Twickelblad winter 2013

Download Report

Transcript Twickelblad winter 2013

j a a r g a n g
2 2
w i n t e r
2 0 1 3
Twickelblad
Vleugel met flair
• V
erbouwing Zuidvleugel afgerond
• K
unstuitleen geven en nemen
• O
p pad met Han Brinkcate
j a a r g a n g
2 2
w i n t e r
Van de redactie
In dit nummer
Van de Rentmeesterij 3
Zuidvleugel verbouwd
4
Mijn Twickel: Jaap Timmer 5
Voetgangersbrug over Rondweg 6
Op pad met Han Brinkcate 8
Kasteelobject: IJsvogel ensemble
10
Jachtpalen terug op de plek 11
Kamermuziek in bijzondere ambiance 12
Landbouwsymposium 14
Zicht op Twickel: Roel Cazemier 15
Kunstcollectie wereldwijd te zien
16
Vereniging Vrienden van Twickel
18
Nieuwe daken oude monumenten 19
Slapen op stand20
Berichten van de buitenplaats22
Het mooie van een gevarieerd landgoed als
Twickel, met huis, tuinen en de omringende
natuur, is dat het aan zoveel verschillende
mensen iets te bieden heeft. Liefhebbers
van historie vergapen zich in het kasteel,
tuinfanaten struinen langs de borders en
wandelaars cirkelen over de bospaden. En
dan zijn er nog de talloze joggers, fietsers,
ruiters en hondenbezitters die met name in
het weekend uitzwermen over de diverse
natuurgebieden.
Nieuwe spiltrap in zuidvleugel kasteel Twickel.
Colofon
Redactie:
Rob Bloemendal
Aafke Brunt
Helmig Kleerebezem
Chantal Ophuis
Albert Schimmelpenninck
Martin Steenbeeke (eindredactie)
Inlevering kopij:
Voor 10 februari 2014
Schalkburgerstraat 11,
7551 GR, Hengelo
[email protected]
Het Twickelblad is een gezamenlijke
kwartaaluitgave van de Stichting Twickel
en de Vereniging Vrienden van Twickel.
Het blad geeft informatie over de historie
en het beheer van Twickel in al zijn
aspecten.
Lidmaatschap, mutaties, adreswijzi­gin­
gen: [email protected],
of Postbus 107, 7490 AC Delden. Lidmaatschap van de Vereniging Vrienden
van Twickel (incl. toezending Twickelblad)
bedraagt minimaal € 19,- per kalenderjaar; hogere bijdrage is welkom. Meer
info: www.vriendenvantwickel.nl
2
2 0 1 3
Meer info: www.vriendenvantwickel.nl
Losse nummers kosten e 4,- en zijn
verkrijgbaar in de landgoedwinkel van
Stichting Twickel, de VVV-Delden en
The Read Shop in Delden.
Niets uit deze uitgave mag, op welke
wijze dan ook, worden verveelvoudigd
zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de redactie. De redactie
behoudt zich het recht voor artikelen
in te korten en te redigeren.
Vormgeving en Lay-out:
Morskieft Ontwerpers
van Visuele Identiteit.
Coverfotografie Morskieft.
Druk:
Van Marle BV
Foto’s, tenzij anders vermeld, zijn
o.a ­gemaakt door: Rob Bloemendal,
Han Brinkcate, Aafke Brunt, Hans
Gierveld, Helmig Kleerebezem, Han
Morskieft, Chantal Ophuis, Martin
Steenbeeke, Alexander van den Tweel.
ISSN 0927-6548
Er is bijna niemand, uitgezonderd bewoners
en personeel, die zoveel uurtjes doorbrengt
op Twickel als Han Brinkcate. Bijna dagelijks
toert hij over het landgoed, met het fototoestel in de aanslag. Het resultaat stuurt
hij met enige regelmaat toe aan kennissen
zodat ik inmiddels al een hele verzameling
bijzondere foto’s in mijn archief heb. Tot
zijn grote verdriet is hij er nog altijd niet
in geslaagd om de ijsvogel op de gevoelige
plaat vast te leggen. Laat deze bijzondere
vogel nu met enige regelmaat over de beek
achter mijn huis vliegen, midden in de
stad...
Het Twickelblad ging een middag met
Han op pad en dat leverde een bijzonder
portret op van deze bevlogen natuurliefhebber. En passant deponeert hij de wens
om elk nummer van het Twickelblad twee
pagina’s in te ruimen voor natuur op het
landgoed. Ik ben blij met zijn betrokkenheid. Net zoals ik de feedback waardeer
van historici die meer over de geschiedenis
willen lezen, de boeren die van mening zijn
dat de agrarische sector te weinig aan bod
komt en actievoerders die vinden dat de
strijd tegen de rondweg onderbelicht blijft.
Het is aan de redactie om een balans te
vinden tussen al deze wensen. Volgens mij
is dat ook dit nummer weer gelukt. Zo
leest u meer over een agrarische conferentie, de restauratie van historische jachtpalen
en het beleid om kunststukken uit te lenen.
En natuurlijk wordt ook nu, met dank aan
Han Brinkcate, het natuurschoon onder de
aandacht gebracht. Twee pagina’s nog wel.
Tegen Han en andere betrokken lezers zou
ik willen zeggen; blijf het Twickelblad kritisch
volgen.
Martin Steenbeeke
j a a r g a n g
3
2 2
w i n t e r
2 0 1 3
van de rentmeesterij
Twickel krijgt erkenning
als monumentenbeheerder
De Stichting Twickel is onlangs
aangewezen als professionele
organisatie voor monumenten
behoud (‘POM’). De minister
van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap heeft een kleine groep
monumenten­organisaties deze
status verleend. Twickel bevindt
zich in goed gezelschap zoals de
Stichting Hendrick de Keyser.
Aan deze aanwijzing ging een
uitgebreide procedure vooraf.
De minister heeft zich laten adviseren
door de Rijksdienst Cultureel Erfgoed
en een speciaal ingestelde onafhankelijk
commissie. Deze commissie heeft een
onderzoek gedaan naar de doelstelling van
de stichting, de kwaliteit van het beheer,
de deskundigheid van de medewerkers,
uitvoerende bedrijven en nog veel meer.
De POM-status geeft aan dat de overheid
vertrouwen heeft in het professionele beheer
van monumenten door de betreffende
organisatie. Organisaties met deze status
krijgen meer flexibiliteit bij het besteden
en verantwoorden van subsidiegelden.
Wanneer het budget voor subsidies te
krap is dan hebben deze organisaties een
zekere voorkeurspositie.
De aanwijzing als POM zie ik als een erkenning voor de wijze waarop Twickel met
haar erfgoed omgaat. Een professionele
organisatie kan alleen bestaan dankzij de
deskundigheid en inzet van de eigen mede­
werkers. Het is een mooi compliment voor
de bouwafdeling van Twickel onder leiding
van Louis Volker. Het beheer van 116 rijks-
Veel gebouwen zijn eeuwenoud, zoals de houtzagerij.
monumenten is een hele opgave maar
met de POM-status wordt het weer iets
gemakkelijker. Verderop in dit nummer
kunt u lezen over twee flinke restauratieklussen die we voor het einde van het jaar
hopen af te ronden.
Albert Schimmelpenninck
j a a r g a n g
2 2
w i n t e r
Roderik zu Castell en Liesbeth Lotgering.
“Het is hier ieder keer
weer even mooi”
Hij heeft al enige tijd aan het idee kunnen wennen, maar sinds kort is het
een feit. Roderik zu Castell heeft samen met toekomstige echtgenote
Liesbeth zijn intrek genomen in het kasteel. Dit tot grote tevredenheid van
het stichtingsbestuur. “Het geeft het huis een ziel.”
De verf is bij wijze van spreken nog nat, het
blanke eiken is in de boenwas gezet en bijna
alle meubelen staan op de juiste plek. In
grote lijnen is een ingrijpende verbouwing
van de zuidvleugel van het kasteel onlangs
afgerond. Alle tien kamers op de twee bovenste verdiepingen hebben een grondige
opknapbeurt en/of een andere functie gekregen. “We wilden hier graag voor kerstmis
intrekken en we zijn blij dat het gelukt is”,
zegt Roderik zu Castell. Hij ervaart het
als een voorrecht dat hij (weer) op kasteel
Twickel mag wonen. “Ik spring bij wijze van
spreken elke dag het bed uit om uitkijkend
over de tuin de zonsopgang te kunnen zien.
Het is iedere keer weer even mooi.”
Reuring
Roderik is opgegroeid in het kasteel, maar
woonde de laatste jaren voor studie en werk
in het westen van het land. Daar heeft hij
ook zijn partner Liesbeth ontmoet. Samen
zijn ze vanuit Amsterdam naar Delden verhuisd. Al enkele jaren geleden is in overleg
met zijn familie en de stichting Twickel
Roderik zu Castell en Maurits van den Wall Bake
op de nieuwe trap.
2 0 1 3
4
afgesproken dat Roderik de plek inneemt
van zijn in 2010 overleden vader Christian.
Zijn moeder is verhuisd naar villa Bagatelle
in Delden. Met de bewoning blijft Twickel
voldoen aan de wens van barones Marie van
Heeckeren van Wassenaer. Zij liet in de statuten van de Stichting Twickel een bepaling
opnemen dat het huis na haar overlijden zo
mogelijk bewoond moet worden, en als het
enigszins kan door een afstammeling van
haar schoonvader Jacob Derk Carel van
Heeckeren van Wassenaer. De keuze viel
ruim dertig jaar geleden op Christian zu
Castell, een zoon van haar lievelingsneef
Siegfried. Voor voorzitter Maurits van den
Wall Bake van de Stichting Twickel is de bepaling in de statuten meer dan een papieren regel. “Het is essentieel en het maakt
dit huis onderscheidend. Het geeft het huis
een ziel, er is reuring.” Er was de stichting
Twickel veel aan gelegen dat één van de
kinderen van Christian zu Castell bereid zou
zijn om in het kasteel te (blijven) wonen. “Ik
was er even bang voor dat niemand het
wilde. In dat geval hadden we gezocht naar
een andere nazaat van JDC van Heeckeren.
Maar het is een goede zaak dat er een familie is die het van vader op zoon doorgeeft.
Er kan zo een nieuwe ‘dynastie’ ontstaan.”
5
j a a r g a n g
aanpassingen gedaan, waardoor het geheel
er wat moderner is uit gaan zien. “We
hebben bijvoorbeeld uit enkele kamers
wat donkere lambrisering verwijderd die
honderd jaar geleden is aangebracht.
Maar het is dusdanig gedemonteerd en
op zolder opgeslagen dat het weer teruggeplaatst kan worden.”
Van den Wall Bake. “Het leek alsof de ene
partij niet welkom was bij de andere. En wat
die veiligheid betreft”, zegt hij met een
glimlach, “als er straks baldadige kinderen
komen, bekijken we de situatie opnieuw.”
Roderik zu Castell heeft geen enkele reden
om zich af te schermen. Al eerder gaf hij
aan in het voetspoor van zijn vader een
echte kasteelheer te willen zijn. Dat betekent
dat hij representatieve functies vervult,
regelmatig contact heeft met personeel
en vrijwilligers van Twickel en als adviseur
verbonden is aan het stichtingsbestuur. “Ik
praat net als mijn vader veel met de mensen
van de werkvloer maar leg her en der wel
andere accenten. Het is voor mij nog een
groot leerproces hoe ik het exact invul.”
Van den Wall Bake: “Roderik is daar geheel vrij in. Hij moet kijken wat past bij
zijn talenten. En datzelfde geldt ook voor
Liesbeth, ook zij kan hier een rol in spelen.”
Twee werelden
Maurits van den Wall Bake wijst op een aanpassing die op het oog klein is, maar veel
zegt over de band tussen de bewoners en
de stichting. Twee oude doorgangen, die tot
voor kort met grote kasten waren afgeschermd, zijn weer opengemaakt, waardoor
er nu op meerdere plekken een verbinding
is tussen het woongedeelte en de rest van
het kasteel. De afsluiting in de afgelopen
decennia had praktische redenen (veiligheid
en opgroeiende kinderen) maar ook een onbedoelde uitwerking. “Het waren twee aparte werelden, dat voelde niet goed”, verklaart
2 2
Martin Steenbeeke
2 0 1 3
Verbouwing
verbetert
comfort en
veiligheid
De verbouwing en opknapbeurt van de
zuidvleugel heeft bijna een half jaar geduurd en is voor een belangrijk deel door
eigen timmerlieden en schilders van Twickel
uitgevoerd. Een belangrijk onderdeel was
de modernisering van de elektrische
installatie. Sinds een aantal jaren wordt
stapsgewijs de oude canvas bedrading in
het kasteel vervangen. Deze verbouwing
was aanleiding om dit in de hele zuidvleugel
door te voeren, oude meterkasten te vervangen en het aantal wandcontactdozen
uit te breiden.
Bouwkundig was het aanbrengen van een
extra trap naar zolder de grootste ingreep.
Deze stalen spiltrap dient in geval van
nood ook als vluchtroute. Op de eerste
verdieping zijn de keuken en sanitaire
voorzieningen gemoderniseerd en is de
lange gang doorgetrokken tot de kop van de
zuidgevel waardoor nu het licht prachtig in
de gang valt. Op de zolder is een aantal
kleine kamertjes tot één grote kamer geformeerd, door houten wanden te verwijderen.
Dikke muren
Roderik heeft als architect een goed oog
voor de schoonheid en waarde van het huis
en de inventaris. In elk vertrek staan en hangen historisch waardevolle meubelstukken
en kunstobjecten. Sinds het overlijden van
de barones in 1975 is de inrichting van
het huis in grote lijnen onveranderd. Wel
zijn essentiële voorzieningen zoals de elektriciteit en de cv-installatie gemoderniseerd
en is het kasteel voorzien van een wifi-netwerk. Al is de reikwijdte hiervan wat beperkt
vanwege de dikke muren. “Maar ik hoef ook
helemaal geen internet in mijn slaapkamer”, verklaart Roderik. Het kost hem geen
enkele moeite om te voldoen aan bepaling
in de statuten dat het huis op een ‘sobere
doch waardige’ wijze en in de geest van zijn
voorgangers bewoond moet worden. “Dit
voelt als mijn eigen wereld”, zegt hij, refererend aan het feit dat hij in dit huis is opgegroeid. Hij weet dat Ikea-meubelen hier
minder passen en dat er voorzichtig om
moet worden gesprongen met de waardevolle inventaris. “Je bent extra behoedzaam,
maar voor mij is dat geen probleem. Ik ben
principieel al behoudend ingesteld.” Wel
zijn er nu, volgens zijn ontwerp, bouwtechnisch en bij de afwerking van de kamers
w i n t e r
Enkele eiken draagliggers boven de bibliotheek zijn in de afgelopen eeuwen aangetast en begin vorige eeuw verstevigd met
staal. Onderzoek door een gespecialiseerd
bedrijf heeft uitgewezen dat het hout
stamt uit een boom die in 1638 gekapt is.
Dit past bij de vermelding in de archieven
dat er 1642 een grote bouw of verbouwing
heeft plaatsgevonden.
Bij de verbouwing zijn bijzondere materialen
aangetroffen die tijdens de laatste renovatie
omstreeks 1920 in opdracht van de Baron
van Twickel zijn aangebracht. Het gaat
bijvoorbeeld om kurk dat diende om de
vloeren te isoleren. In het verleden is ook
asbest gebruikt om cv-leidingen te isoleren.
Dit is op diverse plaatsen aangetroffen en
wordt gesaneerd.
Bij de verbouwing van het kasteel kregen de bouwvakkers hulp van de bosploeg.
j a a r g a n g
2 2
w i n t e r
6
2 0 1 3
gietmallen van een special soort gips. Alle
andere onderdelen zaagde en draaide hij
uit staven staal. Een deel van zijn gereedschap met ingegraveerde handtekening
hebben wij nog. Na zijn diplomering trad
hij in dienst van Twickel.”
Albert Timmer
Kleintje stoom op Twickel
Over de watertoren en de elektriciteitscentrale van Twickel is al veel
geschreven. Maar achter dat grote verhaal zitten ook verscheidene kleine
verhalen. Zoals Jaap Timmer beschrijft.
“Mijn opa, Johan Timmer (1892), volgde
na de lagere school bij Stork de bedrijfsopleiding tot machinebouwer. In 1911 rondde
hij deze opleiding af met het eigenhandig
bouwen van een stoommachine. In 1972 gaf
2 2
w i n t e r
2 0 1 3
Groen licht voor voetgangersbrug
over Rondweg
mijn twickel
“De band tussen mijn familie en Twickel is
ontstaan door de bouw van de watertoren
in 1894. Men vond op en rond Twickel
in de grond geen water dat bruikbaar was
als drinkwater. Daarom werd water uit de
Sallandse heuvelrug via Almelo met een
leiding aangevoerd. Machinefabriek Stork
uit Hengelo leverde de stoompompen om
het water omhoog te pompen naar het reservoir bovenin de toren. De baron van
Twickel vroeg aan Stork om een goede
man aan te bevelen voor het onderhoud en
de bediening van alle techniek in de watertoren. De keuze viel op Albert Timmer
(1852), mijn overgrootvader. Hij kwam met
zijn gezin te wonen in de dienstwoning
naast de watertoren. In 1972 heeft dit huis
plaats gemaakt voor de ringweg Delden.”
j a a r g a n g
7
hij die machine aan mij. Een week voor zijn
onverwachte dood vertelde opa Johan mij
het verhaal over het maken van de stoommachine. Zelfs mijn vader Ab Timmer
(1925) kende dat verhaal niet geheel.”
“Opa Johan moest voor het maken van
een machine alles zelf doen, van tekening
tot afwerking. In 1910 had Twickel een eigen elektriciteitscentrale in gebruik genomen om kasteel en bijgebouwen van elektriciteit te voorzien. Opa Albert runde
naast de watertoren ook die centrale. De
centrale stond achter de watertoren. De
centrale was voorzien van twee liggende
triple-compound Stork stoommachines
met bijbehorende ketels en generatoren.
De stoommachine van opa Johan werd een
model in schaal 1 op 10 van de machines
in de centrale. Het vliegwiel van de grote
machines was twee meter doorsnee. Dat
van de kleine is 20 cm. Om de grote onderdelen van de stoommachine zoals het
vliegwiel te kunnen gieten maakte Johan
“In 1914 brak de Eerste Wereldoorlog uit.
De Britse industrie zag massaal het jonge
personeel naar het front vertrekken, juist
in een periode waarin er extra geproduceerd moest worden. Jonge, geschoolde
mannen uit Nederland werden uitgenodigd
om in Groot-Brittannië te gaan werken.
Aangemoedigd door de baron vertrok mijn
opa in 1915. Hij reviseerde eerst schuivenmotoren bij Daimler in Manchester en
werkte daarna bij wapenfabriek Vickers in
Crayford in Kent. Zijn geliefde, Johanna
Boswinkel (1894), reisde hem na. In 1916
trouwden zij in Londen.
Mijn overgrootvader Albert moet zijn zoon
hebben gemist. Hij sloot de kleine stoommachine aan op de stoomleidingen van één
van de twee groten in de centrale. Tot de
terugkeer van Johan en Johanna na de wapenstilstand van 11 november 1918 draaide
het machientje mee met zijn grote broers.”
“Een eigen ketel heeft de kleine stoommachine pas veel later gekregen. Opa Johan
is er wel eens aan begonnen. Maar omdat
er ineens behoefte was aan een warmwaterkruik, werd de ketel een kruik. Gerrit Timmer, ook geschoold bij Stork en neef van
mijn vader, heeft de stoommachine in de
jaren tachtig geheel gereviseerd. Ook heeft
hij er een ketel bij gemaakt. Toch draait de
combi niet goed. Bij normale druk is er een
probleem met een stoomschuif. Gerrit
is helaas te vroeg overleden om dat te
kunnen oplossen. De kleine stoommachine
is een mooi aandenken aan de bijzondere
technische geschiedenis van Twickel en
de verbondenheid van mijn familie met
Twickel.”
Jaap Timmer
Dankzij een mooie subsidietoezegging van de Provincie Overijssel en de medewerking van de gemeente kan de nieuwe voetgangersbrug over de Rondweg
Delden begin 2014 geplaatst worden. Deze brug komt in het verlengde van de
Twickelerlaan en herstelt de verbinding van Twickel met het Villapark en het
NS-station die door de aanleg van de Rondweg verbroken is.
Na het herstellen van twee stukjes Deldeneresch langs de Rondweg is dit een volgend teken dat er echt iets aan een betere
inpassing van de Rondweg gedaan wordt.
Ook het verbindende parkje tussen de
Hengelosestraat en het station krijgt direct
een facelift. Het zal in karakter weer meer
gaan aansluiten op het landgoed door het
plaatsen van het typische Twickel-hekwerk
bij de toegangen.
Het ontwerp van de voetgangersbrug
is van de hand van landschapsarchitect
Michael van Gessel. Hij is verantwoordelijk voor het herstel en de vernieuwing van
de parkaanleg rond kasteel Twickel in de
afgelopen 10 jaar. Van Gessel zegt over dit
ontwerp: “deze brug in de Twickelerlaan
ligt in het landschapspark van Twickel en ik
heb hem dan ook ontworpen als parkbrug.
Het is meer een folly dan een ‘serieuze’
brug. De brug is geïnspireerd op de elegante staalconstructies uit de negentiende
eeuw. Dat is de eeuw waarin mijn voorganger Petzold het ontwerp voor het ‘Overpark’
maakte.”
De brug wordt smal maar hoog, hoger dan
strikt noodzakelijk is. “De gebruikers gaan
niet omhoog tot de noodzakelijke hoogte
om vervolgens de weg over te gaan en daarna weer af te dalen, maar blijven stijgen om
vervolgens weer te dalen. Er is daarmee
sprake van één vloeiende beweging; de
brug functioneert als verbinding én als uit-
Ontwerp van het verbindende parkje tussen de Hengelosestraat (linsonder) en het NS-station (rechtsboven).
zichtspunt”, aldus Van Gessel. Omdat de
brug circa tien meter hoog wordt, is deze
niet geschikt voor fietsers en mensen met
een beperking. Voor hen blijven op relatief
korte afstand twee tunneltjes beschikbaar.
Voor de automobilist op de Rondweg
vormt de nieuwe brug een soort poort. Het
zal daardoor nog meer opvallen dat hij of
zij in feite dwars door het landschapspark
van Twickel rijdt.
Albert Schimmelpenninck
Pact van Twickel
De vooruitzichten voor de uitvoering
van een aantal projecten in het kader
van het Pact van Twickel zijn sterk verbeterd sinds de stuurgroep vergadering van 30 september. Daar werden
de vertegenwoordigers van provincie,
gemeenten, Regio Twente, waterschap
en Twickel het eens over het uitvoeringsprogramma. Daarin zitten ook
enkele maatregelen die moeten zorgen voor een betere inpassing van
de Deldense Rondweg en het herstel
van historische verbindingen tussen
Delden en het landgoed. Deze maatregelen gaan minder ver dan eerder
was voorzien maar de middelen
die hierdoor vrijvallen kunnen goed
worden gebruikt voor andere maat­
regelen elders op het landgoed, onder
andere voor de landbouw. Hopelijk
zullen Provinciale Staten daar op 11
december mee instemmen.
j a a r g a n g
2 2
w i n t e r
“Onze man die alles
van de natuur weet”
Als een roofvogel spiedt Han Brinkcate door de voorruit van zijn auto, op
zoek naar vogels om te fotograferen. Zijn territorium is het landgoed
Twickel dat hij dagelijks doorkruist, gewapend met zijn camera. Hiska
Bakker ging met hem op pad en weet nu op welke geheime plek de grauwe
vliegenvanger broedt en dat ijsvogels van stromend water houden.
“Onze man die alles van de natuur weet”,
zo betitelt een fietser die we in het bos
tegenkomen, hem. Han Brinkcate geeft de
man ter plekke advies over steenmarters.
Expert op het gebied van deze beschermde
dierensoort, zo kennen de meeste mensen
Han. Of als de man achter de dierenam­
bulance van de Hof van Twente. Of als de
enthousiaste gever van wandelexcursies
op Twickel. Bijna veertig jaar lang leidde hij
jong en oud rond langs de flora en fauna
van het landgoed. Helaas lukt dat nu te
voet minder goed: vier jaar geleden bleek
Han longkanker te hebben. Met een long
minder gaat hij nu door het leven. Vorig
jaar volgde een zware hartoperatie. Zijn
conditie is nu dusdanig dat hij per auto
rondrijdt over Twickel. Zijn baan raakte hij
kwijt vanwege zijn ziekte. “En wat moet je
dan? Mijn wereld stortte in, ik voelde me
belabberd en toch moest ik verder. Ik wilde
niet bij de pakken neerzitten. Toen bedacht
ik dat ik de natuur kon fotograferen. En
Han Brinckate in zijn element, speurend naar vogels
dan niet het dode materiaal, dus stilstaande
bomen of zo, maar het beweeglijke. Hazelwormen, kikkers, reeën, maar vooral vogels.
Via een vriend kon ik een paar fotocamera’s
kopen en ik heb er altijd eentje bij me. Ik
rijd elke ochtend en elke middag over het
landgoed -in een slakkengangetje zodat ik
goed kan observeren- en zodra ik een vogel
zie, probeer ik een mooie foto te maken.”
Steenuil in knotwilg
Inmiddels heeft Han van de 65 soorten
vogels die op Twickel voorkomen 45 soorten gefotografeerd. De graspieper, gewone
tapuit, zwarte roodstaart, gele kwikstaart,
goudvink, koperwiek… “En dan ben ik niet
klaar, want het kan altijd nog mooier.”
Bovendien blijft hij speuren naar vogels
die er wel zijn, maar die hij nog niet voor
zijn lens heeft kunnen krijgen. De wielewaal bijvoorbeeld. “Die zit hoog in eiken.”
Of de havik en de ijsvogel. “De goudvink
kreeg ik ook nooit goed in beeld. Totdat
2 0 1 3
8
9
j a a r g a n g
2 2
w i n t e r
2 0 1 3
mijn moeder bij mij op bezoek was en we
nog een stukje gingen rijden. Toen zagen
we een groepje goudvinken. Zulke mooie
foto’s. Laatst fotografeerde ik voor de eerste
keer een steenuil, in een knotwilg. Ik was
echt blij.”
Op verzoek van Twickel bestudeert Han
ook de natuur ten zuiden van het Twentekanaal, tot aan Beckum. Hij registreert met
zwarte platen, bestoven met een soort bakpoeder, de loop van reptielen. De beesten
komen op de warmte van de platen af en
hun bewegingen worden zichtbaar door
het patroon in de poeder.
Een half liedje
Han werd geboren in ’t Plank’n hoes, een
huis tegenover het Witte Paard. Dat werd
gesloopt voor de Rondweg. Zijn vader was
veehandelaar en met hem bezocht Han
als klein jongetje de boeren op landgoed
Twickel. “Ik ken hen allemaal en ik ben gek
met hen. Gelukkig kennen zij nu ook
mijn nieuwe auto, want het is best vreemd
als iemand met tien kilometer per uur rondrijdt.” Hij vindt dat de boeren op Twickel
heel netjes met de natuur omgaan. “Ze
moeten zich aan zoveel regeltjes en plichten houden, het is bijna onmogelijk de
boel te verstieren.” Nee, dan de mensen
met loslopende honden. “Elke hond heeft
wild in zich en verstoort reeën, hazen,
vogels. Stel je voor, een zangvogel fluit
in het voorjaar om zijn territorium af te
bakenen, een vrouwtje te lokken en te broeden. Dan komt er een hond aanrennen en
zingt zo’n vogel maar een half liedje en
vliegt weg. Dan wordt het huwelijk als het
ware niet gesloten en gebeurt er niets.”
Nog kwader is hij op sommige mountainbikers. “In felgekleurde pakjes, in grote
groepen en veel lawaai makend. Vooral in
de bosranden zitten zangvogeltjes die opschrikken en wegtrekken. En dat Twickel
juist die stukjes bos met bijzondere flora
of fauna heeft opgeofferd voor dergelijke
stoorzenders.” Nee, dat wil er bij Han niet
in. Zijn misnoegen hangt hij soms aan de
grote klok: zijn kritiek op mountainbikers
en Twickel werd bijvoorbeeld breed uitgemeten in de media. Han is wel zo ruiterlijk
om toe te geven dat er ook veel goede
mountainbikers zijn, maar het is mij
duidelijk dat zijn liefde voor bepaalde zeldzame paddenstoelen of de biotoop van
hazel­wormen veel zwaarder weegt. Het
liefst houdt hij de natuurlijke ordening
Kievitten trekken richting zuiden.
Torenvalk
Roodborsttapuit
zoals die is. Hij is verknocht aan het landgoed van Twickel. Dat is het gebied dat hij
van jongs­afaan kent. “Zet mij midden in
de nacht ergens uit op Twickel en ik ben
binnen een half uur weer thuis. Ik ken elk
weggetje. Buiten de grenzen van Twickel
boeit het mij minder. Ik ken iedereen hier
en dat vind ik prettig.”
Natuur in Twickelblad
In anderhalf uur tijd leer ik veel van Han.
Zo weet ik nu dat er gele kwikstaarten
broeden in de heideplaggen onder de
pannen van een oud Twickelgebouw. Ik
heb witte buizerds heel grappig zien lopen
op een weiland. De biefstukzwam die
op boomstammen groeit, heeft die naam
omdat er rood sap uitkomt. Je kunt vogels
goed spotten op paaltjes langs een weiland: daar hebben zij zelf namelijk ook een
Steenuil
veel beter uitzicht dan tussen struiken. Hazelwormen blijken tot mijn verrassing
pootloze reptielen te zijn die hun staartje
zomaar kunnen afwerpen. En ook heb ik
geleerd dat er ’s ochtends vroeg blauwe
reigers zijn bij de Lepel en de Vork, de
twee meertjes langs de Twickelerlaan. Han
leert mij goed te kijken en dat vindt hij ook
belangrijk. “Daardoor zie je de waarde van
de natuur. Ik zou willen dat het Twickelblad
in elk nummer standaard twee bladzijden
reserveerde voor de natuur op het landgoed. En dan met mooie foto’s erbij.”
IJsvogel
Zijn kennis van de natuur zit in zijn hoofd.
“Een tijdje geleden heb ik bijna al mijn
natuurboeken weggegeven. In het veld kun
je die toch niet gebruiken. De computer
doe ik alleen aan om mijn stukjes over de
dierenambulance voor het Hofweekblad te
schrijven.” En natuurlijk voor fotosoftware.
Want die foto’s van Han, die houden hem
op de been.
Gevraagd naar de mooiste vogel, denkt hij
even na. Want eigenlijk hebben alle vogels
hun eigen schoonheid. Maar eentje heeft
alles in huis: de ijsvogel. Han: “Die is zo
mooi. Bijvoorbeeld zijn manier van vissen.
Hij weet het tiendoornige stekelbaarsje
onder water te pakken. Hij slaat hem op
een snelle manier dood. En dan slikt hij
dat stekelbaarsje op de goede manier
door: achterstevoren, zodat hij niet stikt in
de schubben. Dat is echt prachtig!”
Hiska Bakker
j a a r g a n g
2 2
w i n t e r
10
2 0 1 3
j a a r g a n g
11
2 2
w i n t e r
De lijst vermeldt 108 palen ‘ter afbakening
der privatieve jacht’. De palen werden
gemaakt van zandsteen uit de Bentheimeren Gildehauser groeven en hadden een
afmeting van 8 bij 10 duim (1 duim = 2,5
cm) en 12 voet (1 voet = 30 cm) hoog,
waarvan ongeveer 8 voet boven het maaiveld. In de jaren na 1816 werden regelmatig
jachtpalen naar Twickel vervoerd. Het
transport werd veelal verzorgd door de
pachtboeren. Hun loon werd dan in mindering gebracht op de pachtsom.
het kasteelobject
IJsvogel ensemble
Kasteel Twickel herbergt duizenden objecten. Niet allemaal even waardevol
of bekend, maar wel allemaal met een eigen verhaal. Zoals objectnummer
CBD38: een ijsvogel geschilderd door Pieter Withoos.
die verbondenheid tussen exterieur en
interieur is soms ook veel subtieler.
Ik heb het voorrecht om in het kasteel mijn
werkplek te hebben. Daar doe ik zo nu en
dan bijzondere waarnemingen. Als ik mijn
werkkamer uitloop en links uit het raam van
het bordes kijk, zie ik de oranjerie. Over de
gracht hangt een dode tak van een acacia.
Heel soms zit op die tak een ijsvogel,
vissend en duikend. Een ontroerend gezicht
van ongekende schoonheid. Werkelijk spectaculair kan ook een waarneming zijn vanuit
het oude personeelstoilet in het onderhuis
onder de Zuidvleugel. Vergeeft u mij
de banaliteit, maar daar zittend kan het
voorkomen dat op twee meter afstand van
het kleine raampje op de kademuur een
ijsvogel te zien is. Zijn prachtige blauwe
veren poetsend in de ochtendzon. Geluk is
soms heel klein en eenvoudig.
En wat hangt daar in de schaduw van de
enorme elandskop in de vestibule van het
kasteel? Een prachtige gouache van een
ijsvogel, geschilderd door Pieter Withoos
(1634-1693). Opvallend, want in de omgeving van deze entree zijn voornamelijk
portretten te vinden van roemruchte voorvaderen. Waarom zou één van de vroegere
kasteelbewoners nu juist daar zo’n eenvoudig maar wonderschoon schilderijtje
hebben opgehangen? Als een echo binnen
van de blauwe schicht buiten, die men ook
toen al vanuit de ooghoeken voorbij zag
schieten bij het betreden van de ophaalbrug? Een ensemble avant la lettre.
Het kenmerk van een buitenplaats is de verbondenheid tussen huis, park en tuin. Samen vormen zij een eenheid of, deftig gezegd, een ensemble. Men denkt dan al snel
aan spectaculaire zichtassen en lanen die
de delen verbinden of stijlkenmerken die
gemeenschappelijk zijn. De grote lijnen, als
het ware. Maar die eenheid, dat ensemble,
Maar de natuur is soms genadeloos. Afgelopen strenge winter lagen gracht en vijvers
wekenlang dicht met ijs. Bij de hoveniers in
formeerde ik naar de ijsvogels, die we niet
meer hoorden en zagen. We hebben afgesproken dat we in volgende winters een
paar plekken ijsvrij houden, dat schijnt men
vroeger ook gedaan te hebben. De laatste
ijsvogel die ik zag was dood. Hij had zich te
pletter gevlogen tegen de grote ramen van
de Landgoedwinkel. Nu ligt hij in de vriezer.
We zetten hem op en geven hem een
ereplek in de winkel. Zijn naam is Pieter,
vernoemd naar Pieter Withoos.
Rob Bloemendal
2 0 1 3
Jachtpaal wordt geplaatst aan de Grote Looweg.
‘Ter afbakening
der privatieve jacht’
Verspreid over het landgoed zijn na restauratie acht jachtpalen weer op hun
oorspronkelijke locatie geplaatst. In totaal staan er 27 jachtpalen weer fier overeind.
De palen werden vroeger gebruikt om de
jachtgebieden af te bakenen. De jacht heeft
zich door de eeuwen heen ontwikkeld tot
een alleenrecht van de grootgrondbezitters.
Dit recht ging over in een ‘heerlijk recht’,
een recht van de heer der heerlijkheid.
Deze heer jaagde niet alleen op zijn eigen
gronden maar ook op gronden van derden
die binnen zijn machtssfeer lagen. Zo
ontstonden rond de vele heerlijkheden
en havezaten uitgestrekte wildbanen en
waranden, waar de jacht aan anderen dan
de heer verboden was. Na de komst van de
Fransen gold vanaf 1795 ook in ons land het
jachtrecht als gevolg van grondeigendom.
In 1815 werden de ‘heerlijke jachtrechten’
weer in ere hersteld. In dat jaar lieten de
havezaten Twickel, Dubbeling en Weldam
gelijk hun jachtgebied registreren. M.C.
gravin van Wassenaer Obdam stelde met
rentmeester Mellink een lijst samen van
plekken waar jachtpalen dienden te verrijzen.
Jachtpaal aan de Aaweg (vroeger hoek Hosbekkeweg/Veldkampsweg)
De eerste werden geplaatst in de Esch,
Azelo, Buren en Oele. Ondanks het weer
instellen van de heerlijke jachtrechten ontstonden in 1822 opnieuw moeilijkheden
toen een aantal inwoners van Delden
meende dat de afpalingen niet volgens de
wet waren geschied. Op 30 augustus 1828
liet de gravin een brief uitgaan naar de
houtvester, tweede district, W. van Ittersum in Zwolle met als bijlage ‘De Deductie
van d’aloude regten’ door Adolph Hendrik
Baron van Raesfelt, landdrost van Twente.
Deze Deductie vermeldt dat al lang voor
het jaar 1681 ‘de tijdelijke heeren besitteren
der riddermatige Havezathe Twickel dat regt
van vryeinge of jus excludendi omtrent de
jagt’ hebben uitgeoefend. Met de jachtwet
van 2 juli 1923 werden de heerlijke jachtrechten afgeschaft. Als gevolg hiervan verloren ook de jachtpalen hun functie.
Enkele jachtpalen langs de weg van Delden
naar Goor en het exemplaar op de hoek
Dorreweg-Ulkenweg hebben de vermelding
‘TWICKEL 1878’. In 1974 is een mooi exemplaar met deze inscriptie verdwenen bij de
aanleg van de rondweg. Deze paal stond
aan de rand van de Es tegenover het voormalige erve Ruperink aan de Langestraat
richting Goor. In 1975 stonden er nog 25
jachtpalen fier overeind, zes palen lagen in
brokken op de grond. De jachtpaal tussen
Hengelo en Borne ter hoogte van het voormalige ’t Hof van Holland werd bij de aanleg van de A35 bijtijds door medewerkers
van Twickel in veiligheid gebracht. In 2007
stonden er nog twintig palen. Daarna zijn er
bij onder andere werkzaamheden aan wegen een aantal opgeslagen voor herplaatsing. Recent is een jachtpaal gevonden op
het terrein van Dusseldorp in Borne, op de
splitsing van de Azelosestraat en de oprit
naar de A1. De paal lag hier bijna onzichtbaar in twee stukken in het struikgewas.
Helmig Kleerebezem
j a a r g a n g
2 2
w i n t e r
Kamermuziek in een
bijzondere ambiance
Al eeuwenlang klinkt er muziek in het kasteel. Vroegere bewoners hadden grote
muzikale kwaliteiten en sinds ruim veertig jaar organiseert de stichting Delden
Klassiek kasteelconcerten. Nu deze concerten ook toegankelijk zijn voor Vrienden van
Twickel is de belangstelling nog groter. Chantal Ophuis bezocht één van de concerten.
Als het publiek zich buiten op het bordes
verzamelt, nemen de musici Denise Lutgens
en Dani Luca in de benedengalerij het concert nog een keer door, voor ze zich terugtrekken in de bodekamer. In een wijde halve
cirkel rond de piano en cimbaal staat een
honderdtal stoelen klaar. Beneden in de
keuken poetsen de dames van de huishoudelijke dienst het koper, terwijl voor de koffie
en thee al een en ander in gereedheid is
gebracht. Als iets voor acht uur de deuren
worden geopend, staan bestuursleden van
Delden Klassiek klaar voor de ontvangst.
Handen worden geschud, het programma
wordt uitgedeeld, een praatje wordt gemaakt en dan zoekt het publiek een plekje in
de zaal. De meeste bezoekers zijn gekleed
voor een avondje uit maar zeker niet alleen
‘op sjiek’. Kasteelheer Roderik zu Castell
opent de avond met een kort woordje.
Carnaval des animaux
Er hangt een ontspannen sfeertje waar de
musici zeker ook aan bijdragen. Er wordt
bijvoorbeeld een stuk uit ‘Le carnaval des
animaux’ gespeeld waarbij op uitnodiging
van Denise Lutgens de roep van de koekoek
wordt meegeteld. Achttien keer, tweeëntwintig keer, twintig keer, het publiek is niet
eensgezind over het aantal roepen van
de koekoek. Denise geeft het verlossende
antwoord: het zijn er eenentwintig.
Denise Lutgens en Dani Luca spelen beide
piano, vierhandig piano en de combinatie
piano/cimbaal. Voor deze bijzondere combinatie spelen ze zowel Roemeense muziek
als gearrangeerde klassieke muziek; tijdens
dit concert onder andere Chopin en Brahms.
Tussendoor vertellen zij verschillende anekdotes over de cimbaal, een muziekstuk dat
zij spelen of de componist. De cimbaal bijvoorbeeld wordt in verschillende landen op
verschillende wijzen bespeeld: met vingers,
stokken, met zachte aanslag of door, om
met de woorden van Dani Luca te spreken,
‘stevig rammen’. Elke wijze brengt een
eigen, uniek geluid voort. En wist u dat het
‘Carnaval des animaux’ van Saint-Saëns
eigenlijk niet bedoeld was voor publiek?
Hij vond het stuk niet passen bij hem als
serieuze componist.
Ambiance
De Stichting Delden Klassiek organiseert al
ruim veertig jaar concerten in de Oude Blasiuskerk. Vanaf 1980 worden er speciaal
voor abonnementhouders ook concerten
2 0 1 3
12
georganiseerd op kasteel Twickel. Vanaf
dit seizoen biedt de stichting Delden Klassiek ook de mogelijkheid aan Vrienden van
Twickel om een concert op het kasteel bij te
wonen. Deze concerten vinden plaats in
maart en in september. Het programma
hiervoor wordt samengesteld door de programmacommissie. Aya de Groot, al 23 jaar
een van de programmeurs, vertelt: “We proberen een afwisselend programma samen
te stellen zodat we veel mensen aanspreken
en voorzien in een behoefte. We werken samen met een impressariaat dat heel goed
op de hoogte is van het aanbod in kamermuziek. Zij leggen veelal de contacten met
de musici. De concerten in de kerk en in
het kasteel verschillen wel. De ambiance is
natuurlijk anders en bijzonder, maar dat
valt ons als bestuur, en wellicht ook de
vaste bezoekers, al bijna niet meer op.”
j a a r g a n g
13
2 2
w i n t e r
2 0 1 3
avond. Een echtpaar dat abonnementhouder is voor de concerten in de Oude Blasius
is ook zeer enthousiast over het spel van
Denise Lutgens en Dani Luca: “Zij spelen
beiden voortreffelijk. Dani Luca is echt een
virtuoos op de cimbaal. Tijdens een reis in
Hongarije hebben we de klank van de cimbaal voor het eerst gehoord. De aankondiging in het programmaboekje van Delden
Klassiek maakte nieuwsgierig, dus vandaar
onze keuze voor dit concert. De ambiance
van het kasteel maakt het geheel prachtig.
Een concert hier is wat intiemer dan in de
kerk, mede door het kleinere aantal bezoekers. Bij de concerten in de kerk zien we
veel meer bekenden, dat maakt dat de beleving van het geheel anders is. Maar we genieten op beide plekken!”
Chantal Ophuis
Pleyel op de bovengalerij. (zie kader)
Kwartet
Jaap Lock, voorzitter van de stichting Delden
Klassiek, vult aan: “In de Oude Blasius hebben we naast solisten en kleinere ensembles ook grotere ensembles. Zo hadden we
vorig seizoen Sinfonia Rotterdam, samen
met Carel Kraayenhof. Dat was een gezelschap van 22 musici. Qua ruimte kan dat
niet in het kasteel. Daar is een kwartet wel
het maximum. Onder andere het beperkte
aantal plaatsen, maximaal 100, maakt het
kasteel tot een unieke locatie. In de kerk
hebben we plek voor ongeveer 500 bezoekers; veelal onze abonnementhouders. We
vinden het heel waardevol dat we behalve
hen nu ook de Vrienden van Twickel kunnen
laten meegenieten van klassieke muziek in
de ambiance van het kasteel.”
Muziek op kasteel van alle tijden
Tijdens de concerten op Twickel kijkt Unico
Wilhelm van Wassenaer Obdam, in 1692 geboren op kasteel Twickel, goedkeurend mee
vanaf een portret aan de wand. Deze latere
‘Comte de Twickel’ was ook een bekende Nederlandse componist, al werd dit pas een
aantal decennia geleden duidelijk. Door de
vondst van het originele manuscript van de
‘Concerti Armonici’ in de bibliotheek van
Dat het kasteel een unieke locatie is voor
concerten beaamt ook Denise Lutgens:
“Als concertpianist kom je op veel bijzondere plekken. Ik ben bijvoorbeeld net terug
uit Italië waar je veel buiten kunt spelen.
Kasteel Twickel is ook weer zo’n pareltje,
dat zagen we al toen we vanmiddag aan
kwamen rijden.”
blinken vond men niet passend in de hogere
kringen waarin Unico zich bevond. In het
televisieprogramma De tiende van Tijl wordt
volgend jaar aandacht geschonken aan de
componist Unico van Wassenaer Obdam.
Hiervoor zijn onlangs opnames gemaakt in
het kasteel (zie pag 22-23).
Ook in de opvoeding en in het latere leven
van Maria Cornelia van Wassenaer Obdam
(1799-1850), een achterkleindochter van
Unico van Wassenaer Obdam, speelde muziek een belangrijke rol. Cornélie speelde
zeer verdienstelijk pianoforte. Uit sporen in
het huisarchief blijkt dat zij minstens drie
van deze instrumenten heeft aangeschaft.
De in 1840 gekochte Pleyel is mooi bewaard
gebleven en staat tegenwoordig op de bovengalerij van het kasteel.
Maria Cornelia had een album waarin zij
vrienden en bekenden vroeg een muziekstuk te schrijven. Dit album, in roodleer
gebonden met voorop in gouden letters
gedrukt Cornélie, bevindt zich in het huisarchief van Twickel. Het album vergezelde
haar op vele reizen. Zo ook op haar reis
naar Rusland in 1824-1825. Uit die periode
is van de hand van de toen bekende componist en gitarist Fernando Sor een stuk te
vinden in Cornélies album. (C.O.)
Virtuoos
Er wordt aandachtig geluisterd naar de muziekstukken en zelfs als leek kun je horen
dat Denise Lutgens en Dani Luca erg mooi
spelen. Versterking in de zaal is niet nodig;
de akoestiek is prachtig. Soms klinkt het geluid zelfs wat te hard. De avond vliegt, met
een koffiepauze halverwege, voorbij. Als tegen tienen het kasteel weer verlaten is, kijkt
iedereen terug op een zeer geslaagde
Twickel werd Unico in 1980 ontmaskerd als
de componist van dat muziekstuk. Tot die
tijd werd dit stuk toegeschreven aan de Italiaan Pergolesi. Het is niet bekend waarom de
naam van Unico van Wassenaer niet op de
gedrukte publicatie stond. Mogelijk had dit
te maken met de tijdgeest in de 18de eeuw
die het de adel weliswaar toestond om enige
muzikaliteit tentoon te spreiden, maar uit-
Bladzijde uit het album van Cornélie.
j a a r g a n g
2 2
w i n t e r
2 0 1 3
14
Landbouwsymposium benadrukt
kracht samenwerking
De vorming van collectieven kan de positie van de landbouwers op Twickel
versterken, maar boeren in een landgoed als Twickel blijft in de toekomst lastig.
Dat bleek op 1 november tijdens het minisymposium “Landbouw in kleinschalige
landschappen” dat gehouden werd ter gelegenheid van het 60-jarig jubileum van
de Stichting Twickel. De bijeenkomst in het kasteel werd bijgewoond door zestig
belangstellenden.
De conferentie moet Twickel helpen om
een eigen Landbouwvisie op te stellen
waarin een antwoord geformuleerd kan
worden op de dynamische ontwikkelingen
in de landbouw. Stichtingsvoorzitter Maurits van den Wall Bake merkte in zijn openingswoord op dat het bestuur in de praktijk veel aandacht heeft voor landbouw
maar dat er in de statuten niet meer over
staat dan dat “in het kader van het wildbeheer rekening gehouden worden met de
landbouw”. Rentmeester Albert Schimmelpenninck verduidelijkte de dynamiek door
de cijfers te schetsen van de laatste zestig
jaar. Niet alleen is het aantal pachters fors
afgenomen - van 150 naar 50 - ook de aard
van de bedrijvigheid is veranderd. Veel
kleinschalige gemengde bedrijven zijn gestopt. Anderen hebben zich ontwikkeld tot
gespecialiseerde melkveebedrijven. Door
de kleinschaligheid van het landschap en
de houtopstanden hebben deze pachters te
maken met hogere kosten dan collegaagrariërs in niet-kleinschalige gebieden.
Om dit enigszins te compenseren heeft
Twickel een landschapsregeling die zij zelf
financiert. Ook participeert Twickel in het
project Boeren voor Natuur, waarbij pachters
een beloning ontvangen voor de (natuur)
diensten die zij de samenleving bewijzen.
Uit onderzoek van stichting Stimuland (zie
Twickelblad voorjaar 2013) is gebleken dat
tweederde van de pachters verder wil
groeien. Oud-topambtenaar van LNV, Gerrit Meester, schetste in zijn bijdrage het
(inter)nationale perspectief. De directe inkomensondersteuning vanuit Europa zal
naar verwachting afnemen, maar de individuele landen mogen wel een deel van het
budget overhevelen naar plattelandsontwikkeling. Meester adviseert dat te doen
en samen met provincies actief aan de
slag te gaan. Meester raadt de boeren aan
proactief in te zetten op de te vormen collectieven die een rol bij de verdeling van de
gelden kunnen spelen. Ook burgemeester
Roel Cazemier van de gemeente Dinkel-
j a a r g a n g
15
2 2
w i n t e r
zicht op twickel
grondprijzen vrij hoog. Als je wilt expanderen en produceren voor de wereldmarkt
kun je beter verhuizen naar gebieden waar
de prijs per hectare veel lager ligt.”
“Als je op Twickel boert, heb je nu eenmaal
te maken met je omgeving. Je moet niet
rekenen op allerlei subsidies maar in principe met eigen producten een boterham
verdienen. Maar Twickeler boeren bieden
in principe ook de mooie natuur als product aan. Ik loop zelf graag op Twickel,
over de Umfassungsweg en boerengrond.
Ik betaal er, met uitzondering van die ene
euro voor het parkeren, helemaal niets
voor. Boeren krijgen van Twickel wel een
vergoeding voor het onderhoud van het
landschap maar je kunt nadenken over een
vorm waarbij de boer ook iets terugziet
van al die mensen die op hun gemak door
zijn weiland kuieren.”
land vindt dat de handen op Twickel meer
ineen geslagen kunnen worden. De pachters van Twickel zouden zich als één
van de collectieven in Overijssel kunnen
presenteren (zie pagina 17). Landbouwer
Gerald Aveskamp uit Losser, tevens LTObestuurder, gaf zijn collega’s op Twickel
het advies mee om de knelpunten samen
op te lossen. Hij heeft daar goede ervaring
mee in Noordoost Twente. Er zijn volgens
hem ook kansen voor de regionale afzet
van Twickel-producten. Aveskamp verwacht dat duurzaam ondernemen in de
toekomst belangrijker wordt dan de prijs.
In dit verband ziet hij kansen voor de
Twickel-pachters. Zij kunnen het gehele
traject van gras tot glas in de hand houden.
Ook vanuit de zaal kreeg de oproep om
collectieven te organiseren bijval. De aanwezigen deelden de mening dat er kansen
zijn voor streekproducten. Desalniettemin
constateerde voorzitter Van den Wall Bake
dat het landschap een beknelling blijft.
Boeren die willen blijven, zullen het landschap moeten accepteren en ermee moeten
leren omgaan. Boeren in deze klein­
schalige gebieden vereist nu eenmaal
een bijzonder soort ondernemer. Discussieleider Jan Jaap de Graeff eindigde de
bijeenkomst met de vaststelling dat hij
vertrouwen heeft in de creativiteit van
mensen en ondernemers. Deze laatste
moeten het voortouw nemen; Twickel
moet faciliteren. Ook bij de totstand­
koming van collectieven moeten de ondernemers het initiatief nemen. Daarbij tekent
hij aan dat verbreding weliswaar goede
mogelijkheden biedt; het is echter geen
Haarlemmerwonderolie.
Over het project Boeren voor Natuur is onlangs een 25 minuten durende informatieve
film gemaakt. Landgoed Twickel is één
van de twee gebieden in Nederland waar
geëxperimenteerd wordt met natuur­
gerichte boerenbedrijven. Op landgoed
Twickel werken drie pachters mee. De film
met o.a de boeren/landschapsbeheerders
Luttikhedde, Hofstede en Niemeijer is via
de website van Twickel te vinden.
“Collectiviteit pachters
is een grote kracht”
Door schaalvergroting is de agrarische bedrijvigheid op landgoed Twickel de laatste
decennia sterk veranderd. De pachters, hoofdzakelijk melkveehouders, worden in
hun bedrijfsvoering geconfronteerd met de beperkingen van het landschap. De
Stichting Twickel wil de agrarische bedrijvigheid én het kenmerkende, kleinschalige
landschap behouden. Hoe kunnen beide doelen verenigd worden? Burgemeester
Roel Cazemier van de gemeente Dinkelland zette tijdens het symposium
“Landbouw in kleinschalig landschappen” zijn visie uiteen.
“Twickel biedt een onvoorstelbare mooie
combinatie van natuur en economie. Op
veel plekken in Nederland is dit verloren
gegaan en zoeken we naar die combinatie.
Je merkt dat een private eigenaar als stichting Twickel heel goed past op dit soort
dingen. Twickel heeft het beste voor met
haar boeren. Er wordt goed gezocht naar
evenwicht met de natuur maar het is een
feit dat veel boeren aanlopen tegen de
beperkingen van het landschap. Ik vind dat
er iets verder moet worden gekeken naar
mogelijkheden die de boeren meer inkomen geven maar goed samengaan met het
kleinschalige landschap.”
“Ik ben voorzitter geweest van de Taskforce
Multifunctionele landbouw. Op verzoek van
de Tweede Kamer en het ministerie hebben
we vijf jaar lang geprobeerd de verbrede
2 0 1 3
“De collectiviteit van de pachters is een
grote kracht. Ik denk dat dit op Twickel
nog meer benut kan worden. Er zijn al
specifieke Twickel-producten en het zou
mooi zijn als die in gezamenlijkheid nog
meer vermarkt kunnen worden. Twickel
heeft een fenomenale naam en als je die
kunt verbinden aan bijvoorbeeld zuivel
zou dat fantastisch zijn. Op die manier
kun je op de huidige locatie toch de marges vergroten en van de beperking een
uitdaging maken. “
landbouw te stimuleren. Onze eindcon­
clusie was dat er veel mogelijkheden zijn.
Op Twickel valt bijvoorbeeld te denken aan
gezamenlijke energieproductie, het werken
met één mestvergister. En kan er meer
gedaan worden met de combinatie zorglandbouw? Kun je iets met agrarische
kinderopvang doen? Veel ouders zijn daarin geïnteresseerd en Delden, Borne en
Hengelo liggen dichtbij.”
“Je moet altijd zorgen voor een goede eerste tak, het landbouwbedrijf, maar tegenwoordig heb je te maken met goed opgeleide, boerenechtparen die prima in staat
zijn een goed draaiende neventak op te
zetten. Van boeren die op Twickel alleen
maar inzetten op uitbreiding van de hoofdtak kun je je afvragen of die economisch
gezien verstandig bezig zijn. Hier zijn de
Roel Cazemier spreekt tijdens het symposium.
j a a r g a n g
2 2
w i n t e r
2 0 1 3
16
Kunstcollectie Twickel wereldwijd te zien
Kunstwerken van de stichting Twickel worden met enige regelmaat uitgeleend.
Twickel sluit zich aan bij een goed gebruik in de museumwereld om via bruikleen
unieke exposities samen te kunnen stellen. Zo zijn op dit moment drie schilderijen
uit de kasteelcollectie te bewonderen in de beroemde Wapenzaal van de
Hermitage in Sint Petersburg.
Wie wel meebood was Jacob Derk Carel
van Heeckeren van Wassenaer, heer van
Twickel (1809-1875). Hij kocht zes ‘moderne‘ doeken van eigentijdse kunstenaars.
Als kamerheer des Konings kende Van
Heeckeren de collectie goed. Deze was ondergebracht in de inmiddels afgebroken
Gotische galerij achter het paleis aan de
Kneuterdijk, het voormalige woonhuis van
zijn echtgenote Marie Cornélie van Wassenaer Obdam (1799-1850). Van Heeckeren
kocht o.a. twee rivierlandschappen van
Alexander Daiwaille (1818-1888) en een
groot doek van Gustave Wappers (18031874); de werken die in Sint Petersburg en
straks in Dordrecht te zien zijn.
17
j a a r g a n g
2 2
w i n t e r
2 0 1 3
Bruikleenbeleid is geven en nemen
In de museumwereld is het de gewoonte
om onder bepaalde condities kunstwerken
in bruikleen te geven aan collega-instituten. Zo komen tentoonstellingen tot stand
die met alleen de eigen collectie niet gerealiseerd kunnen worden. Een kwestie van
geven en nemen. Voor de stichting Twickel
ligt dit echter iets anders; het kasteel is
immers geen museum en bijna altijd de
bruikleengever. Een kunstwerk uitlenen
houdt risico’s in. Transport, klimaatomstandigheden en beveiliging kunnen allemaal tot schade leiden. Dat hoeft natuurlijk niet, maar in principe gaat het object er
niet op vooruit.
Toch leent de stichting Twickel zo nu en
dan kunstwerken uit. De statutaire opdracht om het bezit in stand te houden,
staat bij deze overwegingen voorop. Maar
daarnaast ziet de stichting het als een taak
om haar bezittingen voor serieus geïnteresseerden open te stellen en zo een bijdrage te leveren aan het regionale en landelijke cultuuraanbod. Dat geldt voor het
park en kasteel, maar tot op zekere hoogte
ook voor de kunstcollectie. Daarbij komt
dat het bewoonde en kwetsbare huis
slechts beperkt toegankelijk is en sommige
objecten beter tot hun recht komen in een
specifieke tentoonstelling en kunsthistorische context. Ook kunnen de uit te lenen
stukken baat hebben bij de gespecialiseerde kennis van restauratietechnieken en
(wetenschappelijk) onderzoek van musea.
Russische geschenken
(grootmeesteres) Sophia van Heeckeren
van Kell naar Rusland in het gevolg van
prinses Anna Paulovna Romanova, de echtgenote van de latere koning Willem II en
dochter van de Russische tsaar. Marie Cornélie heeft tijdens dit avontuurlijke familiebezoek een boeiend dagboek bijgehouden.
De reis duurde bijna een jaar. Het verslag
begint op 10 augustus 1824 op het voorplein van kasteel Twickel. Maanden later, op
tweede paasdag, maandag 11 april 1825,
schrijft zij: ‘Bijna vergat ik te melden dat het
in Rusland gebruikelijk is om elkaar met Pasen
porseleinen eieren te schenken. De tsaar gaf
ons een mooie in een porseleinen mandje met
daarbij een kopje. De tsarina gaf ons een kleiner exemplaar. De prinses [Anna Paulovna
-RB] gaf, in plaats van een paasei, aan Maman een aardige pendule van malachiet en
aan mij een inktstel, eveneens van malachiet.’
Sommige stukken zijn zo kwetsbaar of belangrijk voor de collectie dat zij niet snel
zullen worden uitgeleend. Dit geldt bijvoorbeeld voor archiefstukken en portretten van
de vroegere bewoners. Elk bruikleenverzoek
wordt door het College van Regenten beoordeeld, waarbij behalve genoemde risico’s
als transport en klimaat ook naar de verzekering en de professionaliteit van de lenende instantie wordt gekeken. Uiteindelijk
blijft het uitlenen van bezit vooral een kwestie van vertrouwen. (R.B)
Beeld van de tentoonstelling in de Hermitage in Sint Petersburg. Het schilderij van Wappers is de
middelste van de vijf. Op de voorgrond een buste van koning Willem 2. (foto Sander Paarlberg Dordrechts museum)
De drie werken, twee rivierlandschappen
van Alexander Daiwaille en een groot doek
van Gustave Wappers zijn nog tot eind
januari in Sint Petersburg te bezichtigen.
Ze maken deel uit van de tentoonstelling
Willem II – Kunstkoning, die vervolgens
vanaf 6 maart 2014 in het Dordrechts
Museum bezocht kan worden. Hier wordt
de collectie aangevuld met nog eens drie
kunstvoorwerpen uit het kasteel.
Het Dordrechts Museum brengt na 150 jaar
een belangrijk deel van de bijzondere collectie van Koning Willem II (1792-1849) voor
één keer bij elkaar. Schilderijen en tekeningen van over de hele wereld geven een
uniek beeld van deze destijds wereld­
beroemde verzameling. De expositie toont
ook pracht en praal aan het hof van Willem
II en zijn Russische echtgenote Anna Paulovna. Aanleiding voor de tentoonstelling –
de grootste ooit in Dordrecht – is de viering
van 200 jaar Koninkrijk der Nederlanden.
Veiling
Op 12 augustus 1850 is in Den Haag de
schilderijencollectie van de pas gestorven
koning Willem II geveild. Na het overlijden
van de koning werden de erfgenamen
geconfronteerd met een schuldenlast die
ontstaan was door de grote staat van zijn
hofhouding en de uitbundige aankoop
van kunstwerken, deels gefinancierd door
zijn zwager tsaar Nicolaas I van Rusland.
Buitenlandse verzamelaars hebben hun
slag geslagen en massaal topstukken van
Rembrandt, Rubens, Leonardo da Vinci,
Memling en Jan Steen gekocht. De Nederlandse staat bood niet mee – kunst was
geen regeringszaak - een gegeven dat door
velen werd betreurd. De gezaghebbende
kunsthistoricus Cornelis Hofstede de
Groot noemde het in 1923 ‘één der grootste
slagen, die ooit aan het Nederlandsch kunstbezit is toegebracht.’
De tentoonstelling Willem II – Kunstkoning
reist na Dordrecht door naar Luxemburg maar
hier is van de Twickel-collectie alleen nog het
doek van Wappers te zien.
Op de tentoonstelling in Dordrecht worden ook geschenken van de Romanovs
aan de familie van Heeckeren getoond.
Deze kostbaarheden zijn nog steeds aanwezig in het kasteel: een malachieten pendule, een malachieten inktstel en een beschilderd paasei.
De Van Heeckerens waren nauw verbonden
met de Van Oranjes. In 1824 reisden (hofdame) Marie Cornélie en haar stiefmoeder
Rob Bloemendal
VERENIGING VRIENDEN VAN TWICKEL
Dit is al weer het laatste nummer van 2013.
Tijd voor een kleine terugblik met een vooruitblik naar 2014. Dit jaar vierde de Stichting Twickel haar 60-jarig bestaan. Hieraan
werd door de stichting uitgebreid aandacht
besteed. Uw bestuur heeft aan die festiviteiten deel genomen (zie de foto in het
3e nummer). Namens de VVT heeft uw
bestuur aan de stichting een cadeau aangeboden: de digitalisering van alle jaargangen
van het Twickelblad met een zoekfunctie.
Meer informatie vindt U op:
www.vriendenvantwickel.nl .
Gillis de Bruijn
w i n t e r
Wie zoals Stichting Twickel meer dan honderd monumentale panden beheert, heeft
de taak deze goed in stand houden. Daarom worden de daken van de oude
rentmeesterij in Delden en het bouwhuis van het voormalige kasteel Nettelhorst in
Lochem vernieuwd.
Nieuwe formule Kasteeldag
Op vrijdag 6 september hadden 219 Vrienden weer de weg gevonden naar Twickel
voor de jaarlijkse kasteeldag. Jarenlang
gingen we via een lintroute door het kasteel met in elke kamer een vrijwilliger van
Twickel om uitleg te geven. Dit jaar was
er gekozen voor een formule waarbij tien
groepen onder begeleiding van een ervaren gids een rondgang maakten. Hierdoor kwamen de deelnemers veel meer te
weten over de geschiedenis en de rijke
inventaris van Twickel en zijn vroegere
bewoners. Ook kwamen we in vertrekken
die voorheen niet te bezichtigen waren en
omdat er vrijwel niets met koord was afgezet, konden we veel dichter bij de prachtige objecten komen. De reacties waren
zonder uitzondering positief en de nieuwe
formule is voor herhaling vatbaar. Na afloop kregen de Vrienden nog een drankje
met een VvT chocolaatje aangeboden in de
Oranjerie en kon er genoten worden van de
tuinen. We danken de Stichting Twickel en
de vrijwilligers voor de gastvrijheid.
Van 1840 tot 1993 woonde en werkte de
rentmeester van Twickel in het karakteristieke grote pand aan de Hengelosestraat in
Delden. Dit van oorsprong 18e-eeuwse
huis was kort daarvoor aangekocht door
baron van Heeckeren. Hij liet de boven­
verdieping en de kap onder leiding van
de Engelse architect Robert Hesketh
vernieuwen. Geheel passend bij de toen­
malige mode werd het forse gebouw voorzien van een torentje. Met de parkachtige
overtuin met vijver maakt het sindsdien
een imposante indruk alsof het een zelfstandige buitenplaats is.
bestaan onder meer uit het vervangen van
het zinken roevendak en de goten. Het
torentje krijgt een nieuwe leibedekking.
Het complexe houten lijstwerk boven in
de gevels wordt door eigen timmerlieden
van Twickel waar nodig vernieuwd. Voor
de Kerst moet het werk dat zo’n 260.000
euro kost gereed zijn. Een klein deel van
de kosten (55.000 euro) wordt gedekt
door een restauratiesubsidie. Na de Kerst
zal het kantoor van binnen opgeknapt
worden in de hoop dat er spoedig een
nieuwe huurder opstaat.
Van het Huis Nettelhorst bij Lochem resteert na de sloop rond 1875 alleen nog
maar een restant van de linkerachterhoek,
thans bekend als de ruïne Nettelhorst. Gelukkig staat het prachtige 18e-eeuwse
bouwhuis, gebouwd in de tijd van Walraven van Heeckeren, nog fier overeind. Het
portret van Van Heeckeren is te vinden boven de haard in de eetzaal van Kasteel
Twickel. Vroeger was het bouwhuis waarschijnlijk in gebruik als rijtuigstalling en
Helmig Kleerebezem
In 2014 zal duidelijk worden of de onzalige
plannen van de landelijke politiek inzake
de uitbreiding van het goederenvervoer
over de rails doorgang vinden. Spreekt u
allen zich hierover uit, alle stemmen tellen.
Komend jaar zullen op de websites van
Twickel en van de VVT digitaal alle jaargangen van het Twickelblad kunnen worden
geraadpleegd.
Tot slot roep ik iedereen die het landgoed
een warm hart toedraagt en nog geen lid is
van de Vrienden van Twickel op om lid te
worden voor slechts € 19 per jaar en ons te
steunen in het realiseren van onze doelen:
behoud en ontwikkeling van de natuur- en
cultuurhistorische waarden van Twickel.
Wij organiseren regelmatig lezingen, excursies en activiteiten. U ontvangt 4 keer per
jaar het prachtige Twickelblad en krijgt
korting bij de Tuinen en Kwekerij de Border.
2 2
2 0 1 3
Nieuwe daken voor oude monumenten
Van de voorzitter
De VVT heeft zich actief opgesteld in de
discussies over aanpassingen van de
Rondweg Delden.
De actuele situatie vindt u op onze website,
maar het lijkt er op dat onze inspanningen
niet vergeefs zijn gebleken. De acties tegen
uitbreiding van het goederenvervoer over
het spoor door Twente hebben nog niet het
gewenste resultaat opgeleverd. Er is nog
geen definitief besluit genomen, maar we
moeten alert blijven. De recente ontsporing
van een goederentrein bij Borne lijkt enkele
politici te hebben wakker geschud. Delden
Klassiek heeft haar (kasteel)deuren mede
geopend voor VVT-leden. Naar ik begrijp
heeft een 50-tal leden van de mogelijkheid
om de kasteelconcerten te bezoeken gebruik gemaakt. Komend voorjaar is er weer
een nieuwe serie kasteelconcerten.
j a a r g a n g
19
Oude Rentmeesterij in Delden
Het Schijvenveld was de nacht ervoor nog eens extra drassig geworden door langdurige regenval maar
toch kwamen op zaterdag 2 november 23 Vrienden van Twickel goedgemutst naar het natuurgebied om
de handen uit de mouwen te steken. Na een welkom en uitleg door bestuurslid André Luttikhedde verspreidden we ons over het gebied om met zaag en knipschaar de heide te schonen van opslag van grove
dennen, berken, eiken en vogelkers. In het middaguur zag het Schijvenveld er weer prachtig uit. Na het
nuttigen van broodjes met koffie of warme chocomelk ging iedereen voldaan huiswaarts. (HK)
Het linker deel kwam in gebruik als kantoor
en het rechter deel als woonhuis. Op de
eerste verdieping bevonden zich twee ruime
vertrekken waar een groot deel van het omvangrijke huisarchief Twickel werd ondergebracht. In 1983 verhuisde het huisarchief
naar het rechter bouwhuis en tien jaar later
verhuisde ook het kantoor naar de huidige
locatie tegenover Kasteel Twickel.
Sindsdien verhuurt de stichting de woning en het kantoorgedeelte van de “oude
rentmeesterij” aan twee verschillende
huurders. Het vertrek van een van hen in
het voorjaar was een gunstige omstandigheid voor de uitvoering van noodzakelijk
groot onderhoud. De werkzaamheden
Bouwhuis in Lochem
koetsierswoning. Na de sloop van het
hoofdgebouw was het een boerderij en
dienstwoning. Sinds de vorige renovatie in
de 70-er jaren zijn er twee ruime woningen
te vinden. Een daarvan werd lange tijd bewoond door een dochter van de vroegere
rentmeester Bitter.
Ook hier was een forse renovatie van het
dak noodzakelijk. Zoals in zoveel gebouwen
werd bij de vorige renovatie asbesthoudend
dakbeschot toegepast. Dit is inmiddels vervangen. Andere werkzaamheden bestaan
uit het renoveren van de gietijzeren (!) goten, de dakkapellen en het aanbrengen van
isolatie op de zoldervloer. Het is een fors
gebouw dus ook zijn de kosten niet gering.
Het budget is 272.000 euro waarvan
slechts 25.000 euro door het Rijk wordt bijgepast. Hierbij is inbegrepen het aanbrengen van een klokkentorentje op het dak.
Daarin zou het oorspronkelijke uurwerk
met bijbehorende klok die gespaard zijn bij
de sloop in 1875 een passende plek kunnen
krijgen. Helaas konden we daarvoor tot nu
toe nog geen instemming krijgen van het
“bevoegde gezag”. We zullen een poging
doen om met de ambtenaren van de betrokken instanties alsnog tot een oplossing
te komen…
Albert Schimmelpenninck
j a a r g a n g
2 2
w i n t e r
2 0 1 3
20
21
Slapen op stand
Een van de topstukken van de textielcollectie van het Rijksmuseum in Amsterdam
is een bedgarnituur uit de 18e eeuw, bestemd voor een hemelbed. Het maakt deel
uit van een grote schenking aan textiel die de Stichting Twickel in 1980 aan het
Rijksmuseum deed. In 2012 werd een houten frame getimmerd om zo in
reconstructie het hemelbed te kunnen zien dat ooit was opgesteld in een van de
huizen van het geslacht Van Wassenaer Obdam. Ebeltje Hartkamp-Jonxis,
voormalig conservator textiel bij het Rijksmuseum, heeft de herkomst van dit
ensemble en enkele andere stukken textiel uit de schenking onderzocht.
Het ensemble van kleurig geborduurde
gele zijde is omstreeks 1770 in China vervaardigd voor de Europese markt. Het is
vermoedelijk aangeschaft door Carel George van Wassenaer Obdam (1733-1800) en
zijn echtgenote Jacoba Elisabeth van Strij-
eeuw een Chinese kamer was. Toch is het
betreffende hemelbed niet opgenomen in
een boedelinventaris van dit huis, waarin
per kamer alle daarin geplaatste voorwerpen zijn beschreven. De verklaring is simpel. Er zijn geen boedelinventarissen opgemaakt in de periode waarin het bed nog in
gebruik was.
Wel bestaat er een inventaris van het huis
aan de Kneuterdijk uit 1816 – met de vermelding van een Chinese kamer - die is opgemaakt na het overlijden van Jacoba Elisabeth. Daarin komt het bed niet voor. De
textiel was toen kennelijk niet meer gemonteerd maar intussen opgeborgen,
want het was uit de tijd, ouderwets. Dat de
stoffen slechts weinig jaren aan het licht
zijn blootgesteld, is te zien aan de uitstekende staat waarin ze verkeren. Slechts de
gordijnen die aan de raamkant hebben gehangen zijn plaatselijk licht verschoten.
Staatsiebedden waren aan het begin van
de 18e eeuw in de huizen van de vermogende klasse ‘bon ton’; die met exotisch
borduurwerk golden als zeer exclusief.
Overgeleverde exemplaren met Chinees
exportborduurwerk stammen dan ook
doorgaans uit die tijd. Daarna raakten dit
soort uiterst luxueuze bedden geleidelijk
uit de mode. Het ‘Twickelbed’ is een uiterst zeldzaam voorbeeld van een laat
staatsiebed. Alleen in Schotland, in het
huis Newhailes, is een bedgarnituur met
Chinees exportborduurwerk bewaard dat
stamt uit dezelfde tijd als dat van Twickel.
Zijdeschilderingen
Hemelbed (reconstructie), Chinees exportborduurwerk, ca. 1770.
De schenking van Twickel uit 1980 bevatte meer interieurtextiel, zoals Chinese beschilderde zijde, borduurwerk en sitsen
uit India, die alle omstreeks 1770 voor de
export naar Europa zijn vervaardigd. Twintig banen in China beschilderde zijde zijn
hoogstwaarschijnlijk de restanten van de
wandbespanning in de Chinese kamer in
het huis aan de Kneuterdijk. De wanden
van heel wat kamers in voorname huizen
in Nederland waren bekleed met dergelijke zijdeschilderingen, maar slechts enkele zijn ter plaatse bewaard. Juist zijdeschilderingen van relatief bescheiden
kwaliteit als deze zijn doorgaans weggegooid, nadat hun kleuren vervaald waren
door het zonlicht.
2 2
w i n t e r
soort bedden zij en hun personeel sliepen.
Ik wilde meer weten over de stoffen van de
bedgordijnen, de matrassen, de dekens en
de spreien. Archivaris Aafke Brunt spoorde
verschillende boedelinventarissen voor me
op die ik bekeek in de prachtige werkruimte
van het huisarchief. Vrijwel alle vermelde
bedden waren hemelbedden, ook die van
het personeel. Het hout was vaak geschilderd, waarschijnlijk om een eenvoudige
houtsoort te maskeren.
Ouderwets
en (1741-1816), die in 1767 in het huwelijk
traden. Een hemelbed met dit prachtige
borduurwerk stond waarschijnlijk in het
Van Wassenaerhuis aan de Kneuterdijk in
Den Haag, een huis met een paleisachtige
allure, waar in het vierde kwart van de 18de
j a a r g a n g
Baan exportborduurwerk (detail),
Noordwest India, ca. 1760-1775.
Zes banen katoen met kleurig zijdeborduurwerk, afkomstig uit Noordwest-India, zijn
vermoedelijk de overblijfselen van in totaal
veertien banen borduurwerk die in 1816 waren opgeborgen in een bruine houten kist
op de overloop van het huis aan de Kneuterdijk. Een grote sitsen doek was wellicht bestemd voor aan de muur van een slaapkamer, maar is kennelijk nooit gebruikt want
de staat is als nieuw. Een bijpassende gewatteerde sprei draagt wel gebruikssporen. Het
decor op beide is uitzonderlijk. Doorgaans
zijn grootformaat Indiase sitsen versierd
met bloemdessins of met een bloeiende
boom. Hier houden vogels, waar onder twee
pauwen, zich op in een bamboebos en bij
Chinees aandoende grillig gevormde rotsen.
Behalve bedlinnen zijn slechts enkele stoffen van Europese makelij uit de slaapkamers
van de Van Wassenaers in 1980 aan het
Rijksmuseum overgedragen. Een aantal gele
stoffen van geitenhaar en zijde zijn vermoedelijk de resten van de gordijnen van een hemelbed en van de raamgordijnen in de zogeheten Gele kamer in het huis aan de
Kneuterdijk. “Van geel ‘camelot’ ” - de oude
benaming voor een dergelijk gemengd weefsel - luidt de omschrijving van de gordijnen
in de boedelinventaris van 1816.
Opvallend was de vermelding van ijzeren
bedden in enkele vroeg 19e-eeuwse inventarissen. In de inventaris van het Huis te
Dieren uit 1847 is een springmatras opgenomen, een matras voorzien van ijzeren veren. Het was onderdeel van een mahoniehouten bed in de slaapkamer van Sophie
van Heeckeren van Kell, de derde echtgenote van Jacob Unico Willem van Wassenaer
Obdam, zoon van Carel George van Wassenaer Obdam en Jacoba Elisabeth van Strijen. Sophie van Heeckeren was de stiefmoeder van Cornélie van Wassenaer Obdam,
die met haar echtgenoot Jacob Derk Carel
van Heeckeren van Wassenaer zoveel voor
Twickel heeft betekend. Sophie verbleef als
weduwe regelmatig in het voor de jonge
Cornélie gebouwde Huis te Dieren. Na het
2 0 1 3
lezen over de bedden van de Van Wassenaers op het Huisarchief Twickel ging ik
lekker slapen in hotel De Zwaan in Delden…
Ebeltje Hartkamp-Jonxis.
Deze bijdrage is een samenvatting van het
artikel ‘Sleeping in Style. Chinese Embroidery
and Other Bed Furnishings 1770-1850’ dat de
auteur publiceerde in The Rijksmuseum Bulletin
61 (2013)/2, pp. 172-197.
Wandbehang (detail), Chinese exportschildering
op zijde, ca. 1775.
Hemelbedden
Tijdens het zoeken in boedelinventarissen
naar de herkomst van het bedtextiel uit de
schenking was ik nieuwsgierig geraakt naar
de bedden van de Van Wassenaers in de periode 1770-1850. Ik vroeg me af in wat voor
Wandbehangsel met schilderingen in sitstechniek, vervaardigd voor de export, Zuid India,
Coromandelkust, ca. 1770,
­
j a a r g a n g
2 2
w i n t e r
2 0 1 3
22
23
j a a r g a n g
2 2
w i n t e r
2 0 1 3
berichten van de buitenplaats
Noabers
Twickelerlaan
meuten kasteel­
bewoners
Onlangs zijn graaf Roderik zu Castell-Rudenhausen en zijn verloofde Liesbeth Lotgering officieel naar het kasteel verhuisd
(zie ook pag 4-5). Geheel volgens Twentse
traditie werden zij bij de poort gemeut (tegengehouden) door de noabers. De poort
was door deze buren versierd met dennengroen en roosjes. Oudste noaber Johan
Holterman heette het paar welkom en
wees hen plechtig op de rechten en plichten van de noaberschap. Nadat de nieuwkomers deze accepteerden en een borrel
schonken, werden zij geaccepteerd als noaber en konden zij het kasteel binnengaan.
Eikels
Twickelerlaan
gewild
2013 gaat de boeken in als een uitzonderlijk goed mastjaar. De Hollandse eiken op
het landgoed produceerden sinds jaren
weer een grote hoeveelheid vruchten. Opvallend was de aanwezigheid van een aantal professionele rapers die in opdracht
van kwekers de oogst binnenhaalden. De
Twickelerlaan is een officieel herkomstgebied voor de kweek, een soort genetisch
appellation d’origine contrôlée voor eikels
en de jonge boompjes die daaruit worden
opgekweekt. De prijzen liepen dit jaar op
tot wel twee euro de kilo. De rapers kregen
zo nu en dan bezoek van een controleur.
Op de foto verantwoordt raper Paul Kokkeler zijn oogst aan controleur Louis van de
Hoef van de keuringsinstantie.
Televisie­
opnames
in kasteel
In november zijn in en rond het kasteel
televisieopnames gemaakt voor het
klassieke muziekprogramma De Tiende
van Tijl. Tijl Beckand presenteert komend seizoen een serie over Nederlandse componisten. Unico van Wassenaer Obdam, heer van Twickel en
componist van de wereldberoemde
Corncerti Harmonici staat centraal in
één van de thema-uitzendingen. Naast
de op Twickel aanwezige portretten en
manuscripten is er natuurlijk volop aandacht voor zijn barokmuziek. Het negen
man sterke toporkest Combattimento
Consort heeft in de Benedengalerij, onder het portret van de meester zelf, het
eerste concert volledig opgenomen. De
tv uitzending staat gepland in het voorjaar van 2014. De volledige, met meerdere camera’s opgenomen registratie
zal t.z.t. via onze website www.twickel.
nl te zien zijn.
Agenda 2014
25 en 26 maart: kasteelconcerten Delden Klassiek
26 april: opening tuinen
25 juni t/m 5 juli: kasteeldagen
27 augustus t/m 6 september: kasteeldagen
5 september: kasteeldag Vrienden van Twickel
13 september: Open Monumentendag
14 september: Moestuindag
31 oktober: sluiting tuinen
De Houtzaagmolen van Twickel
De Deldense kunstschilder H.W. van
der Worp (1849-1941) staat dankzij de
vorig jaar in Delden georganiseerde
overzichtstentoonstelling weer volop
in de belangstelling. Groot was dan
ook de verrassing toen de Stichting
Twickel deze zomer van de heer M.G.
Gurck dit prachtige doek van de
houtzaagmolen als schenking kreeg.
De heer Gurck is een achterkleinzoon
van de zaagmolenbaas Johan Caspar
Gurck, die zijn loopbaan in 1829
begon als molenaarsknecht. In 1884
volgde diens zoon Marinus Gurck hem
op. Het atelier waarin Van der Worp
werkte, naast de voormalige Zaag­
molenwoning, was tot 1911 het huis
van de familie Gurck. In latere jaren
woonden hier de bouwkundige opzichters. Het schilderij toont de zaagmolen met links een deel van een schuur,
op de voorgrond ligt het balkengat
voor het wateren van de stammen en
rechts rijdt een Malle Jan waarmee een
stam wordt aangevoerd. Het ketelhuis
en de pijp van de stoommachine ontbreken. Mogelijk zijn deze elementen
bewust weggelaten. Dit vermoeden
rijst, omdat de Zaagmolenwoning die
tegenover de zaagmolen staat, eveneens ontbreekt.
Landgoedwinkel
in kerstsfeer
Er is nog volop eigen wild in de landgoedwinkel verkrijgbaar. Op vrijdag en zaterdag
13/14 en 20/21 december is de landgoedwinkel in kerstsferen ingericht en de plek
om mooie kerstartikelen te kopen. Het is
een ideale gelegenheid om een fijne boswandeling te combineren met een bezoek
aan de landgoedwinkel en daar producten
van de pachters te proeven
Rob Bloemendal
Stichting Twickel
www.twickel.nl
Vereniging Vrienden van Twickel
www.vriendenvantwickel.nl