Hoe ziet de woonbegeleiding er uit BZW

Download Report

Transcript Hoe ziet de woonbegeleiding er uit BZW

Hoe ziet de woonbegeleiding er uit?
De woonbegeleiding wordt, binnen de mogelijkheden van de daarvoor gestelde indicatie, op
maat aangeboden door Zorgokee. Dat wil zeggen dat de begeleiding is opgedeeld in fases.
Naar aanleiding van het kennismakingsgesprek wordt er bekeken of er overgegaan kan worden
naar een officiële aanmelding binnen één van deze fases. Zie verder 'Hoe verloopt de
aanmelding?'.
Tijdens de aanmeldingsprocedure wordt er bepaald in welke fase de bewoner kan starten, kan
er direct gestart worden met een individueel woontraject (fase 3) of is het eerst noodzakelijk dat
er geoefend wordt met zelfstandig wonen in een huis met meerdere bewoners, zodat er meer
en intensievere begeleiding geboden kan worden (fase 1 en 2). Dit is afhankelijk van de mate
van zelfstandigheid en zelfredzaamheid en de vraag of je al eerder begeleid zelfstandig hebt
gewoond of dat je al zelfstandig woont.
Iedere bewoner krijgt een individueel begeleidingsplan, hierin staan leerdoelen geformuleerd die
opgesteld zijn tijdens het intakegesprek. Ook de frequentie, intensiteit en tijdstippen van de
begeleiding worden opgenomen in het begeleidingsplan. Het begeleidingsplan en de voortgang
hiervan wordt ieder kwartaal besproken met de bewoner en ouders/verzorgers. Indien nodig
wordt het begeleidingsplan bijgesteld en/of worden nieuwe leerdoelen geformuleerd.
De begeleiding richt zich op twee aandachtsgebieden
1. Begeleiding en ondersteuning op het gebied van wonen, algemene dagelijkse
levensverrichtingen (ADL). Financiën, post, omgaan met budget en geld, koken en voeding,
wassen en strijken, schoonmaken, hygiëne en gezondheid, gebruik tv, telefoon en computer,
mobiliteit, verkeer en gebruik openbaar vervoer.
2. Persoonlijke begeleiding en ondersteuning op sociaal, emotioneel, psychisch en
maatschappelijk functioneren. Omgang en acceptatie van de eigen beperking, weerbaarheid,
sociaal netwerk opbouwen en onderhouden, vrije tijd, hobby's, sport, vriendschappen, relaties
en seksualiteit.
De behoefte aan begeleiding en ondersteuning verschilt per levensfase. Wanneer je voor het
eerst zelfstandig gaat wonen is er een periode meer of intensiever behoefte aan begeleiding en
ondersteuning. Er zijn veel nieuwe vaardigheden en routines die aangeleerd moeten worden.
Wanneer iemand na een tijdje intensieve begeleiding en ondersteuning zich het zelfstandig
wonen eigen heeft gemaakt komt er een fase waarbij er minder behoefte is aan begeleiding en
ondersteuning. Deze periodes (fases) wisselen zich eigenlijk gedurende het hele leven af bij
mensen met autisme. De periodes dat er veel veranderingen zijn, denk aan verhuizen, nieuwe
studie of baan, nieuwe relatie, gaan samenwonen of trouwen, kinderen krijgen, etc. geven
onrust. De ervaring leert dat dit de momenten zijn waarop mensen met autisme uit balans
kunnen raken en daardoor mogelijk vastlopen in hun dagelijks functioneren. Tijdens dit soort
periodes moet de begeleiding geïntensiveerd worden om nieuwe vaardigheden en routines te
ontwikkelen om de zelfredzaamheid weer te vergroten. Na verloop van tijd kan de begeleiding
weer afgebouwd worden.
Woonbegeleiding in 4 stappen of fases
De woonbegeleiding van Zorgokee is opgedeeld in 4 fases. In fase 1 en 2 staat de
zelfstandigheidtraining centraal. Het is een overgangsvorm tussen thuis wonen (of wonen in een
leefgroep) naar zelfstandig wonen. Het doel is dat jongeren binnen een termijn van ongeveer 2
jaar fase 1 en 2 doorlopen.
Het einddoel is zo zelfstandig mogelijk wonen. Fase 1 en 2 zijn trainingshuizen, hier kun je niet
langer dan 2 jaar wonen. Mocht je na dit termijn nog niet zelfstandig kunnen gaan wonen in fase
3, dan wordt naar een passende vervolgplek gezocht.
Fase 1: In fase 1 woon je met meerdere bewoners in een woonvoorziening van Zorgokee. Je
hebt een eigen kamer, verder deel je gezamenlijk de keuken, badkamer en toilet. In fase 1 is er
sprake van intensieve begeleiding. Er is op bepaalde momenten van de dag begeleiding
aanwezig. Na school of werk, ‘s nachts en ’s ochtends. Dit afhankelijk van de aanwezigheid van
de jongeren. Er wordt gezamenlijk gekookt en gegeten. In de avond staat de persoonlijke
begeleiding centraal. Er is in deze fase 24 uur per dag, 7 dagen per week een medewerker
bereikbaar in geval van calamiteiten en/of noodgevallen.
Fase 2: In fase 2 woon je met meerdere bewoners in een woonvoorziening van Zorgokee. Deze
woonvoorziening is nabij het fase 1 huis. Je hebt een eigen kamer, verder deel je gezamenlijk
de keuken, badkamer en toilet. In fase 2 is er sprake van gemiddelde begeleiding, ongeveer 7
tot 14 uur per week per bewoner. In overleg met de andere bewoners wordt er gezamenlijk of
apart gekookt. Je bent in fase 2 veel meer op jezelf aangewezen. In onderling overleg moeten
de gezamenlijke ruimtes schoongemaakt worden en worden gezamenlijk de huisregels bepaald.
Er is 1 keer per maand een bewonersoverleg om praktische zaken met elkaar te bespreken.
Elke bewoner krijgt in deze fase 1-2 uur persoonlijke begeleiding per dag. Er is in deze fase 24
uur per dag, 7 dagen per week een medewerker bereikbaar in geval van calamiteiten en/of
noodgevallen.
Fase 3: In fase 3 ga je zelfstandig wonen in een eigen huis of appartement. Bij voorkeur in de
eigen omgeving of in de buurt van school of werk. De woonvoorziening staat het eerste jaar op
naam van Zorgokee. Wanneer er binnen deze termijn van een jaar geen problemen zijn
geweest wordt je officieel huurder van de woonvoorziening. In fase 3 is er begeleiding op maat,
ongeveer 2 tot maximaal 4 uur per week. In deze fase woon je geheel zelfstandig, je bent
verantwoordelijk voor je eigen woning, omgang buren, financiën, school/werk, etc. In deze fase
kun je ook niet meer terug vallen op een medewerker die bereikbaar is in geval van calamiteiten
en/of noodgevallen. Je bent in staat om zelf of met behulp van je netwerk problemen op te
lossen.
Fase 4: In fase 4 woon je zelfstandig, je bent zelf huurder van de woning en er is geen sprake
meer van structurele begeleiding. De begeleiding wordt op afroep ingezet op momenten dat het
nodig is. De bewoner moet in staat zijn om zijn eigen hulpvraag te formuleren. Denk aan
periodes dat er (onverwachte)veranderingen zich voordoen die veel impact hebben op de
dagelijks leven; baan kwijt raken, beëindigen relatie, overlijden familielid, etc.
In overleg met bewoner en begeleiding wordt er dan voor een bepaalde tijd een met concreet
geformuleerde doelen een begeleidingsplan opgesteld. Wanneer de doelen behaald zijn en er is
geen hulpvraag meer, beëindigd de begeleiding.