Memorandum aan de formateur van de Vlaamse regering

Download Report

Transcript Memorandum aan de formateur van de Vlaamse regering

Erkende en Bevoegde Instanties & Vereniging levensbeschouwelijke vakken
Memorandum aan de formateur van de Vlaamse regering
De levensbeschouwelijke vakken leveren – elk uitgaande van de eigen levensbeschouwing – een
onvervangbare bijdrage aan het leefbaar houden van de multiculturele samenleving en aan de
verdere ontwikkeling van een kwaliteitsvol en actief pluralistisch Vlaanderen.
Om deze maatschappelijke relevantie blijvend te realiseren en te begeleiden vragen de
1
organisatoren van de levensbeschouwelijke vakken het behoud van de tot nog toe voorziene
lestijden voor de levensbeschouwelijke vakken tijdens de volledige leerplichtperiode, de nodige
inspecteurs-adviseurs en voldoende werkingsmiddelen (financiële ondersteuning op de
onderscheiden niveaus) om de aan ons opgedragen werkzaamheden mogelijk te maken. Zij willen
dit kwaliteitsvol doen en met de nodige transparantie.
A. Maatschappelijke relevantie van de levensbeschouwelijke vakken
Een samenleving kan slechts functioneren wanneer zij stoelt op voldoende, duidelijk gefundeerde,
gemeenschappelijke waarden gedeeld door alle burgers.
Het is de bedoeling dat in de levensbeschouwelijke vakken, vertrekkend van en ingekleurd door de
eigen levensbeschouwing, die gemeenschappelijke waarden worden aangeboden aan de leerlingen.
Omdat leerlingen hierbij uitgenodigd worden om over zichzelf en het leven na te denken, beperkt de
taak van de godsdienstleraar/leraar ncz zich niet enkel tot kennisoverdracht.
Godsdienstleraren/leraren ncz hebben ook een voorbeeldfunctie, want elke levensbeschouwing
staat op een eigen wijze in het leven en bevordert vanuit deze zienswijze het democratisch
samenleven. Een leraar die verplicht is tot levensbeschouwelijke neutraliteit kan onmogelijk deze
voorbeeldfunctie vervullen. Lessen over levensbeschouwingen, waarbij de leraar zich principieel
moet onthouden van elk engagement, zullen eerder leiden tot relativisme, dan tot een door de
leerling zelfgekozen waardenbeleving. Het is een illusie te denken dat de samenleving beter wordt
door op een neutrale wijze te spreken – als dit al zou kunnen – over de verschillende in de
samenleving aanwezige levensbeschouwingen.
Uit onafhankelijk van elkaar uitgevoerd sociologisch onderzoek blijkt dat hoe beter een leerling de
eigen levensbeschouwing kent en beheerst, hoe verdraagzamer en opener hij staat ten opzichte van
andere levensbeschouwingen.2
De levensbeschouwelijke vakken schragen – elk uitgaande van de eigen levensbeschouwing – de
gemeenschappelijke normen en waarden in een democratische, multiculturele samenleving en
spelen daarom een cruciale rol in het leefbaar houden – of opnieuw maken – van een multiculturele
samenleving met een veelvoud aan levensbeschouwingen.
In de levensbeschouwelijke vakken wordt aan jonge mensen duidelijk gemaakt dat het mogelijk is om
ondanks de (soms grote) levensbeschouwelijke verschillen fundamenteel dezelfde normen en
waarden te hanteren in de samenleving waarin al deze verschillende levensbeschouwingen aanwezig
zijn.3
1
Zie Bijlage 1.
Bronnen: onderzoek van prof. Jaak Billiet (KULeuven) en prof. Marc Elchardus (VUB).
3
Binnen hun ervaring stoten vrijzinnigen op het ‘aardse absolute’ dat zij onder andere in hun ervaringen
verwoorden: de zoektocht naar de waarheid, de gratuite toewijding aan de vraag van de medemens, de
2
1
Erkende en Bevoegde Instanties & Vereniging levensbeschouwelijke vakken
Om de maatschappelijk relevante opdracht van de levensbeschouwelijke vakken optimaal te
begeleiden en te organiseren wordt in sterke mate samengewerkt tussen de organisatoren ervan (zie
Bijlage 2).
B.
Wat vragen de organisatoren van de levensbeschouwelijke vakken?
1. Behoud van de levensbeschouwelijke vakken met 2 à 3 lestijden per week gedurende de
volledige leerplicht
2. Het aantal ambten van inspecteur-adviseur
De inspecteurs-adviseurs inspecteren en begeleiden voor het eigen levensbeschouwelijk vak het
aantal godsdienstleraren/leraren NCZ dat gebaseerd is op de door de Vlaamse overheid toegekende
lestijden. De organisatoren van de levensbeschouwelijke vakken vragen daarom de nodige
inspecteurs-adviseurs of in ieder geval minstens het aantal voorafgaande aan de laatste
bezuinigingsronde.
3. Werkingsmiddelen
a) de bevoegde instanties en vereniging hebben door de Schoolpactwet en vervolgens de
decreten rechtspositie een taak toebedeeld gekregen – zij doen de noodzakelijke voordracht
– voorafgaande aan elke tijdelijke aanstelling, vaste benoeming en mutatie/nieuwe affectatie
van een godsdienstleraar/leraar ncz. Tot nu toe werd dit werk door de inspecteurs-adviseurs
supplementair gedaan en werd het uitgevoerd met eigen financiële middelen van de
levensbeschouwingen. De instanties vragen specifieke financiële middelen om deze
decretale opdracht te kunnen blijven uitvoeren.4
b) een verhoging van de werkingsmiddelen voor de erkende instanties & vereniging die recht
doet aan de ondersteuning van de inspectie- en begeleidingstaken, analoog met de
werkingstoelagen die toegekend worden aan de begeleidingsdiensten en de inspectie zoals
verwoord in het Decreet betreffende de kwaliteit van onderwijs van 8 mei 2009 (B.S. 28
augustus 2009).
esthetische beleving en de gratuite liefde als absoluut geschenk. Deze en andere ervaringen van het aardse
absolute bieden mogelijkheden om met godgelovigen in gesprek te treden.
4
Cf. M. van Stiphout, ‘Functie-erkenning: de godsdienstleerkracht op het snijvlak van twee juridische
werelden’, in L. Braeckmans (red.), Niets nieuws zonder de zon. De competenties van de leerkracht als
levensbeschouwelijke pedagoog, UCSIA, Antwerpen, 2007, blz. 17-38, meer bepaald blz. 26-28, en vooral blz.
27 onderaan: “Wanneer inspecteurs-adviseurs r.-k. godsdienst een dergelijke functie van gemandateerde
[namens de bevoegde levensbeschouwelijke overheid] uitoefenen, dan doen zij dit echter op basis van de
hierboven al genoemde schriftelijke mandatering door de diocesane bisschop en niet [cursivering origineel] als
onderdeel van hun opdracht als inspecteur-adviseur. Hun opdracht als inspecteur-adviseur heeft enkel
betrekking op de inspectie en begeleiding van het vakinhoudelijke en vakpedagogische functioneren van de
godsdienstleraars, alsmede op het doen van vaststellingen betreffende de geschiktheid van de persoon van de
godsdienstleraar om geloofwaardig als r.-k. godsdienstleerkracht te kunnen optreden”. De hier beschreven
situatie is identiek voor de inspecteurs-adviseurs van alle erkende levensbeschouwingen in het Vlaams
leerplichtonderwijs.
2
Erkende en Bevoegde Instanties & Vereniging levensbeschouwelijke vakken
4. Aanpassing van de salarissen van de inspecteurs-adviseurs lager onderwijs
Ten slotte vragen zij een aanpassing van de salarissen van de inspecteurs-adviseurs lager onderwijs
om de gelijkschakeling die vroeger bestond te herstellen conform de salarissen toegekend aan de
leden van de pedagogische begeleidingsdiensten en de leden van de algemene inspectie cf. Decreet
betreffende de kwaliteit van onderwijs van 8 mei 2009 (B.S. 28 augustus 2009).
C. De Erkende en Bevoegde Instanties & Vereniging engageren zich om verder te werken
•
•
•
•
•
aan de opdrachten voor hen voorzien in het inspectiedecreet van 1 december 1993;
aan de kwaliteit van het eigen levensbeschouwelijk onderwijs analoog met het
Kwaliteitsdecreet van 8 mei 2009 met inachtneming van de eigenheid van de erkende
levensbeschouwingen actief in het Vlaams leerplichtonderwijs en het beginsel van scheiding
van Kerk en Staat;
aan de interlevensbeschouwelijke competenties gedurende de volledige leerplicht zoals
gepresenteerd aan de minister en het Vlaams parlement op 27 september 2013. Hiertoe is
het behoud van het aantal lestijden toegekend aan de levensbeschouwelijke vakken een
vereiste;
aan het waarborgen van transparantie over de werkwijze van de instanties en de
inspecteurs-adviseurs bij de inspectie en begeleiding van levensbeschouwelijke vakken;
aan de verdere professionalisering van de inspecteurs-adviseurs.
3
Erkende en Bevoegde Instanties & Vereniging levensbeschouwelijke vakken
BIJLAGEN
Bijlage 1
Wie zijn wij? De wettelijke verankering van het levensbeschouwelijk onderwijs
De instanties & vereniging van de levensbeschouwelijke vakken hebben drie fundamentele
en duidelijk van elkaar te onderscheiden taken in het Vlaams onderwijs:
1) Hoogste instantie van de eigen levensbeschouwing voor de mandatering van leraren
van het eigen levensbeschouwelijk vak;
2) Bevoegde instantie conform de DRP’s 1991 voor de verplichte voordracht
voorafgaande aan elke tijdelijke aanstelling, de vaste benoeming en mutatie/nieuwe
affectatie;
3) Erkende Instantie conform het decreet van 1/12/1993 betreffende de inspectie en de
begeleiding van de levensbeschouwelijke vakken bevoegd voor de goedkeuring van
de leerplannen van het eigen levensbeschouwelijke vak en de inspectie-begeleiding
van de leraren die dit vak onderwijzen gedurende hun volledige schoolloopbaan. Op
deze wijze is mogelijk dat binnen het Vlaams onderwijskader levensbeschouwelijk
onderwijs georganiseerd en op kwaliteit gecontroleerd wordt zonder dat de
levensbeschouwelijk neutrale Vlaamse overheid de grenzen van deze neutraliteit
overschrijdt.
Bronnen:
Arrest van de Raad van State, XIIe Kamer, nr. 172.519, 21 juni 2007;
Arrest van de Raad van State, XIIe Kamer, nr. 172.561, 21 juni 2007;
Arrest van de Raad van State, XIIe Kamer, nr. 172.737, 26 juni 2007;
Met annotatie van M. van Stiphout, ‘De juridische bevoegdheden van de levensbeschouwelijke instanties voor
de organisatie van het eigen godsdienstonderwijs en van de niet-confessionele zedenleer in Vlaanderen’,
T.O.R.B., jrg. 2007-08/3, blz. 234-239.
Toelichting
Het optreden als hoogste instantie van de eigen levensbeschouwing is een blijvende interne
bevoegdheid die als gevolg van het principe van de scheiding van kerk en staat niet aan
rechterlijke toetsing onderworpen is. Deze bevoegdheid wordt beschermd door de artikelen
19, 21, 24 en 181 van de Belgische Grondwet;
Het optreden als bevoegde instantie is een blijvende bevoegdheid logisch voortvloeiend uit
de eerste bevoegdheid en door de DRP’s van 1991 geïntegreerd in de onderwijswetgeving.
Dit is eveneens een uitwerking van de artikelen 19, 21, 24 en 181 van de Belgische
Grondwet;
Het optreden als erkende instantie is gebaseerd op de combinatie van het decreet van 1
december 1993 betreffende de inspectie en de begeleiding van de levensbeschouwelijke
vakken en op erkenning door de Vlaamse regering, telkens voor een periode van vijf jaar. De
laatste erkenning dateert van 1 januari 2014.
4
Erkende en Bevoegde Instanties & Vereniging levensbeschouwelijke vakken
Ook de taken van de erkende instantie vloeien voort uit de artikelen 19, 21, 24 en 181 van
de Belgische Grondwet.5
Het kader voor de organisatie van de levensbeschouwelijke vakken, te weten de organisatie
van de lessen godsdienst en niet-confessionele zedenleer de onderwijstijd die aan deze
vakken mag besteed worden en de vrije keuze van de ouders werd gevormd door de
Schoolpactwetgeving en is momenteel opgenomen in art. 24 van de Belgische Grondwet, in
het decreet Basisonderwijs en in diverse Besluiten van de Vlaamse Regering.
Namen en adressen
-
De erkende instantie anglicaanse godsdienst :
genaamd Comité Anglicaans Godsdienstonderwijs
Zetel: Kapitein Crespelstraat 29, 1050 Brussel.
-
De erkende instantie van de islamitische godsdienst :
genaamd Centrum Islamonderwijs
Zetel: Sint-Barbarastraat 3, 3550 Heusden-Zolder.
Secretariaat: Lakensestraat 166-168 bus 7-8, 1000 Brussel.
-
De erkende instantie van de Israëlitische godsdienst :
Zetel: Jozef Dupontstraat 2, 1000 Brussel.
-
De erkende vereniging van de niet-confessionele zedenleer :
genaamd Raad voor Inspectie en Begeleiding niet-confessionele Zedenleer
Zetel: Breughelstraat 60, 2018 Antwerpen.
-
De erkende instantie van de orthodoxe godsdienst :
genaamd Pedagogische Commissie van de Orthodoxe Kerk in België
voor het Nederlandstalig onderwijs
Zetel: Charbolaan 71, 1030 Brussel.
-
De erkende instantie van de protestants-evangelische godsdienst :
genaamd Comité Protestants-Evangelisch Godsdienstonderwijs
Zetel: Brogniezstraat 44a, 1070 Brussel.
-
5
De erkende instantie rooms-katholieke godsdienst :
Zetel: Wollemarkt 15, 2800 Mechelen.
Secretariaat: Interdiocesane Dienst voor het Katholiek Godsdienstonderwijs (IDKG vzw)
Guimardstraat 1, 1040 Brussel.
Voor een overzicht van de specifieke taken conform het decreet van 1/12/1993 zie bijlage 3.
5
Erkende en Bevoegde Instanties & Vereniging levensbeschouwelijke vakken
Bijlage 2
Al zeer lang werken de organisatoren van de levensbeschouwelijke vakken samen.
In eerste instantie betrof het hier alleen de inspecteurs godsdienst en ncz in het
Rijksonderwijs, vervolgens werd deze samenwerking voortgezet in de totstandkoming van
het decreet van 1/12/1993 en het charter van de inspecteurs-adviseurs LBV, in de oprichting
van de Commissie levensbeschouwelijke vakken, in de oprichting van de vzw
Nascholingsinstituut (vooral voor het officieel onderwijs, 1998), vanaf 1999 in de
samenwerking tussen de erkende instanties en vereniging van de levensbeschouwelijke
vakken, op termijn ook aangevuld met onderwerpen behorend tot de bevoegde instanties
en vereniging (vrucht dragend in de het gezamenlijke specifieke deel van de
functiebeschrijving voor alle godsdienstleraren/leraren ncz waardoor het destijds nieuwe
systeem van evaluatie ook probleemloos ingevoerd kon worden voor de leraren
levensbeschouwelijke vakken zonder in conflict te komen met de bevoegdheden van scholen
en levensbeschouwingen)6, en uiteindelijk vanaf 2007 in de deelname aan het structureel
overleg met topambtenaren van het Vlaams Ministerie van Onderwijs o.l.v. de inspecteurgeneraal (SOLO). Ook de Interlevensbeschouwelijke Competenties in het kader van dialoog
en samenwerking (ILC-DS) tussen levensbeschouwingen op school geldend voor alle
levensbeschouwingen gedurende de volledige periode van de leerplicht (12 jaar) konden
alleen binnen dit reeds bestaande kader en het onderling opgebouwde vertrouwen tot stand
worden gebracht. Het eindproduct werd aangeboden aan de Minister van Onderwijs en de
Voorzitter van het Vlaams Parlement op 27 september 2013.7 Tevens werd de planning voor
opvolging hiervan in de komende jaren geschetst.
Cf. M. van Stiphout, ‘Scheiding van kerk & staat als achtergrond en oorzaak van de vele vormen van
samenwerking tussen de organisatoren van de levensbeschouwelijke vakken in Vlaanderen’, in L. Devuyst & C.
Van Waerebeke (red.), De toekomst van de levensbeschouwelijke vakken. De eerste stappen naar de
gelijkberechtiging: 50 jaar Schoolpact, VUBPress, Brussel, 2010, blz. 123-142.
6
A) Onderdeel Functiebeschrijving voor leermeester levensbeschouwelijke vakken voor het officieel onderwijs
goedgekeurd door de bevoegde en erkende instanties/vereniging’ met een link naar het derde document in
bijlage: ‘FB erkende levensbeschouwingen’ http://www.idkg.be/FB%20erkende%20levensbeschouwingen.pdf
B) Verklaring van de bevoegde en erkende instanties/vereniging Levensbeschouwelijke vakken i.v.m.
functiebeschrijving en evaluatie van leerkrachten LBV (15 januari 2008)
http://www.idkg.be/Standpunt%20d%20d%20%2015%20jan%202008%20van%20de%20erkende%20levensbes
chouwingen%20aan%20de%20scholen%20die%20de%20keuze%20aanbieden%20m%20b%20t%20%20FB%2
0en%20evaluatie.pdf
7
http://www.idkg.be/20130502_dossier_ILSenILD.pdf
6
Erkende en Bevoegde Instanties & Vereniging levensbeschouwelijke vakken
Bijlage 3
Tot de taken van de Erkende Instanties & Vereniging en de inspecteurs-adviseurs
behoren conform het decreet van 1/12/1993 concreet:
Art. 6.
§ 1. De erkende instanties van de erkende godsdiensten en de erkende vereniging van
de niet-confessionele gemeenschap bepalen de werking van de inspectie en de
begeleiding van de betrokken godsdiensten en van de niet-confessionele zedenleer.
§ 2. Onder werking wordt verstaan :
- het voorstellen van de ambtsgebieden van de leden van de inspectie en begeleiding,
genoemd in artikel 10;
- het bepalen van het onderwijsniveau en de onderwijsvorm waarop de leden van de
inspectie en begeleiding hun inspectie- en begeleidingsopdrachten uitvoeren, rekening
houdend met de vastgestelde personeelsformatie, bedoeld in artikel 4 van dit decreet;
- het bepalen van de wijze waarop de inspectie- en begeleidingsopdrachten worden
uitgevoerd;
- het bepalen van de beroepsbekwaamheid en van de pedagogische bekwaamheid van
de betrokken leden van de inspectie en begeleiding;
- het organiseren van bijscholing voor de leden van de inspectie en begeleiding;
- het opstellen van leerplannen.
§ 3. De voorstellen betreffende de ambtsgebieden worden meegedeeld aan de
[inspecteur-generaal, bedoeld in artikel 61, 3°, van het decreet van 8 mei 2009
betreffende de kwaliteit van onderwijs], die ze ter goedkeuring voorlegt aan de
Vlaamse regering.
Art. 8.
§ 1. De leden van de inspectie en begeleiding van de levensbeschouwelijke vakken zijn,
ieder voor wat zijn vak betreft, in het gewoon en buitengewoon lager en secundair
onderwijs, [in de lerarenopleidingen georganiseerd door de hogescholen]¹ en in het
pedagogisch hoger onderwijs bevoegd voor :
1° de controle op de naleving van het lesrooster en de verklaringen betreffende de
keuze voor een godsdienst of de niet-confessionele zedenleer, bedoeld in [artikel 96
tot en met artikel 99 van de codificatie betreffende het secundair onderwijs]³ [of
bedoeld in het artikel 29 van het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997]¹;
2° de controle van de leermiddelen;
7
Erkende en Bevoegde Instanties & Vereniging levensbeschouwelijke vakken
3° de controle van de bewoonbaarheid, de didactische bruikbaarheid en de hygiëne
van de lokalen;
4° het uitbrengen van beleidsadviezen;
5° het controleren van de uitvoering van de leerplannen en de controle van het peil
der studiën;
6° de externe ondersteuning en de beoordeling van de beroepsbekwaamheid en de
pedagogische bekwaamheid van de betrokken leerkrachten en het stimuleren van
initiatieven ter verbetering van de beroepskwaliteit;
7° het ontwikkelen van initiatieven ter bevordering van de onderwijskwaliteit van het
betrokken vakgebied en het bewaken en het stimuleren van het aan de
levensbeschouwing aangepast opvoedingsproject binnen het vakgebied;
8° alle andere opdrachten die worden toegekend door of krachtens wetten en
decreten.
§ 2. De leden van de inspectie en de begeleiding van de levensbeschouwelijke vakken
sturen de beoordelingen van de leerkrachten naar de inrichtende macht en naar de
erkende instantie van de godsdienst of naar de erkende vereniging van de nietconfessionele gemeenschap.
§ 3. De leden van de inspectie en de begeleiding van de levensbeschouwelijke vakken
delen de resultaten van de in § 1, 1°, 2°, 3°, 4° en 8° vermelde opdrachten mee aan de
[inspecteur-generaal]².
De financiering van de instellingen van het Gemeenschapsonderwijs en de subsidiëring
van de gesubsidieerde officiële instellingen is afhankelijk van de controle vermeld in §
1, 1°, onverminderd de gevolgen van de controles van de voorwaarden vermeld in § 1,
2°, 3°, op de opname in de toelageregeling, vermeld in de wet van 29 mei 1959 tot
wijziging van sommige bepalingen van de onderwijswetgeving voor de gesubsidieerde
officiële instellingen [of vermeld in het decreet basisonderwijs van 25 februari 1997].
8
Erkende en Bevoegde Instanties & Vereniging levensbeschouwelijke vakken
Bijlage 4
A) Overzicht leerlingenaantallen per levensbeschouwing8
Rooms-katholieke godsdienst
Lager onderwijs – officiële onderwijsnetten
Lager onderwijs
BuLO
GO!
22.226
4160
Provinciaal
175
495
Gemeentelijk
53.961
61
Vl. Gemeenschapsc. 0
61
______________________________________________
Subtotaal
76.362
6831
=
83.193
Lager onderwijs – katholiek vrij onderwijs
Lager onderwijs
BuLO
Subtotaal
236.325
16.456
=
252.781
________________________________________________________________________
Totaal
335.974
Secundair onderwijs – officiële onderwijsnetten
Secundair onderwijs
BuSO
GO!
18.576
2480
Provinciaal
5835
154
Gemeentelijk
5993
620
Vl. Gemeenschapsc. 110
75
Intercomm.
0
162
______________________________________________
Subtotaal
30.514
3491
=
34.005
Secundair onderwijs – katholiek vrij onderwijs
Secundair onderwijs
BuSO
Subtotaal
312.912
12.186
=
325.098
________________________________________________________________________
Totaal
359.103
8
Bron: Statistisch jaarboek van het Vlaams onderwijs 2011-2012.
9
Erkende en Bevoegde Instanties & Vereniging levensbeschouwelijke vakken
Niet-Confessionele zedenleer
Subtotaal
Lager onderwijs
BuLO
40.294
2740
Secundair onderwijs
BuSO
Subtotaal
54.390
2662
________________________________________________________________________
Totaal
100.086
Islamitische godsdienst
Subtotaal
Lager onderwijs
BuLO
25.124
1997
Secundair onderwijs
BuSO
Subtotaal
17.294
1235
________________________________________________________________________
Totaal
46.650
Protestants-Evangelische godsdienst
Subtotaal
Lager onderwijs
BuLO
3059
310
Secundair onderwijs
BuSO
Subtotaal
1436
120
________________________________________________________________________
Totaal
4925
10
Erkende en Bevoegde Instanties & Vereniging levensbeschouwelijke vakken
Israëlitische godsdienst
Subtotaal
Lager onderwijs
BuLO
1261
24
Secundair onderwijs
BuSO
Subtotaal
775
6
________________________________________________________________________
Totaal
2066
Orthodoxe godsdienst
Subtotaal
Lager onderwijs
BuLO
520
27
Secundair onderwijs
BuSO
Subtotaal
540
16
________________________________________________________________________
Totaal
1103
11
Erkende en Bevoegde Instanties & Vereniging levensbeschouwelijke vakken
B) Aantal leraren per levensbeschouwing 2011-2012
1 – Basisonderwijs
1309*
4
223
47
430
42
715
Katholieke godsdienst
Anglicaanse godsdienst
Protestantse godsdienst
Orthodoxe godsdienst
Islamitische godsdienst
Israëlitische godsdienst
Niet-confessionele zedenleer
* In het katholiek vrij basisonderwijs geeft in elke klas de titularis zelf ook 2 à 3 uur RKG.
Deze titularissen (± 13.000) zijn in het statistisch overzicht niet opgenomen maar dienen
ook door de inspecteurs-adviseurs RKG geïnspecteerd en begeleid te worden.
2 – Secundair onderwijs
5071
4
182
48
305
35
757
Katholieke godsdienst
Anglicaanse godsdienst
Protestantse godsdienst
Orthodoxe godsdienst
Islamitische godsdienst
Israëlitische godsdienst
Niet-confessionele zedenleer
3 – Totaal
6380 + 13.000* (= ± 20.000)
8
405
95
735
77
1472
Katholieke godsdienst
Anglicaanse godsdienst
Protestantse godsdienst
Orthodoxe godsdienst
Islamitische godsdienst
Israëlitische godsdienst
Niet-confessionele zedenleer
12