS).
Eén werkgroep Kunstvak II. Studenten volgen Kunstvak II Film (indien film hun richting
is) of het intermediale vak Kunstvak II: Documentaire Kunst, Representatie van Zelf en
Ander. Deze werkgroep mag ook vervangen worden door de werkgroep ‘Kunsten en Nieuwe
Media’.
Twee werkgroepen A&K: ‘Kunsten en culturele verandering’ en een werkgroep op het terrein van de ‘Artistieke intermedialiteit’ (samen 20 ECTS). De werkgroep Artistieke intermedialiteit, die in samenwerking met andere afdelingen wordt aangeboden, mag ook worden vervangen door een of twee individuele tutorials op het gebied van het kunstvak of
door een stage (10 ECTS).
Scriptie (20 ECTS). Het onderwerp van de scriptie ligt op het terrein van het kunstvak en
de afstudeerrichting AK.
Programma:
sem
Ia-b
Ia-b
Ia-b
Ia-b
Ia-b
Ia-b
Ia-b
Ia-b
Ia-b
Ia-b
IIa-b
IIa-b
IIa-b
IIa-b
IIa-b
Ma Kunsten, Cultuur en Media: Analyse en Kritiek (AK)
uw vaknaam
3
Kunsten en culturele veranderingen
3
Arts Module I: Film Topic I
3
Arts Module I: Film Topic II
3
Kunstvak I: Klassieke muziek
3
Kunstvak I: Literatuur
3
Kunstvak I: Muziek en globalisering
3
Kunstvak I: Theater
3
Kunstvak II: Documentaire film
4
Kunstvak II: Documentaire in de kunsten
3
Kunstvak II: Kunsten en nieuwe media
var Ma-scriptie Kunsten, Cultuur en Media
var
Kunstvak III: Tutorial groot
var
Kunstvak III: Tutorial klein
var
Kunstvak IV: Tutorial klein
var
Ma-stage Kunsten, Cultuur en Media
Opmerkingen:
vakcode
LWX001M10
LWX032M10
LWX033M10
LWX009M10
LWX006M10
LWX010M10
LWX011M10
LWX031M10
LWX030M10
ECTS
10
10
10
10
10
10
10
10
10
V/K
V
KG
KG
KG
KG
KG
KG
KG
KG
taal
Eng
Eng
Eng
En/NL
En/NL
Eng
Eng
Eng
Eng
LWX008M10
LWX999M20
LWX017M10
LWX016M05
LWX018M05
LWX000M10
10
20
10
5
5
10
KG
V
KG
KG
KG
KG
En/NL
En/NL
En/NL
En/NL
En/NL
En/NL
Dit masterprogramma wordt in het Engels aangeboden. De studenten
kiezen één of twee van de onderdelen uit elke keuzegroep, in totaal 10
ECTS.
De afstudeerrichting Kunsteducatie (KE) omvat de volgende onderdelen:
Eén werkgroep op het terrein van het kunstvak dat in de Ba gekozen is (literatuur, film,
theater, muziek of moderne beeldende kunst - 10 ECTS). Deze werkgroep mag ook vervangen worden door de werkgroep ‘Kunsten en Nieuwe Media’.
34
Het Studieprogramma
-
Twee werkgroepen Kunsteducatie (KE): ‘Kunst- en cultuureducatie op school’ en ‘Kunst,
cognitie en educatie’ (samen 20 ECTS).
Stage en scriptie (samen 30 ECTS). Het onderwerp van de scriptie ligt op het terrein van
het kunstvak en de afstudeerrichting KE.
Programma:
sem
Ia-b
Ia-b
Ia-b
Ia-b
Ia-b
Ia-b
Ia-b
Ia-b
Ia-b
IIa-b
IIa-b
uw
3
3
3
3
3
3
3
3
3
var
var
Ma Kunsten, Cultuur en Media: Kunsteducatie (KE)
vaknaam
Kunst, cognitie en educatie
Kunst- en cultuureducatie op school
Arts Module I: Film Topic I
Arts Module I: Film Topic II
Kunstvak I: Klassieke muziek
Kunstvak I: Literatuur
Kunstvak I: Muziek en globalisering
Kunstvak I: Theater
Kunstvak II: Kunsten en nieuwe media
Ma-scriptie Kunsten, Cultuur en Media
Ma-stage Kunsten, Cultuur en Media
Opmerkingen:
vakcode
LWX023M10
LWX022M10
LWX032M10
LWX033M10
LWX009M10
LWX006M10
LWX010M10
LWX011M10
LWX008M10
LWX999M20
LWX000M10
ECTS
10
10
10
10
10
10
10
10
10
20
10
V/K
V
V
KG
KG
KG
KG
KG
KG
KG
V
V
taal
Eng
En/NL
Eng
Eng
En/NL
En/NL
Eng
Eng
En/NL
En/NL
En/NL
1. Dit masterprogramma wordt in het Engels aangeboden
2. De student kiest Kunstvak I (literatuur, film, theater of muziek) óf
Kunsten en nieuwe media.
Kunstdisciplinaire programma’s
De eenjarige masteropleiding Kunsten, Cultuur en Media kent vier disciplinaire specialisaties:
- Filmwetenschap
- Muziekwetenschap (popmuziek)
- Theaterwetenschap
- Literatuurwetenschap
De vier afstudeerrichtingen zijn als volgt opgebouwd:
• Eén werkgroepen op het terrein van het kunstvak dat in de Ba gekozen is (10 ECTS).
• Eén werkgroep op het gebied van een contextuele specialisatie (10 ECTS - KBM, A&K of KE)
• Eén werkgroep Kunstvak II. Studenten volgen Kunstvak II Film (indien film hun richting is)
of het intermediale vak Kunstvak II: Documentaire Kunst, Representatie van Zelf en Ander.
• Stage (10 ECTS). De stage mag ook worden vervangen door een derde werkgroep op het terrein van het kunstvak, door een of twee individuele tutorials, of door de werkgroep ‘Kunsten
en Nieuwe Media’.
• Scriptie (20 ECTS). Het onderwerp van de scriptie ligt op het terrein van het kunstvak .
Programma:
sem
Ia-b
Ia-b
Ia-b
Ia-b
Ia-b
Ia-b
Ia-b
Ia-b
Ia-b
Ia-b
Ma Kunsten, Cultuur en Media: Kunstdiscipline (Literatuur,
Film, Muziek, Theater)
uw vaknaam
3
Arts Module I: Film Topic I
3
Arts Module I: Film Topic II
3
Kunstvak I: Klassieke muziek
3
Kunstvak I: Literatuur
3
Kunstvak I: Muziek en globalisering
3
Kunstvak I: Theater
3
Kunst, cognitie en educatie
3
Kunstbeleid
3
Kunst- en cultuureducatie op school
3
Kunsten en culturele veranderingen
Het Studieprogramma
vakcode
LWX032M10
LWX033M10
LWX009M10
LWX006M10
LWX010M10
LWX011M10
LWX023M10
LWX025M10
LWX022M10
LWX001M10
ECTS
10
10
10
10
10
10
10
10
10
10
V/K
KG
KG
KG
KG
KG
KG
KG
KG
KG
KG
taal
Eng
Eng
En/NL
En/NL
Eng
Eng
Eng
Eng
En/NL
Eng
35
Ia-b
Ia-b
Ia-b
3
3
4
Ia-b
IIa-b
IIa-b
IIa-b
IIa-b
IIa-b
3
var
var
var
var
var
Kunstsociologie
Kunstvak II: Documentaire film
Kunstvak II: Documentaire in de kunsten
Kunstvak II: Kunsten en nieuwe media
Ma-scriptie Kunsten, Cultuur en Media
Kunstvak III: Tutorial groot
Kunstvak III: Tutorial klein
Kunstvak IV: Tutorial klein
Ma-stage Kunsten, Cultuur en Media
Opmerkingen:
LWX024M10
LWX031M10
LWX030M10
10
10
10
KG
KG
KG
Eng
Eng
Eng
LWX008M10
LWX999M20
LWX017M10
LWX016M05
LWX018M05
LWX000M10
10
20
10
5
5
10
KG
V
KG
KG
KG
KG
En/NL
En/NL
En/NL
En/NL
En/NL
En/NL
1. Dit masterprogramma wordt in het Engels aangeboden.
2. Afhankelijk van de specialisatie van de bacheloropleiding (KBM, A&K of
KE) kiest de student één werkgroep uit de betreffende keuzegroep. Het
kunstvak van de bachelor bepaalt tevens de verplichte keuze voor
Kunstvak I & Kunstvak II: literatuur, film, theater of muziek. De invulling
van Kunstvak II verschilt per gekozen kunstdiscipline. Voor literatuur,
muziek & theater: Kunstvak II: Documentaire in de kunsten. Voor Film:
Kunstvak II: Documentaire film.
2. Kunstvak II kan vervangen worden door Kunsten en Nieuwe Media óf
een stage.
3. In plaats van Kunstvak III: Tutorial (groot) kan ook Kunstvak III: Tutorial (klein) en Kunstvak IV: Tutorial (klein) gevolgd worden, óf (voor
studenten Filmwetenschap) een Stage.
Relatie met andere masterprogramma’s
Naast het eenjarige programma Kunsten, Cultuur en Media bestaan er in Groningen de research
masters Classical, Medieval and Renaissance Studies en Literary and Cultural Studies (duur 2
jaar), die specifiek opleiden tot onderzoeker. Een selectieprocedure gaat vooraf aan de toelating
tot deze onderzoeksopleidingen (zie 5.6).
Kunstgeschiedenis
Opbouw van het programma
Het masterprogramma Kunstgeschiedenis kent twee studiepaden: Moderne en Hedendaagse
Kunst/Conservatorenopleiding (MHK) en Oude Beeldende Kunst/Conservatorenopleiding. Studenten kiezen voor één van deze twee studiepaden en studeren daarin af. Hieronder volgt een
korte karakteristiek van deze twee afstudeerpaden.
1. Moderne en Hedendaagse Kunst
Dit studiepad omvat de beeldende kunst van de negentiende eeuw, de klassiek modernen en de
avant-gardes na 1945 en het postmodernisme. De master MHK biedt de mogelijkheid voor specialisatie in de hedendaagse beeldende kunst die de traditionele grenzen van de schilder- en
beeldhouwkunst overschrijdt: fotografie, film, video en digitale presentaties, ‘neo-avant-garde’
en mediacultuur. De thema’s worden behandeld in de institutionele context van musea, galeries, kunsthandel, veilingwezen en kunstkritiek. MHK in Groningen geeft uitvoerige aandacht
(onder andere tijdens excursie naar Londen) aan het werk van de tentoonstellingsmaker/curator.
Programma:
sem
Ia-b
Ia-b
Ia-b
Ia-b
IIa-b
IIa-b
36
uw
var
var
4
2
var
var
Ma Kunstgeschiedenis: Beeldende Kunst Modern
vaknaam
Beeldende kunst mod.: collectie Boijmans
Beeldende kunst modern: Curatorial
Beeldende kunst modern: Nieuwe media
Beeldende kunst modern: Seminar theorie
Ma-stage Kunstgeschiedenis
Masterscriptie Kunstgeschiedenis
vakcode
LKK035M10
LKK028M10
LKK014M05
LKK029M05
LKK000M10
LKK999M20
ECTS
10
10
5
5
10
20
V/K
V
V
V
V
V
V
taal
NL
NL
En/NL
NL
NL
NL
Het Studieprogramma
Opmerkingen:
De scriptie en stage kunnen ook buiten de aangegeven periode worden
gevolgd. Meer info bij de studieadviseur.
2. Oude Beeldende Kunst en Conservatorenopleiding
Het studiepad Oude Beeldende Kunst richt zich op de beeldende kunst van de veertiende tot de
achttiende eeuw, in het bijzonder Italië. Kunstwerken worden bestudeerd in samenhang met de
historische omstandigheden waarin zij tot stand zijn gekomen, met speciale aandacht voor de
rol van opdrachtgevers.
De Conservatorenopleiding Oude Beeldende Kunst is een eenjarig masterprogramma, met een
daarop aansluitende stage van een half jaar in een vooraanstaand museum in Nederland of België. Het programma valt samen met het studiepad Oude Beeldende Kunst. In de hierop volgende halfjaarlijkse stage worden de verworven kunsthistorische kennis en inzichten toegepast op
de problematiek waarmee museumconservatoren in de dagelijkse praktijk te maken hebben.
Naast de reeds bestaande Conservatorenopleiding Oude Beeldende Kunst is een programma in
ontwikkeling voor studenten van de richting Moderne en Hedendaagse Kunst. Studenten Moderne en Hedendaagse Kunst, die al in dit studiejaar de Conservatorenopleiding MHK willen
volgen, kunnen contact opnemen met de coördinator, dr. H.N.B. Ridderbos
([email protected]).
Programma:
sem
Ia-b
Ia-b
Ia
Ib
IIa-b
IIa-b
IIa-b
IIa-b
uw
var
var
var
var
var
var
var
var
Ma Kunstgeschiedenis: Conservatorenopleiding
vaknaam
Beeldende kunst oud: Ozcoll./Field Trip
Beeldende kunst oud: Toepassing
Beeldende kunst oud: Historiografie
Ma scriptie Kunstgeschiedenis: Seminar
Beeldende kunst oud: Tutorial
Masterscriptie Kunstgeschiedenis
Beeldende kunst oud: Specialisatie
Ma-stage Kunstgeschiedenis
Opmerkingen:
vakcode
LKK030M10
LKK032M10
LKK031M05
LKK999M05
LKK034M05
LKK999M15
LKK033M10
LKK000M10
ECTS
10
10
5
5
5
15
10
10
V/K
V
V
V
V
V
V
KG
KG
taal
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
1. De studenten kiezen één van de twee onderdelen uit de keuzegroep.
2. De scriptie en stage kunnen ook buiten de aangegeven periode worden gevolgd. Meer info bij de studieadviseur.
Architectuur- en Stedenbouwgeschiedenis
In dit masterprogramma staat de ontwikkeling van de Europese stad centraal, waarbij het accent ligt op de negentiende en twintigste eeuw. Aan de orde komen de functionele en representatieve aspecten van de stadsontwikkeling, alsook het denken over de ideale stad. In een afzonderlijke collegereeks wordt het probleemveld stad en gezondheid behandeld. Excursies en een
stage maken deel uit van het programma, dat wordt afgesloten met een scriptie. Met het oog op
de internationale instroom zullen veel colleges in het Engels worden gegeven.
Programma:
sem
Ia
Ia
Ib
Ib
IIa-b
IIa
uw
3
5
5
9
var
var
Ma Architectuur- en Stedenbouwgeschiedenis
vaknaam
Arch.&St.bouw: Onderzoek & Excursie
Arch.&St.bouw: Typologisch Vademecum
Arch.&St.bouw: Globale tendenzen
Arch.&St.bouw: Wortels gezonde stad
Ma-scriptie Architectuur en Stedenbouw
Arch.&St.bouw: Stage/Individueel project
Het Studieprogramma
vakcode
LKA026M10
LKA025M05
LKA028M05
LKA027M10
LKA999M20
LKA888M10
ECTS
10
5
5
10
20
10
V/K
V
V
V
V
V
V
taal
En/NL
En/NL
En/NL
En/NL
En/NL
En/NL
37
Opmerkingen:
1. De scriptie en stage kunnen ook buiten de aangegeven periode worden gevolgd. Meer info bij de studieadviseur.
2. De student kiest bij module stage/individueel project een van beide
opties.
Landschapsgeschiedenis
Dit masterprogramma biedt een uitgebreide inhoudelijke introductie in de opbouw, ontstaanswijze en betekenis van de Nederlandse en Europese cultuurlandschappen. Daarnaast is er veel
aandacht voor de rol van het landschap in de actuele ruimtelijke ordening en erfgoedzorg. Dit
studiepad leidt studenten op voor een loopbaan in het landschapsonderzoek, de erfgoedzorg, het
landschapsbeheer en de ruimtelijke ordening.
Programma:
Ma Landschapsgeschiedenis
sem uw vaknaam
Ia-b var Landschapsgesch.: Bronnen en methoden
Ia
LG: Historiografie & Theorie
vakcode
LKA018M10
LKA031M05
ECTS V/K taal
10
V
NL
5
V
NL
Ib
Ia-b
Ia
Ia
IIa-b
IIa-b
IIa-b
IIa-b
LKA020M05
LKA033M10
LKA030M05
LKA032M05
LKA098M20
LKA021M10
LKA110M10
LKA029M10
5
10
5
5
20
10
10
10
var Landschapsgesch.: Actuele vraagstukken
4
LG: Landschappen van Nederland
2
LG: Acad. Schrijfvaardigheid
4
LG: Landschappen van Europa
var Ma-scriptie Landschapsgeschiedenis
var
Landschapsgesch.: Specialisatie project
var
Ma-stage Landschapsgeschiedenis
2
Ozc. Hist. buitenplaatsen & landgoederen
Opmerkingen:
V
KG
KG
KG
V
KG
KG
KG
NL
NL
NL
NL
En/NL
NL
NL
NL
1. De studenten kiezen één of twee van de onderdelen uit elke keuzegroep, in totaal 10 ECTS.
2. Bronnen en Methoden, Specialisatietraject, Scriptie en Stage kunnen
ook buiten de aangegeven periode worden gevolgd. Meer info bij de studieadviseur.
Toelatingseisen tot de programma’s Kunstgeschiedenis, Conservatorenopleiding Kunstgeschiedenis, Architectuur- en Stedenbouwgeschiedenis, en Landschapsgeschiedenis
Studenten met het bachelordiploma Kunstgeschiedenis hebben vanzelfsprekend toegang tot de
masterprogramma’s Kunstgeschiedenis, Conservatorenopleiding Kunstgeschiedenis, Architectuur en Stedenbouwgeschiedenis, en Landschapsgeschiedenis. Studenten met een andere achtergrond, maar met relevante kwalificaties kunnen instromen (bijv. een breed minor-pakket
kunstgeschiedenis, een Bachelor KCM, Geografie of Planologie, een HBO-kunstopleiding). Voor
inlichtingen en overleg: neem contact op met de studieadviseur, mw. J. Bogers. De Examencommissie van de opleiding bepaalt of ter voorbereiding nog een aanvullend studiepakket
noodzakelijk is. Voor inlichtingen en overleg: neem contact op met de studieadviseur, mw. J.
Bogers.
Relatie met andere masterprogramma’s
De Research Master Art History and Archeology kent dezelfde vier studiepaden als de Master.
Deze tweejarige opleiding is niet alleen een goede voorbereiding voor wetenschappelijk onderzoek, maar biedt ook een grondige inhoudelijke voorbereiding voor hooggekwalificeerde functies in de erfgoed- en museale sector, en op het terrein van architectuur en stedenbouw. Voor
toelating tot de opleiding geldt een selectieprocedure (zie 5.6).
38
Het Studieprogramma
5.2.11
Kunst- en Cultuurwetenschappen 120 ECTS (CROHO 60829)
Art History and Archaeology – Research Master
Informatie over deze Engelstalige opleiding vind je in het Engelstalige deel van deze studiegids
op pagina 79.
Literary and Cultural Studies – Research Master
Informatie over deze Engelstalige opleiding vind je in het Engelstalige deel van deze studiegids
op pagina 82.
5.2.12 Letterkunde 60 ECTS (CROHO 60813)
Profiel van de opleiding
Making Literature: Media, Markets and Communication
Literature is produced in a market, in an economic as well as in a figurative sense – a marketplace in which points of view and values are negotiated and reflected upon. The MA Making Literature examines this cultural process of production and reflection, and how literature functions
in society. It aims to impart to you the academic skills and approaches that will prepare you to
operate as a cultural expert wherever texts are involved: in the private sphere, in the media, in
institutions and networks. You will learn to analyse these processes and functions, to solve problems and to communicate about them clearly and with flair. The programme is international in
scope, studying cultural processes in and between multiple languages, in the past and in the present. Each course unit builds on a theoretical foundation, but at the same time trains you in a
range of practical skills for doing research, including reporting to academic as well as nonacademic audiences.
The MA is structured along three tracks: Literature as Market, The Uses of Literature, and Material Culture. Students can choose to specialise in one of the tracks, or can choose different options from each of the tracks:
- Literature as Market: Literature has always been commissioned, offered, bought and sold.
This profile looks not only at the commercial dimension of literature but also at the economies
governing literature in cultural contexts. We will study the interaction between patrons, writers
and readers; the institutions that regulate the production of literature and its circulation – publishers, literary circles, literary criticism and reviewing; we will ask what makes a successful author, and analyse how literature is transferred across modern, early modern, and pre-modern
cultures. This track will give an introduction to the sociology of culture, to the interaction between literature and other media, to historical and comparative perspectives, and to theories of
cultural transfer and exchange.
- The Uses of Literature: using a broad historical perspective, students will examine the relationship between writings and their contexts, between the word and the world. What was the
function of literature and writing – in its broadest sense – in various periods and historical configurations? Topics to be studied will include culture and cognition; literature and national identity; literature and philosophy; reading and the construction of meaning; the evolution of authorship, religious, scientific, and political uses of literature; literature in/and other media and
spaces (journalism, public debates); literature from an inter-arts perspective
- Material Culture: books, texts, their media and circulation are at the heart of this profile.
Students can balance historical aspects of material culture – manuscripts, early printed books,
letters – with a focus on the transmission and translation of texts.
Europese Letteren en Culturen
Studenten die dit masterprogramma volgen verwerven op academisch niveau kennis en inzicht
in de transformatieprocessen in de huidige maatschappij, zoals die tot uiting komen in de Europese cultuur en letteren. De studenten leren dit soort transformatieprocessen te bestuderen en
te analyseren in een bredere Europese context, maar ook leren zij via werkstukken de verworven
Het Studieprogramma
39
inzichten te betrekken op de taal en cultuur van de ‘eigen’ regio, zo mogelijk ook in de doeltaal.
De uiteindelijke scriptie zal altijd in de doeltaal gesteld zijn. Op deze manier krijgen studenten
een zo goed mogelijke voorbereiding op een brede waaier aan beroepen, van onderwijs en onderzoek tot aan de wereld van cultuur en communicatie.
Programma:
Europese letteren en culturen: Algemeen model programma
sem uw vaknaam
Ia-b var Ma-stage
+
IIa-b
Ia-b var Interdisciplinair onderzoekscollege
vakcode
ECTS V/K taal
10
K
NL
10
V
NL
var Interdisciplinair onderzoekscollege
10
V
NL
IIaIa var Taalspecifieke module
-b
IIa-b var Master scriptie Letterkunde
IIa-b var Interdisciplinair onderzoekscollege
10
VK
NL
20
10
V
K
NL
NL
10
K
NL
Ia-b
LEU999M20
IIa-b var Taalspecifieke module
Opmerkingen:
Programma:
1. Indien de student een taalaantekening wil, volgt hij twee taalspecifieke modules en de taalspecifieke scriptie. Zie het schema per taal. In dat
geval is de taalspecifiek module verplicht.
2. Daarnaast kiest de student twee interdisciplinaire onderzoekscolleges
of één interdisciplinair onderzoekscollege en een stage. In plaats van de
letterkundige interdisciplinaire oz-colleges, mag de student ook kiezen
voor taalkundige modules. Deze onderdelen kunnen in beide semesters
gevolgd worden. Voor de keuzemogelijkheden zie schema ‘Interdisciplinaire onderzoekscolleges’ en het schema ‘Ma Taalwetenschappen - Europese taalkunde’.
3. Voor WEM geldt dat er drie WEM modules worden gekozen, één interdisciplinair onderzoekscollege of stage en de WEM scriptie. Zie schema
WEM.
Europese letteren en culturen: Duits
sem uw vaknaam
Ia-b var Ma-stage Duits
+
IIa-b
Ia-b var Interdisciplinair onderzoekscollege
Ia-b
var Interdisciplinair onderzoekscollege
Ia-b 3
Literaire kritiek op Europa sinds 1945
IIa-b 3
A.v. Droste-Hülshoffs verlangen
IIa-b var Master scriptie Duits
Opmerkingen:
Programma:
LDX003M10
LDX001M10
LDX999M20
ECTS V/K taal
10
K
D
10
V
NL
10
V
NL
10
10
20
V
V
V
D
D
D
In plaats van een interdisciplinaire module mag ook worden gekozen uit
het taalspecifieke aanbod van Masterlanguage
(http://masterlanguage.nl).
Europese letteren en culturen: Frans
sem uw vaknaam
Ia-b var Ma-stage RTC-Frans
+
IIa-b
40
vakcode
LDX000M10
vakcode
LRF000M10
ECTS V/K taal
10
K
Fr
Het Studieprogramma
Ia-b
var Interdisciplinair onderzoekscollege
10
V
NL
IIaIa
-b
Ia-b
IIa-b
IIa-b
var Interdisciplinair onderzoekscollege
10
V
NL
10
10
20
V
V
V
Fr
Fr
Fr
3
Migrantenlit. en transcult. identiteit
3
Het groteske in de Franse literatuur
var Master scriptie RTC-Frans
Opmerkingen:
In plaats van een interdisciplinaire module mag ook worden gekozen uit
het taalspecifieke aanbod van Masterlanguage
(http://masterlanguage.nl).
Programma:
Europese letteren en culturen: Fries
sem uw vaknaam
Ia-b var Interdisciplinair onderzoekscollege
Ia-b
var Interdisciplinair onderzoekscollege
Ia-b
Ia-b
IIa-b
IIa-b
var
var
var
var
Literatuursociologie Fries
Ma-stage Fries
Literatuurgeschiedenis Fries
Ma-scriptie Fries
Programma:
vakcode
LHF022M10
LHF000M10
LHF023M10
LHF999M20
vakcode
LRI000M10
var Interdisciplinair onderzoekscollege
Ia-b 3
Italië v/d 21ste eeuw-crisis/vernieuwing
IIa-b var Ma-scriptie RTC-Italiaans
IIa-b 3
Nieuwe vormen van Italiaanse literatuur
Opmerkingen:
ECTS V/K taal
10
V
NL
10
V
NL
10
10
10
20
V
K
V
V
Fri
NL
Fri
NL
Europese letteren en culturen: Italiaans
sem uw vaknaam
Ia-b var Ma-stage RTC-Italiaans
+
IIa-b
Ia-b var Interdisciplinair onderzoekscollege
Ia-b
LRF035M10
LRF036M10
LRF999M20
LRI029M10
LRI999M20
LRI030M10
ECTS V/K taal
10
K
It
10
V
NL
10
V
NL
10
20
10
V
V
V
NL
It
It
In plaats van een interdisciplinaire module mag ook worden gekozen uit
het taalspecifieke aanbod van Masterlanguage
(http://masterlanguage.nl).
Programma:
Europese letteren en culturen: Russisch
sem
Ia-b
+
IIa-b
Ia-b
Ia-b
uw vaknaam
var Ma-stage Russisch
vakcode
LSX000M10
ECTS V/K taal
10
K
NL
var Contemporaine Russische literatuur
var Interdisciplinair onderzoekscollege
LSL007M10
10
10
V
V
NL
NL
Ia-b
var Interdisciplinair onderzoekscollege
10
V
NL
10
20
V
V
NL
NL
IIa-b var Imperium en natie
IIa-b var Ma-scriptie Slavische talen
Programma:
Europese letteren en culturen: Spaans
sem uw vaknaam
Ia-b var Ma-stage RTC-Spaans
Het Studieprogramma
LSL006M10
LSX999M20
vakcode
LRS000M10
ECTS V/K taal
10
K
Sp
41
+
IIa-b
Ia-b 3
De stad en de avant-garde
Ia-b var Interdisciplinair onderzoekscollege
Ia-b
var Interdisciplinair onderzoekscollege
IIa-b 3
Federico García Lorca: beeld in brieven
IIa-b var Ma-scriptie RTC-Spaans
Programma:
sem
Ia-b
+
IIa-b
Ia-b
Ia-b
LRS037M10
LRS038M10
LRS999M20
10
10
V
V
Sp
NL
10
V
NL
10
20
V
V
Sp
Sp
Europese letteren en culturen: Zweeds
uw vaknaam
var Ma-stage Scandinavisch
vakcode
LZX000M10
ECTS V/K taal
10
K
En/NL
3
Celebrity Studies
var Interdisciplinair onderzoekscollege
LZX015M10
10
10
V
V
Zw
NL
10
V
NL
10
20
V
V
En/NL
NL
IIaIa var Interdisciplinair onderzoekscollege
-b
IIa-b 3
Intern. kunstenaarskolonies 1870-1910
IIa-b var Ma-scriptie Scandinavisch
LZX013M10
LZX999M20
English Literature and Culture
Programme structure
The MA in English Literature and Culture covers the entire literary history of the Englishspeaking world, from the Anglo-Saxon period down to the twenty-first century, with a wide
range of genres, varying from riddles, romances and travel literature to crime fiction. The main
focus is on literary analyses. Literature from the early Middle Ages down to the present day will
be covered, from the birthplace of English literature to the United States and the Commonwealth. The programme is taught by a team of enthusiastic, internationally renowned lecturers
who will dedicate their expertise to one or more course units each. Students should take at least
20 ECTS from the English department offerings. You must also write a 20 ECTS dissertation.
This Master’s thesis is an important component in the completion of the programme. The remaining 20 ECTS consist of course units from the Faculty interdisciplinary courses. You may
choose to replace one course unit by a placement (including the preparation for the teacher
training programme), and you are also free to choose course units from the Master’s specialization in Writing, Editing and Mediating and the national Masterlanguage English offering. The
MA specialization in English Literature and Culture will combine an academic degree programme with imparting the professional skills relevant to the labour market, and thus prepares
its students for positions in a wide range of work environments, such as those of publishing,
teaching, research, translation, journalism, as well as positions in the cultural and administrative sectors.
Programma:
English Literature and Culture
sem uw vaknaam
Ia-b var Ma-stage Engels
+
IIa-b
Ia-b var Interdisciplinair onderzoekscollege
vakcode
LEX000M10
Ia
Ia
Ia
Ib
Ib
LLE010M05
LLE009M05
LEX011M05
LEX013M05
LEX014M05
42
7
3
3
3
var
Anglo-Saxon Saint’s Lives
Drama in Medieval England
The Others: Outsiders and Malcontents
English Literature
Music and Literature
ECTS V/K taal
10
K
NL
10
V
NL
5
5
5
5
5
K
K
K
K
K
Eng
Eng
Eng
Eng
Eng
Het Studieprogramma
Ib
3
The Premodern City: London & Writers
IIa-b var Ma-scriptie Engels
IIa-b var Interdisciplinair onderzoekscollege
LLE003M05
LEX999M20
5
20
10
K
V
K
Eng
Eng
NL
IIa
IIb
LLE004M05
LLE006M05
5
5
K
K
Eng
Eng
3
3
Literature and the Meaning of Life
Looking for Clues: Crime and Fiction
Writing, Editing and Mediating
Programme structure
The Writing, Editing and Mediating specialization focuses on the academic theories and subject-specific knowledge and skills needed to write, edit and present various types of English texts
in the best possible way, paying specific attention to their target groups. Students who follow all
course units in this specialization, and gear their placement and thesis to this field as well, will
be thoroughly prepared for a job as a writer or editor at a publishing house, as a translator at a
translating company, or as a journalist or communication specialist. The specialization aims to
teach students an optimal combination of academic and subject-specific skills in order to increase their chances on the job market. Students take at least 30 ECTS from the WEM modules.
The remaining 10 ECTS could be filled by course units from the Faculty interdisciplinary courses. You may choose to replace one course unit by a placement (including the preparation for the
teacher training programme), and you are also free to choose course units from the national
Masterlanguage English offering.
Programma:
Writing, Editing and Mediating
sem uw vaknaam
Ia-b var Ma-stage WEM
+
IIa-b
Ia-b var Interdisciplinair onderzoekscollege
vakcode
LBX000M10
10
V
NL
Ia-b
Ia-b
Ia-b
IIa-b
IIa-b
WEM 1: Moderne literatuur en mediation
WEM 2: Moderne Engelse teksten
WEM 3: Handschriften en gedrukte boeken
Masterscriptie WEM
Interdisciplinair onderzoekscollege
LEL021M10
LET011M10
LEO015M10
LEX998M20
10
10
10
20
10
K
K
K
V
K
Eng
Eng
Eng
Eng
NL
WEM 4: Vertalen en redigeren
LEL031M10
10
K
Eng
3
3
3
var
var
IIa-b 3
ECTS V/K taal
10
K
En/NL
5.2.13 Letterkunde 120 ECTS (CROHO 60814)
Classical, Medieval and Renaissance Studies – Research Master
Informatie over deze Engelstalige opleiding vind je in het Engelstalige deel van deze studiegids
op pagina 77.
Literary and Cultural Studies – Research Master
Informatie over deze Engelstalige opleiding vind je in het Engelstalige deel van deze studiegids
op pagina 82.
Het Studieprogramma
43
5.2.14 Mediastudies 90 ECTS (CROHO 60831)
Progamma (afstudeerrichting)
De masteropleiding Mediastudies kent twee programma’s waarin de student kan afstuderen:
1. Journalistiek
2. Journalism
Journalistiek
Profiel van het programma
Goede journalistiek is belangrijk voor een samenleving. Goede journalistiek geeft mensen de informatie die ze nodig hebben om zich vrij te voelen en zichzelf te kunnen besturen. Goede journalistiek geeft mensen houvast.
Een goede journalist weet wat nieuws is. Kan het nieuws verwerven, selecteren en ordenen en
maakt het onderscheid tussen nieuws, analyse en commentaar. Hij weet dat feiten gecheckt
moeten worden en dat hoor- en wederhoor nodig zijn voor een verhaal naar buiten kan worden
gebracht. Door zich op onderwerpen te specialiseren is een goede journalist steeds weer in staat
om een optimum te vinden tussen betrouwbaarheid en toegankelijkheid. Juist door die specialisatie en die roeping is een goede journalist in de eerste plaats een onafhankelijke journalist. Hij
weet dat online het centrale platform is waarop de journalistieke verhalen moeten worden verteld. Een optimale inzet van tekst, bewegend beeld, geluid en het besef dat online betekent dat
aan de andere kant mensen mee kunnen doen, staan centraal bij het goed vertellen van het
journalistieke verhaal. Bovendien realiseert hij zich dat zijn werk voorziet in een behoefte aan
waarheid en verificatie bij burgers, en daarom een economische waarde vertegenwoordigt. In
die zin is een goede journalist ook een ondernemende journalist.
Bij het masterprogramma Journalistiek gaan we er vanuit dat het voor onze studenten een roeping is om journalist te willen zijn en te werken aan het vullen van die belangrijke informatiebehoefte. Kenmerkend voor de studie in Groningen is dat, naast de journalistieke vaardigheidstraining, minstens even veel tijd is ingeruimd voor theorie en onderzoek op het gebied van
Journalism Studies. Journalisten die maatschappelijke ontwikkelingen kunnen duiden, hebben
een hoog analytisch niveau en een stevige basis in een academisch vakgebied. Bovendien kunnen zij reflecteren op ontwikkelingen in de journalistiek en hun eigen rol daarbinnen. Samen
met docenten bestuderen studenten hoe de media werken, wat de kenmerken zijn van onze
journalistieke cultuur en hoe deze zich verhoudt tot andere instituties zoals politiek, literatuur
en economie.
Opbouw van het masterprogramma Journalistiek
Het selectieve masterprogramma Journalistiek duurt anderhalf jaar (90 ECTS). Het eigenlijke
onderwijs valt in de eerste twee semesters; het derde en tevens laatste semester is bedoeld voor
je afstudeerwerkstuk (20 ECTS, inclusief voorbereiding in het tweede semester) en daarna een
stage op de redactie van een nieuwsmedium (15 ECTS). Het eerste semester is gelijk voor alle
studenten. Je volgt de module Theorie en Geschiedenis van de Journalistiek (10 ECTS) en een
van de twee Theoretische Specialisaties (elk 5 ECTS). Daarnaast bevat het eerste semester drie
praktijkvakken van elk 5 ECTS: Attitude en Tekst, Geluid en Beeld, Online. In het tweede semester zijn drie specialisatietrajecten te volgen van ieder 10 ECTS: Televisie (10 ECTS), Onderzoeks/Datajournalistiek gecombineerd met Radio (2x 5 ECTS) of Onderzoeks/Datajournalistiek
gecombineerd met Tekst (idem). Hoe je theoretische inzichten verbindt met journalistieke
vraagstukken leer je in het Onderzoekscollege (10 ECTS). Het tweede semester wordt afgesloten
met de module Ondernemende Journalistiek (5 ECTS).
Toelatingsvoorwaarden
Het masterprogramma Journalistiek is toegankelijk voor iedereen met een academisch bachelordiploma. Om deel te kunnen nemen moet je in principe min. 30 ECTS uit de minor Media en
Journalistieke Cultuur, zoals de RUG aanbiedt, hebben gevolgd tijdens je bachelorstudie. Voor
HBO-gediplomeerden is er een schakelprogramma, bestaande uit de complete minor Media en
44
Het Studieprogramma
Journalistieke Cultuur van 60 ECTS. Het programma heeft alleen een instroommoment in september. Je bachelor moet bij aanvang helemaal afgerond zijn.
In het voorjaar moet je deelnemen aan de selectieprocedure. In het programma is plaats voor
maximaal 45 studenten. Bij selectie wordt gelet op algemene ontwikkeling, kennis van de actualiteit en van de media, wetenschappelijke belangstelling, taalbeheersing, en attitude. Op de website, http://www.rug.nl/let/journalistiek, vind je meer informatie.
Toekomstperspectieven
Je kunt aan de slag in alle journalistieke functies in dag-, week- en maandbladen, de omroep en
nieuwe media. Bijvoorbeeld als bureauredacteur maar ook als verslaggever. Afgestudeerden
werken inmiddels bij landelijke en regionale dagbladen, als freelance journalist, bij regionale
omroepen als Omroep Flevoland of AT5, bij programma’s van de landelijke omroepen zoals het
NOS Nieuws of EenVandaag, en bij crossmediale redacties als de videoredactie van het ANP of
Elsevier.nl. Steeds meer afgestudeerden werken als freelancer voor verschillende opdrachtgevers.
Programma:
Jaar:
sem
Ia-b
Ia-b
Ia
Ib
Ib
Ib
Ib
IIa-b
IIa-b
IIa
IIb
IIb
IIb
IIa-b
IIa-b
IIa-b
IIa-b
uw
2
10
7
8
2
2
2
var
12
12
3
12
12
3
3
3
3
Ma Journalistiek (Nederlandstalig)
1
vaknaam
Theorie en Geschiedenis vd Journalistiek
Vaardigheden 3: Online
Vaardigheden 1: Attitude en tekst
Vaardigheden 2: Geluid en beeld
Global Journalism
Theor. spec. I: Journ. en lit. cultuur
Theor. spec. II: Journ. en pol. cultuur
Ma-scriptie Journalistiek: voorbereiding
Vaardigheden 4: Televisie
Vaardigheden 5: Onderzoeks/datajourn.
Ondernemende Journalistiek
Vaardigheden 6: Tekst
Vaardigheden 7: Radio
Onderzoekscollege I
Onderzoekscollege Journalistiek 1
Onderzoekscollege Journalistiek 2
Onderzoekscollege Journalistiek 3
Opmerkingen:
ECTS
10
5
5
5
5
5
5
5
10
5
5
5
5
10
10
10
10
V/K
V
V
V
V
KG
KG
KG
V
K
K
V
K
K
KG
KG
KG
KG
taal
Eng
NL
NL
NL
Eng
NL
Eng
En/NL
NL
NL
En/NL
NL
NL
Eng
NL
Eng
NL
Studenten kiezen per semester telkens één onderdeel uit de verschillende keuzegroepen. Studenten volgen in semester 2 een van de volgende
keuzetrajecten:
- Televisie
- Onderzoeks/Datajournalistiek en Tekst
- Onderzoeks/Datajournalistiek en Radio
Programma:
Jaar:
Ma Journalistiek (Nederlandstalig)
2
sem uw vaknaam
Ia
var Ma-scriptie Journalistiek
Ib
var Ma-stage Journalistiek
Opmerkingen:
vakcode
LJX001M10
LJX053M05
LJX051M05
LJX052M05
LJX044M05
LJX018M05
LJX019M05
LJX006M05
LJX054M10
LJX055M05
LJX061M05
LJX056M05
LJX057M05
LJX041M10
LJX058M10
LJX059M10
LJX060M10
vakcode
LJX999M15
LJX000M15
ECTS V/K taal
15
V
En/NL
15
V
NL
Het is verplicht eerst het onderdeel Ma-scriptie Journalistiek: Voorbereiding uit jaar 1 te hebben afgerond, alvorens met de Ma-stage te beginnen.
Het Studieprogramma
45
Journalism
Profiel van het programma
Studenten die voor het masterprogramma Journalism in Groningen kiezen, zijn sterk internationaal gericht. Zij kiezen bewust voor een Engelstalige, internationale leeromgeving. Zo krijgen
zij de kans om intensief samen te werken met mensen met sterk uiteenlopende culturele achtergronden. Sommige studenten zullen gericht zijn op een internationale carrière, anderen willen
in Groningen juist journalistieke vaardigheden en een kritische journalistieke attitude aanleren
die zij mee terug kunnen nemen naar het land waar zij oorspronkelijk vandaan komen.
Na hun opleiding kunnen studenten het nieuws verwerven, selecteren en ordenen en het onderscheid maken tussen nieuws, analyse en commentaar. Ze weten dat feiten gecheckt moeten worden en dat hoor- en wederhoor nodig zijn voor een verhaal naar buiten kan worden gebracht.
Door zich op onderwerpen te specialiseren zijn zij in staat om een optimum te vinden tussen betrouwbaarheid en toegankelijkheid. Zij beseffen dat online het centrale platform is waarop de
journalistieke verhalen moeten worden verteld. Een optimale inzet van tekst, bewegend beeld,
geluid en het besef dat online betekent dat aan de andere kant mensen mee kunnen doen, staan
centraal bij het goed vertellen van het journalistieke verhaal. Bovendien realiseren studenten
zich dat hun werk voorziet in een behoefte aan waarheid en verificatie bij burgers, en daarom
een economische waarde vertegenwoordigt.
Het praktijkonderwijs is daarom volledig multimediaal. Studenten ontwikkelen niet alleen het
vermogen om teksten voor gedrukte media, radio, televisie en internet te schrijven, zij leren ook
hoe je journalistieke bijdrages maakt voor radio en televisie en hoe je een multimediale site verrijkt met beeld en gebuid. Het medium is daarbij het middel, doel is om een helder verhaal gebaseerd op heldere journalistieke keuzen te leren vertellen.
Kenmerkend voor de studie in Groningen is dat, naast de journalistieke vaardigheidstraining,
minstens even veel tijd is ingeruimd voor theorie en onderzoek op het gebied van Journalism
Studies. Journalisten die maatschappelijke ontwikkelingen kunnen duiden, hebben een hoog
analytisch niveau en een stevige basis in een academisch vakgebied. Bovendien kunnen zij reflecteren op ontwikkelingen in de journalistiek en hun eigen rol daarbinnen. Samen met docenten bestuderen studenten hoe de media werken, wat de kenmerken zijn van onze journalistieke
cultuur en hoe deze zich verhoudt tot andere instituties zoals politiek, literatuur en economie.
Opbouw van het masterprogramma Journalism
Het selectieve Engelstalige masterprogramma Journalism duurt anderhalf jaar (90 ECTS). In
het eerste semester volgen studenten de modules Journalism Studies (10 ECTS) en Global Journalism (5 ECTS). Daarnaast volgen zij de modules Journalism Skills I t/m III (samen 15 ECTS).
In het tweede semester volgen het theorievak Business & Ethics (5 ECTS), het Research Seminar
(10 ECTS) en de modules Journalism Skills IV en V (15 ECTS). In het derde en laatste semester
volgt het afstudeerwerkstuk (20 ECTS) en naar keuze een redactiestage of een tweede Research
Seminar (beide 10 ECTS).
Toelatingsvoorwaarden
Het masterprogramma Journalism is toegankelijk voor studenten met een in Nederland erkend
academisch bachelordiploma. Het programma heeft alleen een instroommoment in september
en er is plaats voor maximaal 15 studenten. Alle kandidaten moeten deelnemen aan een selectieprocedure. Bij selectie wordt gelet op algemene ontwikkeling, kennis van de actualiteit en van
de media, wetenschappelijke belangstelling, journalistieke ervaring en attitude. Er worden hoge
eisen gesteld aan je beheersing van de Engelse taal (TOEFL 7). Op de website,
http://www.rug.nl/let/journalism, vind je meer informatie.
Toekomstperspectieven
Je kunt aan de slag in alle journalistieke functies in dag-, week- en maandbladen, de omroep en
nieuwe media. Bijvoorbeeld als bureauredacteur maar ook als verslaggever. Afgestudeerden
werken inmiddels bij nieuwsorganisaties en productiebedrijven. Internationale studenten gaan
vaak aan de slag in het land van herkomst.
46
Het Studieprogramma
Programma:
Jaar:
sem
Ia-b
Ia-b
Ia-b
Ia-b
Ib
Ib
IIa-b
IIa-b
IIa-b
IIa-b
IIa-b
uw
2
var
var
var
2
2
2
var
var
3
3
Ma Journalism (Engelstalig)
1
vaknaam
Journalism Studies
Journalistieke vaardigheden I
Journalistieke vaardigheden II
Journalistieke vaardigheden III
Global Journalism
Theor. spec. II: Journ. en pol. cultuur
Bedrijfsvoering en ethiek
Journalistieke vaardigheden IV
Journalistieke vaardigheden V
Onderzoekscollege I
Onderzoekscollege Journalistiek 2
Opmerkingen:
vakcode
LJX043M10
LJX032M05
LJX033M05
LJX034M05
LJX044M05
LJX019M05
LJX040M05
LJX035M05
LJX036M10
LJX041M10
LJX059M10
ECTS
10
5
5
5
5
5
5
5
10
10
10
V/K
V
V
V
V
KG
KG
V
V
V
KG
KG
taal
Eng
Eng
Eng
Eng
Eng
Eng
Eng
Eng
Eng
Eng
Eng
Studenten kiezen per semester telkens één onderdeel uit de verschillende keuzegroepen.
Programma:
Jaar:
Ma Journalism (Engelstalig)
2
sem uw vaknaam
Ia-b
Master’s Thesis Journalism
vakcode
LJX998M15
ECTS V/K taal
15
V
Eng
Ia-b
Ia
3
LJX042M10
LJX062M05
10
5
K
V
Eng
Eng
Ib
var Ma-stage Journalistiek
LJX000M10
10
K
Eng
Onderzoekscollege II
Master’s Thesis Journalism: Preparation
Opmerkingen:
5.2.15
Het is verplicht eerst de Ma-scriptie af te ronden alvorens met de Mastage te kunnen beginnen.
Midden-Oosten Studies 60 ECTS (CROHO 60842)
Midden-Oosten Studies
Het Masterprogramma Midden-Oostenstudies duurt een jaar, bestaat uit 60 ECTS en is sinds 1
september 2013 geheel vernieuwd in het kader van Midden-Oosten Regiostudies. MiddenOosten Regiostudies binnen deze Mastermodule bestaat uit bestudering van het Midden-Oosten
zelf en de plaats van het Midden-Oosten binnen het internationale systeem. Via bestudering van
conflicten en internationale organisaties wordt een uniek inzicht in deze regio geboden. De aanwezige expertise en kennis binnen Midden-Oosten Regiostudies maken deze specialisatie mogelijk en wenselijk. Het programma houdt rekening met de vervulling van een Masterstage in Nederland, Europa of in het Midden-Oosten.
Toelatingseisen
Een Bachelordiploma Midden-Oosten Studies en ieder vergelijkbaar Bachelordiploma binnen de
Faculteit der Letteren geeft toegang tot de Masteropleiding Midden-Oosten Studies. Voor andere Bacheloropleidingen is toestemming nodig van de Toelatingscommissie van de opleiding.
Opbouw van het studieprogramma
In het eerste semester worden drie modules aangeboden. In het tweede semester kun je een buitenlandverblijf invullen met een Masterstage (10 ECTS) dan wel een tutorial (10 ECTS) met het
schrijven van de Masterscriptie (20 ECTS).
Het Studieprogramma
47
Naam opleiding:
sem
Ia-b
Ia-b
Ia-b
IIa-b
IIa-b
IIa-b
uw
4
4
4
var
var
var
Ma Midden-Oostenstudies
vaknaam
Conflicten in het Midden-Oosten
Internat. organisaties Midden-Oosten
Ozc: Midden-Oosten Regiostudies
Masterscriptie Midden-Oostenstudies
Masterstage Midden-Oostenstudies
Tutorial Master Midden-Oostenstudies
Opmerkingen:
vakcode
LXX029M10
LXX030M10
LXX028M10
LXX998M20
LXX111M10
LXX024M10
ECTS
10
10
10
20
10
10
V/K
V
V
V
V
KG
KG
taal
NL
NL
Eng
NL
NL
NL
Stage / buitenlandverblijf / Tutorial na overleg met de examencommissie.
5.2.16 Erasmus Mundus Master of Excellence – Multiele: Master in Learning and
Teaching of Spanish in Multilingual and International Contexts
Informatie over deze Engelstalige opleiding vind je in het Engelstalige deel van deze studiegids
op pagina 66.
5.2.17 Neerlandistiek 60 ECTS (CROHO 60849)
Programma’s (afstudeerrichtingen)
De masteropleiding Neerlandistiek kent twee programma’s waarin de student kan afstuderen:
1. Nederlandse Letterkunde (studiepaden: Historische en Moderne letterkunde)
2. Taal en Tekst: ontwikkeling en gebruik (studiepaden: Taalkunde en Taalbeheersing)
Profiel van de opleiding Neerlandistiek
Het profiel van de opleiding is tweeledig: Taal en Tekst behelst de kennis en het gebruik, mondeling en schriftelijk van het Nederlands, Nederlandse Letterkunde richt zich op het talige deel
van de Nederlandse cultuur, de letterkunde.
Nederlandse Letterkunde
Literatuur staat niet op zichzelf, maar functioneert in een maatschappelijke en historische context. Literatuur drukt culturele en persoonlijke identiteit uit; literatuur komt tot stand door samenwerking en competitie van instanties (uitgeverijen, theaters, genootschappen, literaire kritiek) en personen; literatuur wordt gelezen, voorgedragen of opgevoerd binnen sociale verbanden (gezin, klooster, hof, stad, festival); literatuur houdt verband met andere media (beeldende
kunst, podia, pers, film, nieuwe media); literatuur drukt kennis uit en brengt die over op een (lezers)publiek. Samen met docenten en hun medestudenten leren studenten hoe ze op een projectmatige manier wetenschappelijk onderzoek kunnen doen naar deze aspecten en hoe ze de
resultaten van dat onderzoek aan een publiek kunnen presenteren (zoals door de organisatie van
een tentoonstelling of een lezingendag, de samenstelling van een teksteditie, een lesprogramma
of een website, het schrijven van een wetenschappelijk artikel).
Binnen het programma Nederlandse Letterkunde kun je twee studiepaden volgen: Historische
Letterkunde (Literatuur, kennis en ideeën) en Moderne Letterkunde (Productie en werking van
literatuur). Studenten die het pad Historische letterkunde volgen kunnen naast het aanbod van
Neerlandistiek ook vakken kiezen uit de master Classical Medieval and Renaissance Studies.
Programma:
Nederlandse Letterkunde: Historische Letterkunde
sem uw vaknaam
Ia-b var Interdisciplinair onderzoekscollege
vakcode
ECTS V/K taal
10
V
NL
Ia-b
Ia-b
Ia-b
LNX015M05
LNX003M05
LNX018M10
5
5
10
48
2
4
4
Nederlands in de maatschappij
Schrijfadvisering en tekstredactie
Verwerking van het verleden
V
V
V
NL
NL
NL
Het Studieprogramma
IIa-b var Ma-scriptie Nederlands
IIa-b var
Congresbezoek
IIa-b var
Interdisciplinair onderzoekscollege
LNX999M20
LNX002M05
20
5
10
V
KG
KG
NL
NL
NL
IIa-b var
IIa-b var
IIa-b var
LNX000M10
LNX016M05
LNX017M05
10
5
5
KG
KG
KG
NL
NL
NL
Opmerkingen:
Ma-stage Nederlands
Zelfstudie Nederlands 1
Zelfstudie Nederlands 2
1. Informatie over het aanbod Interdisciplinaire onderzoekscolleges is te
vinden in Ocasys onder de Masters Letteren.
2. Studenten Neerlandistiek hebben binnen hun programma ook ruimte
voor een onderdeel uit het landelijke programma Master Language, zie
http://masterlanguage.nl/cursusaanbod/nederlands/. Studenten kunnen
een 10 ECTS onderdeel opvoeren in hun programma. De onderdelen Nederlands in de maatschappij, Schrijfadvisering en tekstredactie en de Mascriptie kunnen niet worden vervangen.
3. Het schema geeft het programma bij instroom in september. Bij instroom in februari is er een gedeeltelijk ander programma. Neem voor
aanvang van de opleiding contact op met de studieadviseur om je programma vast te stellen.
Programma:
Nederlandse Letterkunde: Moderne Letterkunde
sem uw vaknaam
Ia-b
Gedeelde literatuur
Ia-b
var Interdisciplinair onderzoekscollege
Ia-b
Ia-b
IIa-b
IIa-b
IIa-b
2
Nederlands in de maatschappij
4
Schrijfadvisering en tekstredactie
var Ma-scriptie Nederlands
var
Congresbezoek
var
Interdisciplinair onderzoekscollege
IIa-b var
IIa-b var
IIa-b var
Opmerkingen:
Ma-stage Nederlands
Zelfstudie Nederlands 1
Zelfstudie Nederlands 2
vakcode
LLS039M10
ECTS V/K taal
10
V
NL
10
V
NL
LNX015M05
LNX003M05
LNX999M20
LNX002M05
5
5
20
5
10
V
V
V
KG
KG
NL
NL
NL
NL
NL
LNX000M10
LNX016M05
LNX017M05
10
5
5
KG
KG
KG
NL
NL
NL
1. Informatie over het aanbod Interdisciplinaire onderzoekscolleges is te
vinden in Ocasys onder de Masters Letteren.
2. Studenten Neerlandistiek hebben binnen hun programma ook ruimte
voor een onderdeel uit het landelijke programma Master Language, zie
http://masterlanguage.nl/cursusaanbod/nederlands/. Studenten kunnen
een 10 ECTS onderdeel opvoeren in hun programma. De onderdelen Nederlands in de maatschappij, Schrijfadvisering en tekstredactie en de Mascriptie kunnen niet worden vervangen.
3. Het schema geeft het programma bij instroom in september. Bij instroom in februari is er een gedeeltelijk ander programma. Neem voor
aanvang van de opleiding contact op met de studieadviseur om je programma vast te stellen.
Taal en tekst: ontwikkeling en gebruik
Onze taal is niet stabiel en statisch, maar dynamisch en voortdurend in ontwikkeling. Kinderen
ontwikkelen zich wonderbaarlijk snel van onverstaanbare brabbelaars tot geletterde volwassenen. Voor de taalkundigen en taalbeheersers in Groningen vormt deze dynamiek één van de
centrale thema’s. In dit masterprogramma leren studenten hoe ze op een projectmatige manier
wetenschappelijk onderzoek kunnen doen dat antwoord geeft op theoretische en praktische vragen over de ontwikkeling van taal en geletterdheid en over het functioneren van taal en tekst in
specifieke contexten. Ze lopen stage bij een maatschappelijke instelling of organisatie die zich
bezighoudt met taal en tekst. Zij leren wetenschappelijk gefundeerde bijdragen te leveren aan de
Het Studieprogramma
49
praktijk van taalontwikkeling en taalonderwijs of aan de praktijk van het tekstontwerp en aan
het maatschappelijk debat daarover.
Binnen het programma Taal en tekst: ontwikkeling en gebruik kun je twee studiepaden volgen:
Taalkunde (Dynamiek in taal) en Taalbeheersing (Taal en tekst in gebruik). Het is mogelijk
binnen het laatstgenoemde studiepad onderdelen te doen uit de specialisatie 'Communicatie en
educatie' bij CIW.
Programma:
Taal en tekst in gebruik: Taalbeheersing
sem uw vaknaam
Ia-b 2
Nederlands in de maatschappij
Ia-b
Onderzoek communicatievaardigheden
vakcode
LNX015M05
LCX057M10
ECTS V/K taal
5
V
NL
10
V
NL
Ia-b
Ia-b
Ia-b
IIa-b
IIa-b
IIa-b
IIa-b
LNX003M05
LCX039M10
LCX062M10
LNX999M20
LNX002M05
LNX000M10
LCX057M10
5
10
10
20
5
10
10
V
KG
KG
V
KG
KG
KG
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
LLS025M10
LNX016M05
LNX017M05
10
5
5
KG
KG
KG
Eng
NL
NL
4
Schrijfadvisering en tekstredactie
2
Media en Discourse: Framing
4
Taal en tekstoptimalisatie
var Ma-scriptie Nederlands
var
Congresbezoek
var
Ma-stage Nederlands
Onderzoek communicatievaardigheden
IIa-b 4
IIa-b var
IIa-b var
Opmerkingen:
Programma:
sem
Ia-b
Ia-b
Ia-b
Ia-b
Ia-b
Ia-b
IIa-b
IIa-b
IIa-b
IIa-b
uw
2
2
4
2
4
2
var
var
var
4
Writing: Context, Process and Text
Zelfstudie Nederlands 1
Zelfstudie Nederlands 2
1. Studenten Neerlandistiek hebben binnen hun programma ook ruimte
voor een onderdeel uit het landelijke programma Master Language, zie
http://masterlanguage.nl/cursusaanbod/nederlands/. Studenten kunnen
een 10 ECTS onderdeel opvoeren in hun programma. De onderdelen Nederlands in de maatschappij, Schrijfadvisering en tekstredactie en de Mascriptie kunnen niet worden vervangen.
2. Het schema geeft het programma bij instroom in september. Bij instroom in februari is er een gedeeltelijk ander programma. Neem voor
aanvang van de opleiding contact op met de studieadviseur om je programma vast te stellen.
Taal en tekst – Dynamiek in taal: Taalkunde
vaknaam
Nederlands in de maatschappij
Nieuwe klanken
Schrijfadvisering en tekstredactie
Fonologie als menselijk gedrag
Language Development
Sociolinguïst. variatie & verandering
Ma-scriptie Nederlands
Congresbezoek
Ma-stage Nederlands
Semantiek en taalverwerving Nederlands
IIa-b var
Zelfstudie Nederlands 1
IIa-b var
Zelfstudie Nederlands 2
Opmerkingen:
50
vakcode
LNX015M05
LTX013M10
LNX003M05
LTX014M10
LLS008M10
LTX012M10
LNX999M20
LNX002M05
LNX000M10
LNT002M10
ECTS
5
10
5
10
10
10
20
5
10
10
V/K
V
V
V
KG
KG
KG
V
KG
KG
KG
taal
NL
En/NL
NL
En/NL
Eng
Eng
NL
NL
NL
NL
LNX016M05
LNX017M05
5
5
KG
KG
NL
NL
1. Studenten Neerlandistiek hebben binnen hun programma ook ruimte
voor een onderdeel uit het landelijke programma Master Language, zie
http://masterlanguage.nl/cursusaanbod/nederlands/. Studenten kunnen
een 10 ECTS onderdeel opvoeren in hun programma. De onderdelen Nederlands in de maatschappij, Schrijfadvisering en tekstredactie en de Mascriptie kunnen niet worden vervangen.
Het Studieprogramma
2. Het schema geeft het programma bij instroom in september. Bij instroom in februari is er een gedeeltelijk ander programma. Neem voor
aanvang van de opleiding contact op met de studieadviseur om je programma vast te stellen.
Opbouw van het studieprogramma
Voor elk van de studiepaden (Taalkunde, Taalbeheersing, Historische letterkunde, Moderne letterkunde) is de opbouw van het programma identiek, de inhoud verschillend, maar wel met enkele gemeenschappelijke onderdelen. Bij instroom in september doen alle studenten in hret eerste semester Nederlands in de maatschappij (5 ECTS), Schrijfadvisering & Tekstredactie (5
ECTS) en daarnaast een Onderzoekscollege binnen de eigen specialisatie (10 ECTS) en een Interdisciplinair onderzoekscollege gerelateerd aan de eigen specialisatie (10 ECTS). In het tweede semester kan men naar keuze een tweede Interdisciplinair onderzoekscollege, een Stage bij
overheid of bedrijfsleven of een combinatie van de vakken Congresbezoek en Zelfstudie doen.
Als opgemerkt, bij instroom in februari geldt een ten dele ander programma.
Toelatingseisen
Het voldoen aan de eisen voor het BA-getuigschrift Nederlandse taal en cultuur is voorwaarde
voor toelating tot de MA Neerlandistiek. Men kan, zonder tijdverlies, in de MA een andere specialisatierichting kiezen dan in de BA en men kan ook aan het begin van het tweede semester instromen in de MA. Voor informatie over beide richte men zich tot de studieadviseur. Studenten
met een HBO-diploma 2e-graads dienen een schakelprogramma te volgen van 1 jaar aan BAonderdelen. Studenten met een HBO-diploma 1e-graads hebben direct toegang tot de MA.
Relatie met andere masterprogramma’s
Als je de Educatieve master Nederlands wilt volgen, dan ziet het eerste semester van het eerste
masterjaar er bij instroom in september in grote lijnen hetzelfde uit als dat van de studenten die
kiezen voor de maatschappelijke master. In het tweede semester van jaar 1 volg je twee onderdelen van 5 ECTS bij het Universitair Onderwijscentrum Groningen (UOCG) als voorbereiding op
je tweede, vooral (vak)didactische masterjaar. Daarnaast schrijf je een scriptie van 20 ECTS. In
het tweede jaar volg je een 'werken-leren traject': naast colleges bij het UOCG sta je een aantal
uren per week voor de klas en volg je nog voor 10 ECTS twee voor de Educatieve Master specifieke en verplichte zelfstudies bij Nederlands. Vóór het begin van het 'werken-leren traject' moet
je de masterscriptie afgerond hebben, anders word je niet toegelaten. Met het afronden van de
educatieve master heb je zowel een mastertitel als een eerstegraads lesbevoegdheid behaald. De
maatschappelijke master duurt 1 jaar, de educatieve master 2 jaar.
Naast de masteropleiding Neerlandistiek bestaan er in Groningen researchmasters die 2 jaar
duren, ze leiden vooral op tot onderzoeker. Een selectieprocedure gaat vooraf aan de toelating
tot deze opleidingen (zie: 5.6.1 en 5.6.3).
Toekomstperspectieven
Een masterdiploma Neerlandistiek geeft aan dat de student in staat is wetenschappelijk onderzoek te verrichten en beschikt over de kennis en competenties die noodzakelijk zijn om toegelaten te worden tot de promotie. De master is in staat tot een zelfstandige beroepsuitoefening op
academisch niveau en kan bijdragen leveren aan de ontwikkeling van het vakgebied. De master
kan verder bijdragen aan het toegankelijk houden en overdragen van Nederlandse cultuur voor
zover die in taaluitingen is neergelegd.
Het beroepenveld waar afgestudeerde neerlandici terechtkomen is breed. Instellingen waar afgestudeerden terechtkomen zijn o.a.: de wetenschap, tekst- en communicatiebureaus of communicatie-afdelingen van bedrijven of instellingen, de overheid (gemeente, provincie, rijk), nonprofitinstellingen, het (hoger) onderwijs, de journalistiek, de omroep, culturele instellingen, uitgeverijen, vertaalbureaus. Sommige afgestudeerden worden vrij gevestigd schrijver. Taken die
een Master Neerlandistiek in zijn eerste baan na zijn studie kan tegenkomen, bevinden zich onder andere op het gebied van ontwerpen en redigeren van uiteenlopende teksten, de redactie
van tijdschriften en van gedrukte en elektronische teksten, het verstrekken van informatie over
de Nederlandse taal en literatuur, het beheren en onderhouden van taalmaterialen, het verzorgen van cursussen; het begeleiden van auteurs op uitgeverijen, het coördineren van projecten,
Het Studieprogramma
51
het mede vormgeven van communicatie- en uitgeef-strategieën en het adviseren over de inzet
van communicatieactiviteiten en -middelen.
5.2.18
Noord-Amerika Studies 60 ECTS (CROHO 60845)
Informatie over deze Engelstalige opleiding vind je in het Engelstalige deel van deze studiegids
op pagina 67.
5.2.19 Oudheidstudies 60 ECTS (CROHO 60821)
Programma’s (afstudeerrichtingen)
De masteropleiding Oudheidstudies kent twee progamma’s waarin de student kan afstuderen:
1) Griekse en Latijnse Taal en Cultuur
2) Oude Geschiedenis
Profiel van de opleiding
Hoe worden in het wetenschappelijk onderzoek allerlei thema’s uit de oudheid benaderd, bijvoorbeeld de Trojaanse oorlog, de verhouding tussen Grieken, Romeinen en barbaren, de functie van literaire genres? Hoe kun je zelf de schriftelijke en materiële bronnen kritisch evalueren?
Hoe schrijf je een commentaar op een tekst uit de oudheid? Wat zijn de antieke wortels van moderne ideeën over burgerschap en leiderschap? Wat was de basis van het succes van het Romeinse rijk?
Deze en andere vragen worden bij de Master Oudheidstudies uitgediept. De opleiding richt zich
op een geïntegreerde benadering van de klassieke oudheid, waarin je kunt kiezen voor een meer
of minder talige invulling van het programma.
Toelatingseisen
De Master Oudheidstudies sluit aan op de Ba-opleidingen Griekse en Latijnse Taal en Cultuur
en Geschiedenis. De Master is ook toegankelijk voor studenten met een Ba-diploma Archeologie
of Filosofie of een andere relevante opleiding die tijdens hun BA aantoonbaar aandacht hebben
besteed aan de oudheid.
Griekse en Latijnse Taal en Cultuur (GLTC)
Opbouw van het programma
Het masterprogramma GLTC duurt een jaar en omvat 60 ECTS en kent voor iedereen een gelijksoortige opbouw. In het eerste semester volgt iedereen het commentaarcollege Grieks en Latijn (10 ECTS) en een interdisciplinair onderzoekscollege (10 ECTS). De resterende 10 ECTS
worden gevuld met keuze-onderdelen. In het tweede semester volgt iedereen een thematisch
college Grieks en Latijn (10 ECTS) en schrijft een scriptie (20 ECTS). Het interdisciplinaire onderzoekscollege wordt gekozen uit het aanbod van de Faculteit. Bij de keuze-onderdelen kiest de
student:
- een onderwerp op het gebied van de oudheid uit het aanbod van GLTC (bijvoorbeeld Griekse
epigrafie en/of papyrologie), Oude Geschiedenis, Klassieke en Mediterrane Archeologie, Europese talen, Filosofie of Rechten.
- een module uit het landelijke aanbod van modules in het kader van Masterlanguage.
- een stage.
Programma:
Griekse en Latijnse taal en cultuur
sem uw vaknaam
Ia-b 2
Commentaarcollege Grieks en Latijn
Ia-b var Interdisciplinair onderzoekscollege
vakcode
LQX020M10
ECTS V/K taal
10
V
NL
10
V
NL
Ia-b
Ia-b
Ia-b
LQX021M05
LQX022M05
LGX146M10
5
5
10
52
var
var
2
Griekse epigrafie
Griekse epigrafie: Essay
Res. Sem.: “Late Antiquity”
KG
KG
KG
En/NL
NL
Eng
Het Studieprogramma
Ia-b
Ib
IIa-b
IIa-b
IIa-b
3
The Rise of Cities and States
var
Griekse literaire papyrologie
var Ma-scriptie Oudheidstudies
2
Themacollege Grieks en Latijn
Masterstage Oudheidstudies
LPM005M10
LQX026M05
LQX997M20
LQX027M10
LQX028M10
10
5
20
10
10
KG
KG
V
V
K
Eng
NL
NL
NL
NL
IIa
4
LPX006M10
10
KG
Eng
The Archaeology of Death
Opmerkingen:
1. Het onderdeel Griekse epigrafie (LQX021M05) kan worden gecombineerd met 1. Een essay Griekse epigrafie (LQX022M05) of 2. Het onderdeel Griekse literaire papyrologie (LQX023M05).
2. Studenten GLTC volgen in totaal:
- 20 EC GLTC onderdelen
- 20 EC Master-scriptie Oudheidstudies
- 20 EC keuzeonderdelen, waarvan één interdisciplinair onderzoekscollege.
3. Studenten die in semester twee willen starten, kunnen in overleg met
de studieadviseur een programma samenstellen.
Oude Geschiedenis
Opbouw van het programma
Het masterprogramma Oude Geschiedenis duurt een jaar en omvat 60 ECTS. Kern van het programma vormen de twee onderzoekscolleges van elk 10 ECTS over jaarlijks wisselende onderwerpen. Verder worden 20 ECTS naar keuze ingevuld met:
- bijv. epigrafiek, onderdelen uit de opleidingen GLTC, Archeologie, Geschiedenis, of buitenfacultaire modules zoals Antieke Wijsbegeerte of Rechtsgeschiedenis.
- een module uit het landelijke aanbod van modules in het kader van Masterlanguage
- een stage
Het keuzepakket wordt in overleg met de docenten Oude Geschiedenis vastgesteld.
Het programma wordt afgesloten met een scriptie van 20 ECTS. Studenten zonder GLTC Badiploma kunnen hun programma niet-talig invullen.
Programma:
sem
Ia-b
Ia-b
Ia-b
Ia-b
Ia-b
IIa-b
IIa-b
IIa-b
uw
2
2
var
var
3
var
2
IIa
4
Oude geschiedenis
vaknaam
Res. Sem.: “Late Antiquity”
Commentaarcollege Grieks en Latijn
Griekse epigrafie
Griekse epigrafie: Essay
The Rise of Cities and States
Ma-scriptie Oudheidstudies
Res.Sem.:Cultures of Memory in Antiquity
Masterstage Oudheidstudies
Opmerkingen:
The Archaeology of Death
vakcode
LGX146M10
LQX020M10
LQX021M05
LQX022M05
LPM005M10
LQX997M20
LGX147M10
LQX028M10
ECTS
10
10
5
5
10
20
10
10
V/K
V
KG
KG
KG
KG
V
V
K
taal
Eng
NL
En/NL
NL
Eng
NL
Eng
NL
LPX006M10
10
KG
Eng
1. Studenten kunnen kiezen uit bijv. modules uit de Master ‘Geschiedenis
Vandaag/History Today’ (Colloquium, Onderzoekscollege of Historisch
Methodenvak), of buitenfacultaire modules Antieke Wijsbegeerte of
Rechtsgeschiedenis. Dit moet altijd gebeuren in overleg met de studieadviseur.
2. Studenten Oude geschiedenis volgen in totaal:
- 20 EC Oude geschiedenis onderdelen
- 20 EC Master-scriptie Oudheidstudies
- 20 EC keuzeonderdelen
2. Studenten die in semester twee willen starten, kunnen in overleg met
de studieadviseur een programma samenstellen.
Het Studieprogramma
53
Relatie met andere masterprogramma’s
Als je de tweejarige Educatieve master Grieks en Latijn wilt volgen, dan ziet het eerste semester
van het eerste masterjaar er in grote lijnen hetzelfde uit als dat van de studenten die kiezen voor
de master Oudheidstudies. In het tweede semester van jaar 1 volg je een Basiscursus Lerarenopleiding en een Masterstage, elk van 5 ECTS, 3 bij de Lerarenopleiding als voorbereiding op je
tweede masterjaar. Daarnaast schrijf je een scriptie van 20 ECTS. Vóór het begin van het tweede
jaar moet je de masterscriptie afgerond hebben, anders word je niet toegelaten. In het tweede
jaar volg je onderdelen vakdidactiek, onderwijskunde en stages op scholen. De opleiding wordt
afgesloten met onderzoeksproject. Met het afronden van de educatieve master heb je zowel je
mastertitel als je eerstegraads lesbevoegdheid behaald.
Naast de masteropleiding Oudheidstudies bestaan er in Groningen tweejarige researchmasters
Classical, Medieval and Renaissance Studies, Literary and Cultural Studies, Art History and Archaeology en Taalwetenschappen, die specifiek opleiden tot onderzoeker. Een selectieprocedure
gaat vooraf aan de toelating tot deze onderzoeksopleidingen (zie 5.6).
Toekomstperspectieven
De breedheid van deze letterenopleiding, de grote taalvaardigheid en het kritisch vermogen maken classici en oudhistorici geschikt voor allerlei functies. Dit maakt dat ze breed inzetbaar zijn
voor carrières in de wetenschap, bij de overheid, de media, uitgeverijen, het bedrijfsleven, de
cultuursector, bibliotheken en in het onderwijs.
5.2.20
Oudheidstudies 120 ECTS (CROHO 60039)
Classical, Medieval and Renaissance Studies – Research Master
Informatie over deze Engelstalige opleiding vind je in het Engelstalige deel van deze studiegids
op pagina 77.
5.2.21 Taalwetenschappen 60 ECTS (CROHO 60815)
Progamma’s (afstudeerrichtingen)
De masteropleiding Taalwetenschappen kent vier programma’s waarin de student kan afstuderen:
1) Neurolinguïstiek
2) Applied Linguistics
3) Europese taalkunde
4) Multilingualism
Profiel van de opleiding Taalwetenschappen
De Masteropleiding Taalwetenschappen verenigt academische vorming en het bestuderen en
toepassen van belangrijke theorieën en methodologieën van de Linguïstiek en de toepassing ervan in de maatschappij. Daarbij wordt de nadruk gelegd op brede thema’s die richtinggevend
zijn voor de ontwikkeling binnen het wetenschapsgebied en de maatschappelijke context. De
disciplines Toegepaste Taalwetenschap, Neurolinguïstiek en Europese Taalkunde vormen de
basis van deze brede, dynamische en flexibele opleiding in Groningen. Terwijl Toegepaste Taalwetenschap al als zelfstandige opleidingen bestond, is Neurolinguïstiek een samenvoeging van
het gelijknamige onderdeel uit de oude opleiding Algemene Taalwetenschap (ATWNeurolinguïstiek) en Speech and Language Pathology (SLP). De nieuwe afstudeerrichting Europese Taalkunde (EL) is een gemeenschappelijke voortzetting van de voormalige afstudeervariant
Theoretische Linguïstiek van de opleiding Algemene Taalwetenschap (ATW) en de taalkundige
afstudeervarianten van de moderne talen-opleidingen Duitse Taal en Cultuur, Engelse Taal en
Cultuur, Friese Taal en Cultuur, Romaanse Talen en Culturen (RTC), Scandinavische Talen en
In plaats van het Themacollege Grieks en Latijn(10 ECTS). Dit college volg je in het tweede
semester van het tweede jaar om uiteindelijk toch de vereiste omvang van 60 ECTS aan studieonderdelen voor de Master Oudheidstudies te behalen.
3
54
Het Studieprogramma
Culturen, en Slavische Talen en Culturen. Dit biedt de student tevens de mogelijkheid zich te
specialiseren in een taal of taalfamilie, waardoor de opleiding in zekere zin een intercultureel
component bevat. De combinatie en integratie van de diverse aspecten van Taalwetenschap
maakt de opleiding uniek.
Neurolinguïstiek
Opbouw van het studieprogramma
Binnen de richting Neurolinguïstiek bestudeer je spraak- en taalstoornissen in al haar facetten:
theoretische en medische achtergrond, diagnostiek en behandeling. In Groningen staan de taalstoornissen centraal (afasie, taalontwikkelingsstoornissen en dyslexie), maar er wordt ook aandacht besteed aan spraakstoornissen (met name verworven spraakapraxie en ontwikkelingsdyspraxie).
In het eerste semester worden drie onderzoekscolleges (afasiologie, taalontwikkelingsstoornissen, dyslexie) aangeboden. In het tweede semester volgen alle studenten een stage; wil men een
therapiebevoegdheid behalen, dan wordt deze stage verzorgd door de opleiding Logopedie. Deze
stage is therapiegericht. Studenten die al een therapiebevoegdheid hebben of studenten die geen
therapiebevoegdheid willen halen, doen een onderzoeksgerichte stage. Deze stages worden verzorgd door de RUG. In alle gevallen wordt de opleiding afgesloten met een scriptie.
De eisen die aan de scriptie gesteld worden zijn voor elke student hetzelfde: een student moet bij
de scriptie laten zien in staat te zijn tot het zelfstandig opzetten en uitvoeren van een onderzoek.
De scriptie heeft de status van een wetenschappelijk verslag van het uitgevoerde onderzoek.
Programma:
sem
Ia-b
Ia-b
Ia-b
IIa-b
IIa-b
uw
4
4
4
var
var
Ma Neurolinguïstiek
vaknaam
Afasiologie
Dyslexie
Taalontwikkelingsstoornissen
Masterscriptie Neurolinguïstiek
Masterstage Neurolinguïstiek
Opmerkingen:
vakcode
LTX001M10
LTX003M10
LTX002M10
LTS998M20
LTN000M10
ECTS
10
10
10
20
10
V/K
V
V
V
V
V
taal
En/NL
En/NL
NL
NL
En/NL
Studenten die tijdens hun bachelor Taalwetenschap zijn begonnen met
de minor Logopedie, behalen hun therapie bevoegdheid door na de master nog een laatste afrondende Logopedie-stage te volgen.
Applied Linguistics (TEFL)
Programme structure
The main aim of this specialization is to introduce students to research in the field of second
language acquisition and multilingualism, and the application of such research in the practical
field of language teaching and language testing.
The heart of this specialization is the course unit Theory of Second Language Development,
which covers all theoretical aspects of second-language acquisition, discussing a contemporary,
dynamic perspective based on a historical development. Both conventional and traditional research is supported in the course unit Research Methodology in Applied Linguistics. This
course unit teaches students not only to critically examine research by others, but also independently to set up, analyse and correctly report on research in the field of second-language acquisition. The application of language research in education is discussed in the course unit
Teaching Methodology and Second Language Development, which also trains students in developing language teaching methodologies supported by the understanding they acquired in
Theory of Second Language Development. In the second semester, students may choose to further specialize in language teaching via the course unit CALL, which focuses on ComputerAssisted Language Learning and introduces students to a variety of applications of computers in
language teaching as well as to research into the effectiveness of these applications. Students can
also choose an elective course from one of the other Linguistics Masters, provided that the
course fits the content of the programme.The broad knowledge they gain in the fields of secondlanguage acquisition, language education, and research methodology will thoroughly prepare
Het Studieprogramma
55
students for setting up, conducting, analysing and reporting on their own independent research
project in their Master's Thesis in Applied Linguistics.
Programma:
sem
Ia-b
Ia-b
Ia-b
IIa-b
IIa-b
IIa-b
uw
3
4
3
2
var
2
Ma Applied Linguistics - TEFL
vaknaam
Onderwijsmeth./2e taalontwikkeling
Onderzoeksmethodologie TTW
Theorie van tweede-taalontwikkeling
Ma-scriptie Toegepaste Taalwetenschap
CALL
Ma-stage Toegepaste Taalwetenschap
Opmerkingen:
vakcode
LOX014M10
LOX002M10
LOX011M10
LOX999M20
LOX015M10
LOX000M10
ECTS
10
10
10
20
10
10
V/K
V
V
V
V
K
K
taal
Eng
Eng
Eng
Eng
Eng
Eng
1. De student kiest in het 2e semester een keuzeonderdeel voor in totaal
10 ECTS, of met toestemming van de studieadviseur een onderdeel uit
een ander Masterprogramma.
2. De stage en scriptie kunnen ook buiten de aangegeven periode gevolgd worden. Raadpleeg de studieadviseur.
Europese taalkunde
Opbouw van het studieprogramma
Het programma Europese Taalkunde (European Linguistics) is een 60-ECTS masterprogramma
dat een gemeenschappelijke voortzetting is van de voormalige afstudeervariant Theoretische
Linguïstiek van de opleiding Algemene Taalwetenschap (ATW) en de taalkundige afstudeervarianten van de moderne talen-opleidingen Duitse Taal en Cultuur, Engelse Taal en Cultuur, Finoegrische Talen en Culturen, Friese Taal en Cultuur, Romaanse Talen en Culturen, Scandinavische Talen en Culturen, en Slavische Talen en Culturen. Vanuit deze achtergrond richt het programma zich op taal in al zijn complexiteit en variatie. Het programma besteedt aandacht aan
de belangrijkste deelgebieden van de taalwetenschap (de synchrone en diachrone studie van
klank, structuur, en betekenis van taal), maar biedt studenten ook de mogelijkheid zich te specialiseren in een taal of taalfamilie (in het bijzonder de talen Duits, Engels, Frans, Fries, Italiaans,
Nederlands, Russisch, Spaans en Zweeds).
Studenten kunnen zich specialiseren in theoretische algemene taalwetenschap of in één van de
moderne talen (de taal van specialisatie). Colleges zijn zo opgezet dat zowel de theoretische
deelgebieden als de participerende taalgebieden in het programma herkenbaar aanwezig zijn.
De taal van instructie is Nederlands, of bij deelname van internationale studenten en/of docenten Engels. Werkstukken en scripties kunnen geschreven worden in de taal van specialisatie van
de student. In dat geval kan de student mede begeleid worden door een specialist in de faculteit
anders dan de docent van de module. Indien een student 40 ECTS heeft besteed aan zijn taal
van specialisatie, kan die specialisatie vermeld worden op het diplomasupplement.
Het programma kenmerkt zich door een verdeling in drie themagebieden (syntaxis/semantiek,
fonologie/morfologie, en taalverandering/sociolinguïstiek) waarbinnen verschijnselen van alle
talen bestudeerd kunnen worden. Wel wordt er, afhankelijk van de docent en zijn/haar expertise
veelal vanuit drie taalgebieden (Engels, overig Germaans, en Romaans) gewerkt. Er is gekozen
voor een dergelijke indeling om in het programma zowel de themagebieden als de taalgebieden
duidelijk herkenbaar aanwezig te laten zijn.
Programma:
sem
Ia-b
Ia-b
Ia-b
Ia-b
56
uw
2
4
2
2
Europese taalkunde
vaknaam
Fonologie als menselijk gedrag
Language Development
Nieuwe klanken
Sociolinguïst. variatie & verandering
vakcode
LTX014M10
LLS008M10
LTX013M10
LTX012M10
ECTS
10
10
10
10
V/K
K
K
K
K
taal
En/NL
Eng
En/NL
Eng
Het Studieprogramma
IIa-b var Masterscriptie Taalwetenschappen
IIa-b 2
Linguistic Analysis
Opmerkingen:
LTX998M20
LLS007M10
20
10
V
K
NL
En/NL
Studenten mogen ook een letterkundige taalspecifieke module kiezen uit
het aanbod van de Ma letterkunde.
Toekomstperspectieven
Het masterprogramma Europese taalkunde leidt op tot een baan op het gebied van theoretische
of beschrijvende linguïstiek, taalontwikkeling, taal- en spraaktechnologie of computerlinguïstiek. Daarnaast komen afgestudeerden terecht in het onderwijs of in de communicatie (taaldocent, tekstschrijver, editor, redacteur, vertaler). Ook is het programma ET een geschikte vooropleiding voor beleidsfuncties op het gebied van veeltaligheid en meertaligheid. Daarnaast kan het
programma ET dienen als maatschappelijke master binnen de EduMa Duits, Engels, Frans en
Spaans.
Multilingualism
Programme structure
The Multilingualism specialisation focuses on the social, cognitive, cultural and educational aspects of multilingualism. This practically oriented programme imparts knowledge about multilingualism which graduates can use in the education sector, in corporate or non-governmental
organisations, as well as in policy-making positions.
The first semester comprises six course units that discuss a variety of aspects of and perspectives
on multilingualism. The course unit Psycholinguistics: The Multilingual Mind focuses on the
cognitive aspects of multilingualism and Sociolinguistics: The Multilingual Society on social aspects. The course The Multilingual School discusses basic concepts, principles, aims and forms
of multilingual teaching, whilst the course unit Language Diversity in Society introduces students to the principles of language planning and policy making. Throughout these courses students learn about the various contexts in which multilingualism occurs and the relationship between multilingualism, language endangerment and language change. In the course unit Minority Languages: the Case of Frisian, students conduct field research into multilingualism in
the ‘Frisian laboratory’. They visit political and cultural institutions in Fryslân, as well as places
where lower language domains can be observed and studied, such as community centres, bars,
churches and nursing homes. In addition, the students complete a course Research Methodology & Statistics in the first semester. The central theme of this course unit is the practice of social
and behavioural research. Students are introduced to the qualitative and quantitative methods
and techniques used in the field and teaching practice is bases on do-it-yourself and selfexperience.
In the second semester students can do a work placement or follow an elective course. The
course unit Testing and Assessment focuses on the theory and practice of language assessment.
Language and Cultural History, which is also an elective, discusses the relationships between
language, politics and power from a cultural-historical perspective. The MA specialisation in
Multilingualism is concluded with a 20 ECTS thesis.
Programma:
sem
Ia
Ia
Ia
Ib
Ib
Ib
IIa-b
IIa-b
IIa-b
IIa-b
uw
2
2
2
2
2
2
var
2
var
2
Ma Multilingualism
vaknaam
Research Methodology
The Multilingual Community
The Multilingual School
Linguistic Diversity in Society
Minority Languages: The Case of Frisian
The Multilingual Mind
Ma Thesis Multilingualism
Language and Cultural History
Ma Internship Multilingualism
Testing and Assessment
Het Studieprogramma
vakcode
LHF018M05
LHF014M05
LHF015M05
LHF017M05
LHF016M05
LHF021M05
LHM999M20
LHF019M10
LHM000M10
LHF020M10
ECTS
5
5
5
5
5
5
20
10
10
10
V/K
V
V
V
V
V
V
V
K
K
K
taal
Eng
Eng
Eng
Eng
Eng
Eng
Eng
Eng
Eng
Eng
57
5.2.22
Taalwetenschappen 120 ECTS (CROHO 60817)
Progamma’s (afstudeerrichtingen)
De Research Masteropleiding Taalwetenschappen kent drie programma’s waarin de student kan
afstuderen:
Language and Cognition – Research Master
Clinical Linguistics – Research Master
Language and Communication Technologies – Research Master
Informatie over deze Engelstalige opleiding vind je in het Engelstalige deel van deze studiegids
op pagina 87.
5.3
INTERDISCIPLINAIRE ONDERZOEKSCOLLEGES
De Faculteit biedt een serie zogenaamde interdisciplinaire onderzoekscolleges aan. Deze colleges zijn bedoeld voor studenten die een Masterprogramma Letterkunde of Neerlandistiek volgen. Deze studenten volgen in beginsel één interdisciplinair onderzoekscollege. In totaal worden
er 9 van dergelijke colleges verzorgd. Met de interdisciplinaire colleges wordt het keuzeaanbod
aanzienlijk verrijkt.
Opzet en vorm van de interdisciplinaire colleges verschillen per onderdeel. Soms wordt een college verzorgd door één docent, soms door een groep van docenten. Ook kan het voorkomen dat
het bestaat uit twee blokken, na een inleiding volgt vervolgens een uitwerking die hoofdvak gerelateerd is. Nadere informatie kan worden gevonden bij de verschillende moduleomschrijvingen.
Interdisciplinaire onderzoekscolleges
sem uw vaknaam
Ia-b 3
Biographical Approach of History
Ia-b
Gedeelde literatuur
vakcode
LLS026M10
LLS039M10
ECTS V/K taal
10
K
Eng
10
K
NL
Ia-b
Ia-b
Ia-b
Ia-b
IIa-b
IIa-b
IIa-b
LLS033M10
LLS037M10
LLS029M10
LLS014M10
LLS038M10
LLS035M10
LLS036M10
10
10
10
10
10
10
10
3
3
3
2
3
3
3
Minority Literatures and Cultures
Modernisme en waarneming
The Author’s Self-Fashioning
Van schrijver naar lezer: Edities
European Literature
Letter-writing in premodern Europe
Literature and emotion
K
K
K
K
K
K
K
En/NL
Eng
En/NL
NL
Eng
Eng
Eng
5.4
EDUCATIEVE MASTERS (2 JAAR)
Algemeen profiel van de opleidingen
Educatieve masteropleidingen zijn opleidingen met een omvang van 120 ECTS-studiepunten,
die dus twee voltijdse studiejaren in beslag nemen. In het eerste masterjaar volg je 50 ECTS van
je maatschappelijke master en een deel van de eerstegraads lerarenopleiding (10 ECTS) van de
Faculteit Gedrags- en Maatschappijwetenschappen (GMW). In het tweede masterjaar volg je het
grootste deel van de eerstegraads lerarenopleiding en daarnaast nog een deel (10 ECTS) van je
maatschappelijke master.
Het met succes afronden van de educatieve masteropleiding levert je naast een masterdiploma
ook een eerstegraads onderwijsbevoegdheid op.
58
Het Studieprogramma
Educatieve masteropleidingen zijn alleen mogelijk voor:
Educatieve Masters (120 ECTS)
Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de eerste graad in Duitse Taal en Cultuur
Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de eerste graad in Engelse Taal en Cultuur
Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de eerste graad in Franse Taal en Cultuur
Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de eerste graad in Friese Taal en Cultuur
Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de eerste graad in Geschiedenis
Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de eerste graad in Griekse en Latijnse Taal
en Cultuur
Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de eerste graad in Nederlandse Taal en Cultuur
Opleiding tot leraar voortgezet onderwijs van de eerste graad in Spaanse Taal en Cultuur
inclusief: Multiele: Learning and Teaching of Spanish in Multilingual and International Contexts
Het eerste jaar van een educatieve master komt voor 50 ECTS overeen met het onderwijsprogramma van de maatschappelijke master. In afwijking van die master worden in het tweede semester 10 ECTS-punten 4 besteed aan de Basiscursus lerarenopleiding: je volgt colleges, maakt
opdrachten en loopt een (kleine) stage.
Het tweede jaar van een educatieve master bestaat uit het Werken-leren traject. Dit is er op gericht dat de student na afloop ervan voldoet aan de eisen van startbekwaamheid voor eerstegraads leraren. Het Werken-leren traject heeft voor de helft plaats op een school voor voortgezet onderwijs en bestaat voor de ander helft uit instituutsactiviteiten bij de lerarenopleiding van
de Faculteit Gedrags- en Maatschappijwetenschappen.
(Meer informatie via: www.rug.nl/education/lerarenopleiding/)
Toelatingsvoorwaarden
Een universitair bachelordiploma Duitse-, Engelse-, Friese- Nederlandse-, Franse-, Spaanse- en
Griekse & Latijnse Taal en Cultuur en Geschiedenis geven onvoorwaardelijke toegang tot een
educatieve master in dezelfde richting.
Opbouw van het programma
Het eerste jaar van het programma bestaat uit 30 ECTS aan hoofdvakgerelateerde onderdelen,
10 ECTS aan de "Basiscursus lerarenopleiding", te volgen in het tweede semester en het schrijven van een scriptie van 20 ECTS.
Zoals in de Onderwijs en Examenregeling is vermeld, moeten zowel de "Scriptie" als de "Basiscursus lerarenopleiding" aan het einde van het eerste studiejaar zijn afgerond alvorens met de
andere onderdelen van de educatieve master te kunnen beginnen.
5.4.1
Educatieve Master Duitse Taal en Cultuur
Naam opleiding:
Studiejaar:
MaEduc Duitse taal en cultuur (2-jarig na bachelor)
1
sem uw vaknaam
Ia-b var Interdisciplinair onderzoekscollege
Ia-b
var Interdisciplinair onderzoekscollege
Ia-b
IIa-b
IIa-b
IIa-b
3
var
var
var
Literaire kritiek op Europa sinds 1945
Basiscursus Master Lerarenopleiding
Master scriptie Duits
Masterstage 1 Leraar Duits
vakcode
LDX003M10
ULOM1005AL
LDX999M20
ULOM1105D
U
ECTS V/K taal
10
V
NL
10
V
NL
10
5
20
5
V
V
V
V
D
NL
D
NL
4
De 10 ECTS die je (op dat moment) bij de maatstchappelijke master mist haal je in het tweede jaar in, om
uiteindelijk toch de vereiste omvang van 60 ECTS aan studieonderdelen van de maatschappelijke master te
behalen.
Het Studieprogramma
59
Opmerkingen:
Naam opleiding:
Studiejaar:
Behalve de tweejarige Educatieve Master Duits die gevolgd wordt na het
behalen van een passende Bacheloropleiding is er de mogelijkheid om na
het behalen van een passende Masteropleiding de éénjarige Master Leraar VHO Duits te volgen. Voor meer informatie kunt u terecht bij de
studieadviseur Europees of bij de Lerarenopleiding.
In plaats van een interdisciplinaire module mag er ook een module uit
het aanbod van Masterlanguage (In plaats van een interdisciplinaire module mag ook worden gekozen uit het taalspecifieke aanbod van Masterlanguage (http://masterlanguage.nl) worden gekozen.
MaEduc Duitse taal en cultuur (2-jarig na bachelor)
2
sem uw vaknaam
Ia-b var Masterstage 2 Leraar Duits
Ia-b
var Vakdidaktiek 2 (schoolvak): ULOM1405
Ia
var Vakdidactiek 1 Duits
Ib
var Onderwijskunde VO
IIa-b 3
A.v. Droste-Hülshoffs verlangen
IIa-b var Masterstage 3 Leraar Duits
IIa-b var Onderzoek Master Lerarenopleiding
5.4.2
vakcode
ULOM1215D
U
ECTS V/K taal
15
V
NL
5
V
NL
ULOM1305D
U
ULOM1505
LDX001M10
ULOM1610D
U
ULOM1710AL
5
V
NL
5
10
10
V
V
V
NL
D
NL
10
V
NL
Educatieve Master Engelse Taal en Cultuur
Naam opleiding:
Studiejaar:
MaEduc Engelse taal en cultuur (2-jarig na bachelor)
1
sem uw vaknaam
Ia-b var Interdisciplinair onderzoekscollege
vakcode
ECTS V/K taal
10
KV
NL
Ia-b
LLE010M05
510
KV
LEX014M05
510
KV
7va Anglo-Saxon Saint’s LivesTaalspecifieke mor
dule Engels
IbIa- var Music and LiteratureTaalspecifieke module
b
Engels
IIa-b var Basiscursus Master Lerarenopleiding
IIa-b var Ma-scriptie Engels
IIa-b 10 Masterstage 1 Leraar Engels
Opmerkingen:
60
ULOM1005AL 5
LEX999M20
20
ULOM1105EN 5
V
V
V
EngN
L
EngN
L
NL
Eng
NL
Behalve de tweejarige Educatieve Master Engels die gevolgd wordt na
het behalen van een passende Bacheloropleiding is er de mogelijkheid
om na het behalen van een passende Masteropleiding de éénjarige Master Leraar VHO Engels te volgen. Voor meer informatie kunt u terecht
bij de studieadviseur Engels of bij de Lerarenopleiding.
Zie voor keuze Taalspecifieke module Engels het aanbod van Ma Letterkunde (English Literature & Culture en WEM), Ma Taalwetenschappen
(Europese taalkunde en Applied Linguistics - TEFL) en Masterlanguage
(zie http://masterlanguage.nl/)
Het Studieprogramma
Naam opleiding:
Studiejaar:
sem
Ia-b
Ia
Ib
Ib
IIa-b
IIa-b
IIa-b
uw
var
var
var
var
var
var
var
MaEduc Engelse taal en cultuur (2-jarig na bachelor)
2
vaknaam
Masterstage 2 Leraar Engels
Vakdidactiek 1 Engels
Onderwijskunde VO
Vakdidactiek 2 Engels
Masterstage 3 Leraar Engels
Onderzoek Master Lerarenopleiding
Interdisciplinair onderzoekscollege
vakcode
ULOM1215EN
ULOM1305EN
ULOM1505
ULOM1405EN
ULOM1610EN
ULOM1710AL
IIa-b var Taalspecifieke module Engels
Opmerkingen:
5.4.3
V/K
V
V
V
V
V
V
K
taal
NL
Eng
NL
NL
NL
NL
NL
10
K
NL
Zie voor keuze Taalspecifieke module Engels het aanbod van Ma Letterkunde (English Literature & Culture en WEM), Ma Taalwetenschappen
(Europese taalkunde en Applied Linguistics - TEFL) en Masterlanguage
(zie http://masterlanguage.nl/).
Educatieve Master Franse Taal en Cultuur
Naam opleiding:
Studiejaar:
MaEduc Franse taal en cultuur (2-jarig na bachelor)
1
sem uw vaknaam
Ia-b var Interdisciplinair onderzoekscollege
Ia-b
var Interdisciplinair onderzoekscollege
Ia-b
IIa-b
IIa-b
IIa-b
3
var
var
var
Migrantenlit. en transcult. identiteit
Basiscursus Master Lerarenopleiding
Master scriptie RTC-Frans
Masterstage 1 Leraar Frans
Opmerkingen:
uw
var
var
var
var
3
var
var
vakcode
LRF035M10
ULOM1005AL
LRF999M20
ULOM1105FA
ECTS V/K taal
10
V
NL
10
V
NL
10
5
20
5
V
V
V
V
Fr
NL
Fr
NL
Behalve de tweejarige Educatieve Master Frans die gevolgd wordt na het
behalen van een passende Bacheloropleiding is er de mogelijkheid om na
het behalen van een passende Masteropleiding de éénjarige Master Leraar VHO Frans te volgen. Voor meer informatie kunt u terecht bij de
studieadviseur Europees of bij de Lerarenopleiding.
In plaats van een interdisciplinaire module mag er ook een module uit
het aanbod van Masterlanguage In plaats van een interdisciplinaire module mag ook worden gekozen uit het taalspecifieke aanbod van Masterlanguage (http://masterlanguage.nl) worden gekozen.
Naam opleiding:
Studiejaar:
sem
Ia-b
Ia
Ib
Ib
IIa-b
IIa-b
IIa-b
ECTS
15
5
5
5
10
10
10
MaEduc Franse taal en cultuur (2-jarig na bachelor)
2
vaknaam
Masterstage 2 Leraar Frans
Vakdidactiek 1 Frans
Onderwijskunde VO
Vakdidactiek 2 Frans
Het groteske in de Franse literatuur
Masterstage 3 Leraar Frans
Onderzoek Master Lerarenopleiding
Het Studieprogramma
vakcode
ULOM1215FA
ULOM1305FA
ULOM1505
ULOM1405FA
LRF036M10
ULOM1610FA
ULOM1710AL
ECTS
15
5
5
5
10
10
10
V/K
V
V
V
V
V
V
V
taal
NL
NL
NL
NL
Fr
NL
NL
61
5.4.4
Educatieve Master Friese Taal en Cultuur
Naam opleiding:
Studiejaar:
MaEduc Friese taal en letterkunde (2-jarig na bachelor)
1
sem uw vaknaam
Ia-b var Interdisciplinair onderzoekscollege
Ia-b
var Interdisciplinair onderzoekscollege
Ia-b
IIa-b
IIa-b
IIa-b
var
var
var
var
Literatuursociologie Fries
Basiscursus Master Lerarenopleiding
Ma-scriptie Fries
Masterstage 1 Leraar Fries
vakcode
ECTS V/K taal
10
V
NL
LHF022M10
ULOM1005AL
LHF999M20
ULOM1105FR
10
V
NL
10
5
20
5
V
V
V
V
Fri
NL
NL
NL
Opmerkingen:
Behalve de tweejarige Educatieve Master Fries die gevolgd wordt na het
behalen van een passende Bacheloropleiding is er de mogelijkheid om na
het behalen van een passende Masteropleiding de éénjarige Master Leraar VHO Fries te volgen. Voor meer informatie kunt u terecht bij een
studieadviseur of bij Lerarenopleiding.
Naam opleiding:
Studiejaar:
MaEduc Friese taal en letterkunde (2-jarig na bachelor)
2
sem
Ia-b
Ia
Ib
Ib
IIa-b
IIa-b
IIa-b
5.4.5
uw
var
var
var
var
var
var
var
vaknaam
Masterstage 2 Leraar Fries
Vakdidactiek 1 Fries
Onderwijskunde VO
Vakdidactiek 2 Fries
Literatuurgeschiedenis Fries
Masterstage 3 Leraar Fries
Onderzoek Master Lerarenopleiding
vakcode
ULOM1215FR
ULOM1305FR
ULOM1505
ULOM1405FR
LHF023M10
ULOM1610FR
ULOM1710AL
ECTS
15
5
5
5
10
10
10
V/K
V
V
V
V
V
V
V
taal
NL
NL
NL
NL
Fri
NL
NL
Educatieve Master Geschiedenis
Naam opleiding:
Studiejaar:
MaEduc Geschiedenis (2-jarig na bachelor)
1
sem uw vaknaam
Ia-b 2
Onderzoekscollege geschiedenis
vakcode
ECTS V/K taal
10
V
NL
Ia-b
Ia-b
Ia-b
Ia-b
Ia-b
Ia-b
IIa-b
IIa-b
IIa-b
LGX123M05
LGX124M05
LGX125M05
LGX126M05
LGX127M05
LGX128M05
ULOM1005AL
LGX999M20
ULOM1105GS
5
5
5
5
5
5
5
20
5
var
2
2
2
var
2
var
var
var
Colloquium: Past in the Present
Hist. methoden: Archieven & internet
Hist. methoden: Beeldcultuur
Hist. methoden: Documentaire, museum
Hist. methoden: Kwantitatieve analyse
Hist. methoden: Levensverhalen
Basiscursus Master Lerarenopleiding
Ma-scriptie Geschiedenis
Masterstage 1 Leraar geschiedenis
Opmerkingen:
62
K
K
K
K
K
K
V
V
V
NL
En/NL
En/NL
En/NL
En/NL
En/NL
NL
En/NL
NL
1. Historische methoden colleges worden ook in het 2e semester aangeboden.
2. Het Colloquium ‘The Past in the Present’ kan vervangen worden door
een historisch methodencollege.
3. Zie voor het aanbod van onderzoekscolleges het schema van de MA
Het Studieprogramma
Geschiedenis Vandaag en/of de Onderzoeksbrochure Geschiedenis, die in
juni en december op de Nestor-site (my organizations) van Geschiedenis
verschijnt.
Behalve de tweejarige Educatieve Master Geschiedenis die gevolgd wordt
na het behalen van de gelijknamige Bacheloropleiding is er de mogelijkheid om na het behalen van de gelijknamige Masteropleiding de éénjarige Master Leraar VHO Geschiedenis te volgen. Voor meer informatie kunt
u terecht bij de studieadviseur Geschiedenis of bij de Lerarenopleiding.
Naam opleiding:
Studiejaar:
sem
Ia-b
Ia
Ib
Ib
IIa-b
IIa-b
IIa-b
5.4.6
uw
var
var
var
var
var
var
var
MaEduc Geschiedenis (2-jarig na bachelor)
2
vaknaam
Masterstage 2 Leraar geschiedenis
Vakdidactiek 1 geschiedenis
Onderwijskunde VO
Vakdidactiek 2 Geschiedenis
Masterstage 3 Leraar Geschiedenis
Onderzoek Master Lerarenopleiding
Onderzoekscollege geschiedenis
vakcode
ULOM1215GS
ULOM1305GS
ULOM1505
ULOM1405GS
ULOM1610GS
ULOM1710AL
ECTS
15
5
5
5
10
10
10
V/K
V
V
V
V
V
V
V
taal
NL
NL
NL
NL
NL
NL
En/NL
Educatieve Master Grieks en Latijn
Naam opleiding:
Studiejaar:
MaEduc Grieks en Latijn (2-jarig na bachelor)
1
sem uw vaknaam
Ia-b 2
Commentaarcollege Grieks en Latijn
Ia-b var Interdisciplinair onderzoekscollege
vakcode
LQX020M10
ECTS V/K taal
10
V
NL
10
V
NL
Ia-b
Ia-b
Ia-b
Ia-b
Ib
IIa-b
IIa-b
IIa-b
LQX021M05
LQX022M05
LGX146M10
LPM005M10
LQX026M05
ULOM1005AL
LQX997M20
ULOM1105KT
5
5
10
10
5
5
20
5
var
Griekse epigrafie
var
Griekse epigrafie: Essay
2
Res. Sem.: “Late Antiquity”
3
The Rise of Cities and States
var
Griekse literaire papyrologie
var Basiscursus Master Lerarenopleiding
var Ma-scriptie Oudheidstudies
var Masterstage 1 Leraar Klassieke Talen
Opmerkingen:
KG
KG
KG
KG
KG
V
V
V
En/NL
NL
Eng
Eng
NL
NL
NL
NL
Studenten hebben binnen hun programma ook ruimte voor een onderdeel uit het landelijke programma Master Language, zie
http://masterlanguage.nl/cursusaanbod/klassieke-talen/. Studenten
kunnen een 10 ECTS onderdeel opvoeren in hun programma.
Behalve de tweejarige Educatieve Master Grieks en Latijn die gevolgd
wordt na het behalen van de gelijknamige Bacheloropleiding is er de mogelijkheid om na het behalen van een passende Masteropleiding de éénjarige Master Leraar VHO Grieks en Latijn te volgen. Voor meer informatie kunt u terecht bij de studieadviseur Grieks en Latijn of bij de Lerarenopleiding.
Naam opleiding:
Studiejaar:
MaEduc Grieks en Latijn (2-jarig na bachelor)
2
sem uw vaknaam
Ia-b var Masterstage 2 Leraar Klassieke Talen
Ia
var Vakdidactiek 1 Klassieke Talen
Het Studieprogramma
vakcode
ECTS V/K taal
ULOM1215KT 15
V
NL
ULOM1305KT 5
V
NL
63
Ib
Ib
IIa-b
IIa-b
IIa-b
var
var
var
var
2
5.4.7
Onderwijskunde VO
Vakdidactiek 2 Klassieke talen
Masterstage 3 Leraar Klassieke Talen
Onderzoek Master Lerarenopleiding
Themacollege Grieks en Latijn
ULOM1505
ULOM1405KT
ULOM1610KT
ULOM1710AL
LQX027M10
5
5
10
10
10
V
V
V
V
V
NL
NL
NL
NL
NL
Educatieve Master Nederlandse Taal en Cultuur
Naam opleiding:
Studiejaar:
MaEduc Nederlandse taal en cultuur (2-jarig na bachelor)
1
sem
Ia-b
Ia-b
Ia-b
uw vaknaam
2
Nederlands in de maatschappij
4
Schrijfadvisering en tekstredactie
var
Interdisciplinair onderzoekscollege
vakcode
LNX015M05
LNX003M05
ECTS
5
5
10
V/K
V
V
KG
taal
NL
NL
NL
Ia-b
Ia-b
Ia-b
Ia-b
Ia-b
4
2
2
4
Language Development
Media en Discourse: Framing
Sociolinguïst. variatie & verandering
Taal en tekstoptimalisatie
Gedeelde literatuur
LLS008M10
LCX039M10
LTX012M10
LCX062M10
LLS039M10
10
10
10
10
10
KG
KG
KG
KG
KG
Eng
NL
Eng
NL
NL
Ia-b
Ia-b
2
Nieuwe klanken
Onderzoek communicatievaardigheden
LTX013M10
LCX057M10
10
10
KG
KG
En/NL
NL
Ia-b
IIa-b
IIa-b
IIa-b
4
Verwerking van het verleden
var Basiscursus Master Lerarenopleiding
var Ma-scriptie Nederlands
10 Masterstage 1 Leraar Nederlands
LNX018M10
ULOM1005AL
LNX999M20
ULOM1105NE
10
5
20
5
KG
V
V
V
NL
NL
NL
NL
Opmerkingen:
Naam opleiding:
Studiejaar:
sem
Ia-b
Ia
Ib
Ib
IIa-b
IIa-b
IIa-b
IIa-b
64
uw
var
var
var
var
var
var
var
var
1. De student kiest binnen zijn specialisatie 2 onderzoekscolleges: een
uit beide keuzegroepen. Zie ook de studieschema’s van de verschillende
programma’s binnen de Master Neerlandistiek in Ocasys.
2. Studenten hebben binnen hun programma ook ruimte voor een onderdeel uit het landelijke programma Master Language, zie
http://masterlanguage.nl/cursusaanbod/nederlands/. Studenten kunnen
een 10 ECTS onderdeel opvoeren in hun programma. De onderdelen Nederlands in de maatschappij, Schrijfadvisering en tekstredactie en de Mascriptie kunnen niet worden vervangen.
3. Behalve de tweejarige Educatieve Master Nederlands die gevolgd
wordt na het behalen van de gelijknamige Bacheloropleiding is er de mogelijkheid om na het behalen van een passende Masteropleiding de éénjarige Master Leraar VHO Nederlands te volgen. Voor meer informatie
kunt u terecht bij de studieadviseur Nederlands of bij de Lerarenopleiding.
MaEduc Nederlandse taal en cultuur (2-jarig na bachelor)
2
vaknaam
Masterstage 2 Leraar Nederlands
Vakdidactiek 1 Nederlands
Onderwijskunde VO
Vakdidactiek 2 Nederlands
Masterstage 3 Leraar Nederlands
Onderzoek Master Lerarenopleiding
Zelfstudie Nederlands 1
Zelfstudie Nederlands 2
vakcode
ULOM1215NE
ULOM1305NE
ULOM1505
ULOM1405NE
ULOM1610NE
ULOM1710AL
LNX016M05
LNX017M05
ECTS
15
5
5
5
10
10
5
5
V/K
V
V
V
V
V
V
V
V
taal
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
NL
Het Studieprogramma
5.4.8
Educatieve Master Spaanse Taal en Cultuur
Naam opleiding:
Studiejaar:
MaEduc Spaanse taal en cultuur (2-jarig na bachelor)
1
sem uw vaknaam
Ia-b 3
De stad en de avant-garde
Ia-b var Interdisciplinair onderzoekscollege
Ia-b
var Interdisciplinair onderzoekscollege
IIa-b var Basiscursus Master Lerarenopleiding
IIa-b var Ma-scriptie RTC-Spaans
IIa-b 10 Masterstage 1 Leraar Spaans
Opmerkingen:
uw
var
var
var
var
3
var
var
ECTS V/K taal
10
V
Sp
10
V
NL
10
V
NL
ULOM1005AL 5
LRS999M20
20
ULOM1105SP 5
V
V
V
NL
Sp
NL
Deze tweejarige Educatieve Master Spaans kan gevolgd worden na het
behalen van een passende Bacheloropleiding. Voor meer informatie kunt
u terecht bij de studieadviseur Europees of bij de Lerarenopleiding.
Naam opleiding:
Studiejaar:
sem
Ia-b
Ia
Ib
Ib
IIa-b
IIa-b
IIa-b
vakcode
LRS037M10
MaEduc Spaanse taal en cultuur (2-jarig na bachelor)
2
vaknaam
Masterstage 2 Leraar Spaans
Vakdidactiek 1 Spaans
Onderwijskunde VO
Vakdidactiek 2 Spaans
Federico García Lorca: beeld in brieven
Masterstage 3 Leraar Spaans
Onderzoek Master Lerarenopleiding
vakcode
ULOM1215SP
ULOM1305SP
ULOM1505
ULOM1405SP
LRS038M10
ULOM1610SP
ULOM1710AL
ECTS
15
5
5
5
10
10
10
V/K
V
V
V
V
V
V
V
taal
NL
NL
NL
NL
Sp
NL
NL
5.5
EDUCATIEVE MASTER (1 JAAR)
Een eerstegraads onderwijsbevoegdheid kun je ook behalen nadat je eerst je maatschappelijke
masteropleiding hebt voltooid. Het verdient echter sterke aanbeveling de “Basiscursus lerarenopleiding” al ten tijde van je maatschappelijke master te volgen. Meer informatie hierover is
verkrijgbaar bij je studieadviseur en bij de Lerarenopleiding (Faculteit GMW).
Meer informatie over de colleges van de lerarenopleiding is te vinden via hun web-adres
www.rug.nl/lerarenopleiding, in de studiegidsgids van de lerarenopleiding, of in de onderwijscatalogus (via: www.rug.nl/let/onderwijs).
Het Studieprogramma
65
5.6
RESEARCH MASTERPROGRAMMA’S
5.6.1
Classical, Medieval and Renaissance Studies (CMRS): Text and Context in
Premodern and Early Modern Times
Informatie over deze Engelstalige opleiding vind je in het Engelstalige deel van deze studiegids
op pagina 77.
5.6.2
Art History and Archaeology: Material Culture Studies in Art, Architecture
& Archaeology
Informatie over deze Engelstalige opleiding vind je in het Engelstalige deel van deze studiegids
op pagina 79.
5.6.3
Literary and Cultural Studies: Literature and Performing Arts in Society
Informatie over deze Engelstalige opleiding vind je in het Engelstalige deel van deze studiegids
op pagina 82.
5.6.4
Modern History and International Relations: Transformation and Acceptance
Informatie over deze Engelstalige opleiding vind je in het Engelstalige deel van deze studiegids
op pagina 84.
5.6.5
Linguistics
Informatie over deze Engelstalige opleiding vind je in het Engelstalige deel van deze studiegids
op pagina 87.
5.7
BEROEPSORIËNTERENDE STAGE
Een stage is dé manier om je op je toekomst te oriënteren. Tijdens een stage leer je de competenties die je in je studie verwerft in praktijk te brengen. Stages bieden een goede opstap bij de
verkenning van je beroepsperspectieven. Ze blijken bovendien de mogelijkheden voor het starten van je loopbaan te vergemakkelijken. Dertig procent van de jaarlijks circa 300 studenten
Letteren die een masterstage doen, krijgt na de stage het aanbod voor de stagegever te gaan
werken. De stage vormt zo een belangrijke schakel tussen je studie en de arbeidsmarkt.
De stage bij een organisatie in binnen- of buitenland heeft de volgende doelstellingen:
• Je maakt op grondige wijze kennis met alle organisatieniveaus, de taken en de werkwijze
van een bedrijf of organisatie, met name met de activiteiten die aansluiten bij het vakgebied
van je opleiding. Met deze kennis oriënteer je je op toekomstige beroepen en werkgebieden.
• Je leert de tijdens je studie verworven kennis, inzichten, vaardigheden toe te passen binnen
een specifieke, afgeronde taak of stageopdracht waarvoor academisch werk- en denkniveau
vereist is. Er is gelegenheid voor eigen werkzaamheden, inbreng en verantwoordelijkheid,
zodat je intelligentie en creativiteit regelmatig worden getest.
• Je doet ervaring op en verwerft in de beroepspraktijk gevraagde competenties.
• Je leert kritisch en met reflectie verslag te doen van je werkzaamheden en ervaringen.
66
Het Studieprogramma
Studenten Letteren worden geacht zelf een actieve rol te spelen bij het verwerven van hun masterstage. Hierbij wordt de volgende procedure gevolgd:
• schrijf je minimaal 3 maanden voordat je met je stage wilt starten in bij het Stagebureau
Letteren - reken voor een buitenlandse stage op een voorbereiding van 9 tot 12 maanden;
• overleg met de stagecoördinator van je opleiding over de inhoud van je stage;
• benader vervolgens de juiste contactpersoon bij organisaties die je voorkeur genieten;
• wacht met het aannemen van een mogelijke stage totdat je stageopdracht is goedgekeurd;
vraag de stagecoördinator van je opleiding wie je stagebegeleidende docent is (zie de lijst
met stagecoördinatoren op de Nestororganisatie van het Stagebureau);
• leg de voorgenomen stageopdracht ter goedkeuring voor aan de stagedocent (de docent en
de stagegevende organisatie beoordelen de stageopdracht/het stageplan, en stellen dit in
overleg zonodig bij);
• zorg dat na goedkeuring van het stageplan de stagecontracten in tweevoud worden ingevuld
en door alle partijen worden ondertekend, lever ze weer in bij het Stagebureau.
De eisen aan een masterstage zijn:
• de stage duurt minimaal 7 weken en maximaal 5 maanden: fulltime of een evenredig langere
tijd parttime;
• de stageopdracht sluit aan op het niveau van de opleiding;
• de stagiair beschikt over een eigen werkplek met computer;
• de stagiair wordt begeleid door iemand met academisch werk- en denkniveau.
Je kunt bij het Stagebureau terecht voor onder meer:
• documentatie, advies en trainingen ten behoeve van het vinden van een stageplaats;
• informatie over bekostiging, beurzen, verzekeringen, visa, veiligheid, inentingen, regelingen;
• stagecontracten, stagehandleidingen, informatie voor stagegevers en (evaluatie)formulieren.
Denk je erover een stage te doen, bezoek dan een van de voorlichtingen van het Stagebureau
Letteren, of kom langs op het dagelijkse inloopspreekuur. Schrijf je zo vroeg mogelijk in. In het
voorjaar organiseert de faculteit Letteren tijdens Master Your Talent een stage- en loopbaanvoorlichting, in het najaar tijdens datzelfde evenement een Carrièremiddag. Op deze Carrièremiddag vertellen oud-studenten van verschillende Letterenopleidingen over hun beroep en hoe
ze erin terecht kwamen. Aankondigingen van alle activiteiten, en van stagevacatures, vind je in
de UK, op Nestor, via Twitter en op het touchscreen naast de ingang van het Stagebureau.
Stagebureau Letteren, kamer 1311-119 (naast ingang kantine 1e verdieping)
Tel.: 050-363 58 44
E-mail: [email protected]
URL: www.rug.nl/let/stagebureau
Nestor: Organization ‘Stagebureau Letteren /Placement Office Faculty of Arts (Master)’
Twitter: @PlacemArtsRUG
Skype: stagebureau.letteren3. Ook bereikbaar via Adobe Connect.
Inloopspreekuur: ma t/m do van 13.00 tot 14.30 uur en vrijdag van 10.00 tot 11.30 uur.
5.8
AFSTUDEERWERKSTUK
Elke masteropleiding wordt afgesloten met een afstudeerwerkstuk, de scriptie. Voor de doorstroom en educatieve master 5 geldt dat deze een studiebelasting kent van 20 ECTS-punten, voor
de research master van 30 ECTS-studiepunten. De scriptie wordt altijd beoordeeld door twee
docenten, waarvan een de hoofdbegeleider is. Opleidingen hebben een brochure of scriptieprotocol waarin alle regels en richtlijnen met betrekking tot de scriptie zijn opgenomen. Het is verstandig te zorgen dat je deze brochure ruimschoots voordat je aan je scriptie denkt te beginnen
Voor de educatieve master geldt dat de afstudeerscriptie geprogrammeerd staat aan het einde
van het eerste studiejaar, als afsluiting van het vakspecifieke gedeelte van deze masteropleiding.
5
Het Studieprogramma
67
hebt (via je secretariaat of via je studieadviseur) zodat je rustig kunt nadenken over je onderwerp en je kunt voorbereiden.
68
Het Studieprogramma
6
FACULTAIRE ORGANISATIE
6.1
INLEIDING
Betrokkenheid van studenten bij het reilen en zeilen van de facultaire organisaties wordt erg belangrijk gevonden. Dit hoofdstuk geeft informatie over de organisatie van de faculteit en de opleidingen en de rol van de studenten daarin. Behandeld worden het Faculteitsbestuur en de Faculteitsraad, het Onderwijsinstituut, het afdelingsbestuur en de leerstoelgroepen, de Opleidingscommissies en ten slotte de Examencommissie.
6.2
BESTUURLIJKE ORGANISATIE EN COMMISSIES
Als we de faculteit bekijken als onderwijsorganisatie, dan kunnen er drie niveaus worden onderscheiden: het bestuurlijke, het organisatorische en het uitvoerende/inhoudelijke niveau. Voor
elk van die drie lagen zijn er organen waarin studenten een rol spelen.
6.2.1
Faculteitsbestuur
Het Faculteitsbestuur draagt eindverantwoordelijkheid voor alles wat er zich binnen de faculteit
afspeelt. Concreet betekent dit dat het Faculteitsbestuur is belast met de integrale verantwoordelijkheid voor het bestuur en beheer van de faculteit en met het toezicht op de kwaliteit van (de
uitvoering van) het onderwijs en onderzoek. Het stelt verder de begrotingen vast en verdeelt de
formatie. Het Faculteitsbestuur bestaat uit drie leden, waarvan elk een specifieke verantwoordelijkheid draagt:
• de decaan treedt op als voorzitter van het bestuur en beheert de portefeuilles Onderzoek en
Communicatie;
• de vice-decaan heeft het beheer over de portefeuilles Onderwijs en Internationalisering;
• de portefeuillehouder Middelen is belast met de financiën, personele aangelegenheden en
beheer.
Daarnaast maakt een student als adviseur deel uit van het Faculteitsbestuur. Hij of zij wordt
voorgedragen door de studentleden van de Faculteitsraad en wordt steeds benoemd voor één
jaar. Het Faculteitsbestuur wordt ondersteund door de secretaris van de Faculteit en de beleidsafdeling. Het bestuur vergadert éénmaal per week. Deze vergaderingen zijn niet openbaar.
Zie voor de samenstelling van het Faculteitsbestuur de website van Letteren:
www.rug.nl/let/faculteitsbestuur
6.2.2 Faculteitsraad
Het Faculteitsbestuur bespreekt het te voeren beleid met de Faculteitsraad. Deze raad is een
medezeggenschapsorgaan. Het adviseert over zaken met betrekking tot onderwijs en ondezoek
alsmede over de begroting van de faculteit. Het bestuur heeft in twee gevallen echter instemming van de raad nodig:
• bij wijziging van het faculteitsreglement;
• bij wijziging van de onderwijs- en examenregelingen.
In de praktijk betekent dit dat bij alles wat het onderwijs aangaat de instemming van de Faculteitsraad noodzakelijk is. De opvattingen van de raad zijn voor het Faculteitsbestuur van groot
gewicht, omdat hieruit kan worden opgemaakt of er draagvlak is voor de te nemen beslissingen.
De Faculteitsraad bestaat uit 18 leden, waarvan er 9 gekozen worden door en uit het personeel
(met een zittingstermijn van twee jaar), en 9 door en uit de studentengeleding (met een zittingstermijn van één jaar). De voorzitter van de Faculteitsraad is afkomstig uit de personeelsgeleding; de vice-voorzitter is steeds een lid van de studentfractie(s). Voor de Faculteitsraad worden
verkiezingen georganiseerd op basis van het Kiesreglement van de Universiteit. Alle studenten
en stafleden hebben passief en actief kiesrecht. De leden van het Faculteitsbestuur kunnen geen
deel uitmaken van de Faculteitsraad. De zittingstermijn van de leden begint op 1 september van
het jaar waarin de verkiezingen voor de betrokken geleding hebben plaatsgevonden.
Zie voor de samenstelling van de Faculteitsraad de website van Letteren:
www.rug.nl/let/faculteitsraad
Facultaire organisatie
69
6.2.3 Onderwijsinstituut
Alle onderwijs binnen de Faculteit wordt georganiseerd door één Onderwijsinstituut. Dit instituut staat onder leiding van een directeur. De belangrijkste taak van het onderwijsinstituut is de
organisatie van het onderwijs en het toezien op de (kwaliteit van) uitvoering ervan. Binnen het
instituut is een veelheid aan diensten en functies ondergebracht die alle tot doel hebben het onderwijsproces zo goed mogelijk te laten verlopen. Gedacht moet daarbij worden aan o.a.:
• Bureau Studentzaken (BSZ), dat o.a. is belast met de cijferregistratie, de verwerking van
studieplanningen en tentamenintekeningen, de roostering en de organisatie van de examens. Ook het Stagebureau Letteren en het International Office vallen onder BSZ.
• Vijf opleidingscoördinatoren, die elk ondersteuning geven aan een groep van opleidingen en
een hiermee verbonden secretariaat.
• Studieadviseurs.
6.2.4 Facultair Overlegorgaan Onderwijsbeleid (FOO)
Het Facultair Overlegorgaan Onderwijsbeleid adviseert het Faculteitsbestuur inzake beleidsaangelegenheden op onderwijsgebied. Het overlegorgaan bestaat uit tien leden; vijf WP-leden en
vijf student-leden. De WP-leden worden voorgedragen vanuit de afdelingsbesturen die verantwoordelijkheid dragen voor de uitvoering en inhoud van de onderwijsprogramma’s; de studentleden worden voorgedragen door de studentadviseur in het Faculteitsbestuur (in overleg met de
relevante studentengremia).
Alle leden worden benoemd door het Faculteitsbestuur: de WP-leden voor een periode van twee
jaar; de studentleden voor een periode van 1 jaar.
De vergaderingen zijn openbaar, tenzij de vergadering gemotiveerd anders beslist.
Zie voor de samenstelling van de FOO de website van Letteren: www.rug.nl/let/foo
6.2.5 Afdelingsbestuur en leerstoelgroepen
Met de praktische uitvoering van de programma’s is het afdelingsbestuur belast. Dit bestuur bestaat uit vertegenwoordigers van betrokken leerstoelgroepen en één hoofdvakstudent. Zij worden gezien als de deskundigen met betrekking tot de inhoud van het programma. Hun belangrijkste taak is de afstemming tussen de verschillende onderwijsmodulen en een zo goed mogelijke uitvoering van het programma. Op dit niveau wordt ook bepaald welke docent met welke taken wordt belast. De inhoudelijke verantwoordelijkheid voor de leerstof ligt echter bij een leerstoelgroep. Een leerstoelgroep verenigt vakgenoten en staat onder leiding van een hoogleraar.
Zie voor de samenstelling van de afdelingsbesturen de website van Letteren.
6.2.6 Opleidingscommissies
Belangrijke adviesorganen op het gebied van het onderwijs zijn de Opleidingscommissies. Elke
opleiding kent bij wet een eigen Opleidingscommissie (OC) die o.a. tot taak heeft het Faculteitsbestuur, de directeur van het Opleidingsinstituut en het afdelingsbestuur gevraagd en ongevraagd te adviseren over het onderwijs en de inrichting van het onderwijsprogramma, oftewel
de Onderwijs- en Examenregeling (OER). Een andere belangrijke taak van de OC is het beoordelen van de inrichting en uitvoering van het onderwijsprogramma aan de hand van college- en
curriculumevaluaties. Jaarlijks bepaalt de OC welke onderwijsmodules (colleges) geëvalueerd
worden.
De evaluatie van onderwijsmodules omvat een vragenlijst voor de docent(en) die de betreffende
module verzorgden en een vragenlijst voor de deelnemende studenten. Toezending, terugontvangst en verwerking van deze vragenlijst(en) verloopt voor studenten via electronische weg met
behulp van het programma ISEK-WWW. De resultaten van de evaluaties zijn openbaar en worden besproken in de Opleidingscommissies. Als er problemen gesignaleerd worden dient de OC
deze te melden aan het afdelingsbestuur en de directeur van het Onderwijsinstituut, eventueel
aangevuld met voorstellen tot verbetering. Gezocht zal vervolgens worden naar adequate oplossingen door genoemde instituties.
De Opleidingscommissie bestaat voor de helft uit studenten en voor de helft uit docenten. Het
presidium wordt gevormd door de voorzitter (een docent) en de vice-voorzitter (een student).
70
Informatie en Communicatie
De Opleidingscommissie wordt elk jaar in oktober opnieuw samengesteld. Dit gebeurt wat de
studenten betreft op basis van verkiezingen. De docentleden worden voorgedragen voor benoeming door de betrokken leerstoelgroepen. Elke hoofdvakstudent heeft actief en passief kiesrecht. Op het secretariaat van je opleiding is een brochure verkrijgbaar over de positie, bevoegdheden en werkwijze van de OC. Voor student-leden wordt jaarlijks een training georganiseerd in onder meer vergadertechnieken. Zie voor de samenstelling van de Opleidingscommissies de website van Letteren.
6.2.7
Examencommissies
Elke opleiding kent een Examencommissie. De commissie. De examencommissie bestaat uit
drie tot vijf leden, waarvan minstens één belast is met het verzorgen van het onderwijs binnen
de opleiding(en) waartoe de commissie behoort. De leden worden door het Faculteitsbestuur
benoemd, zoals beschreven in het Faculteitsreglement. De examencommissie ziet erop toe dat
de regels met betrekking tot het onderwijs (OER) juist worden uitgevoerd en behandelt in eerste
instantie bezwaren van studenten tegen de uitvoering van de OER. Concreet omvat het werk van
de commissie de navolgende taken. Zij
• stelt vast of is voldaan aan de eisen van het propedeutisch en het bachelorexamen
• reikt de diploma's uit
• wijst docenten aan die tentamens afnemen
• stelt de regels vast met betrekking tot de goede gang van zaken tijdens tentamens
• beslist over maatregelen ingeval van fraude of plagiaat
• verleent goedkeuring aan de invulling van de vrije ruimte (bijvakken)
• verleent goedkeuring aan de invulling van een 'vrij bachelorprogramma'
• adviseert het faculteitsbestuur over het studieadvies dat aan het eind van het eerste jaar aan
de studenten wordt verstrekt
• is verantwoordelijk voor de borging van de kwaliteit van tentamens en examens.
Zie voor de leden van de examencommissies de website van Letteren.
Facultaire organisatie
71
7
INFORMATIE EN COMMUNICATIE
7.1
INLEIDING
In dit hoofdstuk vind je een aantal adreslijsten. Begonnen wordt met een overzicht van de gebouwen, diensten en voorzieningen van de Faculteit der Letteren. Verder tref je een lijst aan met
de namen en (werk)adressen van de studieadviseurs van alle bachelor- en masteropleidingen.
Het hoofdstuk besluit met een alfabetische lijst van alle docenten van Letteren met hun kamernummer, telefoonnummer en e-mail-adres. Bij het opstellen van de adressenlijsten is gebruik
gemaakt van de meest recente gegevens. Het is echter mogelijk dat er in de loop van het jaar het
een en ander verandert, als gevolg van interne verhuizingen. Bij twijfel of onjuiste informatie
kun je je het best wenden tot je secretariaat, dat altijd beschikt over de meest actuele adresgegevens.
In de adreslijsten zijn de volgende afkortingen gehanteerd:
AS
Arch
B’str9
BGTC
CIW
Eng
ETC
Gesch (Ges)
GLTC
H
Infkunde
IBIO
IRIO
Journ
KCM
Kgesch (Kges)
M&M
MOS
NAHI
Ned
NK104
OBS23
OBS34
P’str4
P’str6
TW
TTW
American Studies
Archeologie
Broerstraat 9
Bureau Groninger Taal en Cultuur
Communicatie- en Informatiewetenschappen
English Language and Culture
Europese Talen en Culturen
Geschiedenis
Griekse en Latijnse Taal en Cultuur
Harmoniecomplex
Informatiekunde
Internationale Betrekkingen en Internationale Organisatie
International Relations and International Organisations
Journalistiek
Kunsten, Cultuur en Media
Kunstgeschiedenis
Minorities and Multilingualism
Midden-Oosten Studies
Nederlands Agronomisch Historisch Instituut
Nederlandse Taal en Cultuur
Nieuwe Kijk in ’t Jatstraat 104
Oude Boteringestraat 23
Oude Boteringestraat 32-34
Poststraat 4
Poststraat 6
Taalwetenschap
Toegepaste Taalwetenschap
NB Alle telefoonnummers van de RUG beginnen met 363, gevolgd door een 4-cijferig nummer
72
Informatie en Communicatie
7.2
GEBOUWEN, DIENSTEN EN VOORZIENINGEN
Faculteit der Letteren
Postadres:
Postbus 716
9700 AS Groningen
Bezoekadres:
Harmoniecomplex
Oude Kijk in ’t Jatstraat 26
9712 EK Groningen
Openingstijden Harmoniecomplex: maandag t/m. donderdag 8-22 uur, vrijdag 8-18 uur, in de
zomermaanden 8-18 uur.
 050-363 5900 (faculteitsbureau), 5901 (portiersdienst)
fax 050-363 4900
e-mail: [email protected]
website: www.rug.nl/let/
Dependances
Locatie A-weg 30 (Onderwijsruimten, Arctisch Centrum)
A-wg 30, 9718 CW Groningen
Openingstijden: maandag t/m vrijdag 8.30-18.00 uur.
050-363 5920 (balie portiersdienst)
Locatie Oude Boteringestraat 23 (Onderwijsruimten en huisvesting onderzoekers)
Oude Boteringestraat 23, 9712 GC Groningen
Openingstijden: maandag t/m. vrijdag 8-16.30 uur. (Daarna toegang met keyfob).
050-363 7270 (balie portiersdienst)
Locatie Oude Boteringestraat 32-34 (Kunstgeschiedenis, KCM)
Oude Boteringestraat 32-34, 9712 GK Groningen
Openingstijden: maandag t/m. vrijdag 8.30-17 uur.
050-363 7533 (balie portiersdienst)
Locatie Poststraat 6 (Archeologie)
Poststraat 6, 9712 ER Groningen
Openingstijden: maandag t/m. vrijdag 9-12.30 uur en 13.30-16.45 uur.
050-363 6707 (balie portiersdienst)
Locatie Broerstraat 9 (onderwijsruimten)
Broerstraat 9, 9712 CP Groningen
Sleutels af te halen bij portiers Harmoniegebouw
Secretariaten
Geschiedenis, IB/IO, IR/IO, GLTC, Euroculture, Oude Kijk in ’t Jatstraat 26, kamernummer: H
11.0511
openingstijden: maandag t/m. vrijdag 12.00-16.00 uur.
 050-363 8986
fax 050-363 7253
e-mail: [email protected], [email protected], [email protected], [email protected]
Globalisation Studies Groningen, International Humanitarian Action (NOHA)
Oude Kijk in ’t Jatstraat 26, kamernummer: H 15.213
 050-363 2391
fax 050-363 7253
Informatie en communicatie
73
e-mail: [email protected] , [email protected],
Secretariaat Cluster Nederlands (Nederlands, Journalistiek, Taalwetenschap, Informatiekunde,
CIW, EMCL en Fries)
Oude Kijk in ’t Jatstraat 26, kamernummer: H 12.407
openingstijden: maandag t/m. vrijdag 13.00-16.30 uur
 050-363 5858
fax 050-363 6855
e-mail: [email protected]
Secretariaat Europese Talen en Regiostudies (American Studies, TTW, English, Europese Talen
en Culturen, Midden-Oosten Studies)
Oude Kijk in ’t Jatstraat 26, kamernummer: H 15.261
openingstijden: maandag t/m. vrijdag 13.00-16.30 uur.
 050-363 5850
fax: 050-363 5821
e-mail: [email protected]
Secretariaat Archeologie
Poststraat 6
openingstijden: dagelijks van 9.00-12.30 en 13.30-16.30 uur
 050-363 6741/6710/6712
fax: 050-363 6992
e-mail: [email protected]
Secretariaat Kunstgeschiedenis, KCM en Research Masters (Modern History and International Relations, Classical, Medieval and Renaissance Studies, Linguistics, Art History and Archaeology, Literary and Cultural Studies)
Oude Boteringestraat 34, kamernummer: 214 (2e verdieping)
openingstijden: iedere werkdag van 9.00 tot 16.30 uur
 050-363 8950/6305/6101
fax 050-363 7362
e-mail: [email protected] (zaken betreffende kunstgeschiedenis)
e-mail: [email protected] (zaken betreffende KCM)
e-mail: [email protected] (zaken betreffende Research Masters)
Bibliotheken
Universiteitsbibliotheek
Broerstraat 4
openingstijden: ma. t/m. vrij. 8.30-22 uur, zaterdag en zondag 10-17 uur.
openingstijden uitleenbureau: ma., di., wo., vrij. 8.30-17.30 u, do. 8.30-21.30 u, za. 10-12.30
uur.
e-mail: via http://www.rug.nl/bibliotheek/vragen/
Bestuurlijke organisatie
Faculteitsbestuur:
- Mw.prof. dr. G.C. Wakker (decaan, portefeuillehouder Onderzoek, Communicatie), k.1315353,  050-363 5900
- Prof. dr. D.J. Wolffram (vice-decaan, portefeuillehouder Onderwijs, Internationalisering),
k.1315-346,  050-363 5900
- E.C.W. Dietrich (portefeuillehouder Middelen), k.1315-342,  050-363 5900
- Mw.drs. M.I. van Dijk (secretaris), k.1315-333,  050-363 5900
Toegevoegd lid: het bestuur wordt aangevuld met een adviserend studentlid, die elk jaar per
september benoemd wordt op voordracht van de studenten.
74
Informatie en Communicatie
Faculteitsraad:
De Faculteitsraad bestaat uit 18 leden:
- 9 leden worden gekozen door en uit het personeel (zittingstermijn 2 jaar),
- 9 leden worden gekozen door en uit de studenten (zittingstermijn 1 jaar).
Het Presidium van de Faculteitsraad bestaat uit de voorzitter (uit de personeelsgeleding) en de
vice-voorzitter (uit de studentgeleding).
De zittingstermijn vangt aan op 1 september van het jaar waarin de verkiezingen voor de betrokken geleding hebben plaatsgevonden. De verkiezingen worden in mei gehouden, en georganiseerd volgens het Kiesreglement van de Universiteit. De namen van de leden van de Faculteitsraad kun je vinden op: www.rug.nl/let/faculteit/bestuur/fr/frSamenstelling
Facultair Overlegorgaan Onderwijsbeleid:
Het overlegorgaan bestaat uit tien leden:
- 5 WP-leden, voorgedragen vanuit de afdelingsbesturen;
- 5 student-leden, voorgedragen door de studentadviseur in het Faculteitsbestuur
Alle leden worden benoemd door het Faculteitsbestuur: de WP-leden voor een periode van twee
jaar; de studentleden voor een periode van 1 jaar.
Zie voor de samenstelling van de FOO de website van Letteren, onder faculteit  bestuur en
commissies.
Onderwijsinstituut Letteren:
Directie
Directeur: vacature, k 1315 – 229, 
Secretariaat: Mw. T.E. Oosterman, k 1315 – 231,  050-3635263
fax: +31 (050) - 363 5704
e-mail: [email protected]
Opleidingscoördinatoren
Drs. M.G.J. (Miralda) Meulman, k 1315 – 272,  050-3637393
OBS 34 k 202,  050-3636104
- Archeologie
- Europese Talen en Culturen
- KCM
- Kunstgeschiedenis
- English Language and Culture
- Toegepaste Taalwetenschap (MA)
Drs. J. (Jolanda) Oosterheert, k.1315-0268 ,  050-3635931
- American Studies
- Midden-Oostenstudies
- Geschiedenis
- GLTC
Drs. W.K.H. (Wim) Slik, k 1315 – 0512,  050-3636013
- Euroculture
- IBIO
- International Humanitarian Action (NOHA)
Drs. C. (Karin) Mast, k1315-0401  050-3635855
- Communicatie- en Informatiewetenschappen
- Nederlandse Taal en Cultuur
- Taalwetenschap
- Informatiekunde
- Journalistiek
- Minorities and Multilingualism
Bureau Studentzaken (BSZ)
Oude Kijk in ’t Jatstraat 26, kamernummer: H 11.0109
Informatie en communicatie
75
openingstijden: maandag t/m vrijdag 11-16.00 uur.
 050-363 5840/6050
fax 050-363 7422
e-mail: [email protected]
International Office
Oude Kijk in ’t Jatstraat 26, kamernummer: H 11.110 (balie)
openingstijden: maandag t/m donderdag van 13.00 tot 16.00 uur
 050-363 5968/5917
fax +31 (050)-363 7422
Stagebureau Letteren
Oude Kijk in ’t Jatstraat 26, kamernummer: H 11.117/119
Inloop-spreekuur: maandag t/m donderdag 13.00 – 14.30 uur en vrijdag 9.30-11.00 uur
 050-363 5844
fax 050-363 7422
e-mail: [email protected]
internet: www.rug.nl/let/stagebureau
Voorzieningen
Talencentrum
Oude Kijk in ’t Jatstraat 26, kamernummer 1315-129
openingstijden: maandag, dinsdag, woensdag en vrijdag van 11.00 tot 16.00 uur
donderdag van 11.00 tot 20.00 uur
e-mail:[email protected]
 050-363 5802
fax 050-363 5886
IT-Servicedesk voor Studenten:
Oude Kijk in ’t Jatstraat 26, kamernummer: H12.101 (alleen balie!)
openingstijden: maandag t/m. vrijdag 9-22 uur, zaterdag van 10-18 uur.
e-mail: [email protected]
Reproshop
Oude Kijk in ’t Jatstraat 26, begane grond, 1312 -006.
openingstijden: maandag t/m vrijdag 8.30-16.30 uur.
 050-363 5733
Klapperwinkel
Oude Kijk in ’t Jatstraat 26, begane grond, links van de portiers, kamer 1311-005
openingstijden: maandag t/m. vrijdag 9.30-13.00 uur
 050-363 5915
University Student Desk
Voor alle vragen over toelating, aanmelding, in- en uitschrijving, loting en selectie, studiemogelijkheden, studievertraging en (studie)financiering kun je de kennisbank www.rug.nl/hoezithet
raadplegen. Vind je geen antwoord op je vraag, dan kun je via de contactbutton een mail sturen.
Je kunt met deze vragen ook terecht bij de Universitaire Studenten Desk (USD) in het Academiegebouw. Mochten wij je niet kunnen helpen, dan kunnen we je doorverwijzen, bijvoorbeeld
naar het Studenten Service Centrum. Je kunt bij de USD afspraken maken voor het spreekuur
van de studentendecanen van het SSC.
Kijk voor de contactgegevens en openingstijden van de USD op: www.rug.nl/hoezithet
76
Informatie en Communicatie
Studenten Service Centrum
Studenten kunnen bij het Studenten Service Centrum (SSC) terecht met alle begeleidingsvragen
waarop het antwoord van de opleiding niet toereikend is of kan zijn. De studentendecanen, psychologen en trainers van het SSC hebben een gemeenschappelijk doel: belemmeringen in de
studievoortgang voorkomen of wegnemen, zodat je jezelf optimaal kunt ontwikkelen tijdens je
studietijd.
Uurwerkersgang 10
(050) 363 8066
[email protected]
www.rug.nl/ssc
• Informatie, advies en begeleiding
De studentendecanen zijn gespecialiseerd in financiële kwesties en vragen die te maken hebben
met je rechtspositie. Zij kunnen je informeren en adviseren over in- en uitschrijven, studiefinanciering, studiekeuze, studeren met een functiebeperking en bezwaar- en beroepsprocedures. En
let op: als je studievertraging oploopt door omstandigheden waar je geen invloed op hebt, bijvoorbeeld door ziekte of familieomstandigheden, dan moet je dat niet alleen direct bij je studieadviseur melden, maar ook -als de vertraging groter is of dreigt te worden dan 15 ECTS - bij een
studentendecaan! Vergeet dat niet, want het is een van de voorwaarden om voor financiële compensatie uit het profileringsfonds van de universiteit in aanmerking te komen. Meer hierover
vind je op: www.rug.nl/studievertraging.
• Coaching en kortdurende therapie
De psychologen van het SSC bieden hulp als studiestress of concentratieproblemen je studievoortgang belemmeren of als je last hebt van angst – of stemmingsklachten, van eetproblemen
of van verslavingsproblemen. Je kunt ook bij de psychologen terecht als je worstelt met vragen
die samenhangen met je levensfase: met je identiteit, het omgaan met anderen, de losmaking
van thuis. De hulp bestaat doorgaans uit een intake, gevolgd door een (korte) serie individuele
gesprekken. Er zijn ook vormen van hulp in groepsverband, zoals de assertiviteitstraining en de
mindfulnessgroep.
Studentenpsychologen
 050 363 5544
• Trainingen en workshops
De trainers verzorgen cursussen, trainingen en workshops op het gebied van succesvol studeren
en persoonlijke ontwikkeling. Daarbij kun je bijvoorbeeld denken aan cursussen effectief studeren of het aanpakken van uitstelgedrag, trainingen in academische schrijfvaardigheid en in het
beter omgaan met faalangst en studiestress of aan een workshop multiple choice. Je kunt kiezen
uit een breed aanbod dat de we steeds actueel houden.
Kijk voor meer informatie en voor de contactgegevens en openingstijden van het SSC op:
www.rug.nl/ssc
Talent and Career Center (T&CC)
Munnekeholm 2, 9711 JA Groningen
 (050) 3111589
www.talentcareercenter.nl
Centraal Loket Rechtsbescherming Studenten (CLRS)
Postbus 72, 9700 Groningen
www.rug.nl/studenten/regelingen
Universitaire Fondsen Commissie (UFC)
Postbus 72, 9700 AB Groningen
Email: [email protected]
Informatie en communicatie
77
Onderwijscentra
Arctisch Centrum
www.rug.nl/research/arctisch-centrum/
A-weg 30, kamernummer ; 43.35-025
 050-363 6834
e-mail: [email protected]
Centrum voor Canadese Studies
www.rug.nl/research/canada-studiecentrum/
Oude Kijk in ’t Jatstraat 26, kamernummer: H 15.191
 050-363 5891
Fax: 050-363 5821
e-mail: [email protected]
Centrum voor Japankunde
www.rug.nl/research/centrum-voor-japankunde/
Oude Boteringestraat 34, kamernummer 25
 050-363 7988
e-mail: [email protected]
Mexico Studiecentrum
www.rug.nl/research/mexicostudiecentrum/
Oude Kijk in ’t Jatstraat 26, kamernummer: H 15.185
 050-363 5879
e-mail: [email protected]
Centrum voor Gender Studies
www.rug.nl/research/centrumgenderstudies/
Oude Kijk in ’t Jatstraat 26, kamernummer: H 11.521
 050-363 5910
email: [email protected]
Centrum voor Oost- en Midden-Europa Studies (COMES)
www.rug.nl/research/comes/
Oude Kijk in 't Jatstraat 26 , kamernummer: H 15.310
 050-363 6062
email: [email protected]
Centre for East Asian Studies Groningen (CEASG)
www.rug.nl/ceasg
telefoon: 050 363 5806
Oude Kijk in’t Jatstraat 26, kamernummer: H15.203
email: [email protected]
social media: www.facebook.nl/CEASGroningen
78
Informatie en Communicatie
7.3
STUDIEADVISEURS VAN LETTEREN
Bachelor- en masteropleidingen:
American Studies
Vacature
Archeologie
drs. M.L.J. Bergmans
Poststraat 6
kamer: 116, telefoon: 363 9082
[email protected]
Communicatie- en Informatiewetenschappen
drs. A.C. Westra-Hofstee en
A. Everaarts BA
Oude Kijk in ’t Jatstraat 26
kamer 1312 -411, telefoon: 363 7413
[email protected]
English Language and Culture
dr. J.P.M. Jansen
Oude Kijk in ’t Jatstraat 26
kamer: 15.242, telefoon: 363 5849
[email protected]
Europese Talen en Culturen
Vacature
Dr. J.M.C. Boode
Oude Kijk in ’t Jatstraat 26
kamer: 15.274, telefoon: 363 5933
[email protected]
Geschiedenis
drs. R.P. van der Borg
Oude Kijk in ’t Jatstraat 26
kamer: 15.501, telefoon: 363 8986/ 7694
[email protected]
dr. W.D. Daling
Oude Kijk in ’t Jatstraat 26
kamer: 15.501, telefoon: 363 8986/ 5797
[email protected]
E. Kastelein MA
Oude Kijk in ’t Jatstraat 26
kamer: 15.501, telefoon: 363 8986/5984
[email protected]
Griekse en Latijnse Taal en Cultuur
drs. R.P. van der Borg
Oude Kijk in ’t Jatstraat 26
kamer: 15.501, telefoon: 363 8986/ 7694
[email protected]
Informatiekunde/Alfa-informatica
drs. A.C. Westra-Hofstee en
A. Everaarts BA
Oude Kijk in ’t Jatstraat 26
kamer 1312 -411, telefoon: 363 7413
[email protected]
Informatie en communicatie
79
Internationale Organisaties en Internationale
Betrekkingen
drs. R. Huttinga
Oude Kijk in ’t Jatstraat 26
kamer: 15.502, telefoon: 363 9177
[email protected]
D. Zomer MA
Oude Kijk in ’t Jatstraat 26
kamer 15.502, telefoon: 363 4971
[email protected]
Kunsten, Cultuur en Media
drs. L.D.M.E. van Heteren
Oude Boteringestraat 32-34
kamer: 129, telefoon: 363 6043
[email protected]
J.Bogers MA
Oude Boteringestraat 34
kamer: 311, telefoon: 363 6092
[email protected]
Kunstgeschiedenis
J.Bogers MA
Oude Boteringestraat 34
kamer: 311, telefoon: 363 6092
[email protected]
Minorities & Multilingualism
drs. A.C. Westra-Hofstee en
A. Everaarts BA
Oude Kijk in ’t Jatstraat 26
kamer 1312 -411, telefoon: 363 7413
[email protected]
Midden-Oostenstudies
Dr. J.M.C. Boode
Oude Kijk in ’t Jatstraat 26
kamer: 15.274, telefoon: 363 5933
[email protected]
Nederlandse Taal en Cultuur
drs. A.C. Westra-Hofstee en
A. Everaarts BA
Oude Kijk in ’t Jatstraat 26
kamer 1312 -411, telefoon: 363 7413
[email protected]
Taalwetenschap
drs. M. Moltzer
Oude Kijk in ’t Jatstraat 26
kamer: 12.402, telefoon: 363 6129
[email protected]
Masteropleidingen:
Research Masters
drs. K.J. van Ophem
Oude Boteringestraat 34
kamer 1126-105, telefoon: 363 3106
[email protected]
Euroculture
drs. M. van der Weij
80
Informatie en Communicatie
Oude Kijk in ’t Jatstraat 26
kamer: 1312.525, telefoon: 363 6293
[email protected]
Humanitarian Action
E.M. Herman-Pletiougina
Oude Kijk in ’t Jatstraat 26
kamer: 1315.209, telefoon: 363 6065
[email protected]
Journalistiek
drs. M.S.D. Buurke
Oude Kijk in ’t Jatstraat 26
kamer: 1313.0018, telefoon: 363 5992
[email protected]
Letterkunde
Dr. J.M.C. Boode
Oude Kijk in ’t Jatstraat 26
kamer: 15.274, telefoon: 363 5933
[email protected]
Multilingualism
Dr. H. Loerts
Oude Kijk in ’t Jatstraat 26
kamer: 15.246, telefoon: 363 2063
[email protected]
Neurolinguïstiek
drs. M. Moltzer
Oude Kijk in ’t Jatstraat 26
kamer: 12.402, telefoon: 363 6129
[email protected]
Toegepaste Taalwetenschap
Dr. H. Loerts
Oude Kijk in ’t Jatstraat 26
kamer: 15.246, telefoon: 363 2063
[email protected]
Informatie en communicatie
81
7.4
DOCENTEN
naam
tel.
gebouw
kamer
e-mailadres
dr. S.I. Aasman
6030
H 12
509
[email protected]
drs. J. Alba Duran
A. Arian MA
dr. S. Arnoldussen
dr. A. van den Assem
prof. dr. P.A.J. Attema
drs. E. Aykac
dr. M. Baár
dr. V. M. Baayen
dr. A.H.M. De Baets
prof. dr. H.T. Bakker
prof. dr. Y.R.M.
Bastiaanse
5881
6007
6714
6679
6913
9029
8932
5859
6031
5819
5558
H 15
H 12
P’str6
H 15
P’str6
H 12
H12
H 12
H 15
OBS23
H 15
189
528
20
505
119
133
522
406
518
012
402
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
6118
5963
5818
H 15
H15
H 15
434
273
288
[email protected]
[email protected]
CIW/Ned
ETC
MOS
6096
6003
3666
OBS34
H 11
H15
025
523
212
[email protected]
[email protected]
[email protected]
Kgesch
Gesch
GSG
5978
5930
5970
5993
5934
7282
5937
5804
6530
5955
7275
6062
3714
5202
H 12
H 15
H11
H11
H 11
H 15
H 11
H 15
H 15
H 15
H 15
H 15
H 15
H15
410
269
418
537
430
236
428
409
378
379
289
280
192
190
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
TW
ETC
Infkunde
Gesch
Infkunde
TTW
Infkunde
Ned
Journ
Journ
ETC
ETC
Eng
ETC
6732
6744
8260
5987
8260
5966
5881
5797
5889
5842
8531
5893
8260
P’str6
B’str9
H 13
H 12
H 13
H 15
H 15
H 15
H 15
H 15
H 15
H 15
H 13
233
012
020
510
020
376
189
501
169
239
506
175
020
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
Arch
Arch
Journ
Gesch
Journ
Ned
ETC
Gesch
ETC
Eng
IBIO
ETC
Journ
drs. B.L. Aardema
dr. M.M.H. Bax
I.A. Bashutkina MA
prof. dr. W.J. van
Bekkum
dr. J.F. Benders
prof. dr. K. van Berkel
dr. P. Boele van
Hensbroek
dr. G.W. Bol
dr. A.M. Bollmann
prof. ir. J. Bos
prof. dr. C.W. Bosch
dr. L.M. Bosveld-de Smet
prof. dr. C.L.J. de Bot
dr. G. Bouma
dr. E.M.A. van Boven
dr. I.M. van den Broek
prof. dr. M.J. Broersma
dr. P. Broomans
dr. S. Brouwer
L. ten Brummelhuis MA
B. Cabrera Fernández
MA
dr.C. Cakirlar
prof. dr. R.T.J. Cappers
R. Chesal BA
drs. G.A. Collenteur
D. Colwell BA
dr. S. Corbellini
drs. A.G. Cuesta Garcia
dr. W.D. Daling
L. Debaes MA
dr. C. Dekker
dr. N. de Deugd
drs. M.E. Dicke
J. van Dommelen BA
82
5991
H 12
527
[email protected]
opleiding
IBIO NOHA
Gesch./
KCM
ETC
IBIO
Arch
IBIO
Arch
IBIO
Gesch
CIW/Ned
Gesch
Indisch
TW
Informatie en Communicatie
tel.
gebouw
H 12
H 15
H 15
H12
H 15
H 12
531
412
407
507
521
508
kamer
e-mailadres
opleiding
6037
7363
6006
6164
9461
5202
5852
5822
7280
5890
H 11
OBS23
H 11
OBS52
H 15
H 15
H 15
H 15
H 15
H 15
417
022
524
121
508
190
235
508
188
178
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
GLTC
KCM
Gesch
Filosofie
IBIO
ETC
Eng
IBIO
ETC
ETC
5874
6078
6088
5995
5983
H 15
OBS34
OBS34
H 15
H 11
182
125
209
507
422
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
dr. A.L. Gilroy
dr. F. Giumelli
prof. dr. C.M. de Glopper
dr. C.S. GooskensChristiansen
Dr. M.N. Gosen
dr. T.S. Graham
prof. dr. E. Gualtieri
dr. C. Guédon
drs. J.M.P. van
Haastrecht
dr. H.I. Hacquebord
dr. J. Hanich
prof. dr. T.H.F.
Halbertsma
F. Harbers, MA
prof. dr. M.A. Harder
dr. A.G. Harryvan
prof. dr. J. van der Harst
dr. K.J. Heidecker
dr. A. Heinrich
dr. B.S. Hellemans
prof. dr. P. Hendriks
drs. G.C. van Hengel
dr. B. Henkes
dr. B.A. Herborth
prof.dr. J. Herman
5908
9685
5976
5827
H 15
H 11
H 15
H 15
311
537
422
287
5859
5469
5633
5883
4662
H 12
H 1315
H 15
H 15
H 12
402
374
236
172
422
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
5814
8138
5806
H 15
OBS23
H15
8536
6022
6033
6015
5996
6530
6065
5863
7149
6030
2908
6014
drs. L.D.M.E. van
Heteren
dr. B.P. van Heusden
dr. A. Hoag
dr. N.H. Hilton
naam
dr. M.R. Doortmont
prof. dr. G.J. Dorleijn
dr. J. Dotlacil
dr. M.E. Drent
dr. J.W. Drijvers
prof. dr. M.G.J.
Duijvendak
dr. E.H. van Emde Boas
dr. E. van Es
prof.dr. R. Esser
dr. C.E. Evink
dr. S. Faltas
C. Fernández Royón
dr. J. Flood
dr. F. Gaenssmantel
F.M.C. Galati
drs. M.D.P. GarciaJiménez
dr. A.M.E.A. de Gendt
dr. J. van Gessel
dr. P.J.D. Gielen
dr. A.R.M. Gigengack
dr. D.G. Gilbers
6002
5853
9089
5998
8189
3678
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
IBIO
Ned
TW
IBIO
Gesch
Gesch
ETC
KCM
KCM
IBIO
TW/
Ned
AS
IBIO
CIW/Ned
ETC
[email protected]
Ned/CIW
Journ
Eng
ETC
CIW
251
111
208
[email protected]
[email protected]
[email protected]
TTW
KCM
IBIO
H 15
H 11
H 15
H 12
H 12
H15
H15
H 15
H 12
H 12
H 12
H 15
377
427
515
515
513
378
519
418
526
509
519
214
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
6043
OBS34
129
[email protected]
Journ
GLTC
IBIO
IBIO
Gesch
Journ
Gesch
Ned/TW
Gesch
Gesch
IBIO
IBIO
NOHA
KCM
6018
5926
9462
OBS23
H15
H 15
116
249
396
[email protected]
[email protected]
[email protected]
KCM
Eng
M&M
Informatie en communicatie
83
naam
dr. J.C.J. Hoeks
prof. dr. J. Hoeksema
Dr. W.J. Hoekstra
prof. dr. H.W. Hoen
prof. dr. A.F.L. van Holk
dr. B. Hollebrandse
dr. R.L. Holzhacker
dr. Q.L. van den Hoogen
prof.dr. M. Hoogland
drs. E.Y. Hooijmaaijers
dr. S. de Hoop
dr. C.H. Horstmeier
dr. A.M.H. van Hout
dr. H.P. Houtzagers
dr. M. Huiskes
M.C. Huiskes MA
dr. R.A. Hummel
drs. R. Hünneman
dr. C. Humrich
prof. dr. C. J.M. Jansen
dr. J.P.M. Jansen
J.F. Jansma MA
drs. P.N. Jansma
L. Brinks, MA, Msc
Dr. T. Jelfs
prof. dr. G.T. Jensma
drs. E. Jiresch
J.C. Jones, LLM
dr. J. de Jong
dr. J.L. de Jong
dr. L. de Jong
drs. M. de Jong
dr. R. de Jonge
dr. W.M. Jongman
dr. R. Jonkers
prof.dr.P. Jordan
R.J. Kamer BA
drs. S. Kamerling
dr. ir. M.R. Kamminga
dr. E.H.K. Karel
drs. G. ten Kate
dr. W. Kehrein
prof. dr. M.G. Kemperink
drs. L. Kjellström
dr. J.E. Klok
M.E. Kluck MA
dr. H.G. Knoeff
dr. R.M. Knooihuizen
dr.mr.C.L.B. Kocken
drs.M.F.A. Kok
Prof. dr. J.S.A.M. van
Koningsbrugge
prof. dr. T. Koole
dr. J.W. Koopmans
prof. dr. E.J. Korthals
Altes
84
tel.
7443
5862
5970
6019
9082
5631
5986
6078
6710
6113
5985
8906
6809
6067
7443
7148
7261
7261
8137
2984
5849
5883
5843
8540
9133
8836
5830
9029
6021
6091
6051
5881
7048
5880
6034
6129
5954
8260
9029
7367
7672
5207
5963
5869
5830
5831
5799
8931
5835
5428
6085
7249
5856
4927
6081
gebouw
kamer
H 12
423
H 15
414
H 11
534
H 11
536
P’str6
116
H 15
415
H1315
509
OBS34
209
P’str6
H 15
221
H 15
524
H15
514
H 15
247
H 15
282
H 12
417
H 12
528
OBS23
024
OBS23
24
H 12
519
H 12
430
H 15
242
H 15
172
H 15
241
H 15
203
H 15
309
H 15
361
H 15
291
H 12
133
H 11
534
OBS34
305
P’str 6
234
H 15
189
Landl 1
259
H 15
187
H 15
536
H 15
421
Aweg30
H 13
020
H 12
133
H 15
511
H 12
505
H 15
238
H 15
273
H 15
413
H 15
291
H 15
292
H 15
219
H 12
522
H15
237
H12
527
OBS34
A. Deusinglaan 2
H 12
H 11
OBS34
425
532
122
e-mailadres
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
j.s.a.m.van.koningsbrugge@
rug.nl
[email protected]
[email protected]
[email protected]
opleiding
CIW
Ned
Gesch
IBIO
Arch
Ned
IBIO
KCM
Arch
MOS
Gesch
IBIO
Eng
ETC
CIW
IBIO
KCM
KCM
IBIO
CIW
Eng
ETC
Eng
IBIO
AS
M&M
ETC
IBIO
Gesch
Kgesch
Arch
ETC/
UOCG
ETC
Gesch
TW
Arct
Journ
IBIO
IBIO
Gesch
Eng
ETC
Ned
ETC
ETC
TW
Gesch
Eng
IBIO
Kgesch
Gesch/
ETC
CIW
Gesch
KCM
Informatie en Communicatie
naam
tel.
gebouw
167
432
324
170
423
535
e-mailadres
5887
5185
5846
5952
5372
6009
prof.dr. Y.B. Kuiper
dr. C.K. Lamont
drs. F.A.F. Langen
dr. J.W. Leigh
dr. P.M. van Leusen
dr. T.E. Lijster
drs. E. van ’t Lindenhout
dr. S.I. Linn
prof. dr. L.E. Lobo
Guerrero
H. Loerts MA
dr. M.J.J.E. Loonen
6096
9318
7531
4307
6717
2606
6055
5268
5882
OBS34
H 12
OBS34
H 11
P’str6
OBS34
P’str6
H 15
H 11
2063
6056
dr. W.M. Lowie
5807
H 15
A weg
30
H 15
dr. A.P.M. Lucardie
drs. K. Lundgaard
Kolstrup
dr. B.A.M. Maassen
dr. Z.R.W.M. von Martels
dr. A.M. Martin
dr. K.A.M. McGee
dr. C.M. Megens
dr. J.F. Meijer
dr. M.E. Meijer Drees
dr. M.E. Messmer
dr. G.J.M. Mills
dr. S.J. Moenander
dr. D. Mustata
drs. P.G.T. Nanninga
prof. dr. R.R. Nauta
prof. dr. ir. J. Nerbonne
dr. M. Neuman
dr. J.A.W. Nicolay
dr. A.J. Nijboer
drs. L. Nijenhof
6829
5830
Broerstraat 4
H 15
291
[email protected]
[email protected]
5800
6038
6093
4829
6011
8983
5864
8439
9622
6937
5870
6075
5836
5815
5925
7689
6045
7258
H 12
H 11
OBS34
OBS34
H 11
H 15
H15
H 15
H 13
OBS34
H 15
H 15
H 11
H 11
H 11
P”str6
P’str6
OBS34
413
419
303
222
522
522
411
312
426
229
376
285
429
436
537
238
103
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
prof. dr. O.M. van Nijf
6968
H 15
529
[email protected]
dr. R.S.H. Nikolsky
dr. G.J.M. van Noord
dr. A. van Noortwijk
dr. A.M.A. van den Oever
drs. G.A. Oggel
dr. K.E.E. Olsen
J.A. Ooms MA
dr. Y.P. Ongena
D.C. Ott, MA
dr. A. Oussaïd
dr. A.B. Overbeek
6076
7811
5875
5866
5888
5851
5860
7443
5799
5867
5952
H 15
H 11
OBS23
OBS23
H 15
H 15
H 12
H 12
H 15
H 12
H 15
275
431
115
118
171
240
426
417
219
420
170
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
Informatie en communicatie
H 15
H 15
H 15
H 15
H 15
H 11
kamer
E.S. Koster MA
dr. F.L. Kramer
Drs. F.J. Krijnen
dr. R.A. Krol
dr. J.F. van Kruiningen
prof. dr. W.E. Krul
opleiding
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
ETC
Ned
AS
Gesch
CIW
Gesch
025
519
025
179
237
209
122
173
425
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
Kgesch
IBIO
KCM
Eurocult
Arch
KCM
Arch
ETC
IBIO
246
030
[email protected]
[email protected]
TTW
Arch
248
[email protected]
Eng/
TTW
minor
ETC
Taalw
GLTC
Kgesch
KCM
Gesch
IBIO
Ned
AS
KCM
Journ
MOS
GLTC
Infkunde
IBIO
Arch
Arch
Kgesch/
KCM
Gesch/
GLTC
MOS
Infkunde
KCM
KCM
ETC
Engels
CIW
CIW
TW
CIW
Gesch
85
naam
tel.
gebouw
kamer
dr. C.J. Peters
dr. R.G.P. Peters
drs. M.H.M. van
Pinxteren
dr. C.P.J. van der Ploeg
5269
7699
8260
H15
H 11
H 13
380
529
0020
2379
OBS34
205
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
dr. S. van der Poel
drs. M. Poortman
prof.dr. D.C.M.
Raemaekers
prof.dr. B.A.M.
Ramakers
prof. dr. G. Redeker
dr. R.F. Regtuit
dr. D.H.A. Reichardt
prof.dr. J.W. Renders
dr. H.N.B. Ridderbos
drs. G.M. Riemersma
dr. G.C. van Roozendaal
A.L.M. Rousse-Malpat
MA
dr. P. de Ruiter
dr. E.H. Runia
prof. dr. C.G. Santing
K.M. Santing MA
drs. D.D. Satoer
dr. R.W.M. van Schaïk
dr. A. Schüppert
6569
3680
6723
H 12
H 12
P’str6
521
516
106
[email protected]
[email protected]
[email protected]
KCM/
Kgesch
Gesch
Gesch
Arch
5861
H 15
405
[email protected]
Ned
5973
6116
6023
5816
6094
8260
5969
7537
H 12
H 11
H 13
H 12
OBS34
H 13
H 15
H 15
429
417
174
132
204
020
513
168
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
CIW
GLTC
RTC
Gesch
Kgesch
Journ
IBIO
ETC
6089
8736
6117
5820
OBS34
H 15
H 11
H 15
H 11
H 12
H 15
104
520
520
267
421
504
265
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
Kgesch
Gesch
Gesch
MOS
TW
Gesch
TW/ETC
H 12
H 11
H 15
H 13
H 15
H 12
H 12
H 15
H13
H 15
H 15
H 12
H15
OBS34
H 12
A weg
30
H 15
H 15
OBS34
H 15
514
417
508
0020
265
526
428
383
020
377
324
514
253
314
133
030
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
Gesch
GLTC
IBIO
Journ
Gesch
Gesch
CIW
Journ
Journ
Journ
AS
Gesch
Eng
Kgesch
IBIO
Arctisch
278
372
025
422
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
ETC
Journ
Kgesch
TW
drs. H.C.W. Padmos
prof. dr. W.G. Pansters
dr. R.F.J. Paping
dr. E. Pascual
dr. J.H.M. Peeters
drs. A.M.J. Peetoom
5854
5890
7252
5948
5961
8260
T. Schuringa
M. van der Schuur MA
Dr. D.U. Shim
R. Siebelink
dr. A. Singh
dr. C. Six
dr. I.F. van der Sluis
prof. drs. J. Smit
M.A.M. Smit MA
P.H. Smit MA
C.W.A. Smith MA
dr. B.J. Smits
prof. dr. S.I. Sobecki
prof.dr. Th. Spek
drs. H. Sportel
F. Steenhuisen
5743
9627/
5830
6012
6116
7896
8260
5914
7233
5813
2301
8260
8536
5846
6012
7047
6096
9029
6056
dr. R.G.A. Steinkrauss
dr. M.P. Stevenson
dr.E.A.C. Storm-Smeets
dr. L.A. Stowe
5963
4681
6096
6627
86
H 15
H 13
H 12
H 12
P’str6
H 13
402
178
520
421
016
020
e-mailadres
opleiding
CIW
ETC/Mex
Gesch
CIW
Arch
Journ
Journ
Gesch
Journ
Informatie en Communicatie
dr. N.M. Stukker
drs. P.C.M. Swieringa
dr. P.G. Tassenaar
dr. M.L. Thompson
dr. M.W.A. van Tilburg
dr. J.M.L. den Toonder
dr. W. Tops
dr. M. Uebele
prof. dr. H.Th. van Veen
prof.dr. R.J. van der Veen
tel.
5865
5428
7252
5077
5910
5891
6038
3680
6087
gebouw
kamer
dr. J.W. Veluwenkamp
prof. dr. W.M. Verhoeven
dr. M.H. Verspoor
dr. I. Visser
dr. W. Visser
mr. dr. H.H. Voogsgeerd
dr. S. van Voorst
dr. N.M.T. Voelkner
dr. S. Voutsaki
dr. K. de Vries
dr. M. de Vries
drs. R.W. de Vries
9345
5838
7273
7274
5946
5619
5868
5985
6726
5837
3688
6937
3843
6010
5871
6569
H 11
H 15
H 15
H 15
H 15
H 15
H 15
H 15
P’str6
H 15
H 15
OBS34
527
323
246
244
368
514
406
508
124
249
432
225
5900
5474
5428
5269
6032
5997
7741
5950
7699
6114
H 15
H 12
H 12
OBS34
H 15
H 11
H 12
H 15
H 15
H 15
H 11
H 15
H 15
H 15
517
412
533
109
338
432
203
380
523
532
524
371
346
278
5996
5975
5991
H 15
H 12
H 15
H 12
513
163
527
naam
dr. T. de Vries
dr. W. Vuijk
dr. M.C. van der Waal
prof.dr. Cor Wagenaar
prof. dr. G.C. Wakker
dr. G.M. Welling
M. Westra, Ma
prof.dr. H.B.M. Wijfjes
dr. S.M. Wijma
prof. dr. J.H. de Wilde
dr. M.K. Williams
dr. T.A.C. Witschge
prof. dr. D.J. Wolffram
dr. J. van der Woude
D.A. Zhuravleva MA
dr. M. Zwiers
dr. C.J.W. Zwart
dr. A. Zwitter
Informatie en communicatie
H 12
H12
H 12
H15
H 15
H 15
H 11
H 12
OBS34
419
528
520
310
521
191
421
516
203
e-mailadres
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
Joanne.van.der.woude@rug.
nl
[email protected]
[email protected]
[email protected]
[email protected]
opleiding
Ned/CIW
IBIO
Gesch
AS
Gesch
ETC
TW
Gesch
Kgesch
Gesch
Gesch
AS
Eng/TTW
Eng
M&M
IBIO
Ned
IBIO
Arch
Eng
TW
KCM
Gesch
CIW
Eurocult
Kgessch
GLTC
Infkunde
IBIO
Journ
Gesch
IBIO
Gesch
Journ
Gesch
AS
ETC
Gesch
TW
IBIO
87