Jaarverslag HAN 2013 - Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Download Report

Transcript Jaarverslag HAN 2013 - Hogeschool van Arnhem en Nijmegen

Jaarverslag HAN
2013
HAN Jaarverslag 2013 | Jaarverslag HAN
Inhoud
Woord vooraf, missie/visie, kerncijfers en resultaten
Missie en visie
Kerncijfers HAN 2013
Overzicht van resultaten en prestatieafspraken HAN 2013 6
10
11
11
Instellingsbeleid; doelstellingen en profiel
12
Koers en profiel van de HAN 13
Breedte en diepte
13
Speerpunten/centres of expertise 14
Valorisatie14
Duurzaamheid 15
Internationalisering 15
Onderwijs16
Visie op onderwijs(kwaliteit) 17
Onderwijsaanbod 17
Instroom en inschrijvingen
18
Voorlichting en werving
20
Studiekeuzebegeleiding/decentrale selectie/start- en
intakegesprekken/studiewissel­punten
21
Studiesucces 23
Studenttevredenheid 26
Contacttijd 29
Landelijke positionering onderwijskwaliteit 2013-2014 31
Kwaliteitszorg onderwijs
34
Compliance 40
Externe validering
40
Studentenzorg42
Internationalisering/mobiliteit48
2
HAN Jaarverslag 2013 | Jaarverslag HAN
Onderzoek53
Visie op praktijkgericht onderzoek
54
Kwaliteitszorg onderzoek
57
Kennisdisseminatie 58
Beroepspraktijk en regio 60
Aansluiting bij maatschappelijke en economische topsectoren
61
Ontwikkeling speerpunten/centres of expertise
62
Kennisvalorisatie66
Alumnibeleid70
Integraal relatiebeheer
70
Ondernemerschap71
Werkend lerenden 76
(Professional) masters
78
Kwaliteit is mensenwerk
80
Kwaliteitsbewust81
De organisatie van de HAN
82
Organogram van de HAN
83
De medewerkers van de HAN 84
Organisatieontwikkeling88
Operational excellence
97
ICT en informatievoorziening
98
Roostering100
Huisvesting101
3
HAN Jaarverslag 2013 | Jaarverslag HAN
Bestuur en management
103
Bestuur op basis van good governance
104
Bestuur en beheer van de HAN
105
Arbeidsvoorwaardenbeleid College van Bestuur 107
Horizontale en verticale verantwoording
111
Medezeggenschap113
Risicomanagement115
Notitie Helderheid 120
Publiek–privaat121
Toetsing regelgeving inschrijving en bekostiging
122
Verslag Raad van Toezicht 123
Samenstelling Raad van Toezicht 124
Vergoeding Raad van Toezicht 125
De commissies
126
Bijeenkomsten Raad van Toezicht in 2013 128
Overleg met de Medezeggenschapsraad
133
Dankwoord133
Financiën134
Financieel beleid
135
Doelstelling en begroting
135
Financiële prestaties
135
Financiële positie
139
Vermogenspositie142
Toekomstige ontwikkelingen
143
4
HAN Jaarverslag 2013 | Jaarverslag HAN
Bijlagen148
A. Prestatieafspraken: Overzicht resultaten/
prestatie-indicatoren
A1. Definities en bronnen bij indicatoren prestatieafspraken
BOpleidingenaanbod
Overzicht HAN-bacheloropleidingen (B) en associate
degree-opleidingen (Ad) 2013
Masteropleidingen
C. Instroom en inschrijvingen per instituut
D. Overzicht van lectoraten en lectoren (per 31-12-2013)
Educatie Gezondheid, Gedrag en Maatschappij Techniek
Economie en Management
E. Samenstelling College van Bestuur, Management en
Raad van Toezicht
F.Mobiliteit HAN Study Abroad 2013
5
149
151
156
157
159
160
164
165
166
168
169
170
179
HAN Jaarverslag 2013
Woord vooraf,
missie/visie,
kerncijfers en
resultaten
6
HAN Jaarverslag 2013 | Woord vooraf, missie/visie, kerncijfers en resultaten
De HAN heeft een bijzonder en goed jaar achter de rug, waarop wij
met trots en genoegen terugkijken. Met ruim 3.000 collega’s hebben
we ook in het verslagjaar weer hard gewerkt aan onze ambities, zoals
neergelegd in het instellingsplan. Het is en blijft een voorrecht om aan
maar liefst ruim 31.000 (overwegend jonge) mensen hoger beroepsonderwijs, cursussen en masters aan te bieden, praktijkgericht onderzoek
te doen en om dit als ondersteuner allemaal mogelijk te maken. Met
elkaar dragen we zodoende bij aan de ontwikkeling van mensen en maken we werkgevers en opdrachtgevers blij met de kwaliteit van wat wij
doen. Het werk van de HAN-mensen is op meerderlei wijze bekroond
in 2013: diverse studenten hebben prijzen in de wacht gesleept, enkele
collega’s zijn gepromoveerd, we hadden enkele mooie accreditaties, diverse opleidingen scoorden hoog of significant hoger dan voorheen in
de tevredenheidsonderzoeken, en er zou nog veel meer kunnen worden
genoemd. U kunt daarover van alles lezen in dit jaarverslag.
Groei instroom
De voortekenen aan het einde van het studiejaar 2012-2013 werden bewaarheid: we konden aan het begin van het nieuwe studiejaar een flink
groter aantal eerstejaarsstudenten verwelkomen. Het is aannemelijk dat
we deze grotere groei van de instroom, die gold voor de gehele sector
hoger onderwijs, kunnen toeschrijven aan de voorgenomen invoering
van een sociaal leenstelsel. Aspirant-studenten zouden hierdoor ervan
afzien om eerst een jaar ‘iets anders’ te gaan doen.
Al met al betekent het dat we in het studiejaar 2013-2014 aan ruim
31.000 studenten onderwijs bieden.
Die stevige groei van de instroom komt bij de HAN geheel op het conto
van het voltijdse bacheloronderwijs. Hier staat tegenover dat de dalende trend bij de deeltijd- en duale opleidingen zich heeft doorgezet. We
zijn begonnen met het aanbod van die opleidingen selectiever, meer
vraaggericht en meer concurrerend te maken. Dat doen we ook om te
anticiperen op een mogelijke verandering in de bekostiging (vanaf 2017)
van deze opleidingen. Inmiddels (begin 2014) is duidelijk geworden dat
deze verandering waarschijnlijk grote gevolgen kan hebben voor ons en
de andere hogescholen.
7
HAN Jaarverslag 2013 | Woord vooraf, missie/visie, kerncijfers en resultaten
Meetbaar én merkbaar
Wat onveranderd blijft, is onze maatschappelijke opdracht om onderwijs en praktijkgericht onderzoek van hoog niveau te leveren. Datzelfde
geldt voor onze ambitie om een toonaangevende en jaloersmakende
university of applied sciences te zijn. Op die opdracht en ambitie willen
we ook worden afgerekend. Daartoe moeten we meetbare kwaliteit leveren en willen we onze prestatieafspraken met de overheid nakomen.
Maar kwaliteit is meer dan alleen een meetbare grootheid. Zij moet ook
merkbaar zijn, dat wil zeggen dat er binnen de opleidingen en kenniscentra een breed gedragen kwaliteitsbesef heerst. Dat bezielde docenten, onderzoekers, ondersteuners en gemotiveerde studenten het beste
in zichzelf en de ander naar boven halen in een professionele leer- en
werkgemeenschap. Een gemeenschap waarin ook een goede en open
atmosfeer heerst.
In het verslagjaar zijn we op een voor alle betrokkenen pijnlijke manier
geconfronteerd met hoe het niet moet. Wegens grensoverschrijdend
gedrag hebben we drie docenten van de Arnhem Business School op
staande voet moeten ontslaan.
Cultuur wint altijd
Om in dialoog met studenten en medewerkers verder tot de gewenste kwaliteitscultuur bij onze hogeschool te komen, hebben we bij de
opening van het studiejaar 2013-2014 de aftrap verricht van het ontwikkeltraject ‘Cultuur wint altijd!’ Het moment om deze convocatie te
doen, kwam goed uit: de Nederlands-Vlaamse Accreditatieorganisatie
(NVAO) had ons eind augustus de officiële Instellingstoets Kwaliteitszorg (ITK) verleend. Haar oordeel over ons kwaliteitszorgsysteem luidde: ‘zeer positief’. Overigens betekent dit niet dat alle opleidingen de
vereiste hoge kwaliteit hebben. Uit eigen audits en de visitaties van de
NVAO blijkt dat er vooral op het onderdeel toetsing en vereist eindniveau bij een aantal opleidingen nog vooruitgang valt te boeken. Desalniettemin konden we het ITK-oordeel en de bevindingen waarop dit is
gebaseerd, beschouwen als een uitstekend vertrekpunt om nu de cultuurdimensie meer aandacht te geven.
8
HAN Jaarverslag 2013 | Woord vooraf, missie/visie, kerncijfers en resultaten
Wij hebben na die aftrap nadrukkelijk de bal toegespeeld aan de medewerkers. Aan hen is gevraagd om in dialoog met elkaar te gaan aan
de hand van de vragen: ‘Wat vind je nu echt belangrijk en wat betekent
deze ambitie?’, ‘Wat zie je dan voor je?’, ‘Wat heb je nodig om deze inhoudelijke ambitie tot ontplooiing te brengen en wat belemmert je?’ en
‘Wat ga je concreet doen?’ Wat dit allemaal oplevert, gaan we rondom
de opening van het nieuwe studiejaar etaleren tijdens de HAN Parade
2014.
Uiteraard is ons streven naar een breder gedragen kwaliteitsbesef uiteindelijk geen doel op zich. Dat doel is de maatschappelijke opdracht
die wij als moderne hogeschool moeten en willen vervullen. De kwaliteitscultuur die we nastreven, heeft ook niet zozeer van doen met een
breed geconstateerd gebrek aan kwaliteit. De kwaliteit die er wel degelijk
is uit zich onder meer in de vele prestaties die zijn geleverd en waarvan
een deel is terug te zien in dit jaarverslag. Voor die prestaties zijn HANmedewerkers en -studenten verantwoordelijk. We willen hen hiervoor
zeer bedanken.
College van Bestuur,
Kees Boele en Frank Stöteler
9
HAN Jaarverslag 2013 | Woord vooraf, missie/visie, kerncijfers en resultaten
Missie en visie
uit ‘Kennis in interactie’ (HAN Instellingsplan 2012-2016)
Onze maatschappelijke opdracht is helder: studenten op een hoog niveau opleiden
en beantwoorden aan de vraag naar hooggeschoolde, innovatieve en ondernemende
mensen. Het is daarbij onze overtuiging dat dit doel het beste gediend is met wat
wij ‘onderwijsleergemeenschappen’ noemen. We willen ons onderwijs meer en
meer organiseren in voor de studenten herkenbare entiteiten en in gebouwen en
een omgeving die de identiteit uitstralen van het beroep waarvoor we opleiden.
Dat gaat het best met docenten en medewerkers die de ruimte voelen eigenaar van
het onderwijs te zijn en die mee vormgeven aan de eigen identiteit.
Onze onderwijsprogramma’s zijn zo ingericht, dat als onze studenten ‘afzwaaien’,
ze met kennis en kunde toegerust zijn om zichzelf als onderzoekende, ondernemende beroepsbeoefenaren een mooie toekomst te bezorgen én innovatieve bijdragen te leveren aan de economische en maatschappelijke ontwikkeling van de
samenleving. Daarbij zoeken we de goede wisselwerking met de student en nodigen we onze medewerkers uit het beste uit zichzelf te halen. We bieden onderwijs
dat studenten een optimale kans geeft op een goede toekomst, doordat we daar
met werkgevers goed over gesproken hebben. We vragen van studenten inzet, eigen
verantwoordelijkheid en de wil om ook het beste uit zichzelf te halen.
Ons onderzoek is praktijkgericht, innovatief en draagt bij aan de kwaliteitsverbetering van ons onderwijs; onderzoek innoveert en verbetert de beroepspraktijk, wat
‘materiaal’ levert voor verbetering van het onderwijs aan de toekomstige beroepsbeoefenaren. Boven op een brede basis van goed bacheloronderwijs ontwikkelen
we selectief concentraties van onderzoek, minoren en masteropleidingen. We gaan
daarbij uit van onze eigen kracht én waar de samenleving behoefte aan heeft.
10
HAN Jaarverslag 2013 | Woord vooraf, missie/visie, kerncijfers en resultaten
Kerncijfers HAN 2013
31.332
Aantal bachelorstudenten
– waarvan voltijd
26.525
– waarvan deeltijd
4.378
– waarvan duaal
429
7,28
Studenttevredenheid
Aantal medewerkers
3.180
Aantal fte
2.471
Medewerkertevredenheid
7,6
Aantal bacheloropleidingen
62
Aantal masteropleidingen
19
Aantal associate degree-programma’s
7
Aantal lectoraten
38
Totale baten
€ 273,1 mln
– waarvan uit marktactiviteiten
€ 14,4 mln
Overzicht van resultaten en
prestatieafspraken HAN 2013
Onze doelstellingen uit het instellingsplan voor de jaren 2012-2016 vinden ook hun neerslag in de prestatieafspraken met de overheid en vormen de leidraad voor dit jaarverslag. Hoe dat er samengevat, cijfermatig en overzichtelijk uitziet, hebben we opgenomen in bijlage A.
11
HAN Jaarverslag 2013
Instellingsbeleid;
doelstellingen en
profiel
12
HAN Jaarverslag 2013 | Instellingsbeleid; doelstellingen en profiel
Koers en profiel van de HAN
Volgens het instellingsplan voor 2012-2016, Kennis in interactie, gaan
we uit van een geprofileerde instelling met een doelbewuste keuze voor een Nijmeegs profiel en een Arnhems profiel. In Nijmegen
ligt de nadruk op gedrag & maatschappij, gezondheid, sport en opleiden; in Arnhem ligt het accent op techniek. Beide campussen bieden breed economisch onderwijs en een lerarenopleiding primair
onderwijs. Ze hebben ook beide een internationaal profiel. Deze
profilering laten we intact, waarbij we op de Arnhemse campus de
Engelstalige programma’s voor ‘degree seeking’ studenten uit het
buitenland verder uitbouwen tot een uniek profielkenmerk. Hier is in
de afgelopen jaren een kwalitatief stevige basis gelegd van een economisch opleidingenaanbod (Arnhem Business School) en van een
internationaal aanbod bij techniek (in het bijzonder Automotive).
De HAN wil haar (stevige) positie in de markt van leren voor werkenden verder versterken en ontwikkelt een selectiever, hoogwaardig aanbod van haar deeltijd- en duale onderwijs. Onderwijs dat voldoet aan de
criteria maatschappelijke (toegevoegde) waarde, voldoende schaal en
bovengemiddelde kwaliteit.
De HAN wil zich verder ontwikkelen tot een university of applied
scienc­es (UAS). Dat houdt in dat we prioriteit geven aan de (selectieve)
ontwikkeling van professional masters en aan de ontwikkeling van ons
praktijkgerichte onderzoek in verbinding met het onderwijs.
Breedte en diepte
Als brede, regionale hogeschool staan wij open voor studenten die verschillen in vooropleiding, studieloopbaan en achtergrond. Sommigen
komen van mbo of havo, anderen hebben al enige tijd een baan. Er zijn
voltijdstudenten, anderen studeren in deeltijd, in combinatie met werk
en/of gezin. De HAN wil een brede multisectorale hogeschool blijven,
met een dekkend aanbod in die sectoren waarin zij voor de regio actief
is. Deze keuze voor een breed assortiment met een gegarandeerde ba-
13
HAN Jaarverslag 2013 | Instellingsbeleid; doelstellingen en profiel
siskwaliteit noemen wij onze breedtestrategie. Daarnaast hebben we een
dieptestrategie. We geven daar op verschillende manieren gestalte aan.
Behalve door de ontwikkeling van speerpunten doen we dat bij het onderwijs in de vorm van zogenoemde honours- en excellentieprogramma’s voor studenten die meer willen en kunnen.
Speerpunten/centres of expertise
Boven op het palet van bacheloropleidingen en de verbinding van onderzoek met ons onderwijs hebben we speerpunten ontwikkeld. Deze
hebben we omschreven als synergetische concentraties van hoogwaardig
onderzoek, uitstekende masteropleidingen en minoren. Met deze speerpunten – die we centres of expertise noemen – wil de HAN van betekenis zijn voor de omgeving en de sociaaleconomische ontwikkeling
van de regio. Om dit te bevorderen kennen de centres of expertise een
publiek-private of een publiek-publieke samenwerking. We willen met
deze centres ook een bijdrage leveren aan de Human Capital Agenda
die is opgesteld voor de (regionale) economische topsectoren die onderscheidend zijn en perspectief bieden voor de regio. Logisch dus dat
de HAN haar speerpunten/centres of expertise ook richt naar die sectoren en daarmee vanuit een verbinding met de eigen sterktes haar eigen
profiel ontwikkelt.
Valorisatie
Voor een instelling die diep geworteld is in de beroepspraktijk is de
maatschappelijke en economische benutting van kennis (valorisatie)
een vanzelfsprekende kernopdracht. Daarbij gaat het bij modern beroepsonderwijs om valorisatie naar twee kanten: enerzijds de valorisatie van ontwikkelde kennis naar de beroepspraktijk, anderzijds de valorisatie van deze kennis uit de beroepspraktijk naar het onderwijs.
14
HAN Jaarverslag 2013 | Instellingsbeleid; doelstellingen en profiel
Duurzaamheid
De HAN is al 15 jaar één van de voorlopers waar het gaat om het verduurzamen van de eigen bedrijfsvoering en het integreren van duurzaamheid in onderwijsprogramma’s. De huidige economische crisis, in
combinatie met het vraagstuk van duurzaamheid, vraagt om vernieuwing: maatschappelijke organisaties moeten hun verantwoordelijkheid
nemen én leiderschap tonen. Wij nemen deze handschoen graag op.
Daarom houden we duurzaamheid hoog in het vaandel. Dat doen we
zowel bij onze eigen bedrijfsprocessen als bij de activiteiten op het gebied van onderwijs en onderzoek. Een aansprekend voorbeeld hiervan
is het speerpunt annex centre of expertise Duurzame Elektrische Energie, ofwel het Sustainable Electrical Energy Centre of Expertise (SEECE).
Internationalisering
De HAN streeft naar een internationaal profiel: alle opleidingen zorgen
voor internationalisering van het curriculum. Ze doen dat in de vorm en
mate die passen bij het beroep waartoe ze opleiden. Hiermee sluiten we
ook aan bij de duidelijke trend van de laatste jaren om internationaliseringsbeleid voorbij de traditionele mobiliteit op te vatten en dieper te
verankeren in de opleidingen zelf, in het onderwijs, in het onderzoek, in
de communicatie, de profilering op instellingsniveau en niet ten laatste
ook in het speerpuntenbeleid.
15
HAN Jaarverslag 2013
Onderwijs
16
HAN Jaarverslag 2013 | Onderwijs
Visie op onderwijs(kwaliteit)
De interactie tussen studenten, docenten en beroepspraktijk is bepalend voor alles wat we doen. De intensiteit én kwaliteit van die interactie
is de kern. Met een goed gevoel voor wat de beroepspraktijk vereist,
goed kijkend naar wat studenten willen en daar ook actief het gesprek
mee zoekend, verwachten we dat onze docenten daarin het voortouw
nemen. Couleur locale als uitdrukking van de noodzaak te differentiëren, omdat de ene beroepspraktijk de andere niet is, de ene student de
andere niet is, is het adagium. Zodoende zijn we in staat opleidingen
gestalte te geven waar onze professionals zich mee verbonden voelen.
Leidinggevenden moeten dat proces organiseren en (externe) kwaliteitskaders borgen. Onze medewerkers moeten dat proces dragen en
zich eigenaar voelen van de inhoudelijke keuzes die daarbij gemaakt
worden.
Wij willen jonge aspirant-professionals onderwijs geven dat hen zodanig vormt en opleidt, dat zij vanuit zelfstandigheid hun beroep gaan uitoefenen. Om die reden rekenen we het tot onze opdracht jonge mensen
die zelfstandigheid bij te brengen en bevorderen we het zelf verantwoordelijkheid nemen voor zowel de studie als later de uitoefening van hun
beroep. De opbouw van onderwijsprogramma’s is daarop afgestemd.
Studenten krijgen in de beginfase van hun studie meer structuur en
naar het einde toe steeds meer eigen verantwoordelijkheid.
Onderwijsaanbod
We hebben een breed aanbod van opleidingen, verdeeld over twee campussen die elk een eigen profiel hebben. De ruim 30.000 studenten
(grofweg tegen de 10.000 in Arnhem en ruim 20.000 in Nijmegen) zijn
verdeeld over 62 bacheloropleidingen, 19 masteropleidingen en zeven
associate degree-programma’s. (Voor een totaaloverzicht van opleidingen zie bijlage B.) Gezien de diversiteit van de studentenpopulatie biedt
de HAN veel opleidingen in verschillende varianten aan (voltijd, deeltijd, duaal, cursorisch). Veel studenten zijn onder de 20 jaar en komen
rechtstreeks van het havo, het mbo en in mindere mate het vwo; anderen zijn ‘werkend lerenden’ en vaak ouder.
17
HAN Jaarverslag 2013 | Onderwijs
Instroom en inschrijvingen
Met ingang van studiejaar 2013 studeren aan de HAN 31.332 studenten in het bacheloronderwijs. Dit aantal ligt 5,1% hoger dan vorig jaar.
De bachelorinstroom steeg dit jaar met 8,3% ten opzichte van 2012 en
komt daarmee op 10.357 studenten.
Inschrijvingen bacheloronderwijs per studiejaar
Inschrijvingen
2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013
25.046
25.780
26.588
28.363
29.522
29.920
29.817
31.332
+2,9%
+3,1%
+6,7%
+4,1%
+1,3%
-0,3%
+5,1%
Groei
Instroom bacheloronderwijs per studiejaar
Instroom
Groei
2006
2007
2008
2009
2010
2011
2012
2013
8.874
8.897
9.441
10.086
10.010
9.663
9.566
10.357
+0,3%
+6,1%
+6,8%
-0,8%
-3,5%
-1,0%
+8,3%
engetallen bacheloronderwijs op basis van interne definities.
K
Deze kunnen afwijken van landelijke publicaties.
De instroom aan de HAN groeide bij de Faculteit Techniek (FT) met
19,8%, bij de Faculteit Economie en Management (FEM) met 8,8%, bij
de Faculteit Gezondheid, Gedrag en Maatschappij (FGGM) met 4,4%
en bij de Faculteit Educatie (FE) met 3,2%.
18
HAN Jaarverslag 2013 | Onderwijs
Instroom bacheloronderwijs HAN totaal en
per faculteit 2009-2013
2009
2010
2011
2012
2013
2013
t.o.v.
2012
10.086
10.010
9.663
9.566
10.357
+8,3%
FE
1.396
1.409
1.361
1.208
1.247
+3,2%
FEM
3.017
2.943
2.828
2.888
3.141
+8,8%
FGGM
3.917
3.934
3.842
3.777
3.942
+4,4%
FT
1.756
1.724
1.632
1.693
2.028
+19,8%
HAN
De groei in het bacheloronderwijs beperkt zich tot de voltijdse opleidingen. Het aantal aanmeldingen ligt daar 13,4% hoger dan vorig jaar. Bij
de deeltijdse opleidingen daalde het aantal aanmeldingen met 14,4%
en bij de duale opleidingen met 48,0%. Dit is vooral het gevolg van het
afbouwen van een aantal deeltijd- en duale opleidingen met ingang van
studiejaar 2013-2014. (Zie ook verderop onder Werkend lerenden.)
Bij het interfacultair instituut HAN Masterprogamma’s daalde de instroom met 1,7%. Hier – dat is bij de bekostigde masteropleidingen –
staan in totaal 560 studenten ingeschreven. (Inclusief de niet-bekostigde masteropleidingen zijn er ongeveer 900 masterstudenten.)
Instroomdoelstelling
In het instellingsplan koerst de HAN op behoud van haar marktaandeel.
Daarnaast is er een groeidoelstelling op maatschappelijk relevante opleidingen die qua schaal kwetsbaar zijn en op opleidingen die landelijk
uniek zijn.
De HAN profiteerde bovengemiddeld van de landelijk toegenomen instroom in het hoger beroepsonderwijs. Het marktaandeel van de bacheloropleidingen van de HAN groeide met 0,2 procentpunt tot 10,8%.
Vooral bij de technische opleidingen kozen meer studenten voor een
studie bij de HAN.
(Zie ook bijlage C: Instroom en inschrijvingen per instituut.)
19
HAN Jaarverslag 2013 | Onderwijs
Vooral sterke groei bij de Faculteit Techniek
Met een marktaandeel van 12,2% is de Faculteit Techniek in 2013 het
grootste technische hbo-opleidingsinstituut geworden in ons land. De
faculteit heeft in 2013 sterk ingezet op intensieve kennismaking van havisten uit de regio met techniek in brede zin, volgens een instroomplan
tot het organiseren van dagen voor 3, 4 en 5 havo in onderlinge samenhang. Hierin is nauw samengewerkt met scholen uit de regio en zijn
HAN-studenten als begeleider en rolmodel ingezet. Tegelijkertijd loopt
een landelijke campagne om jongeren te stimuleren een studie in de
techniek te kiezen. De precieze samenhang tussen instroomgroei en de
verhoogde voorlichtingsinspanningen is (nog) niet onderzocht, maar
de toename van bijna 20% en de winst in marktaandeel zijn significant.
Dat gerichte aansluitactiviteiten hierbij een rol hebben gespeeld, is aannemelijk wanneer we naar de directe instroom vanuit een ‘voorschool’
kijken: deze is met 25,6% toegenomen.
Uitschieter bij de Faculteit Economie en Management
Bij de Faculteit Economie en Management is de instroomgroei eveneens substantieel (8,8%). Zeer sterk groeiende opleidingen waren International Business and Languages (+69% = 69 studenten) en Accountancy (+34,1% = 61 studenten). De grootste uitschieter was echter Food
& Business: de instroom van deze studie nam een sprong van 56 naar
126 studenten. HBO-Rechten (-8,6%), Human Resource Management
(-10,6%) en Communicatie (-8,5%) kenden beduidend minder aanwas.
Voorlichting en werving
Volgens onze prestatieafspraken in het instellingsplan willen we een
eenduidig signaal afgeven: de focus moet bij ons onderwijs de komende
jaren op kwaliteit en niveau liggen. Daarnaast willen we de juiste student
op de juiste plek. Onze voorlichting is daartoe eerlijk en transparant.
We hebben als doel gesteld om aspirant-studenten meer feitelijke en
vergelijkbare informatie te verschaffen over de inhoud en de inrichting
van opleidingen. Dat hebben we voor een belangrijk deel gerealiseerd
20
HAN Jaarverslag 2013 | Onderwijs
met ‘studie in cijfers’, als onderdeel van het voorlichtingsmateriaal over
opleidingen. Dit is gebeurd in samenwerking met de studentenbonden.
In 2013 is veel geïnvesteerd in communicatie, het organiseren van events
en studiestartgesprekken. Met vertegenwoordigers van het mbo is een
miniconferentie op strategisch niveau gehouden waarin wederzijds
afspraken zijn gemaakt over onder meer de intensivering van studiestartgesprekken en de versterkte nadruk op studieloopbaanbegeleiding.
Het aantal bezoekers van open dagen is in 2013 fors gestegen; vooral
de open dagen in november kenden een grote toename (47%). Ook het
aantal bezoekers van websitepagina’s groeide fors. We zien hier een samenhang met landelijke wetgeving, die bedoeld is studiekiezers te motiveren om vóór 1 mei hun studiekeuze af te ronden.
Studiekeuzebegeleiding/decentrale selectie/
start- en intakegesprekken/studiewissel­
punten
Zoals elk jaar koppelt de HAN het studiesucces van eerstejaarsstudenten terug aan voorscholen en worden activiteiten op het gebied van stu­
diekeuzebegeleiding afgestemd, zodat de aansluiting verbetert en uitval
afneemt. Een bestuurlijk convenant met Quadraam-scholen leidde tot
extra intensieve samenwerking op het gebied van studiekeuzebegeleiding en aansluiting. De aanpak hiervan (met inzet van veel oud-scholieren) is onderzoeksmatig onderbouwd en wordt in 2013 voortgezet met
ook andere vo-scholen.
In het instellingsplan staat een prestatieafspraak over intakegesprekken.
Daar is hard aan gewerkt. Bij de Faculteit Gezondheid, Gedrag en Maatschappij kenden nog slechts twee opleidingen in 2013 geen intakes, bij
de Faculteit Economie en Management waren dat er nog slechts vier.
De opleidingen van de Faculteit Techniek en de Faculteit Educatie lopen
hier nog bij achter. Gestimuleerd door de wet Kwaliteit in Verscheidenheid zijn echter alle opleidingen van de HAN in 2013, dus ook die opleidingen die nog geen intakegesprekken kennen, versneld begonnen een
21
HAN Jaarverslag 2013 | Onderwijs
intakeprocedure (studiekeuzecheck) te ontwerpen en vanaf voorjaar
2014 uit te voeren. Parallel hieraan hebben alle opleidingen eind 2013
factoren geformuleerd voor studiesucces, die via de website zijn gepubliceerd. Hiermee hoopt de HAN potentiële studenten goede informatie te bieden over hun kans op succesvolle matching.
Prestatieafspraak: studiewisselpunten
Voor zittende studenten die willen of moeten switchen, zijn de faciliteiten van de studiewisselpunten in 2013 uitgebouwd.
Ten aanzien van de prestatieafspraak over decentrale selectie: in 2013 is
decentrale selectie gerealiseerd van de opleidingen Mondzorgkunde en
Fysiotherapie. Decentrale selectie bij de opleidingen Medische Hulpverlening (2014), Verpleegkunde (2014), Voeding en Diëtetiek (2014) en
Toegepaste Psychologie (2015) is in voorbereiding.
Prestatieafspraak: Excellentieprogramma’s voor studenten die meer
willen en kunnen
De HAN wil speciale trajecten ontwikkelen voor studenten die meer willen en kunnen. Dat staat in ons instellingsplan voor 2012-2016 en in de
prestatieafspraken. Hiertoe hebben we een beleidsplan gemaakt dat tot
stand is gekomen door input vanuit netwerkbijeenkomsten met betrokkenen bij ontwikkelde of te ontwikkelen excellentietrajecten. Behalve in
deze interne sessies, is gesproken met collega’s van andere hogescholen die betrokken zijn geweest bij het Siriusproject 2008-2012.
We hebben een visie op excellentie ontwikkeld (‘Wie is die excellente
HAN-student die als excellente professional wil afstuderen?’) en aangegeven waarin excellente trajecten verschillen van het reguliere onderwijs. We onderscheiden een aantal varianten van excellentietrajecten:
intra- en extracurriculaire excellentieprogramma’s en speciale opleidingstrajecten voor excellente studenten. Er zijn een adviescommissie
excellentietrajecten en een coördinator excellentietrajecten aangesteld.
De commissie gaat onder meer de (door)ontwikkeling van de excellentietrajecten monitoren en daarbij een systematiek hanteren die gericht
is op het ondersteunen van faculteit/instituut/opleiding bij de (door)
ontwikkeling van excellentietrajecten. Daarnaast wordt er een vinger
22
HAN Jaarverslag 2013 | Onderwijs
aan de pols gehouden wat betreft de voortgang op de prestatieafspraken. Daarbij zal de commissie ook aandacht vragen voor aspecten als
bekostiging, inbedding in de Onderwijs- en examenregeling (OER) en
kwaliteitsbewaking.
Studiesucces Herinschrijvers na 1 jaar en diplomarendement
na 5 jaar (bachelor, eerste keer ingestroomd)
W-2013
B-2013
IP/PA
Minimum
waarde
2016
Herinschrijvers
na 1 jaar
Cohort
2010
Cohort
2011
Cohort
2012
Cohort
2013
Cohort
2014
Voltijd
69,2%
70,9%
70,9%
71,1%
70,2%
Deeltijd
71,6%
71,1%
74,8%
72,1%
73,5%
Duaal
67,6%
65,9%
70,8%
67,6%
70,9%
Dip lomarendement
na 5 jaar
Cohort
2006
Cohort
2007
Cohort
2008
Cohort
2009
Cohort
2010
Voltijd
65,9%
66,4%
63,2%
65,7%
71,7%
Deeltijd
61,8%
64,1%
63,7%
61,5%
67,0%
Duaal
69,9%
75,7%
64,4%
72,0%
75,3%
Bron: Studentzaken
Het percentage herinschrijvers na één jaar in de voltijd blijft, zoals verwacht, redelijk stabiel. Ons beleid is erop gericht om de juiste student
zo vroeg mogelijk op de juiste plaats te krijgen, door het versterken van
de voorlichting, aansluiting, studieloopbaanbegeleiding, matching en
selectie in het eerste jaar. De versterking van de oriënterende, selecterende en verwijzende functie van de propedeuse heeft twee tegengestelde effecten: de vermijdbare uitval en studieswitch nemen af, de gewenste uitval en studieswitch nemen toe. Het netto-effect van dit beleid
is dat de uitval van studenten uit de instelling de afgelopen jaren een
licht dalende trend laat zien.
23
HAN Jaarverslag 2013 | Onderwijs
In het deeltijd- en duale onderwijs is het percentage herinschrijvers na
één jaar toegenomen. Hierbij speelt waarschijnlijk een rol dat voor veel
mensen de financiële drempel om te starten met een deeltijdse of duale opleiding te hoog geworden is. De groep studenten die nu met een
studie start, is relatief sterker gemotiveerd en beter toegerust (finan­
cieel, (leer)werkplek, thuissituatie) voor het succesvol doorlopen van de
opleiding.
Het diplomarendement daalt. Deze beweging wordt vooral veroorzaakt
door een toename van het aantal langstudeerders. De afschaffing van
de langstudeerdersboete, die studenten motiveert binnen de gestelde
termijn af te studeren, heeft hierbij vermoedelijk een rol gespeeld. Dit
‘langstudeerderseffect’ wordt waarschijnlijk versterkt door de aanscherping van het niveau en de toetsing in de afstudeerfase, waardoor een
aantal studenten minder snel het diploma haalt. Het is ook niet onwaarschijnlijk dat een deel van deze langstudeerders alsnog de eindstreep
niet gaat halen, waardoor het diplomarendement verder onder druk
komt te staan. Hier staat tegenover dat de begeleiding van studenten
in de afstudeerfase verder wordt geïntensiveerd en instellingsbreed een
verbetertraject is opgezet om vooral bij opleidingen met lage rendementen gericht te kunnen interveniëren.
Prestatieafspraken (OCW1,2,3/HBO1,2,3)
Met het ministerie van OCW hebben we aparte prestatieafspraken gemaakt voor het studiesucces (zie ook bijlage A1) op basis van de door
OCW verplichte studiesuccesindicatoren. (Voor een overzicht van de
realisatie van alle prestatieafspraken zie bijlage A.)
24
HAN Jaarverslag 2013 | Onderwijs
Prestatie-indicatoren OCW voor het studiesucces
(voltijdbachelor, eerste keer ingestroomd in ho)
2011
2012
Prestatieafspraken 2015
Cohort
2010
Cohort
2011
Cohort
2014
Uitval
30,2%
29,7%
≤ 30%
Switch
11,3%
11,5%
< 13%
Cohort
2006
Cohort
2007
Cohort
2010
66,3%
68,2%
≥ 66%
Diplomarendement
Bron: 1 cijfer HO, DUO, PRES25KB_V3.PDF
De OCW-indicatoren wijken af van onze interne prestatie-indicatoren
en zijn dus niet goed vergelijkbaar. De ontwikkeling van deze scores
verloopt echter wel synchroon. De OCW-indicatoren hebben louter betrekking op de voltijdbacheloropleidingen. De normen voor onze eigen
indicatoren liggen ook relatief wat hoger dan voor de OCW-indicatoren.
Op het moment van schrijven hadden we nog niet de beschikking over
de cijfers van het ministerie. Gezien de eerder beschreven ontwikkeling
van het diplomarendement is de verwachting dat ook hier het resultaat
van het cohort 2008 lager uitvalt dan dat van 2007. De verwachting is
dat de terugval zich ook op landelijk niveau zal manifesteren. Het voorspellen van de toekomstige ontwikkeling en de prestatie van het cohort
2010 (waar de prestatieafspraak voor geldt) is, gezien de afzonderlijke
effecten van de verschillende maatregelen, echter niet zo eenduidig.
Landelijke positionering studiesucces
(voltijdbachelor, eerste keer ingestroomd in ho)
Indicator/Cohort
HAN
Hbo
Verschil
Uitval na 1 jaar (2011)
16%
16%
0%
Uitval na 3 jaar (2009)
20%
21%
0%*
Studiesucces na 5 jaar (2007)
53%
53%
0%
Langstudeerders na 5 jaar (2007)
18%
20%
-1%*
Studiesucces na 8 jaar (2004)
74%
72%
2%
Bron: Vereniging Hogescholen
*) afronding
25
HAN Jaarverslag 2013 | Onderwijs
Op basis van de tot nog toe bekende gegevens over het studiesucces
van de Vereniging Hogescholen constateren we dat de HAN gemiddeld
scoort, de landelijke trend volgt en zich daarbij positief onderscheidt:
een kleinere stijging van de uitval vroeg in de opleiding en een grotere
toename van studiesucces na vijf jaar.
Studenttevredenheid
Het afgelopen jaar is de tevredenheid wederom toegenomen. De stijging is niet zo groot als in 2012, maar we zijn nog steeds goed op weg
naar de streefnorm voor 2016 (7,3).
Ontwikkeling studenttevredenheid 2010-2013
Kengetal HAN Studenttevredenheid
2010
2011
2012
2013 Mutatie Boven/onder
2012/13 benchmark
Studie in het algemeen (nieuw)
7,16
7,17
7,24
7,28
Gemiddelde tevredenheid over de thema’s (oude kengetal)
81%
82%
84%
85%
Samenvatting resultaten modulen
Inhoud en opzet van het onderwijs
85%
85%
87%
88%
Verworven algemene vaardigheden
93%
93%
93%
93%
Praktijkgericht onderzoek
76%
88%
89%
88%
Voorbereiding op de beroepsloopbaan
88%
86%
87%
88%
Docenten aan de opleiding
87%
87%
89%
89%
Studiebegeleiding
86%
87%
88%
85%
Toetsing en beoordeling
80%
79%
82%
86%
Informatie vanuit de opleiding
74%
74%
74%
75%
Studieroosters
74%
75%
77%
76%
Studielast
79%
79%
79%
82%
nb
nb
nb
92%
Stages
83%
80%
83%
83%
Studiefaciliteiten
79%
78%
83%
81%
Kwaliteitszorg
75%
75%
78%
78%
Overige faciliteiten en studieomgeving
79%
78%
81%
83%
Groepsgrootte
Bron: NSE 2013, Studiekeuze123. Benchmark betreft het landelijk HAN-portfolio, niet het hele hbo.
26
nb
HAN Jaarverslag 2013 | Onderwijs
De toegenomen tevredenheid is voornamelijk terug te voeren op de
toetsing en de studielast. Dit mag gerust een prestatie van formaat genoemd worden, gezien de onderwijskundige complexiteit van deze thematieken. Ook de tevredenheid over de groepsgrootte is een opsteker.
We blijken in ons onderwijs voldoende oog te hebben voor de menselijke maat. In de landelijke benchmark op ons portfolio presteren we
bovengemiddeld. Met uitzondering van de toetsing scoren we (significant) op of boven de benchmark.
Kijken we kritisch naar de ontwikkelingen op alle aspecten, dan moeten
we ook concluderen dat het totaalbeeld niet zo consistent is. Op een
aantal aspecten lijkt de tevredenheid onder druk te staan. Vooral de terugval op de studiebegeleiding, de roosters en de studiefaciliteiten is
opvallend. Ook blijft de tevredenheid over de aspecten van de interne
organisatie (informatie, kwaliteitszorg) nog steeds achter.
Prestatieafspraken (IP3/OCW4/HBO4)
2011
2012
2013
B-2013 Doelstelling
2016
Gemiddelde studenttevredenheid
Instelling
7,17
7,25
7,28
7,30
7,3
Masters
7,25
7,43
7,32
7,40
7,4 - 7,5
Percentage opleidingen met een score hoger dan 7 Deeltijd
74,3%
63,2%
82,1%
80%
100%
Duaal
71,4%
83,3%
85,7%
76%
100%
Voltijd
85,5%
90,2%
95,2%
98%
100%
Bron NSE 2013, Studiekeuze123, benchmarkbestand
De gemiddelde tevredenheid en het aantal opleidingen met minimaal
een score 7 stijgen wederom.
De studenttevredenheid (bij voltijd en deeltijd samen) stijgt licht van
7,25 naar 7,28. De stijging is niet zo groot als in 2012 (van 7,17 naar 7,25).
We hebben de doelstelling voor 2013 net niet gerealiseerd maar we zijn
nog steeds goed op weg naar de streefnorm voor 2016 (7,3). Een verschuiving van enkele honderdsten lijkt wellicht klein, maar is op het niveau van de HAN toch substantieel.
27
HAN Jaarverslag 2013 | Onderwijs
De doelstelling in de meerjarenbegroting met een gemiddelde­jaar­lijkse
stijging van 0,04% lijkt dan ook iets te optimistisch.
De gemiddelde tevredenheid op het masterportfolio is stevig gedaald.
In tegenstelling tot vorig jaar zitten we hier nu zelfs onder de doelstelling voor 2016. Dit komt vooral door een lage tevredenheid bij de educatieve masters.
We zijn ook goed op weg met het realiseren van de prestatieafspraak
dat we in 2016 geen opleidingen meer hebben die lager dan een 7 scoren. Hierbij moet opgemerkt worden dat we in de deeltijd en het duale
portfolio redelijk wat opleidingen hebben met een lagere respons dan
tien respondenten. Vanwege de lage betrouwbaarheid worden deze opleidingen niet meegenomen in de berekening van dit kengetal.
Stijging doet zich vooral voor op het voltijdportfolio, de ontwikkeling op
de deeltijd blijft achter.
In de voltijd stijgt de tevredenheid substantieel van 7,26 naar 7,30. In de
deeltijd is de beweging minimaal: van 7,15 naar 7,16. Duaal zakt zelfs terug van 7,28 naar 7,24. De kleine aantallen hier kunnen echter voor grote
fluctuaties zorgen.
Het beeld per faculteit en instituut wisselt: de Faculteit Techniek­onderscheidt zich positief (voltijd/duaal), de tevredenheid bij Edu­catie en Gezondheid, Gedrag en Maatschappij blijft achter.
Opvallend positief is de hoge score bij de instituten Financieel Management & Recht en Engineering. Applied Sciences en Built Environment
steken er wederom met kop en schouders bovenuit. Bij de Pabo en Sociale Studies, en in mindere mate bij Sport- en Bewegingstudies, blijft (de
stijging van) de tevredenheid achter.
We handhaven onze landelijke positie maar blijven achter bij de landelijke ontwikkeling.
De score van de HAN stijgt minder hard dan het landelijke gemiddelde,
maar ligt er nog wel net boven. We positioneren ons nog steeds in de
bovenste helft van de ranking van de grotere hogescholen: op een zesde
positie, evenals vorig jaar. De HAN handhaaft haar gemiddelde positie
waarbij het gat met de kopgroep groot blijft. Daar staat tegenover dat
de verschillen in het peloton klein zijn en de rangorde hier jaarlijks altijd
wel verschuivingen laat zien.
28
HAN Jaarverslag 2013 | Onderwijs
Landelijk beeld studenttevredenheid
Grotere hogescholen
multisectoraal bekostigd
Tevredenheid over de studie in het algemeen
Voltijd
Mean
Deeltijd
Rang
Mean
Duaal
Rang
Mean
Totaal
Rang
Mean
Rang
NHTV internationale hogeschool Breda
7,49
2
7,55
1
7,79
1
7,49
1
Avans Hogeschool Breda-Tilburg
7,50
1
7,43
2
7,41
2
7,49
1
Hanzehogeschool Groningen
7,33
3
7,34
4
7,36
5
7,33
3
Hogeschool Zuyd
7,31
5
7,23
5
7,37
4
7,31
4
Christelijke Hogeschool Windesheim
7,32
4
7,17
7
7,37
4
7,30
5
Hogeschool Leiden
7,31
5
7,17
7
6,71
16
7,28
6
Hogeschool van Arnhem en Nijmegen
7,30
7
7,16
9
7,24
9
7,28
6
Fontys Hogescholen
7,28
8
7,11
12
7,28
7
7,25
8
Stenden Hogeschool
7,24
12
7,41
3
7,40
3
7,25
8
Saxion Hogeschool Enschede
7,26
9
7,07
14
7,02
12
7,24
10
De Haagse Hogeschool
7,26
9
7,23
5
7,01
13
7,23
11
Hogeschool van Amsterdam
7,25
11
7,16
9
7,03
11
7,23
11
Hogeschool Rotterdam
7,24
12
7,13
11
7,08
10
7,22
13
NHL Hogeschool
7,21
14
7,04
15
7,27
8
7,18
14
Hogeschool Utrecht
7,15
15
7,09
13
6,93
15
7,13
15
Hogeschool INHOLLAND
7,04
16
6,98
16
6,95
14
7,04
16
Totaal hbo 2013
7,28
7,18
7,12
7,27
HAN 2012
7,26
7,15
7,28
7,25
Hbo 2012
7,24
7,17
7,04
7,23
Bron NSE 2013 Studiekeuze123, benchmarkbestand
Contacttijd
Zeker in de eerste twee jaar van de studie is de kwaliteit van de interactie tussen student en docent van groot belang voor de onderwijskwaliteit die we willen leveren. Inhoudelijk gaat het ons om een ambitieus
studieklimaat dat inzet vraagt van studenten en docenten. We zetten
daarbij ook in op een verhoging van de contactintensiteit in de eerste
twee jaar van de studie. We realiseren ons dat intensiteit gepaard moet
29
HAN Jaarverslag 2013 | Onderwijs
gaan met kwaliteit en niet geïsoleerd gepropageerd moet worden. Dat
eerste is ook precies wat we gaan doen. Er is zowel een onderwijskundige als een inhoudelijke aanleiding om meer onderwijs aan te bieden:
omdat het bijdraagt aan studiesucces, omdat we meer kennis willen en
moeten meegeven en omdat we onze studenten met meer vaardigheden als jonge professional willen afleveren.
Prestatieafspraken (IP4/OCW5/HBO5)
In onze prestatieafspraken met het ministerie van OCW staat: ‘We garanderen bij onze voltijdopleidingen 15 uren geprogrammeerde contacttijd gemiddeld per onderwijsweek in het eerste en tweede jaar buiten de
stageperiode, als een minimumnorm.’
Percentage opleidingen met minimaal 15 contacturen (voltijd)
2011
2012
W-2013
B-2013
Doelstelling
2016
Studiejaar
2011-2012
2012-2013
2013-2014
2013-2014
2015-2016
1e leerjaar
82%
88%
95%
97%
100%
2e leerjaar
51%
78%
89% 85%
100%
Bron: 20130925 Realisatie begroting bij RMA2-13 (Service Unit Onderwijs & Onderzoek)
De resultaten van de metingen naar de geprogrammeerde contacttijd
laten zien dat de intensivering van het onderwijs krachtig ter hand genomen wordt. Vooral de contacttijd in het tweede leerjaar is flink toegenomen.
Ervaren contacttijd
In de Nationale Studentenenquête (NSE) wordt studenten­gevraagd
hoeveel contacttijd aangeboden wordt. Dit noemen we hier de erva­
ren contacttijd. Het is een andere grootheid dan de gepro­gram­meerde
contacttijd. Het is ook niet mogelijk dit cijfer­per leerjaar te berekenen,
maar het geeft een redelijk goed beeld van de door de studenten ervaren onderwijsintensiteit.
Er is in de NSE van 2013 een volledig nieuwe set van vragen naar de
ervaren contacttijd opgenomen. Een longitudinale vergelijking is niet
30
HAN Jaarverslag 2013 | Onderwijs
mogelijk, een vergelijking met het hbo-gemiddelde wel. De HAN heeft
geen streefwaarden voor de ervaren contacttijd geformuleerd.
Ervaren contacttijd (voltijd)
Aantal contacturen
minder dan 6
6-11
12-17
18-23
24-29
30 en meer
HAN
14%
17%
27%
28%
11%
2%
Hbo
17%
22%
27%
22%
9%
3%
te weinig
precies goed
te veel
veel te veel
Tevredenheid over contacttijd
veel te weinig
HAN
3%
15%
73%
8%
1%
Hbo
5%
20%
69%
6%
1%
zelden
soms
meestal
altijd
Volgen van de contacturen
nooit
HAN
1%
2%
7%
41%
49%
Hbo
2%
3%
9%
40%
47%
Lesuitval
nooit
zelden
soms
meestal
altijd
HAN
9%
65%
25%
1%
0%
Hbo
9%
62%
28%
1%
0%
Bron NSE 2013, Studiekeuze123, benchmarkbestand
De grootste groep studenten is van mening dat zij gemiddeld per week
18 tot 24 dan wel tussen de 12 tot 18 uur contacttijd krijgt aangeboden.
Bijna driekwart van de studenten vindt de aangeboden contacttijd precies goed. Er is echter ook nog een substantiële groep van wie het wel
wat meer mag. Voor de groep studenten die te veel contacttijd ervaren
moet ook aandacht zijn. Dit hangt vaak sterk samen met de planning,
maar zeker ook met de ervaren meerwaarde ofwel kwaliteit van de contacttijd. De studenten van de HAN geven aan dat zij voor het merendeel
trouw gebruikmaken van de aangeboden contacturen en dat lesuitval
wel voorkomt, maar dat dit zeker geen schering en inslag is. De scores
van de HAN steken vrij gunstig af bij het hbo-gemiddelde.
Landelijke positionering onderwijskwaliteit
2013-2014
De Keuzegidsen, uitgegeven door het Centrum Hoger Onderwijs Informatie, zijn voor ons een belangrijke graadmeter hoe de kwaliteit van
onze opleidingen landelijk gepercipieerd wordt.
31
HAN Jaarverslag 2013 | Onderwijs
Keuzegids HBO Voltijd 2013
Het beeld dat in de Keuzegids HBO Voltijd 2013 naar boven komt, is:
onderwijs van een ‘gemiddelde’ en duidelijk stijgende kwaliteit. De
HAN is sterk op contacturen, inhoud, docenten, communicatie en het
expert­oordeel. Minder goed doen we het op studiesucces en voorbereiding op de beroepsloopbaan en vaardigheden. Het beeld per faculteit
is wisselend. Bij de laagst scorende opleidingen zitten relatief veel opleidingen uit het portfolio van de Faculteit Economie en Management.
40% Van de opleidingen scoort bovengemiddeld. Dit percentage ligt
daarmee substantieel hoger dan vorig jaar. Het percentage negatieve
oordelen is substantieel lager dan vorig jaar. Er is hiermee een duidelijk
positieve verschuiving in de verdeling van de oordelen te zien ten opzichte van 2013.
P rocentuele verdeling van de oordelen in de Keuzegids
---
--
-
0
+
++
+++
2012
0%
2%
21%
45%
26%
3%
3%
2013
0%
2%
23%
48%
20%
7%
2%
2014
0%
0%
15%
45%
24%
11%
5%
We hebben drie zeer goed beoordeelde opleidingen (+++): Bio-informatica, Fysiotherapie en Civiele Techniek. De HAN heeft negen benedengemiddeld beoordeelde opleidingen, waarvan er twee net boven de
grens van het oordeel zwak (--) scoren: Financial Services Management
en International Business and Languages (Nijmegen).
De totaalscore van de HAN stijgt van 60 naar 61,5 punten ten opzichte
van 2013. Daarmee schuiven we twee plaatsen op in de ranglijst van
‘grotere’ hogescholen. De verschillen in de totaalscore van de hogescholen in het middensegment zijn echter zeer klein. We delen de zesde
plaats met twee andere hogescholen. De afstand tot de top in de ranking blijft groot (Hogeschool Zeeland: 71 punten).
Op de ranglijst in weekblad Elsevier van eind september 2013 stond de
HAN op nummer 1 bij de grote hogescholen. Deze ranking komt op een
andere manier tot stand dan die van de Keuzegids. Dit betreft zowel
32
HAN Jaarverslag 2013 | Onderwijs
de onderverdeling naar omvang als de gebruikte bronnen en berekeningen. De hogeschoolranking in Elsevier komt tot stand op basis van één
item uit de Nationale Studentenenquête. De Keuzegids gebruikt een berekening gebaseerd op een veel breder scala van indicatoren (studenttevredenheid, studiesucces, contacttijd en NVAO-oordelen). Dit leidt
tot soms substantiële verschillen. Kijken we net zoals in Elsevier alleen
naar de lijst van ‘echt’ grote hogescholen, dan staan we in de Keuzegids
op een gedeelde tweede plaats.
Keuzegids HBO Deeltijd & Duaal 2013
Ook hier is het beeld: onderwijs van ‘gemiddelde’ kwaliteit dat een stijgende lijn laat zien. De HAN is hier sterk op expertoordeel en faciliteiten, zwak op studiesucces en vaardigheden. Ook hier zien we een wisselend beeld per faculteit.
41% Van de opleidingen in deze keuzegids krijgt het predicaat ‘gemiddeld’ (0). We hebben drie zeer goed beoordeelde opleidingen: Opleidingskunde, Embedded Systems Engineering (flink gestegen) en Facility Management. Vorig jaar werd ook Accountancy-duaal nog met
‘++’ beoordeeld. De HAN heeft één als zwak beoordeelde opleiding
(--): Bouwkunde. Deze opleiding werd in 2012 ook als zwak beoordeeld, maar laat een duidelijke verbetering zien van 38 naar 44 punten.
De landelijke positionering verbetert ook hier. De totaalscore van de
HAN stijgt licht van 58 naar 59 punten ten opzichte van 2012. De HAN
stijgt hiermee één plek in de top tien van de grote en middelgrote aanbieders naar een achtste gedeelde plaats (samen met de Hogeschool
Utrecht). De afstand tot de top blijft ook hier groot (Saxion: 71 punten).
Keuzegids Masters 2014
Het beeld uit de nieuwste keuzegids (verschenen in februari 2014)
geeft weer dat het onderwijs bij de masteropleidingen van ‘bovengemiddelde’ kwaliteit is. De HAN doet het goed op docenten, communicatie, praktijkgericht onderzoek en ambitie, en presteert minder
goed op inhoud, contacturen, faciliteiten en niveau afgestudeerden.
53% Van de opleidingen in deze keuzegids krijgt het predicaat ‘bovenge-
33
HAN Jaarverslag 2013 | Onderwijs
middeld’ met één of meer plussen. We hebben drie zeer goed beoordeelde opleidingen: Control Systems Engineering, Molecular Life Sciences en
Neurorevalidatie. De eerste wordt zelfs met ‘+++’ beoordeeld. Het percentage opleidingen dat lager scoort dan gemiddeld (- en --) ligt op 18%.
Dat zijn twee opleidingen meer dan in 2013, toen dit nog 7% bedroeg.
Het aandeel bovengemiddeld beoordeelde opleidingen neemt af en het
aandeel dat met één of meer minnen beoordeeld is, neemt iets toe. Dit
laat echter onverlet dat de totaalscore van de HAN 62 punten is gebleven. De HAN blijft hiermee op de vijfde plek in de ranking. Hier staat
tegenover dat we in de top 15 van de individuele opleidingen zeer duidelijk aanwezig zijn wat betreft ons techniekportfolio met Molecular Life
Sciences en Control Systems Engineering.
Kwaliteitszorg onderwijs
Instellingstoets Kwaliteitszorg (ITK)
Op 16 en 17 april en 7 en 8 mei 2013 heeft een panel van de NederlandsVlaamse Accreditatie Organisatie (NVAO) verschillende locaties van de
HAN bezocht in het kader van de aanvraag Instellingstoets Kwaliteitzorg die de HAN in 2011 heeft ingediend. In juni 2013 werd het rapport
vastgesteld. Het panel gaf aan ‘zeer positief’ te zijn over het kwaliteitszorgsysteem. De HAN scoorde een voldoende op alle vijf standaarden:
• visie op de kwaliteit van het onderwijs
• beleid
• resultaten
• verbeterbeleid
• organisatie- en beslissingstructuur.
Op 28 augustus kende de NVAO de HAN de instellingstoets toe. Deze
geldt tot 27 augustus 2019.
34
HAN Jaarverslag 2013 | Onderwijs
Accreditatie
In 2013 heeft de NVAO voor negen opleidingen een positief besluit van
nieuwe accreditatie genomen en aan één opleiding een herstelperiode
van een jaar toegekend. Als gevolg van de toekenning van de ITK is daarnaast voor vier opleidingen (Culturele en Maatschappelijke Vorming,
Opleiding tot Verpleegkundige, Toegepaste Psychologie en International Business & Management Studies) de eerder verleende accreditatietermijn automatisch met drie jaar verlengd.
Opleidingen met in 2013 verleende accreditatie
Datum besluit
Accreditatie t/m
Culturele en Maatschappelijke Vorming
28-11-2012
31-12-2019
Opleiding tot Verpleegkundige
23-01-2013
31-12-2019
Toegepaste Psychologie
17-04-2013
31-08-2019
International Business & Management Studies
07-05-2013
31-12-2019
Sport- en Bewegingseducatie
07-10-2013
06-01-2020
Industrieel Product Ontwerpen
07-10-2013
31-12-2020
Commerciële Economie
16-10-2013
31-12-2020
Fiscaal Recht en Economie
16-10-2013
31-12-2020
Maatschappelijk Werk en Dienstverlening
14-11-2013
31-12-2020
Small Business and Retail Management
02-12-2013
1 jaar herstel t/m 31-12-2014
Opleiding tot leraar VO 2e gr. Gezondheidszorg en Welzijn
en associate degree Onderwijsondersteuner en Welzijn
06-12-2013
31-12-2019
Leraar Engels
02-10-2013
19-05-2020
Leraar Algemene Economie
02-10-2013
19-05-2020
Leraar Wiskunde
02-10-2013
19-05-2020
bache lor
Master
35
HAN Jaarverslag 2013 | Onderwijs
Voor drie opleidingen zijn de volgende voorgenomen besluiten ontvangen:
Datum voorgenomen
besluit
Inhoud besluit
Master Leraar Nederlands
25-11-2013
1 jaar herstel
t/m 19-05-2015
Bachelor Technische Bedrijfskunde
25-11-2013
1 jaar herstel
t/m 31-12-2015
Master Neurorevalidatie en lnnovatie
17-12-2013
accreditatie
t/m 14-12-2020
Voor de bachelor Opleidingskunde is een herstelplan voorgelegd aan
het panel. Na goedkeuring daarvan zal de NVAO een besluit nemen
over de toekenning van een herstelperiode van maximaal één jaar. Voor
de volgende opleidingen zijn accreditatie-aanvragen ingediend met een
positief rapport van het visitatiepanel. Deze aanvragen zijn nog in behandeling:
• Bachelor Bedrijfseconomie
• Bachelor en associate degree Management in de Zorg
• Bachelor Financial Services Management
• Bachelor Sport, Gezondheid en Management
• Bachelor Ergotherapie
• Bachelor Communicatie
• Bachelor en associate degree Accountancy
• Master Automotive Systems.
36
HAN Jaarverslag 2013 | Onderwijs
Paneloordelen
In 2013 hebben panels tijdens visitaties de volgende oordelen gegeven:
Opleidingen
Datum visitatie
Oordelen op 3 standaarden
I
II
III
Bachelor Industrieel Produkt Ontwerpen
8/9 april 2013
V
G
V
Bachelor Opleidingskunde
8/9 april 2013
V
G
O
Bachelor Technische Bedrijfskunde
10/11 april 2013
V
V
O
Bachelor Maatschappelijk Werk en Dienstverlening
23/24 april 2013
V
G
V
Bachelor Management in de Zorg
associate degree Management in de Zorg
15/16 mei 2013
V
G
V
Bachelor Bedrijfseconomie
23/24 mei 2013
V
V
V
Bachelor Commerciële Economie
27/28 mei 2013
V
V
V
Bachelor Fiscaal Recht en Economie
27/28 mei 2013
G
V
V
Master Neurorevalidatie en Innovatie
5/6 juni 2013
V
V
V
Bachelor Sport, Gezondheid en Management
12/13 juni 2013
G
G
V
Bachelor Financial Services Management
17/18 juni 2013
V
V
V
Bachelor Opleiding voor Ergotherapie
19/20 juni 2013
G
G
V
Bachelor en associate degree Accountancy
20/21 juni 2013
V
V
V
Bachelor Communicatie
9/10 september 2013
G
V
V
Master Automotive Systems
26/27 november 2013
G=goed, V=voldoende, O=onvoldoende
Herstelplannen
Vier opleidingen hebben te maken met een herstelperiode, na een onvoldoende beoordeling op standaard 3 (en in één geval ook op standaard 2). De procedure is dat de NVAO aan de opleidingen vraagt een
herstelplan in te dienen, met een positieve aanbeveling van het panel.
Op basis hiervan kan de NVAO besluiten de accreditatie te verlengen.
In deze periode wordt de opleiding opnieuw gevisiteerd, waarna bij een
positieve uitslag de nieuwe accreditatie kan worden aangevraagd. Onder begeleiding van de afdeling HAN Kwaliteitszorg hebben de betrokken opleidingen een herstelplan geschreven.
37
HAN Jaarverslag 2013 | Onderwijs
De stand van zaken is als volgt:
Opleidingen
Onvoldoende op
standaard
Bachelor Small Business and Retail Management
3
Bachelor Technische Bedrijfskunde
3
Master Leraar Nederlands
2 en 3
Bachelor Opleidingskunde
3
Status
accreditatie verlengd; visitatie in
april 2014
in afwachting van definitief besluit
over verlenging accreditatie op
basis van bij de NVAO ingediend
herstelplan
voor 1 februari 2014 herstelplan
indienen bij NVAO; ligt nu ter
beoordeling bij het panel
Overige bijzonderheden
Voor de bacheloropleiding Industrieel Product Ontwerpen (gevisiteerd
in april 2013) is de bestuurlijke afspraak gemaakt dat de opleiding in
het voorjaar van 2015 een jaarverslag van de examencommissie naar
de NVAO stuurt over het studiejaar 2013-2014. De opleiding is echter
onvoorwaardelijk geaccrediteerd.
De bacheloropleiding International Business and Management Studies
had bij de accreditatie-aanvraag in november 2012 tevens erkenning
aangevraagd voor het bijzonder kenmerk ‘internationalisering’. In mei
2013 liet de NVAO weten de opleiding te accrediteren, maar nog extra
informatie te willen ontvangen om te kunnen beslissen over de toekenning van dit bijzonder kenmerk. Deze is aan de NVAO verstuurd, maar
een formeel besluit hierover is (februari 2014) nog niet ontvangen.
De bacheloropleiding Werktuigbouwkunde kreeg in april 2011 van de Inspectie Hoger Onderwijs het predicaat ‘zorgelijk’. De tekortkomingen
betroffen onder andere het niveau van de afstudeerwerkstukken, de onafhankelijkheid van de examencommissie, het systeem van toetsing en
examinering en de volledigheid van de onderwijs- en examenregeling.
Inmiddels heeft de Inspectie Hoger Onderwijs geconstateerd dat de opleiding diverse maatregelen heeft genomen om de tekortkomingen te
verhelpen. Op verzoek van de Inspectie is in het najaar van 2012 een
onderzoek gedaan naar het niveau van de afstudeerwerken. Een NQApanel heeft een positieve uitspraak gedaan over het niveau. Deze uitspraak is, conform de afspraak met de Inspectie, ter bekrachtiging aan
38
HAN Jaarverslag 2013 | Onderwijs
de NVAO voorgelegd. In het voorjaar van 2014 zal de Inspectie nogmaals een bezoek brengen aan de opleiding.
Interne audits
In het voorjaar van 2013 zijn 13 standaard interne audits uitgevoerd en
zijn vier thematische audits ‘toetsing en niveau’ uitgevoerd bij de lerarenopleidingen. In het najaar 2013 zijn interne audits uitgevoerd bij vijf
bacheloropleidingen.
Opleidingen
Audit
Bachelor Facility Management
28 februari 2013
Bachelor Civiele Techniek
6 maart 2013
Master Musculoskeletale Revalidatie
6 maart 2013
Bachelor Human Resources Management
14 maart 2013
Bachelor Bouwkunde
20 maart 2013
Bachelor Sociaalpedagogische Hulpverlening
11 april 2013
Bachelor Biologisch-Medisch Laboratoriumonderwijs
23 mei 2013
Bachelor Chemie
24 mei 2013
Bachelor Mondzorgkunde
12 november 2013
Bachelor Pedagogiek
Bachelor Bedrijfskundige Informatica/Business IT & Management
Bachelor Leraar VO Lichamelijke Oefening 1e graad
Bachelor Medische Hulpverlening
Door de eerste acht opleidingen is inmiddels een verbeterplan opgesteld.
Thematische audit toetsing
Bachelor Leraar 2e graad Natuurkunde
Bachelor Leraar 2e graad Geschiedenis
Bachelor Leraar 2e graad Economie
Bachelor Leraar 2e graad Aardrijkskunde
39
HAN Jaarverslag 2013 | Onderwijs
Compliance
Het afgelopen jaar heeft in het teken gestaan van het ‘terugleggen’ van
het eigenaarschap, het monitoren en verder verbeteren van de compliance in de staande organisatie, ofwel in het hart van het onderwijs. We
doen minder centraal en meer decentraal, waarbij de faculteiten zelf de
verantwoordelijkheid nemen voor de compliance, de controle daarop
en het organiseren van de ondersteuning die daarbij nodig is. Op basis
van een steekproef is een compliancetoets uitgevoerd onder een aantal
opleidingen. Conclusie is dat er grote vooruitgang is geboekt in de volledigheid van het opleidings- en examenreglement en de onderliggende
documentatie.
Op basis van een aantal pilots is de jaarlijkse, juridische toets op het opleidingsprogramma en de uitvoeringspraktijk geïncorporeerd in de reguliere auditsystematiek. Parallel aan de monitoring van de compliance
worden er verschillende professionaliseringsactiviteiten ontwikkeld en
uitgevoerd op het gebied van toetsing & beoordeling en scholing van
examencommissies. Scholing van docenten is opgenomen in het aanbod van het interne trainingscentrum HAN Academy. De professionaliseringsactiviteiten hebben vaak ook een wat minder formeel karakter.
Het betreft dan collegiale consultatie en adviezen op specifieke thema’s
als het inspectierapport ‘Goed verkort’ en het rapport ‘Vreemde ogen
dwingen’ van de Commissie Bruijn.
Externe validering
Er is een landelijke discussie gaande over de waarde van het hbo-diploma en de aanbevelingen uit het rapport van bovengenoemde Commissie Bruijn. In het licht van deze discussie besteedt ook de HAN veel aandacht aan toetsing & beoordeling en borging van het eindniveau. Vooral
het ‘aantoonbaar voldoen aan de beoogde eindkwalificaties’ (NVAO
standaard 3) is daarbij cruciaal en binnen de HAN nog niet overal op
orde. De resultaten van audits en accreditaties bij een aantal opleidingen van de HAN in het afgelopen jaar bevestigen dit. De urgentie om
daarop snel en meer actie te ondernemen is groot.
40
HAN Jaarverslag 2013 | Onderwijs
In april 2012 is het rapport van de Commissie Bruijn uitgebracht. De
Vereniging Hogescholen (VH) heeft het rapport omarmd en vervolgens
een actieplan opgesteld voor het uitvoeren van de aanbevelingen van
de Commissie Bruijn. Uitgangspunt daarbij is: de aanbevelingen zullen voor het overgrote deel moeten worden gerealiseerd door en in de
hogescholen. Op een beperkt aantal aanbevelingen zal de actie onder
regie van de VH plaatsvinden. De minister heeft het actieplan inmiddels
goedgekeurd en de gereserveerde € 8 miljoen toegezegd. De hogescholen hebben in 2013 via de normatieve rijksbijdrage naar rato subsidie
ontvangen, voor de HAN betekent dit een bedrag van € 116.412,-.
Het implementeren van de aanbevelingen van de Commissie Bruijn zal
zeker bijdragen aan verbetering van de examenkwaliteit bij de HAN. De
volgende aanbevelingen zijn vastgesteld door het College van Bestuur:
• In het toetsbeleidsplan en kwaliteitszorgplan is de externe validering
als kwaliteitseis opgenomen.
• In de examencommissie is een extern lid opgenomen.
• De examencommissie wordt geadviseerd om externe examinatoren
aan te wijzen. Dit kan echter niet als verplichting worden opgelegd,
omdat de examencommissie onafhankelijk is en zelf bepaalt wie ze
aanwijst als examinator.
• Door de instituutsdirecteur wordt een externe toezichthouder benoemd, die ook rapporteert aan de instituutsdirecteur.
• Er wordt gewerkt met protocollen voor het beoordelen van (kern)
werkstukken, aansluitend bij de landelijke eisen.
• Examinatoren en leden van de examencommissie hebben voldoende
deskundigheid: in het PLD-traject (Professionalisering & Loopbaantraject Docenten) en de BKE-expertgroep (Basis Kwalificatie
Examinering) worden vereiste competenties geformuleerd voor
examinatoren, leden van de toetscommissie en leden van de examencommissie. Voor nu: examinatoren hebben minimaal de basisscholing toetsing & beoordeling van HAN Academy gevolgd.
• Opleidingen laten op meerdere momenten en meerdere manieren
‘vreemde ogen’ toe bij onderwijs en toetsing.
41
HAN Jaarverslag 2013 | Onderwijs
• Vooruitlopend op de handreiking voor gemeenschappelijke toetsing,
die voortkomt uit de huidige pilots, gaan opleidingen onderzoeken
wat voor hen mogelijk is en bij hen past op het gebied van gemeenschappelijk toetsen. Dit kan variëren van het formuleren van een
gemeenschappelijke basiskennis waar mogelijk en eventueel gemeenschappelijke deeltoetsen of andere manieren van uitwisselen
met elkaar.
In het studiejaar 2013-2014 wordt er gewerkt aan bovenstaande aanbevelingen (behalve de laatste), zodat zij in het studiejaar 2014-2015 operationeel zijn. In het studiejaar 2014-2015 gaan alle opleidingen van de
HAN een of andere vorm van gemeenschappelijk toetsen ontwikkelen.
In het studiejaar 2015-2016 worden deze vormen uitgevoerd. Op regelmatige basis zal over dit onderwerp een informatiebulletin verschijnen
en verspreid worden onder het management.
Studentenzorg (klachtenregeling, decanaat,
fondsen en regelingen)
Campusdecanaat
Het campusdecanaat speelt een belangrijke rol in de zorg voor studenten. Het is een tweedelijnsvoorziening in de studentbegeleiding, waar
men HAN-brede voorzieningen organiseert om studenten in bijzondere
omstandigheden te begeleiden, passend bij hun specifieke situatie. Het
betreft studenten met een functiebeperking, met financiële en persoonlijke problemen, met vragen over bezwaar en beroep en topsporters.
Het campusdecanaat is ook een expertisecentrum voor (senior) studieloopbaanbegeleiders op de volgende terreinen: wet- en regelgeving, financiële regelingen, studiebelemmerende omstandigheden, verwijzing
naar psychologische hulpverlening, conflicten en bezwaar en beroep.
Diverse keren per week nemen studieloopbaanbegeleiders contact op
voor verdere informatie. Daarnaast verzorgen de decanen regelmatig
informatiebijeenkomsten per campus.
42
HAN Jaarverslag 2013 | Onderwijs
Ruim 10% van de HAN-studenten doet een beroep op het campusdecanaat. Ruim de helft van deze contacten heeft betrekking op studiefinanciering, financiële kwesties of een verzoek om financiële ondersteuning.
Financiële ondersteuning wordt gegeven als er sprake is van studievertraging door bijzondere omstandigheden en in geval van een noodsituatie. Bijna 3.000 studenten hebben door een functiebeperking en/of
chronische ziekte te maken met belemmeringen in hun studie. Voor hen
worden indien nodig en mogelijk aanpassingen en voorzieningen getroffen. Ongeveer 400 nieuwe studenten hebben voorafgaand aan hun
studie melding gemaakt van hun functiebeperking bij het campusdecanaat. Voor ruim 300 studenten hebben de decanen van de mogelijkheid
gebruikgemaakt om bij persoonlijke (studiegerelateerde) problemen
door te verwijzen naar de studentenpsychologen van de Radboud Universiteit Nijmegen (zie ook volgende paragraaf). Het campusdecanaat
adviseert over genoemde onderwerpen het management, examencommissies en andere geledingen.
Zowel op de campus in Arnhem als in Nijmegen zijn twee decanen
werkzaam.
Studieondersteuningscentrum
Het contract met de Radboud Universiteit (RU) voor psychologische
hulpverlening aan studenten van de HAN is eind 2013 gestopt. Aan de
HAN is een Studieondersteuningscentrum (SOC) opgezet, dat in de
plaats komt van de hulpverlening door de RU. Het SOC biedt crisismanagement, intake, indicatiestelling, begeleiding, verwijzing en crisisopvang van studenten, aansluitend bij de kaders van het Nederlands
Instituut Psychologen. Dit betekent ten minste dat de individuele gesprekken worden gevoerd door een ‘psycholoog met een afgeronde universitaire opleiding die tevens Gezondheidszorgpsycholoog BIG is en/
of lid is van een specialistische psychotherapievereniging’. Bovendien
gaat het om een psycholoog die nader is geschoold tot studentenpsycholoog.
43
HAN Jaarverslag 2013 | Onderwijs
Concreet bestaat het aanbod van het SOC voor studenten uit:
1.
2.
Intake, indicatiestelling en verwijzing
Conform indicatie individuele gesprekken (vijf) met studenten­
psycholoog
3.Trainingen
4.Crisismanagement/-opvang.
Bureau Klachten en Geschillen
Bureau Klachten en Geschillen ontvangt klachten, bezwaren en beroepen van studenten en zorgt voor een correcte doorgeleiding, zodat de
behandeling daarvan ter hand wordt genomen. In 2013 zijn door Bureau
Klachten en Geschillen 144 klachten, bezwaar- en beroepschriften ontvangen (tegenover 124 in 2012). Deze klachten, bezwaren en beroepen
zijn doorgeleid en conform een vastgestelde procedure in behandeling
genomen. In 133 zaken ging het om vastgestelde procedures van het
College van Beroep voor de Examens HAN, de Geschillenadviescommissie HAN, de Klachtenprocedure, de bezwaarschriftenprocedure bij
de Examencommissies, de Klachtencommissie Grensoverschrijdend
Gedrag en de Beroepscommissie Personele Aangelegenheden. In 11 zaken zijn de klachten afgehandeld in een voorprocedure of op andere
wijze, bijvoorbeeld door het verstrekken van nadere informatie of volgens de Algemene Voorwaarden Opleidingen bij commerciële opleidingen. Naast bovengenoemde klachten, bezwaren en beroepen zijn er bij
Bureau Klachten en Geschillen korte e-mailberichten ingekomen met
vragen van zowel studenten als medewerkers over eventueel te volgen
procedures en/of vragen en klachten die formeel (nog) niet als klacht,
bezwaar of beroep zijn aangemerkt. Deze laatste categorie van vragen
en klachten zijn door Bureau Klachten en Geschillen voorgelegd aan het
desbetreffende organisatieonderdeel en tot tevredenheid beantwoord
of opgelost. Een greep uit de onderwerpen die zijn voorgelegd: ontevredenheid over roosters, de gang van zaken tijdens een tentamen, fouten
in tentamenvragen, de (on)bereikbaarheid van coördinatoren en docenten en incasso van collegegelden.
44
HAN Jaarverslag 2013 | Onderwijs
Verdeling van de ingediende klachten/bezwaren/beroepen in
2013 die formeel in procedure zijn gebracht
2013 (n=144)
2012 (n=124)
College van Beroep voor de Examens
60
43
Geschillenadviescommissie
12
20
Klachtenprocedure
25
26
Examencommissie
27
21
Klachten Grensoverschrijdend Gedrag
6
1
Beroepscommissie Personele Aangelegenheden
3
1
Voorprocedure/anders
11
11
Vertrouwenspersonen
Als studenten of medewerkers te maken krijgen met ongewenst gedrag
in de vorm van seksuele intimidatie, agressie en geweld, pesten of werkdruk, dan kunnen zij contact opnemen met een vertrouwenspersoon
van de HAN. In 2013 hebben zich ongeveer 80 personen gemeld bij de
vertrouwenspersonen (in 2012 rond de 50). Het gaat om zowel studenten als medewerkers van de HAN.
Klachten- en meldingsregeling ‘Grensoverschrijdend
gedrag’
Naast een melding bij een vertrouwenspersoon kunnen medewerkers
en studenten met klachten over ongewenst gedrag binnen de HAN een
klacht indienen bij de Klachtencommissie Grensoverschrijdend Gedrag.
Het moet daarbij gaan om gedrag dat is vertoond door medewerkers of
studenten van de HAN. In 2013 zijn door deze klachtencommissie zes
klaagschriften ontvangen, drie van studenten en drie van medewerkers.
Tegen één medewerker van de HAN zijn door twee studenten afzonderlijk klachten ingediend. Een van deze studenten heeft haar klacht
uiteindelijk ingetrokken. In de andere tegen deze medewerker ingediende zaak heeft de Klachtencommissie Grensoverschrijdend Gedrag de
klacht ontvankelijk en gegrond verklaard en het College van Bestuur geadviseerd de aangeklaagde te ontslaan. Het College van Bestuur heeft
dat advies overgenomen.
45
HAN Jaarverslag 2013 | Onderwijs
In een andere door een student ingediende zaak (tegen een medewerker) is de klacht niet ontvankelijk verklaard, omdat de klacht niet onder
de definitie van grensoverschrijdend gedrag valt zoals beschreven in de
Klachtenregeling seksuele intimidatie, agressie en geweld, pesten, discriminatie en werkdruk. Klaagster is verwezen naar de algemene klachtenregeling van de HAN op grond waarvan de instituutsdirecteur bevoegd is de klacht te behandelen.
De ombudsman
De ombudsman beoogt een voorziening te zijn voor studenten/cursisten en medewerkers voor melding van klachten waarvoor geen andere
voorziening voor handen is dan wel de afhandeling van de klacht niet
tot het gewenste resultaat heeft geleid. In 2013 hebben 19 studenten
van diverse faculteiten een verzoek ingediend. Acht verzoeken zijn
doorverwezen, zes verzoeken zijn naar tevredenheid van betrokken partijen afgehandeld, drie verzoeken zijn nog in behandeling. De verzoeken
hebben betrekking op toetsing, besluitvorming en communicatie. Een
negatief aspect bij deze verzoeken is de verwachting dat het indienen
van een klacht negatieve gevolgen kan hebben voor het verdere studieverloop.
In 2013 hebben zes medewerkers (van diverse diensten en faculteiten)
een beroep gedaan op de ombudsman. De aard van de verzoeken is in
de volgende categorieën te verdelen: ontslag-/vertrekregeling, financiën, disciplinaire maatregelen, resultaat- & ontwikkelgesprekken en leeftijddiscriminatie. De laatste drie onderwerpen geven aanleiding tot de
start van een oriënterend onderzoek door de ombudsman begin 2014.
Bijzondere fondsen
Het Profileringsfonds van de HAN biedt financiële ondersteuning aan
studenten die als gevolg van bijzondere omstandigheden studievertraging oplopen. Als bijzondere omstandigheden worden aangemerkt:
ziekte, zwangerschap, functiestoornis, familieomstandigheden, topsport, inrichting van de opleiding en het verrichten van bestuurswerk in
een studentenorganisatie. De aanvragen voor financiële ondersteuning
uit het Profileringsfonds worden behandeld door de commissie Profileringsfonds, die bestaat uit een voorzitter, vier medewerkers en twee
studenten van de HAN.
46
HAN Jaarverslag 2013 | Onderwijs
In 2013 zijn er in totaal 80 aanvragen ingediend (tegenover 59 in 2012).
Bij 67 aanvragen ging het om (een combinatie van) bijzondere omstandigheden zoals ziekte, handicap, bijzondere familieomstandigheden,
zwangerschap, topsport, inrichting opleiding en overige omstandigheden. In verband met een bestuurlijke functie zijn 13 aanvragen ingekomen. Van de 67 aanvragen zijn 62 aanvragen toegekend, een aanvraag
afgewezen en vier aanvragen nog in behandeling (aangehouden wegens
het ontbreken van stukken dan wel het stellen van nadere vragen over
de aanvragen). Van de 67 toekenningen in 2013 zijn er 35 te beschouwen als ‘langdurig’, dat wil zeggen variërend van 12 tot 25 maanden. De
duur van de kortdurende toekenningen varieert van 2 tot 11 maanden.
De hoogte van het toegekende bedrag per maand voor de langdurige
toekenningen is gemiddeld € 357,15; voor de kort­durende toekenningen
is dat gemiddeld € 355,21.
De totale aanspraak op het Profileringsfonds bedroeg in 2013 € 249.725,(in 2012: € 181.196,-). (Dit is inclusief de aanspraken op het Profileringsfonds vanuit toekenningen in voorgaande jaren.)
Aantal studenten dat een tegemoetkoming heeft
ontvangen uit het Profileringsfonds
2012
Studenten
Aantal
EER
Niet-EER*
Totaal
2013
Vergoeding
Aantal
Vergoeding
84
€ 181.000
112
€ 250.000
0
€0
0
€0
84
€ 181.000
112
€ 250.000
* Europese Economische Ruimte
Het Noodfonds is een voorziening voor studenten die in een financiële noodsituatie verkeren die op geen enkele andere wijze opgelost kan
worden dan door een eenmalige financiële bijdrage. In 2013 zijn acht
aanvragen voor financiële bijstand uit het Noodfonds afgehandeld. Van
47
N.B.: Op grond van artikel 7.51 lid 1
sub b van de Wet op Hoger onderwijs
en Wetenschappelijk onderzoek (WHW)
en artikel 1 lid 1 sub b van de Regeling
profileringsfonds van de HAN, hebben
alleen studenten die aanspraak hebben
of hebben gehad op een prestatiebeurs,
als bedoeld in hoofdstuk 5 van de Wet
Studiefinanciering 2000, recht op een
financiële vergoeding uit het profileringsfonds van de HAN.
HAN Jaarverslag 2013 | Onderwijs
deze aanvragen zijn er zes toegekend in de vorm van een gift en twee in
de vorm van een renteloze lening.1
Het aantal aanvragen uit het Noodfonds is ten opzichte van 2012 gedaald van negen naar acht.
Het Fonds voorzieningen en hulpmiddelen is bedoeld voor studenten met
een functiebeperking. Voor dit fonds is in totaal €5.000,- per jaar beschikbaar gesteld. Indien een student met een functiebeperking een
voorziening aanvraagt, betaalt de desbetreffende opleiding de eerste
€1.000,- zelf. Bedragen boven de €1.000,- komen in aanmerking voor
een vergoeding uit het fonds. In 2013 is er geen verzoek ingediend voor
een financiële tegemoetkoming uit het Fonds voorzieningen en hulpmiddelen.
Subsidies aan studentenbelangenorganisaties en kandidaten voor de Medezeggenschapsraad (MR) worden verstrekt met als doel het stimuleren van collectieve belangenbehartiging van studenten en het bevorderen van participatie van studenten in studentenbelangenorganisaties
en de MR. Zowel voor het studiejaar 2012-2013 als voor het studiejaar
2013-2014 is door het College van Bestuur een subsidie van €1.000,- beschikbaar gesteld voor organisaties die de belangen van HAN-studenten behartigen.
In 2013 zijn vijf aanvragen (in 2012 geen) ingediend en is er in totaal
€1.363,35 subsidie verstrekt.
Internationalisering/mobiliteit
De uitgangspunten van ons internationaliseringsbeleid zijn:
• Mainstreaming. Internationalisering moet onderdeel zijn van de reguliere activiteiten van opleidingen.
1
In beginsel wordt de financiële bijdrage verstrekt als een gift. In afwijking hiervan wordt ondersteuning
in de vorm van een renteloze lening verleend indien de kosten via andere bronnen, bijvoorbeeld een
inkomen in de vorm van studiefinanciering binnen de WSF 2000, kan worden vergoed maar de behandeling en uitbetaling daarvan nog enige tijd op zich laat wachten. De leningen in 2013 zijn op basis van
deze uitzondering in de regeling toegekend.
48
HAN Jaarverslag 2013 | Onderwijs
• Internationalisation at home. We bieden een leeromgeving die studenten en medewerkers de mogelijkheid biedt om internationale en
interculturele competenties te ontwikkelen.
• Decentrale invulling. De opleidingen geven zelf de nodige specifieke
invulling aan de internationale en interculturele dimensies.
Internationale mobiliteit is en blijft een belangrijk en zichtbaar onderdeel van het internationaliseringsbeleid van de HAN, maar er is
(veel) meer. In de voorbereiding op het internationaliseringsbeleid
vanaf 2014 is daarom nog meer dan voorheen ingezet op curriculum­
internationalisering. Niet in het minst omdat de HAN de prestatieafspraak heeft gemaakt om een internationale dimensie in alle opleidingen te hebben gerealiseerd in 2016. In onderstaand overzicht zijn de
projecten curriculuminternationalisering in 2013 weergegeven.
HAN-faculteit/instituut
Naam project
Educatie/Pabo
Internationalisering van het curriculum Pabo (implementatie
competenties in regulier curriculum)
Educatie/Pabo (Groenewoud)
Implementatie Global Understanding
Economie en Management/
Bedrijfseconomie
Inbedding van praktijkgericht onderzoek in internationale context in de curricula
Economie en Management/
Personeel en Arbeid
Internationalisering van het curriculum van de opleiding P&A/
HRM (mogelijkheden stage en afstuderen in buitenland structureel ontwikkelen, vergroten docentmobiliteit)
Gezondheid, Gedrag en Maatschappij/
Verpleegkundige Studies
Ontwikkeling Internationale Minor Public Health
Gezondheid, Gedrag en Maatschappij/
Social Studies en Sport- en Bewegingsstudies
Internationalisering van het curriculum ISS en ISBS ((door)
ontwikkelen en implementeren internationale/crossculturele
dimensie van curriculum)
Techniek/Built Environment
Ontwikkeling Engelstalige minor op het gebied van ‘Dutch Architecture’, zodat inkomende exchange eenvoudiger wordt
Techniek/Informatica Communicatie
Academie
Translation of Elective Semesters GAME and CRIA, zodat student­
uitwisseling eenvoudiger wordt
HAN Masterprogramma’s
Internationalisering curriculum Master Social Work (waaronder
organisatie internationale week met buitenlandse partners)
HAN Masterprogramma’s
Internationalisering van het curriculum Master Physician Assistant (mede door samenwerking met partner in Duitsland)
49
HAN Jaarverslag 2013 | Onderwijs
Aangepast internationaliseringsbeleid
In 2014 zal een tijdelijke aanvulling op het strategisch internationaliseringsbeleid 2010-2013 geformuleerd worden tot 2016, waarmee de uitvoering van het instellingsplan en de prestatieafspraken het juiste vervolg krijgen.
Ontwikkelingen in het Euregio-gebied
In 2013 is de samenwerking tussen de HAN en de Hochschule RheinWaal op een aantal vlakken versterkt. Er zijn twee gezamenlijke onderzoeksprojecten gestart op het gebied van duurzame energie. Daarnaast
is de HAN partner binnen het lopende Interreg IV A-project2 Kennisalliantie 2020, waarbij alle grote Nederlandse en Duitse kennisinstellingen uit het gebied van de Euregio Rijn-Waal betrokken zijn. De HAN
is trekker van werkpakket 3: ‘Ondernemerschap en ondernemingsgeest’.
We zijn in september 2013 gestart met de euregionale variant van de bacheloropleidingen Sociaal Pedagogische Hulpverlening en Logopedie.
Voor de opleiding Master Physician Assistant en de bacheloropleiding
Medische Hulpverlening hebben de HAN en de Fliedner Fachhochschule uit Düsseldorf een samenwerkingsovereenkomst ondertekend.
Voor de bacheloropleiding Medische Hulpverlening zijn door de Katholische Kliniken im Kreis Kleve meerdere stageplaatsen toegezegd in de
ziekenhuizen van Kleve en Kevelaer. Sinds medio 2013 werkt het HAN
Centre of Expertise Krachtige Kernen samen met de Fachhochschule
Münster aan een nieuw Interreg IV A-project rondom het behoud
van de leefbaarheid in kleine kernen.
Meertaligheid en Engelstalige website
In juni 2013 is het project meertaligheid, gericht op het vergroten van
de serviceverlening aan onze buitenlandse studenten en gasten, succesvol afgerond. Het project heeft een terminologielijst opgeleverd met
daarin in het Engels vertaalde termen van in ons onderwijs gebruikte
2
INTERREG is een gemeenschapsinitiatief dat in het begin van de jaren negentig door de Europese
Unie in het leven is geroepen ter bevordering van de grensoverschrijdende samenwerking. Doel is de
ontwikkelingsverschillen tussen de Europese regio’s te verminderen en de economische samenhang te
versterken. INTERREG IV A loopt van 2007 tot 2013 en V van 2014 tot 2020.
50
HAN Jaarverslag 2013 | Onderwijs
begrippen. Verder een Translation memory voor eerder vertaalde zinnen,
dat ons helpt om snel en correct teksten te vertalen die qua taalgebruik
overeenstemmen. De beschikbare Engelstalige informatie van Student
Support en van de opleidingen is gescreend op juistheid en relevantie.
Er is in oktober 2013 een begin gemaakt met de derde fase van de aanpassing van de Engelstalige website. Zoals ook de QS Stars audit bevestigde is het zichtbaar maken van het onderzoek van de HAN en haar
onderzoekers van belang voor haar ambitie een interessante internationale partner te zijn voor samenwerking in onderzoek en onderwijs.
Borging onderwijskwaliteit tijdens studie en stage in het
buitenland
Door verscherpte eisen aan de borging van onderwijskwaliteit (ook in
het buitenland) zijn examencommissies voorzichtig en terughoudend
met het toekennen van buitenlandse studies en stages. Voorkomen
moet worden dat groei van mobiliteit en buitenlandervaring hieronder lijden. Daartoe is overleg en samenwerking gestart met de afdeling
HAN Kwaliteitszorg.
QS Stars international audit
De HAN heeft zich in 2013 als eerste Nederlandse hogeschool internationaal laten beoordelen door de organisatie QS Stars. De data voor
de internationale audit zijn in het voorjaar van 2013 aangeleverd aan
de analisten in London. Aan de hand van een vaste set criteria en een
waardering van maximaal vijf sterren is duidelijk geworden hoe de HAN
zich als hoger onderwijsinstelling positioneert in internationale vergelijking. Gemiddeld ontving de HAN een kwalificatie met twee sterren, met
sterke uitschieters op deelaspecten. Meer dan vermeldenswaard zijn de
vier sterren voor onderwijs.
Internationale Campus en Student Activity Programme
In het najaar van 2013 is een onderzoek gestart naar de mogelijkheden
om per campus een zogenaamd student activity programme te realiseren dat gericht is op het versterken van een internationaal leef- en werkklimaat op de HAN, dat tevens de mogelijkheden biedt voor nationa-
51
HAN Jaarverslag 2013 | Onderwijs
le studenten om in contact te treden met internationale diploma- en
exchange-studenten. Het rapport en de daar genoemde adviezen voor
implementatie krijgen hun beslag in 2014.
Mobiliteit
De HAN heeft 289 bilaterale uitwisselingscontracten met 208 partner­
instellingen in Europa en 81 buiten Europa. De uitgaande (exchange stu­
dents) mobiliteit is groter dan de inkomende. (Zie verder onder Notitie
Helderheid Uitwisseling in hoofdstuk 8 en bijlage F.)
Het aantal internationale studenten dat aan de HAN studeert voor een
diploma (degree students) was per 1 oktober 2013 2.425 studenten. Uit
onderstaand overzicht wordt duidelijk waar deze studenten vandaan
komen.
Duitsland 1814
D
Azie
301
Oost-Europa
102
West-Europa
60
Zuid-Europa
29
Zuid-Amerika
7
Noord-Amerika
Totaal overig
52
11
101
HAN Jaarverslag 2013
Onderzoek
53
HAN Jaarverslag 2013 | Onderzoek
Visie op praktijkgericht onderzoek
Onderzoek is niet meer weg te denken uit het hoger beroepsonderwijs;
het hoort bij de HAN en krijgt steeds meer een natuurlijke plek in wat
we doen. Ons onderzoek is praktijkgericht, innovatief en draagt bij aan
de kwaliteitsverbetering van ons onderwijs. De vraagstelling van het
praktijkgerichte onderzoek wordt ingegeven door de beroepspraktijk.
Het onderzoek vindt plaats in netwerken met interne en externe stakeholders en is vaak multi- en interdisciplinair van aard. Het genereert
kennis, inzichten en producten die bijdragen aan de ontwikkeling van
de beroepspraktijk en aan de opleidingen van de HAN. In 2016 wil de
HAN voor alle opleidingen een inhoudelijk dekkend aanbod aan (associate) lectoraten gerealiseerd hebben.
Verbinding van onderzoek met het onderwijs
Het praktijkgerichte onderzoek van de HAN is nauw verweven met ons
onderwijs en maakt integraal deel uit van de kwaliteitsagenda voor het
onderwijs. De verbinding tussen onderzoek en onderwijs wordt intensief vormgegeven.
Prestatieafspraak: implementatie leerlijn onderzoek (IP6/OCW 6/7)
Met de implementatie van de leerlijn onderzoek lopen we op schema.
Bij de Faculteit Educatie en de Faculteit Economie en Management is
de doelstelling al gerealiseerd. De Faculteit Gezondheid, Gedrag en
Maatschappij en de Faculteit Techniek verwachten de doelstelling van
100% per studiejaar 2015-2016 te hebben bereikt.
Percentage opleidingen met een leerlijn onderzoek (voltijd)
2011
2012
W-2013
B-2013
Doelstelling 2016
2011-2012
2012-2013
2013-2014
2013-2014
2015-2016
69%
72%
77%
76%
100%
Bron: Meting leerlijn onderzoek 2013-2014 (Service Unit Onderwijs & Onderzoek)
Aansluitend op de verscherpte aandacht op standaard 3 van het NVAOaccreditatiekader worden de lectoren en kenniscentra actief betrokken
54
HAN Jaarverslag 2013 | Onderzoek
bij de kwaliteitsborging van de doorlopende leerlijn onderzoek. Naast
de opscholing van docenten naar een masterniveau is in 2012 en 2013
vanuit centrale middelen geïnvesteerd in de ontwikkeling van een cursus waarmee alle hbo-opgeleide docenten de komende jaren worden
geschoold in de principes van onderzoek. Docenten met een academische achtergrond kunnen ook deelnemen aan de cursus. Docenten die
geen aantoonbare onderzoekservaring hebben, zullen op termijn geen
afstudeerstudenten meer kunnen begeleiden.
Om de verbinding onderwijs en onderzoek te versterken is het beleidsprogramma Onderzoek in 2013 samengevoegd met de Service Unit Onderwijs tot een nieuwe centrale eenheid: de Service Unit Onderwijs &
Onderzoek.
In het voorjaar van 2013 is het proces afgerond waarbij de functieprofielen van docent en hoofddocent verder zijn uitgewerkt en geactualiseerd
wat betreft vereiste competenties voor het doen van onderzoek. De Medezeggenschapsraad heeft zijn instemming verleend.
Lectoren en kenniscentra
Het afgelopen jaar is het aantal aangestelde lectoren stabiel gebleven.
Over heel 2013 waren 41 lectoren, acht associate lectoren en een bijzonder lector bij de HAN werkzaam. In 2013 is een aantal lectoren en
associate lectoren benoemd en zijn er enkele lectoren vertrokken (zie
het overzicht in bijlage D). Het jaar 2013 betekende tevens de introductie van de stola, als uiterlijk teken van het ambt van lector. De stola zal
worden gedragen bij officiële gelegenheden als de opening van het hogeschooljaar, de installatie van collega-lectoren of promotieplechtigheden. Alle zittende HAN-lectoren werden in 2013 tijdens een tweetal besloten feestelijke bijeenkomsten door het College van Bestuur officieel
bekleed met de stola. Daarnaast hielden vijf lectoren hun intreerede en
werden bij die gelegenheid geïnstalleerd: dr. Vincent Wiegel als lector
Lean, dr. ir. Jannes Slomp als lector World Class Performance, dr. Marijke Elferink-Gemser als lector Herkennen en Ontwikkelen van Sporttalent, dr. Stijn Hoppenbrouwers als lector Model-based Information
Systems en dr. Loek Nieuwenhuis als lector Beroepspedagogiek. Twee
langer zittende lectoren: dr. Dick Lenior, Mens-Computer Interactie, en
55
HAN Jaarverslag 2013 | Onderzoek
dr. ir. René Bakker, Networked Applications, hielden een lectorale rede.
De HAN heeft haar lectoraten en het onderzoek geclusterd in zeven facultaire kenniscentra: Kwaliteit van Leren (Faculteit Educatie), Business
Development and Co-creation (Faculteit Economie en Management),
HAN SOCIAAL (Faculteit Gezondheid, Gedrag en Maatschappij), Duurzame Zorg (Faculteit Gezondheid, Gedrag en Maatschappij), Revalidatie, Arbeid, Sport (Faculteit Gezondheid, Gedrag en Maatschappij),
Publieke zaak (Faculteit Gezondheid, Gedrag en Maatschappij), Technologie en Samenleving (Faculteit Techniek).
De organisatie van deze kenniscentra is na de experimenteerperiode 2011-2012 in het voorjaar van 2013 geëvalueerd. Op grond daarvan is besloten tot de positionering van de kenniscentra als een
aparte eenheid in de faculteiten onder aansturing van een ‘leading
lector’. De faculteitsdirecteur blijft de leidinggevende van de lectoren. De leading lector voert regie op de inhoudelijke samenhang en
onderlinge afstemming van de activiteiten in het kenniscentrum, is
verantwoordelijk voor de kwaliteitszorg onderzoek en vertegenwoordigt het kenniscentrum in de facultaire besluitvormingsstructuur.
In 2013 hebben vrijwel alle kenniscentra een aangescherpte missie geformuleerd en hun onderzoekslijnen verder uitgewerkt.
Onderzoeksvolume
Prestatieafspraak: aantal fte voor onderzoek (IP/OCW 5/6)
Om de positie van het onderzoek te versterken, wil de HAN haar onderzoeksvolume uitbreiden. In de prestatieafspraken van de HAN staat
geformuleerd dat het aantal fte voor onderzoek groeit en in 2016 op
135 fte komt. Dit aantal komt eind 2013 uit op 140,27 fte. Het College
van Bestuur reserveert jaarlijks een bedrag voor onderzoek. Daarnaast
wordt een deel van de beoogde groei van het onderzoek gefinancierd
uit externe middelen. Hier geldt de prestatieafspraak (IP/OCW 7/8)
dat in 2016 elke faculteit per fte lector minimaal €150.000,- uit externe
(tweede, derde en vierde) geldstromen verwerft en streven we naar een
(HAN-breed) gemiddelde van €200.000,- per fte lector. In 2013 was dat
HAN-breed gemiddeld €214.800,- per fte lector, maar slaagde nog niet
elke faculteit erin de ondergrens van €150.000,- per fte lector te behalen.
56
HAN Jaarverslag 2013 | Onderzoek
Verbinding met centres of expertise/ontwikkeling minoren en masters
In de prestatieafspraken heeft de HAN aangegeven te streven naar een
uitbouw van haar assortiment van professionele masteropleidingen en
unieke minoren in lijn met haar keuzes voor speerpunten. Dit streven is
in 2013 voortvarend opgepakt door de centres of expertise, waarbij het
gaat om het verder ontwikkelen van bestaande masters als Engineering
in Automotive Systems, Neurorevalidatie en Innovatie, en Control Systems Engineering. In 2013 was een zevental masterprogramma’s ten behoeve van de aansluiting met een centre of expertise in uitvoering of in
ontwikkeling. Het aantal (beoogde) deelnemers aan een master varieert
van 20 tot 25 studenten.
In 2013 hebben centres of expertise zich verbonden met 21 minoren.
Zes hiervan zijn nog in ontwikkeling en zullen starten in september
2014. Ook de meeste overige minoren zijn van prille datum en draaien
in het studiejaar 2013-2014 voor de eerste keer. De instroom van studenten varieert van 11 tot circa 80 per minor. De centres of expertise
zijn erin geslaagd bedrijfsleven en instellingen een voorname rol te
geven in het onderwijs, door hen in te zetten bij de inhoudelijke ontwikkeling, projecten, gastcolleges en het aandragen van casuïstiek.
Naast unieke minoren en masters ontwikkelt een aantal centres of expertise ook specifieke bachelortrajecten (zoals leerwerktrajecten voor
de energiesector) en honoursprogramma’s. Dit alles in het kader van de
Human Capital Agenda’s van de betreffende sectoren.
Kwaliteitszorg onderzoek
Externe evaluatie onderzoek
Op 25 januari heeft de externe evaluatie van het Kenniscentrum Duurzame Zorg van de Faculteit Gezondheidszorg, Gedrag en Maatschappij plaatsgevonden. Het definitieve evaluatierapport is op 28 mei 2013
verschenen.
57
HAN Jaarverslag 2013 | Onderzoek
De oordelen zijn als volgt:
Onderwerp
Oordeel
1.Missie
voldoende
2.Onderzoeksprofiel
voldoende
3. Werkprogramma en portfolio
voldoende
4. Inbedding en positionering binnen de HAN
goed
5. Samenwerkingsverbanden en interne relaties
goed
6. Omvang van de onderzoekseenheid
voldoende
7. Kwaliteit van de onderzoekers
goed
8. Kwaliteitszorg van de onderzoekseenheid
voldoende
9. Publicaties, presentaties e.a. producten van onderzoek
goed
10. Output, impact en waardering
goed
Het Kenniscentrum Duurzame Zorg heeft inmiddels een verbeterplan
gemaakt naar aanleiding van deze uitslag.
Het Kenniscentrum Revalidatie, Arbeid en Sport heeft in 2013 onder begeleiding van de afdeling HAN Kwaliteitszorg gewerkt aan een zelfevaluatie, als voorbereiding op de externe evaluatie die in 2014 zal plaatsvinden. De Kenniscentra Publieke Zaak en Technologie en Samenleving
zijn in 2013 gestart met het schrijven van zelfevaluaties ter voorbereiding op de externe onderzoeksevaluatie in 2014.
Het Kenniscentrum Kwaliteit van Leren is begonnen met een midterm
review, die in 2014 wordt afgerond.
Kennisdisseminatie
Medewerkers van de HAN brengen op uiteenlopende manieren de
resultaten van hun onderzoek naar buiten. Het gaat bijvoorbeeld om
protocollen, producten, workshops, lezingen, onderwijs, communities of practice, publicaties in vakbladen en wetenschappelijke publicaties. De keuze voor een kennisproduct heeft alles te maken met de
domeinen waarop ons praktijkgerichte onderzoek zich richt: onderwijs,
beroepspraktijk en maatschappij, en kennisdomein. Aangezien we de
zichtbaarheid van ons onderzoek en van onze kennisproducten kunnen
58
HAN Jaarverslag 2013 | Onderzoek
vergroten, zijn er afspraken gemaakt rondom kennisdisseminatie- en
publi­catiebeleid. Er is een kennisdisseminatiekaart opgesteld, die de
kenniscentra helpt bij het zicht krijgen op hoe hun kennisproducten zich
verhouden tot de diverse doelgroepen/stakeholders en hen helpt bij het
formuleren van streefindicatoren. Verder is afgesproken dat de kennisproducten die HAN-medewerkers maken zoveel mogelijk open access
beschikbaar worden gesteld. Onder meer daarvoor is in het voorjaar
van 2013 de website ‘Verwerken en Delen’ gelanceerd om zoveel mogelijk publiek gefinancierd onderzoek beschikbaar te maken. De website
valt dan ook volledig onder een zogenoemde Creative Commons-licentie, wat betekent dat iedereen de tekst van de website mag gebruiken
zolang deze maar voor iedereen toegankelijk blijft. De website wordt zowel binnen als buiten de HAN veel bezocht, vooral ook op de aspecten
auteursrechten en bronvermelding.
59
HAN Jaarverslag 2013
Beroepspraktijk
en regio
60
HAN Jaarverslag 2013 | Beroepspraktijk en regio
Onderwijs en praktijkgericht onderzoek zijn onlosmakelijk verbonden
met de beroepspraktijk. De HAN richt zich hierbij in eerste instantie
op de brede regio, inclusief de euregio. Ook in 2013 zijn we flink aan de
slag gegaan om die verbinding verder te intensiveren.
Aansluiting bij maatschappelijke en
economische topsectoren
Zoals in het Instellingsplan ‘Kennis in interactie’ verwoord, is de HAN
ervan overtuigd dat kennis(circulatie) de motor is van maatschappelijke
en economische ontwikkeling. De focus in economische ontwikkeling
en dus ook in samenwerking daarbinnen met bedrijven, instellingen
komt in toenemende mate te liggen op de landelijke topsectoren en
de doorvertaling daarvan in de regionale en provinciale economische
en maatschappelijke speerpunten en programma’s. In haar proces van
zwaartepuntvorming (dieptestrategie) sluit de HAN hier dan ook nauw
op aan. Dit heeft geleid tot de keuze voor negen speerpunten/centres
of expertise. Het Centre of Expertise Logistiek wordt ontwikkeld samen
met vijf collega-hogescholen.
Speerpunten/centres of expertise
Faculteit
Automotive
Techniek
Duurzame (Elektrische) Energie
Techniek
Biodiscovery
Techniek
Sneller Herstel
Gezondheid, Gedrag en Maatschappij
Krachtige Kernen
Gezondheid, Gedrag en Maatschappij
Sport- en Beweegtalent
Gezondheid, Gedrag en Maatschappij
Leren met ict
Educatie
Ondernemen en Ondernemerschap
Economie en Management
Logistiek
Economie en Management
61
HAN Jaarverslag 2013 | Beroepspraktijk en regio
Met een speerpunt willen we een antwoord geven op de specifieke behoeften in de desbetreffende sector in termen van voldoende gekwalificeerde beroepskrachten, vergroten van het innovatief vermogen en
(nieuw) ondernemerschap. Een speerpunt vormt een samenhangend
geheel van opleidingen, praktijkgericht onderzoek en kennisvalorisatie.
Excellentie en profilering vormen daarbij de sleutelbegrippen. Speerpunten/centres of expertise worden georganiseerd in de vorm van programma’s die dwars door de bestaande organisatorische entiteiten van
kenniscentra en onderwijs (bachelor, master, Leven Lang Leren) heenlopen. Bij voorkeur heeft een speerpunt een internationale en/of euregionale dimensie. Vanuit een speerpunt wordt interfacultaire en multidisciplinaire samenwerking gestimuleerd en mogelijk gemaakt.
Vraagsturing vanuit de sector staat bij de ontwikkeling van een speerpunt centraal. Nauwe samenwerking met regionale bedrijven, instellingen, overheden en andere publieke organisaties is een voorwaarde voor
succes. Alle speerpunten worden dan ook vormgegeven als een centre
of expertise en gedragen door een publiek-private dan wel publiek-publieke samenwerking.
Ontwikkeling speerpunten/centres of
expertise
Twee speerpunten zijn binnen het kader van de prestatieafspraken met
het ministerie van OCW door de Review Commissie beoordeeld als officiële centres of expertise (CoE’s) en komen in aanmerking voor een
additionele financiering van €1 miljoen gedurende vier jaar. Dit betreft
Duurzame Elektrische Energie en Logistiek. Automotive is in een eerdere ronde voor CoE’s al goedgekeurd.
Ten behoeve van de ontwikkeling van de centres of expertise heeft het
College van Bestuur van de HAN een investeringsfonds ingesteld in de
omvang van €10 miljoen. Toekenning van middelen uit dit fonds vindt
plaats op basis van een positieve beoordeling van het businessplan van
het desbetreffende centre of expertise.
62
HAN Jaarverslag 2013 | Beroepspraktijk en regio
Daarbij zijn de volgende criteria gehanteerd:
• Is er voldoende vertrouwen in succesvolle ontwikkeling van het businessplan op basis van aanwezige deskundigheid en trackrecord?
• Is het centre of expertise voldoende ingebed in de omgeving (vraagsturing, actieve inbreng van private en/of publieke partijen in financiering, ontwikkeling en governance)?
• Is er sprake van een heldere en concrete visie, strategie en programmering voor vier jaar?
• Is het activiteitenplan voor het eerste jaar voldoende concreet en
meetbaar, ook wat betreft financiële en personele consequenties?
• Bevat het businessplan een sluitend en navolgbaar exploitatieoverzicht?
• Is er sprake van een heldere strategie richting verduurzaming van het
CoE na 2016?
• Levert het CoE een voldoende bijdrage aan het behalen van de prestatieafspraken in het instellingsplan 2012-2016?
In 2013 zijn de volgende middelen uit dit investeringsfonds toegekend:
Speerpunt
Automotive (ACE)
Toekenning
2013
2014
2015
2016
k€ 40
k€ 100
Reservering
k€ 128,4
Reservering
k€ 157,4
Reservering
k€ 74,2
Leren met ict
k€ 249
k€ 440
k€ 278
k€ 283
Biodiscovery
k€ 375
k€ 465
k€ 250
k€ 150
Sneller Herstel
k€ 352
Reservering
k€ 455
Reservering
k€ 282
Reservering
k€ 161
Duurzame Elektrische Energie (SEECE)
k€ 200
k€ 400
k€ 350
k€ 300
Krachtige Kernen
k€ 247
Reservering
k€ 391
Reservering
k€ 310
Reservering
k€ 295
Sport- en Beweegtalent
k€ 198
k€ 373
k€ 356
k€ 321
Ondernemen en Ondernemerschap
Binnen het investeringsfonds is een reservering opgenomen van k€1.250
voor de ontwikkeling van dit CoE. Het businessplan is in voorbereiding.
Logistiek
Binnen het investeringsfonds is een reservering opgenomen van k€750
voor de ontwikkeling van het HAN-deel van dit CoE. Een businessplan
voor het HAN-deel van dit CoE is in voorbereiding.
63
HAN Jaarverslag 2013 | Beroepspraktijk en regio
In november 2013 heeft een eerste tussenrapportage plaatsgevonden
van de goedgekeurde centres of expertise. De beoordeling van deze tussenrapportages stemt positief wat betreft de ontwikkeling van onze centres. De publiek-private dan wel publiek-publieke samenwerking krijgt
binnen elk CoE concreet en in voldoende mate vorm in samenwerkingsen investeringsafspraken. Daarmee is vraagsturing geborgd. Nieuwe
opleidingsarrangementen gericht op de Human Capital Agenda’s van
de sectoren zijn of worden ontwikkeld (duale opleidingen, minoren, honoursprogramma’s en masters), de onderzoeksprogrammering krijgt
vorm en in samenwerking met het project Gelderland valoriseert! wordt
een impuls gegeven aan de noodzakelijke innovatie in de sectoren.
Daarbij is een belangrijke rol weggelegd voor onze lectoraten en onze
studenten in zogenaamde innovatielabs of fieldlabs per CoE. Positief
is verder dat steeds meer opleidingen en lectoraten/kenniscentra ook
over de grenzen van de faculteiten heen zich verbinden op de CoE’s
waardoor multidisciplinariteit verder vormkrijgt. Ook slagen de CoE’s
er in toenemende mate in additionele financiering te verwerven (onder
andere onderzoekssubsidies, projectfinanciering via de Provincie Gelderland en post-initieel onderwijs).
Internationaal worden de kansen op de nieuwe InterReg-programma’s en Horizon 2020 verkend en in een aantal gevallen al concreet
gestalte gegeven in aanvragen. De HAN, in de persoon van dr. Bregje
de Vries, lector Ontwerpen van Innovatieve Leerarrangementen, participeert in het in 2013 goedgekeurde project ‘Ark of Inquiry: Inquiry
Awards for Youth over Europe’. Dit is een project binnen het zogeheten Zevende Kaderprogramma, onderdeel Capacities, Science in Society (FP7-Science-In-Society). Het totale projectbudget bedraagt bij aanvraag bijna €2,8 miljoen, met een bijdrage vanuit de EU van bijna €2,5
miljoen. De HAN neemt deel in verschillende werkpakketten. De kickoff van het project vond plaats in maart 2014.
64
HAN Jaarverslag 2013 | Beroepspraktijk en regio
Tussentijdse beoordeling door Review Commissie
De twee centres of expertise die voor additionele overheidsbekostiging
van €1 miljoen in aanmerking komen, Duurzame Elektrische Energie ofwel het Sustainable Electrical Energy Centre of Expertise (SEECE) en Logistiek, zijn door de Review Commissie in 2013 tussentijds geëva­lueerd.
Het CoE Logistiek is een samenwerkingsverband van zes hogescholen.
Verantwoording van de voortgang gebeurt via de penvoerder, de Hogeschool van Amsterdam. De Review Commissie heeft de voortgang als
voldoende beoordeeld, met daarbij als opmerking dat de toegevoegde
waarde van een landelijk CoE meer tot uitdrukking moet komen. De nadruk ligt nu nog te veel op de eigen regio en specifieke terreinen van de
afzonderlijke hogescholen. Tevens moet er meer aandacht komen voor
het identificeren van haalbare businessmodellen om op termijn een financieel duurzame publiek-private samenwerking te kunnen realiseren.
In het advies van de Review Commissie aan de Minister van OCW over
SEECE (Duurzame Elektrische Energie) concludeert de commissie ten
aanzien van de criteria integrale zwaartepuntvorming en co-financiering: het CoE heeft goede voortgang geboekt om in 2014 de vereiste
solide basis te realiseren die vertrouwen biedt voor een financieel en
inhoudelijk duurzaam publiek-private samenwerking. Deze conclusie
wordt ook bevestigd in de door het Platform Bèta Techniek uitgevoerde
sterkte/zwakte-analyse van dit centre. Kernpunten uit de analyse zijn:
• Het is een herkenbaar centrum dat aansluit bij een regionaal economisch zwaartepunt.
• De focus op elektrotechniek is onderscheidend ten opzichte van
andere hogescholen.
• Onderscheidend ten opzichte van andere aanbieders is de mogelijkheid om multidisciplinair te werken aan bedrijfsvraagstukken.
• SEECE sluit aan op strategische Human Capital-vraagstukken van
de grote bedrijven en op innovatievraagstukken van het midden- en
kleinbedrijf.
65
HAN Jaarverslag 2013 | Beroepspraktijk en regio
Kennisvalorisatie
Prestatieafspraak: personele inzet en middelen voor valorisatie en
ondernemerschap en omzet contractonderwijs (IP8,9,10/OCW9,
10,11)
€ x 1000
Personele inzet valorisatie fte
Personele inzet valorisatie fte %
Middelen voor valorisatie
Idem als % van baten
Omzet contractonderwijs
Idem als % van baten
2011
2012
2013
Streefwaarde
2016
190
-
214
8,0%
-
8,7%
8,0%
€ 14.200
-
€ 16.981
5,5%
-
6,2%
5,5%
€ 11.087
€ 11.477
€ 10.469
4,3%
4,4%
3,8%
6,0%
Middelen voor valorisatie en ondernemerschap laten een stijging zien
van 0,7% ten opzichte van de nulmeting in 2011. Dit wordt vooral veroorzaakt door de start van de zeven nieuwe centres of expertise rondom
onze zwaartepunten in 2013. Het betreft hier met name de eigen middelen uit het investeringsfonds voor de ontwikkeling van deze centres
of expertise (€10 miljoen voor vier jaar).
De omzet van de contractafdelingen laat ten opzichte van 2012 een daling zien van 0,6%. Naast ontwikkelingen in de markt van het contractonderwijs is deze daling vooral toe te schrijven aan het faillissement
van Interstudie BV (handelsnaam Interstudie NDO). Een deel van deze
BV heeft een doorstart gemaakt door overname door onderwijsadviesbureau Marant.
De HAN intensiveert haar beleid om kennis beschikbaar te stellen en
geschikt te maken voor economische en maatschappelijke benutting.
Behalve lectoren, onderzoekers en docenten, leveren ook studenten
daaraan een belangrijke bijdrage. Een goed functionerend en succesvol
instrument vormen de zogenoemde innovatiehubs. Voor de ontwikkeling van dergelijke hubs is een snel toenemende belangstelling bij bedrijven. Een afgestudeerde werft, coacht en begeleidt binnen een bedrijf
stagiairs en afstudeerders waardoor de aanvoer van ‘frisse kennis’ en
innovatieve ideeën wordt gewaarborgd en daarmee ook de verbinding
tussen bedrijf en kennisinstelling.
66
HAN Jaarverslag 2013 | Beroepspraktijk en regio
Ontwikkeling integrale visie op valorisatie binnen de HAN
Een gemeenschappelijke visie op valorisatie vormt de basis voor de verdere ontwikkeling van de valorisatieagenda van de HAN. Onder begeleiding van prof. dr. Paul Iske is in nauwe samenwerking met diverse
betrokkenen bij valorisatie gewerkt aan het ontwikkelen van deze visie.
Het resultaat is gerapporteerd onder de titel ‘het HAN valorisatie-GEN’.
De notitie is vastgesteld als strategisch beleidskader voor valorisatie.
Een publieksversie van de valorisatiestrategie van de HAN is vervat
in de brochure ‘Leren valoriseren’. Deze is aan HAN-medewerkers gepresenteerd in een succesvolle eerste conferentie over valorisatie op
10 oktober 2013.
Naar een Centrum voor Valorisatie en Ondernemerschap
(CvVO)
We willen de versnippering van onze valorisatieactiviteiten tegengaan
met de oprichting van het Centrum voor Valorisatie en Ondernemerschap, CvVO. In dit centrum worden de bestaande voorzieningen op
deze terreinen gebundeld. Het CvVO wordt een interfacultaire afdeling
en werkt in dienst van de faculteiten en het College van Bestuur.
Diensten die vanuit het CvVO verleend zullen worden:
• Ondernemerschapsonderwijs (Ontwikkeling en uitvoering minoren,
student companies, curriculumontwikkeling, professionalisering,
projecten)
• Valorisatie (instrumentontwikkeling, advisering infrastructuur en
financiering, business development, projectleiding)
• Alliantievorming en netwerkontwikkeling (ondersteuning, advisering,
projectleiding)
• Subsidieverwerving
• Externe en interne contacten en netwerken onderhouden
• Onderzoek.
Het CvVO vormt ook een verbindende schakel naar de valorisatiecoördinatoren die per faculteit zijn aangesteld om vooral de verworvenheden
van het project Gelderland valoriseert! te verankeren en de ontwikkeling
van een facultaire valorisatiestrategie te stimuleren. De focus voor valorisatie op faculteitsniveau ligt vooral op de centres of expertise en de
onderzoeksprogramma’s van de kenniscentra.
67
HAN Jaarverslag 2013 | Beroepspraktijk en regio
Gelderland valoriseert!
Het project Gelderland valoriseert! (totale budget €12,5 miljoen tot
2017, waarvan €5 miljoen subsidie van het ministerie van Economische
Zaken) heeft tot doel interactie op gang te brengen tussen kennisinstellingen, bedrijven en overheden en zo een bijdrage te leveren aan het benutten van kennis en het versnellen van innovaties. Binnen het project
Gelderland valoriseert!, dat zich richt op de thema’s energie, creatieve
industrie en chemie, zijn tot en met december 2013 de volgende resultaten behaald:
Kpi’s Gelderland valoriseert!
Totaal
Realisatie
Percentage
Doel 2012
t/m 2017
2012/
2013
% realisatie
(norm 33%)
Onderwijsactiviteit: Innovatieve broedplaatsen
Aantal gescoute ideeën
Aantal betrokken studenten en bedrijven
Aantal gerealiseerde innovaties
80
150
40
60
187
14
75%
125%
35%
Onderwijsactiviteit: Innovatiekamp
Aantal innovatiekampen
Aantal deelnemers
Aantal onderzochte casussen
11
165
33
23
274
36
209%
166%
109%
Vraagarticulatie , scouten en screenen
Aantal leads (eerste fase)
Aantal gescoute ideeën
Aantal beoordeelde plannen
810
300
150
489
185
112
60%
62%
75%
3
90
3
35
100%
39%
Pre-seed (4 jaar, norm 50%)
Aantal aanvragen voor pre-seed
Aantal toegekende aanvragen
Bedrag toegekende leningen (x €1000,-)
44
22
1100
14
11
520
32%
50%
47%
Proof of Concept (4 jaar, norm 50%)
Aantal aanvragen
Aantal toegekende aanvragen
Bedrag toegekende leningen (x €1000,-)
80
40
2000
24
17
1250
30%
43%
63%
GVN, Gelders Valorisatie Netwerk
Aantal keer succesvol bemiddeld
Aantal keer gebruik faciliteiten door MKB
1500
60
555
21
37%
35%
Netwerkfaciliteiten
Aantal bedrijvenkringen
Aantal innovatieve starters
Conclusie: nagenoeg alle kritieke prestatie-indicatoren (kpi's) zijn per eind december 2013 (zeer) ruim boven de
norm.
68
HAN Jaarverslag 2013 | Beroepspraktijk en regio
De HAN is binnen Gelderland valoriseert! trekker van het werkpakket
Energie. Inmiddels zijn er binnen dit werkpakket 16 bedrijven/innovatieprojecten goedgekeurd voor financiering (zowel pre-seed als proof of
concept fonds). Met deze financiering kan een (startende) ondernemer
de eerste stappen zetten richting een prototype en/of het starten van
een bedrijf. Enkele voorbeelden van recent gehonoreerde projecten/bedrijven:
• MX polymers: nieuwe polymeer membranen (gepatenteerde monomeren en polymeren) voor brandstofcellen.
• Beste renovatieconcept: verduurzaming in de gebouwde omgeving;
leidt tot significante energiebesparing voor bestaande woningen.
Met de methode van de innovation bootcamps worden innovatieve ideeën (van buiten of van binnen de HAN) uitgewerkt en doorontwikkeld. Er
hebben inmiddels 15 van deze bootcamps plaatsgevonden binnen het
thema energie. Daarnaast zijn er ook bootcamps opgezet als cross-over
tussen energie enerzijds en creatieve industrie anderzijds. Twee voorbeelden van deze laatste (cross-over) categorie zijn:
• Schermenproject: in lege winkels worden interactieve schermen geplaatst waarmee het culturele aanbod in de stad op een aantrekkelijke
manier onder de aandacht kan worden gebracht.
• SITA: afvalverwerkingsbedrijf SITA wil voor verschillende van haar
reststromen nieuwe toepassingen verkennen. Via de HAN-opleiding
Industrieel Product Ontwerp en de ArtEZ-opleiding Productdesign
zijn diverse creatieven/productontwerpers gemobiliseerd die in een
creatieve sessie nieuwe producten op basis van afval hebben uitgewerkt.
Een nieuwe activiteit binnen het werkpakket Energie is de portal energienext.nl, die in samenwerking met SEECE en Upstream (bedrijf voor
online marketing) is opgezet. Recent zijn ook de partijen Green Tech
Alliances (KiEMT) en Energy Made in Arnhem (netwerk met meer dan
100 partners) toegetreden. De site is operationeel en er wordt nu een
businessplan gemaakt voor de doorontwikkeling.
Er is sprake van een verbreding en verankering van valorisatieactiviteiten over de volle breedte van de HAN. Zo is eind oktober 2013 de
69
HAN Jaarverslag 2013 | Beroepspraktijk en regio
hiervoor genoemde HAN-brede conferentie over valorisatie georganiseerd en zijn er op 10 oktober (Dag van de Duurzaamheid), naast het al
bestaande innovatielab Duurzame Energie twee nieuwe innovatielabs
(waar studenten kunnen werken aan innovatievragen van bedrijven) gelanceerd: een voor Duurzaam Bouwen en een voor Automotive.
Alumnibeleid
In het instellingsplan voor de periode 2012-2016 staat het voornemen
om een onderzoek te verrichten naar de mogelijkheden van een alumnibeleid voor de HAN. Begin 2013 is dit onderzoek afgerond en gepubliceerd onder de titel: Een levenlang trots op de HAN – over het wederzijdse
nut van een duurzame relatie tussen de HAN en haar alumni. Het rapport
bevat een pleidooi om een HAN-breed gedragen alumnibeleid te ontwikkelen. De algemene conclusie luidt dat de HAN haar alumnibeleid
verder dient te ontwikkelen, want we laten nu kansen liggen. In de loop
van 2014 gaan we na wat de gewenste opzet is voor een alumnibeleid.
Integraal relatiebeheer
De HAN onderhoudt vele en wat betreft doelstelling verschillende relaties met een grote hoeveelheid stakeholders, zowel wat betreft de
instroom, doorstroom en uitstroom van studenten als wat betreft de
relaties op het terrein van onderzoek en valorisatie. Conclusie is dat de
HAN goed verbonden is met de omgeving, maar dat zich ook een aantal
structurele knelpunten voordoet, zoals het ontbreken van een gemeenschappelijke visie, overzicht en beheersbaarheid. Dit heeft geleid tot
een voorstel voor een voorfase-onderzoek naar de mogelijkheden van
een HAN-breed relatiemanagementsysteem. Dit onderzoek is gestart in
het najaar van 2013. Rapportage hierover volgt in het voorjaar van 2014.
70
HAN Jaarverslag 2013 | Beroepspraktijk en regio
Ondernemerschap
Centrum voor Ondernemerschap (CvO)
Prestatieafspraken ondernemerschapsonderwijs
‘De HAN wil meer koersen op ondernemerschapsonderwijs, mede
omdat het werkveld en de regio daar expliciet om gevraagd hebben als
zijnde een sterk punt van de HAN.’3 In de prestatieafspraken hebben
we drie afspraken opgenomen over de omvang van het ondernemerschapsonderwijs in ons opleidingsaanbod. Twee afspraken hebben betrekking op de major, en een op het minordeel van ons onderwijs.
2013
B-2013
Doelstelling
2016
Voltijdopleidingen met minimaal tussen
1% en 3% ondernemerschapsonderwijs
47%
n.v.t.
65%
Voltijdopleidingen met meer dan 3% ondernemerschapsonderwijs
43%
n.v.t.
30%
3,4%
3,8%
1%
Afgestudeerden die de minor Ondernemerschap hebben gevolgd
Ondernemerschapsonderwijs in de major
De voortgang op de eerste twee afspraken is in kaart gebracht met een
nulmeting door het Centrum van Ondernemerschap op basis van een
definitie die aansluit op de diversiteit aan beroepspraktijken. In de nulmeting is onder ondernemerschapsonderwijs verstaan die onderwijsactiviteiten die gericht zijn op het aanleren van kennis, vaardigheden en
attitudes die nodig zijn voor ondernemend gedrag en handelen. Daarbij worden vier niveaus onderscheiden, te weten: bewustwording, leren
ondernemen, starten en groeien. Uitgangspunt voor de nulmeting zijn
geweest de beschrijvingen van de onderwijseenheden horende bij de
Onderwijs- en Examenregeling van cohort 2012-2013. De resultaten van
de nulmeting wijzen uit dat de helft van de opleidingen ondernemer3
Uit: Advies prestatieafspraken RCHOO aan de minister van OCW september 2012
71
HAN Jaarverslag 2013 | Beroepspraktijk en regio
schapsonderwijs heeft opgenomen in het curriculum, vooral geconcentreerd in het eerste en tweede leerjaar gericht op bewustwording (niveau 1) en leren ondernemen (niveau 2).
De nulmeting was een eerste constructieve poging om het ondernemerschapsonderwijs binnen de HAN in beeld te brengen en de omvang ervan te meten. De resultaten van de nulmeting staan niet op zichzelf. Ze
vormen ook het aangrijpingspunt voor het aanscherpen van de dialoog
over wat we nu precies onder ondernemerschapsonderwijs verstaan in
relatie tot het gewenste (ambitie)niveau van het ondernemerschapsonderwijs. De definitie voor ondernemerschapsonderwijs zal in 2014 verder worden uitgewerkt.
Ontwikkeling minoren Ondernemen, Ondernemen & Innovatie en
Adviseren
Het percentage afgestudeerden (2012-2013) dat een minor Ondernemen
of Ondernemen & Innovatie heeft gevolgd bedroeg 3,4%, ofwel 119 studenten. Het percentage ligt iets lager dan in het voorgaande jaar (3,8%).
De verwachting is dat het percentage de komende jaren weer zal toenemen gezien de toename van het aantal inschrijvingen voor deze minoren.
In het studiejaar 2012-2013 zijn we in februari 2013 met de minor Ondernemen en met de minor Ondernemen & Innovatie gestart, beide
voor de voltijd en deeltijd. In totaal waren er 87 inschrijvingen voor deze
minoren.
In het eerste semester van het studiejaar 2013-2014 waren er voor beide
minoren in totaal 170 inschrijvingen. Ook is de minor Adviseren gestart
met 31 studenten.
Certificaat Ondernemerschap
In totaal hebben 97 HAN-studenten (studenten die de minoren Ondernemen volgden bij het CvO, maar ook Small Business & Retail Management-studenten en studenten van de opleiding Technische Bedrijfskunde) het landelijk Certificaat Ondernemerschap ontvangen. Met de
partners CAH Vilentum Dronten en de Hogeschool Rotterdam zijn met
72
HAN Jaarverslag 2013 | Beroepspraktijk en regio
het Kenniscentrum Handel afspraken gemaakt over doorstart van een
landelijk samenwerkingsverband voor een nieuw landelijk certificaat
Ondernemerschap specifiek voor niet-bedrijfskundige studenten.
Startersbegeleiding
Het CvO is gestart met het aanbieden van een startersbegeleidingstraject van twee maanden voor studenten die tijdens hun opleiding willen
starten met hun onderneming. 19 Studenten hebben hier gebruik van
gemaakt.
Afstudeerbegeleiding
Afgelopen jaar zijn er door het CvO studenten van diverse opleidingen
begeleid bij hun afstudeeropdracht met een ondernemersthema, zoals
het schrijven van een eigen businessplan.
Samenwerking faculteiten
De training Ondernemend Onderwijs die het CvO aanbiedt via het interne trainingscentrum HAN Academy voor docenten en studieloopbaanbegeleiders is voor de zomer gestart.
Internationalisering: Kennisalliantie Rijn-Waal
Het project bestaat sinds medio 2012 en is een samenwerking tussen de lectoren van de Faculteit Economie en Management en de samenwerkingspartners: de Hochschule Rhein-Waal, Radboud Universiteit Nijmegen, Wageningen Universiteit, Universität Duisburg-Essen,
Tech­
nische Universiteit Eindhoven, Kamer van Koophandel Gelderland en de Industrie- und Handelskammer Duisburg-Wesel-Kleve.
In het werkpakket waarvan het CvO het penvoerderschap heeft, is de
benchmark tussen de deelnemende kennisinstellingen in de loop van
2013 afgerond.
Het HAN-lectoraat Ondernemerschap is in samenwerking met de Wageningse universiteit gestart met de monitoring van de mate waarin ondernemerschapsonderwijs leidt tot betere ondernemerschapscompetenties.
Er is een start gemaakt met de organisatie van masterclasses voor studenten en ondernemers samen met de Universität Duisburg-Essen.
73
HAN Jaarverslag 2013 | Beroepspraktijk en regio
Engelstalig onderwijs: Course Introduction International Entrepreneurship
Het CvO startte in februari 2013 met de pilot Introduction International
Entrepreneurship (een course van 7,5 EC) voor onder andere Arnhem
Business School-studenten. Het onderwijs is geëvalueerd en aangepast. In september werd deze course voor de tweede keer aangeboden.
Het CvO is in het najaar van 2013 gestart met een inventarisatie bij diverse faculteiten/opleidingen van de wensen ten aanzien van een nieuw
te ontwikkelen minor International Entrepreneurship.
Projecten van het CvO met derden
Het project ‘ONO Helden van de ICT’ in samenwerking met ROC Nijmegen en ondernemers uit de regio is in december 2013 afgerond.
Het CvO is een samenwerking aangegaan met Helicon Den Bosch. Het
CvO geeft deze onderwijsinstelling advies bij het implementeren van
ondernemend onderwijs en richt zich hierbij vooral op het docententeam van Helicon.
Het CvO werkt samen met het project Gelderland valoriseert! aan een
Solar Energy Challenge.
HAN Student Companies
Projectontwikkelingen
Eind 2013 is HAN Student Companies samengegaan met het CvO. Nagegaan wordt nog op welke wijze beide op duurzame wijze kunnen worden ingebed binnen de nieuwe structuur van het Centrum voor Valorisatie en Ondernemerschap.
Bureau HAN SC is bezig met de voorbereiding van een sponsorprogramma om het bedrijfsleven nog meer te betrekken bij de activiteiten.
Bij verschillende opleidingen is in 2013 een onderzoek gestart naar de
mate waarin ondernemen en ondernemerschap een plaats kunnen krijgen in het curriculum. Het concept student company is daarbij één van
de opties. Deze verkenningen passen in de lijn van het speerpunt/centre of expertise Ondernemen en Ondernemerschap.
74
HAN Jaarverslag 2013 | Beroepspraktijk en regio
Evenement
De student companies Compatree (Technische Bedrijfskunde), Hacksagon (Small Business & Retail Management) en Fresh (Sport, Gezondheid en Management) hadden zich in het voorjaar van 2013 in de
competitie van Jong ondernemen bij de laatste tien beste hbo-companies geplaatst. Compatree van de opleiding Technische Bedrijfskunde
heeft zich daarna geplaatst voor de finale om de eretitel ‘het beste hbostudentenbedrijf van Nederland’. De finale was in juni in het DeLaMartheater in Amsterdam. De HAN’ers gaven een goede performance en
maakten reclame voor de HAN en ondernemerschapsonderwijs (zie
ook: http://youtube/hpn2uRZT7C8 ).
Met ingang van het studiejaar 2013-2014 zijn er 34 HAN student companies.
HAN Smart Business Center (SBC)
Het mkb-netwerk
2013 stond in het teken van het doorontwikkelen van het netwerk op de
thema’s Energie en Duurzaamheid en Zorg en Gezondheid in verbinding met het onderzoek en onderwijs. Met het Centrum voor Ondernemerschap zijn expertbijeenkomsten uitgevoerd met studenten van
de minor Ondernemen en ondernemers uit het mkb-netwerk, met als
doel deze groepen meer aan elkaar te verbinden, kennis te delen over
maatschappelijke ontwikkelingen en de vraag ‘hoe hierin te acteren als
ondernemer?’ te bespreken.
Met de bouwpartijen zijn uitgangspunten en een programma van eisen
voor een te starten Innovatielab Duurzaam Bouwen bepaald. De eerste
projecten zijn ontwikkeld, zoals voor het herontwerp van het bedrijvengebouw ‘Metterswaene’ in samenwerking met Kondor Wessels en voor
de Demowoning, die in 2014 gerealiseerd gaat worden. Dit project zal
dienen als onderzoeks- en ontwikkelomgeving voor het Lectoraat Architecture in Health en het Lectoraat Duurzame Energie ten behoeve van
de versterking van het onderwijs.
75
HAN Jaarverslag 2013 | Beroepspraktijk en regio
Zorgalliantie
Zorgalliantie.nu! is een regionaal kennis- en leernetwerk dat in 2010
door de HAN is geïnitieerd. Er zijn momenteel 24 participerende zorg­
instellingen, woon- en welzijnstichtingen. Deze instellingen brengen
praktijkgerelateerde vraagstukken in in de zogeheten leerwerkplaatsen.
Lectoren die deze werkplaatsen begeleiden, creëren met professionals
en studenten nieuwe oplossingen. De aandacht richt zich vooral op actuele vraagstukken, zoals het toenemend aantal ouderen en chronisch
zieken, het tekort aan werknemers, de bekostiging van de zorg en technologische innovaties.
In 2013 is de strategie van de zorgalliantie aangescherpt. Leerwerkplaatsen zijn verder ontwikkeld en we hebben een efficiënte en slagvaardige
projectorganisatie ontwikkeld die uitvoering geeft aan het jaarprogramma van de alliantie.
Kernbegrippen van de strategie zijn onder andere:
• De professional centraal
• Wederkerig leren, nieuwe dynamiek
• Opbrengsten voor praktijk en onderwijs.
Alles is erop gericht om de professionaliteit en beroepsgerichtheid van
de deelnemers uit de praktijk en het onderwijs te vergroten.
Werkend lerenden
Het deeltijdonderwijs is voor de HAN van groot belang. Zowel strategisch, maatschappelijk als inhoudelijk (bijvoorbeeld als het om valorisatie gaat), maar niet in de laatste plaats ook bedrijfsmatig. Onze duidelijke keuze voor de werkende student is daarmee een profielkenmerk.
We zijn op dit moment een van de (drie) grotere aanbieders: een breed
portfolio met ongeveer 6.000 studenten in deeltijd- en duaal onderwijs
(associate degree, bachelor- en masteropleidingen).
De externe omgeving van het deeltijdonderwijs is dynamisch en moeilijk voorspelbaar. De private aanbieders van geaccrediteerde opleidingen dringen al langer aan op een ‘level playing field’ en treden nadrukkelijk op de voorgrond.
76
HAN Jaarverslag 2013 | Beroepspraktijk en regio
De sterk dalende instroom4 – ook bij de HAN5 – is voor minister Bussemaker van OCW aanleiding geweest om een commissie, onder voorzitterschap van de heer Rinnooy Kan, in te stellen die moet adviseren
over maatregelen die bijdragen aan het verhogen van de instroom en de
uitstroom van gediplomeerden (bij gelijkblijvend budget voor het hoger
onderwijs in deeltijd). Belangrijk onderdeel daarbij is de mogelijke invoering van vraagfinanciering in plaats van de huidige bekostigingssystematiek. De adviezen kunnen in hun uitwerking grote consequenties
hebben voor de HAN, ook doordat het een relatief groot deel van ons
portfolio betreft.
Begin 2013 zijn twee belangrijke besluiten genomen ten aanzien van de
toekomstbestendigheid van ons deeltijdportfolio en de concretisering
van ons beleid gericht op een hoogwaardig, selectief portfolio. Er zijn
14 deeltijd-/duale opleidingen beëindigd waarvoor onvoldoende animo
bij het werkveld of bij studenten bestond. De personele consequenties
zijn beperkt tot het veranderen van werkzaamheden van de betrokkenen. De voltijdopleidingen zijn in alle gevallen blijven bestaan. Daarnaast kreeg een groot aantal opleidingen een verbeteropgave om te voldoen aan de hoge ambities die de HAN wat betreft het deeltijdportfolio
heeft. Die verbeteropgave bestond uit een onderwijsinhoudelijke, kwalitatieve component en een kwantitatieve, bedrijfsmatige component.
Er is een centraal programma en een investeringsfonds opgezet dat de
faculteiten ondersteunt bij het realiseren van de verbeteropgave en het
toekomstbestendiger maken van het onderwijs.
In ons instellingsplan hebben we gesteld dat we ons aanbod duidelijker vermarkten. We werken aan werving en voorlichting, maar ook aan
marktpositionering in de vorm van een merkstrategie. De sterke profilering van de private en enkele bekostigde aanbieders vraagt van ons om
te anticiperen op deze ontwikkelingen. Eind 2013 is dit in gang gezet.
4
5
In de afgelopen tien jaar is de instroom in het bekostigde deeltijd-hbo meer dan gehalveerd.
Op het eerste gezicht doet de HAN het slechter dan het landelijk gemiddelde. Hier doet zich wel een
vertekening voor door het beëindigen van een aantal opleidingen (met name de grote Duitstalige
deeltijdopleidingen, die zijn omgezet naar een voltijdse euregionale variant). Toch blijft er na correctie
een instroom over die iets onder het landelijk gemiddelde zit.
77
HAN Jaarverslag 2013 | Beroepspraktijk en regio
(Professional) masters
In het strategisch beleidsplan zijn concrete resultaten opgenomen die
in de periode tot 2016 worden gerealiseerd. Deze afspraken concentreren zich rondom het verhogen van de instroom en het bieden van kwalitatief hoogstaand onderwijs.
Instroom
Ondanks de verslechterde economische omstandigheden en krimpende opleidingsbudgetten is het aantal studenten bij de meeste masteropleidingen in 2013 gestabiliseerd of zelfs licht gestegen. Dat het totaal
aantal nieuwe studenten in 2013 toch een fractie lager is uitgevallen dan
in 2012 (411 tegenover 421), is toe te schrijven aan de overheveling van
de masteropleiding Begeleidingskunde naar de Hogeschool Rotterdam,
waardoor het studentenaantal bij deze opleiding niet meer meetelt.
Activiteiten om de instroom te vergroten, richten zich op meerdere
fronten. Een belangrijke nieuwe insteek is de Business to Business-aanpak: het leggen en onderhouden van contacten in het werkveld, waaronder alumnicontacten, waarbij ook aangesloten wordt bij de activiteiten
die de HAN onderneemt in het kader van werken en leren. Daarnaast
is samenwerking gezocht met contractafdelingen van de HAN om met
maatwerktrajecten nieuwe vormen van instroom te creëren.
De instroom van internationale studenten in de masteropleidingen laat
ten opzichte van 2012 een stabiel beeld zien.
Kwaliteit
HAN Masterprogramma’s stelt veel in het werk om de kwaliteit van de
opleidingen hoog te houden. Er is aandacht voor verbetering van het
studierendement door enerzijds betere intakegesprekken en anderzijds betere studiebegeleiding en spreiding van de studielast. In de Nationale Studenten Enquête 2013 is de tevredenheid over de studielast
gestegen, en ook toetsing en beoordeling scoren beter dan vorig jaar.
Het afgelopen jaar is het didactisch onderwijsconcept van de masteropleidingen onderzocht om te komen tot een gemeenschappelijke visie.
78
HAN Jaarverslag 2013 | Beroepspraktijk en regio
Dit project krijgt in 2014 een vervolg, ook onder invloed van de voorziene wijzigingen in het deeltijdonderwijs.
(Zie voor een overzicht van de visitaties en accreditaties de paragraaf
Kwaliteitszorg onderwijs in hoofdstuk 3.)
Ontwikkelingen in het aanbod
De masteropleiding Begeleidingskunde wordt niet meer aangeboden.
Momenteel is de ontwikkeling van een masteropleiding International
Business in een vergevorderd stadium; deze zal in september 2014 voor
het eerst starten.
Met de instituten voor Leraar en School, Paramedische Studies en Autotechniek werkt HAN Masterprogramma’s samen aan de versnelde
trajecten voor vwo’ers en excellente studenten, zoals ook staat in de
prestatieafspraken. In het kader daarvan wordt met het Instituut Paramedische Studies gewerkt aan een nieuwe masteropleiding Zelfmanagement in de zorg.
79
HAN Jaarverslag 2013
Kwaliteit is
mensenwerk
80
HAN Jaarverslag 2013 | Kwaliteit is mensenwerk
Kwaliteitsbewust
De HAN heeft een reputatie van goed werkgeverschap hoog te houden. De doorontwikkeling naar een university of applied sciences en de
kwaliteitsverbetering van het onderwijs vragen dat we de aandacht voor
deskundigheidsbevordering en professionalisering nóg verder intensiveren. Dit moet gepaard gaan met het verder uitbouwen van een breed
gedeeld kwaliteitsbewustzijn onder de medewerkers. Ons ideaal is een
organisatie die grotendeels zelfsturend is en zonder de externe druk van
de verschillende toezichthouders de nodige verbeteringen realiseert.
Onze maatschappelijke opdracht en onze ambities kunnen we niet realiseren zonder een organisatie van en door professionals. Naast voortdurende scholing en ontwikkeling van medewerkers en leiderschapsontwikkeling vinden we het voor de dynamiek van de organisatie en de
vitaliteit van de medewerkers belangrijk dat zij periodiek van (deel)taken en rollen en soms van functie wisselen. Dit vraagt om een opschaling van het huidige beleid voor het management – elke vier jaar wordt
beoordeeld of mobiliteit aan de orde is – naar de volle breedte van de
organisatie. Om dit verder te kunnen uitwerken, hebben we in eerste
instantie breder gekeken naar de definitie ‘duurzame inzetbaarheid’. Dit
heeft, ook in overeenstemming met de bonden, geresulteerd in een begin 2014 te starten HAN-breed onderzoek, met als hoofdvraag hoe we
effectief richting, inhoud en structuur geven aan duurzame inzetbaarheid (en ontwikkeling) van onze medewerkers die toegevoegde waarde
heeft voor de groei van de organisatie richting een university of applied
sciences. Het onderzoek staat onder leiding van dr. Annet de Lange,
sinds 1 september 2013 Lector Human Resource Management aan de
HAN.
81
HAN Jaarverslag 2013 | Kwaliteit is mensenwerk
De organisatie van de HAN
De pijlers van onze organisatie zijn de vier faculteiten: Educatie,
Gezondheid, Gedrag en Maatschappij, Economie en Management en
Techniek. Elke faculteit omvat een cluster van verwante instituten.
De instituten zijn de organisatorische eenheid en het ‘huis’ van hun
bacheloropleidingen. Binnen de faculteiten bevinden zich ook de
lectoraten: zo kan er een optimale uitwisseling plaatsvinden van
kennis en kunde op het desbetreffende vakgebied. De lectoraten
zijn geclusterd in kenniscentra. Om een goede synergie te bewerkstelligen tussen onderwijs en praktijk zijn de contractactiviteiten
eveneens zoveel mogelijk binnen de faculteit georganiseerd. De
masteropleidingen van de HAN zijn ondergebracht in het interfacultaire instituut HAN Masterprogramma’s.
De ondersteunende diensten van de HAN zijn onderdeel van het
Service Bedrijf (Facilitaire Zaken; Financieel Economische Zaken;
Informatie en Communicatietechnologie; Marketing, Communicatie en Voorlichting; Human Resources; Studentzaken; Onderwijs &
Onderzoek; International Office; Juridische Zaken; Kwaliteitszorg en
Informatiemanagement)
Sommige activiteiten zijn apart georganiseerd, zoals het Centrum
voor Valorisatie en Ondernemerschap en de HAN Holding BV (met
tot voorjaar 2013 twee commerciële activiteiten: het interne uitzendbureau HAN-Flex BV en het adviesbureau Interstudie BV (Interstudie NDO) dat in maart 2013 failliet is verklaard en vervolgens
een doorstart heeft gemaakt in de vorm van het onderwijsadviesbureau Marant).
Het College van Bestuur is verantwoordelijk voor het bestuur van de
gehele HAN en legt verantwoording af aan de Raad van Toezicht.
82
HAN Jaarverslag 2013 | Kwaliteit is mensenwerk
Organogram van de HAN
Instituut Pabo Arnhem en
Nijmegen
Instituut Paramedische
Studies
Instituut voor Leraar en
School
Instituut Verpleegkundige
Studies
Instituut Sport- en
Bewegingsstudies
Instituut Sociale Studies
Kenniscentrum en lectoraten
Educatie
Kenniscentra en lectoraten
Gezondheid, Gedrag en
Maatschappij
Instituut International
Business and Communication
Instituut Engineering
Instituut Bedrijfskunde
en Rechten
Instituut Applied Sciences
Instituut Financieel
Management
Instituut Werken en Leren
Kenniscentrum en lectoraten
Economie en Management
Instituut Automotive
Instituut Built Environment
Informatica Communicatie
Academie
Kenniscentrum en lectoraten
Techniek
Cursussen en post-hbo
VDO Opleidings- en
Adviescentrum
Centrum voor Valorisatie en Ondernemerschap
HAN Masterprogramma’s
Faculteitsraad
Faculteitsraad
Faculteitsraad
Faculteitsraad
Faculteit Educatie
Faculteit Gezondheid,
Gedrag en Maatschappij
Faculteit Economie en
Management
Faculteit Techniek
Service Bedrijf
Concerncontrol
Medezeggenschapsraad
College van Bestuur
Raad van Toezicht
83
HAN Jaarverslag 2013 | Kwaliteit is mensenwerk
De medewerkers van de HAN
De omvang van het personeelsbestand is in 2013 licht toegenomen ten
opzichte van 2012, van 2.455 naar 2.472 fte, een toename van 0,69%.
Het aantal bij de HAN werkzame personen nam iets af, van 3.186 personen in 2012 naar 3.180 personen in 2013, een afname van 0,19%.
Het aandeel van de tijdelijke aanstellingen bedroeg in 2013 18,1%. Dat is
iets lager dan in 2012 (19,5%).
Aantal fte per organisatie-eenheid
CvB
18,5 fte
0,75%
FEM
456,4 fte
18,5%
SB
560,6 fte
22,7%
HMP
43,8 fte
1,8%
FED
254,8 fte
10,3%
FT
387,3 fte
15,7%
GGM
749,9 fte
30,4%
Ontwikkeling personeelsbestand 2009-2012
3500
3186
3013
2984
aantal
3000
2455
2500
2278
2000
2009
3180
3073
2361
fte
2283
2010
2471
2011
84
2012
2013
HAN Jaarverslag 2013 | Kwaliteit is mensenwerk
Verhouding onderwijspersoneel (OP)/ondersteunend en
beheerpersoneel (OBP)
Prestatieafspraak verhouding OP/OBP (IP/PA 16/16: 65%/35% in
2016)
Ondersteunend en beheerpersoneel (OBP)
916
37,1%
Onderwijspersoneel (OP)
1.555
62,9%
Totaal (fte)
2.471
100%
Vrouwen en mannen bij de HAN
Bij de HAN werkten in 2013 meer vrouwen dan mannen: 1.869 (58,8%)
vrouwen, 1.311 (41,2%) mannen. Vooral bij het ondersteunend en beheerpersoneel zijn de vrouwen sterk vertegenwoordigd, de verhouding
is hier ruim 2:1. Bij het onderwijzend personeel is de verhouding ongeveer gelijk (1:1).
OP en OBP: mannen en vrouwen
Man
Vrouw
Onderwijzend personeel
948
29,8%
1.098
34,5%
Ondersteunend en beheerpersoneel
363
11,4%
771
24,3%
1.311
41,2%
1.869
58,8%
Totaal
Het relatief hoge percentage vrouwelijke collega’s wordt meer en meer
gespiegeld door een oplopend percentage van vrouwelijke leidinggevenden. Het percentage vrouwen in managementfuncties is in 2013
51%. (Ter vergelijking: in 2004 was dit nog 25%.)
Managementfuncties: aantal mannen en vrouwen
36 mannen en 38 vrouwen.
Leeftijdsopbouw van het personeel
De gemiddelde leeftijd van het personeel van de HAN was in 2013 46,8
jaar. De sekseverdeling over de leeftijdsgroepen is scheef. In de leeftijdsgroep 26-55 jaar zijn er veel meer vrouwen; in de categorie 56+ zijn
juist de mannen iets sterker vertegenwoordigd. Met natuurlijk verloop
85
HAN Jaarverslag 2013 | Kwaliteit is mensenwerk
zal daarom het percentage vrouwelijke collega’s – zonder gerichte werving van mannelijk personeel – de komende jaren toenemen.
Personeelsbestand in fte naar leeftijd
600
566
549
450
434
392
392
336
300
300
158
150
26
man
vrouw
27
0
≤ 25
26-35
36-45
46-55
≥ 56
Redenen van uitstroom
Een gezonde organisatie kent in-, door- en uitstroom van personeel. In
2013 zijn er 279 medewerkers uitgestroomd.
Uitstroom van personeel naar reden van vertrek
Eigen verzoek
Einde projectaanstelling
Einde ziektevervanging
FPU/keuzepensioen
Invaliditeitspensioen
Met wederzijds goedvinden
Ontbinding kantonrechter
Ouderdomspensioen
Overlijden
Reorganisatie
54
169
2
8
3
7
3*
26
3
4
Totaal
279
9,6%
30,1%
0,4%
1,4%
0,5%
1,2%
0,5%
4,6%
0,5%
0,7%
* Deze drie betreft de op staande voet ontslagen docenten van de Arnhem Business
School (zie ook het inleidend hoofdstuk).
Uitkering na ontslag
De HAN draagt het risico voor de uitkeringen in het kader van de WW
en de BWWW (bovenwettelijke werkloosheidsuitkering). Zowel vanuit
goed werkgeverschap ten opzichte van ex-werknemers als ter beheer86
HAN Jaarverslag 2013 | Kwaliteit is mensenwerk
sing van de kosten die WW en BWWW met zich mee brengen, krijgt
de begeleiding van werk naar werk steeds nadrukkelijker de aandacht
binnen de HAN. De begeleiding van werk naar werk wordt uitgevoerd
door de service unit HR. Daarbij wordt de (ex-)medewerker ondersteund door het bieden van loopbaanadvies, advies op het gebied van
sociale zekerheid en begeleiding bij het zoeken naar werk na het vertrek
bij de HAN. Deze begeleiding beoogt het verkleinen van de afstand tot
de (externe en interne) arbeidsmarkt, onder andere door inzet van het
re-integratiebudget uit de cao hbo. Voor de uitvoering van de begeleiding is in 2013 een contract afgesloten met USG Restart, dat een breed
scala aan mogelijke interventies omvat. Daarnaast wordt samengewerkt
met twee specialistische bureaus en het hbo-brede re-integratiebureau. In 2013 bedroegen de kosten voor WW en BWWW voor de HAN in totaal
€891.484,-. Daarnaast draagt de HAN bij aan de uitkeringen die hbobreed zijn ontstaan vóór 30 juni 1996. Zij heeft hierin een aandeel in
de uitkeringslast zelf en de kosten voor uitvoering. Conform de door de
Vereniging Hogescholen aangereikte verdeelsleutel over 2013 bedroeg
het aandeel van de HAN hierin €55.696,70. Het totaal over 2013 van de
eigen lasten van de HAN en de bijdrage aan het collectief van het hbo
in het kader van WW, BWWW en wachtgeld bedraagt derhalve €947.181,-
Salarisschalen
Het grootste deel van de medewerkers van de HAN (48,1%) wordt gehonoreerd in schaal 9 tot en met 11. Ook een flink percentage (26,7%)
valt in schaal 12 of 13. Minder medewerkers vinden we in schaal 6 tot en
met 8 (17,2%) en in schaal 1 tot en met 5 (5,2%). Een klein percentage
(2,8%) wordt betaald in schaal 14 tot en met 17.
In de schalen 1 tot en met 8 vinden we veel ondersteunend en beheerpersoneel. Veel onderwijspersoneel valt in schaal 9 tot en met 13. Daarbij valt op dat veel vrouwen ingeschaald zijn in 9 tot en met 11 en meer
mannen dan vrouwen in 12 tot en met 13. Dit is te verklaren door de leeftijdsopbouw van het personeel en de betrekkingsomvang. De mannen
die bij de HAN werken, kennen daarnaast een relatief lange carrièrelijn.
87
HAN Jaarverslag 2013 | Kwaliteit is mensenwerk
Medewerkers naar salarisschaal
M
V
Totaal
In %
01 t/m 05
79
87
166
5,2%
06 t/m 08
121
425
546
17,2%
09 t/m 11
579
951
1.530
48,1%
12 t/m 13
478
370
848
26,7%
14 t/m 17
54
36
90
2,8%
1.311
1.869
3.180
100,0%
Totaal
Organisatieontwikkeling
Medewerkertevredenheid
Prestatieafspraak (IP/PA 13/14): In 2016 tonen HAN-medewerkers
zich tevreden over hun werk en werkgever, door blijvend hoog (7,8)
of hoger te scoren op de meting van de medewerkertevredenheid.
HAN-medewerkersonderzoek 2013
8
7,8
7,7
7,7
7,5
7
2008
7,6
2009
2010
2011
2012
7,6
2013
De huidige score van 7,6 is berekend op basis van zowel de oude als de
sinds 2012 aangevulde vragenlijst en blijft iets achter bij de prestatieafspraak (een 7,8) die moet zijn behaald in 2016.
88
HAN Jaarverslag 2013 | Kwaliteit is mensenwerk
Meest en minst tevreden
In onderstaande tabel zijn de items waarover de respondenten het:
• meest tevreden zijn (score > 7,9) groen gekleurd en
• minst tevreden zijn (score < 7,0) rood gekleurd.
Functiecategorie
Ondersteunend en beheerpersoneel
Onderwijs-/onderzoekpersoneel
Leiding
Geen opgave
Kengetal (24 + 7 vragen)
Aansturing door leidinggevende
Invloed uitoefenen op beleidskeuzes afdeling
Interne communicatie binnen afdeling
Invloed uitoefenen op werkomstandigheden
Beschikbaarheid van werkplek
Inrichting werkplek
Veiligheid werksituatie
Algehele tevredenheid over werkomstandigheden
Werkdruk
Niveau werk
Mate zelf indelen werk
Mogelijkheid intern van functie veranderen
Ondersteuning HAN intern functie veranderen
Afstemming werkzaamheden binnen afdeling
Variatie in werkzaamheden
Invloed uitoefenen op werkzaamheden
Algehele tevredenheid over werkinhoud
Ondersteuning bij organiseren werk
Eigen betrokkenheid bij afdeling
Roosters (alleen docenten)
Eigen bijdrage terugzien in realisatie afdelingsdoelstellingen
Sfeer op eigen afdeling
Ondersteuning door andere afdelingen
ICT-voorzieningen
Aansluiten werkzaamheden bij competenties
Faciliteiten voor deskundigheidsbevordering
Mogelijkheden tot loopbaanontwikkeling
Aansluiting ontwikkelafspraken - loopbaanontwikkeling
Samenwerking met collega’s van afdeling
Samenwerking met andere HAN-onderdelen
2013
795
1.209
149
2.153
7,6
7,4
6,9
6,6
7,4
8,2
7,7
8,4
7,8
7,2
8,0
8,2
6,8
6,7
7,1
8,8
7,6
8,0
7,0
8,1
7,3
7,7
8,0
7,2
7,3
8,4
7,6
7,2
7,3
8,4
7,6
6,7
Beloning in relatie tot zwaarte functie
89
2012
672
1.002
117
1.791
7,6
7,5
6,95
6,7
7,4
8,2
7,7
8,4
7,8
7,3
7,9
8,2
6,8
6,7
7,1
8,7
7,6
7,9
7,0
8,1
7,4
7,8
8,1
7,3
7,2
8,4
7,7
7,3
7,4
8,4
7,6
6,7
HAN Jaarverslag 2013 | Kwaliteit is mensenwerk
Verder valt op dat de volgende items 0,1 punt (afgerond) lager scoren
ten opzichte van het jaar 2012:
• Aansturing door leidinggevende
(thema: Goed Werkgeverschap)
• Invloed uitoefenen op beleidskeuzes afdeling
(thema: Goed Werkgeverschap)
• Interne communicatie binnen afdeling
(thema: Goed Werkgeverschap)
• Roosters (alleen docenten)
(thema: Roosters)
• Eigen bijdrage terugzien in realisatie afdelingsdoelstellingen
(thema: Operational Excellence)
• Sfeer op eigen afdeling (thema: Operational Excellence)
• Ondersteuning door andere afdelingen
(thema: Operational Excellencee)
• Faciliteiten voor deskundigheidsbevordering
(thema: Professionalisering)
• Mogelijkheden tot loopbaanontwikkeling
(thema: Professionalisering)
• Aansluiting ontwikkelafspraken – loopbaanontwikkeling
(thema: Professionalisering)
Bekendheid en verbondenheid
De betrokkenheid bij de strategie van de HAN, gemeten naar de bekend­
heid met ons instellingsplan, is in 2013 gestegen naar 87% (2012: 84%).
De verbondenheid met het instellingsplan uit zich vooral op het niveau
van de opleiding en de subunit en blijft met gemiddeld 86% stabiel
(2012: 85%). Dat is ook de situatie op het niveau van het instituut en
de service unit met 73% (2012: 73%). Ook op het niveau van de faculteit
en het Service Bedrijf is sprake van bestendiging van de score, gemiddeld 56% (2012: 56%). De verbondenheid met het instellingsplan blijft
lager dan gewenst met een gemiddeld cijfer van 50% (in 2012 eveneens
50%).
90
HAN Jaarverslag 2013 | Kwaliteit is mensenwerk
Ziekteverzuim
Prestatieafspraak: 4% ziekteverzuim in 2016 (IP 14)
In 2013 lag het ziekteverzuim op 4,5%. Het ziekteverzuimcijfer van de
HAN stijgt hiermee licht. Deze stijging in het algemene verzuimcijfer
wordt veroorzaakt door twee organisatieonderdelen, die in het komende jaar extra zullen worden ondersteund in de verzuimbegeleiding.
De overige organisatieonderdelen laten een dalend verzuim zien.
Het landelijke hbo-cijfer over 2013 is nog niet bekend.
In de tabel hieronder is de ontwikkeling van het verzuim in de afgelopen
vijf jaar weergegeven.
2013
2012
2011
2010
2009
4,5%
4,4%
4,4%
4,1%
4,1%
nnb
4,1%
4,2%
4,2%
4,3%
HAN
Hbo-totaal
Professionalisering en professionele cultuur
Prestatieafspraak: in 2016 heeft 72% ten hoogste een mastergraad
en 8% van de docenten een doctorsgraad (IP/OCW 12/13)
2011
% Met ten hoogste een mastergraad
57,2% 59,2% 61,3%
% Docenten met een doctorsgraad
6,3%
2012
6,7%
2013
7,9%
De uiteindelijke score is afhankelijk van het verloop en de aanstelling
van docenten met een master. Het realisatieritme van deze prestatieafspraak blijft vooralsnog achter bij de streefwaarden. Voornaamste oorzaak is de verletregeling in de nieuwe cao, waardoor docenten meer tijd
toegekend krijgen dan voorzien ten tijde van het afsluiten van de prestatieafspraken. Om het onderwijs niet te destabiliseren wordt het opscholingsproces in de tijd gespreid. Daarnaast blijkt dat een aantal docenten
de combinatie van werken en studie uiteindelijk toch te zwaar vindt en
vroegtijdig moet stoppen.
91
B-2013
Doelstelling
2015
60,8%
Totaal
7,8%
76%
HAN Jaarverslag 2013 | Kwaliteit is mensenwerk
Docenten
In het najaar van 2013 is een prognose opgesteld van verwachte mastergediplomeerden voor de jaren 2013, 2014 en 2015. Deze aantallen bedragen respectievelijk 23, 50 en 57, in totaal 130.
Het aantal promotietrajecten in 2013 is 22 en er zijn geen promotietrajecten ‘met voucher’ gestart. (Dit zijn trajecten met de zogeheten
promotievouchers: door het ministerie van OCW beschikbaar gestelde
additionele financiering om het aantal gepromoveerde docenten in het
hbo te vergroten.) De verwachting is dat er van de 22 trajecten in 2014
zeven, in 2015 vier en de andere 11 in 2016 zijn afgerond. Het werkelijke
aantal promovendi is ongeveer tweemaal groter; in 2013 was dat 2,4%
van de docenten – ongeveer gelijk aan 2012. Het percentage gepromoveerde docenten steeg van 6,7% (2012) naar 8%.
Per december 2013 telde de HAN 1.340 (=69,2%) medewerkers met een
master- of doctorstitel. Inclusief de verwachte afstudeerders (130 masters) komt het geprognosticeerde aantal op 1.470 medewerkers (=76%)
Het streefpercentage voor 2015 is 76%, en voor 2016 80%.
Management Development
Inhoudelijk ligt de focus van leiderschapsontwikkeling binnen de HAN
op de realisatie van het instellingsplan en een professionele cultuur. De
doelen van de HAN stellen hoge eisen aan het leiderschap in de HAN.
De cultuur die nodig is, is gericht op leren en kwaliteit. Dit vraagt van
leidinggevenden een lerende houding en een voortdurend inspelen op
nieuwe ontwikkelingen: ‘lerend werken aan kwaliteitscultuur’. We vragen van het management om actief te werken aan de eigen professionele ontwikkeling. Dit sluit tevens aan bij de maatschappelijke focus op
professionaliteit in het hoger onderwijs en de professionaliseringsparagraaf zoals overeengekomen door de sociale partners.
Voor de opleidingscoördinatoren van de HAN hebben we twee trajecten georganiseerd. Voor faculteitsdirecteuren, directeur Service Bedrijf
(SB), instituutsdirecteuren en de hoofden van de service units van het
SB is eind 2013 een gezamenlijk ontwikkeltraject, het Leerplatform, afgerond. Het lerend werken aan kwaliteitscultuur wordt in 2014 op drie
niveaus verder ter hand genomen (op HAN-, team-, en individueel niveau).
92
HAN Jaarverslag 2013 | Kwaliteit is mensenwerk
In 2013 hebben we een start gemaakt met de introductie van het HANleiderschapskompas. Het kompas dient als referentiekader voor succesvol leidinggeven binnen alle geledingen van de HAN. Het kompas
geeft inzicht in essentiële vaardigheden voor leidinggevenden en de
ontwikkelmogelijkheden daarvan.
Prestatieafspraak (IP/OCW 15/15): In 2016 wordt minimaal 5% van
de loonsom van de HAN besteed aan professionalisering
2011
Nulmeting
Doelstelling
2013
Doelstelling
2014
Doelstelling
2016
IP Doelstelling
2016
Out of pocketkosten
6,10%
5,00%
Verletkosten
7,20%
6,30%
5,60%
nvt
13,40%
11,40%
Minimaal 5%
Professionaliseringsuitgaven
De prestatieafspraak van minimaal 5% professionaliseringsuitgaven6
wordt, mede door veranderende omstandigheden na het schrijven van
het instellingsplan voor de jaren 2012-2016, ruimschoots overschreden.
De verhoogde facilitering van onderwijsvrijstelling voor docenten die
een masteropleiding volgen (van 0,2 naar 0,4 fte bij een voltijdaanstelling) heeft geleid tot een sterke toename van de professionaliseringskosten. In 2013 gaat het om 59 nieuw gestarte mastertrajecten, in 2014
om 68 nieuw te starten trajecten.
HAN Academy
Er wordt volop gebruikgemaakt van het trainingsaanbod van HAN Academy en het aanbod wordt positief gewaardeerd. HAN Academy werkt
continu aan het verbeteren van het aanbod. Daarnaast vindt periodiek
een update van het aanbod plaats. In mei 2013 heeft HAN Academy
zo’n update gedaan. Eind 2013 was het aantal aangeboden trainingen
89. Veel trainingen worden verzorgd door medewerkers van de HAN.
In 2013 hebben managers en leidinggevenden van de HAN zich in totaal 2.368 keer ingeschreven voor een training van HAN Academy. In
6
Zie voor definitie bijlage A1 93
HAN Jaarverslag 2013 | Kwaliteit is mensenwerk
totaal is er sinds de oprichting van de Academy in 2012 3.574 keer ingeschreven.
Naast aanmeldingen van individuele medewerkers nemen de aanmeldingen van groepen en verzoeken om maatwerktrainingen toe. Daarnaast zien we een verschuiving in de gevraagde dienstverlening door de
Academy. In toenemende mate vragen leidinggevenden van de faculteiten en het Service Bedrijf om ondersteuning bij het verhelderen van de
vraag en bemiddeling in leerinterventies in het team (zoals coaching).
Middelen voor decentrale arbeidsvoorwaarden
Volgens afspraak met de werknemersvertegenwoordiging in het Ar­
beids­­voorwaardenoverleg worden de decentrale arbeids­voor­waarden­
middelen besteed binnen de volgende clusters:
• Arbeidsvoorwaarden en arbeidsomstandigheden, inclusief
doorlopende onderwerpen/hoofdstuk K van de cao hbo
• Duurzame inzetbaarheid, professionalisering en loopbaanadvies
• Gezondheidsbeleid/preventie.
94
HAN Jaarverslag 2013 | Kwaliteit is mensenwerk
Overzicht 2013
Decentrale arbeidsvoorwaardenmiddelen
Beschikbaar restant voorgaande jaar
Beschikbaar jaarbedrag
Totaal beschikbaar bedrag
1
Betaald ouderschapsverlof
2
Doelgroepenbeleid: kosten WIW
3
Ouderenbeleid: schaal 1-5
4
Aanvullende fietsregeling 0-10 km
5
Premie kinderopvang
6
Bedrijfsfitness: Fitness bij de HAN
7
Regeling tegemoetkoming gebruik ICT faculteiten
8
Loopbaanbeleid (incl. adm. onderst.)
9
HAN Vitaal Health Checks bij de HAN
10
Parkeerkosten/reiskostenregeling
11
Onderzoek mobiliteitsbehoefte
12
IPAP gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid
13
Promo vitaliteit
Inzet health bus/Health Checks
Begroting
2013
1.144.000
2.001.000
3.145.000
450.000
76.000
61.000
250.000
600.000
170.000
600.000
155.000
25.000
15.000
35.000
175.000
15.000
Realisatie
2013
549.532
23.382
6.001
240.756
609.646
205.649
70.402
120.829
12.840
7.886
16.120
Uitgesteld
Uitvoering
v.a. januari
2014
43.000
Totaal
2.670.000
Restant beschikbaar bedrag
475.000
2.363.043
781.957
De bestedingsdoelen zijn in 2013 niet gewijzigd. Wat opvalt, is een toegenomen gebruik van betaald ouderschapsverlof. Ook is een stijging te
zien in het gebruik van bedrijfsfitness. De belangstelling voor de HANfiets, de regeling ICT-faciliteiten en de Health Checks blijft gelijk aan
die in 2012 of loopt iets terug. De uitgaven voor de WIW-regeling, de
95
HAN Jaarverslag 2013 | Kwaliteit is mensenwerk
Se­niorenregeling en parkeerkosten blijven binnen de begroting. Het
aan het begin van dit hoofdstuk genoemde onderzoek naar duurzame
inzetbaarheid is gestart in 2013 en wordt afgerond in 2014. Van de begrotingspost ‘Premie kinderopvang’ is volgens verwachting gebruikgemaakt.
De beoogde collectieve verzekering voor gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid is aanbestedingsplichtig. Hierdoor is de invoering ervan uitgesteld tot begin 2014.
In 2013 is vier keer overlegd met de vakbonden in het kader van het Arbeidsvoorwaardenoverleg. Onderwerp van gesprek waren het professionaliseringsplan van de HAN, de besteding van de decentrale arbeidsvoorwaardenmiddelen in een meerjarig perspectief, het jaarverslag en
de eindrapportage over de resultaten van de HAN op het punt van de
functie- en salarismix.
96
HAN Jaarverslag 2013
Operational
excellence
97
HAN Jaarverslag 2013 | Operational excellence
In het instellingsplan Kennis in interactie hebben we het uitgangspunt
scherper gesteld dan voorheen: een goede, geoliede bedrijfsvoering ten
dienste van onderwijs en onderzoek is essentieel. Het gaat dan om ope­
rational excellence: het bereiken van een hoog niveau van betrouwbaarheid en samenhang in de verschillende ondersteunende diensten en
processen binnen de faculteiten en het Service Bedrijf. De strategische
keuze voor operational excellence in het verbeteren van de onderwijsen onderzoekskwaliteit vindt volgens een in 2012 gehouden enquête
weerklank bij studenten en medewerkers. Zij zien het in meerderheid
als een wenselijke ontwikkeling dat docenten meer uren per week kunnen besteden aan hun kerntaken: onderwijs verzorgen en onderzoek
doen. De verdere professionalisering van de onderwijsondersteuning
zal daaraan een belangrijke bijdrage leveren. Uit onderzoeken naar studenttevredenheid blijkt dat klachten vaker gaan over de proceskwaliteit
van het onderwijs en minder over de inhoud. Zo is verdere verbetering
van de onderwijslogistiek noodzakelijk voor de kwaliteitsverbetering
van het onderwijs.
ICT en informatievoorziening
ICT
De basisdienstverlening van ICT is technisch op orde, maar staat onder
druk door de almaar toenemende vraag en de verwevenheid van informatietechnologie met alle processen binnen de HAN. In het bijzonder
de afhankelijkheid van onderwijs en onderzoek van een betrouwbare en
moderne ICT-omgeving leidt tot hoge eisen. ICT investeert veel in de
relatie met de gebruikers. De kanteling naar student en docent leidt tot
andersoortige vragen en een meer tijdige betrokkenheid.
Alle productiecijfers blijven continu stijgen, terwijl de kosten de afgelopen drie jaar 10% zijn gedaald. De in gang gezette ontwikkeling naar
een nieuw informatiebeleid en bijbehorende strategie is gewenst om tot
een nieuwe balans in de voorzieningen te komen.
De wireless voorzieningen kampen met een erg grote vraag in relatie
tot de beschikbare capaciteit op een relatief klein gebied. In de loop van
98
HAN Jaarverslag 2013 | Operational excellence
2013 is een nieuwe mijlpaal bereikt door tegelijkertijd 10.000 unieke verbindingen te realiseren (een stijging van 20% ten opzichte van 2012).
Continue monitoring en toepassing van nieuwe technieken is onvermijdelijk. De beveiliging van het netwerk is tot nu toe adequaat gebleken
tegen aanvallen van buitenaf, waardoor het aantal van 130 miljoen externe mails in 2013 geruisloos is afgehandeld (90% is als spam tegengehouden).
De e-mailvoorziening voor studenten is in augustus gewijzigd, waardoor studenten alleen nog maar een HAN-mailadres wordt geboden
voor studiedoeleinden zoals stages; hierbij wordt geen achterliggende
voorziening als een mailbox geleverd. Voor alle situaties wordt de eigen
mailvoorziening van studenten gebruikt. Deze ontwikkeling sluit aan op
de vereenvoudiging van het applicatielandschap en op de behoefte aan
individualisering bij studenten.
De pilot van een gezamenlijke Servicedesk voor zowel facilitaire als ICTdiensten heeft medio 2013 geleid tot het besluit dit concept HAN-breed
in te voeren met ingang van 2014. Meldingen aan de Servicedesk worden geanalyseerd en leiden tot verbeteringen in de dienstverlening.
De uitrol van Voice over IP (VoIP) met een integratie van vaste en mobiele telefonie is gestart en zal ultimo 2014 zijn afgerond. In dit project zijn
aanzienlijke kostenbesparingen gerealiseerd en de traditionele telefonie
wordt geheel uitgefaseerd en vervangen door VoIP en mobiele telefonie.
Eind 2014 is dit afgerond.
Studie-informatiesysteem
De implementatie van het nieuwe studie-informatiesysteem Alluris is
voortgezet. In april is Alluris in productie genomen bij een drietal masteropleidingen. Begin september is Alluris in gebruik genomen bij de
overige masteropleidingen. Op 20 december is Alluris in gebruik genomen voor het bacheloronderwijs van drie instituten, het Instituut voor
Leraar en School (lerarenopleidingen), het Instituut Verpleegkundige
Studies en Automotive, evenals één opleiding: HBO-Rechten. Daarmee
is tranche 1 van de implementatie afgerond. In 2014 zal Alluris bij de
overige bacheloropleidingen ingevoerd worden (tranche 2).
99
HAN Jaarverslag 2013 | Operational excellence
Informatiearchitectuur, -management en -beveiliging
Op het terrein van architectuur is de aandacht vooral uitgegaan naar de
‘digitale gebruikerswereld’ van de HAN met voor de korte termijn een
vernieuwing van de (technisch) verouderde bestaande voorzieningen
(met name HAN-Scholar en het HAN-instranet (Insite)) en voor de langere termijn een vervanging op basis van een visie over wat de HAN de
gebruikers, primair studenten, docenten en onderzoekers, wil bieden.
De herziening van de gehele informatiearchitectuur die wordt ingebed
in de vernieuwing van het strategische informatiebeleid en in november
is gestart, zal in het derde kwartaal van 2014 gereed zijn.
Op het terrein van informatiebeveiliging zijn weer enkele interne audits
uitgevoerd. Elke audit resulteert in een oordeel over de genomen beveiligingsmaatregelen, waarbij meestal verbeteringen nodig zijn. Het
communicatieplan op dit terrein is verder uitgevoerd, onder meer in de
vorm van een herziening van het ICT-reglement voor studenten en medewerkers.
Hoewel de HAN bij de informatiebeveiliging op 10 van de 11 onderzochte punten voldeed en op het elfde punt niet doordat de benodigde
maatregel pas per 1 april 2013 kon worden ingevoerd, heeft het College
Bescherming Persoonsgegevens (CBP) in februari 2013 bij de publicatie
van de onderzoeksrapporten van de onderzochte hogescholen (naast
de HAN ook de Hogeschool Utrecht) een tamelijk negatief persbericht
gepubliceerd. In maart heeft het CBP aanvullende vragen over de voortgang gesteld. Op basis van het antwoord van de HAN heeft het CBP
begin mei laten weten dat de HAN nu ook op het elfde punt voldoet en
dat het CBP het dossier daarom sluit.
Roostering
Doel van het roosterproces is een hogere waardering bij de klant, zowel
student als docent.
De studenttevredenheid over roostering, zo blijkt uit de laatste Nationale Studenten Enquête van 2013, is licht gedaald – van 77% tevreden of
neutraal in 2012 naar 76% nu. (In 2009 was het waarderingscijfer voor
roostering nog 68%.)
100
HAN Jaarverslag 2013 | Operational excellence
Bij medewerkers is de tevredenheid over de roosters van 2012 naar 2013
licht gedaald van 7,4 naar 7,3.
Het LEAN-traject bij het roosterbureau van de Faculteit Economie en
Management is afgerond. Daarin is veel winst behaald in het proces van
dagelijks roosterbeheer. Zo gaan reacties op roosterverzoeken aanmerkelijk sneller en wordt het rooster eerder definitief gepubliceerd. Naast
de 0,5 fte winst in formatie die dit heeft opgeleverd, zal het naar verwachting een positief effect hebben op zowel de tevredenheid van studenten als die van medewerkers.
Bij de Faculteit Techniek is een nieuw LEAN-traject gestart met als doel
een meer tijdige en volledige aanlevering van roostergegevens, waardoor onnodige wijzigingen bij de bron worden aangepakt.
De ontwikkeling dat de roostermaker integreert in het onderwijsproces
krijgt bredere navolging. Daarnaast is een trend ingezet waarbij de roostermaker conceptroosters bespreekt met studenten. Daarmee krijgt de
student inspraak bij de roostering en krijgen de roosters een breder
draagvlak bij studenten.
Het functiebouwwerk voor de roosterorganisatie is klaar: functies zijn
samengesteld met bijbehorende taken, verantwoordelijkheden en competenties. Daaruit ontstaat een toekomstbestendig functiebouwwerk.
Verder is in 2013 een vervangingspool voor de roostermakers ingesteld,
bestaande uit breed inzetbare roostermedewerkers in geval van capaciteitsfluctuaties.
Huisvesting
Algemeen
De forse groei van het aantal studenten per september is vrijwel zonder
extra verbouwingen opgevangen. Alleen het Albertinum in Nijmegen is
uitgebreid en verder is er door verschuiving en conversie van kantoor-
101
HAN Jaarverslag 2013 | Operational excellence
ruimte naar lesruimte extra ruimte gecreëerd. De campus Nijmegen is
nu erg vol en we zullen bij verdere groei naar alternatieven moeten zoeken.
Het pand aan de Kapittelweg 33 is in de zomervakantie vanwege de toegenomen drukte verbouwd. De centrale kantine is uitgebreid, zodat er
meer studenten tegelijkertijd gebruik van kunnen maken.
Er is gestart met de opzet van een Strategisch Huisvestingsplan 20142024. Met het oog op een goede aansluiting van de huisvesting op ons
onderwijs en onderzoek zal een antwoord worden geformuleerd op de
vraag hoe in de volgende 10 tot 15 jaren de huisvesting zo goed en efficiënt mogelijk beheerd en ontwikkeld kan worden om de doelstellingen in
het instellingsplan te faciliteren.
Nijmegen
De nieuwbouw van de Faculteit Educatie zal in mei 2014 in gebruik genomen worden door het Instituut voor Leraar en School, waarna in juli
2014 de Pabo zal volgen. Het pand aan de Groenewoudseweg zal voor
twee jaren verhuurd worden aan scholengroep ‘Het Rijk van Nijmegen’.
Arnhem
Als onderdeel van een driejarenplan voor de aanpassing van het pand
aan de Ruitenberglaan 31 (de Faculteit Economie en Management) zijn
bij het begin van het nieuwe studiejaar 2013-2014 de kantine en het studiecentrum opnieuw ingericht en gedeeltelijk verbouwd. In de zomermaanden is groot onderhoud gepleegd aan een deel van het gebouw
van de Faculteit Techniek aan de Ruitenberglaan 26 en is er verbouwd
voor gebruik door de Informatica en Communicatie Academie. Eind
2013 is begonnen met gesprekken over de verhuur van het gebouw aan
de Beverweerdlaan. Uitkomst is dat per 1 juni 2014 de Fluvius onderwijsgroep dit gebouw gaat huren. De medewerkers, alle van het Service
Bedrijf, verhuizen naar bestaande panden van de HAN op de campus in
Arnhem.
102
HAN Jaarverslag 2013
Bestuur en
management
103
HAN Jaarverslag 2013 | Bestuur en management
De HAN is een maatschappelijke organisatie. Daarbij hoort openheid
en transparantie over doelstellingen, werkwijze en prestaties. Tweemaal
per jaar stellen we een managementrapportage op. Deze stellen wij volledig en onverkort ter beschikking van iedereen die hier kennis van wil
nemen: personeel, studenten maar ook externe partijen. De rapportage
wordt meteen na vaststelling geplaatst op de website (www.han.nl; zie:
‘Over de HAN’). Geïnteresseerden kunnen daar ook het instellingsplan
en het jaarverslag bekijken.
Bestuur op basis van good governance
In al onze activiteiten streven we naar good governance. De HAN sluit
hierbij aan bij de ‘Branchecode goed bestuur hogescholen’ die in oktober 2013 van kracht is geworden. De HAN houdt zich ook bij deze
nieuwe branchecode aan bijna alle aspecten. Er is één aspect (betreffende artikel IV.3.2) dat uitleg behoeft: de managementrapportages zijn
interne aangelegenheden. De externe accountant is niet betrokken bij
de managementrapportages, maar ontvangt de managementrapportages bij de interim- en jaarrekeningcontrole.
De branchecode schrijft voor dat er beleid vastgesteld moet zijn voor
horizontaal toezicht, beleid voor samenwerking en een samenwerkingsstatuut. Dit is nieuw in de branchecode en we werken dat in 2014 uit. Tevens worden de profielschets van de Raad van Toezicht en de gegevens
van de leden van de Raad van Toezicht op de website aangepast aan de
nieuwe branchecode.
(Sociale) veiligheid en integriteit
Uit onderzoek van de inspectie naar aspecten van (sociale) veiligheid
en integriteit in 2012 is gebleken dat de HAN, net als de meeste instellingen in het hoger onderwijs, beschikt over de wettelijk verplichte en
in de branchecode afgesproken regelingen en gedragscodes, zoals een
Integriteitcode, een Klokkenluiderregeling en een Klachtenregeling seksuele intimidatie, agressie en geweld, pesten en werkdruk. Daarnaast
heeft de HAN een Bureau Klachten en Geschillen voor studenten (zie
104
HAN Jaarverslag 2013 | Bestuur en management
ook hoofdstuk 3, Studentenzorg). Omdat in het inspectierapport ook
vragen werden gesteld over de publieke toegankelijkheid van deze codes en regelingen, is in 2013 die toegankelijkheid, vooral via de website,
onder de loep genomen en daar waar nodig aangepast. Ook overige
informatie over de corporate governance-structuur van de HAN is te
vinden op onze website (www.han.nl; zie: ‘Over de HAN’ - ‘Organisatie’
- ‘Bestuur’ - ‘Good Governance’).
Bestuur en beheer van de HAN
Op basis van het instellingsplan, waaraan de prestatieafspraken met
het ministerie van OCW gekoppeld zijn, formuleren we ieder jaar specifieke doelstellingen. Deze leggen we vast tussen Raad van Toezicht en
College van Bestuur en in de managementcontracten die het CvB sluit
met de directies van de faculteiten en met de directeur van het Service
Bedrijf. Het werken met managementcontracten biedt veel vrijheid om
te bepalen hoe zij de afgesproken doelen realiseren. Tegelijk houdt het
CvB vinger aan de pols en kan het waar nodig bijsturen. Een belangrijk
instrument daarbij is de managementrapportage. Deze vindt tweemaal
per jaar plaats en is onderwerp van gesprek tussen het CvB en de faculteitsdirecteuren, respectievelijk de directeur van het Service Bedrijf.
College van Bestuur
Het College van Bestuur is verantwoordelijk voor de realisatie van de
strategie en doelstellingen uit het instellingsplan van de HAN. De precieze taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden liggen vast in het
Bestuurs- en beheersreglement van de HAN.
De HAN kende tot en met 31 december 2013 een tweehoofdig CvB. De
collegeleden zijn samen en ieder afzonderlijk verantwoordelijk voor de
wijze waarop zij hun taken uitvoeren. Zij leggen verantwoording af aan
de Raad van Toezicht.
105
HAN Jaarverslag 2013 | Bestuur en management
Samenstelling College van Bestuur 2013
Dr. C.P. (Kees) Boele (1961), voorzitter
Portefeuille: onderwijs, studentzaken, externe representatie, huisvesting en facilitaire zaken, ICT en marketing
Drs. K.F.B. (Kristel) Baele (1959), lid
Portefeuille: onderzoek en lectoraten, kennisvalorisatie, masteropleidingen, zakelijke dienstverlening, financiën, externe representatie, HRM en
internationalisering
Uitbreiding College van Bestuur per 1-1-2014
In verband met de komst van de nieuwe bestuursvoorzitter Kees Boele,
in december 2012, werd de eerder besloten uitbreiding van een tweenaar een driehoofdig College van Bestuur aangehouden. Dit om het CvB
in zijn nieuwe samenstelling de gelegenheid te geven zich een beeld te
vormen bij de opdracht waar de HAN voor staat en wat daarvoor in zijn
ogen nodig is. In het najaar van 2013 heeft de Raad van Toezicht definitief besloten tot de uitbreiding.
Per 1 januari 2014 is Frank Stöteler begonnen als derde lid van het CvB.
Tot die tijd was hij onder andere directeur van de Faculteit Gezondheid,
Gedrag en Maatschappij van de HAN.
Afscheid Kristel Baele
In augustus heeft bestuurslid Kristel Baele aangekondigd de HAN per 1
april 2014, halverwege haar tweede termijn van vier jaar, te zullen verlaten. Na zes jaar als bestuurder aan de HAN verbonden te zijn geweest,
wil zij, na eerst te genieten van een sabbatical, een nieuwe uitdaging
aangaan.
In verband met het aangekondigde vertrek is in december een extern
bureau ingeschakeld voor de werving van een opvolger. De verwachting
is rond de zomer van 2014 een nieuwe bestuurder aangetrokken te hebben.
106
HAN Jaarverslag 2013 | Bestuur en management
Arbeidsvoorwaardenbeleid College van
Bestuur
Bezoldiging conform WNT en het sectorale bezoldigingsmaximum voor onderwijsbestuurders
De HAN conformeert zich al vanaf 2010 aan het wetsontwerp Normering Topinkomens (WNT). Op 13 november 2012 is de WNT door de
Eerste Kamer aangenomen en is ingegaan per 1 januari 2013. De HAN
conformeert zich aan het algemeen bezoldigingsmaximum en het vastgestelde sectorale bezoldigingsmaximum voor bestuurders in het hbo
(regime 2). De WNT en daarbinnen het sectorale bezoldigingsmaximum is vertaald in de ‘Bezoldigingscode Bestuurders Hogescholen’
(van maart 2013). Deze bezoldigingscode is de basis voor het bezoldigingsbeleid van bestuurders van de HAN.
De WNT heeft bepaald dat voor bestaande gevallen de afspraken over
de bezoldiging en de contractuele ontslagvergoeding boven de WNTnorm, die zijn gemaakt vóór 6 december 2011, voor een periode van 4
jaar na 1 januari 2013 worden gerespecteerd. Dit is bij de HAN niet van
toepassing.
De HAN houdt zich aan de meldingsplicht in het kader van de Wet Normering Topinkomens.
Beloning
Tot en met 2012 bestond de beloning van de bestuurders naast een vast
jaarsalaris uit een variabele component, die jaarlijks door de Raad van
Toezicht werd vastgesteld op basis van vooraf overeengekomen performancecriteria. Voor 2012 gold een variabele beloning van maximaal één
maandsalaris, waarbij werd vastgelegd dat, indien de totale beloning
van een van de bestuurders uitkomt boven het van toepassing zijnde
beloningsmaximum, het variabele deel wordt ‘afgetopt’ op dat maximum.
Met ingang van 1 januari 2013 is de beloning van de bestuurders in lijn
gebracht met de WNT en kent die naast een vast jaarsalaris geen variabele component meer op grond van vooraf overeengekomen perfor-
107
HAN Jaarverslag 2013 | Bestuur en management
mancecriteria. De HAN blijft voor het College van Bestuur werken met
de systematiek van doelstellingen, alleen zonder hieraan salariële consequenties te verbinden.
De leden van het College van Bestuur hebben recht op emolumenten
als lease-auto en telefoon.
Bezoldiging College van Bestuur 2012 en 2013
2012
Naam
M.J.G. Bormans, voorzitter
(tot 01-09-2012)
Bruto
jaarsalaris*
Belastbare
onkostenvergoeding
Werkgeversbijdrage
pensioen
Bijtelling
lease-auto
Totale
bezoldiging
115.370
0
18.782
5.416
139.568
12.818
0
2.221
588
15.627
K.F.B. Baele **,lid
146.825
0
24.522
4.433
175.780
Totaal CvB (werkelijk)
275.013
0
45.525
10.437
330.975
C.P. Boele, voorzitter
(vanaf 01-12-2012)
* Inclusief de variabele beloning toegekend in 2012 over de prestaties op de performancecriteria 2011.
** Inclusief de waarnemingstoelage over de periode augustus tot en met november
2012 voor haar waarneming van de voorzitter College van Bestuur.
Deze is uitbetaald in januari 2013.
M.J.G. Bormans
(omgerekend naar heel 2012)
159.683
0
28.803
8.124
196.610
C.P. Boele
(omgerekend naar heel 2012)
153.824
0
26.416
7.062
187.302
108
HAN Jaarverslag 2013 | Bestuur en management
2013
Naam
Bruto jaarsalaris Belastbare
onkostenvergoeding
Werkgeversbijdrage
pensioen
Bijtelling
lease-auto
Totale
bezoldiging
C.P. Boele, voorzitter
157.417,62*
0
28.113,96
7.062,24
192.593,82
K.F.B. Baele, lid
147.139,92**
0
26.701,92
4.433,04
178.274,88
Totaal CvB (werkelijk)
304.557,54
0
54.815,88
11.495,28
370.868,70
* Vakantiegeld wordt berekend over de periode 1 juni van enig jaar tot en met 31 mei
van het andere jaar.
Vanwege het feit dat de heer Boele op 1 december 2012 in dienst is getreden, is
enkel over de periode december 2012 tot en met mei 2013 vakantiegeld opgebouwd.
Indien de bezoldiging inclusief het vakantiegeld wordt berekend over 12 maanden
dan bedraagt het bruto jaarsalaris € 163.102,80. De totale bezoldiging bedraagt dan
€ 198.279,00.
** Inclusief de variabele beloning toegekend in 2013 over de prestaties op de Performancecriteria 2012.
Toelichting bezoldiging 2013
Met deze bezoldiging vallen de salariskosten voor de huidige bestuurders binnen het beloningsmaximum voor bestuurders in het onderwijs.
Dit is voor hbo-bestuurders vastgesteld op €198.279,- (sectoraal beloningsmaximum voor 2013; WNT regime 2). Deze bezoldiging is ook in
lijn met de per 1 januari 2013 van kracht zijnde nieuwe Bezoldigingscode Bestuurders Hogescholen.
Op basis van de Performancecriteria 2012 heeft de Raad van Toezicht
besloten tot toekenning van een gratificatie over 2012 voor zowel de
oud-voorzitter (Ron Bormans) als het lid van het College van Bestuur
(Kristel Baele), van 75% van de maximaal haalbare gratificatie van één
maandsalaris. Voor de oud-voorzitter bedroeg de gratificatie €3.000,00
(naar rato van zijn aanstelling tot 1 september 2013 en passend binnen
de WNT) en voor het lid €8.072,92. Deze gratificatie is in 2013 betaalbaar gesteld en in bovenstaande tabel opgenomen in de totale bezoldiging van het lid. De systematiek van variabele beloning is per 1 januari
2013 verlaten.
109
HAN Jaarverslag 2013 | Bestuur en management
Overige arbeidsvoorwaarden
Zowel de voorzitter als het lid van het College van Bestuur heeft een
arbeidsovereenkomst voor een termijn van vier jaar. Voor beiden geldt
een opzegtermijn van twee maanden voor de werknemer en van vier
maanden voor de werkgever. De bestuurders bouwen pensioen op conform de ABP-regeling.
De afvloeiingsregeling en de aanspraken bij werkloosheid zijn in lijn
met de WNT. Bij beëindiging van de arbeidsovereenkomst van rechtswege zal, ingeval de Raad van Toezicht besluit de overeenkomst niet te
verlengen, aan de werknemer een vergoeding worden toegekend van
€75.000,- bruto. Daarnaast behoudt de werknemer zijn aanspraken
conform de WW en de BWRHBO (Bovenwettelijke regeling HBO). Bij
tussentijdse opzegging door de werkgever geldt dezelfde regeling, onder de voorwaarde dat er geen sprake is van verwijtbaar ontslag aan de
zijde van de werknemer.
Declaratiebeleid
De HAN kent een door de Raad van Toezicht geformaliseerd declaratiebeleid voor leden van het College van Bestuur. Dit bevat inhoudelijke
normering en een afspraak over de te volgen procedure van aftekenen
van declaraties en jaarlijkse beoordeling door de Remuneratiecommissie van het totaaloverzicht van declaraties.
Overzicht declaraties College van Bestuur HAN 2013
C.P. Boele
K.F.B. Baele
Representatiekosten
2.839
2.650
-
5.489
Reiskosten binnenland
1.451
3.892
92
5.434
Reiskosten buitenland
-
-
-
-
38
38
-
75
4.327
6.579
92
10.998
Overige kosten
Totaal
110
L. van VuchtTijssen
Totaal
HAN Jaarverslag 2013 | Bestuur en management
Nevenfuncties College van Bestuur
De nevenfuncties van de leden van het College van Bestuur zijn de volgende:
Kees Boele (voorzitter)
Lid bestuur Vereniging Hogescholen (onbezoldigd), Voorzitter Bestuurlijke overleg Onderwijs Vereniging Hogescholen (onbezoldigd), Lid
Auditcommissie Vereniging Hogescholen (onbezoldigd), Lid Raad van
Toezicht Christelijk-Sociaal Congres (onbezoldigd), Lid Economische
Raad Nijmegen (onbezoldigd) en Lid VNO-NCW Midden (onbezoldigd).
Kristel Baele (lid)
Voorzitter Gelderland valoriseert! (onbezoldigd), Lid raad van advies
KIEMT (Kennis en Innovatie in Energie en Milieutechnologie) (onbezoldigd), Voorzitter Zorgalliantie.nu! (onbezoldigd), Geassocieerd lid van
de Onderwijsraad (onbezoldigd), Lid adviesraad Nuffic (onbezoldigd),
lid landelijke adviescommissie voor de VSB-beurzen (bezoldigd).
Tegenstrijdige belangen
De HAN en het College van Bestuur vermijden elke vorm en schijn van
belangenverstrengeling. Als er bij een te nemen besluit sprake is van tegenstrijdigheid in belangen tussen een lid van het College van Bestuur
en de HAN, dan neemt de Raad van Toezicht of een lid van de Raad van
Toezicht dat hiervoor is aangewezen dit besluit.
Horizontale en verticale verantwoording
De HAN legt als organisatie verticale verantwoording af aan degenen
die toezicht houden. Intern rapporteren we aan de Raad van Toezicht.
Extern leggen we verantwoording af aan de minister van Onderwijs,
Cultuur en Wetenschap. Dit doen we door middel van het jaarverslag.
Tevens houden de Nederlands-Vlaamse Accreditatie Organisatie en de
Onderwijsinspectie toezicht op aspecten van de hogeschool. De Neder-
111
HAN Jaarverslag 2013 | Bestuur en management
lands-Vlaamse Accreditatie Organisatie beoordeelt objectief de kwaliteit van het onderwijs. De Onderwijsinspectie ziet toe op de naleving
van de wet- en regelgeving.
De HAN wil als maatschappelijke organisatie haar handelen afstemmen op de behoeften van haar omgeving. We stemmen de inhoud van
onze studieprogramma’s af op de wensen van het beroepenveld. Binnen de opleidingen betrekken we werkgevers en beroepenveld bij het
onderwijs. Dat doen we in de vorm van opleidingscommissies, werkveld-beroepencommissies en soms, aanvullend, in de vorm van een
Raad van Advies. Onze organisatie participeert in relevante netwerken
en organiseert activiteiten voor bedrijven en instellingen.
Naast regulier bestuurlijk overleg met de gemeenten Arnhem en Nijmegen, de Radboud Universiteit en collega-hogescholen, ontvangt de
HAN graag externe stakeholders voor werkbezoeken. In 2013 hebben
we verschillende partijen ontvangen. Zo kwamen naar de HAN voor een
nadere kennismaking onder andere de directeur-generaal van het ministerie van OCW, de regio-ambassadeur Oost van het ministerie van
Economische Zaken, de directie van de Katholieke Hogeschool Leuven
en het bureau van de Vereniging Hogescholen.
Ook intern betrekken we onze mensen bij het HAN-beleid. In de eerste plaats geven medezeggenschapsorganen en opleidingscommissies
aan studenten en medewerkers de gelegenheid om mee te denken.
De samenwerking met de Medezeggenschapsraad verloopt goed (zie
hierna het kort verslag vanuit de MR).
Het College van Bestuur legt ieder jaar werkbezoeken af aan de instituten, opleidingen en service units. Daar spreken zij in een informele sfeer
met medewerkers en studenten over de zaken die (minder) goed gaan
bij de HAN. De werkbezoeken in 2013 stonden in het teken van het instellingsplan van de HAN (2012-2016) en de nadere kennismaking met
de voorzitter van het College van Bestuur, met als belangrijkste thema’s:
visie op onderwijs en kwaliteitscultuur.
112
HAN Jaarverslag 2013 | Bestuur en management
Medezeggenschap
De medezeggenschapsstructuur van de HAN kent een medezeggenschapsraad op hogeschoolniveau en deelraden op het niveau van faculteiten en het Service Bedrijf. In de medezeggenschapsraad en de faculteitsraden hebben personeelsleden en studenten zitting.
Het College van Bestuur en de Medezeggenschapsraad (MR) verhouden zich tot elkaar op de manier die is vastgelegd in het medezeggenschapsreglement.
Volgens dit reglement heeft de MR algemene bevoegdheden voor wat
betreft de bespreking van alle aangelegenheden die de hogeschool betreffen. Daarnaast zijn er bijzondere bevoegdheden van instemming en
advies:
• Instemmingsbevoegdheid geldt bij principiële beleidsdocumenten
en regelingen voor personeel en/of studenten.
• Adviesbevoegdheid heeft de MR bij de uitwerking van andere belangrijke zaken, met name gerelateerd aan het instellingsplan, de
begroting en beslissingen rondom inkrimping of uitbreiding van de
werkzaamheden van de hogeschool.
Ook in 2013 was het College van Bestuur op vrijwel elke vergadering van
de Medezeggenschapsraad aanwezig voor een algemeen voortgangsverslag, nadere toelichting of overleg over specifieke onderwerpen.
Daarnaast hadden het Dagelijks Bestuur van de Raad en de collegevoorzitter iedere maand regulier overleg. Ook dit jaar is het overleg tussen
MR en College van Bestuur constructief en plezierig verlopen. De MR
heeft eveneens tweemaal overleg gevoerd met de Raad van Toezicht.
Activiteiten Medezeggenschapsraad
De Medezeggenschapsraad van de HAN concentreert zich op twee
kerndoelen van medezeggenschap: vertegenwoordigen en beïnvloeden.
In zijn vertegenwoordigende rol consulteert de raad regelmatig de facultaire deelraden, de deelraad voor het Service Bedrijf en de instituutsraad HAN Masterprogramma’s. Daarnaast hebben de leden van de raad
zo hun eigen contacten binnen de hogeschool. Tot slot onderhoudt de
MR informele contacten met een aantal vertegenwoordigende organi113
HAN Jaarverslag 2013 | Bestuur en management
saties voor medewerkers en studenten, zoals AbvaKabo, AOb, Verenigde Studenten Arnhem en Lijst AKKU. De raad rapporteert regelmatig
via HAN-intranetvoorziening over ontwikkelingen binnen de HAN en
de MR-visie daarop.
Door middel van adviezen en initiatiefvoorstellen vertaalt de Medezeggenschapsraad de mening van studenten en medewerkers richting het
College van Bestuur. De MR richt zijn activiteiten aan de hand van een
aantal jaarlijkse beleidsprioriteiten. In 2013 heeft de MR zich nadrukkelijk beziggehouden met initiatiefvoorstellen rondom digitale voorzieningen binnen de HAN, de kwaliteitszorg, de ontwikkelingen op het
gebied van deeltijdonderwijs en de professionalisering van opleidingscommissies.
De Medezeggenschapsraad is in 2013 gekend in tal van voorgenomen
besluiten. Een aantal daarvan in de vorm van instemmingsbevoegdheid. In andere gevallen in de vorm van een voorafgaand advies. De Medezeggenschapsraad heeft zodoende inspraak van studenten en medewerkers concreet vorm kunnen geven. Voor meer informatie over de
werkzaamheden van de Medezeggenschapsraad wordt verwezen naar
het MR-jaarverslag 2013.
De Medezeggenschapsraad vergaderde in 2013 tien keer plenair. Daarnaast kwamen de drie vaste raadscommissies Onderwijs- en onderzoekskwaliteit (OOK), financiën, huisvesting, milieu + ICT (FHM) en
personeelszaken en arbo + internationalisering (PA) ieder tien keer bij
elkaar. Ook de geledingen van studenten en medewerkers kwamen ieder afzonderlijk regelmatig bijeen. Het Dagelijks Bestuur van de Medezeggenschapsraad vergaderde vrijwel wekelijks.
114
HAN Jaarverslag 2013 | Bestuur en management
Risicomanagement
Het College van Bestuur rapporteert jaarlijks aan de Raad van Toezicht
over de belangrijkste risico’s die de HAN bedreigen. Per risico worden
kans, effect en beïnvloedbaarheid annex maatregelen aangegeven. Onderstaand is een samenvatting opgenomen van de belangrijkste risico’s
die de HAN bedreigen.
• De kans op het niet behalen van een opleidingsaccreditatie is afgenomen van groot naar matig, mede door de getroffen maatregelen
(verscherpte voortgangsbewaking op verbetertrajecten in de accreditatiecyclus en het HAN-breed ingezette kwaliteitscultuurtraject). Het
effect van het niet behalen van een accreditatie van een opleiding kan
aanzienlijk zijn, doordat het niet alleen effect heeft op de desbetreffende opleiding maar ook een uitstralend effect kan hebben naar de
rest van de organisatie.
• De toename van de regeldruk en intensivering, respectievelijk de
stapeling van extern toezicht, staan haaks op het ingezette kwaliteits­
cultuurtraject en dragen het risico in zich van instellingsbrede afname
van de motivatie van medewerkers (risicomijdend gedrag en extra over­
head om aan de eisen van wet- en regelgeving te voldoen). De kans dat
dit zich voordoet, schatten wij in als redelijk groot. Het ingezette kwaliteitscultuurtraject en het zo efficiënt mogelijk voldoen aan de eisen
van wet- en regelgeving helpen bij de beheersing van dit risico.
• De kans op een mogelijke impairement (waarde-afboeking) op gebouwen door onevenwichtige groei van de studentaantallen tussen
Arnhem en Nijmegen dan wel door krimp van studentaantallen na 2020
door de verwachte demografische ontwikkeling wordt als groot ingeschat. Het financiële effect kan, vooral bij leegstand, groot zijn doordat eventueel leegstaande gebouwen moeten worden afgewaardeerd
tot marktwaarde. In de eerste helft van 2014 zal de HAN een geactualiseerde versie van het strategisch huisvestingsplan opstellen waarin
we, mede vanwege de lange doorlooptijden, aandacht schenken aan
deze aspecten.
• De rijksbijdrage bestaat gedeeltelijk uit voorwaardelijke financiering
(5% gerelateerd aan realisatie van de prestatieafspraken met het
ministerie van OCW) en selectief budget (2% gerelateerd aan zwaar115
HAN Jaarverslag 2013 | Bestuur en management
tepuntvorming en profilering). De kans op het (tussentijds) geheel of
gedeeltelijk wegvallen van de voorwaardelijke financiering en/of selectief
budget rijksbijdrage wordt als klein ingeschat. Het mogelijke effect
is groot (7% van de rijksbijdrage is circa €13 miljoen) maar de beïnvloedbaarheid is dat evenzeer en voortgangsbewaking op de realisatie is expliciet opgenomen in de P&C-cyclus van de HAN.
• De kans dat de uitkomsten van de adviescommissie Flexibel onderwijs voor werkenden (onder voorzitterschap van de heer Rinnooy
Kan) gevolgen hebben voor het deeltijdonderwijs na 2017 is door nog
ontbrekende politieke besluitvorming moeilijk in te schatten. Het
risico dat de financiering per student (rijksbijdrage) aanzienlijk lager zal
zijn dan in de huidige situatie kan grote gevolgen hebben voor de wijze
waarop deeltijdonderwijs binnen de HAN wordt gegeven (van de inge­
schreven studenten is circa 15% deeltijdstudent; 15% van de rijksbijdrage
is circa €27 miljoen). Afhankelijk van hoeveel de rijksbijdrage per
student vermindert, is alleen hierdoor al sprake van een substantieel
financieel effect (met gevolgen voor inzet van personeel en middelen). De HAN zet inmiddels (meerjarig) middelen in om de kwaliteit
van het deeltijdonderwijs te verbeteren en om (waar nood­zakelijk) de
uitvoeringskosten van het deeltijdonderwijs te verlagen.
• De invoering van de grote ICT-systemen (Studie-informatiesysteem
en eHRM) dragen het risico in zich van onvolledige of onjuiste
informatie en voortgangsbewaking als gevolg van de wijze van implemen­
tatie bij grote ICT-projecten. De kans hierop en het effect van oplopende kosten en verstoring van kritische bedrijfsprocessen worden
als groot ingeschat. Door een professionele wijze van projectmatig
werken worden deze projecten naar verwachting voldoende beheerst.
• De aanscherping van de accreditatie-eisen door de NederlandsVlaamse Accreditatie Organisatie heeft invloed op de beoordeling
van eindwerkstukken van studenten en levert daarmee het risico
op dat het vijf-jaarrendement (prestatieafspraak) gaat dalen. De kans
hierop schatten we hoog in. Het ingezette beleid om de onderwijskwaliteit te verbeteren (via verbetering van de accreditatiestandaard
1 wordt standaard 3 (toetsing) gunstig beïnvloed) zal dit mogelijke
effect naar verwachting op termijn mitigeren.
116
HAN Jaarverslag 2013 | Bestuur en management
• Door aanscherping van de regelgeving vanuit de belastingdienst voor
zzp’ers die werkzaam zijn in het onderwijs, loopt de HAN een groter
risico op boetes en fiscale naheffingen en wordt de mogelijkheid om via in­
leendocenten een flexibele schil aan te houden beperkter. Dit risico wordt
ingeschat als matig doordat de HAN afspraken heeft gemaakt met de
Belastingdienst om vóór studiejaar 2014-2015 de zaak op orde te
brengen en uit te wijken naar alternatieve, acceptabele inzetvormen. Daarnaast gaan de Vereniging Hogescholen, de VSNU (vereniging
van universiteiten), de MBO-Raad en de FNV, op landelijk niveau
in gesprek met de Belastingdienst met als doelstelling aanvullende
afspraken te maken.
Evaluatie werking risicomanagement
Met ingang 2013 heeft de HAN haar risicomanagement ingericht op
basis van de handreiking van de Vereniging Hogescholen. Het gehanteerde model dat hieronder schematisch is weergegeven, gaat uit van
de kernactiviteit van een hogeschool – het verzorgen van onderwijs en
onderzoek – met daaromheen één interne schil, de bedrijfsvoering, en
één externe schil, de omgeving waarbinnen de hogeschool opereert.
Externe
omgeving
Personeel
Compliance
Bedrijfsvoering
Onderwijs en
Onderzoek
Als onderdeel van de begrotingscyclus rapporteert het College van Bestuur in de Raad van Toezicht-vergadering waarin de begroting wordt
besproken over de hierboven genoemde belangrijkste interne en externe
risico’s voor de HAN.
117
HAN Jaarverslag 2013 | Bestuur en management
Bij de primaire processen van onderwijs en onderzoek is risicomanagement (voortgang realisatie doelstellingen uit het instellingsplan) een
integraal onderdeel van de planning en control (P&C)-cyclus binnen de
HAN. Over voortgang wordt gerapporteerd en waar nodig worden aanvullende maatregelen genomen.
Aangaande accreditaties vindt rapportage plaats aan instituutsdirectie,
faculteitsdirectie en College van Bestuur over de tussentijdse audits en
over de voortgang van de realisatie van de verbeterplannen (indien van
toepassing). Hiermee wordt het risico op niet-realisatie van een opleidingsaccreditatie verkleind.
Inmiddels is de risicoanalyse uitgebreid door accreditatiescores te koppelen aan de (al dan niet meetbare) tevredenheid van studenten, medewerkers en het afnemende werkveld om:
• eerder potentiële risico-opleidingen te detecteren en
• de kwaliteit van de HAN-opleidingen gericht te vergroten.
Wat betreft deze aandachtsgebieden gaat we ervan uit dat er, mede in
combinatie met de kwaliteit van de kwaliteitszorgsystemen voor onderwijs en onderzoek, een adequate risicobeheersing plaatsvindt.
Financiële instrumenten
Algemeen
De HAN maakt in de normale bedrijfsuitoefening gebruik van financiële
instrumenten die de HAN blootstellen aan markt- en/of kredietrisico’s.
Deze financiële instrumenten betreffen posten die in de balans zijn opgenomen, zoals vorderingen en schulden. De HAN handelt niet in deze
financiële instrumenten en past ook geen afgeleide financiële instrumenten (derivaten) toe. De HAN hanteert procedures en gedragsrichtlijnen om de omvang van het kredietrisico bij tegenpartijen te beperken.
Kredietrisico
De vorderingen uit hoofde van debiteuren betreffen vorderingen op studenten en vorderingen op overige debiteuren. Deze vorderingen zijn
over het algemeen beperkt van omvang, evenals het kredietrisico op
deze vorderingen.
118
HAN Jaarverslag 2013 | Bestuur en management
Renterisico en kasstroomrisico
Het renterisico is beperkt tot eventuele veranderingen in de marktwaarde van opgenomen leningen.
De rentevaste periode van de lening van de Gemeente Arnhem loopt
eind 2013 af, de vaste interest tot en met 2013 is 4,7%. De interest voor
de periode 2014 tot en met 2023 (einde contract) bedraagt 2,12%. De
HAN heeft als beleid om geen afgeleide financiële instrumenten te gebruiken om (tussentijdse) rentefluctuaties te beheersen.
De rentevaste periode van de lening van het Ministerie van Financiën
loopt tot juli 2020. De interest bedraagt tot die tijd 3,09% per jaar.
Reële waarde
De reële waarde van de in de balans verantwoorde financiële instrumenten, zijnde vorderingen, liquide middelen, langlopende en kortlopende
schulden, benadert de boekwaarde ervan.
De risico’s die gelden voor de compliance/bedrijfsvoering zijn moeilijker te beheersen. Deze zijn te onderscheiden in risico’s die betrekking
hebben op de naleving van wet- en regelgeving en risico’s aangaande
de continuïteit van de bedrijfsvoering (met name ICT en huisvesting).
Een gedeelte van de compliance-risico’s heeft te maken met de naleving van (zich veranderende) wet- en regelgeving. Dit speelt zich niet
alleen af binnen het Service Bedrijf maar ook binnen de faculteiten. De
faculteitsdirecteuren zijn integraal verantwoordelijk voor handhaving
van bestaande in- en externe regelgeving (eerste verdedigingslijn). De
HAN heeft ervoor gekozen om, behalve voor kwaliteitszorg, niet met
een interne auditafdeling te werken (tweede verdedigingslijn). Dit betekent dat het Service Bedrijf, vanuit zijn professionele expertise, een
signalerende rol heeft zodat, indien noodzakelijk, tijdig kan worden
ingegrepen. De risico’s en maatregelen om compliance te beheersen,
worden periodiek beoordeeld en worden vanaf 2014 opgenomen in de
formele P&C-cyclus.
119
HAN Jaarverslag 2013 | Bestuur en management
Notitie Helderheid
Over de uitvoering van de punten uit de ‘Notitie Helderheid in de bekostiging van het Hoger Onderwijs’ in 2013 geldt onverkort dat de HAN
er zoveel mogelijk voor zorgt dat het initiële onderwijs niet (deels) uitbesteed wordt aan andere (al dan niet bekostigde) organisaties. Ook
hebben we geen publieke middelen geïnvesteerd in private activiteiten.
Maatwerktrajecten
• Maatwerkovereenkomst Sociaal Pedagogische Hulpverlening met
het Hermann Josef Haus voor zeven studenten (studiejaar 20122013). Het Hermann Josef Haus heeft voor 2013-2014 geen
maatwerktraject.
• Maatwerkovereenkomst associate degree Civiele Techniek-PVR met
CIVILION B.V. voor 31 studenten.
Uitwisseling
Voor de uitwisseling van studenten heeft de HAN 81 partnerinstellingen buiten en 208 binnen Europa. (Voor een overzicht van hoeveel studenten hebben gestudeerd bij buitenlandse partners waarmee we een
overeenkomst hebben gesloten en hoeveel buitenlandse studenten van
partnerinstellingen die aan de HAN hebben gestudeerd, zie bijlage F.)
Studenten kunnen ook voor studie, stage of afstudeeropdracht naar
buitenlandse instellingen gaan waarmee we geen overeenkomst hebben (overzicht eveneens in bijlage F).
In het studiejaar 2012-2013 zijn in totaal 1.144 studenten naar het buitenland geweest:
• 332 Voor hun studie (al dan niet bij een partnerinstelling)
• 516 Voor hun stage
• 97 Voor hun afstudeeropdracht
• 199 Voor een kort verblijf in het buitenland (studiereizen, summer
courses of stages korter dan zes weken).
120
HAN Jaarverslag 2013 | Bestuur en management
In het studiejaar 2012-2013 hebben in totaal 338 buitenlandse studenten
bij de HAN gestudeerd:
• 322 Voor studie
• 16 Voor stage.
De bilaterale overeenkomsten zijn bij het International Office van de
HAN in te zien.
Publiek–privaat
De HAN is een hogeschool met een publieke oriëntatie. In de prestatieafspraken geven we aan dat we een hogeschool willen zijn met een
duidelijk publiek profiel. Vanuit die insteek geven we geen prioriteit aan
commerciële activiteiten. Het is wel onze maatschappelijke verantwoordelijkheid om een selectief aanbod (na)scholingsfaciliteiten te bieden
die het werkveld en deelnemers financieren en waarin private partijen
niet voorzien. Overigens scharen we hier onze (niet-bekostigde) masteropleidingen nadrukkelijk niet onder. Het verzorgen van dit onderwijs
rekenen wij tot onze publieke taak en we vragen de overheid op dit punt
dat ook als zodanig te erkennen en over te gaan tot bekostiging van
dit onderwijs. Deze opleidingen zijn volgens de regels van de overheid
geaccrediteerd en worden allerwegen gezien – niet in de laatste plaats
door de commissie Veerman – als een noodzakelijke aanvulling op het
palet aan hoger onderwijs in Nederland.
De HAN besteedt haar door het Rijk bekostigde onderwijs niet uit aan
private organisaties. Ook de door ons ontvangen rijksbijdrage wordt
niet besteed aan investeringen in private activiteiten. Alle commerciële
activiteiten hebben als begrotingsdoelstelling een minimaal kostendekkende exploitatie. Bewaking op realisatie van de positieve resultaatdoelstelling vindt plaats door middel van de managementrapportages
aan het College van Bestuur. Deze worden besproken in het bestuurlijk
overleg tussen College van Bestuur en faculteitsdirecties en waar nodig
vindt bijsturing plaats. Daarnaast hebben alle lectoren in het kader van
de prestatieafspraken een inverdiendoelstelling van k€150 per fte lector
in 2016.
121
HAN Jaarverslag 2013 | Bestuur en management
De opbrengsten en kosten worden zoveel mogelijk toegerekend aan de
desbetreffende door de overheid bekostigde onderwijsactiviteiten of
de overige vanuit de markt gefinancierde activiteiten. Mede dankzij het
twee jaar geleden nieuw ingevoerde financieel pakket en de aandacht
die bij de implementatie daarvan is besteed aan de administratieve processen, kunnen we de scheiding tussen publieke en private activiteiten
goed waarborgen. In de externe financiële verslaglegging is scheiding
aangebracht tussen resultaat op publieke en private activiteiten, waarbij
de private activiteiten expliciet een positieve resultaatsdoelstelling hebben. Bij onverhoopt tegenvallende resultaten worden passende maatregelen genomen om hetzij de winstgevendheid te herstellen, hetzij de
activiteiten te beëindigen dan wel over te dragen aan een andere partij
(indien mogelijk).
Toetsing regelgeving inschrijving en
bekostiging
Om de mogelijkheid van onrechtmatig handelen zoveel mogelijk uit te
sluiten, kent de HAN een systeem van voortdurende centrale toetsing
en afstemming op interpretatie van ministeriële regelgeving betreffende inschrijving en bekostiging. Een apart ingestelde Toetscommissie Inschrijving en Bekostiging (TIB) is belast met voortdurende advisering
rondom benodigde interpretatie van regelgeving inzake inschrijving en
bekostiging in bijzondere gevallen.
In 2013 zijn een aantal maatwerkovereenkomsten en de mogelijkheid
van het in rekening brengen van een afstudeervergoeding aan bedrijven
beoordeeld en akkoord bevonden en is onder meer geadviseerd over de
mogelijkheden tot verzorging van een euregionale route Sociaal Pedagogische Hulpverlening/Culturele en Maatschappelijke Vorming en de
inschrijving op basis van een verklaring behaald havo-diploma in het
voortgezet algemeen volwassenenonderwijs.
De HAN kent verder één hogeschoolbrede Studenten Inschrijf Administratie met eenvormig gehanteerde instructies en procedures. Ten slotte
voert de externe accountant jaarlijks een onderzoek uit naar de juistheid van de bekostigingsgegevens. Hij geeft daarover een afzonderlijk
assurance-rapport af.
122
HAN Jaarverslag 2013
Verslag
Raad van
Toezicht
123
HAN Jaarverslag 2013 | Verslag Raad van Toezicht
De Raad van Toezicht ziet er op toe dat het College van Bestuur de HAN
op adequate wijze bestuurt en geeft het College van Bestuur gevraagd
en ongevraagd advies. De Raad van Toezicht is tevens de werkgever van
het College van Bestuur. Zijn taken en bevoegdheden zijn expliciet beschreven in de Statuten van de Stichting Hogeschool van Arnhem en
Nijmegen en het hierop gebaseerde Reglement Raad van Toezicht.
Samenstelling Raad van Toezicht
De Raad van Toezicht bestond in 2013 uit zes leden, te weten: de heer
mr. R.L.M. Hillebrand (voorzitter; per 1 januari 2013 overgenomen van
de heer ir. H.L.J. Noy), mevrouw dr. ir. C.C. Krijger (vicevoorzitter), mevrouw prof. dr. H. Maassen van den Brink, de heer prof. dr. C.W.P.M.
Blom en de heer dr. A.G.J.M. Hanselaar. De heer drs. R.J. Frohn heeft
per 27 maart 2013 zijn lidmaatschap voortijdig beëindigd in verband
met de nieuwe wetgeving rondom het aantal toezichthouderfuncties/
commissariaten. De Raad van Toezicht heeft met positief advies van
de Medezeggenschapsraad de heer drs. E. Steeghs benoemd tot zijn
opvolger. De benoeming is ingegaan op 1 juli 2013. Een overzicht van de
leden, inclusief hoofd- en nevenfuncties, is te vinden in bijlage E.
De Raad van Toezicht is zodanig samengesteld, dat de leden ten opzichte van elkaar, het College van Bestuur en andere mogelijke belanghebbenden en deelbelanghebbenden, onafhankelijk en kritisch kunnen
opereren. Mede hiertoe heeft de Raad een algemeen profiel Raad van
Toezicht vastgesteld. Dit profiel is gepubliceerd op de website. Naar
aanleiding van de in oktober 2013 vastgestelde ‘Branchecode goed bestuur hogescholen’ zal dit profiel een aanscherping krijgen.
Alle leden van de Raad van Toezicht zijn onafhankelijk en voldoen aan
de criteria gesteld in de Branchecode goed bestuur hogescholen. Mevrouw Maassen van den Brink is lid van de Review Commissie Prestatieafspraken OCW. Ter voorkoming van mogelijke (schijn van) belangenverstrengeling heeft de Raad van Toezicht afspraken gemaakt over
zijn rol en handelwijze bij de behandeling van het instellingsplan en de
prestatieafspraken van de HAN in de Raad van Toezicht.
124
HAN Jaarverslag 2013 | Verslag Raad van Toezicht
De leden hebben zitting voor een termijn van maximaal vier jaar. Zij treden af volgens een door de Raad vastgesteld rooster, dat gepubliceerd
staat op de website. Ze zijn onmiddellijk herkiesbaar. De leden kunnen
in totaal niet langer dan acht jaar zitting hebben in de Raad.
Vergoeding Raad van Toezicht
De vergoeding van de Raad van Toezicht bedroeg in 2013:
Naam
Rol in de Raad van Toezicht
Voorzitter
Commissie
C.W.P.M. Blom
R.J. Frohn
A.G.J.M. Hanselaar
R.L.M. Hillebrand
C.C. Krijger
H. Maassen van den
Brink
Auditcommissie
Remuneratiecommissie
Remuneratiecommissie
•
•
•
•
•
€8.375
€ 2.343,75*
€
8.375
€
12.000
€
9.375
Auditcommissie
•
€
Auditcommissie
•
€ 4.687,50**
E. Steeghs
•
Honorering
volgens functiegroep 4 (incl.
werkgeverslasten, excl. BTW)
Lid 9.375
* Honorering op basis van overeenkomst van opdracht en verklaring arbeidsrelatie;
naar rato van beëindiging van het lidmaatschap per 27 maart 2013
** Naar rato van toetreding tot de Raad van Toezicht per 1 juli 2013
De vergoeding van de Raad van Toezicht is met ingang van 1 januari
2013 in lijn gebracht met extra werkzaamheden in verband met commissies, inflatie en een onkostenvergoeding. De honorering voor een
lid van de Raad van Toezicht is verhoogd van €7.500 naar €8.375,-, voor
een lid dat tevens lid van een commissie is van €7.500 naar €9.375,- en
voor de voorzitter en tevens lid van een commissie van €10.000 naar
€12.000,-. Deze bedragen zijn exclusief de 21% btw die vanaf 1 januari
2013 in rekening moet worden gebracht en vallen binnen de Wet Normering Topinkomens en daarbinnen de sectorale norm voor bestuurders van hogescholen (honorering volgens functiegroep 4 van de bezoldigingscode bestuurders hogescholen).
125
HAN Jaarverslag 2013 | Verslag Raad van Toezicht
De commissies
De Raad van Toezicht werkt met twee adviescommissies: een remuneratiecommissie en een auditcommissie. De Raad komt tot een eigen
oordeel, gehoord hebbende de adviezen dan wel bevindingen van de
commissies. In het licht van de nieuwe branchecode voor hogescholen,
overweegt de Raad in 2014 de instelling van een onderwijscommissie.
De taakstelling van beide commissies ligt vast in een op de commissie
toegesneden reglement. Beide reglementen staan gepubliceerd op de
website.
Remuneratiecommissie
De remuneratiecommissie bestond in 2013 uit de heer Hillebrand en
mevrouw Krijger. Deze commissie richt zich op de volgende onderwerpen:
• De benoeming van leden van de Raad van Toezicht en het College van
Bestuur
• Het functioneren van de Raad van Toezicht en het College van
Bestuur
• De arbeidsvoorwaarden en de beloning van het College van Bestuur
• De honorering van de Raad van Toezicht
• Het strategische HR-beleid, voor wat betreft management development en opvolgingsplanning.
In 2013 is de commissie tweemaal bijeen geweest, in bijzijn van de
voor­zitter en vicevoorzitter van het College van Bestuur en de be­stuurs­
secretaris. Aan de orde waren onder andere:
• Voorbereiding van de functionerings- en beoordelingsgesprekken
met leden van het College van Bestuur
• Werving van een derde lid voor het College van Bestuur en een nieuw
lid voor het College van Bestuur in verband met het vertrek van Kristel Baele
• Remuneratierapport 2012-2013, met de uitgangspunten voor het
remuneratiebeleid van het College van Bestuur en de Raad van Toezicht, de verantwoording over de bezoldiging en uitvoering van de
overige arbeidsvoorwaarden en het declaratiebeleid en -overzicht van
het College van Bestuur
126
HAN Jaarverslag 2013 | Verslag Raad van Toezicht
• 100 Dagen-analyse van de bestuursvoorzitter, als basis voor besluitvorming over de sturing en de samenstelling van het College van
Bestuur
• Doelstellingen College van Bestuur 2014
• Werving van een nieuw lid van de Raad van Toezicht in verband met
het vertrek van de heer Frohn
• Evaluatie van het ‘Eigen functioneren Raad van Toezicht’ over 2012 en
2013
• Hoofdlijnen vlootschouw management en management development.
Er hebben extra bijeenkomsten plaatsgevonden in verband met de uitbreiding van het College van Bestuur naar drie leden, de benoeming van
een derde bestuurder en de aantrekking van een nieuw lid voor het College van Bestuur in verband met het vertrek van Kristel Baele.
Auditcommissie
De auditcommissie bestond uit mevrouw Maassen van den Brink en de
heer Frohn (tot en met 26 maart 2013) en de heer Steeghs (vanaf 1 juli
2013). De auditcommissie heeft een voorbereidende taak met betrekking tot:
• Periodieke financiële rapportages
• De jaarrekening en de begroting
• De werking van de interne risicobeheersings- en controlesystemen
• Financiële informatieverschaffing
• Naleving van de aanbevelingen van de externe accountant
• Belangrijke investeringen.
In 2013 is de auditcommissie driemaal bijeen geweest, in het bijzijn van
de portefeuillehouder financiën uit het College van Bestuur en de concerncontroller. Aan de orde waren onder andere:
• De jaarrekening HAN 2012, het accountantsverslag en de adviesbrief
2012 van de accountant, in het bijzijn van de instellingsaccountant.
De auditcommissie heeft zoals te doen gebruikelijk ook buiten aanwezigheid van College van Bestuur en concerncontroller gesproken
127
HAN Jaarverslag 2013 | Verslag Raad van Toezicht
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
•
met de instellingsaccountant. In dit gesprek zijn geen bijzonderheden aan de orde gekomen
De risicoanalyse: de (financiële) impact van de vijf grootste risico’s
en de evaluatie van de werking van risicomanagement na afronding
van de planning en control-cyclus 2013
De vierjaarlijkse evaluatie van de instellingsaccountant
De begroting HAN 2014, de externe ontwikkelingen in relatie tot de
prognose 2013 en de meerjarenraming vanaf 2014
De voortgang van grote projecten, zoals de lopende bouwprojecten,
grote ICT-projecten, zoals het nieuwe e-HRM-pakket en het nieuwe
studenteninformatiesysteem (Alluris) als ook het ICT-beveiligings­
beleid
De financiële en inhoudelijke voortgang van de speerpunten/centres
of expertise7
Toekomstbestendigheid deeltijdonderwijs, mede in relatie tot de
verwachte verandering in de bekostiging
Inrichting finance en control; verdere versterking van de financiële
kolom
Afwikkeling van het faillissement Interstudie BV (Interstudie NDO).
De voorbereiding op SEPA
De verhouding tussen vast en flexibel personeel
De vergaderfrequentie van de auditcommissie; opgehoogd van drienaar viermaal per jaar.
Bijeenkomsten Raad van Toezicht in 2013
De Raad van Toezicht heeft in 2013 vijfmaal vergaderd, in het bijzijn van
het College van Bestuur. Daarnaast hadden de voorzitters van het College en de Raad regelmatig bilateraal (voor)overleg. De vergaderingen
vonden plaats op basis van een vooraf vastgestelde inhoudelijke jaarplanning, met specifieke (vaste) agendapunten, themabesprekingen en
presentaties. De hierna beschreven onderwerpen zijn onder andere aan
de orde geweest.
7
De speerpunten/centres of expertise zijn beschreven in hoofdstuk 2.
128
HAN Jaarverslag 2013 | Verslag Raad van Toezicht
College van Bestuur-aangelegenheden
In verband met de komst van de nieuwe bestuursvoorzitter Kees Boele
in december 2012 werd de afgesproken uitbreiding van een twee- naar
een driehoofdig College van Bestuur en de start van de werving van het
nieuwe lid aangehouden. Dit om het College van Bestuur in zijn nieuwe
samenstelling de gelegenheid te geven zich een beeld te vormen bij de
opdracht waar de HAN voor staat en wat daarvoor in zijn ogen nodig
is. In oktober heeft de Raad van Toezicht, besloten om over te gaan tot
uitbreiding naar een driehoofdig College van Bestuur. De Medezeggenschapsraad heeft ten aanzien van de voorgenomen uitbreiding positief
geadviseerd. De uitbreiding van een twee- naar een driehoofdig College
van Bestuur wordt over drie jaar geëvalueerd.
De Raad van Toezicht heeft, met positief advies van de Medezeggenschapsraad, Frank Stöteler benoemd tot lid van het College van Bestuur.
Hij is op 1 januari 2014 begonnen bij het College van Bestuur en was tot
daarvoor onder andere directeur van de Faculteit Gezondheid, Gedrag
en Maatschappij.
In verband met het aangekondigde vertrek van Kristel Baele per 1 april
2014 heeft de Raad van Toezicht in december een extern bureau opdracht gegeven voor de werving van een lid voor het College van Bestuur. De verwachting is dat rond de zomer 2014 het nieuwe lid zal starten.
Begin 2013 beoordeelde de Raad van Toezicht het declaratieoverzicht
over 2012 van het College van Bestuur als conform het geformuleerde
beleid. Tevens stelde de Raad begin 2013 het remuneratierapport 20122013 vast.
Onder waardering voor de prestaties over 2012 kende de Raad de
oud-bestuursvoorzitter (naar rato tot aan zijn vertrek op 1 september
2012) en het lid van het College van Bestuur elk een gratificatie toe van
75% van de maximaal haalbare gratificatie van één maandsalaris. Een
en ander op basis van vooraf overeengekomen performancecriteria.
Met de vaststelling van het remuneratierapport heeft de Raad van Toezicht de beloning met ingang van 2013 in lijn gebracht met de WNT. Dit
betekent dat de beloning van bestuurders geen variabele component
129
HAN Jaarverslag 2013 | Verslag Raad van Toezicht
meer kent op grond van vooraf overeengekomen performancecriteria.
De Raad blijft voor het College van Bestuur werken met doelstellingen,
alleen zonder hieraan beloningsconsequenties te verbinden. De Raad
van Toezicht stelde dus ook begin 2013 de doelstellingen voor het College van Bestuur vast.
Raad van Toezicht-aangelegenheden
De Raad van Toezicht benoemde, met positief advies van de Medezeggenschapsraad, per 1 juli 2013 de heer Steeghs tot lid van de Raad van
Toezicht. De heer Steeghs volgde de heer Frohn op, die zijn lidmaatschap van de Raad van Toezicht per 27 maart 2013 heeft beëindigd. De
Raad van Toezicht stelde het aangepaste Rooster van Aftreden vast.
In lijn met de nieuwe branchecode heeft de Raad van Toezicht besloten
om de evaluatie van het eigen functioneren met ingang van 2014 om
de twee à drie jaar te laten begeleiden door een externe partij. De evaluatie van het eigen functioneren in 2013 heeft de Raad van Toezicht zelf
gedaan.
Instellingsplan en prestatieafspraken met het ministerie
van OCW
Over de voortgang in de realisatie van de doelstellingen uit het instellingsplan en de prestatieafspraken informeerde het College van Bestuur
de Raad van Toezicht door middel van managementrapportages. In het
bijzonder werd stilgestaan bij de ontwikkeling van de speerpunten en
de centres of expertise.
Kwaliteitszorg
Onder het vaste agendapunt Kwaliteitszorg hield het College van Bestuur de Raad van Toezicht op de hoogte van de kwaliteit van het onderwijs en onderzoek. De Raad heeft onder andere de voorbereidingen op
de Instellingstoets Kwaliteitszorg, de uitkomsten van visitaties en accreditaties van master- en bacheloropleidingen en de uitkomsten van de
thematische audits Toetsing besproken. Extra aandacht is hierbij uitgegaan naar opleidingen met een zorgelijke visitatie of accreditatie. Ook
heeft het College van Bestuur zijn aanpak voor het toekomstbestendig
maken van het deeltijdonderwijs besproken met de Raad van Toezicht.
130
HAN Jaarverslag 2013 | Verslag Raad van Toezicht
In de zomer nam de Raad van Toezicht met genoegen kennis van het
besluit van de Nederlands-Vlaamse Accreditatie Organisatie tot het verlenen van de Instellingstoets Kwaliteitszorg aan de HAN.
Het College van Bestuur heeft de Raad van Toezicht geïnformeerd over
de casus van het ‘grensoverschrijdende gedrag van drie docenten’. Het
College van Bestuur en de Raad van Toezicht hebben naar aanleiding
van de casus gesproken over de lessen voor de cultuur, procedures en
regelgeving binnen de desbetreffende faculteit en de HAN.
De Raad van Toezicht heeft met het College van Bestuur regelmatig
stilgestaan bij de kwaliteit van het onderwijs. De Raad ondersteunt de
insteek van het College van Bestuur om de onderwijsinhoud en het onderwijsniveau verder te verbeteren door te sturen op kwaliteitscultuur,
professionele zelfstandigheid en sfeer, dit met de noodzakelijke aandacht voor compliance.
Jaarrekening en Jaarverslag 2012
De Raad van Toezicht gaf goedkeuring aan de Jaarrekening en het Jaarverslag HAN 2012. Met de controlerende accountant werd de controle
van de jaarrekening inclusief de meerjarenprognose, het bijbehorende
accountantsverslag en de adviesbrief besproken. In dit overleg zijn geen
zaken aan de orde gekomen die het goedkeuren van de jaarstukken belemmerden of bijzondere vermelding behoefden. De accountant heeft
een goedkeurende controleverklaring voor de jaarrekening afgegeven.
Conform de Branchecode goed bestuur hogescholen heeft in 2013 de
vierjaarlijkse evaluatie van de instellingsaccountant plaatsgevonden
onder regie van de concerncontroller. Op advies van het College van
Bestuur heeft de Raad besloten om het huidige accountantskantoor en
de huidige partner te behouden. Dit past binnen de in de branchecode
gestelde aanstellingsduur van hoogstens acht jaar.
Begroting 2014
In december gaf de Raad van Toezicht goedkeuring, met positief advies
van de Medezeggenschapsraad, aan de Begroting HAN 2014. De begroting kenmerkt zich door eenmalige investeringen in de speerpunten uit
het instellingsplan, de scholing van docenten en het toekomstbestendig maken van het deeltijdonderwijs.
131
HAN Jaarverslag 2013 | Verslag Raad van Toezicht
Risicomanagement
In 2013 was de verdieping van het risicomanagement en de vertaling in
maatregelen een aandachtspunt voor de Raad van Toezicht. Het actuele
overzicht van risico’s is standaard in de auditcommissie besproken en
in 2013 twee keer in de Raad van Toezicht. De Raad heeft kennis genomen van de (top vijf van) risico’s en constateerde dat de juiste risico’s
zijn benoemd en dat de risico’s voor zover mogelijk afdoende worden
beheerst. Als onderdeel van risicomanagement overwegen de Raad van
Toezicht en het College van Bestuur voor 2014 scenario-analyses op te
stellen.
Branchecode goed bestuur hogescholen
De Raad van Toezicht heeft de in oktober 2013 door de Vereniging Hogescholen vastgestelde nieuwe Branchecode goed bestuur hogescholen
besproken. Het College van Bestuur en de Raad van Toezicht hebben
afspraken gemaakt over invoering van de wijzigingen in de code. Deze
wijzigingen worden in 2013 en 2014 uitgevoerd. Alleen van het artikel IV
3.2. hebben de Raad van Toezicht en het College van Bestuur afgesproken dat daar niet aan voldaan wordt. Dit artikel betreft het betrekken van
de externe accountant bij het opstellen van interne managementrapportages. De toelichting hierop is dat interne managementrapportages een
interne aangelegenheid zijn. De rapportages worden wel ter informatie
aan de accountant toegezonden.
De Raad van Toezicht nam kennis van de beleidsbrief van de minister
van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap over de versterking van de bestuurskracht. De maatregelen sluiten aan bij de nieuwe branchecode.
Benoemingen
De Raad van Toezicht gaf goedkeuring aan het voorgenomen besluit van
het College van Bestuur tot benoeming van de interim-directeur Cees
van Verseveld voor de Faculteit Gezondheid, Gedrag en Maatschappij
per 1 januari 2014.
132
HAN Jaarverslag 2013 | Verslag Raad van Toezicht
Overige onderwerpen en ontwikkelingen
De Raad van Toezicht nam kennis van de afwikkeling van het faillissement van Interstudie BV (Interstudie NDO) en de overname ervan door
Marant. In een themadiscussie heeft de Raad gesproken over het externe communicatiebeleid. Het College van Bestuur heeft de Raad van
Toezicht geïnformeerd over de hoofdlijnen van de vlootschouw van de
directeuren.
Overleg met de Medezeggenschapsraad
In het voor- en najaar vond het reguliere overleg plaats van de Raad van
Toezicht met de Medezeggenschapsraad. In het overleg is gesproken
over de inrichting van het reguliere overleg en de respectievelijke rol
van de Raad van Toezicht en van de Medezeggenschapsraad, mede in
het kader van de nieuwe branchecode en de beleidsbrief van de minister van OCW over versterking van de bestuurskracht. Ook is gesproken
over de dialoog in de organisatie in het kader van de kwaliteitscultuur,
de profilering van de HAN in de regio en de samenstelling van het College van Bestuur.
Dankwoord
De Raad van Toezicht dankt het College van Bestuur voor de open en ple­
zierige samenwerking. Tevens dankt de Raad van Toezicht de Medezeg­
genschapsraad voor het constructieve en open karakter van het overleg. De
Raad van Toezicht spreekt zijn waardering uit voor de grote inzet waarmee
de medewerkers van de HAN hebben bijgedragen aan de bereikte resultaten
afgelopen jaar.
Namens de Raad van Toezicht,
Mr. R.L.M. Hillebrand, voorzitter
133
HAN Jaarverslag 2013
Financiën
134
HAN Jaarverslag 2013 | Financiën
Financieel beleid
Uitgangspunt voor het financiële beleid van de HAN is het instellingsplan. Om de strategische doelstellingen kracht bij te zetten, zijn voor de
realisatie van de speerpunten extra inspanningen en dus investeringen
nodig. Hiervoor is een gezonde financiële basis nodig en moeten de
investeringen gebeuren binnen onze (meerjarige) financiële ruimte. Wij
maken daarbij een correcte scheiding tussen private en publieke middelen.
Doelstelling en begroting
Ieder jaar maken de faculteiten en het Service Bedrijf afspraken over de
doelstellingen. Zij leggen deze afspraken vast in managementcontracten met het College van Bestuur. De afspraken worden uitgewerkt in een
sluitende begroting.
De voortgang van uitvoering van deze afspraken wordt gemeld in viermaandelijkse managementrapportages en in bilateraal overleg. Daarnaast geven we in tussentijdse rolling forecasts een prognose van het
financiële resultaat voor het hele jaar.
Financiële prestaties
In deze paragraaf gaan we kort in op de exploitatierekening 2013 en de
balanspositie per ultimo 2013. Daar waar mogelijk lichten we verschillen tussen begroting en realisatie 2013 en tussen realisatie 2012 en 2013
toe.
135
HAN Jaarverslag 2013 | Financiën
Exploitatierekening HAN 2013
Begroot
x €1.000
2010
%
2011
%
2012
%
2013
%
Baten
Rijksbijdragen OCW
Overige overheids­
bijdragen
Collegegelden
Baten werk
i.o.v. derden
Overige baten
Totaal baten
Lasten
Personele lasten
Afschrijvingslasten
Huisvestingslasten
Overige instellingslasten
Totaal lasten
Saldo baten en
lasten
2013
Begroting %
2014
%
166.659
67
170.601
66
176.219
67
183.362
67
177.735
67
181.373
67
3.328
1
2.792
1
2.967
1
4.325
2
4.268
2
4.241
2
45.546
18
48.802
19
50.525
19
55.016
20
52.580
19
57.834
21
26.776
11
27.479
11
27.171
10
20.379
7
23.991
9
18.833
7
7.245
3
256.919 100
6.184
263.066
2
99
11.880
4
270.454 101
8.849
271.130
3
100
6.552
3
248.861 100
10.020
4
273.102 100
183.832
12.661
16.667
74
5
7
192.904
10.740
15.897
75
4
6
202.511
11.424
14.918
77
4
6
206.690
10.686
15.874
76
4
6
206.429
12.139
14.915
76
4
6
213.316
11.876
15.272
79
4
6
28.542
11
30.741
12
30.733
12
32.962
12
34.479
13
33.803
12
241.702
97
250.282
97
259.586
99
266.212
98
267.962
99
274.267
101
7.159
3
6.637
3
3.480
1
6.890
2
2.492
1
-3.137
-1
Saldo financiële
lasten
-708
0
-1.427
-1
-2.403
-1
-2.109
-1
Netto-resultaat
6.451
3
5.210
2
1.077
0
4.781
1
Begroting en realisatie 2013
Het totale resultaat van de HAN over 2013 is €4,8 miljoen. Dit is €4,3
miljoen hoger dan was begroot (€0,4 miljoen).
De baten zijn met €273,1 miljoen €2,6 miljoen hoger dan de begrote
baten van €270,5 miljoen. De rijksbijdrage is €5,6 miljoen hoger dan verwacht door een prijsbijstelling onder andere door prijsindexering, een
compensatie voor de gestegen instroom van studenten en afspraken in
het regeerakkoord (€4,7 miljoen), een vrijval van de balanspost convenantgelden (€0,6 miljoen) en meer ontvangen subsidies dan begroot
(€0,3 miljoen). De overige overheidsbijdrage is nagenoeg conform de
begroting.
136
-2.055
-1
437
0
-2.055
-1
-5.192
-2
HAN Jaarverslag 2013 | Financiën
De collegegelden zijn €2,4 miljoen hoger dan verwacht; oorzaak hiervan
is een hoger gemiddeld collegegeld en minder restituties dan begroot.
De baten uit werk in opdracht van derden en overige baten zijn respectievelijk €3,6 miljoen en €1,9 miljoen lager dan begroot. Deze afname
wordt grotendeels verklaard door het faillissement van Interstudie BV
op 11 maart 2013 en een verschuiving naar 2014 van een gedeelte van
het tweede gedeelte van de eenmalige bate die voortkomt uit de opheffing van het Waarborgfonds HBO.
De lasten zijn met €266,3 miljoen €1,6 miljoen lager dan de begrote lasten van €268,0 miljoen. De personele lasten zijn per saldo €0,3 miljoen
hoger dan begroot. Deze hogere personele lasten worden veroorzaakt
door 30 fte meer inzet fte bij HAN-onderwijs dan begroot8 (€2,1 miljoen), lagere kosten van lonen en salarissen per fte (-/- €3,8 miljoen),
een niet begrote vrijval balansposten (-/- €1,4 miljoen), hogere dotaties
aan personele voorzieningen (€0,5 miljoen) en er zijn meer uitkeringen
ontvangen dan begroot (-/- €0,8 miljoen). De kosten besteed aan uitzendkrachten zijn hoger dan begroot (€5,8 miljoen). Daarnaast zijn de
personele lasten €2,1 miljoen lager door het faillissement van Interstudie BV.
De afschrijvingslasten zijn lager dan begroot (€1,5 miljoen).
De huisvestingskosten vielen €0,9 miljoen hoger uit dan begroot, met
name door een extra dotatie aan de voorziening onderhoud op basis
van het nieuwe meerjarenonderhoudsplan.
De overige instellingslasten zijn lager dan begroot (€1,5 miljoen) door
minder kosten van Interstudie BV en minder uitgegeven middelen voor
speerpunten.
In het totale resultaat speelt ook het saldo van financiële baten en lasten
een rol. De rentelasten zijn hoger dan de rentebaten, waardoor de HAN
gesaldeerd (€2,1 miljoen) aan rente heeft betaald. De werkelijke rente is
conform begroting.
8
Gecorrigeerd voor Interstudie BV bedraagt de HAN-fte-begroting per 31 december 2013 2.418.
De werkelijke stand per ultimo 2013 bedraagt 2.447 fte.
137
HAN Jaarverslag 2013 | Financiën
Toelichting op de verschillen tussen 2012 en 2013
De baten zijn in totaal €10,0 miljoen hoger dan de baten in 2012. De
rijksbijdrage nam toe met €7,1 miljoen, voornamelijk veroorzaakt door
de groei van het gemiddelde aantal studenten in voorgaande jaren en
door een hogere prijs per student. De overige overheidsbijdragen nemen toe, met name door subsidies van het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. De collegegelden laten een toename zien (€4,5
miljoen); ook deze wordt veroorzaakt door de groei van het aantal studenten, maar ook door een hogere gemiddelde prijs per student.
De baten ‘werk in opdracht van derden’ zijn lager dan vorig jaar (€6,8
miljoen); deze afname wordt veroorzaakt door het faillissement van Interstudie BV en het aflopen in 2012 van een aantal grote projecten. De
overige baten zijn €3,8 miljoen hoger dan vorig jaar, wat wordt veroorzaakt door een gedeelte van de baten die vrijvallen door de opheffing
van het Waarborgfonds HBO en externe minoren.
De lasten zijn in totaal €6,7 miljoen hoger dan de lasten in 2012. Ten opzichte van 2012 zijn de personele lasten met circa 2,1% (€4,2 miljoen)
gestegen. Deze hogere personele lasten worden veroorzaakt door meer
inzet van personeel bij onderwijs en onderzoek (€2,8 miljoen), hogere
kosten van lonen en salarissen per fte (€2,8 miljoen), een niet begrote
vrijval balansposten (-/- €1,6 miljoen), hogere dotaties aan personele
voorzieningen (€1,8 miljoen) en er zijn meer uitkeringen ontvangen dan
begroot (-/- €0,2 miljoen). De kosten besteed aan uitzendkrachten zijn
hoger dan begroot (€1,0 miljoen). Daarnaast zijn de personele lasten
€2,4 miljoen lager door het faillissement van Interstudie BV.
Ten opzichte van 2012 zijn de afschrijvingslasten afgenomen met
€0,7 miljoen.
De huisvestingslasten zijn ten opzichte van de werkelijke cijfers 2012
€0,9 miljoen hoger. Het verschil wordt grotendeels veroorzaakt door
een extra dotatie aan de voorziening groot onderhoud op basis van een
update van het meerjarenonderhoudsplan in 2013.
Het saldo financiële baten en lasten is €0,3 miljoen lager dan in 2012.
Dit wordt veroorzaakt doordat in 2012 boeterente is betaald in verband
met vervroegde aflossing van de BNG-lening om de vrijval van het
Waarborgfonds HBO te kunnen faciliteren.
138
HAN Jaarverslag 2013 | Financiën
Winst en verlies marktactiviteiten
Bij marktactiviteiten (die voor het grootste deel zijn opgenomen onder
‘werk derden’ en voor een beperkt deel onder ‘overige baten’) is het totale resultaat €0,4 miljoen positief (€0,7 miljoen positief begroot) op
een omzet van €14,4 miljoen (€14,0 miljoen begroot). Het resultaat is
€0,3 miljoen lager dan begroot, vooral door tegenvallend resultaat en
faillissement van Interstudie BV.
Financiële positie
Balans per 31 december
(x €1.000)
Activa
2010
%
2011
%
2012
%
2013
%
158.457
79
164.238
72
173.297
73
189.007
82
14
0
14
0
0
0
-
0
Vlottende activa
22
0
0
0
90
0
116
0
Vorderingen
11.939
6
11.300
5
9.817
4
7.091
3
Liquide middelen
30.715
15
52.611
23
53.636
23
35.671
15
201.147
100
228.163
100
236.840
100 231.885
100
Eigen vermogen
74.910
37
80.120
35
81.197
34
85.978
37
Voorzieningen
18.098
9
13.932
6
13.306
6
13.923
6
Schulden op lange termijn
44.226
22
61.315
27
65.754
28
62.861
27
Schulden op korte termijn
63.913
32
72.796
32
76.583
32
69.123
30
201.147
100
228.163
100
236.840
100 231.885
100
Vaste activa
Materiële vaste activa
Financiële vaste activa
Voorraden
Totaal activa
Passiva
Totaal passiva
De materiële vaste activa zijn ten opzichte van 2012 toegenomen met
€15,7 miljoen, vooral door de investeringen in de nieuwbouw van de Faculteit Educatie.
De liquide middelen zijn met €18,0 miljoen afgenomen ten opzichte van
2012. De afname van de liquide middelen wordt met name verklaard
door een positief resultaat van €2,7 miljoen, een afname van overige ba-
139
HAN Jaarverslag 2013 | Financiën
lansmutaties van €2,4 miljoen, een afname veroorzaakt door het saldo
van investeringen in materiële vaste activa en afschrijvingen (€15,4 miljoen), en een afname van €2,9 miljoen voor reguliere aflossingen van de
leningen. Voor verdere details wordt verwezen naar het kasstroomoverzicht.
Na toevoeging van het resultaat van €4,8 miljoen is het eigen vermogen
toegenomen tot €86,0 miljoen. Het eigen vermogen ligt grotendeels
vast in de gebouwen.
Het vrij besteedbare vermogen van €83,1 miljoen per balansdatum staat
ter beschikking van het bestuur van de stichting, het College van Bestuur.
Het beleid van het stichtingbestuur is om een solvabiliteitsratio, en
daarmee een omvang van het vrij besteedbare vermogen te bereiken en
te houden, in lijn met wat in hb0-land als streefwaarde gehanteerd wordt.
Het vrij besteedbare vermogen wordt door het stichtingbestuur aan­
gewend als buffer. Enerzijds om effecten van toekomstige risico’s te
kunnen opvangen (stijging huisvestingslasten, dalende onderwijs­
financieringsinkomsten), anderzijds om extra investeringen te kunnen
blijven doen rond bijvoorbeeld het speerpuntenbeleid.
De voorzieningen zijn €0,6 miljoen hoger dan in 2012. Dit is nader gespecificeerd in de volgende tabel.
140
HAN Jaarverslag 2013 | Financiën
Voorzieningen
(x €1.000)
Saldo
Mutaties 2013
31-12-2012
Dotaties
Onttrekkingen
Saldo
Vrijval
31-12-2013
Overige voorzieningen
Groot onderhoud
6.010
2.228
1.692
-
6.546
442
-
79
-
363
6.452
2.228
1.771
-
6.909
Sociaal Beleid
2.479
720
1.110
1.217
872
Wachtgelden
1.879
1.881
949
-
2.811
Jubileumuitkering
1.330
178
142
-
1.366
WAO/WIA
1.125
732
297
-
1.560
6.813
3.511
2.498
1.217
6.609
41
378
-
14
405
13.306
6.117
4.269
1.231
13.923
Afstudeerfonds
Personeelsvoorzieningen
Verlieslatende projecten
Totaal voorzieningen
Liquiditeit
Current ratio per 31 december
2010
2011
2012
2013
HAN
0,7
0,9
0,8
0,6
Hbo-gemiddelde
1,0
1,0
1,0
nnb
De liquiditeitspositie, uitgedrukt in de current ratio (de verhouding
tussen de vlottende activa en de kortlopende schulden) bedraagt 0,6.
141
HAN Jaarverslag 2013 | Financiën
Vermogenspositie
Solvabiliteit per 31 december
2010
2011
2012
2013
HAN
37,2%
35,1%
34,3%
37,1%
Hbo-gemiddelde
36,8%
38,5%
40,7%
nnb
Door toevoeging van het resultaat aan het eigen vermogen is dit gestegen van €81,2 miljoen naar €86,0 miljoen. De solvabiliteit stijgt ten opzichte van 2012 met 2,8%. De solvabiliteit ligt rond de 35%, de norm die
algemeen binnen het hbo wordt gehanteerd (commissie Smits).
Het vrij besteedbare vermogen wordt op grond van de treasury-strategie aangehouden om zodoende een toereikend solvabiliteitsniveau te
waarborgen.
Financiering
Kasstroomoverzicht
(x €1.000)
Operationele activiteiten
Investeringsactiviteiten
Financieringsactiviteiten
Mutatie kasstroom
2010
2011
2012
2013
20.587
19.451
17.233
11.324
-/- 20.447
-/- 16.521
-/- 20.469
-/- 26.396
23.966
18.966
4.261
-/- 2.893
24.143
21.896
1.025
-/- 17.965
De investeringsuitgaven hebben voornamelijk betrekking op de nieuwbouw van de Faculteit Educatie.
Treasury
De HAN heeft een treasury-statuut waarin richtlijnen zijn opgenomen
betreffende risicobeheer en gebruik van financiële instrumenten. De
HAN maakt geen gebruik van derivaten en/of complexe financiële instrumenten.
In 2010 is de HAN overgestapt op bankieren bij het ministerie van Financiën (schatkistbankieren).
Alle overtollige middelen worden dagelijks van de bestaande bankrekeningen van de HAN afgeroomd en overgeheveld naar de rekening cou-
142
HAN Jaarverslag 2013 | Financiën
rant bij het ministerie van Financiën. Bij het ministerie van Financiën
kunnen we alleen publieke middelen onderbrengen. De private inkomsten worden ondergebracht bij de huisbankier. De HAN heeft geen beleggingen en voert geen actief beleggingsbeleid.
Deelnemingen
(x €1.000)
Eigen vermogen
per 31-12-2013
Omzet 2012
Resultaat 2013 Begroot
resultaat 2013
HAN Holding BV excl. deelnemingen
-/- 165
-
-
-
5.625
161
0
596
HAN Flex BV
HAN Holding BV heeft als dochteronderneming: HAN Flex BV. HANFlex BV verzorgt voor de HAN de inleen van gastdocenten, surveillanten en dergelijke. Het 2013 resultaat is positief: €0,2 miljoen.
Interstudie BV is een onderwijsadviesbureau dat in 2000 is verzelfstandigd. Op 11 maart 2013 is het faillissement uitgesproken van Interstudie
BV. De omzet van Interstudie BV bedraagt in 2013 tot het faillissement
€0,7 miljoen. Het resultaat tot faillissementsdatum is €0,1 miljoen negatief. In de geconsolideerde jaarrekening zijn de cijfers tot de datum
van faillissement opgenomen. Cijfers na faillissement zijn niet meegeconsolideerd aangezien de curator vanaf deze datum de zeggenschap
heeft.
Toekomstige ontwikkelingen
Met ingang van 2013 wordt aan het jaarverslag een zogeheten continuïteitsparagraaf toegevoegd. De overzichtstabellen en toelichting zijn
gepresenteerd conform de handreiking continuïteitspargraaf sector
HO. De gegevens met betrekking tot de begroting 2014 en de meerjarenraming 2015 en 2016 zijn ontleend aan de begroting 2014 van de
Hogeschool van Arnhem en Nijmegen. Aangezien de begroting 2014
in december 2013, vóór afronding van het boekjaar 2013, is vastgesteld
betekent dit dat voor de balans geen een-op-eenaansluiting bestaat met
de werkelijke eindejaarsbalans van 2013 zoals opgenomen in dit jaarver-
143
HAN Jaarverslag 2013 | Financiën
slag. Daarnaast is het effect van het niet volledig in 2013 vrijvallen van
het Waarborgfonds HBO niet in de begroting van 2014 verwerkt, omdat
deze informatie pas na vaststelling van de begroting 2014 beschikbaar
is gekomen.
Kengetal (stand 31/12)
Personele bezetting
- Management/directie
- Onderwijzend personeel
- Overige medewerkers
Studenten
Meerjarenraming
W-2013
B-2014
2015
2016
72
1.544
831
71
1.591
823
71
1.615
820
70
1.596
804
31.332
31.634
31.912
31.857
Toelichting op de kengetallen
De HAN verwacht dat de studentaantallen tot 2020, afgezien van incidentele fluctuaties zoals in het studiejaar 2013-2014, ongeveer op het
huidige aantal zullen stabiliseren. Na 2020 wordt als gevolg van demografische krimp in het bedieningsgebied van de HAN een krimp van
de studentaantallen verwacht. Begin 2014 zal het strategisch huisvestingsplan worden vernieuwd. Hierin zal wat betreft nieuwbouw en verbouwprojecten uiteraard rekening worden gehouden met de verwachte
demografische ontwikkeling en andere mogelijke ontwikkelingen die de
vraag naar (onderwijs)huisvesting mogelijk beïnvloeden.
Samenhangend met de verwachte stabilisatie van de studentaantallen
wordt ook een stabilisatie van de huidige personele bezetting verwacht.
Wel zal conform hetgeen is opgenomen in de prestatieafspraken de verhouding onderwijspersoneel/ondersteunend en beheerpersoneel wijzigen ten gunste van het onderwijspersoneel.
144
HAN Jaarverslag 2013 | Financiën
Ten aanzien van de financiële cijfers worden aan de begroting 2014 de
volgende gegevens ontleend:
Balans 2013 tot en met 2016
Werkelijk
(x €1.000)
Activa
Begroting
2013
2014
2015
2016
189.007
189.007
194.622
0
194.622
186.139
0
186.139
177.749
-114
177.635
42.878
28.731
29.420
32.165
231.885
223.353
215.559
209.800
Eigen vermogen
Algemene reserve
Bestemmingsreserve publiek
Bestemmingsreserve privaat
Bestemmingsfonds publiek
Bestemmingsfonds privaat
83.131
332
1.911
604
-
76.499
1.522
-176
-
72.201
1.871
-217
-
69.612
2.192
-516
-
Totaal eigen vermogen
85.978
77.845
73.855
71.288
Voorzieningen
Schulden op lange termijn
Schulden op korte termijn
13.923
62.861
69.123
10.480
60.245
74.783
9.411
57.510
74.783
9.068
54.775
74.783
231.885
223.353
215.559
209.914
Vaste activa
Materiële vaste activa
Financiële vaste activa
Totaal vaste activa
Vlottende activa
Totaal activa
Passiva
Totaal passiva
De HAN streeft naar een solvabiliteitsratio van 35%. In de jaren 20142016 zijn verliezen opgenomen waardoor de reserves zullen dalen. De
normale exploitatie van de diverse organisatieonderdelen blijft, conform staand beleid, sluitend. Om de kwaliteit van het onderwijs te verbeteren, het aantal master opgeleide docenten te verhogen en de HAN
speerpunten vorm te geven, worden ten laste van de begrotingsruimte
van het College van Bestuur extra kosten genomen. Per saldo resulteren
deze extra inspanningen, die overigens een in de tijd begrensd karakter
hebben, voor zover nu valt te voorzien in een verlieslatende begroting.
145
HAN Jaarverslag 2013 | Financiën
Ook met deze verliezen blijft de solvabiliteitsratio van de HAN rond de
norm van 35%. Met deze verliezen is ook in de middelen die mogelijk
als gevolg van investeringen in (verbetering van) de huisvesting noodzakelijk zijn rekening gehouden in de vorm van een budgettaire enveloppe. Meer duidelijkheid over investeringen in huisvesting ontstaat na
vaststelling van het vernieuwde strategische huisvestingsplan.
Exploitatierekening 2013 tot en met 2016
x €1.000
Baten
Rijksbijdragen OCW
Overige overheidsbijdragen
Collegegelden
Baten werk i.o.v. derden
Overige baten
Totaal baten
Lasten
Personele lasten
Afschrijvingslasten
Huisvestingslasten
Overige instellingslasten
Totaal lasten
Saldo baten en lasten
Saldo financiële lasten
Netto-resultaat
Werkelijk
Begroting
2013
2014
2015
2016
183.362
4.325
55.016
20.379
10.020
181.373
4.241
57.834
18.833
8.849
184.170
3.824
60.035
21.732
9.003
179.701
3.813
60.909
21.582
10.110
273.102
206.690
10.686
15.874
32.962
271.130
213.316
11.876
15.272
33.803
278.764
217.576
12.520
15.481
35.321
276.115
213.389
12.427
15.143
35.970
266.212
274.267
280.898
276.929
6.890
-2.109
-3.137
-1.956
-2.134
-1.856
-814
-1.753
4.781
-5.093
-3.990
-2.567
Zoals bij de toelichting op de balans aangegeven verwacht de HAN voor
de jaren 2014 tot en met 2015 een verlieslatende exploitatie, veroorzaakt
door centrale investeringen in de kwaliteit van onderwijs en personeel
en de speerpunten van de HAN.
De raming van rijksbijdrage en collegegelden is gebaseerd op de informatie die ten tijde van het opstellen van de begroting (november 2013)
beschikbaar was. Hetzelfde geldt voor de ontwikkelingen van de perso-
146
HAN Jaarverslag 2013 | Financiën
nele lasten. Met name de onder de meerjarenraming opgenomen jaarresultaten hebben derhalve een indicatief karakter en kunnen door nu
nog niet bekende externe ontwikkelingen aan veranderingen onderhevig zijn.
147
HAN Jaarverslag 2013
Bijlagen
A. Prestatieafspraken: Overzicht resultaten prestatie/prestatieindicatoren
A1. Definities en bronnen bij indicatoren prestatieafspraken
B. Opleidingenaanbod
C. Instroom en inschrijvingen per instituut
D. Overzicht van lectoraten en lectoren
E. Samenstelling College van Bestuur, Management en Raad van
Toezicht
F. Mobiliteit HAN Study Abroad 2013
148
HAN Jaarverslag 2013
Prestatieafspraken:
Overzicht resultaten/
prestatie-indicatoren
149
HAN Jaarverslag 2013 | Bijlage Prestatieafspraken: Overzicht resultaten/prestatie-indicatoren
realisatie
IP/
OCW
1/-
Indicator
2011
(nulmeting)
Onderwijs
Survival (na één jaar inschrijving bij de HAN, bachelor)
2/-
Diplomarendement na 5 jaar (survivors, bachelor)
Doelstelling
2012
2013
2013
69,2%
70,9%
70,9%
•
71,1%
70,2%
nee
dt
71,6%
71,1%
72,1%
73,5%
nee
du
67,6%
65,9%
74,8% •
67,6%
70,9%
nee
vt
65,9%
66,4%
65,7%
70,2%
nee
dt
61,8%
64,1%
61,5%
61,8%
nee
du
69,9%
75,7%
72,0%
70,9%
nee
≤ 30%
ja HBO 1
< 13%
ja HBO 2
≥ 66%
ja HBO 3
70,8% •
-/1
Uitval (na één jaar inschrijving HAN, bachelor)
vt
30,2%
29,7%
-/2
Switch (na één jaar inschrijving HAN, bachelor)
vt
11,3%
11,5%
-/3
Diplomarendement (survivors, bachelor)
vt
66,2%
68,2%
3/4
Studenttevredenheid
vt
85,5%
90,2%
95,2%
dt
74,3%
63,2%
82,1%
du
71,4%
83,3%
85,7%
inst
7,17
7,25
7,28
M
7,41
7,43
7,32
95,0%
Gemiddelde studenttevredenheid
4/5
Prestatieafspraak
vt
•
63,7% •
64,4% •
29,5%
•
11,2% •
64,4%
•
% opleidingen met minimaal 7,0
2015-16
63,2% •
•
•
•
•
98%
100%
ja
80%
100%
ja
76%
100%
ja
7,30
7,3
ja HBO 4
7,43
7,4 - 7,5
ja
•
•
97%
100%
ja HBO 6
85%
100%
ja
Geprogrammeerde contacttijd
Minimaal 15 uur in 1e jaar
vt
82,2%
88,3%
Minimaal 15 uur in 2e jaar
vt
50,8%
78,3%
88,5%
5/6
onderzoek
Aantal fte voor onderzoek
inst
116,7
124,0
140,3
134,2
ja
Implementatie leerlijn onderzoek in curriculum
vt
69%
72%
77%
76%
100%*
ja
7/8
Middelen voor onderzoek
•
•
152,0
6/7
•
84%
100%
ja
2 187.000
2 200.000
ja
•
•
•
8,0%
ja
5,5%
ja
6,0%
ja
•
•
•
65%
ja
30%
ja
3,8%
1%
ja
60,8%
76%
ja HBO 5
63,0%
Percentage faculteiten dat 2 150.000 aan externe middelen per fte lector verwerft inst
75%
75%
75%
Gemiddelde verwerving van externe middelen per fte lector
inst
2 202.000
2 234.000
2 214.800 •
8/9
Beroepspraktijk en regio
Personele inzet in valorisatie en ondernemerschap
inst
8,0%
nb
8,7% 9/10
Middelen voor valorisatie en ondernemerschap
inst
5,5%
nb
6,2% 10/11
Omzet contractonderwijs
inst
6,0%
nb
3,8%
11/12
Deelname studenten aan ondernemerschapsonderwijs
Percentage opleidingen met minimaal 1-3% ondernemerschapsonderwijs
vt
-
47%
nnb
Percentage opleidingen met meer dan 3% ondernemerschapsonderwijs
vt
-
43%
nnb
Percentage afgestudeerden dat de minor Ondernemerschap heeft gevolgd
inst
3,8%
4,4%
3,4%
kwaliteit is mensenwerk
12/13 Docenten met een mastergraad/gepromoveerd
Percentage docenten met ten hoogste een mastergraad
inst
57,2%
59,2%
61,3%
Percentage docenten met ten hoogste een doctorsgraad
inst
6,3%
6,7%
7,9%
13/14
Medewerkertevredenheid
inst
7,8
7,6
7,6
14/-
Ziekteverzuim
inst
4,4%
4,4%
4,5%
•
•
•
•
15/15
Professionaliseringsuitgaven
inst
5,6%
nnb
16/16
Percentage onderwijspersoneel (in fte)
inst
60,9%
62,2%
nnb
62,9%
•
NB: De signalering in het bovenstaande overzicht • • • is gebaseerd op het verschil tussen onze doelstellingen voor 2013
(conform onze begroting) en de realisatie in 2013. Op bepaalde aspecten zijn onze doelstellingen voor 2013 hoger dan de
initiële doelstellingen op de prestatieafspraken in 2012.
ja HBO 5
7,7
min. 7,8
ja
4,0%
4,0%
nee
min. 5%
ja
65,0%
ja HBO 7
99% of meer van de begroting 2013 gerealiseerd. Waar niet
opgenomen in begroting 2013: op koers m.b.t. instellingsplan
tussen de 99% en 95% van begroting 2013 gerealiseerd:
Waar niet pgenomen in begroting 2013: redelijk op koers
m.b.t. instellingsplan
minder dan 95% van de begroting 2013 gerealiseerd. Waar niet
opgenomen in begroting 2013: niet op koers m.b.t.
instellingsplan.
* Percentage is pas 100% als alle curriculumjaren van een
opleiding van doorlopende leerlijn zijn voorzien
vt voltijd
150
7,0%
instinstelling
dtdeeltijd Mmaster
du duaal
nb niet bekend
nnb nog niet bekend
HAN Jaarverslag 2013 | Bijlage Prestatieafspraken: Overzicht resultaten/prestatie-indicatoren
Bijlage A1. Definities en bronnen bij indicatoren prestatieafspraken
Uitval
Het aandeel van het totaal aantal voltijdse bachelorstudenten (eerstejaars HO) dat na een jaar niet meer bij dezelfde instelling in het hoger
onderwijs staat ingeschreven
Bron: 1cijferHO, DUO
Switch
Het aandeel van het totaal aantal voltijdse bachelorstudenten (eerstejaars HO) dat na een jaar studie staat ingeschreven bij een andere studie bij dezelfde instelling.
Bron: 1cijferHO, DUO
Bachelorrendement
Het aandeel van de voltijdse bachelorstudenten die zich na het eerste
studiejaar opnieuw bij dezelfde instelling inschrijven (herinschrijvers)
dat in de nominale studietijd + één jaar (C+1) bij dezelfde instelling het
bachelordiploma behaalt.
Bron: 1cijferHO
Studenttevredenheid
Studenttevredenheid is gedefinieerd als de gemiddelde score op de
vraag uit de Nationale Studentenenquête ‘Hoe tevreden ben je over
je studie in het algemeen?’, weergegeven als een rapportcijfer. De vijfpuntsschaal is omgerekend naar een rapportcijfer op basis van de volgende transformatieformule:
Rapportcijfer = (AlgemeenOordeel_01 *1.1247634467092)+3.0916424726512).
Deze omrekenformule is tot stand gekomen op basis van regressieformules, waarin rekening wordt gehouden met het verschil in antwoordpatronen op een vijfpuntsschaal en een tienpuntsschaal zoals die door
151
HAN Jaarverslag 2013 | Bijlage Prestatieafspraken: Overzicht resultaten/prestatie-indicatoren
Researchned is berekend en ook gehanteerd is voor het Elsevier-onderzoek ‘De beste studies 2011’. Het betreft een gewogen gemiddelde conform de weegfactor die is opgenomen in het benchmarkbestand.
Bron: NSE benchmarkbestand, Studiekeuze123
Geprogrammeerde contacttijd
Geprogrammeerde contacttijd betreft de in het desbetreffende studiejaar door de opleiding geprogrammeerde klokuren (60 minuten) per
leerjaar voor onderwijsactiviteiten waarbij de docent fysiek aanwezig
is, exclusief tentamentijd, gemiddeld per week. Het aantal weken betreft de onderwijsweken buiten de stageperiode. Het jaarrooster van
de HAN bestaat uit vier blokken, waarvan steeds acht onderwijsweken;
in de overige weken vinden toetsen en examens plaats en worden de
schoolvakanties geprogrammeerd. De stageweken worden berekend
door het aantal stageuren te delen door veertig uur.
Bron: beschrijving onderwijseenheden (als onderdeel bijlage bij het Onderwijs Examenreglement)
Aantal fte voor onderzoek
Het aantal fte voor onderzoek in het afgelopen kalenderjaar op basis
van de definitie van de HBO-raad (nu: Vereniging Hogescholen) ten
behoeve van de brancherapportage voor het ministerie van Onderwijs,
Cultuur en Wetenschap. Het betreft de fte voor onderzoek in het afgelopen kalenderjaar dat verbonden is aan de activiteiten van de kenniscentra in het afgelopen kalenderjaar, de promotieonderzoeken die door
de HAN (mede) worden gefinancierd waarvan de fte niet zijn ondergebracht bij de kenniscentra, en de omvang fte aan onderzoek in de
faculteiten dat extern wordt gefinancierd maar niet is ondergebracht in
de kenniscentra. Het betreft hier de volgende personeelscategorieën:
lectoren, associate lectoren, docenten en andere onderzoekers, promovendi, ondersteuning, studenten.
Bron: jaarverslagen kenniscentra, overzicht promovendi Programmamanager Onderzoek, afgestemd met beleidsmedewerkers onderzoek
faculteiten en HR, fte extern gefinancierd onderzoek buiten de kenniscentra, via jaarrekening controllers en beleidsmedewerkers onderzoek.
152
HAN Jaarverslag 2013 | Bijlage Prestatieafspraken: Overzicht resultaten/prestatie-indicatoren
Implementatie leerlijn onderzoek in curriculum
De doorlopende leerlijn onderzoek bestaat uit logisch op elkaar volgende onderdelen in het curriculum, waarin studenten onderzoeksvaardigheden ontwikkelen die zij nodig hebben om aan te tonen dat zij de
competenties/beroepstaken op eindniveau beheersen. Hierbij wordt
geredeneerd vanaf het instroomniveau in jaar 1 tot en met afronding
in jaar 4 (inclusief afstuderen), gerelateerd aan de eindtermen van de
opleiding.
Bron: instituutsdirecteuren op basis van beschrijving onderwijseenheden (als onderdeel bijlage bij het Onderwijs Examenreglement)
Middelen voor onderzoek
De definitie is afgeleid van de definitie die de HBO-raad hanteert, waaraan de HAN jaarlijks rapporteert ten behoeve van de brancherapportage voor het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, met
die uitzondering dat ook de verworven middelen buiten de kenniscentra
hierin zijn meegenomen. Het betreft hier: tweede geldstroom bestaande uit RAAK-middelen en overige tweede geldstroommiddelen, derde
geldstroom bestaande uit contractinkomsten en collectebusfondsen en
vierde geldstroom bestaande uit buitenlandse inkomsten en filantropische inkomsten voor onderzoek inclusief middelen buiten het kenniscentrum.
Bron: decentrale middelen: jaarverslagen kenniscentra (jaarrekening faculteiten). Centrale middelen: jaarrekening HAN
Personele inzet in valorisatie en ondernemerschap
De personele inzet in fte voor de (ontwikkeling van een) valorisatie-infrastructuur binnen de instelling betrekking hebbende op: beleidsontwikkeling, projectmanagement, accountmanagement en relatiebeheer,
vraagarticulatie en matching en subsidieverwerving, ondernemerschap,
projectuitvoering, voorzieningen, organisatie stages en afstudeeropdrachten en contractonderwijs.
Bron: uitvraag binnen de instelling
Meetmoment: kalenderjaar 2012
153
HAN Jaarverslag 2013 | Bijlage Prestatieafspraken: Overzicht resultaten/prestatie-indicatoren
Middelen voor valorisatie en ondernemerschap
Het betreft hier de kosten voor personele inzet (zie hiervoor), extra middelen (in cash) voor infrastructuur en activiteiten zijnde geen loonkosten en de financiële bijdrage aan relevante netwerken.
Bron: uitvraag binnen de instelling
Deelname studenten aan ondernemerschaponderwijs
Dit wordt gemeten met drie indicatoren:
a. Het percentage opleidingen met tussen de 1 en 3% ondernemerschapsonderwijs
b. Het percentage opleidingen met meer dan 3% ondernemerschapsonderwijs
Bij a. en b. betreft het substantiële programmering van ondernemerschap/ondernemendheidonderwijs in het curriculum (voltijd) dat naar
inhoud en vorm gekoppeld is aan de specifieke eisen van het beroep.
Bron: uitvraag bij directies op basis van beschrijving onderwijseenheden (als onderdeel bijlage bij het OER)
c.
Het aandeel van de voltijdse bachelorafgestudeerden dat de minor
Ondernemerschap heeft gevolgd.
Het betreft hier studenten die de minor hebben gevolgd en afgerond.
Bron: HAN-SIS
Docenten met een mastergraad dan wel gepromoveerd
Betreft percentage docenten met een mastertitel dan wel een doctorsgraad. Het onderwijspersoneel betreft alle medewerkers die conform
de Hay-functie zijn ingedeeld in de functie van hoofddocent, docent,
onderzoeker, lector, associate lector of opleider/trainer/adviseur, geteld in headcount. Onderwijsassistenten en sport-/bewegingsadviseurs
zijn, hoewel onderwijspersoneel, niet meegenomen in de telling, omdat zij niet horen tot de hier betreffende OP/selectie. De Hay-functie
per medewerker is bepaald op basis van het HAN-functiebouwwerk dat
154
HAN Jaarverslag 2013 | Bijlage Prestatieafspraken: Overzicht resultaten/prestatie-indicatoren
is opgebouwd uit functieprofielen die zijn beschreven volgens de Haymethode.
Bron: instellingsadministratie HRiS
Medewerkertevredenheid
De gemiddelde score over alle items (tevredenheidsvragen) in het medewerkertevredenheidsonderzoek waarbij de vijfpuntsschaal is omgerekend naar een rapportcijfer.
Bron: Medewerkertevredenheidsonderzoek HAN
Professionaliseringsuitgaven
Onder out of pocket expenses zijn opgenomen de kosten van HAN Academy, kosten voor bedrijfshulpverlening, collegegeld, materiaal en
reiskosten verminderd met ontvangen lerarenbeurzen (centraal en decentraal) en door lectoren aan professionalisering bestede tijd. Verletkosten zijn de telling van centraal (HAN masterfonds) en decentraal
opgenomen verletkosten.
Bron: Dax Verhouding onderwijspersoneel/ondersteunend en
beheerpersoneel (in fte)
De verhouding onderwijspersoneel/ondersteunend en beheerpersoneel
is berekend op basis van de Hay-functie per medewerker, zoals geregistreerd in de instellingsadministratie Edukaat. De Hay-functie per medewerker is bepaald op basis van het HAN-functiebouwwerk dat is opgebouwd uit functieprofielen zoals beschreven volgens de Hay-methode.
Bron: instellingsadministratie HRiS
155
HAN Jaarverslag 2013
Opleidingenaanbod
156
HAN Jaarverslag 2013 | Bijlage Opleidingenaanbod
Overzicht HAN-bacheloropleidingen (B) en
associate degree-opleidingen (Ad) 2013
Opleiding
Voltijd
Deeltijd
E-learning
Duaal
Taal
B Opl leraar VO 2e gr in Aardrijkskunde
•
•
N
B Opl leraar VO 2e gr in Economie
•
•
N
B Opl leraar VO 2e gr in Biologie
•
•
N
B Opl leraar VO 2e gr in Duits
•
•
N
B Opl leraar VO 2e gr in Engels
•
•
N
B Opl leraar VO 2e gr in Frans
•
•
N
B Opl leraar VO 2e gr in Geschiedenis
•
•
N
B Opl leraar VO 2e gr in Natuurkunde
•
•
N
B Opl leraar VO 2e gr in Nederlands
•
•
N
B Opl leraar VO 2e gr in Pedagogiek
•
•
N
B Opl leraar VO 2e gr in Scheikunde
•
•
N
B Opl leraar VO 2e gr in Wiskunde
•
•
N
B Opleiding tot leraar Basisonderwijs
•
•
N
B Opleidingskunde
•
•
N
B Autotechniek
Ad Systeemspecialist Automotive
•
•
•
N
N
B Elektrotechniek
•
•
N
B Embedded Systems Engineering
•
•
N
B Werktuigbouwkunde
Ad Constructeur Werktuigbouwkunde
•
•
•
N
N
B Industrieel Product Ontwerpen
•
B Technische Bedrijfskunde
•
•
N
B Bouwkunde
•
•
N
B Civiele Techniek
Ad Civiele Techniek Projectvoorbereiding en Realisatie
Ad Civiele Techniek Directievoering
•
•
B Biologie en Medisch Laboratoriumonderzoek
•
•
N & E (LS)
B Chemie
•
•
N
B Bio-informatica
•
B Technische Informatica
•
Educatie
Techniek
157
N
•
•
•
N
N
N
N
•
N
HAN Jaarverslag 2013 | Opleidingenaanbod
Opleiding
Voltijd
Deeltijd
E-learning
Duaal
Taal
B Business IT en Management
•
•
N
B Informatica
•
•
N
B Communicatiesystemen1
•
•
N
B Communication & Multimedia Design
•
•
N
Gezondheid, Gedrag en Maatschappij
B Opleiding tot Fysiotherapeut
•
N
B Opleiding voor Ergotherapie
•
N
B Opleiding voor Logopedie
•
N & D (VT)
B Voeding en Diëtetiek
•
N
B Opleiding Mondzorgkunde
•
N
B Medische Hulpverlening
•
N
B Opleiding tot Verpleegkundige
•
B Leraar vo 2e gr in Gezondheidszorg en Welzijn
Ad Onderwijsondersteuner Gezondheidszorg en Welzijn
B Management in de Zorg
Ad Management in de Zorg
•
•
•
•
•
•
N
N
N
•
•
N
B Sport, Gezondheid en Management
•
N
B Leraar vo 1e gr in Lichamelijke Oefening
•
B Sport- en Bewegingseducatie
•
B Maatschappelijk Werk en Dienstverlening
•
•
B Sociaal Pedagogische Hulpverlening
•
•
B Pedagogiek
•
•
N
B Culturele en Maatschappelijke Vorming
•
•
N & D (DT)
B Creatieve Therapie
•
•
N
B Toegepaste Psychologie
•
•
N
N
N
•
N & D (DT)
N
Economie, Management en Recht
B Commerciële Economie
•
•
B Small Business en Retail Management
•
B International Business and Languages
•
N
B International Business and Management Studies
•
E
B Food & Business
•
N
B Communicatie
•
•
•
N & E (VT)
B Logistiek en Economie
•
•
•
N & E (VT)
B Facility Management
•
•
•
N
1) Met ingang van 2013-2014 geen instroom meer: de opleiding wordt beëindigd.
158
•
N
•
N
HAN Jaarverslag 2013 | Opleidingenaanbod
Opleiding
Voltijd
Deeltijd
E-learning
Duaal
Taal
B Bedrijfskunde MER
•
•
•
N & E (VT)
B Human Resource Management
•
•
B HBO-Rechten
•
•
B Accountancy
Ad Accountancy
•
•
•
•
B Bedrijfseconomie
•
•
B Fiscaal Recht en Economie
•
B Financial Services Management
•
•
•
Voltijd
Deeltijd
Duaal
Master Control Systems Engineering
•
•
E
Master Information Systems Design (stopt per
31.08.2014)
•
•
E
Master Molecular Life Sciences
•
•
E
Master of Automotive Systems
•
•
E
Master Human Resources Management
•
N
Master Bedrijfskunde Zorg en Dienstverlening
•
N
Master Management & Innovatie in Maatschappelijke
organisaties
•
N
Master Social Work *)
•
N
N
•
N
•
•
N & E (VT)
•
Taal
Master Advanced Nursing Practice *)
•
N
Master Physician Assistant *)
•
N
Master Neurorevalidatie en Innovatie
•
N
Master Sport- en Beweeginnovatie
•
N
Master Pedagogiek *)
•
N
Master Musculoskeletale Revalidatie
•
N
Master Leraar Nederlands *)
•
N
Master Leraar Engels *)
•
N
Master Leraar Algemene Economie *)
•
N
Master Leraar Wiskunde *)
•
N
Master of International Business
•
*) Bekostigde masters
159
•
N
N
Masteropleidingen
HAN Masterprogramma’s
N
N
E
HAN Jaarverslag 2013
Instroom en
inschrijvingen
per instituut
160
HAN Jaarverslag 2013 | Bijlage Instroom en inschrijvingen per instituut
Studentaantallen 2013
Ingeschreven
Ingestroomd
2013
Groei
2013
Groei
Instituut voor Leraar en School
VT
DT
Totaal
1.618
890
2.508
+6,0%
+5,7%
+5,9%
512
286
798
+6,7%
-5,0%
+2,2%
Instituut Pabo
VT
DT
Totaal
1.431
182
1.613
-1,6%
-15,3%
-3,4%
395
54
449
+8,2%
-12,9%
+5,2%
International Business & Communication
VT
DT
DU
Totaal
3.094
66
77
3.237
+9,8%
-17,5%
-12,5%
+8,4%
1.220
9
18
1.247
+18,7%
-43,8%
-40,0%
+16,1%
Financieel Management
VT
DT
DU
Totaal
1.741
222
83
2.046
+6,7%
-7,9%
-17,0%
+3,8%
641
63
9
713
+14,3%
0,0%
-59,1%
+10,4%
Bedrijfskunde en Rechten
VT
DT
DU
Totaal
3.107
310
61
3.478
+6,6%
-12,9%
-10,3%
+4,1%
1.112
55
14
1.181
+4,8%
-36,8%
-30,0%
+1,1%
Faculteit Educatie
Faculteit Economie en Management
161
HAN Jaarverslag 2013 | Bijlage Instroom en inschrijvingen per instituut
Studentaantallen 2013
Ingeschreven
Ingestroomd
2013
Groei
2013
Groei
1.805
308
2.113
+13,2%
+7,7%
+12,4%
608
103
711
+21,8%
+51,5%
+25,4%
Automotive
VT
DT
Totaal
739
77
816
+7,4%
+13,2%
+7,9%
241
15
256
+18,1%
0,0%
+16,9%
Engineering
VT
DT
Totaal
945
345
1.290
+12,5%
+6,8%
+10,9%
316
100
416
+15,3%
+16,3%
+15,6%
Built Environment
VT
DT
DU
Totaal
613
230
33
876
+5,9%
+25,0%
-74,0%
-1,6%
223
70
2
295
+25,3%
+9,4%
-92,6%
+9,7%
Applied Sciences
VT
DT
Totaal
852
29
881
+16,4%
+7,4%
+16,1%
343
7
350
+27,0%
-12,5%
+25,9%
Faculteit Techniek
Informatica Communicatie Academie
VT
DT
Totaal
162
HAN Jaarverslag 2013 | Bijlage Instroom en inschrijvingen per instituut
Studentaantallen 2013
Ingeschreven
2013
Faculteit Gezondheid, Gedrag en Maatschappij
Ingestroomd
Groei
2013
Groei
Verpleegkundige Studies
VT
DT
DU
Totaal
1.264
367
81
1.712
+17,1%
-2,1%
-39,1%
+7,9%
508
189
14
711
+14,7%
+22,7%
-22,2%
+15,6%
Paramedische Studies
VT
Totaal
2.929
2.929
+5,0%
+5,0%
883
883
+6,1%
+6,1%
Sociale Studies
VT
DT
DU
Totaal
4.567
1.283
94
5.944
+8,4%
-18,3%
-10,5%
+1,0%
1.544
243
21
1.808
+19,9%
-49,1%
-36,4%
+0,6%
Sport- en Bewegingsstudies
VT
DT
Totaal
1.821
69
1.890
+6,2%
+27,8%
+6,8%
511
29
540
+1,4%
+3,6%
+1,5%
232
328
560
+22,1%
+5,8%
+12,0%
96
131
227
-5,9%
+1,6%
-1,7%
Programmaraad
HAN Masterprogramma’s
DT
DU
Totaal
NB: Inschrijvingen en instroom aan de HAN op basis van interne definities; de waarden
kunnen afwijken van landelijke publicaties. Bij HAN Masterprogramma’s zijn alleen de
studenten in bekostigde masteropleidingen geteld.
163
HAN Jaarverslag 2013
Overzicht van
lectoraten
en lectoren
(per 31-12-2013)
164
HAN Jaarverslag 2013 | Bijlage Overzicht van lectoraten en lectoren (per 31-12-2013)
Educatie
Innovatie van Leren in Organisaties
Lector dr. J.M. (Jürg) Thölke
Leren met ict
Lector dr. M.H. (Marijke) Kral
Ontwerpen van Innovatieve Leerarrangementen
Lector dr. B. (Bregje) de Vries
Ontwikkelen van Competenties op de Werkplek
Lector dr. R. (Ruud) Klarus
Beroepspedagogiek
Lector prof. dr. L. (Loek) Nieuwenhuis (gestart per 1-1-2013)
Seksediversiteit in het Onderwijs
Associate lector dr. G.M.T. (Gerda) Geerdink
Toetsen en Beoordelen
Associate lector dr. T.M.M.L. (Tamara) van Schilt-Mol
165
HAN Jaarverslag 2013 | Bijlage Overzicht van lectoraten en lectoren (per 31-12-2013)
Gezondheid, Gedrag en Maatschappij
Arbeid & Gezondheid
Lector dr. Y.F. (Yvonne) Heerkens
Lector dr. J. (Josephine) Engels
Herkennen en Ontwikkelen van Sporttalent
Lector dr. M.T. (Marije) Elferink-Gemser
Musculoskeletale Revalidatie
Lector dr. W. (Wim) Hullegie
Lector dr. R. (Robert) van Cingel
Neurorevalidatie
Lector dr. B.J.M. (Bert) de Swart
Associate lector dr. E. (Esther) Steultjens
Levensloopbegeleiding bij Autisme
Lector dr. J.P.W.M. (Jan-Pieter) Teunisse
Lokale Dienstverlening vanuit Klantperspectief
Lector dr. M.A.W. (Martha) van Biene
Associate lector dr. E.L. (Erik) Jansen
Zorg voor Mensen met een Verstandelijke Beperking
Bijzonder lector prof. dr. P.J.C.M. (Petri) Embregts
(bijzonder lector met ingang van 1-5-2013)
Vacature
Werkzame Factoren in de Zorg voor Jeugd
Lector dr. H.M. (Huub) Pijnenburg
Associate lector dr. M.J.C. (Marion) van Hattum
166
HAN Jaarverslag 2013 | Bijlage Overzicht van lectoraten en lectoren (per 31-12-2013)
Acute Intensieve Zorg
Lector dr. L.C.M. (Lilian) Vloet
Associate lector dr. L. (Lisbeth) Verharen
Associate lector dr. S. (Sivera) Berben (gestart per 1-7-2013)
Management van Zorg en Dienstverlening
Lector dr. ing. H.J.F.R. (Hub) Hamers
Associate lector Taakherschikking in de Gezondheidszorg
dr. M. (Miranda) Laurant (gestart per 12-8-2013)
Langdurige Zorg
Lector dr. M.J.M. (Marian) Adriaansen
Lector dr. R. (Rob) van der Sande
Sociale en Methodische Aspecten van Psychiatrische Zorg
Lector dr. B.W. (Bauke) Koekkoek
Innovatie in de Publieke Sector
Lector dr. E. (Erik) de Vries (gestart per 1-9-2013)
Goed Bestuur en Innovatiedynamiek in Maatschappelijke
Organisaties
Lector dr. F.J. (Frans) de Vijlder
Voeding in relatie tot Sport en Gezondheid
Lector dr. M.A.E. (Marian) van der Schueren (gestart per 1-1-2013)
vacature
167
HAN Jaarverslag 2013 | Bijlage Overzicht van lectoraten en lectoren (per 31-12-2013)
Techniek
Industriële Microbiologie
Lector dr. B.C. (Christien) Lokman
Lean/World Class Performance
Lector dr. V. (Vincent) Wiegel
Lector dr. ir. J. (Jannes) Slomp
Mobiliteitstechnologie
Lector dr. ir. J.P. (Joop) Pauwelussen
Voertuigmechatronica
Lector dr. P.A. (Bram) Veenhuizen
Architecture in Health
Lector dr. ir. M. (Masi) Mohammadi
Model-based Information Systems
Lector dr. S. (Stijn) Hoppenbrouwers
Mens-computer Interactie
Lector drs. T.M.J. (Dick) Lenior
Networked Applications
Lector dr. ir. R.R. (René) Bakker
Duurzame Energie
Lector dr. P.J. (Piet) Sonneveld
Meet- en Regeltechniek
Lector dr. ir. A.J. (Aart-Jan) de Graaf (gestart per 1-1-2013)
168
HAN Jaarverslag 2013 | Bijlage Overzicht van lectoraten en lectoren (per 31-12-2013)
Economie en Management
Total Quality Management in Organisatienetwerken
Lector drs. G.J. (Gerard) Berendsen (tot 31-12-2013)
Ondernemerschap
Lector dr. S. (Sharda) Nandram (tot 31-12-2013)
Human Communication Development
Lector dr. E.C.M. (Els) van der Pool
Innovatie in de Private Sector
Lector dr. J.A. (Jan) Jurriëns
Kunst, Cultuur en Economie
Lector prof. dr. D. (Dany) Jacobs
Logistiek en Allianties
Lector drs. S.J.C.M. (Stef) Weijers
Human Resource Management
Lector dr. A.H. (Annet) de Lange (gestart per 1-9-2013)
169
HAN Jaarverslag 2013
Samenstelling College
van Bestuur, Management en Raad van
Toezicht
170
HAN Jaarverslag 2013 | Bijlage Samenstelling College van Bestuur, Management en Raad van Toezicht
College van Bestuur
Dr. C.P. (Kees) Boele (vz.)
Drs. K.F.B. (Kristel) Baele (tot 1-4-2014)
F.J.M. Stöteler (vanaf 1-1-2014)
Faculteit Educatie
Faculteitsdirectie
Drs. A.T. (Titia) Bredée
Instituutsdirectie
Y.T.J.M. (Yvonne) Visser
Drs. H. (Hennie) Komduur (adj.)
Drs. K.M. (Karin) van Weegen (vz.)
B.T.M. (Betty) van Waesberghe (tot 14-6-2013)
G.J.M. (Gert-Jan) Jansen
Instituut voor leraar en School
Instituut voor leraar en School
Instituut Pabo (Arnhem en Nijmegen)
Instituut Pabo (Arnhem en Nijmegen)
Instituut Pabo (Arnhem en Nijmegen)
Faculteit Gezondheid, Gedrag en Maatschappij
Faculteitsdirectie
F.H.J. (Frank) Stöteler (tot 1-1-2014)
Drs. C.W. (Cees) van Verseveld (a.i.) (vanaf 1-1-2014)
Instituutsdirectie
Drs. M.F.J. (Menno) Pistorius
Drs. A.C. (Tanja) Komen (adj.) (vanaf 1-3-2013)
Drs. K.E. (Kathelijne) van Kammen (vz.)
Drs. H.V.C. (Jetty) Schaap
Drs. T. (Tjeerd) de Jong (tot 1-5-2013)
J.C. (Joris) Hermans MSc (vanaf 1-5-2013)
E.A. (Eric) Versluijs (adj.) (vanaf 1-11-2013)
Drs. C. (Caroline) van Mierlo-Renia
M.M.A. (Marijke) Beckers MSM (adj.)
Drs. F.M.G.D. (Fernand) van Westerhoven
171
Paramedische Studies
Paramedische Studies
Sociale Studies
Sociale Studies
Sport- en Bewegingsstudies
Sport- en Bewegingsstudies
Sport- en Bewegingsstudies
Verpleegkundige Studies
Verpleegkundige Studies
VDO Opleiding en advies
HAN Jaarverslag 2013 | Bijlage Samenstelling College van Bestuur, Management en Raad van Toezicht
Faculteit Economie en Management
Faculteitsdirectie
Th.H.M. (Theo) Joosten MSM
Instituutsdirectie
Drs. E.H.M. (Lilian) Prevoo (vz.)
Bedrijfskunde
A.W. (Ad) van Dijk
Bedrijfskunde
D.W.J. (Dirk) Blijleven MBA (vz.)
Financieel Management & Rechten
H. (Hans) Verschoor MCM (a.i., tot 15-3-2013)
Financieel Management & Rechten
J. (Jannie) Keizer (vz. a.i., tot 1-2-2014)
International Business & Communication
M.M. (Masja) van Fruchten (tot 1-10-2013)
International Business & Communication
Drs. R. (Rogier) Vispoel (vanaf 1-12-2013)
International Business & Communication
Drs. R.P.C. (Raoul) van Etten, MBA (1-1-2014)
Instituut Werken en Leren
Drs. R.D. (Rob) Westerdijk
Expertisecentrum Economie en
Management
Faculteit Techniek
Faculteitsdirectie
dr. J.A. (Janneke) Hoekstra MSc
Instituutsdirectie
Drs. C.W. (Cees) van Verseveld (tot 1-8-2013)
Prof. dr. P.H.H. (Pedro) Hermkens (vanaf 15-8-2013)
Drs. B.S. (Beatrijs) Linford-Moojen (adj.)
Ir. M.G. (Marc) de Leeuw (tot 20-1-2014)
dr. ir. J.P. (Joop) Pauwelussen MBA (vanaf 6-1-2014)
dr. I.M.N.A. (Ineke) Lokman (adj.)
Ing. R. (Ron) van Wijk, MBA(MSM) (tot 5-11-2013)
Ir. F. (Frank) Spuij (vanaf 15-1-2014)
Drs. H.M.A. (Herman) Janssen
E. (Eric) Holtman (tot 1-7-2013)
Ir. D.A.J (Deny) Smeets
A.C. (Bram) Steennis MSc
172
Applied Sciences
Applied Sciences
Applied Sciences
Automotive
Automotive
Automotive
Built Environment
Built Environment
Engineering
Informatica Communicatie Academie
Informatica Communicatie Academie
Post-hbo en Masteropleidingen
HAN Jaarverslag 2013 | Bijlage Samenstelling College van Bestuur, Management en Raad van Toezicht
Service Bedrijf
Directie
Ir. H. (Henk) Stomphorst
Hoofden Service Units
H. (Hans) Broeder Bc J.C. (Joost) van der Velden (a.i.)
Drs. J.A.M. (Hans) Brouwer J.H.W.M. (Jos) Coonen (a.i.) (tot 1-4-2013)
Drs. H. (Henri) van Boxtel (vanaf 1-4-2013)
G.A. (Gisela) Albers MMI (a.i., tot 1-10-2013)
Dr. A. (Anneke) Luijten-Lub (vanaf 1-10-2013)
P.I. (Nel) van der Meulen Bc R.W.B.M. (René) Frielink
Drs. J.G. (Jan) Pouwels (tot 1-1-2014)
Dr. A. (Anneke) Luijten-Lub (a.i. vanaf 1-1-2014)
Drs. B.A. (Barbara) Schaefers
Mr. A.P.W. (Toine) Konings
Facilitaire Zaken
Financieel Economische Zaken
Marketing, Communicatie en Voorlichting
Human Resources
Human Resources
Onderwijs & Onderzoek
Onderwijs & Onderzoek
Studentzaken
ICT
International Office
International Office
HAN Kwaliteitszorg
Juridische Zaken
HAN Masterprogramma’s
Drs. A.P.M. (Ans) Gielen
Programmamanagement
Dr. J.C. (Jaap) Gall Drs. E.J.E. (Noël) Maertens dr. A. (Annelies) de Jeu (tot 1-5-2013)
HAN Informatiemanager (HIAM)
Werkveld en Regio
Onderzoek
Concerncontroller
Drs. M.J.M. (Thijs) Beelen
Directie Interstudie BV9
A.S. (Toon) Griffioen (tot 11-3-2013)
9
Interstudie BV (handelsnaam: Interstudie NDO) heeft met ingang van 11 april 2013 een doorstart
gemaakt buiten de HAN, als onderdeel van onderwijsadviesorganisatie Marant.
173
HAN Jaarverslag 2013 | Bijlage Samenstelling College van Bestuur, Management en Raad van Toezicht
Raad van Toezicht
mr. R.L.M. (Rob) Hillebrand
Persoonlijke gegevens
Geslacht: Geboortejaar: Nationaliteit:
Hoofdfunctie:
Man
1955
Nederlands
Voorzitter van zorgverzekeraar
Coöperatie VGZ (tot 1 juli 2014)
Loopbaan:
Lid Raad van Bestuur Delta Lloyd,
Diverse directie- en managementfuncties Delta Lloyd groep
Relevante nevenfuncties: Geen
Raad van Toezicht HAN
Rol:
Tijdstip eerste benoeming: Lopende termijn benoeming:
Lidmaatschap commissies: voorzitter
01-04-2012
01-04-2012 tot 01-04-2016
remuneratiecommissie
dr. ir. C.C. (Lian) Krijger
Persoonlijke gegevens
Geslacht: Geboortejaar: Nationaliteit:
Hoofdfunctie:
Vrouw
1960
Nederlands
Senior Manager Human Resources
TenneT TSO BV
Vanuit hoofde van de functie ook lid van de
Aufsichtsrat van TenneT TSO GmbH
174
HAN Jaarverslag 2013 | Bijlage Samenstelling College van Bestuur, Management en Raad van Toezicht
Loopbaan:
Relevante nevenfuncties: octoraal bedrijfs- en consumentenwetenD
schappen Wageningen Universiteit, Promotieonderzoek Management van technologische innovatie TU/e (dissertatie in 1990),
Senior beleidsmedewerker Technologische
ontwikkeling Provincie Gelderland,
Director Strategische Marketing Stork,
Directeur Human Resources Heidelberg
Contiweb BV, Human Resources Goss
International
Geen
Raad van Toezicht HAN
Rol:
Tijdstip eerste benoeming: Lopende termijn benoeming:
Lidmaatschap commissies: vicevoorzitter
01-01-2009
01-01-2013 tot 01-01-2017
remuneratiecommissie
prof. dr. C.W.P.M. (Kees) Blom
Persoonlijke gegevens
Geboortejaar: Nationaliteit:
Onderscheidingen:
1946
Nederlands
Ridder in de Orde van de Nederlandse
Leeuw
Lid Koninklijke Nederlandse Akademie van
Wetenschappen
Hoofdfunctie:Persoonlijk Hoogleraar Biologie Radboud
Universiteit Nijmegen
Loopbaan:Promotie biologie (cum laude), Directeur
Duinonderzoek Instituut voor Ecologisch
Onderzoek Oostvoorne, Hoogleraar biologie/ecologie Nijmegen, Rector Magnificus
Radboud Universiteit Nijmegen
175
HAN Jaarverslag 2013 | Bijlage Samenstelling College van Bestuur, Management en Raad van Toezicht
Relevante nevenfuncties: Voorzitter Raad van Toezicht Alliantie
Voortgezet Onderwijs voor Nijmegen en
Land van Maas en Waal, Lid Raad van
Toezicht Stichting Tuur,
Lid Hochschulrat (Raad van Toezicht) Universität Duisburg-Essen,
Lid Raad van Advies Stichting Wetenschapsoriëntatie Nederland,
diverse adviseurschappen bij universitaire,
departementale en EU-commissies
Raad van Toezicht HAN
Rol:Lid
Tijdstip eerste benoeming: 01-01-2008
Lopende termijn benoeming:
01-03-2012 tot 01-03-2016
Lidmaatschap commissies: Geen
prof. dr. H. (Henriëtte) Maassen van den Brink
Persoonlijke gegevens
Geslacht: Vrouw
Geboortejaar: 1954
Nationaliteit:Nederlands
Hoofdfunctie:Hoogleraar Onderwijs- en Arbeids­
economie Universiteit van Amsterdam,
Hoogleraar Evidence Based Onderwijs
Universiteit Maastricht
Loopbaan:Hoogleraar Economie, Wageningen
Universiteit
Oprichter en Wetenschappelijk coördinator Top Instituut voor Evidence Based
Onderwijs Onderzoek, Voorzitter MaGW
(Maatschappij- en Gedragswetenschappen) Nederlandse Organisatie voor Wetenschappelijk Onderzoek, Voorzitter
Evaluating Research in Context, Vicevoorzitter Raad van Toezicht Leids Universitair
Medisch Centrum, Lid Visitatiecommissie
economie Vlaams Hoger Onderwijs NVAO.
176
HAN Jaarverslag 2013 | Bijlage Samenstelling College van Bestuur, Management en Raad van Toezicht
Relevante nevenfuncties: Voorzitter Raad van Toezicht CITO,
Arnhem (september 2013-2017)
Lid Reviewcommissie Hoger Onderwijs en
Onderzoek (2012-2016)
Lid van Commissie Hoger Onderwijs van
de KNAW (2011-heden)
Lid GNE (Group of National Experts) van
OECD voor Assessment Higher Learning
Outcomes (2010-heden)
Raad van Toezicht HAN
Rol:lid
Tijdstip eerste benoeming: 01-01-2009
Lopende termijn benoeming:
01-01-2013 tot 01-01-2017
Lidmaatschap commissies: auditcommissie
dr. A.G.J.M. (Ton) Hanselaar
Persoonlijke gegevens
Geslacht: Man
Geboortejaar: 1953
Nationaliteit: Nederlands
Hoofdfunctie: Voorzitter van de Raad van Bestuur Zorggroep Pantein
Loopbaan: Algemeen directeur KWF Kankerbestrijding, Universitair Hoofddocent gynaecologische pathologie Radboud Universiteit
Nijmegen, Fellow (NWO, KWF) in St. Francisco en Vancouver, studie Geneeskunde
Radboud Universiteit Nijmegen
Relevante nevenfuncties: Vicevoorzitter Raad van Toezicht Stichting
Palga, Vicevoorzitter Bestuur Stichting
Syntein, Lid Stuurgroep Netwerk School,
ROC Nijmegen
177
HAN Jaarverslag 2013 | Bijlage Samenstelling College van Bestuur, Management en Raad van Toezicht
Raad van Toezicht
Rol: Tijdstip eerste benoeming: Lopende termijn benoeming: Lidmaatschap commissies: Lid
01-12-2011
01-12-2011 tot 01-12-2015
Geen
drs. A.P.M.G. (Eric) Steeghs
Persoonlijke gegevens
Geslacht: Man
Geboortejaar: 1957
Nationaliteit:Nederlands
Hoofdfunctie:
Directeur van Aethes Consulting
Loopbaan:ABN AMRO (onder andere Executive Vice
President IT Internationaal, EVP Trans­
action Banking Client Service, EVP Finance
Management Information, Fortis, Executive
Vice President Finance ProRail, CFO
Relevante nevenfuncties: Lid van de Raad van Commissarissen van
Rabobank Amersfoort e.o.
Raad van Toezicht HAN
Rol:Lid
Tijdstip eerste benoeming: 01-07-2013
Lopende termijn benoeming:
01-07-2013 tot 01-06-2014
Lidmaatschap commissies: Auditcommissie
178
HAN Jaarverslag 2013
Mobiliteit HAN
Study Abroad 2013
179
HAN Jaarverslag 2013 | Bijlage Mobiliteit HAN Study Abroad 2013
Uitgaande en inkomende studenten 2013 per internationale partnerinstelling
Country
Institution
Outgoing
Incoming
Argentina
Universidad del Salvador
8
Australia
Curtin University of Technology
2
Australia
Griffith University
2
1
Australia
University of South Australia
2
1
Australia
University of Wollongong
1
5
Australia
Victoria University
2
Austria
Fachhochschule Oberösterreich
3
1
Austria
Fachhochschule Vorarlberg
1
Austria
Pädagogische Hochschule Oberösterreich
4
Austria
FH Campus Wien
2
Austria
Pädagogische Hochschule Salzburg
2
Austria
Pädagogische Hochschule Wien
4
Belgium
Artevelde Hogeschool
3
8
Belgium
HELMo - Haute Ecole Libre Mosane
2
Belgium
Karel de Grote Hogeschool
7
4
Belgium
Katholieke Hogeschool Leuven
3
Brazil
Universidade de São Paulo
1
3
Canada
Dalhousie University
2
Canada
Grant MacEwan University
1
4
Canada
Sheridan Institute of Technology & Advanced Learning
2
Canada
University of Windsor
2
1
Chile
Universidad Andrés Bello
1
Chile
Universidad de Chile
3
1
China
Hong Kong Polytechnic University
5
5
China
Shanghai University of Finance & Economics
3
4
China
Shanghai University of International Business and Economics
2
5
China
University of International Business and Economics
6
3
China
Xiamen University
5
1
180
HAN Jaarverslag 2013 | Bijlage Mobiliteit HAN Study Abroad 2013
Country
Institution
Outgoing
Incoming
Czech Republic
University of Economics
5
6
Czech Republic
Zapadoceska Univerzita v Plzni
2
1
Denmark
Copenhagen Business Academy
4
Denmark
Engineering College of Aarhus (IHA)
1
1
Denmark
Professionshøjskolen Metropol
1
1
Denmark
University College Lillebælt
1
Denmark
University College Sjælland
1
Denmark
Via University College
3
Estonia
Tartu Ülikool
3
Finland
HAAGA-HELIA Ammattikorkeakoulu
4
5
Finland
Helsinki Metropolia University of Applied Sciences
2
5
Finland
Humanistinen Ammattikorkeakoulu (HUMAK)
2
Finland
Jyväskylä University of Applied Sciences
5
3
Finland
Jyväskylän Yliopisto
3
Finland
Turun Ammattikorkeakoulu-Ãbo Yrkeshögskola
2
2
France
École Superieur du Commerce Exterieur
5
6
France
Groupe Ecole Superieure de Commerce (ESC) Dijon - Bourgogne
1
France
Ecole Superieure de Commerce (ESC) de Montpellier
1
France
ES des Sciences Commerciales d’Angers
1
3
France
ESDES Université de Catholique de Lyon
1
4
France
Université Jean Moulin Lyon 3
1
France
Institut des Hautes Etudes Economiques et Commerciales
(INSEEC) Paris
1
France
IUFM d’Aix-Marseille
1
France
IUFM de Basse-Normandie
1
France
IUFM des Maitres dAquitaine - Universite Bordeaux IV
1
1
France
Université Montpellier 2
1
France
IUFM Midi-Pyrénées
1
France
IUFM Val de Loire
1
France
NEOMA Business School
2
1
France
Université de Cergy-Pontoise
2
France
Université de Poitiers
1
181
HAN Jaarverslag 2013 | Bijlage Mobiliteit HAN Study Abroad 2013
Country
Institution
Outgoing
Incoming
Germany
Fachhochschule Dortmund
1
Germany
Hochschule Bonn-Rhein-Sieg
2
6
Germany
Hochschule für Künste im Sozialen
1
Germany
Hochschule für Technik und Wirtschaft Berlin
3
1
Germany
Hochschule Reutlingen
1
Germany
Hochschule München
1
1
Germany
Hochschule Niederrhein
1
2
Germany
Hochschule Pforzheim
1
Germany
Pädagogische Hochschule Freiburg
1
Germany
Pädagogische Hochschule Weingarten
1
Germany
Technische Fachhochschule Wildau
1
3
Germany
Universität Duisburg Essen
2
Germany
Universität Leipzig
1
1
Germany
Universität Trier
1
Greece
Panepistimio Ioanninon
5
Greece
Panepistimio Patron
2
Hungary
ESSCA Budapest
5
Hungary
Pécsi Tudományegyetem
3
3
Hungary
Széchenyi István Egyetem
2
India
Christ University
2
India
SRM University
3
Indonesia
Binus University
5
1
Indonesia
Universitas Gadjah Mada
2
Ireland
Dublin Institute of Technology
3
2
Ireland
Institute of Technology Tallaght
4
2
Ireland
Mary Immaculate College
2
1
Ireland
St. Patrick’s College/Coláiste Phádraig
2
Italy
Università Carlo Cattaneo - LIUC
2
Italy
Università degli Studi di Perugia
1
Japan
Akita International University
3
2
182
HAN Jaarverslag 2013 | Bijlage Mobiliteit HAN Study Abroad 2013
Country
Institution
Outgoing
Incoming
Korea, Republic of
Ajou University
4
3
Kyrgyzstan
American University of Central Asia
2
Latvia
Latvijas Universitáte
1
Latvia
Rîgas Starptautiskâ Ekonomikas un Biznesa Administrâcijas Augstskola
1
Lithuania
Vilniaus Universiteto Tarptautinio verslo mokykla
2
1
Mexico
Instituto Tecnológico y de Estudios Superiores de Monterrey (ITESM)
3
3
New Zealand
Unitec New Zealand
2
1
Norway
Høgskolen i Bergen
2
Norway
Høgskolen i Hedmark
1
Norway
Høgskolen i Oslo og Akershus
4
1
Norway
Norges Idrettshøgskole
1
Norway
Oslo and Akershus University College of Applies Sciences
1
Norway
Universitetet i Agder
2
1
Peru
Universidad Peruana de Ciencias Aplicadas
1
Poland
Uniwersytet Ekonomiczny w Poznaniu
1
Portugal
Escola Superior de Saúde Do Alcoitão
1
Portugal
Instituto Politecnico de Lisboa
3
Portugal
Instituto Politécnico de Setúbal
2
Portugal
Universidade Católica Portuguesa
2
Russian Federation Plekhanov Russian University of Economics
1
1
Slovenia
Univerza v Ljubljani
2
South Africa
Cape Peninsula University of Technology
2
South Africa
Nelson Mandela Metropolitan University
3
South Africa
University of Pretoria
2
South Africa
University of the Western Cape
2
Spain
Mondragon Unibertsitatea
2
Spain
Universidad Autónoma de Madrid
1
Spain
Universidad Carlos III de Madrid
5
2
Spain
Universidad Complutense de Madrid
3
7
183
HAN Jaarverslag 2013 | Bijlage Mobiliteit HAN Study Abroad 2013
Country
Institution
Outgoing
Incoming
Spain
Universidad de Deusto
4
10
Spain
Universidad de Málaga
1
Spain
Universidad de Santiago de Compostela
1
Spain
Universidad de Sevilla
6
1
Spain
Universidad Pablo de Olavide
2
Spain
Universidad Jaume I de Castellón
3
6
Spain
Universitat de Barcelona
2
11
Sweden
Karlstad University
4
Sweden
Karolinska Institutet
1
Sweden
Linnaeus University
4
1
Sweden
Umeå University
5
1
Switzerland
FHNW Fachhochschule Nordwestschweiz
2
1
Switzerland
Haute École Pédagogique HEP-VD
1
Switzerland
Pädagogische Hochschule Thurgau
1
Switzerland
Pädagogische Hochschule Zürich
1
1
Taiwan
National Sun Yat-sen University
3
Thailand
Rangsit University
5
Turkey
Dokuz Eylül University
1
1
Turkey
Istanbul Universitesi
1
1
United Kingdom
Birmingham City University
1
United Kingdom
Glasgow Caledonian University
4
United Kingdom
Kingston University
3
United Kingdom
De Montfort University
4
United Kingdom
Newman University College
3
United Kingdom
Sheffield Hallam University
2
United Kingdom
St Mary’s College of Education
3
United Kingdom
Stranmillis University College
3
3
United Kingdom
University of Cumbria
1
1
United Kingdom
University of Dundee
1
United Kingdom
University of Gloucestershire
4
1
184
HAN Jaarverslag 2013 | Bijlage Mobiliteit HAN Study Abroad 2013
Country
Institution
Outgoing
Incoming
United Kingdom
University of Huddersfield
2
United Kingdom
University of Hull
5
2
United Kingdom
University of Worcester
2
United States
East Carolina University at Greenville
2
1
United States
Georgia State University
5
3
United States
Indiana University of Pennsylvania
2
United States
Longwood University
1
United States
Minnesota State University Mankato
8
9
United States
Ohio Northern University
2
United States
Saint Joseph College
2
(*)
United States
San Francisco State University
8
3
United States
Texas Christian University
2
United States
Texas International A&M University
4
1
United States
The University of North Carolina at Greensboro
5
United States
University at Albany, State University of New York
4
2
United States
University of North Carolina at Wilmington
2
United States
University of Wisconsin - Whitewater
6
2
328
269
*) 11 Studenten op Summer Course in Nijmegen
185
HAN Jaarverslag 2013 | Bijlage Mobiliteit HAN Study Abroad 2013
Totale mobiliteit 2012-2013; inclusief stages en afstudeeropdrachten;
per faculteit
Uitgaande studenten 2012-2013
per faculteit
Studie
Educatie
Pabo
Leraar en School
Opleidingskunde
Stage
AOD*
Kort**
Totaal
uitgaande
studenten
18
38
33
29
3
1
37
113
88
181
3
56
65
1
150
272
Economie en Management
Financieel Management & Rechten
Bedrijfskunde
International Business & Communication
28
38
156
17
46
130
10
5
23
55
1
18
90
327
Totaal Economie en Management
222
193
38
19
472
Gezondheid, Gedrag en Maatschappij Paramedische Studies
Sociale Studies
Verpleegkundige studies
Sport- en Bewegingsstudies
8
20
3
6
26
124
22
21
16
20
2
9
26
4
76
168
27
36
Totaal Gezondheid, Gedrag en Maatschappij
37
193
47
30
307
1
3
4
9
17
332
9
6
11
9
30
65
516
8
2
1
11
199
Totaal Educatie
Techniek
Automotive
Engineering
Applied Sciences
Built Environment
Informatica Communicatie Academie
Totaal Techniek
Totaal HAN studie en stage buitenland
97
*AOD = Afstudeeropdracht
** Kort = (studiereizen, intensive programmes, summer courses or placements < 6 weken)
186
17
7
16
13
40
93
1144
HAN Jaarverslag 2013 | Bijlage Mobiliteit HAN Study Abroad 2013
Inkomende studenten 2012-2013 per faculteit
Totaal studie
Educatie
Totaal stage
Totaal
studie + stage
Pabo
1
1
2
Instituut voor Leraar en School
4
4
39
39
7
7
51
1
52
142
142
7
7
EIP (Education in Int. Perspective, primary)
EIP (Education in Int. Perspective, secondary)
Totaal Educatie
Economie en Management
Arnhem Business School Exchange Course
BLM
Summerschools
16
Totaal Economie en Management
16
165
0
165
Gezondheid, Gedrag en Maatschappij
Paramedische Studies
4
7
11
19
2
21
Verpleegkundige Studies
3
4
7
Minor Internationalisation
1
1
Sport- en Bewegingsstudies
1
1
Minor Sport Sciences
1
1
Minor Sport Performance Enhancement
2
2
Minor Sport Tourism
2
2
Minor Sport and Nutrition
2
2
Summerschools
12
12
Totaal Gezondheid, Gedrag en Maatschappij
46
14
60
Techniek
Automotive
Automotive Graduation Assignment
6
6
Minor Intelligent Vehicles
5
5
Minor Automotive Dynamics and Testing
9
9
Minor Participating in a Research Project
3
3
Course Science without Borders
8
8
Minor Wind Energy
5
5
Applied Sciences
7
1
8
Minor Molecular Pathogenesis
2
2
Placement Buro 302 & Minor
9
9
Create a Rich Internet Application
3
3
Minor Create a Game
3
3
60
1
61
322
16
338
Sociale Studies
Totaal Techniek
Totaal HAN studie en stage buitenland
187