Lees het volledige artikel hier.

Download Report

Transcript Lees het volledige artikel hier.

select
groei, durfkapitaal & bedrijfsovername
NIEUWS
ONDERHANDELEN
DUURZAAMHEID
FINANCIERING
Nieuw geld
BANKEN HEBBEN DE KREDIETKRAAN voor het MKB nog steeds
niet opengedraaid. Nieuwe fondsen springen in het gat
dat de banken achterlaten. ‘Ik ben ervan overtuigd dat
je succesvol en renderend in het MKB kunt beleggen.’
H
ans Biesheuvel, de inmiddels
vertrokken voorzitter van MKBNederland, gooide vorig jaar de
knuppel in het hoenderhok. ‘Middenstanders durven niet meer naar de bank’, riep
hij in een interview met Het Financieele
Dagblad. ‘Waar ik ook kom, overal hoor
ik dat het heel moeilijk is, zo niet onmogelijk, om nog een lening te krijgen. Banken
zijn risicomijdend geworden en ze leveren
geen maatwerk meer’, aldus Biesheuvel.
De uitspraken van de MKB-voorman
zijn enigszins gechargeerd, maar grotendeels waar. Volgens De Nederlandsche
Bank zijn de criteria voor kredietverlening aan het MKB sinds 2005 door de
meerderheid van de banken vrijwel uitsluitend aangescherpt. Door verminderd
buffervermogen, lagere winstgevendheid
en afgenomen onderpandwaarde vormt
het MKB in de ogen van de banken een
risico. Pas in het tweede kwartaal van dit
16 | brookz | september/oktober 2014
jaar gaf een klein deel van de banken aan
de voorwaarden te zullen versoepelen,
een voorzichtige trendbreuk.
Gelukkig voor het MKB komen er
steeds meer alternatieven voor bancaire
nanciering. Waar banken vooral risico’s
zien, zien sommige marktpartijen juist
een kans. De laatste jaren hebben zich
veel nieuwe aanbieders van risicodragend
kapitaal gemeld. Er zijn regionale kredietunies, beurzen zoals NPEX en Euronext,
business angels, tal van crowdfundinginitiatieven en participatiemaatschappijen. Een aantal partijen proleert zich als
‘MKB-fonds’, maar binnen deze groep zijn
er grote verschillen in werkwijze.
Bedrijfskundige blik
‘Deze marktontwikkeling is een waanzinnige kans voor ondernemers’, zegt
Alexander Egberink, voormalig Rabobank-bankier en een van de oprichters
van MKBi. ‘Vroeger ging je met je kredietvraag naar de bank. Dan keek de bank
in welke sector je actief was, om vervolgens op basis van de laatste jaarcijfers
door een computer te laten berekenen
hoeveel schuld erop kon. Maar niet iedere
ondernemer vindt het jn om maximaal
genancierd te worden. Wij houden veel
meer rekening met de behoeften van de
individuele ondernemer. Een bank beoordeelt een bedrijf cijfermatig, wij kijken met een bedrijfskundige blik.’
MKBi ging vorig jaar van start, maar
Egberink en zijn compagnon Ton Klaassen begonnen al in 2009 met de eerste
voorbereidingen. Egberink: ‘We zagen
dat banken structureel anders omgingen
met nanciering in het MKB. Dat heeft
vooral te maken met de strenge kapitaaleisen die in het Basel III-akkoord aan
banken worden gesteld, meer nog dan
met de crisis. Bovendien gaat het om re-
tekst ROB HARTGERS / beeld SHUTTERSTOCK
Q&A
latief kleine nancieringen waar relatief
veel mensen zich mee bezig moeten houden, dat is voor banken niet aantrekkelijk.’
Volgens Egberink is de nancieringsbehoefte in het MKBenorm. Hij rekent
voor dat er door de banken 250 miljard
euro in het MKB wordt gestoken. ‘Dat zou
wel eens 30 procent minder kunnen worden. Er is veel risicodragend kapitaal nodig om het gat dat de banken achterlaten
te vullen.’
MKBi investeert op dit moment in een
aantal bedrijven, die onder andere worden
beheerd in het fonds MKBi Duurzaam, dat
ook is aangemeld op MKB-beurs NPEX. In
totaal is binnen MKBi ongeveer 5 miljoen
euro opgehaald. De vraag naar nanciering is groter dan MKBi aankan. Egberink
zegt ‘voortdurend’ te worden benaderd
door corporate nance-partijen. Hij is met
name geïnteresseerd in ‘gepassioneerde
ondernemers die gedreven zijn en iets wil-
len betekenen binnen hun markt’. De omzet moet minimaal een half miljoen zijn,
maar kan oplopen tot 150 miljoen. De investeringsbedragen variëren van een half
tot 5 miljoen euro. In de meeste gevallen
is MKBi co-investeerder, samen met een
bank of een lease- of factormaatschappij.
Ook combinaties met crowdfunding sluit
Egberink niet uit.
Investeren in groei
Een andere aan de weg timmerende partij is het MBO & Groei Fonds. Dit fonds
onderscheidt zich van andere kapitaalverstrekkers door het nadrukkelijke doel
om uiteindelijk de aandelen weer terug
te verkopen aan de ondernemer. Vooraf
wordt daarvoor een maximale prijs afgesproken. Als een bedrijf heel goed
presteert, kan de eigenaar het voor een
relatief lage prijs weer volledig in handen
krijgen. Het fonds is ondertussen verzekerd van een koper. ‘Wij gaan voor con-
tinuïteit, niet voor winstmaximalisatie’,
zegt fondsbeheerder Ab van Urk, net als
zakenpartner Paul van Logtestijn afkomstig van adviesorganisatie Rembrandt
Fusies en Overname. Beide beheerders
hebben een jarenlange ervaring met het
participeren in MKB-bedrijven.
Het MBO & Groei Fonds, met een totale omvang van 25 miljoen euro, bestaat
twee jaar en heeft inmiddels een minderheidsbelang in zes bedrijven. Het zijn
ondernemingen met een jaaromzet van
tussen de 2 en 30 miljoen. De investeringen lopen uiteen van een kwart tot 2,5
miljoen euro.
Bijzonder is dat al het kapitaal afkomstig is van de twee fondsbeheerders zelf
en de Rabobank. De meeste bedrijven die
zich bij het fonds melden zijn dan ook Rabobank-klanten. Van Urk: ‘Als bedrijven
via de Rabobank bij ons komen, zullen ze
daar meestal al bankieren, of ze zijn dat
van plan. Als de Rabobank een prospect
september/oktober 2014 | brookz | 17
select
groei, durfkapitaal & bedrijfsovername
NIEUWS
ONDERHANDELEN
DUURZAAMHEID
FINANCIERING
‘Als je gaat bellen met ondernemers en ze vraagt of ze
in zijn voor de verkoop van hun bedrijf, blijkt dat meer
dan de helft er op zijn minst over wil praten.’
heeft die niet met de Rabobank zaken
wil doen, dan doen wij het in principe
niet. Als een bedrijf uit ons eigen netwerk
komt, hoeft het niet per se genancierd te
worden met de Rabobank.’
Het MBO & Groei Fonds gaat bovendien alleen in zee met bedrijven die de
laatste twee jaar een positief bedrijfsresultaat hebben behaald. ‘Ons geld moet
niet worden gebruikt om schulden aan de
bank af te lossen’, zegt Van Urk beslist.
‘Wij investeren in groei. We zijn geen nancier, maar mede-aandeelhouder. Dat
betekent dat we betrokken willen zijn bij
alle belangrijke strategische en operationele beslissingen. We hopen dat de ondernemer ons ziet als een partner.’
Behalve biotechnologie, horeca, retail
en commercieel onroerend goed, sluit
Van Urk geen enkele branche uit. Het
fonds heeft belangen in zeer verschillende bedrijven, van een leverancier van
milieustraten tot een keten van assurantietussenpersonen en een bedrijf dat
soldeeroplossingen biedt voor de jnmechanische industrie. Deze zomer stapte
het fonds in een bedrijf dat interieurs
en stands bouwt voor beurzen. Het zal
voorlopig niet de laatste deelneming zijn,
want nog lang niet alle miljoenen van het
MBO & Groei Fonds hebben een bestemming gevonden.
Hollandse bedrijven
Toen private participatiemaatschappij
MKB Fonds vorige zomer bekend maakte
dat het nieuwe obligaties uitgaf, was de
maximale uitgifte van 10 miljoen euro
binnen korte tijd tweemaal overtekend.
En dat midden in de vakantie. Het is volgens managing partner Thomas Wals tekenend voor de groeiende interesse van
beleggers in het MKB.
Anders dan bij bijvoorbeeld MKBi en
het MBO en Groeifonds, waar beleggers
minimaal een ton moeten meenemen,
kunnen beleggers bij het MKB Fonds al
18 | brookz | september/oktober 2014
obligaties kopen vanaf 15.000 euro. Sinds
kort biedt het fonds naast obligaties ook
aandelen aan, vanaf 100.000 euro. De
obligaties en aandelen worden samengebracht in het Mixfonds.
Terwijl de beleggers in de rij staan,
heeft Wals moeite om geschikte bedrijven
te vinden. ‘Onze selectiecriteria zijn hoog
en kwaliteit vindt je niet op elke hoek van
de straat’, zegt hij. Daarnaast blijken relatief weinig bedrijven actief in de verkoop
te staan, ondanks het feit dat er een aanzienlijke grote groep babyboomers binnenkort met pensioen gaat. Wals licht
toe: ‘Er lijkt een grote groep ondernemers
zich er niet van bewust te zijn dat er mogelijk kopers in de markt zijn. Bovendien
hebben accountants niet direct belang bij
een overdracht, dus die gaan niet leuren
met een bedrijf. Als je gaat bellen met ondernemers en ze vraagt of ze in zijn voor
een bedrijfsoverdracht, blijkt dat meer
dan de helft op zijn minst na wil denken
over de verkoop van hun bedrijf.’
MKB Fonds richt zich op de nanciering van bedrijfsoverdrachten, waarbij
meestal de overnemende partij de aankoop niet of niet in zijn geheel kan nancieren, ook niet met de hulp van een
bank. Veel bedrijven in het fonds zijn
familiebedrijven. ‘Echt Hollandse bedrijven met als gemeenschappelijk kenmerk
handel’, volgens Wals. De inbreng loopt
uiteen van 400.000 tot 3 miljoen euro.
Als MKB Fonds wat ziet in een bedrijf,
wordt het mede-aandeelhouder. De overname wordt vervolgens opgeknipt in
een nanciële en een operationele overdracht. Wals: ‘We kopen de aandelen, of
een deel daarvan, van de huidige ondernemer en gaan pas na een paar jaar op
zoek naar een geschikte overnamekandidaat. Op die manier kan het bedrijf wennen aan de nieuwe situatie. Wij benutten
die tijd om het bedrijf te professionaliseren. We willen elke maand cijfers zien en
proberen actief gebruik te maken van de
kennis van onze investeerders. Het gebeurt regelmatig dat ondernemers door
onze betrokkenheid nieuwe energie krijgen. De meeste van die mensen zijn rond
de 55 jaar, die willen nog wel even door.’
Pioniers
De markt voor risicodragend kapitaal
staat in Nederland nog in de kinderschoenen. Volgens MKB-Nederland is
zo’n 90 procent van de MKB-nanciering
afkomstig van de banken. Daar komt heel
langzaam verandering in. Alexander Egberink denkt dat ons land opschuift in de
richting van Amerika, waar 70 procent
van de bedrijfskredieten extern wordt genancierd. Een kwestie van gewenning,
denkt Egberink: ‘Ik ben ervan overtuigd
dat je succesvol en renderend in het MKB
kunt beleggen. Wij zijn pioniers. Over
drie jaar is dit heel gewoon.’
Nederlandse banken zijn streng
Volgens een recent, internationaal vergelijkend onderzoek naar kredietverlening worden in
Nederland meer kredietaanvragen afgewezen dan in de meeste andere Europese landen.
Het afwijzingspercentage (bijna de helft) is zelfs vergelijkbaar met dat van probleemlanden
Spanje en Ierland. De afgelopen vier jaar kreeg nog maar 12 procent van de bedrijven het
volledig gewenste bedrag geleend, blijkt uit een enquête van de Europese Centrale Bank.
Het Europese gemiddelde is 25 procent. Waarschijnlijk als een gevolg hiervan, stappen
ondernemers minder snel een bank binnen. In de gemeten periode (2009-2014) vroeg
gemiddeld 12 procent van de bedrijven krediet aan, tegen 22 procent in andere landen van
het eurogebied.
Q&A