Les 4 Ruilen over de tijd (Dpfd)

Download Report

Transcript Les 4 Ruilen over de tijd (Dpfd)

Ruilen over de tijd

In deze les leer je over ruilen over de tijd: de intertemporele substitutie Neem aan dat dit jouw levensloop voorstelt. 1. In welke fase zal jouw arbeidsproductiviteit het hoogst zijn? Licht toe 2. In welke fase zal het inkomen uit arbeid het hoogst zijn? Waardoor kan in dezelfde periode de schuld toenemen? Licht toe.

3. Leg uit waardoor bij de laatste figuur het vermogen af zal nemen.

4. Leg uit dat bij de vierde figuur het vermogen kan afnemen als toenemen..

Het aangaan van een studieschuld kan beschouwd worden als intertemporele substitutie.

5. Wat zal stijgen als je nu geld leent voor je studie? Vink het meest juiste antwoord aan.

het aantal studieboeken je consumptie nu de versnaperingen die je nu kan nemen.

de investeringen van de bedrijven 6. Wat zal in de toekomst door de studie hoger kunnen zijn? Vink het meest juist antwoord aan.

het aantal kinderen dat je hebt het inkomen dat je verdient het vermogen dat je hebt

Er zijn voor het vermogen in de toekomst positieve als negatieve gevolgen te verwachten. 7. Leg uit waardoor het vermogen minder wordt en leg tevens uit waardoor het vermogen zal stijgen.

8. Bij het aangaan van een schuld door

gezinnen

nu is er sprake van intertemporele substitutie. Wat wordt er over de tijd geruild?

Investeringen consumptie inkomen kapitaalgoederen 9. Doe de posterexcursie in lokaal 110.

10. Als een

gezin

spaart, wat kan een gezin nu dan minder doen?

investeren consumeren exporteren importeren

11. Leg uit op welke manier er sprake is bij sparen door

gezinnen

van intertemporele substitutie. Oftewel leg uit wat over de tijd geruild wordt?

Om te weten of er ook ruilen over de tijd bij

bedrijven

geldt, moet je jezelf afvragen waarom

bedrijven

zullen investeren en met behulp van welk geld bedrijven dat zullen doen. 12. Welke twee manieren zijn het meest gebruikelijk?

Investeren met geleend geld Investeren uit de behaalde winst investeren met overheidssubsidie investeren door de prijzen te verhogen 13. Welke motieven zal een bedrijf hebben om te investeren?

vermoeden van een gat in de markt in de toekomst meer winst de kwaliteit van de producten verbeteren milieuvriendelijker produceren 14. Welk van de motieven is voor dit onderwerp het belangrijkst?

vermoeden van een gat in de markt in de toekomst meer winst de kwaliteit van de producten verbeteren 17. Leg uit op welke manier er bij het investeren door

bedrijven

sprake is van intertemporele substitutie.

Ook bij de

overheidsfinanciƫn

is er sprake van intertemporele substitutie.

Kijk hier om te weten hoe groot de schuld van de Nederlandse overheid is.

Als de Nederlandse overheid nu een schuld heeft zij in het verleden te veel besteed. 18. Leg uit op welke manier er hier sprake is van intertemporele substitutie.

Als de overheid nu geld leent vanwege het financieringstekort, zij financiert haar tekorten, dan is er sprake van het inzetten van toekomstig belastinggeld. 19. Leg deze uitspraak uit, Er zijn wat varianten mogelijk op de tot nu toe besproken theorie. We zullen er twee doornemen.

20. Leg uit op welke manier een lage rentestand kan leiden tot ruilen over de tijd.

21. Leg uit hoe verwachte deflatie kan leiden tot ruilen over de tijd. Gebruik hierbij ook het begrip reƫel.

Weet je alles? Kijk dan hier om het te checken.

Ruimte om extra aantekeningen te maken.

fransetman.nl. Zie steeds de eenvoud