Internationaal privaatrecht

Download Report

Transcript Internationaal privaatrecht

Mr. C. Assers
Handleiding tot de beoefening
van het Nederlands Burgerlijk Recht
Internationaal
privaatrecht
Deel
personen-, familie- en erfrecht
mr. A.P.M.J. Vonken
Universitair hoofddocent bij de vaksectie internationaal privaatrecht.
Radboud Universiteit Nijmegen
Mr.
Schols
(Hoofdstuk
Erfrecht)
Hoogleraar privaatrecht, in het bijzonder notarieel recht. Centrum voor
Notarieel Recht. Radboud Universiteit Nijmegen
a Wolters
business
INHOUDSOPGAVE
Enige afkortingen
van verkort aangehaalde literatuur
§
§2
§3
III
§4
§5
§6
§7
HOOFDSTUK 1 - Nationaliteitsaanknoping versus domiciliaire
aanknoping in het internationale personen-, familie- en erfrecht
Inleiding
Erosie van het nationaliteitsbeginsel? - een rechtsvergelijkende
schets
De nationaliteitsaanknoping
I
Algemeen
II
Rechtvaardiging van de nationaliteitsaanknoping in het
licht van de internationale mobiliteit en de bescherming
van de culturele identiteit
Het Unierecht en de nationaliteitsaanknoping
De domiciliaire aanknoping
I
Algemeen
II
Rechtvaardiging van de domiciliaire aanknoping in het
kader van de internationale mobiliteit en de bescherming
van de culturele identiteit
III Het begrip gewone verblijfplaats
Relativering van zowel de nationaliteits- als de domiciliaire aanknoping
Enkele complicaties bij de nationaliteitsaanknoping
I
Meervoudige nationaliteit
II
De enkelvoudige nationaliteit van betrokkene en de
teitswaarde ervan
III Staatloosheid en het niet kunnen vaststellen van iemands
nationaliteit
IV Vluchtelingen
Meervoudige rechtsstelsels
I
Algemeen
II
Nationaliteits- en domiciliaire aanknoping bij interregionale
en interpersonele situaties
Nadere afgrenzing van art. 10:15 BW
XLV
1
1
2
4
4
7
8
9
9
10
14
16
20
22
27
30
30
32
33
XIII
Inhoudsopgave
§1
§2
§3
§4
§5
§6
§7
§8
§9
§1
§2
§3
XIV
HOOFDSTUK 2 - De naam
Inleidende opmerkingen
Enkele karakteristieken van de regeling
I
Incorporatie van de Overeenkomst van München van 1980
II
De structuur van de verwijzingsregeling
III Uitgangspunt: tweedeling van in Nederland en in het buitenland tot stand gekomen naamsvaststellingen
De naam van een vreemdeling
I
De hoofdregel: het nationale recht van de vreemdeling
II
De voorvraag
III Personen met een meervoudige buitenlandse nationaliteit
De naam van een Nederlander
I
De hoofdregel
II
Personen met een meervoudige nationaliteit die ook de
Nederlandse nationaliteit bezitten
III De voorvraag
Latere vermelding van de naam volgens het andere niet toegepaste nationale recht
De wijziging van de aanknopingsfactor in de tijd
I
De hoofdregel
II
De verkrijging van de Nederlandse nationaliteit
Onmogelijkheid om het toepasselijke recht te kennen
Erkenning van in het buitenland vastgestelde of gewijzigde
namen
I
Algemeen
II
De verhouding van de erkenningsregel van art. 10:24 BW
tot de verwijzingsregel van art. 10:20 BW; rechtskeuzebevoegdheid
III Geen
toets; de openbare orde
IV De naamskeuze overeenkomstig art. 10:25 BW
Het recht op naamskeuze in internationale gevallen
35
35
37
37
38
38
HOOFDSTUK 3 - Internationale huwelijken
Inleidende opmerkingen
I
Algemeen
II
De favor matrimonii van het Haagse Huwelijksverdrag 1978
III De gunstiger regeling van
art. 10:27-10:34 BW
Het materiële toepassingsgebied
De materiële
en enkele bewijsrechtelijke
kwesties
I
De verwijzingsregeling
Vaststelling van het toepasselijke buitenlandse recht en
bewijs/legalisatie van buitenlandse documenten
55
55
55
56
57
59
60
39
39
40
41
41
41
42
45
45
46
46
46
47
48
48
50
52
53
54
60
63
inhoudsopgave
§4
§5
§6
§7
§8
§9
§ 10
§1
§2
§3
§4
§5
Op de Nederlandse openbare orde gebaseerde weigeringsgronden in het geval van huwelijksvoltrekking in Nederland
De vorm van de huwelijkssluiting
I
De hoofdregel: exclusieve bevoegdheid van de abs
II
Uitzondering: consulaire huwelijken
De erkenning van een buiten Nederland gesloten huwelijk
I
Inleidende opmerkingen
II
Erkenningsvraag van een elders tot stand gekomen huwelijk en de processuele toets
Het huwelijk dient ingevolge het recht van de staat van
huwelijksvoltrekking rechtsgeldig te zijn
IV Erkenning rechtsgeldigheid buitenlandse huwelijken
ten ten overstaan van diplomatieke of consulaire ambtenaar
V
Recht omvat ook regels van conflictenrecht
VI De 'huwelijksverklaring' afgegeven door een bevoegde
autoriteit
De openbare orde-exceptie
I
Algemeen
II
Toetsing van elders tot stand gekomen huwelijksvormen
aan de openbare orde
De voorvraag
I
Algemeen
II
Zelfstandige aanknoping van de voorvraag van de erkenning van in het buitenland gesloten huwelijk
III De afhankelijke aanknoping van de voorvraag in de zin van
art. 12 lid 2 Huwelijksverdrag 1978
Sanctie op overtreding van de materiële en/of formele huwelijksvereisten
Overgangsrecht
HOOFDSTUK 4 - De rechtsbetrekkingen tussen de echtgenoten
Inleidende opmerkingen
De persoonlijke rechtsbetrekkingen tussen de echtgenoten
I
Algemeen
II
De rechtskeuze
III De objectieve verwijzingsregel
IV De temporele gevolgen van de rechtskeuze en de wijziging
van de aanknopingsfactor in de tijd
V Terzijdestelling van het toepasselijke buitenlandse recht
met beroep op de openbare orde
Verbintenissen ten behoeve van de gewone gang van de huishouding
Gezinsbescherming
De verhouding tot andere verwijzingscategorieën
66
70
70
70
72
72
72
73
75
76
76
77
77
79
84
84
84
85
86
88
91
92
92
93
94
96
97
97
99
102
XV
Inhoudsopgave
§1
§2
§3
§4
§1
§2
§3
§4
§1
XVI
HOOFDSTUK 5 - De huwelijksontbinding
Inleidende opmerkingen
Het echtscheidingsmonopolie van de Nederlandse rechter
Het op de echtscheiding toepasselijke recht
Algemeen
II
De structuur van de nieuwe verwijzingsregeling
III Toepasselijkheid van het Nederlandse recht als
fori
IV Rechtskeuze voor het gemeenschappelijke nationale recht
Erkenning van buitenlandse echtscheidingen
I
De erkenningsregeling van Brussel Hbis
II
De erkenningsregeling van de verdragen van Luxemburg
1967 en 's-Gravenhage 1970
III De erkenning met betrekking tot buitenlandse in een niet
gegeven echtscheidingsbeslissing
IV De erkenning van buitenlandse huwelijksontbindingen door
een eenzijdige verklaring van een der echtgenoten
V
De openbare orde-exceptie
103
103
105
106
106
108
109
112
117
117
122
HOOFDSTUK 6 - Huwelijksvermogensrecht
Inleiding
Het Haagse
Inleidende opmerkingen
II
Het materiële toepassingsgebied
III Rechtskeuze door partijen
IV De objectieve verwijzingsregeling
V
Gemitigeerde veranderlijkheid van het door de objectieve
verwijzingsregeling aangewezen recht
VI Derdenwerking en derdenbescherming
VII De
ke regeling
Naherberechtigung en verrekening
IX Pensioenverevening
Het Haagse Huwelijksgevolgenverdrag 1905
I
Algemeen
II
Het formele toepassingsgebied
III De
ke regeling
Het commune internationale huwelijksvermogensrecht
I
Algemeen
II
De commune verwijzingsregeling vóór 1976
III De
Leer aanknopingsladder
IV De
ke regeling
V
Enkele specifieke exceptieclausules
139
139
140
140
144
147
159
169
HOOFDSTUK 7 - Afstamming
Inleidende opmerkingen
209
209
123
131
136
177
180
182
183
190
190
191
192
194
194
195
196
201
204
Inhoudsopgave
§2
Enkele kwesties van algemene aard met betrekking tot Titel 5
I
De algemene bepalingen van Titel 1
II
Uitgangspunt: begrippen uit het eigen Nederlandse afstamIII
§3
§4
§5
§6
§7
§8
Geen effectiviteitstoets in geval van een meervoudige nationaliteit
IV Tweedeling tussen in Nederland en in het buitenland tot
stand gekomen
- een processuele toets
Het ontstaan van familierechtelijke betrekkingen door geboorte
uit gehuwde ouders
I
Hoofdregel
II
Meervoudige nationaliteit: geen effectiviteitstoets
Ontkenning van het vaderschap
I
Algemeen
II
De primaire verwijzingsregel: toepasselijkheid van art.
10:92 BW
III De subsidiaire verwijzingsregel: begunstiging van de
gerechtelijke ontkenning vaderschap
IV Benoeming van een bijzonder curator
V
De gerechtelijke ontkenning van het vaderschap en de
openbare orde
VI De buitengerechtelijke ontkenning van het vaderschap
Familierechtelijke betrekkingen tussen het kind en zijn ongehuwde moeder
I
Algemeen
II
Aanknoping aan het nationale recht van de moeder
III Voorrang van het Nederlandse recht in geval van gewone
verblijfplaats van de vrouw in Nederland
IV De aanknopingsfactor in de tijd
V Toepasselijkheid van de Overeenkomst van Brussel 1962
Familierechtelijke betrekkingen ontstaan door erkenning
I
Algemeen
Begunstigende aanknoping voor de bevoegdheid van de
man en de overige voorwaarden tot erkenning
III Erkenning door een Nederlandse gehuwde man
IV Vermelding van het toegepaste recht in de akte
V
Bijzondere aanknoping voor de toestemming van de moeder onderscheidenlijk het kind
VI De aanknopingsfactor in de tijd
Ongedaanmaking van de erkenning
Familierechtelijke betrekkingen ontstaan door gerechtelijke vaststelling van het vaderschap
1
Een uit drie sporten bestaande aanknopingsladder
213
214
214
216
216
217
218
220
220
221
223
223
223
224
225
225
226
226
226
228
228
229
230
230
231
231
XVII
Inhoudsopgave
II
§9
§ 10
§ 11
§12
§ 13
§ 14
§1
§2
§3
§4
De situatie dat de man of de moeder ten tijde van de indiening van het verzoek is overleden
Familierechtelijke betrekkingen ontstaan door wettiging
I
De Overeenkomst inzake wettiging door huwelijk van 1970
De subsidiaire aanknoping van de gewone verblijfplaats van
het kind
III Het nietige huwelijk waarbij een Nederlandse partij is
betrokken
De inhoud - de gevolgen - van de familierechtelijke betrekkingen
De erkenning van in het buitenland tot stand gekomen rechterijke beslissingen, rechtsfeiten en rechtshandelingen waarbij
familierechtelijke betrekkingen uit hoofde van afstamming zijn
vastgesteld
I
Algemeen
II
Geen onderscheid tussen de erkenning van buitenlandse
rechterlijke beslissingen en rechtsfeiten of rechtshandelingen waarbij een
autoriteit is betrokken
Erkenning van buitenlandse rechterlijke beslissingen
I
Nadere vereisten voor erkenning
II
Geen erkenning van negatieve beslissingen
III Geen conflictenrechtelijke toets
IV Tegenstrijdige beslissingen
V
De Overeenkomst inzake wettiging door huwelijk 1970
De erkenning van in het buitenland tot stand gekomen rechtsfeiten en rechtshandelingen
I
Vereisten voor erkenning van in het buitenland tot stand
gekomen rechtsfeiten en rechtshandelingen
II
Op de openbare orde gebaseerde weigeringsgronden
De temporele werking
233
HOOFDSTUK 8 - Adoptie
Inleidende opmerkingen
De Wet opneming buitenlandse kinderen ter adoptie
Het Haagse Adoptieverdrag van 1993
I
Een verdrag met een specifiek karakter
Enkele aan het verdrag ten grondslag liggende doelstellingen
III Toepassingsgebied van het Haagse Adoptieverdrag van 1993
Titel 6: Het toepasselijke recht op in Nederland uit te spreken
adopties en de erkenning van in het buitenland tot stand gekomen niet-verdragsadopties
I
Algemeen
II
Voorrang van de regelgeving inzake interlandelijke adoptie
249
249
250
252
252
253
233
233
234
234
235
236
236
237
238
238
240
240
241
241
242
242
244
247
254
255
255
257
III
IV
V
Nadere afbakening van de rechtsfiguur adoptie
Het op de adoptie toepasselijke recht
De rechtsgevolgen van een in Nederland uitgesproken
adoptie
VI Erkenning van niet-verdragsadopties
VII Erkenning van rechtswege van niet-verdragsadopties waarbij alle partijen buiten Nederland zijn gevestigd
VIII Erkenningsprocedure van niet-verdragsadopties door adoptiefouders met gewone verblijfplaats in Nederland
IX Rechtsgevolgen van de erkenning
X Omzetting van een 'zwakke' buitenlandse adoptie in een
'sterke' adoptie naar Nederlands recht
§1
§2
§3
§4
§5
§6
§1
HOOFDSTUK 9 - Ouderlijke verantwoordelijkheid en
bescherming
Inleiding
I
Algemeen
II
Het 'Gleichlauf-beginsel'
Het materiële toepassingsgebied van Brussel Hbis en HKV 1996
Het formele toepassingebied van Brussel
en HKV 1996
Internationale bevoegdheid van Brussel
en van HKV 1996
I
Algemeen
II
Hoofdregel: het gerecht van de gewone verblijfplaats van
het kind
III Het gerecht van de verblijfplaats van het kind
IV Voortgezette bevoegdheid bij wijziging van het omgangsrecht
V In beginsel geen overgang van bevoegdheid in geval van
kinderontvoering
VI Prorogatie van rechtsmacht
VII Het commune bevoegdheidsrecht
VIII Overdracht van bevoegdheid aan een geschikt forum
Het Haagse Kinderbeschermingsverdrag van
I
De structuur van de verdragsregeling
Het toepasselijke recht van het Haagse Kinderbeschermingsverdrag van 1996
I
Algemeen
II
Het op beschermende maatregelen toepasselijke recht
III Het van rechtswege ontstaan of tenietgaan van ouderlijke
verantwoordelijkheid
IV Gedeeltelijke uitsluiting renvoi en het afstemmingsbeginsel
HOOFDSTUK 10 - Alimentatie
Inleidende opmerkingen
258
259
264
264
266
270
272
273
275
275
275
279
280
282
283
283
285
287
287
289
289
291
291
293
293
294
294
296
298
306
307
307
XIX
I
§2
§ 1
§2
§3
§4
§5
XX
Algemeen
De voormalige en nieuwe regelgeving
III De verhouding van de Alimentatie-Verordening 2008 en het
Haagse Protocol inzake alimentatie 2007 tot bestaande
internationale instrumenten
Het toepasselijke recht inzake alimentatie
I
Algemeen
II
Karakter en structuur van de nieuwe regeling
III Het materiële en formele toepassingsgebied
IV De - algemene - hoofdaanknoping aan het recht van de
staat van de gewone verblijfplaats van de
rechtigde
V
Enkele bijzondere verwijzingsregels ten gunste van
bepaalde alimentatiegerechtigden
VI De bijzondere verwijzingsregel inzake alimentatie tussen
echtgenoten en ex-echtgenoten
De rechtskeuze
VIII Het recht van een overheidslichaam tot terugbetaling
IX De werkingsomvang van het alimentatiestatuut
X Vaststelling van het bedrag van de alimentatie
307
307
309
HOOFDSTUK 11 - Erfrecht
345
345
346
346
349
De testamentaire vorm en bekwaamheid
I
Inleidende opmerkingen
II
De materiële reikwijdte van het Haags
verdrag 1961
III Het toepasselijke recht
De erfopvolging
I
Inleidende opmerkingen
II
De materiële reikwijdte van het Haags
III Het toepasselijke recht
De vereffening, verdeling en verrekening
I
Inleidende opmerkingen
II
De materiële reikwijdte afwikkelingsregels Boek 10 BW
III Het toepasselijke recht
IV
en verrekening
Toekomstig internationaal erfrecht; De Europese erfrechrverordening
I
Inleidende opmerkingen
II
De materiële reikwijdte van de
Het toepasselijke recht
312
312
314
317
322
324
328
333
339
340
342
351
357
357
359
367
385
385
388
394
398
398
401
404
inhoudsopgave
Zakenregister
Wetsartikelenregister
413
433
XXI