Tekst 17. Financiële problemen bij studenten

Download Report

Transcript Tekst 17. Financiële problemen bij studenten

Tekst 17. Financiële problemen bij studenten
1 man + 1 jonge stem
- man 1
- jonge vrouwelijke stem 1
Inleidende muziek
- Steeds meer studenten kloppen bij het OCMW aan om hun studies te
financieren. Vaak gaat het om jongeren, niet meerderjarig, die in een toestand
terechtkomen waarbij ze heel krap bij kas zitten. Zo krap dat studies
bekostigen, huur en facturen betalen of zelfs eten kopen niet meer lukken. Wij
vonden een studente die voor ons wou getuigen over hoe ze door een
samenloop van omstandigheden in een heel precaire financiële situatie
terechtkwam.
- Mijn naam is Joke, ik studeer wetenschappen aan de VUB. Ik zit in mijn derde
bachelor, ik zit op kot. Twee jaar geleden is mijn moeder overleden en begin
dit jaar nu ook mijn papa. Ik woon in de week in Brussel in mijn kot en in het
weekend ga ik terug naar huis, waar mijn broer nog woont. Mijn broer is
slechts 19. Ik krijg financiële steun want ik sta er alleen voor. Dat klinkt vrij
hard, maar dat is nu eenmaal zo. Mijn broer staat er trouwens ook alleen voor.
Toen mijn vader gestorven is, was ik psychologisch in de war. Ik was nog
jong, ik was net meerderjarig en ik had wat begeleiding nodig. Na een week
begon ik toch ook te denken: hoe moet dat verder op financieel vlak? De
rekeningen van mijn vader werden vier maanden geblokkeerd. Ik moest dus t
trachten rond te komen met wat ik gespaard had. Dat was natuurlijk niet
genoeg om alles te dekken. Ik moest dus financiële inkomsten hebben. Ik ben
dan ook bij het OCMW langsgegaan, ik heb daar mijn situatie uitgelegd. Die
hebben voor mij een dossier opgemaakt en daaruit is gebleken dat ik elke
maand 228 euro kon krijgen. Dat bedrag was wel laag omdat het OCMW
rekening moest houden met mijn kadastraal inkomen aangezien ik samen met
mijn broer nog eigendommen bezat. Ik kreeg ook ongeveer 350 euro
wezengeld. Maar ik moet echt veel betalen: kot, studies, kleren, eten, vervoer.
Ik kom dus eigenlijk niet toe met mijn inkomsten. Volgend jaar krijg ik een
studiebeurs, er werd mij 2 000 euro beloofd. Er zullen waarschijnlijk wel
andere instanties zijn waar ik terecht kan om mij te helpen, maar ik ben daar
niet van op de hoogte. Ik ben gaan aankloppen bij de sociale dienst van de
hogeschool. Er werd mij de raad gegeven om geld te gaan lenen. Maar dat zie
ik niet zitten. Ik zal een job moeten vinden om verder te kunnen studeren.