!

!

TOELATINGSPROEVEN WOORDKUNST DRAMA 2014-2015

!

!

Beste leerling !

Bedankt voor je deelname aan de toelatingsproef voor de richting Woordkunst Drama. Als je slaagt voor de proef, kan je in september starten in het derde jaar van de tweede graad. Om voluit te groeien in deze studierichting, heb je een aantal basisvaardigheden nodig. Die toetsen we in de proef. Sommige delen van de proef kan je op voorhand voorbereiden, andere doe je ter plekke. Hieronder vind je een overzicht van hoe de proef eruit zal zien en de opdrachten die je kan voorbereiden. We wensen je veel succes! !

De toelatingsproef bestaat uit: !

1. De analyse van een theatertekst; 2. Improvisatietoneel (groepsopdrachten); 3. Gedichten/proza voordragen (+ korte taaltest) en een stemtest; 4. Je motivatie. !

De volgende pagina bevat een omschrijving van de verschillende onderdelen van de toelatingsproef. !

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

!

Het WKD-team 1

1. ANALYSE VAN EEN THEATERTEKST Lees de samenvatting en een fragment van de theatertekst “Ongelikt” van Bart Moeyaert in bijlage (BIJLAGE 1) grondig. Zorg dat je snapt waar het stuk over gaat en wat er in dit fragment gebeurt (wie, wat, waar, waarom, welk conflict…). Tijdens de toelatingsproef krijg je een aantal schriftelijke vragen die je zonder de tekst moet beantwoorden. Daarmee kijken we of je inzicht hebt in de tekst en of je een eigen mening hebt over het thema van de tekst. !

2. IMPROVISATIETONEEL In groep zullen we enkele korte scènes spelen. Er wordt gekeken of je kan verzinnen, of jij je kan inleven in een rol, of je oog hebt voor spanning in een scène, of je kan samen spelen, of jij je lijf en stem kan inzetten op de vloer. Je krijgt de opdrachten ter plekke, je kan dit dus niet voorbereiden. !

3. GEDICHTEN VOORDRAGEN EN STEMTEST We starten met enkele oefeningen voor de stem. Hier peilen we naar je spreek- en zangtechniek. Deze oefeningen kan je niet voorbereiden. Daarna ga je met een verhaal en gedichten aan de slag: - We zullen je vragen om de tekst in bijlage bij dit document “Bijna iedereen kon omvallen” van Toon Tellegen (BIJLAGE 2) voor te dragen. Je mag de tekst vasthouden en van het blad aflezen, maar we willen dat je dit ingeleefd doet. Dat betekent dat je het publiek aanspreekt tijdens het lezen en ons meeneemt in het verhaal. Je zorgt dat de inhoud van de tekst betekenis krijgt voor ons als publiek. Aan de hand van de tekst van Toon Tellegen is er ook een korte taaltest. - Kies zelf een gedicht (van minimum 12 regels) dat je van buiten leert en voordraagt. - Je draagt ook onderstaand gedicht van Jaap Zijlstra voor. Zorg dat je het van buiten kent en dat je het gedicht - net als bij de tekst en je zelf gekozen gedicht - niet droog opzegt. !

Je zit maar kil en wit te kijken, geen oogopslag die mij begroet, geen lettergreep die ertoe doet, geen grijns die met de eer gaat strijken. Wat deed je schaterlach mij goed, het vrolijk stampen van je voet! Je zit maar kil en wit te kijken. Waar is de felheid van je bloed, je gretigheid, je overmoed, je kon met lijf en leden prijken dat het een lust was! O de gloed, de branding van je woordenvloed – je zit maar kil en wit te kijken. !

4. MOTIVATIE Ter plekke zullen we je vragen waarom je graag deze studierichting wilt doen. Je kan hier al over nadenken.

2

THEATERSTUK “ONGELIKT” VAN BART MOEYAERT

!

Samenvatting stuk:

!

“Ongelikt” is een bewerking van het theaterstuk “King Lear” van William Shakespeare. In het stuk zijn de hoofdpersonages de drie dochters van koning Lear: Goneril, Regan en Cordelia. Twee zussen willen de macht overnemen van hun vader. Ook alle concurrenten die uit zijn op de troon, moeten worden uitgeschakeld. Graaf Kent is zo een gevaarlijke concurrent volgens de zusjes. !

In de eerste scène komen de zussen samen om hun moordplannen te bespreken: alle drie moeten ze proberen Kent te vermoorden, met verschillende wapens. !

Fragment stuk:

!

Een interieur met stoelen en tafels. Een exterieur, ergens op het land. Op de achtergrond een feest in aanbouw, een feest aan de gang, een feest dat omslaat in oorlog, en tenslotte het einde van het feest.

!

EERSTE SCENE !

Goneril pakt een mes van het zilveren bestek, haalt de breipennen uit een breiwerk, en gaat voor haar zussen staan. Ze houdt haar handen op haar rug. In haar ene hand zit het mes, in haar andere hand de breipennen.

!

Goneril: !

Regan: !

Goneril: !

Cordelia: !

Goneril: Kies. Kies tussen? Links of rechts of allebei. Allebei? Veel keuze is er niet. Schiet op. Regan, jij begint. Kies. Het mes. De breipennen. Of de blote handen. Kies. !

Regan: Mijn hart is in mijn keel gelokt, mijn mond een vuilnisbelt. Zolang míjn adem maar niet stokt. Zíjn dagen zijn geteld. !

Wat heb ik gekozen? !

Goneril: !

Regan: !

Goneril: !

Cordelia: !

Goneril: !

Cordelia: !

Regan: !

Goneril: Je hebt geluk. De breipennen. Ze kennen me van de breipennen. Steek ze ráák, en niemand kan het doorvertellen. Goneril! Het is zo. Jij moet. Moet? Je kunt niet terug, Cordelia. Kies.

!

Regan: !

Goneril: !

Cordelia: Drie handen op één buik! Kies. !

!

!

Regan: Goneril: !

Regan: Goneril: !

Cordelia: !

Goneril: !

Regan: Ik weet niet of ik dit wel wil. Wat als hij gewoon is zoals hij lijkt: goed? Wat als die man helemaal niet uit is op eer of goud? Wat als hij echt een vriend van onze vader is, en van onze vader houdt om

hoe

hij is. Geen man is edel. Iedereen houdt van vader om

wie

hij is: de koning. Mannen komen niet helemaal van over de bergen terug naar hier omdat ze zo van andermans binnenkant houden. Of van andermans buitenkant. In een land als dit is er handenvol werk, en de zee eromheen is diep. Een kerel komt niet naar karweien toe. Een man is liever lui dan moe. Goneril! Geloof me, Cordelia: Kent heeft geen oog voor vaders hart. !

Goneril: !

Cordelia: !

Goneril: Aan deze kant van de tafel kunnen er geen stoelen bij. De tafel is te krap. Kent is te veel, dat voel je aan je ellebogen. Kies. Nee. !

!

Regan: Cordelia: Goneril: Schiet op. Straks is papa er. Je moet kiezen. Zal ík zeggen wat je moet kiezen? De blote handen zijn er nog. Goed. Ik kies. !

Mijn hart is in mijn keel gelokt, mijn mond een vuilnisbelt. Zolang míjn adem maar niet stokt. Wel? !

Cordelia: Zíjn dagen zijn geteld. !!

Cordelia kiest. Goneril zwijgt, houdt haar handen op haar rug, en stopt het mes ongemerkt in de hand die Cordelia niet heeft aangewezen. Regan heeft een vermoeden, maar zwijgt.